NL8202430A

NL8202430A - Bouwelement.

Info

Publication number: NL8202430A
Application number: NL8202430A
Authority: NL
Original assignee: Versteeg Gijsbert
Priority date: 1982-06-16
Filing date: 1982-06-16
Publication date: 1984-01-16
Also published as: DE3320034A1; US4575984A; IL68907A0

Description

N/30.888-dV/f. *

Bouwelement.

De uitvinding heeft betrekking op een bouwelement voor het vervaardigen van een dragende vloer of dergelijke/ bestaande uit een uit gewapend beton vervaardigde plaat.

^ Een dergelijk bouwelement kan voor uiteen lopende doeleinden, waarbij een voor hoge belastingen geschikte, dragende vloer dient te worden gevormd op een ondergrond met geringe belastbaarheid, worden benut, zoals bijvoorbeeld het vervaardigen van een wegdek in een nieuwbouw-10 wijk of voor het herstellen van een door bomkraters vernielde landingsbaan. De bekende bouwelementen worden hiertoe met hun vlakke zijwanden tegen elkaar aanliggend op de ondergrond geplaatst tot het gewenste vloeroppervlak is bedekt. Doordat er tussen de verschillende bouwelementen geen verbindingen 15 aanwezig zijn, zullen de bouwelementen ten opzichte van elkaar gaan verzakken en/of verschuiven, hetgeen in het bijzonder voor de aan de omtrek van het gevormde vloeroppervlak gelegen bouwelementen geldt. Hierdoor ontstaat na enige tijd een onregelmatig vloeroppervlak, hetgeen bijzonder bezwaar-20 lijk is.

De uitvinding beoogt een bouwelement van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij dit bezwaar op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze is ondervangen.

25 Hiertoe heeft het bouwelement volgens de uitvinding het kenmerk, dat de zijwanden van de plaat elk zijn voorzien van een aantal op éën lijn gelegen, elkaar afwisselende, uitstekende nokken en hiermee complementaire uitsparingen .

30 Op deze wijze wordt bereikt, dat de bouw elementen door de in elkaar grijpende nokken en uitsparingen van de aangrenzende zijwanden met elkaar zijn verbonden, zodat de belasting van een bouwelement over de.aangrenzende bouwelementen wordt verdeeld. Hierdoor kan elk bouwelement 35 een zeer hoge belasting opnemen, zonder dat het bouwelement zal verzakken. Het bouwelement volgens de uitvinding is dan ook zeer geschikt voor het herstellen van landingsbanen en dergelijke, waarbij hoge stootbelastingen kunnen optreden.

8202430 -2- *

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn aan elke zijwand van de plaat twse ;boven el-.kaar gelegen reeksen van uitstekende nokken en hiermee complementaire uitsparingen gevormd, waarbij de nokken van de 5 ene reeks versprongen ten opzichte van de nokken van de andere reeks zijn aangebracht, zodanig, dat de uitsparingen van de ene reeks boven respectievelijk onder de nokken van de andere reeks liggen.

Volgens de uitvinding ligt hierbij de bodem 10 van elke uitsparing in het vlak van de betreffende zijwand van de plaat.

Bij voorkeur zijn in dit geval de nokken van de onderste reeks op enige afstand van het ondervlak van de plaat gelegen. Op deze wijze wordt bereikt, dat onder de 15 nokken van de aan elkaar grenzende zijwanden van twee bouwelementen enige ruimte tussen deze aan elkaar grenzende zijwanden vrij blijft, waarin eventueel bij het tegen elkaar plaatsen, van de bouwelementen opgestuwd materiaal van de ondergrond kan worden opgenomen, zodat de tegen elkaar ge-20 plaatste bouwelementen een althans nagenoeg geheel gesloten vloeroppervlak vormen.

Volgens de uitvinding ligt het bovenvlak van de nokken van de bovenste reeks in één vlak met het bovenvlak van de plaat, waarbij bij voorkeur de nokken aan hun 25 langsuiteinden een eindvlak bezitten, dat een hoek van ongeveer 45° insluit met de betreffende zijwand van de plaat, waarbij de lengte van het van de plaat afgekeerde uiteinde van elke nok althans nagenoeg gelijk is aan de lengte van elke uitsparing ter plaatse van de bodem hiervan. Hierdoor 30 wordt bereikt, dat met de bouwelementen een volkomen vlak en geheel gesloten vloeroppervlak kan worden vervaardigd.

Volgens de uitvinding kan in elke, door twee op elkaar aansluitende beschermingsprofielen gevormde hoek van de plaat een hoekplaatje met een hierin gevormd gat 35 zijn gemonteerd. Op deze wijze kan een bouw-element met behulp van een eenvoudig hulpgereedschap, dat uit een hefboom-stang met een hieraan bevestigde ketting bestaat, tegen de reeds in het vloeroppervlak opgenomen bouwelementen worden getrokken, waarbij het bouwelement enigszins van de ondergrond 40 wordt opgelicht, zodat het opstuwen van de ondergrond tot 8202430 -3- een minimum beperkt blijft.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin twee uitvoerings-voorbeelden van het bouwelement volgens de uitvinding zijn 5 weergegeven.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van het bouwelement volgens de uitvinding, waarbij het beton gedeeltelijk is weggebroken en tevens een van de zijwanden in doorsnede is weergegeven.

10 Fig. 2 is een zijaanzicht van het bouwele ment volgens fig. 1.

Fig. 3 is een gedeeltelijk weergegeven bovenaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van het bouwelement volgens de uitvinding.

15 In fig. 1 is een bovenaanzicht weergegeven van een bouwelement 1, dat bestaat uit een plaat 2, die is vervaardigd uit gewapend beton. De zijwanden 3 van de plaat 2 zijn voorzien van aan de uiteinden met elkaar verbonden be-schermingsprofielen 4, die bij het weergegeven uitvoerings-20 voorbeeld als u-profiel zijn uitgevoerd, zoals uit de eveneens in fig. 1 afgeheelde dwarsdoorsnede van een zijwand 3 blijkt.

Op elke zijwand 3 van de plaat 2 zijn twee boven elkaar gelegen reeksen van op één lijn gelegen, elkaar afwisselende, uitstekende nokken 5 en hiermee complementaire 25 uitsparingen 6 gevormd, zoals in het zijaanzicht volgens fig. 2 zichtbaar is. De nokken 5 van de ene reeks zijn hierbij versprongen ten opzichte van de nokken 5 van de andere reeks aangebracht, zodanig, dat de uitsparingen 6 van de ene reeks boven respectievelijk onder de nokken 5 van de andere 30 reeks zijn gelegen. De bodem van elke uitsparing 6 wordt hierbij gevormd door de bijbehorende zijwand 3. De nokken 5 van de onderste reeks zijn op enige afstand van het ondervlak 7 van de plaat 2 gelegen. Hierdoor blijft tussen de aangrenzende zijwanden 3 van twee tegen elkaar geplaatste bouwele-35 menten 1 enige ruimte vrij onder de nokken 5, waarin eventueel opgestuwd materiaal van de ondergrond kan worden opgenomen, zodat dit materiaal het geheel tegen elkaar aan plaatsen van de bouwelementen 1 niet kan belemmeren.

Het bovenvlak 8 van de nokken 5 van de bo-40 venste reeks ligt in één vlak met het bovenvlak 9 van de plaat 8202 4 3 0 -4- 2, zodat Let hovenvlak 8 van deze nokken 5 deel uitmaakt van het door een aantal bouwelementen gevormde vloeroppervlak.

De lengte van elke uitsparing 6 Is bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 en 2 groter dan de lengte van een nok 5 5 plus twee maal de dikte van een nok 5. Hierdoor kunnen zich geen problemen voordoen hij het in elkaar schuiven van een aantal platen tot een gewenst vloeroppervlak. Als alternatief kunnen op de zijwanden 3 van een plaat 2 nokken 10 worden gevormd, die aan hun langsuiteinden een eindvlak 11 bezitten, 10 dat een hoek van ongeveer 45° insluit met de betreffende zijwand 3 van de plaat 2. De lengte van het van de plaat 2 afgekeerde uiteinde van elke nok 10 is hierbij althans nagenoeg gelijk aan de lengte van elke uitsparing 12 ter plaatse van de door de zijwand 3 gevormde bodem hiervan (zie fig.31. 15 Hierdoor wordt bereikt, dat een geheel gesloten vloeroppervlak wordt verkregen.

Het beschreven bouwelement 1 is bijzonder geschikt voor het vervaardigen van een dragende vloer, die zeer hoge belastingen moet kunnen opneraen, op een ondergrond 20 met geringe belastbaarheid. Doordat de bouwelementen 1 met elkaar zijn gekoppeld door de in elkaar grijpende nokken 5, IQ en uitsparingen 6, 12, waarbij de nokken 5, 10 van de boven elkaar liggende reeksen elkaar ondersteunen, wordt de belasting van elk bouwelement 1 over de aangrenzende bouw-25 elementen van het vloeroppervlak verdeeld. Hierdoor kan elk bouwelement 1 een zeier hoge belasting opnemen, zonder dat verzakking of verschuiving van het bouwelement 1 optreedt, zodat een blijvend vlak gesloten vloeroppervlak is gewaar-^ borgd.

30 Opgemerkt wordt, dat de plaat 2 aan zijn zijwanden 3 inplaats van twee reeksen van nokken en uitsparingen kan zijn voorzien van êën reeks nokken en uitsparingen, waarbij de uitsparingen als verdiepingen in de zijwanden 3 zijn gevormd.

35 Zoals reeds werd opgemerkt, bestaan de be- schermingsprofielen 4 elk uit een U-profiel, waarvan de lijven 13 de zijwanden 3 van de plaat 2 vormen. Op het lijf 13 van elk beschermingsprofiel 4 zijn de massief uitgevoerde nokken 5 bevestigd, bijvoorbeeld door een lasverbinding. Op 40 de binnenzijde van elk beschermingsprofiel 4 is een aantal 8202430 -5- " * α U-profielstukken 14 met geringe lengte en een geringere hoogte dan het beschermingsprofiel 4 bevestigd. Deze U-profiel-stukken 14 doen dienst als drager voor de wapening 15 van het beton van de plaat 2. De wapening 15 bestaat in dit geval uit 5 twee staaldraadmatten, die door middel van een lasverbinding op de benen 16 van de U-profielstukken 14 zijn bevestigd.

Als alternatief kan elk beschermingsprofiel 4 met de bijbehorende nokken 5, 10 uit één stuk zijn vervaardigd uit een vlakke metaalband door walsen en/of persen.

10 Hierbij kunnen desgewenst tevens de verbindingselementen voor de wapening 15 worden meegevormd.

Zoals uit het bovenaanzicht van fig. 1 blijkt, is in elke hoek van de plaat 2 een hoekplaatje 17 bevestigd aan de in de betreffende hoek op elkaar aansluitende 15 beschermingsprofielen 4. In elk hoekplaatje 17 is een gat 18 aangebracht, dat desgewenst door de gehele plaat 2 kan heenlopen. Hiertoe kan in de hoek van elke plaat 2 een schematisch door een onderbroken lijn aangeduide koker 19 zijn aangebracht, die aansluit op een aan de onderzijde gelegen 20 overeenkomstig hoekplaatje 17. Hierdoor kah het bouwelement met behulp van een eenvoudig hulpwerktuig (niet weergegeven in de tekening) op de gewenste positie in het te vormen vloeroppervlak worden gebracht. Dit hulpwerktuig bestaat uit een hefboomstang, die in het gat 18 van een hoekplaatje 25 17 van een reeds in het vloeroppervlak opgenomen bouwelement 1 wordt geplaatst en waaraan een ketting is bevestigd, die in een gat 18 van een hoekplaatje 17 van het aan te brengen, bouwelement 1 kan worden bevestigd. Door de hefboomstang achterover te trekken wordt het aan te brengen bouwelement 30 naar het gevormde vloeroppervlak toegetrokken, waarbij het bouwelement 1 enigszins van de ondergrond wordt opgetild, zodat het opstuwen van materiaal van de ondergrond tot een minimum beperkt blijft.

Hoewel in de tekening een vierkant uitge-35 voerd bouwelement 1 is weergegeven,kan het bouwelement volgens- de uitvinding elke geschikte vorm hebben, bijvoorbeeld de vorm van een rechthoek, een zeshoek, een achthoek of een driehoek en dergelijke. Het zal duidelijk zijn, dat met bijvoorbeeld een vierkant en een driehoekig bouwelement elk ge-40 wenst vloeroppervlak kan worden vervaardigd.

8202430 -6-

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.

5 Het is bijvoorbeeld mogelijk om de bescher- mingsprofielen weg te laten en de nokken als één geheel met de plaat uit beton te vervaardigen, waarbij de uitsparingen in de zijwanden 3 kunnen worden gevormd of op de beschreven wijze door het vervaardigen van twee boven elkaar gelegen 10 versprongen reeksen nokken kunnen worden verkregen.

8202430

Claims

1. Bouwelement voor het vervaardigen van een dragende vloer of dergelijke, bestaande uit een uit gewapend beton vervaardigde plaat, m e t , h e t kenmerk, dat de zijwanden van de plaat elk zijn voorzien van een aantal 5 op één lijn gelegen, elkaar afwisselende, uitstekende nokken en hiermee complementaire uitsparingen.

2. Bouwelement volgens conclusie 1, waarbij de zijwanden van de plaat zijn voorzien van met elkaar verbonden beschermingsprofielen, met het kenmerk, 10 dat de nokken door de beschermingsprofielen worden gedragen.

3. Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, met het 'kenmerk, dat aan elke zijwand van de plaat twee boven elkaar gelegen reeksen van uitstekende nokken en hiermee complementaire uitsparingen zijn gevormd, 15 waarbij de nokken van de ene reeks versprongen ten opzichte van de nokken van de andere reeks zijn aangebracht, zodanig, dat de uitsparingen van de ene reeks boven respectievelijk onder de nokken van de andere reeks liggen.

4; Bouwelement volgens conclusie 3, m e t 20 het kenmerk, dat de bodem van elke uitsparing in het vlak van de betreffende zijwand van de plaat ligt.

5. Bouwelement volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de nokken van de onderste reeks op enige afstand van het ondervlak van de plaat zijn 25 gelegen.

6. Bouwelement volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat het bovenvlak van de nokken van de bovenste reeks in één vlak ligt met het bovenvlak van de plaat.

7. Bouwelement volgens éën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van een nok kleiner is dan de lengte van een uitsparing.

8. Bouwelement volgens ëén der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de nokken aan 35 hun langsuiteinden een eindvlak bezitten, dat een hoek van ongeveer 45° insluit met de betreffende zijwand van de plaat, waarbij de lengte van het van de plaat afgekeerde uiteinde van elke nok althans nagenoeg gelijk is aan de lengte van elke uitsparing ter plaatse van de bodem hiervan. 8202430 -8-

9. Bouwelement volgens één der voorgaande conclusies 2-8, met het kenmerk, dat de beschermingsprofielen bestaan uit een U-profiel, waarvan de lijven de zijwanden van de plaat vormen, waarop de massief uitge-5 voerde nokken zijn bevestigd.

10. Bouwelement volgens één der voorgaande conclusies 2-9, met het kenmerk, dat elk be-schermingsprofiel met de bijbehorende nokken uit één stuk is vervaardigd.

11. Bouwelement volgens één der voorgaande- conclusies 2-10, met het' kenmerk, dat de wapening van het beton met de beschermingsprofielen is verbonden.

12. Bouwelement volgens conclusie 11, me t 15 he-t kenmerk, dat op de binnenzijde van elk bescher- mingsprofiel tenminste één ü-profielstuk met geringe lengte en een geringere hoogte dan het beschermingsprofiel is bevestigd als drager voor de wapening van het beton.

13. Bouwelement volgens één der voorgaande 20 conclusies 2-12, met het kenmerk, dat in elke, door twee op elkaar aansluitende beschermingsprofielen gevormde hoek van de plaat een hoekplaatje met een hierin gevormd gat is gemonteerd. 8202430