NL8120304A - - Google Patents

Description

4 1 81 2 0 3 04 .. -1- i

Railbevestigingssysteem

De onderhavige uitvinding heeft betrekking qp een systeem voor het bevestigen van rails aan houten spoorstaaf dwarsliggers.

Op bekende wijze worden spoorstaven op hm plaats aan 5 dwarsliggers vastgemaakt door een metalen plaat tussen de dwarsligger en de rail te plaatsen en de rail aan de dwarsligger te bevestigen door spoorspijkers in de dwarsliggers te drijven, zodanig dat de spoorspijkers door de metalen plaat steken en een flens op de spijker over de railflens ligt.

10 Gewoonlijk worden voor elke dwarsligger vier spijkers gebruikt (twee aan elke zijde van de rail) en de metalen plaat is voor dit doel voorzien van sleuven op vooraf bepaalde plaatsen.

Het probleem, waarmede men bij deze conventionele houten dwarsliggers wordt geconfronteerd, zijn de volgende.

15 1) Door krimpen van het hout krijgen de spoorspijkers speling boven de railflens, wat ertoe leidt, dat de rail enigszins los raakt.

| 2) Als gevolg van het voortdurend passeren van treinen hebben de rails de neiging te vervormen, wat in een verticale | 20 hamerbeweging op de spoorspijkers en eveneens in een neiging | tot losser worden resulteert.

3) In gebogen baanvakken veroorzaakt de druk van passerende treinen dat de metalen, platen aan één zijde van de rail in de dwarsligger insnijden en dit heeft tót gevolg, 25 dat de metalen plaat schuin komt te liggen en het horizontale i I stemvlak voor de rail vervormt.

4) Door het voortdurende verkeer en de ontoereikende hechtkracht van de spoorspijkers hebben de houten dwarsliggers de neiging uit elkaar of naar elkaar toe te bewegen en geen 30 regelmatige onderlinge afstand te bewaren - wat wederom tot ontoereikende ondersteuning van de rail leidt.

5) . Raakt een plaat eenmaal los, dan maakt deze een verti- 8120304 Λ -2- cale hamerbeweging op de houten dwarsligger en snijdt geleidelijk in deze dwarsligger in.

Pogingen om deze problemen te overwinnen door gébruik te maken van elastische spoorstaafbevestigingsmiddelen zoals 5 "Pandrol" zijn ondoelmatig gebleken. Met elastische bevestigingsmiddelen wordt de metalen plaat zodanig gewijzigd, dat deze voorzieningen omvat on een gedeelte van het bevestigingsmiddel vast te houden, terwijl een ander gedeelte op de railflens rust. De metalen plaat wordt nog wel aan de dwarsligger belt) vestigd door middel van spoorspi jkers, maar de rail wordt aan de metalen plaat vastgemaakt door middel van de elastische bevestigingsmiddelen. Deze systemen zijn ondoelmatig gebleken, omdat de eerste vier van de bovengenoemde problemen nog steeds optreden, voornamelijk omdat de metalen plaat toch nog losraakt 15 en deze nog steeds aan de dwarsligger wordt bevestigd door middel van spoorspi jkers, en dit heeft een ongunstige uitwerking op het functioneren van de elastische bevestigingsmiddelen.

Het Duitse octrooischrift 1.253.297 en het Britse 20 octrooischrift 2.022.657 hebben elk betrekking op een bevestig- ingssysteem, dat bestaat uit een railplaat die tussen, een dwarsligger en een spoorstaaf wordt geplaatst, een elastische railklerti en een klemhouder met spijkers die geschikt zijn j om door gaten in de railplaat te worden gesteken om deze ! : | I 25 railplaat op zijn plaats te houden en de klemhouder aan de j ! dwarsligger te bevestigen. Deze beide octrooischriften bieden inderdaad een oplossing voor de hierboven beschreven j problemen. De klemhouder uit deze beide octrooischriften vereist echter kostbare vervaardigingstechnieken, daar elke klemhouder | 30 gegoten moet worden en dan een verdere bewerking moet ondergaan. : i Doel van de onderhavige uitvinding is een railbevestig- ingssysteem voor houten raildwarsliggers, dat de fabricagekosten tot een minimum beperkt.

Daartoe voorziet de onderhavige uitvinding in een rail-35 bevestigingssysteem dat bestaat uit een houten dwarsligger, 8150304 -3- een spoorstaaf, een tussen deze dwarsligger en spoorstaaf geplaatste railplaat, een paar bevestigingsmiddelen aan tegenovergestelde zijden van de rail, die geschikt zijn om de plaat aan de dwarsligger te bevestigen, waarbij elk 5 van deze bevestigingsmiddelen een uitsparing boven de plaat heeft alsmede een spijker die zich in deze dwarsligger uitstrekt en een elastische railklem verbonden met elk paar bevestigingsmiddelen, waarbij deze klem van het type is, waarin een gedeelte op de railflens rust en het andere gedeelte in 10 tegenover elkaar liggende uitsparingen van de twee bevestigingsmiddelen wordt vastgehouden.

Door het gebruik van paren bevestigingsmiddelen is het mogelijk, railklemmen van het type zoals beschreven in Duitse octrooischrift 1.253.297 en Brits octrooischrift 2.022.657 qp j 15 hun plaats vast te maken, zonder gebruik te maken van de rail- i klemhouders uit deze beide octrooischriften.

Door het gebruik van bevestigingsmiddelen die ertoe dienen, de plaat te bevestigen en de elastische railklem vast te houden, worden de aan bekende systemen verbonden problemen 20 vermeden. Elke verticale beweging van de bevestigingsmiddelen als gevolg van krimpen van het hout of beweging van de rail ten gevolge van belasting door verkeer wordt cpgevangen binnen het doorbuigingsbereik van de elastische bevestigingsmiddelen. ! Elastische bevestigingsmiddelen zijn ontworpen om een voldoende 25 neerhoudkracht te bieden binnen een bepaald bereik, van door-! buigafstanden (d.w.z. de verticale afstand tussen het gedeelte | van de bevestigingsklem dat op de rail rust en het gedeelte dat in de bevestigingsmiddelen wordt vastgehouden). Bij de bekende, stand der techniek echter ging de effectieve neerhoud-30 kracht tussen dwarsligger en rail verloren, wanneer de plaat | losraakte door loslaten van de spoorspijkers uit de dwarsligger/ oiridat de plaat zelf doelmatig de houder voor de bevestigings-| klem was. Bij de onderhavige uitvinding zorgen de bevestigings middelen ervoor, dat een direkte verbinding tussen de spoorstaaf 35 en de dwarsligger behouden blijft.

Volgens het principe van de uitvinidng bestaat elk.

S

8120304 ψ -A - bevestigingsmiddel uit een spijkergedeelte voor bevestiging in de houten raildwarsligger en een kraagstuk met uitsparing voor het inbrengen van een gedeelte van de bevestigingsklem.

Ter verdere verduidelijkingen van de onderhavige 5 uitvinding volgt een beschrijving van een voorkeursuitvoering onder verwijzing naar de tekeningen, waarin Figuur 1 een dwarsdoorsnede over een op zijn plaats aangébracht bevestigingsmiddel volgens de uitvinding toont; Figuur 2 toont een beeld in perspectief van een railstoel en Figuur 3 is een doorsnede 10 over een bevestigingsmiddel volgens de uitvinding.

In Figuren 1 en 2 rust de railflens 5 van rail 4 op de steunplaat 6, welke op zijn beurt op de houten dwarsligger 7 ligt. Het bevestigingsmiddel 10 strekt zich in de dwarsligger uit en bevestigt het elastische bevestigingsmiddel 15 op zijn 15 plaats.

De basis 16 van het elastische bevestigingsmiddel 15 rust in de uitsparing 11 van kraagstukken 12 van de beide bevestigings-pennen 10, zoals in Figuur 2 wordt getoond. De armen 17 van bevestigingsmiddel 15 rusten op railflens 5.

20 Elke bevestigingspen 10 omvat een ingekeept spijkergedeelte 13 met aan het uiteinde daarvan een elastische weerhaak 14.

De inkepingen en de weerhaak 14 houden de spijker stevig in de dwarsligger 7 verankerd. De linker en rechter bevestigingspennen 10 worden gebruikt bij ieder railbevestigingsmiddel 15, en j 25 deze pennen steken door voorgevormde sleuven 9 in de steunplaat 6.

I Wanneer het elastische bevestigingsmiddel correct in positie gebracht is, kan het binnen een bereik van 8 tot 17 mm doorbuigen en toch een bevredigende neerhoudkracht handhaven, zonder dat het bevestigingsmiddel aan een. ontoelaatbare belasting ; 30 wordt blootgesteld. Dit doorbuigingsbereik houdt in, dat elke krimp van de houten dwarsligger of verticale beweging van de spoorstaaf door het bevestigingsmiddel wordt opgevangen. De steun-plaat dient nog steeds om de belasting van de. rail op de. dwarsligger te spreiden, maar een beweging van de plaat heeft geen 35 nadelige invloed meer op de bevestiging van de rail aan de dwarsligger.

8120304 -5-

Aangezien de elastische bevestigingsmiddelen kunnen worden verwijderd zonder de positie van de dwarsliggerplaat te beïnvloeden, ie de vervanging van spoorstaven zeer eenvoudig, terwijl bij de bekende stand der techniek de spoorspijkers 5 die de rail op zijn. plaats houden moeten worden verwijderd. Na verwijdering moeten de spijkers van de plaat opnieuw op de dwarsligger worden geplaatst. Een dergelijk opnieuw inbrengen van de spoorspijkers kan slechts enkele malen plaatsvinden, ' voordat de dwarsligger als gevolg daarvan onbruikbaar wordt, 10 Bij de onderhavige uitvinding wordt dit prcbleem vermeden., en de rails kunnen worden vervangen zonder nadelige invloed op de positie van de steunplaat op de dwarsligger.

Anders dan het geval is bij de raii^lemhouders uit Brits octrooischrift 2.022.657 en Duits octrooischrift 1,253.297, 15 zijn de bevestigingspennen 10 veel goedkoper te vervaardigen, en wel om de volgende redenen.

1) Omdat er minder materiaal voor nodig is en daardoor qp metaal bespaard kan worden, 2) Wanneer zij in vonten gegoten worden, kan door hun 20 geringere omvang een groter aantal paren per' gietvorm gemaakt | worden dan in het geval van de beide klemhouders uit de boven genoemde bekende octrooischriften.

I 3) De, pennen. .10 volgens de onderhavige uitvinding i : behoeven niet te worden gegoten, doch kunnen uit een metalen | 25 staaf worden gesmeed door vormen en stairpen, wat een aanzienlijk i I goedkopere vervaardiglngswijze is, omdat hierbij de energie- en tijdverslindende giet- en vormprocessen worden vermeden.

Het systeem volgens de onderhavige uitvinding overwint derhalve de problemen uit de bekende stand der techniek op 30 eenvoudige wijze en jpaakt, het desalniettemin, mogelijk, gebruik, te maken van de steunplaten die bij conventionele spoorspijkers gebruikt worden, 8120304

Claims (4)

1. Een railbevestigingssysteem, bestaande uit een houten dwarsligger, een spoorstaaf, een tussen deze dwarsligger en spoorstaaf aangebrachte railplaat, een paar bevestigingsmiddelen aan tegenovergestelde zijden van deze spoorstaaf, die 5 geschikt zijn om de plaat aan de houten dwarsligger te bevestigen, waarbij elk van deze bevestigingsmiddelen een uitsparing boven de plaat omvat alsmede een spijker die zich in de dwarsligger uitstrekt en een elastische railklem die met elk paar bevestigingsmiddelen verbonden is, waarbij 10 deze klem van het type is, waarbij een gedeelte op de rail- flens rust en het andere gedeelte in tegenover elkaar liggende uitsparingen in het paar bevestigingsmiddelen wordt vastgehouden.

2. Railbevestigingssysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de railklem uit twee elastische armen bestaat, j - -- ...f. 9 15 die op de railflens rusten, welke armen een geheel vonten met een basisgedeelte, waarvan de zijranden dwars ten opzichte van de rail zijn geplaatst en in aanvullende uitsparingen in elk i van deze paren bevestigingsmiddelen passen.

3. Railbevestigingssysteem volgens conclusie 1 mét 'het 20 kenmerk, dat het bevestigingsmiddel wordt gevormd door smeden uit een metalen staaf.

4. Bevestigingsmiddelen zoals beschreven in conclusie ; 2 of 3. i I ; 8120304