BE1006959A5 - Werkwijze en samenstel voor het bevestigen van een wegdekelement langsheen een spoorrail op een dwarsligger. - Google Patents

Werkwijze en samenstel voor het bevestigen van een wegdekelement langsheen een spoorrail op een dwarsligger. Download PDF

Info

Publication number
BE1006959A5
BE1006959A5 BE9300439A BE9300439A BE1006959A5 BE 1006959 A5 BE1006959 A5 BE 1006959A5 BE 9300439 A BE9300439 A BE 9300439A BE 9300439 A BE9300439 A BE 9300439A BE 1006959 A5 BE1006959 A5 BE 1006959A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
hole
fastening
bolt
sleeper
road surface
Prior art date
Application number
BE9300439A
Other languages
English (en)
Inventor
Edwald Raemdonck
Original Assignee
Houtconstructies Wyckaert Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Houtconstructies Wyckaert Nv filed Critical Houtconstructies Wyckaert Nv
Priority to BE9300439A priority Critical patent/BE1006959A5/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1006959A5 publication Critical patent/BE1006959A5/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C9/00Special pavings; Pavings for special parts of roads or airfields
    • E01C9/04Pavings for railroad level-crossings

Abstract

In de werkwijze volgens de uitvinding wordt in de bovenzijde van een dwarsligger (1) een bevestigingsgat (6) voorzien en in de zijkant een blokkeergat (7) dat dit bevestigingsgat (6) snijdt. In de ruimte gevormd door beide gaten (6, 7) woordt een bevestigingselement (5) aangebracht dat in het bijzonder door middel van een blokkerpin (10) via het blokkeergat (7) geblokkeerd wordt. Het wegdekelement (3) wordt vervolgens door middel van bouten (4) op de dwarsligger (1) vastgeschroefd. Een dergelijke verbinding laat een regelmatige montage en demontage van de wegdekelementen (3) toe en tevens een vervanging van het bevestigingslement (5). Verder worden zwerfstromen doorheen de bouten (4) vermeden. De uitvinding heeft ook betrekking op een samenstel van een dergelijke dwarsligger (3) en bevestigingselement (5).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  "Werkwiize en samenstel voor het bevestigen van een weqdekelement lanqsheen een spoorrail op een dwarslicrcrer" 
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vastmaken van een wegdekelement langsheen een spoorrail op de bovenzijde van een dwarsligger waarop deze spoorrail rust, in welke werkwijze men in de bovenzijde van genoemde dwarsligger ten minste   een   bevestigingsgat voorziet en men genoemd wegdekelement met ten minste   een   bout doorheen dit element in genoemd bevestigingsgat vastmaakt. 



   Een dergelijke werkwijze wordt in de praktijk toegepast voor het vastschroeven van bovenbalken ter plaatse van een overweg op de dwarsliggers. In deze bekende meest gebruikelijke werkwijze worden de bevestigingsgaten ter plaatse in de dwarsliggers geboord en worden de bouten, in dit geval kraagschroeven, vervolgens rechtstreeks in deze gaten vastgeschroefd. 



   Deze bekende werkwijze biedt echter het nadeel dat wanneer de kraagschroeven enkele malen moeten aangedraaid worden om reden van zelfontspanning, krimp, afschuiving, indrukking of veroudering van het materiaal, ze hun trekkracht en bevestigingswaarde verliezen. Er dienen dan nieuwe kraagschroeven aangebracht te worden waardoor ongewenste gaten in de wegdekelementen ontstaan zodanig dat deze laatste breekbaarder worden. 



   Voorgesteld werd reeds om metalen beugels rond de dwarsliggers aan te brengen en de bovenbalken door middel van bouten daaraan te bevestigen. Een nadeel van het gebruik van dergelijke beugels is evenwel de talrijke onderdelen die vereist zijn en de complexiteit van een dergelijk systeem. Verder staat het metaal in 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 contact met de spoorbedding waardoor zwerfstromen, die hun geleiding vinden via strooizouten, de metaalstructuur aantasten. De aldus aangetaste beugels en klemmen zijn niet eenvoudig te vervangen vermits de dwarsligger hiertoe uit de bedding genomen dient te worden. 



   Uit GB-B-1 205 927 is een analoog systeem bekend waarin onder de dwarsligger een metalen plaat aangebracht wordt en waarin een metalen staaf, die aan beide uiteinden van schroefdraad voorzien is, doorheen de dwarsligger in genoemde metalen plaat vastgeschroefd wordt. De bouten voor het vastmaken van het wegdekelement worden dan in het bovenste uiteinde van deze metalen staven vastgeschroefd. Het is duidelijk dat de gebruikte metalen platen en staven ook door zwerfstromen zullen aangetast worden. Tevens zijn de aldus aangetaste platen en staven niet eenvoudig te vervangen. 



   Volgens het bevestigingssysteem bekend uit DE-A-14 09 016 wordt in de zijkant van de dwarsligger een gat voorzien dat genoemd bevestigingsgat snijdt. In dit gat wordt dan een moer aangebracht waarin de bouten voor het vastmaken van de wegdekelementen kunnen vastgeschroefd worden. 



   Een nadeel van dit laatste bekende bevestigingssysteem is eerst en vooral dat de dikte van de bevestigingsmoer beperkt is door de hoogte van het gat dat in de zijkant van de dwarsligger voorzien is. Bovendien levert dit systeem bij het vastmaken van de wegdekelementen ook problemen op aangezien de gaten in de zijkanten van de dwarsliggers moeilijk bereikbaar zijn wanneer daarop de wegdekelementen aangebracht zijn. 



   De uitvinding heeft nu tot doel een nieuwe werkwijze voor het vastmaken van een wegdekelement op de bovenzijde van een dwarsligger te verschaffen die voor de hierboven aangegeven problemen een oplossing biedt en die in het bijzonder een herhaaldelijke montage en demontage van het wegdekelement toelaat zonder dat regelmatig 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 nieuwe gaten dienen geboord te worden en zonder dat hiertoe een complex bevestigingssysteem vereist is. 



   Tot dit doel heeft de werkwijze volgens de 
 EMI3.1 
 uitvinding de kenmerken zoals gedefinieerd in conclusie 1. 



   Vermits het bevestigingselement zieh binnen in de dwarsligger bevindt, zullen er geen zwerfstromen doorheen de bouten en dit bevestigingselement optreden. Verder laat dit bevestigingselement toe genoemde bouten regelmatig aan te schroeven en tevens de wegdekelementen regelmatig te monteren en te demonteren voor het controleren van de spoorbedding en de dwarsliggers. In geval van een eventuele beschadiging van het bevestigingsmechanisme van het bevestigingselement dat in het bijzonder gevormd wordt door een schroefdraad, is het steeds mogelijk dit bevestigingselement te vervangen zonder dat hiertoe de dwarsligger uit zijn bedding dient gehaald te worden. 



   De werkwijze volgens de uitvinding biedt verder het voordeel dat de overwegen in de werkplaats kunnen geprefabriceerd worden en dat de verbindingen eenvoudig kunnen aangebracht en vervangen worden. 



   De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van dwarsligger en bevestigingselement te gebruiken in de hierboven aangegeven werkwijze volgens de uitvinding. 



   Dit samenstel is gekenmerkt door de kenmerken aangegeven in conclusie 4 en biedt dezelfde voordelen als hierboven beschreven in verband met de werkwijze volgens de uitvinding. In het bijzonder kunnen de dwarsliggers en de bevestigingselementen op voorhand gefabriceerd worden en bij de aanleg van de overweg eenvoudig gemonteerd worden. Er dienen op dat moment dus geen gaten meer in de dwarsligger geboord te worden. 



   In het samenstel volgens de uitvinding is genoemd bevestigingselement in genoemd bevestigingsgat 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 aangebracht en via genoemd blokkeergat met een blokkeerpin in de dwarsligger geblokkeerd. 



   Hierdoor wordt het voordeel verkregen dat de hoogte van het bevestigingselement niet beperkt is door de hoogte van het blokkeergat waardoor dus eenvoudiger een langere schroefdraad kan voorzien worden ten einde een stevigere verbinding te verkrijgen. 



   De uitvinding heeft verder nog betrekking op de dwarsligger en het bevestigingselement als dusdanig uit het hierboven aangegeven samenstel volgens de uitvinding. 



   Verdere voordelen en bijzonderheden van de werkwijze en het samenstel volgens de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele bijzondere uitvoeringsvormen. Deze beschrijving wordt echter uitsluitend als voorbeeld gegeven en is duidelijk niet bedoeld om de draagwijdte van de uitvinding te beperken.

   De gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgaande tekeningen waarin :
Figuur 1 schematisch een bovenaanzicht weergeeft op een gedeelte van een spooroverweg met wegdekelementen die door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding op de dwarsliggers bevestigd zijn ;
Figuur 2 een schematische doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 ;
Figuur 3 een detail weergeeft van een mogelijke bevestiging van een wegdekelement op een dwarsligger, meer bepaald volgens een in figuur 1 met III-III aangeduide doorsnede ;
Figuur 4 een detail weergeeft van de in figuur 1 volgens de uitvinding toegepaste bevestiging, meer bepaald volgens doorsnede III-III in figuur 1 ;
Figuur 5 een perspectief aanzicht weergeeft van het bevestigingselement met blokkeerpin uit figuur 4 ;

   en 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
Figuur 6 op grotere schaal een bovenaanzicht weergeeft op het gemonteerde bevestigingselement volgens figuur 5. 



   In deze verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of op analoge elementen. 



   De in figuren 1 en 2 weergegeven overweg bestaat in hoofdzaak uit dwarsliggers 1 met twee daarop bevestigde spoorrails 2 en een aantal wegdekelementen 3. De wegdekelementen 3 bestaan in dit geval allen uit houten bovenbalken. Het is echter ook mogelijk dat deze wegdekelementen bijvoorbeeld bestaan uit betonnen vierkantige of rechthoekige tegels met een ijzeren rand. Dergelijke tegels worden in het bijzonder regelmatig aangebracht tussen de spoorrails 2. Aan de buitenzijde langsheen de spoorrails 2 worden in de praktijk echter meestal houten bovenbalken voorzien. 



   Zoals uit de hierna volgende beschrijving zal blijken, is de toepassing van de huidige uitvinding niet beperkt tot houten dwarsliggers 1 en wegdekelementen 3, doch mogen deze elementen ook uit andere materialen vervaardigd zijn zoals bijvoorbeeld uit rubber, kunststof, beton, metaal of een combinatie hiervan. 



   In de praktijk worden thans de wegdekelementen 3 door middel van kraagschroeven op de dwarsliggers 1 vastgeschroefd. Door het regelmatig monteren en demonteren van deze wegdekelementen 3 en door het feit dat deze schroeven regelmatig dienen aangedraaid te worden, verliezen deze na een zekere tijd hun bevestigingskracht in de dwarsliggers en dienen aldus nieuwe gaten geboord te worden. 



   In de werkwijze volgens de uitvinding worden de bevestigingsbouten 4 echter niet rechtstreeks in de dwarsliggers 1 vastgemaakt maar wel in een bevestigingselement 5 dat in deze dwarsliggers 1 aangebracht wordt. Dit blijkt duidelijk uit figuur 4. Ter bevesti- 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 ging van het bevestigingselement 5 wordt in de dwarsligger 1 ten eerste een verticaal bevestigingsgat 6 voor de bouten 4 geboord. Verder wordt in de zijkant van deze dwarsligger 1 een blokkeergat 7 voorzien dat het bevestigingsgat 6 snijdt. In de ruimte gevormd door beide gaten 6 en 7 wordt vervolgens het bevestigingselement 5 aangebracht. 



   In de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 wordt het bevestigingselement 5 via het bevestigingsgat 6 in de dwarsligger 1 aangebracht. Vervolgens wordt dit bevestigingselement 5 in de dwarsligger 1 geblokkeerd door middel van een blokkeerpin 10 die via het blokkeergat 7 in het bevestigingselement 5 geschoven wordt. 



  Vervolgens wordt het blokkeergat 7 door middel van stoppen 9 afgedicht. 



   De uitvoeringsvorm volgens figuur 4 biedt het voordeel dat het bevestigingselement 5 kan gevormd worden door een metalen bus met een langere schroefdraad 8. Tevens kan op deze manier de lengte van de bout 4 beperkt worden waardoor dus een sterkere verbinding verkregen wordt. 



   Uit figuur 5 blijkt duidelijk dat in deze voorkeursuitvoeringsvorm, de blokkeerpin 10 een aangeschuind uiteinde heeft, in het bijzonder een puntig uiteinde, waardoor de centering van de metalen bus 5 automatisch gebeurt. Bij voorkeur strekt het blokkeergat 7 zich dwars doorheen de dwarsligger 1 uit zodanig dat ter vervanging van het bevestigingselement 5, de blokkeerpin 10 doorheen de dwarsligger 1 kan geslagen worden. Indien de blokkeerpin 10 door het aanspannen van de bout 4 zieh in het omliggend materiaal zou uitrekken, kan deze pin 10 door haar aangeschuind uiteinde steeds losgeslagen worden. De blokkeerpin 10 kan zieh zoals in figuur 5 nagenoeg tot in het midden van de dwarsligger 1 uitstrekken doch zou zieh eventueel ook verder, bijvoorbeeld tot 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 aan de andere zijde van de dwarsligger, kunnen uitstrekken. 



   In de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 bestaat het bevestigingselement uit een metalen bus 5 waarin een dwarse opening 11 voor de cylindrische blokkeerpin 10 voorzien is. Bovenaan is de bus 5 voorzien van twee markeringen 12 die de richting van het dwarse opening 11 aanduidt. Verder is de bovenzijde van de bus 5 naar de draadtoegang naar binnen toe conisch aangeschuind zodanig dat een automatisch centreren van de draadbout 4 verzekerd wordt. 



   Zoals blijkt uit het in figuur 6 weergegeven bovenaanzicht op een in het wegdekelement 3 aangebrachte bout 4, is er in dit wegdekelement 3 voor elke bout 4 een langwerpig gat voorzien waarvan de langsrichting evenwijdig is aan de spoorrails 2. Dit langwerpig gat wordt meer bepaald gevormd door een bovenste langwerpig gat 13 voor de kop van de bout 4 en een daarop aansluitend onderste langwerpig gat 14 ter vorming van een schouder 15. Beide gaten 13 en 14 zijn zodanig gedimensioneerd dat de bout 4 vrij in het onderste gat 14 kan gepositioneerd worden. 



   Om deze bewegingsvrijheid toe te laten wordt in een voorkeursuitvoeringsvorm rond de bout 4 op genoemde schouder 15 een eerste volgplaat 16 met daarop een tweede kleinere volgplaat 17 aangebracht. Bij voorkeur is de binnendiameter van de eerste volgplaat 16 nagenoeg gelijk aan de breedte van het onderste gat 14 terwijl de binnendiameter van de tweede volgplaat 17 bijvoorbeeld 1 mm groter is dan de diameter van de bout 4. Tussen de kop van deze bout 4 en de tweede volgplaat 17 is verder een veerring 18 aangebracht om te vermijden dat de bout 4 door trillingen eventueel zou loskomen. 



   Uit de hiervoor gegeven beschrijving blijkt duidelijk dat bij de aanleg van een overweg gebruik kan gemaakt worden van dwarsliggers 1 en wegdekelementen 3 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 waarin vooraf reeds de vereiste gaten voorzien zijn. Ter verbinding van deze elementen 3 dient bij de aanleg van de overweg enkel de bevestigingselementen 5 in de dwarsliggers 1 aangebracht en geblokkeerd te worden en verder de wegdekelementen 3   d. m. v. bouten   4 vastgeschroefd te worden. 



   Bij voorkeur zijn de dwarsliggers 1 naast een ruimte 19 voor het bevestigen van de spoorrail 2 voorzien van een groep van vier volgens een nagenoeg rechthoekig of vierkantig patroon aangebrachte bevestigingsgaten 6. Op deze manier kunnen de gaten 13,14 in de wegdekelementen 3 vooraf volgens een voorafbepaald patroon geboord worden, afhankelijk van bijvoorbeeld de hoek waaronder de spoorrails door de weg gekruist worden. 



  Hierbij verdient een geschrankt patroon de meeste voorkeur aangezien op deze manier een maximaal klemoppervlak verkregen wordt. De aanwezigheid van meerdere bevestigingsgaten 6 laat toe in overeenstemming met genoemd patroon een geschikt gat voor het bevestigingselement 5 te kiezen. Tevens kunnen twee op elkaar aansluitende wegdekelementen 3 aldus met hun aanliggende kopse uiteinden op eenzelfde dwarsligger 1 bevestigd worden. In het bijzonder worden de vier gaten twee per twee gesneden door een blokkeergat 7 dwars doorheen de dwarsligger. 



   Bij voorkeur bevindt het blokkeergat 7 in de dwarsliggers 1 zieh nagenoeg op de halve hoogte van deze dwarsliggers 1 waardoor de bevestigingselementen na de aanleg van de spoorweg nog in de dwarsliggers 1 kunnen aangebracht worden en eventueel ook vervangen worden. Vermits het bevestigingsgat 6 zieh verder niet volledig doorheen de dwarsligger 1 uitstrekt, zijn op deze manier ook geen zwerfstromen doorheen de bouten 4 mogelijk. De stoppen 9 bieden trouwens nog een verdere beveiliging tegen dergelijke zwerfstromen. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



   Een belangrijk voordeel van het verbindingssysteem volgens de uitvinding is dat een dergelijk systeem toelaat een verbinding te realiseren die aan de zware   druk- en schuifbelastingen   waaraan de wegdekelementen onderhevig zijn, kan weerstaan. 



   Uit de voorgaande beschrijving van de uitvinding zal het duidelijk zijn dat deze uitvinding niet beperkt is tot de beschreven uitvoeringsvormen doch dat daaraan nog vele wijzigingen kunnen aangebracht worden zonder buiten het kader van deze octrooiaanvraag te treden. 



   Zo zal het duidelijk zijn dat niet noodzakelijkerwijze alle wegdekelementen door middel van de werkwijze volgens de uitvinding op de dwarsliggers dienen bevestigd te worden doch dat bijvoorbeeld de wegdekelementen gelegen tussen de spoorrails op de conventionele manier rechtstreeks op de dwarsligger zouden kunnen vastgeschroefd worden. 



   Verder hoeven de wegdekelementen niet op zieh het wegdek te vormen doch zou hierop eventueel nog een bijkomende laag kunnen aangebracht worden, bijvoorbeeld uit een plaatmateriaal of gietmortel.

Claims (13)

  1. CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het vastmaken van een wegdekelement (3) langsheen een spoorrail (2) op de bovenzijde van een dwarsligger (1) waarop deze spoorrail (2) rust, in welke werkwijze men in de bovenzijde van genoemde dwarsligger (1) ten minste een bevestigingsgat voorziet en in de zijkant van genoemde dwarsligger (1) een blokkeergat (7) dat genoemd bevestigingsgat (6) snijdt, men in de ruimte gevormd door genoemde gaten (6, 7) een bevestigingselement (5) voorzien van een bevestigingsmechanisme (8) voor een bout (4) aanbrengt en men genoemd wegdekelement (3) door middel van genoemde bout (4) doorheen dit element (3) aan het bevestigingsmechanisme (8) van het bevestigingselement (5) vastmaakt, daardoor gekenmerkt dat men genoemd bevestigingselement (5) via genoemd bevestigingsgat (6)
    in genoemde dwarsligger (1) aanbrengt en men dit bevestigingselement (5) in dit bevestigingsgat (6) blokkeert door via genoemd blokkeergat (7) een blokkeerpin (10) in dit bevestigingselement (5) aan te brengen.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat men als wegdekelement (3) een bovenbalk langsheen genoemde spoorrail (2) op een aantal dwarsliggers (1), waarop deze spoorrail (2) rust, bevestigt en men hierbij genoemde bouten (4) volgens een geschrankt patroon op genoemde dwarsliggers (1) vastmaakt.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 tot 2, daardoor gekenmerkt dat men in de bovenzijde van genoemd wegdekelement (3) ten minste een eerste langwerpig gat (13) voorziet dat aansluit op een tweede doorlopend langwerpig gat (14) voor genoemde bout (4) ter vorming van een in de bovenzijde van het wegdekelement (3) verzonken schouder (15), men rond deze bout (4) op genoemde schouder (15) een eerste volgplaat (16) aanbrengt met een binnendiameter die nagenoeg gelijk is aan de breedte van genoemd tweede gat (14), men rond de bout <Desc/Clms Page number 11> (4) op genoende eerste volgplaat (16) een tweede volgplaat (17) aanbrengt met een binnendiameter die iets groter is dan de diameter van genoemde bout (4) en men tussen de kop van deze bout (4) en de tweede volgplaat (17) een veerring (18) aanbrengt.
  4. 4. Samenstel van dwarsligger (1) en bevestigingselement (5) te gebruiken in een werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat genoemde dwarsligger (1) op zijn bovenzijde voorzien is van een ruimte (19) voor het daarop bevestigen van een spoorrail (2) en van ten minste een bevestigingsgat (6) voor het door middel van ten minste een bout EMI11.1 (1) bevestigen van een wegdekelement (3) langsheen genoemde spoorrail (2) op deze dwarsligger (1), waarbij in de zijkant van genoemde dwarsligger (1) een blokkeer- gat (7) aangebracht is dat genoemd bevestigingsgat (6) snijdt, en waarbij een bevestigingselement (5), dat voorzien is van een bevestigingsmechanisme (8) voor het doorheen genoemd bevestigingsgat (6) vastmaken van genoemde bout (4),
    in genoemd bevestigingsgat (6) aangebracht is en via genoemd blokkeergat (7) met een blokkeerpin (10) in de dwarsligger (1) geblokkeerd is.
  5. 5. Samenstel volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat genoemd blokkeergat (7) een doorlopend gat is, dwars doorheen de dwarsligger.
  6. 6. Samenstel volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat genoemde blokkeerpin (10) een aangeschuind uiteinde heeft, in het bijzonder een puntig uiteinde.
  7. 7. Samenstel volgens een van de conclusies 4 tot 6, daardoor gekenmerkt dat genoemd bevestigingsmechanisme gevormd wordt door een schroefdraad (8) in genoemd bevestigingselement (5).
  8. 8. Samenstel volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het bovenvlak van genoemd bevestigingsele- <Desc/Clms Page number 12> ment (5) naar genoemde schroefdraad (8) toe conisch aangeschuind is.
  9. 9. Samenstel volgens een van de conclusies 4 tot 8, daardoor gekenmerkt dat genoemd blokkeergat (7) nagenoeg op de halve hoogte van de dwarsligger (1) in deze laatste voorzien is.
  10. 10. Dwarsligger uit een samenstel volgens een van de conclusies 4 tot 9.
  11. 11. Dwarsligger volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat hij op zijn bovenzijde aan ten minste een zijde van genoemde ruimte (19) voor het bevestigen van genoemde spoorrail (2) voorzien is van ten minste een groep van vier volgens een nagenoeg rechthoekig of vierkantig patroon aangebrachte bevestigingsgaten (6), waarbij deze vier gaten (6) twee per twee gesneden worden door een blokkeergat (7) dwars doorheen de dwarsligger (1).
  12. 12. Bevestigingselement uit een samenstel volgens een van de conclusies 4 tot 9.
  13. 13. Bevestigingselement volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het een metalen bus voorzien van inwendige schroefdraad (8) bevat, in welke metalen bus dwars op genoemde schroefdraad (8) een doorlopende opening (11) voor een blokkeerpin (10) voorzien is.
BE9300439A 1993-04-30 1993-04-30 Werkwijze en samenstel voor het bevestigen van een wegdekelement langsheen een spoorrail op een dwarsligger. BE1006959A5 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9300439A BE1006959A5 (nl) 1993-04-30 1993-04-30 Werkwijze en samenstel voor het bevestigen van een wegdekelement langsheen een spoorrail op een dwarsligger.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9300439A BE1006959A5 (nl) 1993-04-30 1993-04-30 Werkwijze en samenstel voor het bevestigen van een wegdekelement langsheen een spoorrail op een dwarsligger.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1006959A5 true BE1006959A5 (nl) 1995-01-31

Family

ID=3887016

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9300439A BE1006959A5 (nl) 1993-04-30 1993-04-30 Werkwijze en samenstel voor het bevestigen van een wegdekelement langsheen een spoorrail op een dwarsligger.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1006959A5 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102102315B (zh) * 2009-12-18 2012-09-26 浙江天铁实业股份有限公司 枕体栓接弹性道口的施工方法

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2124247A (en) * 1936-11-09 1938-07-19 Frank E Fey Rail cross-over
DE1409016A1 (de) * 1959-07-13 1968-12-19 Anselm Dipl Ing Hubert Strassenbahn-Oberbau auf Querschwellen mit vorgefertigter Strassendecke aus Betonformsteinen
GB1205927A (en) * 1966-11-18 1970-09-23 Acmeflooring Ltd Improvements in and relating to devices for securing paving or decking to beams
US4981388A (en) * 1989-04-17 1991-01-01 Green-Mountain Precision Frames, Inc. Timber joining system

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2124247A (en) * 1936-11-09 1938-07-19 Frank E Fey Rail cross-over
DE1409016A1 (de) * 1959-07-13 1968-12-19 Anselm Dipl Ing Hubert Strassenbahn-Oberbau auf Querschwellen mit vorgefertigter Strassendecke aus Betonformsteinen
GB1205927A (en) * 1966-11-18 1970-09-23 Acmeflooring Ltd Improvements in and relating to devices for securing paving or decking to beams
US4981388A (en) * 1989-04-17 1991-01-01 Green-Mountain Precision Frames, Inc. Timber joining system

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102102315B (zh) * 2009-12-18 2012-09-26 浙江天铁实业股份有限公司 枕体栓接弹性道口的施工方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE602005005398T2 (de) Modulares System für das temporäre Abstützen von Schienen
EP2063026A2 (de) Verkehrs-Leit-Einrichtung
KR19980042966A (ko) 신축 이음장치
DE19519745C2 (de) Schotterloser Gleisoberbau
EP0962592B1 (de) Regelbare Schienenbefestigung
US5483716A (en) Form decking apparatus for bridges
BE1006959A5 (nl) Werkwijze en samenstel voor het bevestigen van een wegdekelement langsheen een spoorrail op een dwarsligger.
EP2940225A1 (de) Vorrichtung zum Überbrücken einer Dehnfuge
DE19931048A1 (de) Gleis für schienengebundene Fahrzeuge sowie Schallschutzelement hierfür
DE4328185C1 (de) Brückenbalken mit einer Befestigung an Träger einer Stahl-Eisenbahnbrücke
EP0467182B2 (de) Pritschenaufbau
EP0180937B1 (de) Schalung für Serienfertigteile aus Stahlbeton, vornehmlich für vorgespannte Weichenschwellen
US6520714B1 (en) Transition surface for roadway
US5335386A (en) Bridge structure
US5465903A (en) Mounting plate for fixing elastomeric grade crossing panels to ties
DE19704366A1 (de) Armierungselement für Fahrbahnplatten
US6871791B1 (en) Concrete railroad grade crossing panels
DE19628529A1 (de) Erschütterungsarmes Gleis
US3517882A (en) Railroad crossing structure
EP0016869A1 (de) Fahrbahnplatte
KR102224226B1 (ko) 철도 분기기의 가드레일 지지용 t블록 및 이를 이용한 목침목 분기기 pc침목화 시공방법
EP0964959B1 (de) Vorrichtung zum überbrücken einer dehnungsfuge einer brücke
CA2354430A1 (en) Fixed bumping post
EP0739436A1 (de) Schienenlager
DE4416437C1 (de) Schienenbefestigung

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20030430