NL8105865A - Oftalmische lens met toenemende sterkte. - Google Patents

Oftalmische lens met toenemende sterkte. Download PDF

Info

Publication number
NL8105865A
NL8105865A NL8105865A NL8105865A NL8105865A NL 8105865 A NL8105865 A NL 8105865A NL 8105865 A NL8105865 A NL 8105865A NL 8105865 A NL8105865 A NL 8105865A NL 8105865 A NL8105865 A NL 8105865A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
curve
meridian curve
refractive surface
umbilical
lens
Prior art date
Application number
NL8105865A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192057B (nl
NL192057C (nl
Original Assignee
Hoya Lens Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hoya Lens Corp filed Critical Hoya Lens Corp
Publication of NL8105865A publication Critical patent/NL8105865A/nl
Publication of NL192057B publication Critical patent/NL192057B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192057C publication Critical patent/NL192057C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02CSPECTACLES; SUNGLASSES OR GOGGLES INSOFAR AS THEY HAVE THE SAME FEATURES AS SPECTACLES; CONTACT LENSES
    • G02C7/00Optical parts
    • G02C7/02Lenses; Lens systems ; Methods of designing lenses
    • G02C7/06Lenses; Lens systems ; Methods of designing lenses bifocal; multifocal ; progressive
    • G02C7/061Spectacle lenses with progressively varying focal power
    • G02C7/063Shape of the progressive surface
    • G02C7/065Properties on the principal line
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02CSPECTACLES; SUNGLASSES OR GOGGLES INSOFAR AS THEY HAVE THE SAME FEATURES AS SPECTACLES; CONTACT LENSES
    • G02C7/00Optical parts
    • G02C7/02Lenses; Lens systems ; Methods of designing lenses
    • G02C7/024Methods of designing ophthalmic lenses
    • G02C7/027Methods of designing ophthalmic lenses considering wearer's parameters
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02CSPECTACLES; SUNGLASSES OR GOGGLES INSOFAR AS THEY HAVE THE SAME FEATURES AS SPECTACLES; CONTACT LENSES
    • G02C7/00Optical parts
    • G02C7/02Lenses; Lens systems ; Methods of designing lenses
    • G02C7/06Lenses; Lens systems ; Methods of designing lenses bifocal; multifocal ; progressive
    • G02C7/061Spectacle lenses with progressively varying focal power

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Ophthalmology & Optometry (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Eyeglasses (AREA)
  • Rehabilitation Tools (AREA)

Description

N.0. 30.684 - 1 - /
Oftalmische lens met toenemende sterkte.
De uitvinding heeft betrekking op oftalmische lenzen en meer in het bijzonder op verbeteringen van een oftalmische lens voor presbyopie met een toenemende verandering van het brekingsvermogen.
5 Presbyopie is een toestand van het menselijke oog, waarbij de ooglens in de oogbal tengevolge van het verlies van zijn oorspronkelijke elasticiteit niet meer in staat is zich aan te passen aan de voor dichtbijzien noodzakelijke focusBering. De patient zal derhalve weer in staat zijn een 10 zich op korte afstand bevindend voorwerp duidelijk te zien als hij een convexe lens draagt die het gebrek aan accomoda-tie compenseert.
Het is gebruikelijk dat dichtbijzien gewoonlijk plaatsvindt door de benedenste gebieden van in een brilmontuur 15 aangebrachte lens. Een enkele bril kan derhalve zowel voor dichtbijzien als op afstand zien de nodige visuele compensa-tie verschaffen als de benedenste delen van de conventionele lenzen voor op afstand zien in het brilmontuur worden vervan-gen door de hierbwen beschreven convexe lenzen.
20 Een bifocale lens is de eenvoudigste vorm van zulk een multifocale oftalmische lens. Het convexe lensdeel voor dichtbij zien in de multifocale oftalmische lens wordt het segment genoemd en er zijn vele soorten segmenten die ver-schillen wat betreft de vorm, de plaats, het materiaal, etc.
25 De lenzen van deze soort hebben·echter een gemeen- schappelijk gebrek, namelijk dat tijdens de overgang van op afstand zien naar dichtbij zien er een abrupte verandering van de vergroting optreedt die een gevoel geeft van fysieke verwarring. Teneinde te trachten de abrupte verandering van 30 de vergroting van het beeld te vermijden heeft men de zoge-naamde oftalmische lens met toenemende sterkte voorgesteld.
Bij de oftalmische lens met toenemende sterkte is het opper-vlak zodanig ontworpen, dat de brekingssterkte geleidelijk verandert teneinde het gevoel van fysieke verwarring te ver-35 mijden en er kan ook een veld voor zien op een tussenafstand worden verschaft in het grensgebied tussen op afstand zien en dichtbij zien.
Deze oftalmische lens met toenemende sterkte heeft 8105865 . * * - 2 - .
ook esthetische voordelen vergeleken met de bifocale lens, doordat de begrenzingslijn van het lensdeel voor dichtbij zien vergeleken met de bifocale lens,voor derden niet sterk opvalt en men derhalve niet bemerkt dat deze lens speciaal 5 voor presbyopie is vervaardigd.
De oftalmische lens met toenemende sterkte is geken-merkt door de aanwezigheid van een opeenvolging van umbilische punten die een zogenaamde umbilische meradiaankromme vormen, die hoofdzakelijk loopt van een bovenste centraal deel naar 10 een onderste centraal deel van het lensoppervlak. Deze umbilische meridiaankromme is zodanig, dat het astigmatismeAangs deze krorame bijna nul is en dat de brekingssterkte geleide-lijk verandert volgens een van tevoren bepaalde regel. De term umbilisch punt wordt hier gebruikt om een punt aan te 15 duiden waar de hoofdkromtestralen aan elkaar gelijk zijn.
Een lensoppervlak met zulk een umbilische meridiaankromme kan theoretisch betrekkelijk gemakkelijk worden ont-worpen zoals hieronder zal worden aangegeven.
Bij oftalmische/Lenzen met toenemende sterkte vol-20 gens de bekende stand van de techniek wordt echter niet sterk rekening gehouden met de draaiing van het hoofd van de drager voor het hieronder te beschrijven zien in zijdelingse rich-ting. Het is in het algemeen gebruikelijk dat niet alleen de oogbal maar ook het hoofd van de drager wordt gekeerd naar 25 een visueel doel dat zich aan een zijkant bevindt, als de drager zulk een visueel doel bekijkt. M.a.w. de rotatie van het hoofd compenseert de rotatie van de oogbal. Bij de oftalmische lenzen met toenemende sterkte volgens de bekende stand van de techniek is de opstelling van het visuele doel die 30 een ontwerper bij het ontwerpen van een lens heeft aangenomen, niet natuurlijk omdat niet in sterke mate rekening is gehouden met de draaiing van het hoofd.
Het hoofddoel van de uitvinding is derhalve het verschaffen van een oftalmische lens waarbij de niet natuur-35 lijke opstelling van het visuele doel bij bekende lenzen wordt vervangen door een meer natuurlijke opstelling van een visueel doeDWaarbij rekening wordt gehouden met de draaiing van het hoofd van de drager voor binoculair zien in zijdelingse rich-ting, waardoor het mogelijk wordt op comfortabele wijze 40 binoculair in zijdelingse richting te kijken op een wijze die 8105865 4- * * - 3 - het kijken met het blote oog dicht benadert.
Volgens de uit*-vinding wordt een oftalmische lens verschaft met twee brekingsoppervlakken, waarvan een een imaginaire eerste meridiaankromme bevat die voor verklarings-5 doeleinden een umbilische meridiaankromme wordt genoemd die hoofdzakelijk in verticale richting langs het brekingsopper-vlak loopt als het brekingsoppervlak wordt gezien vanuit een hoofdzakelijk loodrecht daarop staande richting, mits de lens zich in dezelfde verticale richting bevindt als wanneer 10 hij wordt gedragen, waarbij de verdeling van de kromtestraal van de umbilische meridiaankromme een zone omvat,waarin de kromtestraal geleidelijk afneemt vanaf een bovenste deel naar een onderste deel van de kromme volgens een van te voren bepaalde regel, de kromtestralen bij de snijpunten van ortho-15 gonale krommen die de umbilische meridiaankromme in het bre-kende oppervlak onder een rechte hoek snijden hoofdzakelijk gelijk zijn aan de kromtestralen van de umbilische meridiaankromme in de desbetreffende snijpunten, zodat het astigmatisme langs de umbilische meridiaankromme in het brekingsvlak 20 bijna nul is, de umbilische meridiaankromme het brekingsoppervlak in twee laterale gebieden verdeelt, die respectie-velijk aan de kant van neus en aan de kant van de slaap lig-gen als de lens wordt gedragen, de twee laterale gebieden van het brekingsoppervlak asymmetrisch ten opzichte van el-25 kaar zijn, het brekingsoppervlak zodanig is dat als een twee-de meridiaankromme wordt aangenomen die in verticale richting langs het brekingsoppervlak loopt voor het overlappen, snijden of in aanraking komen met de umbilische meridiaankromme in een bovendeel van het brekingsoppervlak, de umbilische 30 meridiaankromme · is verplaatst naar de neuszijde ten opzichte van de tweede meridiaankromme in een onderste gebied van het brekingsoppervlak, terwijl deze umbilische meridiaankromme ten opzichte van de tweede meridiaankromme relatief minder naar de neuszijde is verplaatst in een tussengelegen 35 gebied van het brekingsoppervlak, waarbij het tussengelegen en onderste gebied waarin de umbilische meridiaankromme ten opzichte van de tweede meridiaankromme meer of minder naar de neuszijde is verplaatst, ten minste een snijdingskromme bevat die in horizontale richting loopt in een gebied van 40 niet meer dan 15 mm aan beide kanten van de umbilische meri- 8105865 ** - 4 - Λ * diaankromme en waarlangs de verdeling van het astigmatisme aan de neuszijde ten opzichte van de umbilische meridiaan-kromme asymmetrisch is ten opzichte van die aan de slaap-zijde.
5 Andere doeleinden, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden uit de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van voorkeursuitvoe-ringen, aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin:
Fig. 1 een schematisch aanzicht is ter illustratie *10 van een algemene methode voor het ontwerpen van een lens-oppervlak met een geleidelijk veranderende brekingssterkte;
Fig. 2 een schematisch aanzicht is dat de positie aangeeft van een visueel doel bij de bekende stand van de techniek; 15 Fig. 3 een schematisch aanzicht is dat de verhouding illustreert tussen ' de richting van een visueel doel en de rotatie van het hoofd en van de oogbal van de drager van een bril, ter verklaring van het principe van de onderhavige uitvinding; 20 Fig. 4 een schematisch aanzicht is dat bij wijze van voorbeeld de positie aangeeft van een visueel doel voor een drager van een oftalmische lens volgens de uitvinding;
Fig. 5 een schematisch aanzicht is dat ook bij wijze van voorbeeld de positie verduidelijkt van een visueel doel 25 voor een drager van een oftalmische lens volgens de uitvinding;
Fig. 6 een schematisch aanzicht is dat bij wijze van voorbeeld het geval illustreert van binoculair zien van het visuele doel aangegeven in fig. 5; 30 en Fig. 7 een schematisch zijaanzicht is van een uitvoeringsvorm van de oftalmische lens met geleidelijk veranderende sterkte volgens de uitvinding.
Voor een beter begrip van de onderhavige uitvinding zal, voordat wordt overgegaan tot een gedetailleerde beschrij-35 ving ervan, eerst aan de hand van fig. 1 een algemene methode worden beschreven voor het ontwerpen van een lensoppervlak met een geleidelijk veranderende brekingssterkte.
Een plat vlak Q,hieronder een verticaal meridionaal hoofdvlak genoemd, wordt eerst in de ruimte vastgesteld, 40 zoals aangegeven in fig. 1.
8105865 t «· - 5 -
Dan wordt op dit verticale meridionale hoofdvlak Q een spiraal M-M' getekend die hieronder een meridiaan-kromme wordt genoemd en die loopt van een bovenste deel naar een onderate deel van het vlak Q en een kromteatraal bezit 5 die continu afneemt van het bovenste deelnaarhet onderste
A
deel volgens een van tevoren bepaalde regel. Daarna wordt een vlak Vi aangebracht dat punten Gi en Oi bevat en het verticale meridionale hoofdvlak Q loodrecht snijdt, zoals is aan-gegeven in fig. 1, waarbij Ri de kromteatraal van de meridiaan-10 kromme M-M’ is in een uitgekozen punt Gi, en Oi het krommings-middelpunt is. Dit vlak Vi wordt hieronder een orthogonaal vlak genoemd.
Vervolgens wordt in dit orthogonale vlak Vi een kromme Hi-Hii getekend die gaat door het punt Gi en die in 15 het punt Gi een kromtestraal bezit die gelijk is aan de hier-boven genoemde kromtestraal Ri, en waarvan het krommingsmid-delpunt samenvalt met het hierboven genoemde punt Oi. Deze kromme Hi-Hi' wordt hieronder een orthogonale kromme genoemd. Zulk een orthogonale kromme Hi-Hi’ kan worden getekend voor 20 alle punten van de meridiaankromme M-M1 en de groep van zulke orthogonale krommen Hi-Hi* vormt derhalve een gebogen oppervlak. Als nu zulk een gebogen vlak wordt gebruikt voor het verschaffen van een lensoppervlak, is elk van de punten van de meridiaankromme M-M' een umbilisch punt waarin 25 de twee hoofdkromtestralen aan elkaar gelijk zijn. De meridiaankromme M-M’ is derhalve een umbilische meridiaankromme waarlangs het astigmatisme praktisch nul is.
In de hierboven gegeven beschrijving is slechts een orthogonale kromme Hi-Hi’ voor het punt Gi bepaald.
30 Het isfechter duidelijk dat elk van de krommen met dezelfde kromtestraal Ri in dit punt Gi als de orthogonale kromme Hi-Hi’ kan worden ge-bruikt.
Er zijn vele voorbeelden van pogingen tot verbetering van de oftalmische lens met toenemende sterkte, waarbij ge-35 bruik wordt gemaakt van de vrijheidsgraad van de orthogonale kromme Hi-Hi’ en de onderhavige uitvinding is dan ook geen uitzondering. De bekende voorbeelden zijn te vinden in de Japanse octrooipublikatie No. 3595/74, de ter inzage ge-legde Japanse octrooiaanvrage 46348/75 en de Japanse octrooi-40 publikatie 9626/72. Volgens de uitvinding beschreven in de 8105865 * * - 6 -
Japanse octrooipublikatie 3595/74 neemt de kromtestraal van de orthogonale kromme Hi-Hi’ van het midden naar de zijkant af in het bovenste deel van de lens en neemt van het midden naar de zijkanten toe in het onderste deel van de lens, zo-5 dat het totale astigmatisme van de lens derhalve is verdeeld of verdund over een groot gebied. Volgens de uitvinding be— schreven in de ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvrage 46348/75 lopen de hoofdrichtingen van het astigmatisme in de zijkant gelegen delen van de lens, d.w.z. de richtingen 10 van de beeldvertekening, in de verticale en horizontale richting van de aan de ajkant gelegen delen, waarmee wordt ge-tracht het effekt van het astigmatisme te verminderen of ge-heel op te heffen. Er zijn echter weinig voor-beelden van uitvindingen betrekking hebbende op binoculair zijdelings 15 zien waarbij een zeer groot deel van het zicht in het dage-lijkse leven wordt bestreken ., en bij de hierboven aangehaalde bekende voorbeelden^^andelt slecbfcs de Japanse octrooipublikatie 9626/72 op onvoldoende wijze het onderwerp van binoculair zijdelings zien. Het belangrijke kenmerk van 20 de laatstgenoemde octrooipublikatie is het feit dat astig-matische fouten op een lensoppervlak in horizontale richting syrametrisch zijn gemaaktaan beide kanten van een meridiaan-vlak met inbegrip van een hellende umbilische· meridiaankrom-me.
25 De lens voor het rechter oog en de lens voor het linkeroog zijn in het algemeen elkaars spiegelbeeld, d.w.z. dat zij samen symmetrisch zijn ten opzichte van de neus. In het bekende varbeeld geopenbaard in de laatstgenoemde octrooipublikatie wordt derhalve de draaiingshoek van de oogbal 30 van het rechteroog aangenomen bij benadering gelijk te zijn aan die van de oogbal van het linkeroog als de ogen van de drager vanuit de stand voor het naar voren kijken in zijde-lingse richting worden gedraaid. In dit geval wordt het snij-punt van de rechter- en linkerfixatielijnen, d.w.z. de 35 positie van het visuele doel, voorgesteld door een punt op een kromme C weergegeven in fig. 2. Deze kromme C is een deel van een boog waarvan de lijn die de rotatiecentra en van de oogballen van respectievelijk het linker- en het rechteroog de koorde vormt en de omtrekshoek van de 40 koorde is gelijk aan de gezichtshoek p£. Het spreekt echter 8105865 » « - 7 - vanzelf dat zulk een opstelling voor een visueel doel ge-heel onnatuurlijk is en in genen dele de gebruikelijke om-standigheden waaronder zien plaatsvindt weerspiegelt. Boven-dien is de weergegeven opstelling van het visuele doel niet 5 geheel voldoende of overtuigend, doordat de hieronder te be-schrijven draaiing van het hoofd van de drager voor zien in zijdelingse richting niet in sterke mate in aanmerking is genomen. In het algemeen is het gebruikelijk dat niet alleen de oogbal maar odk het hoofd naar een visueel doel wordt ge-10 draaid als men een zijdelings opgesteld visue&l doel wil zien.
Met andere woorden, het hoofd wordt gedraaid ten-einde de draaiing van de oogballen te compenseren.
Fig. 3 geeft aan dat de drager met zijn ogen vanuit de toestand waarin hij een recht voor hem opgesteld voor-15 werp ziet draait naar een visueel doel dat zijdelings is opgesteld onder een hoek /3 ten opzichte van de voorwaartse richting. Als de draaiingshoek van het hoofd wordt aangegeven door /3tt en de draaiingshoek van de oogballen ten opzichte van het hoofd wordt aangegeven door/3 , is de betrekking £< 20 β =+in het algemeen geldig. Als het in de richting van de hoek β opgestelde visuele doel van groot belang vocr de drager is^is de betrekkingβjuist , en in het tegen-gestelde geval is de betrekking /3jj</#e juis^· Het -*-s echter in het algemeen voldoende dat de betrekking in het algemeen 25 wordt aangeduid door= Als voorts de hoek β zeer groot is, bijvoorbeeld als het visuele doel achter de drager is opgesteld, zal de drager zijn lichaam draai^en of verdraai-en/of de drager zal de richting van zijn benen veranderen teneinde zijn lichaam naar achteren te draaien .In zulk een 30 geval werken het lichaam en de ledematen van de drager lijfe- « lijk samervbm de poging van de oogballen te ondersteunen het visuele doel te zien te krijgen. Hetzelfde geldt als het visuele doel niet alleen zijdelings maar ook hoog of laag is opgesteld. Door het bovenstaande bij het optisch ontwerpen 35 van oftalmische lenzen in aanmerking te nemen kan een geheel nieuwe functie, die volgens de bekende stand van de techniek nog niet is voorgesteld, worden ontwikkeld,waardoor comfor-tabele oftalmische lenzen kunnen worden verschaft die het mogelijk maken een voorwerp te zien onder omstandigheden die 40 analoog zijn aan die bij het zien met het blote oog. Het is 8105865
-» V
- 8 - derhalve het doel van da uitvinding een oftalmische lens te verschaffen die is gebaseerd op een uitgangspunt dat geheel verschilt van dat van de bekende stand van de techniek en waardoor alle nadelen van de bekende stand van de techniek 5 worden vermeden.
Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het verschaffen van een oftalmische lens waarbij de onnatuurlijke opstelling van het visuele doel volgens de bekende stand van de techniek is vervangen 10 door een meer natuurlijke opstelling van het visuele doel en de draaiing van het hoofd van de drager voor binoculair zij-delings zien in aanmerking is genomen, waardoor het mogelijk wordt op comfortabele wijze binoculair in zijdelingse rich-ting te zien op een wijze die dichterbij het zien met het 15 blote oog komt.
Een praktisch aspect van de uitvinding zal nu in detail worden beschreven. Als een eerste voorbeeld wordt een rechte lijn D zoals aangegeven in fig. 4 gekozen voor het aangeven van een zo natuurlijk· mogelijke opstelling van 20 een visueel doel in de horizontale richting. In fig. 4' geeft Op het draaiingscentrum van de oogbal van het rechteroog aan en Po de positie van het visuele doel op de rechte lijn D> als de oogbal van het rechteroog naar voren is gericht. In fig. 4 snijdt dus de lijn 0RPo , die Op met Po verbindt, 25 de rech'te lijn D onder een rechte hoek. De lijn 0RPo heeft een lengte a en P^-P^g geven de opeenvolgende posities aan van het visuele doel op de rechte lijn D als de oogbal van het rechteroog vanuit de stand waarin recht naar voren wordt gekeken telkens over een hoek van 10° naar rechts wordt ge-30 draaid. Met het oog op de geringe plaats die voor de illu-straties beschikbaar is zijn de symbolen P^Q, PgQ en P^Q tussen haakjes gepla.atst en de richtingen van de posities * ΡγΟ» P80 en ^90 z;’-jn uitsluitend aangegeven door de pijlen.
Bovendien geeft de positie Pon een punt op oneindig aan in 35 de naar rechtsllopende richting.
Nu wordt een willekeurig punt Pi op de rechte lijn D gekozen dat een hoek ^ PoO^Pi bepaalt . De afstand ϋ^Ρί tussen en Pi wordt dan gegeven door _ °Rpi ^ a
Zoals hierboven is uiteengezet bestaat er C0S
8105865 * * - 9 - de relatie β -β^ +β%’ waariny#^ de draaiingshoek van het hoofd voorstelt en^g de draaiingshoek van de oogbal voor het rechteroog ten opzichte van het hoofd, als de drager het · visuele doel ziet dat in de laterale positie Pi is opgesteld 5 op een hoekafstand β van de positie Po. Nu wordt de positie van de oftalmische lens beschouwd waar de fixatielijn van het rechteroog doorheengaat. De richting van de fixatielijn, dat is de richting van het visuele doel, wordt aangegeven door de hoek^ en wordt niet aangegeven door de hoek β voor 10 de oftalmische lens zelf.Dit is het geval omdat de oftalmische lens en het hoofd van de drager theoretisch gesproken een geheel met elkaar vormen en de hoek β ^ voor de draaiing van het geheel gevormd door de oftalmische lens en het hoofd van de drager^is geheel on-afhankelijk van de fixatielijn van de 15 oogbal van het rechteroog ten opzichte van de oftalmische lens.
Met andere woorden, de richting van het visuele doel (aangegeven door de hoek β) voor de drager van de lens zelf ver-schilt van de richting van het visuele doel (aangegeven door de hoek β£) voor de oftalmische lens zelf, en het verschil 20 hiertussen is gelijk aan de draaiingshoek β^ van het hoofd van de drager. Dit is het belangrijkste principe van de oftalmische lens volgens de uitvinding, dat principieel verschilt van de principes volgens de bekende stand van de techniek. Uitgaande van het hierboven aangegeven standpunt 25 wordt nu de relatieve verandering beschouwd tussen de positie van het visuele doel voor de brildrager zelf, welke positie is aangegeven op de rechte lijn D in fig. 4, en de positie van het visuele doel voor de oftalmische lens zelf.
Draaiing van het hoofd van de drager over de hoekten 30 opzichte van het visuele doel betekent dat het visuele doel over een hoek draait ten opzichte van het hoofd van de drager, volgens de relatieve denkwijze. Nu wordt aangenomen dat alle rotatiecentra zich bevinden in het rotatiecentrum van de oogbal van het rechteroog in fig. 5 aangegeven 35 en dat de betrekkings β ^ geldt tussen de hoeken β^ en βg. Dan verschuift de positie Pi van het visuele doel voor de lensdrager zelf, welke positie willekeurig is gekozen op de rechte lijn D, naar een positie Pi’ voor de oftalmische lens zelf. De laatstgenoemde positie Pi’ wordt bepaald door 40 de linksdraaiing van de positie Pi om het rotatiecentrum 8105865 » % - 10 - van de oogbal over een hoek^/2 zoals aangegeven in fig. 5.
Het blijkt uit fig. 5 dat de betrekking bRPi = 0RPi' juist is en dat de afstand tussen de oogbal van het rechter-oog en het visuele doel onveranderd is. Als derhalve een 5 groot aantal punten - P^q' > overeenkomende met de res pectieveli jke punten .P^q-P^q , op dezelfde wijze worden uit-gezet, vormen deze punten P^gf - pgg’ een kromme D’, zoals is aangegeven in fig. 5. Als het middelpunt 0R van de rota .-tie van de oogbal in fig. 5 samenvalt met de oorsprong, 10 en de lijnen die in fig. 5 vanuit deze oorsprong 0R naar rechts en naar boven lopen worden genomen als respectievelijk de x-as en de y-as, zijn de x- en y-coordinaten van het punt Pi’ op de kromme D': a β x -- . sm -£— cos β 2 a β y = - . cos i— cosfi 2
De krommen D’ in fig. 5 vold-oet derhalve aan de formule: t- ·.· — y = V^x2 + a2 + a V 8x2 + a2 2
Alhoewel de hierboven gegeven beschrijving^®rvereenvoudiging 20van de verklaring slechts betrekking heeft op het geval dat met alleen het rechteroog naar rechts wordt gekeken, is het duidelijk dat hetzelfde van toepassing is op het naar links kijken alleen met het rechteroog en ook op het zijdelings zien met het linkeroog.
25 Alhoewel voorts in de hierboven gegeven beschrijving het rotatiecentrum van het hoofd geacht wordt samen te vallen met het rotatiecentrum van de oogbal, is het overbodig te vermelden dat de positie van hethoofd niet dezelfde is als die van de oogbal.
30 In het geval van het zien met twee ogen moet reke- ning worden gehouden met de afstand tussen de oogballen van respectievelijk het rechter en het linker oog, aangegeven in fig. 6. Men kan derhalve wel aannemen, dat het visuele doel voor het paar oftalmische lenzen zal bestaan uit een com- 35 binatie van de kromme DR' die het visuele doel voorstelt voor het rechteroog.en de kromme D ' die het visuele doel
L
8105865 r * - 11 - voorstelt voor het linkeroog, zoals aangegeven in fig. 6.
Bij het beschouwen van het zien met twee ogen is het mogelijk dat een van de ogen doraineert over de ander, : d.w.z. dat er een "dominerend oog" is. In dat geval kan men 5 aannemen dat het effect van de positie van het visuele doel overeenkomende met de oogbal van het "dominerende oog” gro- ter is dan dat van de positie van het visuele doel dat met twee ogen wordt gezien. In het algemeen zal het echter vol- doende zijn er rekening mee te houden dat een kromme D" 10 die ligt tussen de visuele doelrommen DT' en D„’ voor res- L ft pectievelijk het linker- en het rechteroog, zoals aangegeven in fig. 6, de positie aangeeft van het visuele doel in het geval van zien met twee ogen.
Men merke op, dat deze kromme D” sterk verschilt 15 van de kromme £ in fig. 2 die de positie van het visuele doel aangeeft bij oftalmische lenzen volgens de bekende techniek.
In fig. 6 is een visueel doel Pi" aangegeven dat naar rechts is verschoven vanuit de positie Po overeenkomende met recht naar voren kijken op de kromme D”. Als dit visuele 20 doel Pi" uit de positie Po oneindig ver naar rechts beweegt, nadert de hoek £ " voor het met twee ogen zien van het visuele doel dat zich bevindt op de plaats Pi", d.w.z. de hoek 0TPi"0_., steeds meer tot nul.Dit steeds meer naderen tot nul van de hoek voor zien met twee ogen, betekent dat de 25 relatieve convergentie van de twee ogen steeds meer tot nul nadert. De hoek voor zien met twee ogen bereikt tenslotte de waarde nul als β= 90° of = 45° in het weergegeven voorbeeld. Samenvattend kan worden gezegd dat de relatieve convergentie van de twee ogen steeds meer afneemt als de 30 drager van de lenzen zijn ogen vanuit de toestand waarin hij kijkt naar een visueel doel dat zich op eerjfcindige afstand voor hem bevindt, steeds meer draait in zijdelingse richting, en dat de relatieve convergentie tenslotte afneemt tot nul als de oogballen van de ogen van de drager van de lenzen 35 zijn gericht op een visueel doel dat zich in de uiterste zijdelingse richting bevindt waarbij β * 90°, d.w.z. als de oftalmische lenzen zijn gericht voor het zien van een visueel doel dat zich in de laterale richting bevindt waarbij β^ ongeveer 45 is.
40 Nu zullen worden besproken de doorgangsposities 8105865 • * - 12 - van de fixatielijnen op de oftalmische lenzen, d.w.z. de posities op de oftalmische lenzen waardoor d'e lensdrager een vlsueel doel ziet dat zich in zijdelingse richting be-vindt.
5 In fig. 7 geven de referentiegetallen 71 en 72 respectievelijk de linker en de rechter oftalmische lens aan gezien van de kant van een eerste oppervlak tegenover een visueel doel.
Een dikke getrokken lijn M-M’ is aangebracht op 10 elk van de lenzen 71 en 72. D.eze kromme M-M’ is verkregen door het met elkaar verbinden van de doorgangsposities van de fixatielijn van het corresponderende oog van de lensdrager voor zowel^%fstandzien als dichtbi j|zien als hij kijkt naar een visueel doel dat zich recht voor hem bevindt. Deze 15 kromme M-M' valt derhalve normaliter samen met de hierboven genoemde umbilische meridiaankromme.
Een rechte lijn L-L' is ook op elk. van de lenzen 71 en 72 aangebracht. Deze lijn L-L’ loopt verticaal door de doorgangsposities van de fixatielijn van het desbetreffende 20 oog van de lensdrager voor opafstandzien en wordt de meri-’ diaankromme genoemd.
Een lijn S-S’ is ook op elk van de lenzen '71 en 72 aangebracht. Deze lijn S-S’ is verkregen door het op verti-cale wijze met elkaar verbinden van de doorgangsposities van 25 de fixatielijn van het desbetreffende oog van de lensdrager als de fixatielijn zich naar rechts verplaatst over een hoek van 45°C.
Als de lensdrager kijkt door de oftalmische lenzen weergegeven in fig. 7 naar een visueel doel dat zich op een 30 eindi® afstand voor hem bevindt, convergeren de beide ogen min of meer en de fixatielijnen gaan door de umbilische meridiaankromme M-M’ inplaats van door de meridiaankromme L-L’.
Nu wordt aangenomen dat dit visuele doel in horizontale rich-ting steeds meer naar rechts beweegt. De fixatielijnen be-35 wegen dan ook steeds meer naar rechts over een hoek van 45°» totdat zij tenslotte gaan door de hierboven beschreven lij-nen S-S’. In de loop van de hierboven aangegeven wijze van bewegen van de fixatielijn is de afstand waarover de fixatielijn van het rechteroog op de bijbehorende oftalmische lens 40 beweegt langer dan de overeenkorastige afstand van het linker- 8105865 - 13 - oog. Omgekeerd is de afstand waarover de fixatielijn op het linkeroog beweegt langer dan de afstand waarover het rechteroog beweegt als het visuele doel in horizontale rich-ting steeds meer naar links beweegt. Als deze beide gevallen 5 in beschouwing worden genomen komt men tot de conclusie dat de afstand waarover de fixatielijn van elk oog beweegt op de bijbehorende oftalmische lens langer is aan de slaap-zijde dan aan de neuszijde als de lensdrager met twee ogen kijkt naar een visueel doel dat zich op een eindige afstand 10 voor hem bevindt en vervolgens zijn ogen in horizontale rich-ting zijdelings wegdraait voor het met twee ogen zien in zijdelingse richting. Het verdient de voorkeurdacfe lens 71 voor het linkeroog en de lens 72 voor het rechteroog elkaars spiegelbeeld zijn, d.w.z. dat zij symmetrisch zijn ten op-15 zichte van de neus.
Het verdient ook de voorkeur dat de fixatielijnen van de twee ogen voor/fcien met twee ogen op zodanige plaatsen door de oftalmische lenzen gaan waar de brekingsfactoren (be-doeld wordt de brekingssterkte, de hoeveelheid astigma -20 tisme, de richtingen van de hoofdassen van het astigmatisme, enz.) met betrekking tot een van de ogen ongeveer gelijk zijn aan die met betrekking tot het andere oog.
Het verdient daarom de voorkeur dat de verdelingen van de brekingsfactoren in de oftalmische lenzen 71 en 72 25 weergegeven in fig. 7 elkaars spiegelbeeld zijn; dat de brekingsfactoren in elk van de lenzen 71 en 72 zodanig zijn verdeeld dat zij symmetrisch zijn ten opzichte van de meridiaankromme L-L' in de horizontale richting in het ge-bied waar de umbilische meridiaankromme M-Mr de meridiaan-30 kromme L-L’ overlapt, en dat de brekingsfactoren in elk van de lenzen 71 en 72 meer geleidelijk in de horizontale richting aan de slaapzijde veranderen dan aan de neuszijde in het gebied waar de umbilische meridiaankromme M-M' meer of minder is verplaatst naar de neuszijde ten opzichte van de meri-35 diaankromme L-L’. Het verdient ook de voorkeur dat de brekingsfactoren in elk van de lenzen 71 en 72 symmetrisch zijn ten opzichte van de kromme L-L1 in de zones die van elkaar gescheiden zijn door een "van te voren bepaalde afstand” van bijvoorbeeld 15 mm van de meridiaankromme L-L' in de 40 horizontale richting. Deze "van te voren bepaalde afstand" 8105865 f » - 14 - kan worden bepaald voor elk van de afzonderlijke punten op de krorame L-L*.
Nu zal een voorkeursuitvoering van de uitvinding worden beschreven. In fig. 7 is de oftalmische lens die 5 volgens de uitvinding is geconstrueerd en voor het linkeroog is bedoeld,in het algemeen aangegeven met het referentiegetal 71 en hij is weergegeven als gezien vanuit de kant van een visueel doel.
Een punt 0 is het geometrische middelpunt van de 10 lens 71 en een ander punt N aangebracht op het lensopper-vlak bevindt zich onder het middelpunt 0 op een plaats die in verticale richting zich 14 mm bevindt van de horizontale lijn die gaat door het middelpunt 0 en op een horizontale afstand van 2,5 mm naar de neuszijde vanaf de meridiaankromme 15 L-L'.
In de weergegeven lens 71 doet het ge-bied boven de horizontale lijn die gaat door het punt 0 dienst als het ge-bied voor het op afstand zien , en het gebied beneden de horizontale lijn die gaat door het punt N doet dienst als 20 het gebied voor dichtbijzien. Het overblijvende gebied, d.w.z. het gebied onder de horizontale lijn door het punt 0 en boven de horizontale lijn gaande door het punt N, verschaft het gebied voor tussenliggendzien. De lijn L-L* stelt de hierboven genoemde meridiaankromme voor die gaat door punt 25 0 en de kromme M-M' geeft de hierboven genoemde umbilische meridiaankromme weer die gaat zowel door het punt 0 als het punt N. De verdeling van de brekingssterkte op deze umbilische meridiaankromme M-M' is zodanig, dat de brekingssterkte op het gedeelte M-0 een constante waarde Dp bezit, de bre-30 kingssterkte op het deel N-M' een constante waarde DN bezit, en de brekingssterkte op het deel 0-N geleidelijk toeneemt van Dp tot DN> De rechte lijnen S-S' en T-Τ' lopen evenwijdig en symmetrisch ten opzichte van de meridiaankromme L-L' en de horizontale afstanden vanaf de meridiaankromme L-L' zijn 35 aan elkaar gelijk en 23 mm bij de voorkeursuitvoering van de uitvinding. Gebieden die buiten de rechte lijnen S-S' en T-Τ' liggen vormen vlakken die ten opzichte van de meridiaankromme L-L' in horizontale richting symmetrisch zijn.
De vorm van het oppervlak van de lens 71 volgens 40 he uitvinding wordt bepaald door een omhullende van een 8105865 ί * - 15 - groep snijkrommen als de lens in horizontale richting wordt doorsneden door vlakken die gaan door een groot aan-tal arbitrair gekozen punten Gi op de umbilische meridiaan-kromme M-M'.
5 Zoals hierboven is aangegeven is de kromtestraal van elke individuele kromme^et punt Gi zodanig bepaald dat het punt Gi de umbilische kromme geeft. Een boog is de eenvoudigste vorm van de snijkromme. In feite was de oor-spronkelijk gebruikte vorm voor de snijkromme een boog 10 bij de uitvoering van de onderhavige uitvinding, en de vorm van de snijkromme werd gewijzigd door rekening te houden met de verdeling van de. brekingsfactoren (brekingssterkte, hoeveelheid astigmatisme, richtingen van de hoofdassen van het astigmatisme, etc.), zoals hierna wordt beschreven.
15 In dit verband blijft de kromtestraal in het punt Gi bij voorkeur buiten de wijziging,ter handhaving van de functie van het punt Gi als het umbilische. Het vinden van de twee hoofdkrom te~ stralen en hun axiale richtingen in een wille-keurig gekozen punt op een omhullende van voorlopig bepaalde 20 snijkrommen op een hierboven beschreven wijze staat bekend als de differentiaaltheorie van oppervlakken van Gauss.
De twee hoofdkromtestralen kunnen worden omgezet in de brekingssterkte , waarvan de eenheid de dioptrie is, door de volgende, in dit technische gebied welbekende ver-25 gelijking:
D N-1 R
waarin D de brekingssterkte is in dioptrie, R de kromtestraal is uitgedrukt in meters, en N de brekingsindex van de lens is, niet uitgedrukt in een 30 bepaalde eenheid. Het rekenkundig gemiddelde van de op deze wijze berekende twee waarden van de brekingssterkte geeft de gemiddelde brekingssterkte en het verschil geeft de hoeveelheid astigmatisme aan. De axiale richtingen van het astigmatisme vallen samen met de axiale richtingen van de hier-35 boven beschreven hoofdkromtestralen. Na de berekening van de verdeling van de brekingsfactoren op de bovenbeschreven wijze, wordt de vorm van het oppervlak van de lens 71 bepaald door de brekingsfactoren zodanig te veranderen dat de factoren minder geleidelijk van de umbilische meridiaan - 8105865 - 16 - * ψ krorame M-M' in horizontale richting naar de slaapzijde ver-anderen dan van de umbilische meridiaankromme M-M' in horizontale richting naar de neuszijde in het gebied waar de umbilische raeridiaankromme M-Mf meer of minder naar de neus-5 zijde is verplaat'st ten opzichte van de meridiaankromme L-L^ zoals reeds is beschreven. Alhoewel de lens 71 alleen in detail is beschreven voor het linkeroog, is het duidelijk dat hetzelfde ook van toepassing is op de lens 72 voor het rechteroog.
10 De beide kanten van de tril 71 en 72 kunnen dus zo worden gevormd dat er oppervlakken voor het waarnemen van visuele doelen zijn die elkaars spiegelbeeld zijn. Dat wil eggen dat de configuraties van het lensoppervlak het zelfde zijn in het gebied aangebracht voor opafstandzien en 15 symmstrisch zijn in de gebieden voor op tussenliggende af-standzien en dichtbija-ien. De verdeling van de brekingsfac-toren over het oppervlak van de lens 71 voor het linkeroog weergegeven in fig. 7 is zodanig, dat de waarden van de bre-kingssterkte langs de krommen Tg-Tg’, 20 T^-T^* aangegeven aan de slaapzijde in de horizontale rich ting bij benadering gelijk zijn aan die van de overeenkomende respectievelijke krommen S^-S^*, S^-S^’ en S^-S^' aangegeven aan de neuszijde. Hetzelfde is ook van toepassing op de lens 72’voor het rechteroog. Met een oogopslag ziet 25 men dat in fig. 7 in het gebied waarin de umbilische meridiaankromme M-M* min of meer naar de neuszijde is verplaatst ten opzichte van de meridiaankromme L-L’, in elk van de lenzen 71 en 72 de brekingsfactoren minder geleidelijk veranderen in het deel dat dichter aan de slaapzijde ligt ten opzichte 30 van de umbilische meridiaankromme M-M* dan in het deel dat dichterbij de neuszijde ligt ten opzichte van de umbilische meridiaankromme M-M’. Het lensoppervlak dat is ontworpen volgens de uitvinding kan worden gevormd op een stuk ge-schikt materiaal onder gebruikmaking van een van de geschikte 35 werkwijzen die tot nu toe op dit technische gebied werden toegepast.
Bijvoorbeeld kan het lensoppervlak volgens de uitvinding worden verdeeld in een matrix van vierkantjes van 0,5 mm x 0,5 mm en de gegevens betreffende de snijdiepten 40 op de afzonderlijke snijpunten kunnen worden opgeslagen in 8105865 ► * - 17 - een geheugen dat aanwezig is voor het numeriek besturen van een bewerkingsmachine, het lensmateriaal wordt dan bewerkt door de bewerkingsmachine ter verkrijging van een betrekke- lijk ruw lensoppervlak. Het betrekkelijk ruwe lensoppervlak 5 kan dap worden geslepen met een vel van zachte slijpstof, 'in daarna^opeenvolgende stappen met slijpmiddelen met geleide-lijk afnemende deeltjesgrootte, totdat tenslotte het gewenste en geheel gepolijste lensoppervlak is verkregen.
10 - conclusies - \ 8105865

Claims (3)

1. Oftalmische lens met twee brekingsoppervlakken, m e t het kenmerk, dat een van de brekingsoppervlakken een imagi-naire eerste meridiaankromme (M-M') bevat die ter verduidelijking um-bilische meridiaankromme .wordt genoemd en hoofdzakelijk in verticale 5 richting langs het brekingsoppervlak loopt als het brekingsoppervlak wordt gezien in de richting hoofdzakelijk loodrecht daarop en onder de omstandigheid dat deze lens in dezelfde verticale richting staat als wanneer hij door een persoon wordt gedragen, dat de verdeling van-'de kromtestraal van de umbilische meridiaankromme (M-M1) een zone omvat 10 waarin de kromtestraal geleidelijk afneemt van een bovendeel naar een benedendeel van de kromme volgens een van tevoren vastgestelde regel, dat de kromtestralen bij de snijpunten van de orthogonale kromme die de umbilische meridiaankromme (M-M*) -in het brekingsoppervlak loodrecht - snijden in hoofdzaak gelijk zijn aan de kromtestralen van de umbilische 15 meridiaankromme (M-M·) in de respectievelijke snijpunten zodat het astig-matisme langs de umbilische meridiaankromme (M-M1) op het brekingsoppervlak ongeveer gelijk aan nul is, dat de umbilische meridiaankromme (M-M*) het brekingsoppervlak verdeelt in twee laterale gebieden respec-tievelijk dichter aan de neuszijde en aan de slaapzijde, als de lens 20 door een persoon wordt gedragen, dat de twee laterale gebieden van het brekingsoppervlak asymmetrisch ten opzichte van elkaar zijn, dat het brekingsoppervlak zodanig is dat als een tweede meridiaankromme (L-L ’) in verticale richting langs het brekingsoppervlak loopt en in een bovenge- de bied van het brekingsoppervlak~umbilische meridiaankromme (M-M*) over-25 lapt, snijdt of raakt, deze umbilische meridiaankromme (M-M'j is verplaatst naar de neuszijde ten opzichte van de tweede meridiaankromme (L-L') in een lager gebied van het brekingsoppervlak, terwijl de urabi-lische meridiaankromme minder geleidelijk naar de neuszijde is verplaatst ten opzichte van de tweede meridiaankromme (L-LM in een midden-30 gebied van het brekingsoppervlak, en dat tussenliggende en lagere gebieden waarin de umbilische meridiaankromme (M-M1) min of meer naar de neuszijde is verplaatst ten opzichte van de tweede meridiaankromme (L-L1) ten minste een snijkromme die in horizontale richting loopt in een gebied van niet meer dan 15 mm aan beide kanten van de umbilische 35 meridiaankromme (M-Mf) en tezamen met de verdeling van astigmatisme aan de neuszijde ten opzichte van de umbilische meridiaankromme (M-M·) asymmetrisch is ten opzichte van die aan de slaapzijde. 8105865 > -‘2 -
2. Oftalmische lens met twee brekingsoppervlakken, met he t kenmerk, dat een van de brekingsoppervlakken een denk-beeldige eerste meridiaankromme (M-M1) bevat die duidelijkheidshalve een umbilische meridiaankromme wordt genoemd die hoofdzakelijk in verti-5 cale richting langs het brekingsoppervlak loopt als het brekingsop-pervlak wordt gezien in een richting die er hoofdzakelijk loodrecht op staat en in een omstandigheid waarin de lens in dezelfde verticale richting staat als wanneer deze door een persoon wordt gedragen, dat de ver-deling van de kromtestraal van de umbilische meridiaankromme (M-M1) een 10 zone omvat waarin de kromtestraal geleidelijk afneemt van een bovendeel naar een benedendeel van de kromme volgens een van tevoren bepaalde regel, dat de kromtestralen in de snijpunten met ortogonale krommen die de umbilische meridiaankromme (M-Mf) onder .. \ rechte hoeken snijden in het brekingsoppervlak hoofdzakelijk gelijk zijn aan de kromtestralen 15 van de umbilische meridiaankromme (M-M’) in de respectievelijke snijpunten zodat het astigmatisme langs de umbilische meridiaankromme (M-M*) in het brekingsoppervlak bijna gelijk aan nul is, dat de umbilische meridiaankromme (M-MM het brekingsoppervlak in twee laterale gebieden verdeelt waarvan het ene dichterbij de neuszijde en het andere dichterbij 20 de slaapzijde^fk als de lens door een persoon wordt gedragen, dat de twee laterale gebieden van het brekingsoppervlak asymmetrisch ten opzichte van elkaar zijn en dat het brekingsoppervlak zodanig is dat als een twee-de meridiaankromme (L-LT) in de verticale richting langs het brekingsoppervlak loopt en de umbilische meridiaankromme (M-M') overlapt, snijdt 25 of raakt in een bovendeel van het brekingsoppervlak, de umbilische meridiaankromme (M-M*) is verplaatst in de neusrichting ten opzichte van de tweede meridiaankromme (L—L') in een lager gebied van het brekingsoppervlak, terwijl de umbilische meridiaankromme minder geleidelijk naar de neuszijde is verplaatst ten opzichte van de tweede meridiaankromme 30 (L-L*) in een tussengebied van het brekingsoppervlak, welk tussengebied en benedenste gebied waarin de umbilische meridiaankromme (M-M1) min of meer naar de neuszijde is verplaatst ten opzichte van de tweede meridiaankromme (M-M*) delen van het brekingsoppervlak omvat die symmetrisch liggen ten opzichte van een vlak dat de tweede meridiaankromme (L-L') 35 bevat en worden omvat door twee laterale gebieden die niet minder dan 17»5 mm ruimtelijk gescheiden zijn van de tweede meridiaankromme (L-Lr) in horizontale richting.
3. Oftalmische lens volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het astigmatisme langs de umbilische meridiaankromme 40 (M-M') niet minder dan nul is maar niet meer dan 0,25 dioptrieen. 8105865
NL8105865A 1981-06-19 1981-12-28 Oftalmische lens met toenemende sterkte. NL192057C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP56095072A JPS57210320A (en) 1981-06-19 1981-06-19 Progressive focus lens
JP9507281 1981-06-19

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8105865A true NL8105865A (nl) 1983-01-17
NL192057B NL192057B (nl) 1996-09-02
NL192057C NL192057C (nl) 1997-01-07

Family

ID=14127778

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8105865A NL192057C (nl) 1981-06-19 1981-12-28 Oftalmische lens met toenemende sterkte.

Country Status (14)

Country Link
US (2) US4729651A (nl)
JP (1) JPS57210320A (nl)
AU (1) AU530106B2 (nl)
BR (1) BR8108418A (nl)
CA (1) CA1175266A (nl)
DE (1) DE3151766C2 (nl)
DK (1) DK154586C (nl)
ES (1) ES8306885A1 (nl)
FI (1) FI75061C (nl)
FR (1) FR2508186B1 (nl)
GB (1) GB2100877B (nl)
IT (1) IT1145634B (nl)
NL (1) NL192057C (nl)
SE (1) SE453869B (nl)

Families Citing this family (30)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5988718A (ja) * 1982-11-12 1984-05-22 Hoya Corp 眼の輻輳を考慮した累進焦点眼鏡レンズ
JPS6061719A (ja) * 1983-09-16 1985-04-09 Seiko Epson Corp 累進多焦点レンズ
DE3433916C2 (de) * 1984-09-15 1986-10-16 Optische Werke G. Rodenstock, 8000 München Brillenglas für eine Halbbrille
DE3635777A1 (de) * 1986-10-21 1988-05-05 Rodenstock Optik G Progressives brillenglas
US4838675A (en) * 1987-06-19 1989-06-13 Sola International Holdings, Ltd. Method for improving progressive lens designs and resulting article
JP2573956B2 (ja) * 1987-07-31 1997-01-22 ホ−ヤ株式会社 累進多焦点レンズ
JP2756670B2 (ja) * 1987-11-30 1998-05-25 旭光学工業株式会社 累進多焦点眼鏡レンズ
US5151723A (en) * 1989-04-11 1992-09-29 Akira Tajiri Multifocal contact lens
DE4012609A1 (de) * 1990-04-19 1991-10-24 Zeiss Carl Fa Gleitsichtflaeche fuer eine gleitsichtbrillenlinse
WO1992012452A1 (en) * 1990-12-27 1992-07-23 Seiko Epson Corporation Progressive lens
FR2683643B1 (fr) * 1991-11-12 1994-01-14 Essilor Internal Cie Gle Optique Lentille ophtalmique multifocale progressive.
FR2683642B1 (fr) * 1991-11-12 1994-01-14 Essilor Internal Cie Gle Optique Lentille ophtalmique multifocale progressive.
JP3381314B2 (ja) * 1993-06-29 2003-02-24 株式会社ニコン 累進焦点レンズ
JPH07294859A (ja) * 1994-04-25 1995-11-10 Tokai Kogaku Kk 累進多焦点レンズ
DE69535835D1 (de) * 1994-10-21 2008-10-23 Carl Zeiss Vision Au Holding Verbesserter augen-korrekturlinsen-rohling
US5812237A (en) * 1995-11-27 1998-09-22 Roddy; Kenneth C. Ophthalmic no-line progressive addition lenses
US5715032A (en) * 1996-03-19 1998-02-03 Optical Radiation Corporation Progressive addition power ophthalmic lens
DE69737931T2 (de) * 1996-04-04 2008-04-10 Carl Zeiss Vision Australia Holdings Ltd., Lonsdale Progressive Linsen und Verfahren zu deren Entwurf und Verwendung
JP3787227B2 (ja) * 1997-10-23 2006-06-21 東海光学株式会社 眼鏡用累進焦点レンズ及びそれを用いた眼鏡
US6366823B1 (en) 1998-07-30 2002-04-02 Asahi Kogaku Kogyo Kabushiki Kaisha Design method for optical curved surface
EP0994375B1 (en) * 1998-10-16 2006-12-27 Essilor International Method of making a pair of multifocal progressive spectacle lenses
AU2365300A (en) * 1998-12-16 2000-07-03 Wesley-Jessen Corporation Multifocal contact lens with aspheric surface
AUPQ065599A0 (en) 1999-05-31 1999-06-24 Sola International Holdings Ltd Progressive lens
US7044597B2 (en) 2003-12-16 2006-05-16 Bausch & Lomb Incorporated Multifocal contact lens and method of manufacture thereof
CN101952767B (zh) * 2008-02-20 2014-04-02 瑞士风尼克斯股份有限公司 对于宽范围的折射率、基曲线和附加值同一地最优化的渐进多焦点眼镜片
EP2239618B1 (en) 2008-09-30 2023-09-20 Hoya Corporation Method of designing a progressive power lens
JP5187227B2 (ja) * 2009-02-23 2013-04-24 セイコーエプソン株式会社 眼鏡レンズの設計方法
EP2648032A1 (fr) * 2012-04-02 2013-10-09 Essilor Canada Ltee Surface ophtalmique progressive
JP6368907B2 (ja) * 2013-10-07 2018-08-08 東海光学株式会社 レンズの光学性能評価方法、設計方法及びレンズの光学性能表示方法
FR3042399B1 (fr) * 2015-10-15 2017-12-08 Essilor Int Methode de determination d'un parametre de comportement visuel d'un individu et dispositif de test associe

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1509090A (fr) * 1966-11-29 1968-01-12 Lunetiers Cottet Poichet Soc D Perfectionnements aux lentilles ophtalmiques à puissance focale progressivement variable
BE755907A (fr) * 1969-09-11 1971-02-15 Lunetiers Lentilles a puissance focale progressive
FR2193989B2 (nl) * 1972-07-26 1975-03-07 Essilor Int
NL168626C (nl) * 1973-08-16 1982-04-16 American Optical Corp Lens voor een bril met over het oppervlak varierende sterkte.
DE2610203B2 (de) * 1976-03-11 1981-01-22 Optische Werke G. Rodenstock, 8000 Muenchen Progressives Brillenglas
DE2814916C3 (de) * 1978-04-06 1982-01-07 Optische Werke G. Rodenstock, 8000 München Brillenglas mit einem zwischen Fernteil und Nahteil liegenden Progressionsbereich
FR2425653A1 (fr) * 1978-05-12 1979-12-07 Essilor Int Procede pour elaborer une surface de refraction d'une lentille ophtalmique a puissance focale progressivement variable
EP0027339A3 (en) * 1979-10-11 1981-05-06 U.K. Wiseman Limited Progressive power ophthalmic lenses
US4307945A (en) * 1980-02-14 1981-12-29 Itek Corporation Progressively varying focal power opthalmic lens
DE3016935C2 (de) * 1980-05-02 1991-01-24 Fa. Carl Zeiss, 7920 Heidenheim Multifokale Brillenlinse mit gebietsweise gleitendem Brechwert

Also Published As

Publication number Publication date
FR2508186A1 (fr) 1982-12-24
JPS57210320A (en) 1982-12-23
NL192057B (nl) 1996-09-02
SE8107455L (sv) 1982-12-20
FI814167L (fi) 1982-12-20
FR2508186B1 (fr) 1985-08-02
BR8108418A (pt) 1983-04-12
DK546081A (da) 1982-12-20
GB2100877A (en) 1983-01-06
DE3151766A1 (de) 1983-01-05
CA1175266A (en) 1984-10-02
AU530106B2 (en) 1983-06-30
DE3151766C2 (de) 1984-12-13
FI75061B (fi) 1987-12-31
AU7876481A (en) 1982-12-23
GB2100877B (en) 1985-09-11
SE453869B (sv) 1988-03-07
IT1145634B (it) 1986-11-05
DK154586C (da) 1989-06-05
NL192057C (nl) 1997-01-07
DK154586B (da) 1988-11-28
USRE34132E (en) 1992-11-24
ES509283A0 (es) 1983-06-01
FI75061C (fi) 1988-04-11
JPS645682B2 (nl) 1989-01-31
IT8168700A0 (it) 1981-12-29
ES8306885A1 (es) 1983-06-01
US4729651A (en) 1988-03-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8105865A (nl) Oftalmische lens met toenemende sterkte.
JP4979774B2 (ja) 一対の累進屈折力レンズ及びその設計方法
JP4425350B2 (ja) プログレッシブレンズ要素及びその設計方法並びに使用方法
KR102353079B1 (ko) 주어진 안경 프레임에 따른 광학계를 계산하는 방법
EP2404212B1 (en) Spectacle eyeglass for myopic child
JPH0690368B2 (ja) 累進多焦点レンズ及び眼鏡
JP5535933B2 (ja) 中間視力のための付加的なゾーンを有する眼科用眼鏡のためのプログレッシブレンズ
JPH0618823A (ja) 眼鏡レンズ
AU2022259769B2 (en) Low-convergence spectacles
CN102741735A (zh) 连续镜度渐变的镜片
CN106537232A (zh) 包括一副渐变镜片的眼镜
JPS62500613A (ja) 半眼眼鏡用眼鏡レンズ
TW201617690A (zh) 用於智慧型眼用佩戴品之處方鏡片
JP2004502963A (ja) 揺動作用を低く抑えた累進眼鏡レンズ
CN111065960B (zh) 渐进式多焦点镜片及其制造方法
EP0627647B1 (en) Progressive multifocal lens
EP0994375A1 (en) Pair of multifocal progressive spectacle lenses
JP2004191757A (ja) 累進屈折力レンズ
JPH07294859A (ja) 累進多焦点レンズ
CA1244687A (en) Contact lens
JP2003532156A (ja) 目線の移動中に両眼特性を少し変えたプログレッシブ眼鏡レンズ
JP2001033738A (ja) 累進多焦点レンズおよびその製造方法
JP2010237402A (ja) 累進屈折力眼鏡レンズ及びその製造方法
JP2010513985A5 (nl)
JP2021071704A (ja) 隻眼者用眼鏡

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20011228