NL8105038A - Werkwijze en installatie voor het terugwinnen van oplosmiddelen. - Google Patents

Werkwijze en installatie voor het terugwinnen van oplosmiddelen. Download PDF

Info

Publication number
NL8105038A
NL8105038A NL8105038A NL8105038A NL8105038A NL 8105038 A NL8105038 A NL 8105038A NL 8105038 A NL8105038 A NL 8105038A NL 8105038 A NL8105038 A NL 8105038A NL 8105038 A NL8105038 A NL 8105038A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
inert gas
solvent
adsorbent
vapors
solvent vapors
Prior art date
Application number
NL8105038A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lohmann Gmbh & Co Kg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE19803042082 external-priority patent/DE3042082A1/de
Priority claimed from DE19803042081 external-priority patent/DE3042081A1/de
Application filed by Lohmann Gmbh & Co Kg filed Critical Lohmann Gmbh & Co Kg
Publication of NL8105038A publication Critical patent/NL8105038A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/02Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography
    • B01D53/04Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography with stationary adsorbents
    • B01D53/0454Controlling adsorption
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40001Methods relating to additional, e.g. intermediate, treatment of process gas
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40003Methods relating to valve switching
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40083Regeneration of adsorbents in processes other than pressure or temperature swing adsorption
    • B01D2259/40088Regeneration of adsorbents in processes other than pressure or temperature swing adsorption by heating
    • B01D2259/4009Regeneration of adsorbents in processes other than pressure or temperature swing adsorption by heating using hot gas
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/402Further details for adsorption processes and devices using two beds
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/02Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography
    • B01D53/04Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography with stationary adsorbents
    • B01D53/0407Constructional details of adsorbing systems
    • B01D53/0446Means for feeding or distributing gases

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Treating Waste Gases (AREA)
  • Separation Of Gases By Adsorption (AREA)
  • Manufacture Of Porous Articles, And Recovery And Treatment Of Waste Products (AREA)

Description

‘ "" ~ —- ··· -...... —.......... ^ Ji A9- . < é * i
VO 233T
* Titel t Werkwijze en installatie voor het terugwinnen van oplosmiddelen.
De uitvinding betreft een werkwijze en een installatie voor het terugwinnen van oplosmiddelen, die uit oplosmiddeldampen bevattende afvoerlucht zijn geadsorbeerd op een adsorptiemiddel, dat wordt behandeld met een heet desorptiemedium, waarbij de oplosmiddeldampen worden 5 gecondenseerd uit het desorptiemedium.
Dergelijke werkwijzen en inrichtingen zijn bekend (zie bijvoorbeeld "Ullmanns Énzyklopadie der Tecbnischen Chemie", vierde editie, 19T2, band 2, blz. 613').
De bekendste werkwijze voor het terugwinnen van oplosmidde-10. len. is werkzaam met korrelvormige adsorptiekool in een vast bed in ver-tikale of horizontale adsorptie-inrichtingen. Be kool wordt geregenereerd met stoom als desorptiemedium, dat tegen de beladingsrichting door de adsorptie-inrichting stroomt. Wa de behandeling met hete stoom wordt de adsorptie-inrichting met lucht gedroogd en gekoeld. Voor het 15"· koelen kan ook gebruik worden gemaakt van de oplosmi ddeldampen bevattende afvoerlucht, d.w.z. .dat het drogen en koelen kan worden gekoppeld met het beladen.
De desorptic van het adsorptiemiddel met stoom heeft echter •bepaalde nadelen.
20 Ten eerste kan de voor het ontwikkelen van stoom benodigde energie niet meer worden teruggewonnen. Verdere energie in de vorm- van warme lucht is nodig voor het drogen van het adsorptiemiddel, waarbij bepaalde adsorptiemiddelen, zoals kiezelgel of moleculaire zeven, toch al zeer moeilijk zijn te drogen. Bij toepassing van adsorptiekool als 25 adsorptiemiddel mag de drooglucht niet te heet zijn, opdat een zelfontbranding van de adsorptiekool of de daarop nog geadsorbeerde oplos-middelresten, wordt voorkomen. Aan de andere kant wordt bij toepassing van betrekkelijk koelere lucht, de vereiste droogtijd verlengd.
Den verder nadeel is, dat de teruggewonnen oplosmiddelen moe-30 ten worden gescheiden van de als desorptiemedium toegepaste stoom, hetgeen betrekkelijk moeilijk is, wanneer de oplosmiddelen oplosbaar zijn in water, en hun kookpunten nabij het kookpunt van het water liggen.
In dit geval is voor het scheiden een omslachtige rectificeerinstalla-tie nodig.
35 Verder kunnen bepaalde oplosmiddelen, eventueel op grond van 81 0 5 0 38 .................
' , - ' ·. ' - 2 - - > · . ' i 7 : : de katalytische werking van het adsórptiemiddel, .reageren met stoom of met de hete drooglucht, waarbij bij voorbeeld in het geval van de gechloreerde koolwaterstoffen, zoutzuur vrijkomt, dat aantasting van de · ' 'installatie veroorzaakt.
j .5 · Het Duitse oetrooischrift 600.086 betreft een werkwijze voor het terugwinnen van in adsórptiemiddelen opgenomen gassen of dampen, en ‘ het regenereren, van het adsórptiemiddel door middel van in kringloop ; . . geleide inert^ gassen onder, afscheiding'van' de vrijgemaakte stoffen en '/‘het weer.'verwarmen van/de règeneratiegassén, waarbij na het uitdrijven '· .‘10. .van de geadsorbeerde stoffen direkt een. koeling wordt aangesloten van de . adsórptiemiddelen door-middel van dezelfde, verder in kringloop geleide . ../gassen,. ; ' . j.
De terugwinning van'oplosmiddelen wordt niet· direkt besproken* • De· uit het adsórptiemiddel vrijgemaakte dampen wórden gecondenseerd in . :15·. een koeler,, en in vloeibare vorm. af gescheiden in een. daarop aansluitende . '. condensor»
Over de aard van de koeler is niets naders medegedeeld, zodat • ·'. eryaumoet worden'uitgegaan, dat het om een gebruikelijke vloeistófkoe- . . . : Ier gaat» Ih vele gevallen is echter een. dergelijke koeling niet voldoen-20:7 de, d.w.z. dat de inerte gasstroom naar- de koeler nog een betrekkelijk hoge restbelading heeft met oplosmi ddeldampen. Deze' restbelacLing kan zodanig groot zijn, dat het adsórptiemiddel niet in een zodanig voldoen-·· de mate kan worden gedesorbeerd, dat bij een opnieuw adsorberen een doeltreffend bedrijf van de installatie mogelijk wordt. Het adsorptievermo-25 gen van. het adsórptiemiddel is met andere woorden reeds gedeeltelijk ver- bruikt, wanneer de installatie weer wordt overgeschakeld op adsorptie.
In het Duitse oetrooischrift 600.086 is weliswaar aangegeven, • dat ook met een aantal adsorptie-inrichtingen kan worden gewerkt, doordat tijdens het uitdrijven -van de geadsorbeerde stoffen en het koelen - 30. van een adsorptie-inriehti'ng, in een andere adsorptie-inrichting of'in andere, adsorptie-inrichtingen tezelfdertijd de belading plaats vindt, waarbij echter geen aanwijzingen zijn te vinden over de wijze waarop de overschakeling wordt uitgevoerd.
Aan de· uitvinding ligt de opgave ten grondslag om een werkwijze· 35 en een installatie van de hiervoor omschreven soort'ter beschikking te stellen, met behulp waarvan de geadsorbeerde oplosmi ddeldampen met een be- trekkelijk klein energieverbruik op zo eenvoudig mogelijke wijze in hoofd- 8 1 0 5 0 3 8 _ · -- - _ _· _ .__;__ -' m ., __________; ____ % ______ ..4 . ' . : . . - 3 - zaak -worden gedesorheerd. en gescheiden van liet desorptiemédium, d.v.z. van een. inerte gas stroom, zonder dat een noemensvaardige resfbelading achterblijft.
... Onafhankeli jk -hiervan bestaat een verdere opgave van de uit-5 ‘ vinding uit het ter beschikking stellen van een inrichting en een werk-. . · wijze,· met behulp waarvan onder toepassing van twee adsorptiemiddella- . · dingen wordt verzekerd, dat in de beladingsfaze het vermogen van de .. · -betreffende adsorptiemiddellading niet wordt overschreden, en dat .in * · -de desorptiefaze is verzekerd, dat de met het adsorptiemiddel in aanra-10 - king' zijnde afroerlucht enerzijds niet in de kringloop van het inerte gas terecht komt,, en anderzijds wordt bevrijd van de- daarin vervatte . oplesmiddeldanpen. - : - -·- - - Onderwerp van uitvinding is zodoende ten eerste een werkwijze voor het terugwinnen van' oplosmiddelen, die uit oplosmiddeldampen bevat-15. tende afvoerlucht zijn geadsorbeerd op een adsorptiemiddel, het door het . adsorptiemiddel heen leiden van een hete inerte gasstroom als desorptie-·. medium., het door afkoeling van de inerte gasstroom condenseren van door deze stroom opgencmen oplosmiddeldampen, het afscheiden van het oplos-mi-ddelcondensaat en het. weèr gebruiken van de aan oplosmiddeldampen 20 arme,, weer verwarmde, inerte gasstroom als desorptiemedium, welke werkwijze ia gekenmerkt, doordat de met oplosmiddeldampen beladen inerte gasstroom voor het condenseren van de oplosmiddeldampen, eventueel na een yoorkoeling, wordt gecomprimeerd en in een uitzettingsturbine onder arbeidsleyering wordt afgekoeld.
25 De onderhavige installatie voor het uitroeren van deze werkwij ze bevat althans een adsorptiemiddelvat, dat is voorzien van toevoerlei-dingen en afroerieidingen voor het afwisselend doorleiden van een met oplosmiddeldampen beladen, koede, afvoerlucht stroom of een aan oplosmid-deldampen arme inerte gasstroom, althans een met de afroer leiding van 30' de in. het adsorptiemiddelvat met oplosmiddeldampen beladen inerte gasstroom verbonden koelinriehting, althans een op de koelinrichting volgende oplosmjddelafscheider en althans een daaropvolgende en met de toe-voerleidi'ng van het adsorptiemiddelvat verbonden inrichting voor het weer verwarmen van de af gekoelde, aan oplosmiddeldampen arme inerte gas-35 stroom,, welke installatie is gekenmerkt, dat de, door de met oplosmid-deldampen beladen inerte gasstroom doorstrocmde koelinrichting een uitzettingsturbine vormt, waarop althans een verdichter volgt.
ainin.Vfi ’ Μ ί , ' ' ' ' . ‘ '
'· · ~ ^ “ ' . ' ' I
/ , ·ί Yolgens een variant-, waarbij de toepassing van een- uitzettings^r':·:,:1.
turbine voor bet afkoelen Van de met' oplosmiddeldampen beladen inerte . gas stroom, niet dwingend, maar alleen'facultatief is, wordt een hete, " aan oplosmiddeldampen- drmetinertetgasstrdnmsafwisdelehdigeleid door twee * t ’ r -¾ • i. 5 met oplosmiddel beladen adsórptiemiddélladingen. Deze' werkwijzevariant !. is. gekenmerkt, .dat .bij'het begin van de desorptiefaze,de zuurstofcon-. . . a eentratie van. de met afyoerlucht vérontreinigde inerte gasstroom wordt ...j ·.·, gemengd,, deze Voor het zakken" tot onder de maximaal.. toelaatbare zuurstof- ' · .! 1.1 'concentratie in de andere, aan oplosmiddel verarmde absorptiemiddella- l·' ding.wordt· geleid, en de adsorptiemiddellading. pas na het zakken tot. on-decide maximaal' toelaatbare zuurstofconeentratie wéér in. dë kringloop * ! · 'i ..van-het inerte gas wordt geschakeld*. * ' - • · ;-·*·*·“ . · De voor het uitvoeren van. deze werkwi jjzevariant toegepaste in stallatie beyat twee adsorpt iemiddelvaten,, waarvan- afwisselend het ene, *T5’; · waarvan'het adsorptiemiddel is beladen met oplosmiddel, ih de kringloop -! · ; . van. het aan oplosmiddeldampen arme inerte-gas wordt geschakeld, én het • . andere, waarvan het adsorptiemiddel'aan oplosmiddel is verarmd, uit de - . - .. kringloop van. het inerte gas wordt geschakeld en in een met oplosmiddel- · dampen beladen koude afvoerluchtstroom, welke installatie is gekenmerkt, 20 . doordat het ene adsorptiemiddelvat is voorzien van' een afvoerleiding ;.. naar het' andere adsorptiemiddelvat j door welke leiding "bij -het begin van de desorptiefaze een deel van de met afvoerlucht verontreinigde, ' oplosmiddeldampen' bevattende kringloopstroom van het. inerte gas in het andere adsorptiemiddelvat wordt geleid.
25 Het: volgens de. uitvinding terugwinnen van oplosmiddelen kan in . verschillende industrietakken worden toegepast, bijvoorbeeld in de druk- kerij- ' en papierindustrie,. in de' lak- en verpakkingsindustrie, in de kunstvezelindustrie, de ontploffingsmiddelenindustrie, de foelie-indus-tri'e, de kunstlederindustrie, alsmede in de rubber- en asbest industrie.
30 Oplosmiddelen, die met behulp van de werkwijze kunnen worden teruggewonnen, zijn bijvoorbeeld oplosmiddelen met als hoofdbestanddeel ' vloeibare koolwaterstoffen,, halogeenkoolwaterstoffen, alcoholen, ethers, katonen, esters en dergelijke. Haast deze oplosmiddelen in eigenlijke zin kunnen met behulp van de. werkwijze uit de lucht of uit andere gassen 35 ook stoffen worden verwijderd, die op de eerste plaats zijn aan.-':-te merken als schadelijke stoffen of die stankoverlast veroorzaken. Vele van deze — stoffen, bijvoorbeeld, bepaalde zwavelverbindingen, zoals mercaptanen, 8TÓ1T3 8 ~ ? Ï : ! : : ~ " ' r. - ! * ' ' Π
- ·» ; r- · V · · : · · · ' · - .. ' I
'· : ’. · . . ' ' · ' -5- . . _ · ; e I -· . * * * : Tmnngn weliswaar niet worden tqegepast als oplosmiddel, maar kunnen wel op andere wijze, "bijvoorbeeld· als uitgangs- of tassenprodukten worden benut' voor chemische synthesen.
De werkwijze kan met zeer verschillende adsorptieoiddelen vor- ' 5 den uitgevoerd. Op de eerste plaats wordt adsorptiekool toegepast als adsorptiemiddel. Daarnaast kunnen echter ook andere adsorptiemiddelen . worden toegepast , zoals kiezelgel en moleculaire zeven, die volgens de .-.bekende stoom-desorptiewerkwijze helemaal, niet of alleen moeilijk kun-. -. ’ , ‘nen. worden.' geregenereerd. Omdat het inerte gas in kringloop wordt ge- . : lO-.voerd en bij de afkoeling niet alleen de qplosmiddeldampen worden ge- ; . ‘ condenseerd, maar ook; de met; de afvoerlucht meegesleurde stoom, staat : , voor·· het desorberen en-het'regenereren van het adsorptiemiddel altijd ... een droge,... inerte gasstroom ter beschikking, zodat het adsorptievermo- gen .van het adsorptiemiddel niet wordt beïnvloed door eén verrijking 15- fflet stoom. Ook stoffen,. die bij aanwezigheid van water aggressief werken, zoals chloorvaterstöf, zijn verder’minder werkzaam wanneer zij zijn. vervat in een droge inerte gasstroom en bij. elke doorloop van de inerte gasstroom. worden gecondenseerd» Als inert gas wordt bij voorkeur stik-stof of kooldiozyde toegepast. Ook” kan. echter het. zuurstofgehalte van .. 20 lucht door het bijmengen'van een inert' gas zover worden verlaagd, dat de ontbrandingsgrens van'de oplosmiddeldampen niet langer wordt bereikt..
' ‘ In bepaalde gevallen is het ook mogelijk om verbrandingsgassen met een laag zuurstofgehalte toe te passen als inert gas. Het toelaatbare zuurstofgehalte van het inerte gas is ondermeer afhankelijk· van de concen-25 tratie en de aard van de oplosmiddeldamp, Zo. is het ontbrandingsgevaar . bij laag-kokende koolwaterstoffen en ethers bijvoorbeeld groter dan bijJ . , - halogeehkoolwaterstoffen.' De ontbrandingseigenschappen van verschillende ... · oplosmiddeldampen. zijn echter bekend, en de toelaatbare oplosmiddeldamp- concentraties en. het toelaatbare zuurstofgehalte kunnen aan de literatuur ' · 30 . worden ontleend of door eenvoudig onderzoek worden vastgesteld.
De werkwijze kenmerkt zich door een betrekkelijk laag energieverbruik, hetgeen berust op het feit, doordat in tegenstelling tot het voorheen veelal als desorptiemedium toegepaste stoom, aan het inerte gas geen verdampingswarmte moet worden toegevoerd.
35 Bij de werkwijzevariant, waarbij geen uitzettingsturbine wordt toegepast, kan de inerte gaskringloop in beginsel worden bedreven bij ..... normale druk, d.W'.z.dat in de inerte gaskringloop slechts een ventilator ......8 1 0 5 0 38 ...............
: j: j"v·..'7. -6- \ ' ' · '. ; > · [ . I - moet zijn voorzien cm· de stromingsweèrstanden van. de afzonderlijke ini' . stallatiedelen te overwinnen. Een verdere verbetering van de energie- ' [ Γ *' * ' · ; ; ’.balans, kan echter worden bereikt'wanneer een uitzettingsturbine wordt . ; ; toegepast. Bij de condensatie van de 'oplosmiddeldampen. door nitzetting . . . . 5. · van een gecomprimeerde inerte gasstroem worden verder lagere tempera- · .· · turen bereikt, zodat- de restbelading van de inerte gasstroom met op- ; 1 ; ' . ' ' . ‘ * I losmiddeldampen zower wordt verlaagd, dat het adsèrptiemiddel zeer ver • r:; kauworden gedesorbeerd. Als gevolg .van. de hogere temperatuurval tussen ’ .·, > ‘j ·: ί ·. de .ingang. en de uitgang'van de uitzettingstiirMne. kunnen ook gedrongener · . : . y 10'!^^ warmtewisselaars: worden tqegepast. ' '' .. .. Λ· [ : -..1.
.. - ^ . Op 'de uitzettingsiurbine volgt· bij voorkeur althans een ver— . ·.>.·· dichter,, waarin de inerte· gasstroom. wordt voorverdicht. Opdat, de tempe—; •J-' ratuur van- de inerte gasstroom aan de ingang van de uitzettingsturbine ; ; , niet'te hoog wordt, zijn νβοτ deze’turbine bij· voorkeur koelinrichtingen ? 15I aangebracht. De door de uitzettingsturbine geleverde arbeid wordt bij ;'.‘' voorkeur direkt toegepast .van het comprimeren van de met oplosmiddel— dampen beladen inerte gasstroom,, waarbij de uitzettingsturbine mecha-'nisch is gekoppeld met een verdiehter. De mechanische koppeling vindt - jlibij'. voorkeur· direidb plaats,, dvw.z. zonder een bijzonder drijfwerk» . · ’ . ' ' V 20 . Bij. voorkeur wordt de met oplosmiddeldampen beladen inerte _ gasstroom in althans twee trappen,, d.w.z. onder toepassing van twee ver-dichters,. gecomprimeerd, en. tijdens' althans een tussentrap met behulp •van. een.tussenkoeler.gekoeld. Hierbij worden de eerste of de verdere .. compressietrappen bedreven door van. buiten toegevoerde arbeid,, waar-• 25. bij. de tweede of de laatste compressietrappen in mechanische koppeling met. de uitzettingsturbine worden bedreven» Constructief wordt deze werk-. wijzemaatregel zodanig opgelost, dat de ene of de verdere verdichters . · zijn. gekoppeld met een. uitwendige arbeidsmachinebijvoorbeeld een elek- tramotor, waarbij de tweede of laatste verdiehter, d.w.z. de hogedruk- • * · · · / 30 verdiehter, mechanisch direkt is gekoppeld met de uitzettingsturbine.
De koppeling van de uitzettingsturbine met de laatste verdiehter is dus star (d.w.z. er is geen drijfwerk nodig), waarbij de vereiste regeling . . van de druk in de inerte gaskrimgloop plaats vindt met behulp van de uitwendige arbeidsmachine, die op gebruikelijke wijze: via een drijfwerk 35 is gekoppeld met de eerste verdiehter.
De-.met ' oplosmiddeldampen beladen inerte gasstroom komt met een ---' betrekkelijk hoge temperatuur uit het betreffende adsorptiemiddelvat 8 1 0 5 0 3 8 ï - - - — — : ’ ~ . Γ. i . · .
i j: ; λ;-·,-· i. V / -T' . . I
V ' : ' naar buiten, en. wordt voor heV binnengaan van de eerste yerdiclit^r, . doelmatig gekoeld. Dit kan'op eenvoudige wijze' geschieden door een in--direkte varmtewisseling met de aan oplosmiddeldampen.. arme afVoerlucht, - die hetrekkelijk koud is, wanneer hij uit het andere adsorptiemiddelvat j 5 .·. naar huiten komt. "Voor dit doel wordt inlde warme, met oplosmiddeldampen . beladen, inerte gasstroom een indirekte warmtewisselaar aangehracht, die . ·’ -wordt doorstroomd door de koude, aan oplosmiddeldampen arme afvoerlucht.
. - 1 - .. ·':'*<* .ΪΓ& het door stromen van de uitzettingsturhine is de met oplos--.
' A- : ; middeldémpen beladen inerte gasstroom zo ver afgekoeïd, dat het oplos-. ‘‘ Jiff.;:' middel kan worden, gecondenseerd en in een oplosmiddelafscheider kanwor-. . . den afgescheiden. Dé afgekoelde,, aan oplosmiddeldampen arme inerte gas—' . . stroom, kan dan worden toegepast voor een indirekte koeling van de met ' - oplosmiddeldampen'heladèn,. gecomprimeerde, inerte gasstroom, hetgeen ; constructief wordt opgelost, doordat tussen de tweede verdicht er en de 15: uitzettingsturhine in de met oplosmiddeldampen'beladen inerte gasstroom een warmtewisselaar wordt aangehraeht, die wordt doorstroomd door de koude, aan oplosmiddeldampen arme inerte gasstroom. Op deze wijze wordt . enerzijds de benodigde afkoeling van de met oplosmiddeldampen beladen - inerte gasstrocm na de. uitzettingsturhine bereikt, en wordt anderzijds • 20 de'aan'oplosmiddel arme inerte gasstroom weer opgewarmd. Een verdere verwarming van- de aan oplosmiddeldampen arme inerte gasstroom kan plaats vinden met behulp van een tweede, indirekte warmtewisselaar, die wordt . doorstroomd door de uit de eerste verdichten naar buiten komende, warme, met oplosmiddel dampen beladen inerte gasstroom. De aan oplosmiddeldam-25 pen arme inerte gasstroom kan tenslotte voor het binnengaan in het adsorptiemiddelvat met behulp van een verwarmingsregi st er worden gébracht ©p de voor het desorberen van het op het adsorptiemiddel geadsorbeerde oplosmiddel vereiste temperatuur. _ - De warme, aan oplosmiddeldampen arme 'inerte gasstroom wordt 30 afwisselend geleid door althans twee met oplosmiddel beladen adsorptie-. middelladingen, waarbij de betreffende, als gevolg van desorptie aan oplosmiddel verarmde adsorptiemiddellading uit de kringloop van het inerte gas wordt genomen en weer wordt beladen met oplosmiddel uit de met oplosmiddeldampen beladen, koude afvoerlucht. Voor dit doel zijn althans 35 twee adsorptiemiddelvat en voorzien, waarvan afwisselend het ene, waarvan het adsorptiemiddel is beladen met oplosmiddel, in de aan oplosmiddel-—. dampen arme inerte gaskringloop wordt geschakeld, en het andere, waarvan 8”ÏD 5 Ö 3 8 ~ • . \f—-j~'— . · ·' ; Λ. . · ' ~τ~ ~ - - - ~ ~ ; 1 ; — j’ - , ' ! ; liet adsorptiemiddel is verarmd/aan oplosmiddel,iuit de inerte gaskringi .·. , | ’ - loop wordt geschakeld en in een met' oplosmiddeldampen "beladen koude af- ♦ * t * - *' . · ' voerluehtstroom. / ;· ' . · , ; Met "behulp' Tan: de uitvinding is een eenvoudige "besturing van 5 .. het "beladen en desorberen mogelijk, d'.w.z." dat de werkwijze zonder on-i · · derbrekingvan· het bedrijfsverloop praktisch doorlopend werkzaam is.. " . ".· : Om· te voorkomen, dat in. de beladingsfaze het vermogen, van de .>, "betreffende adsorptiemiddelladingen wordt overschreden, wordt in deze : ji^.V 'faze!·doelmatig de oplosmiddeldampconcentratie in de door de adsorptie--ill)';'/'middellading;gegane af voer lucht gemeten, waarna'de desorptiefaze na- - j -*·*.'' * · ·. · /.-'ivhet·'"bereiken, van een voorafbepaalde concentratiewaarde, wordt ingeleid.' ' . * ."/.·. ©35 deze? wijze: wordt de doorbraak, van oplosmiddeldampen voorkomen, zodat ·.
‘;· altijd gereinigde afvoerlucht in de atmosfeer kamt- De oplosmiddeldamp- . " f. ! ; . concentratie .kon worden gemeten, met behulp van oplosmiddeldampdetecto-' ren, waarbij in het· eenvoudigste geval een'dergelijke· detector een Λ· ·[·... koéHyal kan: zijn, waarin de doorbraak van de oplosmiddeldamp is te be-· : . merken door condensaatvorming. ·· j * · p .· J j.. ." 'Verder kan de doorbraak van de oplosmiddeldampen spectrosco- .. ... i-;%,piseh worden· Vast gesteld* De oplosmiddeldampdetectoren· kunnen zijn ... · 20 voorzien van organen voor· het besturen van cmzetkleppen of van schakel-inrichtingên,. die na het omzetten van· de kleppen op desorptie, een op— ... ..warming bewerkstelligen van de inerte gas stroom.
Omdat bij het omzetten van adsorptie (belading) op desorptie moet worden voorkomendat de met het adsorptiemiddel in aanraking , 25 staande afvoerlucht'in de inerte gaskringloop komt, wordt bij het be-gin.yan de desorptiefaze de zuurstofconcentratie van de met afvoer-. · lucht verontreinige .inerte gas stroom gemengd, en wordt de adsorptiemid-.
:V /dellading pas na het 'zakken tot-onder de maximaal toelaatbare zuurstof- · concentratie weer in de inerte gaskringloop geschakeld.
30 . -Omdat· de met afvoerlucht verontreinigde inerte gasstroom, • waarvan de zuurstofconcentratie nog boven de maximaal toelaatbare waarde ligt, nog oplosmiddeldampen bevat, wordt hij niet in de atmosfeer ge-_ leid, maar doelmatig in de andere, aan oplosmiddel verarmde adsorptie— middelladi'ng. Voor dit doel is het ene adsorptiemiddelvat voorzien van 35 een naar .het'andere adsorptiemiddelvat voerende afvoerleiding, door . .welke' leiding hij het begin van de desorptiefaze een deel van de met de afvoerlucht verontreinigde'oplosmiddeldampen bevattende kringloopstroom ' ' 8 1 Ö 5 0 3 8 ' _____ -- .... . " '· \ \*" '.
’ ' .'*' i I ·--"- * f 1 - 9 — .’ / van inert gas, in het andere adsorptiemiddelvat wordt geleid. Daar worden de oplosmiddeldampen geadsorbeerd en wordt liet gasmengsel in de atmos-- feer geleid.
Voor liet meten Tan de zuUrstofconcentratie in de afkoer lucht 5 of in het met afvoerlucbt verontreinigde inerte gas, zijn in de afvoer-leidingen van de adsorptiemiddelvaten, zuur stof detectoren voorzien, •.die kannen zijn voorzien van organen voor het besturen, van omzetkleppen .. ! of van 'schakelinrichtingén, met- behulp waarvan de opwarming of afkoeling ’.· .; - van de'adsórptiemiddeUadingen en zodoende van de afvoerlucht of de ...:- /110" inerte gasstrocm, wordt bewerkstelligd. - ' { /: ' Door de verdringing van de het adsorptiemiddel omgevende af-. ' .-. voerlucht (inerte gasspoeling of inert maken van het adsorptiemiddelvat )· . . ontstaan verliezen aan inert-gas, welke verliezen doelmatig worden ver-. ' effend door. het in de inert-gaskringloop binnenvoeren van droog, inert M 5- gasv Voor dit doel. kan een inert-gasbron, bijvoorbeeld een drukhouder ‘ -met stikstof,’in de inert-gasleiding· zijn geschakeld* De inert-gasbron ;; - is ook. nodig wanneer de installatie bij het aanzetten inert moet worden gemaakt 'of wanneer tijdens het bedrijf andere lekverliezen optreden..
• '·-: Met voordeel is de inert-gasbron bestuurbaar door een in een afvoerlei- ' 20 . ding van een adsorptiemiddelvat aangebrachte zuurstofdetector. Voor dit . ' . doel kan de inert-gasbron zijn voorzien van een stuurklep. Deze wordt . bediend' wanneer de zuur stof concentratie in de inert-gaskringloop stijgt • tot boven de toelaatbare waarde. Deze hangt af van de aard en de con— . eentratie van de oplosmiddeldamp.
25 De- verwarming van de inerte gas stroom vindt doelmatig pas • plaats na beëindiging van het inertmaken van het betreffende adsorptie-.middelyat,. d.v.z. .dat de inerte gasstrocm bij het begin van de desorptie-faze met een lagere temperatuur dan voor het desorberen nodig is, in de betreffende,, aan oplosmiddel verarmde adsorptiemiddellading wordt ge-30 leid* Met voordeel wordt de vereiste desorptietemperatuur automatisch ingesteld na het zakken tot onder de maximaal toelaatbare zuurstofcon-eentratie, waarbij de in de betreffende afvoerleiding aangebrachte zuur-stofdetectór, de organen bestuurt voor het bedienen van de schakelin-riehtingen voor het opwarmen van de inerte gasstroam.
35 . Wanneer de afvoerlucht een mengsel bevat van oplosmiddeldam- . pen, hetgeen bij toepassing van oplosmiddelmengsels het geval is, kan • door trapsgewijze'verhoging van de desorptietemperatuur een gefractio- .....8 fO 5 0 38 ~ .................. Γ ' * T " ” - , .
# ! ·:; ; ν >ιο:- . . . · ' ' · / ί f neerde desorptie worden uitgevoerd. ’ Op deze wi jze worden .. de zuivere op?* · losmiddelfractxes teruggewonnen, of kunnen' ongewenste componenten, die • bij bet weer gebruiken Tan bet oplosmiddel, staren, worden verwijderd.
•'Het gaat hierbij bijvoorbeeld om water, dat als luchtvochtigheid is ver-.· i 5' vat in de afvoer lucht stroom, of cm omzettingsprodukten.van het oplos- ·; . middel, zoals chloörwaterstof. Deze verontreinigingen worden, wanneer ad- { · ' ’ . ' . ...
-.1:1 sorptiekool wordt toegepast als desórptlemlddél, .bij' lagere temperaturen ;.) gedesorheerd dan’ het oplosmiddel,·en' kunnen voor de oplosmiddelen worden’ gecondenseerd "en verwijderd. ' ' · · ....... .·£ 1-Qi. . '" ï Bij voorkeur wordt de trapsgewijze verhoging van de desorptie-’ :: ' temperatuur automatisch'uitgevoerd,.-waarbij met voordeel een besturing ; * ’ * * * l- .
u . -; ·· met behulp van oplosmiddeldampdetectoren plaats vindt. Fanneer· de detec·- .
| ..teren'werken volgens het ’spectroscoopbeginsel, kunnen de signalen uit -· ; verschillende spectrmngebieden,.die kenmerkend zijnvoor.de betreffende . :.= 15’. oplosmiddeldampen, worden toegepast, voor de temperatuurbesturing... Verder 1 ’ * · 4 ...kunnen detectoren- worden.toegepast,., die werken volgens het beginsel van ’ : de verschillende warmtegeleidbaarheid van de afzonderlijke oplosmiddel-• ; dampen. · · . · · - · ! .
j >. . · Wanneer de desorptiè van een adsorptiemiddellading is. beëindigd, !-20-: moet deze'weer worden beladen met oplosmiddel. Teneinde het juiste tijd-.' .
. stip.vast te stellen voer de omzetting, wordt met voordeel zodanig te— ..werk gegaan, dat de oplosmiddeldampconcentratie in de desorptiefaze in de'door de betreffende adsorptiemiddellading gegane inerte gasstroom ' - wordt gemengd, en de beladingsfaze wordt ingeleid na het bereiken van 25·. een voorafbepaalde concentratievaarde. De meting van., de oplosmiddeldamp-• concentratie.vindt hierbij weer bij. voorkeur plaats met oplosmiddeldamp-.' detectoren, die volgens het spectroscopische beginsel of volgens het beginsel van.de warmtegeleiding van de als draaggas toegepaste inerte gas-•.-stroom, werken. Wanneer de oplosmiddeldampdetectoren. geen oplosmiddel-30 dampen meer vaststellen, worden door een stuursignaal, schakelinrichtingen bediend voor het automatisch doen. dalen van de temperatuur van de adsorp^* tiemiddellading. Bijvoorbeeld wordt een in de inerte gas stroom liggend verwarmingsregister uitgeschakeld.
De. adsorptiemiddellading kan dan nog een bepaalde tijd zijn ge-35 sehakeld in de koude, inerte gaskringloóp, omdat de desorptie van de ene adsorptiemiddellading in het algemeen in kortere tijd is beëindigd dan de belading van de andere adsorptiemiddellading. Bij. het omzetten is de . g t q 5 0 3 g ......——- - r • . η 1 ί - *ι _ r - : ' > '; .· -.-. ; ' : gedeserteerde adsorptiemiddellading zodoende volledig af gekoeld, zodat tij optimaal weeir' kan worden Beladen, -wanneer tij in 'de met oplosmiddel-' dampen Beladen.afvoerluchtstroom ligt. . ' • . ‘De uitvinding wordt nader toegelieht aan de hand ran de teke- 5 nifig, waarin : . fig.. t een eyerzicht toont van de installatie in de Bedrijfs— .toestand,. waarbij het eerste adsorptiemiddelvat op adsorberen en het - tyeédeop desorBerèn' is geschakeld; : /' fig. .2 een gedeelte toont van de installatie in de Bedrijfs- 1 IQ'.. toestand, waarbij het'eerste adsorptiemiddelvat inert wordt gemaakt en, • het tweede'op· adsorptie is geschakeld; · ·., figv 3 een gedeelte toont van de installatie- in de Bedrijfs- .
toestand,, waarbij. het. eerste adsorptiemiddelvat op desorberen en het . tweëdë’op adsorberen is geschakeld; . ! ;15.· '-· -'-fig* b een gedeelte toont van de installatie in de bedrijfs- - toestand, waarbij het - eerste adsorptiemiddelvat- op adsorberen is ge— . · schakeld en het 'tweede inert wordt gemaakt ; en ; ' fig. ,5 een gedeelte toont, van een andere installatie, waarin de afzonderlijke stuurinrichtingen nader zijn verduidelijkt.
20' . - - Jh de fig. 1 >. ^ is een lakinstallatie toegelicht.
Zoals af geheeld in fig. .1, worden dè te lakken voorwerpen in - de lakrui&te 10 gebracht, die is voorzien van een afvoerleiding 12. De met oplosmiddeldampen en vaste lakdeelt jes Beladen afvoer lucht wordt met Behulp van de afvoer luchtventilator 18 geleid door de van een fil- 25 tesr voorziene vaste stof scheiden 1¾. Ha het lakken komen de voorwerpen in de droogruimte 18, en wordt de hier met oplosmiddeldampen Beladen afvoerlucht via de afvoerleiding 20 afgezogen door de afvoerluchtventi-lator 16.
De met oplosmiddeldampen Beladen afvoerlucht stroomt via de 30 - leiding 22 naar de klep 2b en in afhankelijkheid van. de stand van -deze klep via de toevoerleiding 28a in het adsorptiemiddelvat 28a (zoals in de tekening weergegeven : kiepstand C-D), of via de toevoerleiding 28b in het adsorptiemiddelvat 28b (kiepstand C-B).
Het adsorptiemiddel adsorbeert de in de afvoerlucht vervatte 35 ' oplosmiddeldampen, en de aan oplosmiddeldampen arme afvoerlucht stroomt in de in fig. 1 weergegeven Bedrijfsstand via de afvoerleiding 30a, de klep 32a (stand C-B) en de kleppen (stand D-A) /en 35 (stand A-Bj in 81 0 5 0 38 ; ~~ - · . ' * I - ' \ . ’ . " v . _ ' · - ' -. ^ j .. . ' .. ; . : -. I ’ / " de afvoerleidiïig 36 en vandaar direkt · via- de cmloopklep 38' of door de ·. warmtewisselaar ^0 (waarvan .de werking hièrha nog wordt verduidelijkt) I in de· atmosfeer.
In. de afyoerleidingea 30a: en 30b kunnen‘ oplosmiddeldstaLpdetec- • ; 5 toren zijn geheuM,. die. bij doorbraak van de' oplosmiddeldampen kunnen Ί ;· worden toegepast voor het automatisch besturen van de "betreffende kleppen. [Vérder kunnen in de afvoerleidingen 30a en 30b zuurstofdetectoren . zijn voorzien,, die eveneens dienen voor bet besturen, van de kleppen en ' - i ... waarvan de werking hierna nog wordt verduidelijkt. ' ί ... -10' : - ....... In de in fig. 1 afgebeelde bedrijfstoestand wordt de adsorp- tiemiddellading in het adsorptiemiddelvat 28b juist gedesorbeerd met ' behulp van een in kringloop geleide inerte gasstroom. De aan oplosmiddel— i ; -dampen' arme, sterk, af gekoelde inerte gasstroom k2 wordt eerst verwarmd.
, . "/ . door de tweè warmtewisselaars en k6y waarvan, de werking hierna, nog . -15· nader wordt verduidelijkt, en stroomt dan door het: verwarmingsregister ' : .. , k8waarin, hij tot de vereiste, desorptietemperatuur wordt verhit. Na 'r het verwarmingsregist er, stroomt de inerte- gasstroom door. de kleppen 50 .
(stand D-C) en 2k (stand^A-B) door de toevoer leiding 26b in het- adsorpt-_ I . tiemiddelvat 28b,. waarvan, de adsorptiemiddellading is beladen met op— . 20 losmiddel... Hier belaadt hij zich met oplosmiddeldamp en stroomt via de :. ;. leiding 30b en de kleppen 32b (stand B-C) en 3^· (stand B-C) en 50 (stand
Ar-B) in de leiding: 52.. '
Een in de leiding: 30b' aangebrachte oplosmiddeldampdet eet or .....'(niet'afgeheeld) toont het einde aan'van het desorberen en bestuurt de 25 betreffende kleppen.- Tussen, de leidingen b2 en 52 bevindt zich een af-. sluitklep 5^·j die in. de weergegeven bedrijfstoestand‘is gesloten, en : · wordt· geopend wanneer geen adsorptiemiddelhouder in de inerte gaskring-·; loop ligt (bijvoorbeeld wanneer de lakinstallatie buiten bedrijf is of wanneer in het gebied van de adsorptiemiddelhouder een herstel nodig is), 30 · zodat het overige deel van het stelsel, altijd inert blijft .(kleine inerte gaskringloop).
Het hete, met oplosmiddeldampen beladen, inerte gas stroomt door de warmtewisselaar 50'en wordt, hierbij afgekoeld door indirekte warmtewisseling met de koude afvoerlucht uit. de leiding 36.
35’ Na. de warmtewisselaar ^0 kan reeds een deel van de oplosmiddel dampen condenseren, omdat' het.met oplosmiddeldampen beladen inerte gas — - . nagenoeg de temperatuur heeft aangenomen van de koude afvoerlucht. Dit ..... 8 ï Ö 5 0 3 8 ............................................._ \ .- -13:- .. ; ., * condensaatgedeelte kan-in de' oplosmiddelscheider 56 (mat een onderbroken . .. lijn weergegeven) worden afgescheiden.
De nog met ’oplosmiddeldampen beladen inerte gasstroom wordt .. dan gecomprimeerd in de eerste verdicht er 58. De verdicht er 58 is ge-, .5*. koppeld (eventueel via een drijfwerk, niet weergegeven] aan een uitwen- • dige arbeidsmachine, bijvoorbeeld een elektromotor 60. De vermogens-opneming van .de verlichter'58 is regelbaar, bijvoorbeeld door het toeren— • tal van de motor 60 of via het drijfwerk, zodat de druk en zodoende ook .de temperatuur.van de met'oplosmiddeldampen beladen inerte gasstroom in.
ΙΟ'. .; .-afhankelijkheid van het toegepaste oplosmiddel en de gèwenste eindcon-... : centratie aan oplosmiddeldampen, kan worden ingesteld.
.= · De met’ behulp van. de verdichter 58 verhitte inerte gasstroom' - stroomt-door de warmtewisselaar· h6 en geeft zijn warmte a f' aan de- koude, · . aan oplosmiddeldampen arme inerte gasstroom‘^-2. De warmtewisselaar k6 15- kan zijn overbrugd door de omloopklep 62, hetgeen een verdere mogelijk-; · · heid biedt voor'de temperatuurregeling van de inerte gasstroom.
• 'Als gevolg, van de afkoeling van’de inerte gasstroom in de warm-. tewisselaar kC kan een verder deel van de oplosmiddeldampen condenseren, en. in de oplosmiddelscheider 6h (met onderbroken lijnen weergegeven) als 20 condensaat worden afgescheiden..
• De nog; altijd het hoofddeel van de oplosmiddeldampen bevatten- * de,, gecomprimeerde' inerte gasstroom stroomt dan door de tussenkoeler 66, waarop eventueel weer een oplosmiddelscheider 68 (met een onderbroken . lijn weergegeven) kan volgen. De gecomprimeerde, nog het hoofdeel van 25 le oplosmiddeldampen bevattende inerte gasstroom wordt dan in een tweede verdiehter 70 nog sterker verdicht en .weer verhit... Hij geeft zijn warmte in de warmtewisselaar Uk af aan de koude, aan oplosmiddeldamp arme inerte \ gasstroom b-2. Ha de warmtewisselaar V* kan weer een oplosmiddelscheider 1* 72 zijn voorzien, waarin een verder gedeelte van de oplosmiddeldampen 30 wordt afgescheiden.
De verdichter 70 is mechanisch direkt gekoppeld aan de uitzet-tingsturbine Jk (via de as 76) en verkrijgt de voor zijn bedrijf benodigde energie door de in de uitzettingsturbine 7^· door het gecomprimeerde inerte gas opgebraehte arbeid. Deze koelt hierbij sterk af, zodat 35 praktisch alle, in het inerte gas vervatte oplosmiddeldampen condenseren en in de oplosmiddeldampseheider 78 kunnen worden afgescheiden. De uit-- zettingsturtine Jk is afgebeeld als een eentrapsuitzettingsturbine. Er “* — ——— — "1 1 1 — ----- — — , βιηςη38 __ • 5 ·.’·’ 'r _ c—— -;——.. " ' : ·: Γ ~ i --1: ,: \ ’ ' ' : r.;i4.„ / ' - p .
: . ' ;·' kan. echter' ook eeii-yeeltrapstó^zetti^gstTirbine. wrden'.tipegepagt,. waarbij'· · tussende afzonderlijke'uitzettingstrappèn,'oplosmiddelscheiders worden i aangebraeht. Op deze’wijze’kan een gefractioneerde condensatie‘worden "beyeikt' van. de oplosmiddeldampên, en'betrekkelijk zuivere oplosmiddel- .
5': fracties werden gewonnen.. Een bepaalde f ractionering - wordt echter ook . ' ? : reeds verkregen:hij toepassing van de oplosmiddelseheidérs 56, 64, 68 ,· : en 72. Tan hij zonder'belang is hierbij, dat hij toepassing van laag-kokende · ; ·' oplosmiddelen de in de inerte gasstroom vervatte stoern reeds in vergaan-. '·. 'de. mate in de èerste trappen'condenseert, waardoor een verontreiniging JVfcllO1.1 ifanr-de organische oplosmiddelen door water,· alsmede een ijsaahzetting : -Γ . -. vsn-de leidingen en een. beschadiging, van. de schoepen'van de uitzêttings—! ...-.- :ri.turhöie-.7.k door' ijskristallen,, wordt voorkomen*.
. f’ ; ']' Hadat .de desorptie van de adsorptiemiddellading in de adsorp— ‘ . tjemiddelhouder 28h is. beëindigd, worden de adsorptiemiddelhouder s 28a ‘ ·; .· 15' ; .ea 28b omgezet:, door bediening van de betreffende kleppen.. Deze omzetting : : - kan.automatisch plaats vinden., doordat de oplosmiddeldampdetecror in de : ’ V ·' leiding 30'a. de. doorhraak van oplosmiddeldamp, of de oplosmiddeldampdetec- , tor in de afyoerleiding 3Öh de afwezigheid van oplosmiddeldamp registreert, .· ' ;·' ', en de' betreffende kleppen bestuurt. In. het algemeen vindt de desorptie ; ’20;-... sneller-plaats dan de' adsorptie, en kan het. doelmatig zi jn-de inerte gas- .
; kringloop na de afloop van de oplosmiddeldampconc entrat i e in de afVoer- : . r leiding 30h nog een· bepaalde tijd in stand te houden, maar de door de ' -leiding;. 42 stromende,. inerte gas stroom niet langer te verwarmen om de adsorptiemiddellading in het vat 28b op de optimale adsorptietemperatuur •25 ’· te. brengen. Yoor dit doel. wordt, het verwarmingsregister. 48 uitgeschakeld.
Ter der .kan-de koelmiddeltoevoer in de koeler 66 worden vergroot, en kan .
' het uit de verdichter 70, de warmtewisselaar. 44 en de uitzettingsturbine • 74 bestaande installatiedeel worden stilgelegd door het openen van de omloopklep 80, waarbij tezelfdertijd de verdichter 58 met een kleinere 30 opbrengst wordt gedreven. .
De omzetting van de adsorptiemiddelhouder 28a op. desorptie, en yan de adsorptiemiddelhenider 28b op adsorptie, geschiedt op de volgende, in de fig. 2 en 3 weergegeven wijze.
De klep 24 wordt in de stand Ci-B geschakeld, zodat de met op-- 35 losmiddeldampen beladen afyoerluchtstroom 22 door de· toevoerleiding 26b . inde houder 28b stroomt. De klep 32b wordt in de stand B-A geschakeld, zodat de in de adsorptiemiddelhouder 28b van oplosmiddeldampên bevrijde 8105038 ~ i ; .. -- ·. - ’ -15- /-·· ' · ; -j. .*** -· .* ' / . afyoerlneBtstroom»·di.e eerst neg- inert gas BevAt.,; deer de.leiding 36 in . de atmosfeer kan worden' geleid.
Bij omzetting -van de klep 2b wordt tezelfdertijd dê weg . A-B geopend, zodat de aan' oplosmiddeldampen arme, nog niet weer ver-5 warmde inerte gasstroom k2 door de klep 50 (D-C) door de toevoerleiding \ 26a kan stromen in Bet adsorptiemiddelvat 28a. Deze Bevat echter nog - · .· : zuurstof «Bevattende afvoerlucht, die de inerte gasstroom verontreinigt., zodat-het gasmengsel'in de aanvangsfaze'van de desorptie niet in de . - i . inerte gaskringloop kan worden teruggeleid. Dit mengsel wordt derhalve - .? T0‘via.de klep 3¼ (stand B«A) en de klep 35 (stand' B-C) via de leiding 37 T- ·' ' t _ teruggevoerd in de afvoerluchtleiding 22, waaruit dit samen met de verse ·. afvoerlucht door de adsórptiemiddelhouder. 28h in de leiding 36 wordt . * geleid* Op deze wijze worden ook. de in Bet mengsel uit de leidingI37 ver-.vatte' oplosmiddeldampen verwijderd.
15- ‘ - Nadat Bet adsorptiemiddelvat 28a in voldoende mate inert is ... gemaakt' (hetgeen met BeBulp van de zuurstofdetector in de afvoerleiding 3Ga kan worden vast gesteld), worden de kleppen 50» 3¾ en '35 omgezet, ; · Betgeen'· ia af geheeld in fig* 3* Hierbij wordt de stramingsweg van de afyoerluchtstroom 22 niet veranderd. De inerte gas'stroom stroomt dan 20 eeBtër via .de klep-50 (D-A), de klep 3¼ (C-D) en de klep 32'a (B-C) in omgekeerde richting door de afvoerleiding 30’a in de adsorptiemi&delhouder 28a, alsmede door de toevoerleiding 26a, de klep 2b (D-A) en de klep 50 - (C-B) in de leiding 52 en zodoende terug in de inerte gaskringloop· .-Tijdens deze faze worden. Bet verwarmingsregister b8, alsmede 25 ’ (door· Bet sluitenvan.de omloopklep 80) Bet uit de verdicht er 70, de warmtewisselaar bb en de uitzettingsturhine Jb bestaande installatiedeel weer'ingeschakeld, waarbij tezelfdertijd het aan de verdichter 58 toege- .: · - voerde vermogen wordt vergroot.
.. Nadat Bet op de adsorptiemiddellading in de houder 28a geadsor-30 . .beerde oplosmiddel is gedesorbeerd (Betgeen aan de Band van een in de leiding 26a aangebracBte oplosmiddeldampdetector kan worden vastgesteld), wordt Bet verwarmingsregister W uitgeschakeld, de omloopklep 80 geopend en de verdieBter 58 met een verminderde opbrengst bedreven. Dan wordt de klep 2b zodanig geschakeld, dat de met oplosmiddeldamp beladen afvoer-35 lucht via de stand C-D en de leiding 26a kan stromen door het inmiddels af gekoelde adsorptiemiddelvat 28a (fig. k). De klep 32'a bevindt zicB in •— de stand Cf-A, zodat de aan oplosmiddeldampen arme afvoerlucht stroom door 8105038 / I /: ·. . . „ 16: „ : ., · / ' . j / [ -:»·. ·' de*ietaing 36. in de atmosfeer' kan,· komen.,,De inerte gasstrogm gaat. eerst ' -I ' door de klep 50 (stand'D^Cj, dan doorde klep 2k\ {stand A^Bj en door de ; leiding 26b in het adsorptiemiddelvat' 28¾, waar praktisch nog. geen desorp- t- , . · ' .
tie plaats vindt,, omdat de inerte gasstroom nog koud.is. .XJit hét adsorp^', 5 - tiemiddelvat 28b stroomt .het eerst'nog met afvoerlueht' verontreinigde inerte gas door de klep 32b (B-C), de klep 3l'(B-A) en de klep 35 (B-Cj ’ . "'· : via. de leiding'37 in de leiding 22 en 'vandaar samen met het verse, inerte . .. ..|'; gas ,door de klép2l(C-D}' en de toevoerleiding 26a door het adsorptie- .;· · middelvat 28a. ’ ',·-/·. ,···.. .'·-,Λ-"··.· ' ·' ' i ' - • ilO' ·: '--···= · Wanneer de zuurstofdetector in de leiding '30b geen zuurstof- :··; meer iyaststeltr yordt de klep 3¾-omgezet in de stand B-C (fig^-t), - ’j ; .
• i-;v‘Vaard©or__het; adsorptiemiddelvat'28b· weer in de kringloop van het inerte : gas. ligt.- Tezelfdertijd wordt de klep 35: in de stand· B-A geschakeld, , 'waarbij de klep 32a in stand -C^B wordt geschakeld,, zodat de van oplos-Λ5- \ middeldampen' .Bevri jde afvoerlueht' uit het adsorptiemiddelvat 28b via de . r. . leiding. 36 in: de atmosfeer kan stromen.. · 'y. - v |- { .. ,. . .· :~ylfa~ het in schakelen van het verwaïmingsregister. 18, en het slui- ·.-.' ; . ; ·; ten.van de amloopklep 80 .Begint weer het Beladen van de· adsorptiemiddel-. 1 , 'lading:·in.het- adsorptiemiddelvat 28h,' en de desorptie van de adsorptie- ‘ ,20. >-midd'ellading..in het; adsorptiemiddelvat 28b, hetgeen hiervoor kn samen— ... hang met fig;. 1. is . Beschreven. .- ;
Cto de verliezen aan inert gas tijdens Bedrijf te vereffenen, . .yelke verliezen in:het Bijzonder· ontstaan Bij het inert: maken van de . adsorptiemiddelvat en 28a en 28h, is op een willekeurige plaats van de 25 ’ inertgasleiding 12 of 52 (in de in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm • voor de warmtewisselaar lO) een inerte gasbron 82 (Bijvoorbeeld een stik-. stofdrukhouder ) aangebracht.. Het invoeren van inert gas kan worden gere- v'.geld via de zuurstofdetector 81, die de klep 86 Bestuurt.
De inerte gasbron 82 dient ook voor het inert maken van de 30 inerte gaskringloop voor het in Bedrijf nemen van de installatie. Voor • dit doel wordt de klep 86 geopend en de afsluitklep 5l gesloten, zodat het eerst .nog verontreinigde, inerte gas met Behulp van, dé met een kleiner vermogen Bedreven verdicht er· 58 door de leidingen 52 en 12, alsmede door de daarin vervatte installatiedelen wordt afgelaten in de atmosfeer, 35 Bijvoorbeeld door de kleppen 50 (D-A), 3l (C—B) en 30B (C-A). De in fig.
5 afgebeelde installatie kan met of zonder de in fig. 1 'afgebeelde uit-— zettingsturbine 7l worden Bedreven.
8105038 _______ - ! . s * ’ ‘) t t ' ·_ . . ‘ ' • . ! ; Λ · ' / : · - ί·Χ·- . . ί -* l * ... * · ; * ! !· :. . Bij lief jn .bedrijf .nemen' van. - deinstallatie .wordt eerst. de 1 r ’’kleine inerte gashrjnglóop" in gang .gezét , doordat.de in de inerte gas~ i leiding 110' zich. bevindende stuur klep’ 11,2' wordt' geopend. De inerte gasr-• ! t lèiding ‘110’voert naar een inerte gasbron (niet weergegeven), bijvoor- 5 beeld een stikstofdrukhouder. De stuurklep 112’ kan automatisch worden • geopend wanneer tijdens het bedrijf van de installatie inerte gasverlie-- > zen'optreden, waarop hierna nog nader wordt ingegaan.
: .Aehter de stuurklep 112 stroomt de inerte gasstroam door het ’ .·· r schematisch. met het verwi jzingseijfer 11¾- aangeduide eondensatiedeel, ' ;! ‘Iff; .waarvan de van belang zijnde elementen bestaan uit een koelinrichting en _ : een daaropvolgende oplosmfddelseheiderv- De koelinrichting vormt met voor- · ' . deel. een samenstel.’ van een of meer verdicht er s met een uitzettingstur— Γ- ί-bine». waarbij, tussen de verdichten en de uitzettingsturbine of tussen de - i afzonderlijke verdiehters,. koelers of warmtewisselaars kunnen zijn voor— .. 15J. zi:en. " · -' - - ; " .
· V . .De tijdens bedrijf van de installatie ih het eondensatiedeel life condenserende oplosmiddelen worden via de oplosmiddelafvoerleiding . L; 116.onttrokken, waarbij, wanneer een gefractioneerde desorptie wordt uit— λ ‘ . gevoerd,: de - afzonderlijke oplosmiddelfracties in verschillende verzamel-. 20 houders. (niet weergegeven.) worden geleid.
_ i 1 Op het eondensatiedeel 11¾ sluit een verwarmingsregister 118 aan, met .behulp waarvan het inerte gas op de vereiste desorptietemperatuur wordt verhit.
Bij .het inert maken van de "kleine inerte gaskringloop" zijn 25 eehter het’ .verwarmingsregister 118’. en het eondensatiedeel -11¾ uitgeschakeld.
Het eerst nog met lucht verontreinigde inerte gas stroomt via de leiding 120, de klep 122 (stand A-D.) en de omloopleiding 12¾ naar de klep 126.
‘ Deze is- eerst nog naarlalle 'zijden (A-B-C) open, omdat eerst ook de inerte » • * gasterugvoerleiding 128 .inert moet worden gemaakt. Er stroomt dus eerst 30 ook een deelstroom.van het inerte gas in omgekeerde richting door de leiding- 128 en de klep 126. Daar verenigt hij zich met de hoofdstroom van het inerte gas uit de leiding 12^ en stroomt daarmede bij B uit de klep 126' op een willekeurige manier in de atmosfeer. De "kleine inerte gaskringloop" kan natuurlijk ook omgekeerd worden opgebouwd, d.w.z. dat in de 35' klep 126 de standen A en C open zijn, waarbij de klep 122 in alle drie standen open is, en het eerst nog met lucht verontreinigde inerte gas vis de stand B in de atmosfeer wordt weggeleid, nadat het van tevoren 8105038 . ___ , -:. ·.}·. · - -. .·'··. " r> 18 η . ·\ ' · ' ' . ' · t , ; . eventueel' nog' voor hef' inert' maken' -van. een'< adserptiemiddelvat is toege-, . -ïpast.. . . * | j =: ‘ \ iTa liet verdringen van dé lucht wordt de klep 112'. gesloten,· en ' ] : . werden de kleppen '122 en 126 elk in de stand'A-O.'gebracht. De door dè 5 ‘; pijlen weergegeven "kléine inerte, gaskringlóop" in de leidingen. 120, Λ,.·: >; -:12¾. én" 128'.Tramt ziofi.^. wanneer een ‘in het condensatiedeel 11^ aanwezige ;' :-verdiehtermet klein Vermogen. wordt'bedreven als "inerte gaspomp".
\ Tezelfdertijd aet; de Tormirtg--'van de inerte gaskringloop ' '· ;· . 'vindt de met ' oplosmiddelenbelading plaats van een van de twee adsorp- j ' • vttlO-· tièmiddelyaten. De mefoplosmiddeldampen "beladen afvoerlucht, die bij-: - i; voorbeeld" uit een' la.kinstallat ie' kan kernen ,..komf via de leiding i30 in f- - 1·. ^ bet: stelsel binnen en· wordt'met 'behulp wan. de afvoerluchtventilator 132' ,"'-'· • .-ί-.-i door de stuorklep 13& (stand A-Sj en de leiding. 136a in het adsorp- ' ! ' -
Ffvtismiddelvaf *1"38a getransporteerd. Het adsorptiemiddel adsorbeert de 15-J.Ï in de kende afVoer luehf 'vervatte ’ oplosmiddeldampen, en de aan oplos- .
. : · !'<· ;-middeldampen' armé afyoerlucht stroomt via de afVoerleiding 140a en de "· ' .\klep"'if 2V( stand.A-Bj via. de afvoérleiding. 1¾¾. in de atmosfeer. In de ' ;.· ·' ;·.·/·. afyoerleiding 1¾^ bevindt zich, een oplosmiddeldampdetector lk'6,. die bij ; -Lvi doorbraak van de oplosmiddeldampen. kleppen 13'^y. 1^2 en 1Λ8 bestuurt,. De 1 ·20.' . betreffende· regellijnen" zijn schematisch aangednid door onderbroken lij-.
• nen«v "· _ ·..·· · . ,. · ' . . ; '. .Eerst wordt klep 13^' in de stand. A-B geschakeld, waardoor de ·, met" oplosmiddeldampen beladen afvoerluchtvia.de toevoer lei ding 136b wordt omgeleid in heit absorptiemiddelvat '13'8b. Tezelfdertijd wordt de 25 klep ik2 omgezet in. de stand C-B, waardoor de aan oplosmiddeldampen . verarmde'afyoerluehtstroom door de afvoerleiding '1 kb kan wegstremen in de atmosfeer. ' ’ , - ' · J · " -r *· . . Gelijktijdig; met het begin, van de beladingsfaze in het ad- " _ : . sorptiemiddelvat; 138b begint het inert maken van, het adsorptiemiddel- .
30 . vat 138a. Voor dit doel wordt de stuur klep 112" geopend, en stroomt het inerte gas door de leiding 120 naar de klep 122, die in de stand A-B open is. De stand G is ten dele open,, zodat een deel van het inert gas door de omlóopleiding 12^ via de klep 126 (stand. C-A) terugstroomt in . de terugstroemlei'ding voor het inerte gas.
35 Hef hoofddeel" van het inerte gas komt .via de leiding 150, en de stuurklep' lU8 (stand A-B} in het adsorptiemiddelvat 138a, waar het , de: afvoer lucht .verdringt, m het-mengsel met de verdrongen afvoer lucht 8 1 0 5 0 3^ _ Λ- ,;jι:';·ν.;· ..... ; -.χ. - — y - . : j-iyvy,.. .:;:S.w ί -.· y- ; j · ! * stroomt" het inerte, gas dandoor de leiding; 152a ia de H.ep Ijka. (stand ; C-B) en' vandaar door de leiding" "156a in de afvoerliiehtleiding 130. Ten-. . \ einde het ^ terugstromen Tan de afvoerlueht uit de leiding 130 in de lei— • ding 156a te voorkemén, is daarin een smoor orgaan 158 a aangetracht.
j"· 5.' -1 ' In de afroerleiding "152a is een zuurstofdetector 160a aange— - j ,i. . ..-ÏaraeBt"3:die'"bi^ het' zakken tot "Beneden de maximaal toelaatbare zuurstof— ; I·..: · concentratie in.de leiding 152a een stuursignaal overdraagb naar de klep-" ( -*}..pea# 12*':15fta· ehyl62.; De klep ""112" -Hordt gesloten en de inerte gasstroom .· { i· .wordt Tia.de klèppen'15fta (stand C-A), 162 (stand B-A) en 15¾ (BiA) ' .-4alsmede via de klep 12"6 (B-A) in de terugvoerleiding "128 voor het inerte ' · ga&.'gelëid» Zodoende'is de ’’grote inerte gaskringloop'* opgetcrtzwd.
·. yy v?.-·;::·- Voor het'deserteren van het· in het adsorptiemiddelvat 138a · ; zich "bevindende adsórptiemiddél,. wordt het verwarmingsregister 118 in- " I . ; 'geschakelde Deze kan eveneens worden "bestuurd, door de zuurstofdetector • ">15. l60a» " y ·. ‘ . "· . ’ " . . ' . · i .
. \ ^ "Door de hete inerte gasstrocm.wordt." het adsorptiemiddel in . , .....het adsorptiemiddelvat" 138a gedeserteerd, en stroomt de met oplossing-y. middel, dan een "beladen" inerte gasstrocm door de kleppen 15¾ (C-A), * :-i0;i"162'(Bt-A)».-15¾ (Βι-A}.en. 126 (B-Ai alsmede door de leiding 128 in het 2G- eondensatiedeel,.waarvan de ver dichter thans met vol vermogen wordt "be— ! ^ dreven»· Qp grond van de verdichting en de'daarop volgénde uitzetting condenseren de ©plosmiddeldampen en wordt het oplosmiddelcondensaat "bij . 11"6. onttrokken» De dan van ©plosmiddeldampen "bevrijde, inerte gasstrocm.
. wordt. teruggeleid in het adsorptiemiddelvat 138a.
25 . ÏTadat de desorptie in de adsorptlemiddellading in de adsorp— ..tiemiddelhouder 138a is beëindigd,, hetgeen bijvoorbeeld kan worden vast- i gesteld met behulp van een in de leiding 128 aangebraehte oplosmiddel-.: . dampdetector l6k worden de adsorptiemiddelhouders 138a en 138b door be-" diening van de betreffende kleppen omgezet. Deze omzetting kan automa-30 . tiseh plaats vinden met behulp van de detector 16k. Omdat echter de desorptie in het algemeen sneller plaats vindt dan de adsorptie, kan het doelmatig zijn de inerte gaskringloop na de vermindering van de oplos-middeldampeoncentratie in de terugvoerleiding 128 voor het inerte gas nog een- bepaalde tijd ‘in stand te houden. Eerst wordt met behulp van de 35 detector l€k het verwarmingsregister 1l8" uitgeschakeld, bijvoorbeeld doordat de detector via bijpassende sehakelorganen een hete damplexding - - . naar het verwarmingsregister 118" sluit. Verder kan de koelmiddeltoevoer 8105038 _ ...::.. >:·.·' "·^ ,v ' ··.;. ···.'.,..:. .Λ; I ..·' . ·/ ! in liet:'· CQndengatiedëel'.d ife worden’ vergroot en’.karnde -yerdiehter.imet. een ‘ ..· j · kleiner' vermogen’worden' gedreven', .
/, f\..- Nadat de adsorptiemiddelhoiider'138a tot ongeveer de omgevings-1 . [ - ;,· temperatuur is· afgekoeld, vindt de omzetting plaats. Dezè kan eventueel - .'V'";i-f '5 ’ automatisch plaats’vinden door. een/temperatui^taster (niet'weergegeven).
- -. '· 1.'·-.; .'^Voor .dit doel’ wordt de klep 13¼ in de stand A-C geschakeld, en stroomt de ' .•f;.met.'oplosmiadeld'ampen;·Beladen .afvoerlucht via de leiding '136a'in· het af-, v;/:.gekèelde‘adsórptiemiddelvat'"ISSa. De daarvr.vaa oplosmiddeldampen Bevrijde } t^^yafvoerluchtstroóm^.die eerst nog . inert gas Bevat, .wordt via de leiding ‘ ‘ > - , >ï(Xen.de ‘klèp’.T&2’:. (stand A-B) alsmede de’ leiding 1½ in de atmosfeer " ' ,.· .. ' '.'L·'geleid..·- . .. '' "·''.·’.’' :- · ·.·' ·'·· \ '-.i·" / .'.i: ;. '.·ι·’.. . . :. .·' “i·..;.·' 'Λ. > .'· · ; '· : · — ·; . · .·- . : . i :-:y '· I.: Si^het smzetten.'van de kleppen 13¾- en 11+2 wordt tezelfderti jd ! - ' .
KLepi'±&a. in-dé. stand A-C: geschakeld,, en wordt, de nogkoude inerte* .
" > : ' j... gasstrocai.voor het’ inert maken in het 'adsorptiemiddelvat T3ÖB geleid. . ’' .? ·. ^it dit: /vat stroomt het’inerte gas· via de leiding 152B en de kleppen 15¾¾ ; . :.:1.: V·-(staand. G4-B1 en. 162: (stand A^Cj -in de leiding 15’βΒ en door het smooror— ’ gaan. I5BB in de afvoerluchtleiding 130’.. · . . Λ -;·.- - . .. ,.._De.met· afvoerlucht en oplosmiddeldampen verontreinigde inerte . ;1» c-:-;p,sa^tr©cB|:.v«?enigfe’;.ssicBL daar· aet. dé met oplosmiddeldampen Beladen afvoer— 2a;;·. lucht en wordt, samen daarmede door het adsorptiemiddelvat 138a geleid.
• l: :; - '.v·. Teneinde de hierBij optredende verliezen aan inert gas te ver—.
·· [. effenen^.wordt de klep: 112' geopend totdat het adsorptiemiddelvat 138B in, .. ' ’voldoende mate inert is gemaakt,, hetgeen wordt vastgesteld met Behulp -yan de - zuurstof detector 16OB. Deze sluit via Bijpassende stuurorganen . .25 , de · klep 1T2’. en Brengt de klep 15¾¾ in de stand C-A en de klep 126 in de . stand BtA, zodat de ,rgroté inerte gaskringloop" door de adsorptiemiddel-. - i'houder 138b is opgeBouwd. · Nadat dit heeft plaats gevonden, worden met Be- hulp van de zuur stof detect or 60B het verwarmingsregister 118 ingeschakeld .-'en het eondensatiedêel’1^’ in werking gezet,, zodat de desorptie van de'in * . v * .
30 , het vat 138B aanwezige adsorptiemiddellading·kan plaats vinden, waarBij . tezelfdertijd de lading plaats vindt van de adsorptiemiddellading in het vat 138a. ,
Nadat de desorptie in de adsorptiemiddellading in het vat 13δΒ is Beëindigd,, wordt het vat door· het uitschakelen van het verwarmingsre-• 35 gister'IIS: (via-de oplosmiddeldampdet eet or 16¾) afgekoeld, en door een aangepaste omzetting van de kleppen 13’U, 112' en il+8 op de hiervoor Be»-—- schreven wijze, geschakeld op adsorptie, waarBij het adsorptiemiddelvat.:· 8IÖÏÖ38 ..
.- ; ., V·;·'.." .^2i-w - -,. ·· · · ' ί.
/ " I. 13&a door een'aangepaste omzetting van.de kleppen-:A8 en'-l^ka·.eerst ' inert wordt gemaakt en' aansluiteiid door omzetting ran de kleppen 102 .
i , en 15¼¾ wordt geschakeld op desorptie.' ' . Deze' omzetting kan willekeurig vaak worden herhaald. Op grond 5 van de "beschreven hesturingsmechanismen kan de werkwijze in vergaande r. .mate automatisch verlopen,.waarbij de optimale omzettingstijdstippen . , -: nauwkeurig kunnen' worden vast gelegd» zodat ook de als gevolg van de ; ·.' werking optredende inerte gasverliezen klein kunnen worden gehouden.
.: . r- yerder wordt door de werkwijzebesturing volgens de uitvinding . ilO'.;. ooh voorkomais dat oplosmiddeldampen en andere condenseertare schade- ; - · olijke’stofien in; de atmosfeer terecht kunnen komen. «.' r ’ \ ·>. ' :· ·· ~ ' | Φ _ \ 8105038

Claims (2)

11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies met bet kenmerk, dat de vereiste desorptietemperatuur automatisch wordt ingesteld na bet zakken tot onder de maximaal toelaatbare zuurstofconcentratie. • 12* Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat bij toepassing van oplosmiddelmengsels een gefractioneerde desorptie 35 wordt uitgevoerd door een trapsgewijze verhoging van de desorptietempera-tuur. 13. ' Werkwijze volgens conclusie 12 met bet kenmerk, dat de trapsge- 8 1 05038 ' f · U j- ; ; : ·. O > ' "O O ·./’ -' 'V O ' ; \ j ;' V - \ i. j --wijze'yerï^ging yan .de .desprptietèmperatuur automatisch vordt uitge- , J j yoerd. · ' . · ' · ;· '.....; - . . • 1*i,: Wferkvij^e'volgens een'.der'voorgaande conclusies met het ken- 1 | ' ; - merk,' dat in, de desèrptiefaze de' oplosmi ddeldampc one entrati e in de .' ; j door.de "Betreffende'Msèrptiemiddelladihg gegane inerte gasstroom wordt .... ; gemeten,, "en .debeladingsfaze na het "bereiken van een voorafbepaalde con- . eentratiewaarde vordt- ingeleid. · | • ' . ,· 15νΛ,· . 31ferkw£j ze:Volgens- conclusie ,14'met hét" kenmerk, dat:'de.tempe-'ratuur. van^de adsorptiemiddellading. hij het. inleiden van de "beladings-.~ Γi0"‘..>.f aze"..automatisch wordt verlaagd. . - ' - ", ;! Vl#*.;··,:.’ vinstallatie voor-het.-uitvoeren van de werkwijze vólgens een · ' . . · . ;-r~s, der .voorgaande conclusies,, voorzien van althans êën adsorptiemiddel- ' U ’' . f.·,. vat',/"dat ié uitgerirst: met toevoerlei'dingen en afyoerleidingen voor het ' . . ; -r .·.·,· . afwièselènd doorleiden''van eenmet'oplosmiddeldampen-"beladen,, koude 'h 15* ' afVoer luchtstroom of"een aan'opiosmiddeldampen arm.e. inerte gasstroom,. '_· . : , ί-: .van'althans-ttn",met .de afvoerleiding van. de in .het adsorptiemiddelvat . . . met'©plosmiddeldampen'heladen inerte gasstroom. verbonden koelinrichtingV , ;; . van althans. eln. op de koel inrichting volgende oplosmiddels chel der, en ;'· ! yan ‘ althans êêh’ op ..da laatste, oplosmiddelscheider volgende en met de . ' ! " · , 20; .· toeyoerleiding naar het' adsèrptiemiddelvat verbonden inrichting voor het. veer verwarmen van de af gekoelde·,, aan. oplosmiddeldampen arme inerte gasstroom., -met" het kenmerk,, dat de door de met oplosmiddeldampen beladen inerte gas-stroom doorstroomde koelinrichting, een uitzettingsturbine (7*0 . vormt, .waarop althans tlh verdicht er. (70) volgt. 25 17'» Installatie volgens conclusie-16 met het kenmerk, dat v66r de uitzettingsturbine (-7*t) koelinrichtingen (66, W-) zijn aangebracht. , 18. ·. Installatie volgens conclusie 16 of 17" met het kenmerk, dat „ de uitzettingsturbine (7*0 meehanisch is gekoppeld aan een verdichterr ; ' (το)..' .· . " ' 3Cf’ 19'. " Installatie volgens een der conclusies l6 - 18 met het ken»» merk,, dat althans twee yerdiehters (58, 70) zijn voorzien, waartussen een .tussenkoeler' (66) is aangebracht. ' 2Q. Installatie volgens een der conclusies l6 - 19 met het ken merk, „dat. de ene of de verdere yerdiehters (58) zijn gekoppeld met een 35 uitwendige arbeidsmachihe (6o), waarbij de tweede of de laatste verdich-t.ers- (70). direkb meehahisch^zi'jn, gekoppeld aan de uitzettingsturbine. : 8l 0"'5 0 3 8 ~T..... ' <· ; ; — ·. TV 25 Tt .... 1. 21*'. Installatie volgens-, een der" conclusies 1 €._= 2Q ©et-het kenmerk, . dat'in de varme, '.-met' oplosmiddeldampen' Beladen' inerte: gasstroom een in^ ' direkte warmtewisselaar (:ft))' is amgebraeht,:die wordt doorstroomd door . de koude, aan’ oplosmiddeldampen arme afvoerlucht. " ..... . 5 22* Installatie volgens een der conclusies 16 - 21 met het kenmerk,. * . : dat tussen' de verdiehter (foj en de uitzettingsturbine (ft) in de met ’ ©plo smiddeldamp en "beladen inerte gas stroom als inrichting 'voor het weer "«: .... . -'verwarmen daarvan een'warmtewisselaar (ft) is aangebracht, die wordt . ·.; ; ^ i' doorstroomd door de koude, aan ’ oplosmiddeldampen arme inerte gasstroom. * k · - .··.*..·* /- r - * . . . 10' 23." .' · * ' Installatie volgens een der conclusies Λ& - 22 met het kenmerk, -- dat·.althans twee adsèrptiemiddelvaten - (28a, h) zijn voorzien, waarvan r- afwisselend..het ene (28¾ of a), waarvan het adsorptiemiddel is beladen · ._ meir oplosmiddel, in de aan'oplosmiddeldampen warme inerte gaskringloop is geschakeld, en het andere (28a of b), waarvan het adsorptiemiddel "15". ia verarmd aan'oplosmiddel, uit de inerte gaskringloop is geschakeld en in. een met oplosmiddeldampen beladen koude afvoerluchtstroom. • : 2ft,. ' V Installatie volgens een der conclusies lè — 23 met het kenmerk, I dat·-het. ene adsorptiemiddelvat (28b) is voorzien van een naar het andere j adsorptiemiddelvat ('28a) voerende afvoerleiding (3T), door welke lei— . 20. . ding hij het begin van de desorptie een deel. van de met de afvoerlucht verontreinigde, oplosmiddeldampen bevattende inerte gaskringloopstroom in het andere adsorptiemiddelvat (28a) wordt geleid.
25. Installatie, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een .· der conclusies 1 — IS voorzien van twee adsorptiemiddelvat en, waarvan 25 afwisselend het ene, waarvan het adsorptiemiddel is beladen met oplosmiddel, in de aan oplosmiddeldampen arme inerte gaskringloop is geschakeld, en het andere, waarvan het adsorptiemiddel is verarmd aan oplos-middel,.uit de inerte gaskringloop is geschakeld en in een met oplosmiddeldampen beladen, koude afvoerluchtstroom, van een met de afvoerleiding 30 van. het ene adsorptiemiddelvat verbonden koelinrichtxng met een daaropvolgende opïosmiddelscheider voor het verwijderen van de naar het ene adsorptiemiddelvat in de inerte gasstroom vervatte oplosmiddeldampen, en van een op de opïosmiddelscheider volgende en met de toevoerleiding naar het ene adsorptiemiddelvat verbonden inrichting voor het weer ver-35 warmen van de af gekoelde, aan oplosmiddeldampen arme inerte gasstroom met het kenmerk, dat het ene adsorptiemiddelvat (138a) is voorzien van een naar het. andere adsorptiemiddelvat. (138b) voerende afvoerleiding 8105 038 _” ./ j ; / _ -: ' ·:··''._· ' · «2 6!τ. ' . ; ' : · ' ,· ; (I5'2a) 15'Êa, J30'9. J3'6ï>}, door welke leiding "hij het,"begin yan.de de- - . - sorptiefaze' èeh deel van de-met . de aiVoerlusht'.verontreihigde,'oplos- ; middeldampen bevattende inente gaskringloopstrocm ’in bet'andere adsorp- ' - . . tiemiddelvat . (i3Sh) 'wordt geleid. '' ; . 5:; 26. ' Installatie volgens conclusie 25 met' het kenmerk, dat in de door de afvo'erlucht of door het', inerte gas door stroomde afvoer leidingen .·. l· ('152a, 12β) van de adsórptiemiddelvatên, 'zuurstof- of oplos- / > middeiaan^detectoresa'' (3 ÖQa», h of 1^6, 16¼) zijn aangebracht, die zijn \ - / ‘: verbonden met organen'voor het.. he sturen van omzetkleppen (112‘, 13^, 1^2,: ;''. ·'·Tt8^,1;5^a,:h,X362]vof sehakelinricihtingen. voor het verwarmen of afkoe-/ ^i-^^len van de· inerte gas-stroomv " -!> ·· ‘. · - f 1 · · · - · . - &./ - - . 27Γ»Installatie volgenscconclusie25 Of 26 met het kenmerk, dat , .i.; .voor het'.veréffenèrLvan inerte gasverliezen tij'dens bedrijf een inerte ... .· : gasbron Cli'O'J;. is· aangebracht'in de inerte gasleiding. ,:i 'v. .. ' 15... 28. :. ' Installatie volgens een der conclusies 25 - 27, met het kenmerk», / . dat de inert e gasbron;: (110) kan: worden, bestuurd door een, in een. afvoer- ' ' . :· leiding (152a of b'.}" van het adsörptiemiddelvat (T38a)of h) aangebrachte .. ..... , -·. zuurstofdetector. (1 6Öa of b J.. - . ’ - . . - ’ . '· 1 7 8105038
NL8105038A 1980-11-07 1981-11-06 Werkwijze en installatie voor het terugwinnen van oplosmiddelen. NL8105038A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19803042082 DE3042082A1 (de) 1980-11-07 1980-11-07 Verfahren und vorrichtung zur wiedergewinnung von loesungsmitteln
DE3042082 1980-11-07
DE3042081 1980-11-07
DE19803042081 DE3042081A1 (de) 1980-11-07 1980-11-07 Verfahren und anlage zur wiedergewinnung von loesungsmitteln

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8105038A true NL8105038A (nl) 1982-06-01

Family

ID=25788996

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8105038A NL8105038A (nl) 1980-11-07 1981-11-06 Werkwijze en installatie voor het terugwinnen van oplosmiddelen.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4414003A (nl)
AT (1) AT383047B (nl)
AU (1) AU546133B2 (nl)
CH (2) CH657999A5 (nl)
DK (1) DK491381A (nl)
ES (1) ES8303933A1 (nl)
FI (1) FI813505L (nl)
FR (1) FR2493724A1 (nl)
GB (2) GB2088742B (nl)
NL (1) NL8105038A (nl)
NO (1) NO813767L (nl)
SE (1) SE8106597L (nl)

Families Citing this family (48)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4516988A (en) * 1983-08-25 1985-05-14 Rekuperator Kg Dr.-Ing. Schack & Co. Method and apparatus for purifying a gas stream in a sorption filter
US4536197A (en) * 1983-09-16 1985-08-20 Cook Thomas E Process and apparatus for removing adsorbed material from an adsorber
US4487614A (en) * 1983-11-16 1984-12-11 Union Carbide Corporation Adsorption separation cycle
US4565553A (en) * 1984-05-24 1986-01-21 Bildon Ind Inc Method for the removal and disposal of paint solvent
FI81968C (fi) * 1984-07-06 1991-01-10 Seinaejoen Kylmaekone Oy N Kon Foerfarande foer tillvaratagande av i gaser befintliga foeroreningar.
FR2580947B1 (fr) * 1985-04-25 1989-09-01 Air Liquide Procede et installation d'epuration par adsorption sur charbon actif, et pot adsorbeur correspondant
US4717697A (en) * 1985-07-16 1988-01-05 Takeda Chemical Industries, Ltd. Method of regenerating zeolite to remove acetone and water
US4689054A (en) * 1986-01-07 1987-08-25 Vara International, Inc. Process for the removal an disposal of airborne contaminants from paint booths and the like
US4869734A (en) * 1986-03-03 1989-09-26 Tri-Dim Filter Corporation Air cleaning system
EP0260481B1 (de) * 1986-09-16 1991-04-17 OTTO OEKO-TECH GMBH &amp; CO. KG Verfahren und Vorrichtung zum Abscheiden und Rückgewinnen von flüchtigen Lösungsmitteln
US4849111A (en) * 1987-02-09 1989-07-18 Richard F. Abrams Regenerating dynamic adsorber system and method for obtaining cleaned fluid from contaminated fluid
FR2612799B1 (fr) * 1987-03-27 1989-07-13 Ameg France Procede et equipement de traitement et de recuperation de vapeurs de solvants par recyclage sur charbon actif
DE3881504T2 (de) * 1988-01-27 1993-10-07 Croudace Holdings Pty Ltd Anlage zum Unschädlichmachen dampfförmiger Emissionen aus einem Tanklager.
US5015365A (en) * 1988-04-20 1991-05-14 Vara International Inc. Process for removing halogenated hydrocarbons and other solvents from a solvent laden air (SLA) stream
DE3821523A1 (de) * 1988-06-25 1989-12-28 Rombach Gmbh Johann B Vorrichtung zur kontinuierlichen abtrennung und wiedergewinnung eines loesungsmittels aus loesungsmittelhaltiger abluft
EP0357897B1 (de) * 1988-08-31 1992-05-06 MEIER, René Einrichtung zum fortlaufenden Reinigen lösungsmittelhaltiger Abluft
JP2790328B2 (ja) * 1988-09-07 1998-08-27 武田薬品工業株式会社 薬品賦活成型活性炭並びにその製造法及び用途
US4919692A (en) * 1988-12-19 1990-04-24 Vara International, Inc. Process for removing solvents and other contaminants from an inlet solvent laden air path
US4902310A (en) * 1989-05-16 1990-02-20 Vara International, Inc. Process for removing halogenated hydrocarbons from solvent streams
US4966611A (en) * 1989-03-22 1990-10-30 Custom Engineered Materials Inc. Removal and destruction of volatile organic compounds from gas streams
EP0416127B1 (en) * 1989-03-24 1994-06-22 Asahi Glass Company Ltd. Process for efficiently recovering adsorbable gas from gas which contains adsorbable gas at low concentration
US4986836A (en) * 1989-05-15 1991-01-22 American Environmental International, Inc. Filter system to remove environmentally harmful products
US5110328A (en) * 1989-06-07 1992-05-05 Kabushiki Kaisha Kobe Seiko Sho Solvent adsorber and solvent recovery system
US4963168A (en) * 1989-07-21 1990-10-16 Allied-Signal Inc. Apparatus for recovering solvent from solvent laden process air streams
SE466292B (sv) * 1989-10-12 1992-01-27 Jan Andersson Foerfarande och anordning foer att avskilja ett eller flera aemnen fraan gaser
US4971606A (en) * 1989-11-06 1990-11-20 Air Products And Chemicals, Inc. Closed-loop thermal regeneration of adsorbents containing reactive adsorbates
DE4004532C2 (de) * 1990-02-14 1996-05-09 Fraunhofer Ges Forschung Verfahren zur Regenerierung von Adsorbern
JP2572294B2 (ja) * 1990-06-21 1997-01-16 富士写真フイルム株式会社 溶剤回収処理方法
US5149342A (en) * 1991-04-17 1992-09-22 Calgon Carbon Corporation System for recovering solvents and disposing of contaminants released by regeneration of solvent laden air adsorber vessels
US5152812A (en) * 1991-05-10 1992-10-06 Kovach J Louis Recovery of condensable organic compounds from inert gas streams laden
US5198001A (en) * 1991-09-13 1993-03-30 Calgon Carbon Corporation Apparatus and process for removing organic compounds from a gas stream
DE4133869C2 (de) * 1991-10-12 1995-12-14 Nitsche Manfred Verfahren zur Reinigung eines mit Kohlenwasserstoffdämpfen beladenen Rohgas- und/oder Abgasstromes unter Rückgewinnung der Kohlenwasserstoffe
US5312477A (en) * 1993-02-23 1994-05-17 M & W Industries Adsorption/regeneration process
US5470377A (en) * 1993-03-08 1995-11-28 Whitlock; David R. Separation of solutes in gaseous solvents
US5389125A (en) * 1993-08-20 1995-02-14 Daniel D. Thayer Automated system for recovery of VOC's from process air
US5405431A (en) * 1993-10-04 1995-04-11 Phillips Petroleum Company Automatic adsorption tower switching system
DE59402050D1 (de) * 1993-11-18 1997-04-17 Sebald U E Verfahren und Anlage zum Entfernen von Lösemitteldämpfen aus Abluft
DE4339667A1 (de) * 1993-11-22 1995-05-24 Engelhard Process Chem Gmbh Energiesparendes Verfahren zur Sorption von organischen Verbindungen aus Gasen
US5509956A (en) * 1994-07-08 1996-04-23 Horizon Holdings, Inc. Regenerative apparatus for recovery of volatiles
US5779768A (en) * 1996-03-19 1998-07-14 Air Products And Chemicals, Inc. Recovery of volatile organic compounds from gas streams
JPH11137944A (ja) * 1997-11-05 1999-05-25 Toho Kako Kensetsu Kk ガス処理装置
US5951741A (en) * 1998-03-27 1999-09-14 John Zink Company Hydrocarbon vapor recovery processes and apparatus
AU2002235254A1 (en) * 2000-10-19 2002-05-06 American Purification, Inc. Apparatus and method for removing and fractionating sorbates from sorbents
US7044055B2 (en) * 2004-04-30 2006-05-16 Timothy Gotsick System for thermal development of flexographic printing plates
US7935178B2 (en) * 2008-03-26 2011-05-03 Uop Llc Use of a biphasic turbine in a process for recovering energy in gasification and natural gas applications
WO2013162965A1 (en) * 2012-04-27 2013-10-31 John Zink Company, Llc Handling liquid hydrocarbon
US20160284445A1 (en) * 2015-03-28 2016-09-29 Y Generation Technologies Company Limited Energy efficient copper wire production system
WO2023229583A1 (en) * 2022-05-24 2023-11-30 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Volatile material filters

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1533716A (en) * 1924-11-12 1925-04-14 Voress Clyde Lennard Process and apparatus for the recovery of gaseous vapors
GB282541A (en) * 1926-11-12 1927-12-29 Masatosi Okochi A process of obtaining volatile hydrocarbons such as gasoline, benzene or other hydro-carbon oils contained in natural gas, coal gas, water gas, air or other gaseous mixtures, and apparatus therefor
US2114810A (en) * 1934-12-29 1938-04-19 Union Carbide & Carbon Corp Solvent recovery
US2345774A (en) * 1940-08-23 1944-04-04 Delaware Engineering Corp Method and apparatus for the treatment of gases
US2359660A (en) * 1941-05-12 1944-10-03 J F Pritchard & Company System for reactivating adsorbents
US2428885A (en) * 1943-06-25 1947-10-14 Chemical Developments Corp Method of ventilation including the removal of solvent vapor by adsorption
US2588296A (en) * 1946-02-15 1952-03-04 Aluminum Co Of America Gas treatment and apparatus therefor
DE1544102A1 (de) * 1965-01-15 1970-03-12 Du Pont Kontinuierliches Verfahren zum Auftragen von in Loesungsmitteln geloesten Materialien
DE1519969A1 (de) * 1965-12-17 1969-04-10 Burnett And Lewis Ltd Verfahren und Einrichtung zum Zerlegen von Gasgemischen
US3479797A (en) * 1967-08-10 1969-11-25 Continental Oil Co Surge chamber for hydrocarbon recovery sorption systems
US3577867A (en) * 1968-08-19 1971-05-11 Continental Oil Co Method for cooling heated adsorbent beds
US3534529A (en) * 1969-10-27 1970-10-20 Day & Zimmermann Inc Process for recovering organic vapors from airstream
BE758402A (fr) * 1969-11-03 1971-04-16 Titan Gmbh Elimination du sulfure de carbonyle de gaz industriels
CH573766A5 (nl) * 1973-07-27 1976-03-31 Ameg Ag
GB1513377A (en) * 1974-09-12 1978-06-07 British Ceca Co Absorber control systems
US4021211A (en) * 1975-02-26 1977-05-03 Klaus Turek Process and apparatus for separation of solvents from an air stream laden with solvent vapors
JPS5250979A (en) * 1975-10-22 1977-04-23 Kuri Kagaku Sochi Kk Method of condensing or liquefying a specific component
US4012847A (en) * 1975-11-24 1977-03-22 Autosonics Inc. Solvent recovery system
US4203734A (en) * 1976-03-16 1980-05-20 Ceagfilter Und Entstaubungstechnik Gmbh Method and apparatus for the selective adsorption of vaporous or gaseous impurities from other gases
US4189848A (en) * 1977-08-04 1980-02-26 The United States Of America As Represented By The Department Of Energy Energy-efficient regenerative liquid desiccant drying process
US4289505A (en) * 1980-06-13 1981-09-15 Air Resources, Inc. Solvent recovery from water

Also Published As

Publication number Publication date
GB8403183D0 (en) 1984-03-14
DK491381A (da) 1982-05-08
NO813767L (no) 1982-05-10
ATA477081A (de) 1986-10-15
US4414003A (en) 1983-11-08
CH657999A5 (de) 1986-10-15
CH661216A5 (de) 1987-07-15
AU546133B2 (en) 1985-08-15
GB2132910B (en) 1985-07-03
GB2088742A (en) 1982-06-16
SE8106597L (sv) 1982-05-08
AU7677581A (en) 1982-05-13
AT383047B (de) 1987-05-11
GB2088742B (en) 1985-07-03
FI813505L (fi) 1982-05-08
ES506916A0 (es) 1983-02-16
FR2493724A1 (fr) 1982-05-14
GB2132910A (en) 1984-07-18
FR2493724B1 (nl) 1985-03-29
ES8303933A1 (es) 1983-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8105038A (nl) Werkwijze en installatie voor het terugwinnen van oplosmiddelen.
Tlili et al. Carbon dioxide capture and recovery by means of TSA and/or VSA
US4056369A (en) Method of and apparatus for the recovery of a desired material from a carrier stream
US2880818A (en) Processes and apparatus for recovering hydrocarbons from gas streams
EP0157090B1 (de) Verfahren sowie Anlage zur Reinigung von Werkstücken mittels eines flüssigen Lösemittels
US2323524A (en) Drying process
US4203734A (en) Method and apparatus for the selective adsorption of vaporous or gaseous impurities from other gases
RU2648062C1 (ru) Установка адсорбционной осушки газов
EP0688596B1 (en) Recovery of substances from exhaust streams
WO2009116671A1 (ja) 高炉ガスの分離方法および装置
AU746629B2 (en) Device and process for dehydration of water absorbent
JP6468995B2 (ja) 圧力スイング吸着法によるガス分離方法及び設備
US20210008490A1 (en) Process for aftertreatment of regeneration offgas
NL2013015B1 (en) Process and apparatus for separating metal carbonyls from gas mixtures.
US4460466A (en) Adsorption filter with desorption device
US5547491A (en) Procedure for the selective recovery of solvents from solvent gas mixtures and device for the realization of the procedure
JPH05302920A (ja) 炭素測定装置
JP3570732B2 (ja) 塩素ガスの濃縮方法および装置
JP3364118B2 (ja) 無機系吸着剤によるガス処理方法及び装置
GB2151501A (en) Continuous sorption process
CN102807199B (zh) 氩气的提纯方法及提纯装置
EP0512943B1 (en) Recovery of condensable organic compounds from inert streams laden therewith
US5163980A (en) Water removal from humid gases laden with organic contaminants by series adsorption
CA1071118A (en) Method and apparatus for the selective adsorption of vaporous or gaseous impurities from other gases
SU1286252A1 (ru) Способ рекуперации органического растворител из паровоздушной смеси

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed