NL8102192A - Afsluitplaateenheid voor een schuifsluiting. - Google Patents

Afsluitplaateenheid voor een schuifsluiting. Download PDF

Info

Publication number
NL8102192A
NL8102192A NL8102192A NL8102192A NL8102192A NL 8102192 A NL8102192 A NL 8102192A NL 8102192 A NL8102192 A NL 8102192A NL 8102192 A NL8102192 A NL 8102192A NL 8102192 A NL8102192 A NL 8102192A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plate unit
plate
refractory
metal
unit according
Prior art date
Application number
NL8102192A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stopinc Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stopinc Ag filed Critical Stopinc Ag
Publication of NL8102192A publication Critical patent/NL8102192A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22DCASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
    • B22D41/00Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like
    • B22D41/14Closures
    • B22D41/22Closures sliding-gate type, i.e. having a fixed plate and a movable plate in sliding contact with each other for selective registry of their openings
    • B22D41/28Plates therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Casting Support Devices, Ladles, And Melt Control Thereby (AREA)
  • Sliding Valves (AREA)

Description

Ssi/wd/10 . » -1-
Afsluitplaateenheid voor een schuifsluiting
Voor een uitwisselbare inbouw van vuurvaste,aan grote slijtage blootstaande afsluitplaten (een stationaire bodemplaat of beweegbare schuifplaat) van schuifafsluitingen voor metallurgische smeltvaten zijn in hoofdzaak twee methoden 5 gebruikelijks in de eerste plaats het uitbreekbaar met mortel bevestigen van de vuurvaste plaat direct in een metalen draagraamwerk (met inbegrip van het gestelraamwerk) van de afsluiting of het inbedden van de vuurvaste plaat in een omhulling van metaalplaat, waarbij de op deze wijze van te 10 voren vervaardigde plaateenheid dan zonder gebruik van mortel in het dragende raamwerk wordt geplaatst. De uitvinding heeft overeenkomstig de aanhef van conclusie 1 betrekking op een afsluitplaateenheid van de tweede soort.
Een belangrijk doel van de ontmanteling van de metalen 15 piaat is cm de vuurvaste plaat een solide samenhang te geven, wanneer in bedrijf van de afsluiting scheuren in de plaat optreden. Dergelijke scheuren zijn bij de bijzonder hoge thermische en mechanische belastingen praktisch onvermijdbaar en zouden noodlottige gevolgen kunnen hebben,wanneer de samen-20 stellende delen van de plaat uit elkaar wijken, respectievelijk ten opzichte van elkaar bij het bedienen van de afsluiting zouden kunnen gaan verschuiven. Om dit met zekerheid te verhinderen is een de vuurvaste plaat omgevende metalen rand in combinatie met een bodemvlak nodig, terwijl alleen maar een 25 op de wijze van een voertuigband om de rand van de plaat gespannen metalen band niet voldoende wordt geacht.
Bij het in massa vervaardigen van dergelijke plaateen-heden is het echter moeilijk de vuurvaste plaat en de mantel van metalen plaat met de vereiste nauwkeurigheid met elkaar 30 te verbinden. In het bijzonder moet de metalen bodem ten opzichte van het aan de andere zijde gelegen vlak geslepen glijvlak van de vuurvaste plaat zeer nauwkeurig zijn gericht, opdat de afdichting tussen de beide platen is gewaarborgd en de schuif bij het bedienen niet vast gaat klemmen. Optre- 8102 192 # t *· -2- dende maatafwijkingen van de vuurvaste plaat en van de metalen mantel worden echter door de verbindende laag mortel slechts onvolkomen gecompenseerd/' omdat de mortel bij het drogen, respectievelijk het verharden, een bepaalde niet altijd ge-5 lijk blijvende krimp ondergaat. Een onberispelijke oplegging en een volkomen evenwijdigheid van de vlakken kan daarom dikwijls slechts dóór omslachtige en kostbare nabewerking worden verkregen.
Ten slotte vormt ook de laag mortel zelf niet altijd 10 een volledig betrouwbare onderlaag voor de vuurvaste plaat, respectievelijk de brokstukken daarvan, omdat door het inpersen van de plaat plaatselijke verschillen in verdichting kunnen bestaan en de mortel in bedrijf soms zelfs tot week worden toe wordt verhit.
15 De uitvinding beoogt afsluitplaateenheden van de genoemde soort te verschaffen die met handhaving van de essentiële dragende functie van de metalen mantel, een rationele vervaardiging in grote hoeveelheden bij een gewaarborgde inbouw-nauwkeurigheid mogelijk blijft, maken.
20 Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt dank zij de in conclusie 1 beschreven maatregelen. Doordat het bodemvlak van de metalen mantel dus niet meer de oplegging van de plaateenheid vormt, hangt de inbouwnauwkeurigheid slechts nog van de vervaardigingsnauwkeurigheid van één enkel deel 25 af, namelijk van de vuurvaste plaat, en aan de vlakheid van de metalen mantel en aan de nauwkeurigheid van de samenbouw van plaat en mantel worden veel minder hoge eisen gesteld. De rechtstreekse oplegging van de vuurvaste plaat op het metalen draagraamwerk in de uitvoering volgens de uitvinding, elimi-30 neert daarbij alle onzekerheden die door de drukbelasting van de laag mortel konden optreden. De uitvinding kan op gelijke wijze worden toegepast op plaateenheden voor lineaire, draaibare en zwaaibare schuifsluitingen.
De stijfheid van de metalen mantel respectievelijk de 35 steunende werking op de vuurvaste plaat wordt door de in het bodemvlak aanwezige openingen nauwelijks nadelig beïnvloed.
In dit opzicht is het van voordeel wanneer aan het bodemvlak een ononderbroken,met de metalen plaatrand samenhangende randstrook aanwezig is (conclusie 2) en/of de openingen zo worden 8102 192 4- * -3- > aangebracht, dat telkens een aantal stroken van het vlak met elkaar zijn verbonden en samen een netwerk vormen dat zich over het bodemvlak heen uitstrekt (conclusie 3). De uitvinding kan zo worden gerealiseerd, dat de afzonderlijke vrij-5 liggende bereiken op verhogingen van de vuurvaste plaat liggen, waarbij deze hoogte zo is gedimensioneerd dat ze uitsteken tot voorbij het bodemvlak van de metalen mantel (conclusie 5), of overeenkomstig een variant volgens conclusie 6, volgens welke de genoemde bereiken ten opzichte van de 10 bodem van de metalen plaat verdiept zijn gelegen. In het tweede geval is de vuurvaste plaat zelf, in het eerste geval daarentegen het de plaateenheid opnemende dragende raamwerk iets eenvoudiger te vervaardigen. In elk geval is het van voordeel wanneer overeenkomstig conclusie 4 alle vrij— 15 liggende bereiken in een gemeenschappelijk aan het glijvlak evenwijdig vlak zijn gelegen, waardoor ze bij voorbeeld door een eenmalige slijpbewerking kunnen worden bewerkt. Op de ringvormige vlakke zone, die de doorstroomopening omgeeft, kan volgens conclusie 7 een van de vrij liggende, voor het op-20 leggen in het raamwerk bestemde bereiken, rechtstreeks aansluiten.
In het volgende worden enkele uitvoeringsvoorbeelden van de afsluitplaateenheid volgens de uitvinding aan de hand van de tekening nader verduidelijkt. In de tekening toont: 25 fig.1 een aanzicht van een plaateenheid voor een afsluiting met een draaibare schuif, fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II uit fig. 1, fig. 3 het aanzicht van een voor een rechtlijnig verschuifbare schuif bestemde plaateenheid, 30 fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV uit fig. 3.
De afsluitplaateenheid voor een draaischuifsluiting volgens figuur 1 en 2 waarbij het om de stationaire bodemplaat of om de draaibare schuifplaat kan gaan, is op bekende wijze in hoofdzaak cirkelvormig uitgevoerd en vertoont twee 35 tegenover elkaar liggende rechte randgedeelten 2a voor de borging tegen draaiing respectievelijk voor het koppelen met een draaiinrichting. De plaateenheid 10 vertoont een vuurvaste plaat 12, die in een metalen mantel 1, die bestaat uit een bodemvlak 3 en een metalen rand 2, is ingelaten en daarmee is verbonden via een mortellaag 9. Het ene door de 8102192 *1 -4- metalen mantel niet omvatte vlak 14 van de vuurvaste plaat 12 is als glijvlak nauwkeurig bewerkt (geslepen) en is bij gemonteerde afsluiting in nauwe aanraking met het bijbehorende glijvlak van de tegenover liggende afsluitplaateenheid.
5 De doorstroomopening van de vuurvaste plaat 12 is aangeduid met 13. In het geval van een schuifplaateenheid is meetal een tweede met een streepstippellijn aangegeven doorstroomopening 13a van de zelfde of een verschillende diameter aanwezig.
Een op de vuurvaste plaat 12 aansluitende, het doorstroom-10 kanaal verlengende vuurvaste bus 19 en het de plaateenheid opnemende metalen dragende raamwerk 18 zijn in figuur 2 met streepstippellijnen aangegeven. Een fixering van de plaateenheid 10 in het dragende raamwerk 18 kan op bekende wijze plaatsvinden bij voorbeeld met behulp van wiggen, excenters 15 of aandrukschroeven en is niet nader aangegeven.
Een rondgaande rand 2, 2a omvat de vuurvaste plaat 12 langs de omtrek. Met de metalen rand hangt het tegenover het glijvlak 14 liggende in figuur 1 met 3 aangeduide bodemopper-vlak van de metalen mantel 1 samen. Op de gebruikelijke wijze 20 wordt de metalen mantel 1 uit .een uitgesneden stuk plaat door dieptrekken vervaardigd. Het bodemvlak 3 vertoont een aantal openingen 7, 8 die van elkaar gescheiden zijn en van de metalen rand 2 door overblijvende stroken 4, 6 van het bodemvlak. Bij voorkeur reikt geen van de openingen 7, 8 tot aan 25 de rand 2, zodat een rondgaande d.w.z. een niet-onderbroken en met de rand samenhangende randstrook 4 van het bodemvlak blijft bestaan. De openingen 7 en 8 zijn zo uitgevoerd,dat de vlakke stroken 4 en 6 met elkaar zijn verbonden en een soort netwerk vormen, dat zich uitètrekt over het bodemvlak 30 3. Binnen de openingen 7 en 8 liggen bereiken 15 en 17 van de vuurvaste plaat 12 vrij toegankelijk, welke bereiken ten opzichte van het glijvlak 14 nauwkeurig zijn gericht en de directe oplegging op het metalen dragende raamwerk 18 vormen.
In het onderhavige geval liggen de bereiken 15, 17 op afzon-35 derlijke van elkaar gescheiden verhogingen 16 van de vuurvaste plaat van een zodanig hoogte, dat de verhogingen door de openingen 7 en 8 heen tot voorbij het bodenvlak 3 van de metalen mantel 1 uitsteken. Bij voorkeur liggen alle vrij Liggende bereiken 15 en 17 in êên vlak en zijn ze bij voorbeeld evenwijdig aan het glijvlak 40 14 vlak geslepen. Voor een goede oplegging is natuurlijk 8102 192 -5- % de voorwaarde dat ook een overeenkomstige vlakheid van het oplegvlak van het metalen raamwerk:18 aanwezig is. Door de beschreven uitvoering wordt bereikt, dat alle delen van het bodemvlak 3 (vlakstroken 4 en 6) op een afstand A van het dragende 5 raamwerk 18 liggen en dus niet de oplegging voor de plaat-eenheid 10 vormen. Binnen de ene opening 8, welke de door-stroomopening 13 cmgeeft, sluit het vrijliggende bereik 15a rechtstreeks aan op een ringvormige zone 19a, die overeenkomt met de diameter van de bus 19 en die is bestemd voor het 10 aansluiten van de vuurvaste plaat op dit aangrenzende vuurvaste deel. De genoemde ringvormige zone kan daarbij wat betreft de hoogte ten opzichte van het bereik 15a verschoven liggen of zoals is afgebeeld in het zelfde vlak zijn gelegen.
15 Ook de voor een afsluiting met een rechtlijnige ver schuiving van de plaat bestemde plaateenheid 30 (bodemplaat of schuifplaat) volgens de figuren 3 en 4 is opgebouwd uit een vuurvaste plaat 32 en een omgevende plaatmantel 21 die bestaat uit een metalen rand 22, een bodenvlak 23, waarbij deze delen via een laag mortel 29 met elkaar zijn 20 verbonden. Het met de metalen rand 22 samenhangende, tegenover het glijvlak 34 liggende bodemvlak 23 van de metalen mantel 21 vertoont weer een aantal openingen 27, waarbij deze openingen zijn gescheiden door een netwerk met elkaar verbonden vlakstroken 26 en waarbij, i^ijvoorkeur een met de metalen 25 rand 22 samenhangende en ononderbroken randstrook 24 in het bodemvlak 23 blijft bestaan. Een verdere opening- 28 in de metalen bodem 23 is aangebracht in de omgeving van de door- ê stroomopening 33.
De binnen de openingen 27 vrijliggende bereiken 35 van 30 de vuurvaste plaat zijn weer ten opzichte van het glijvlak 34 nauwkeurig gericht en vormen het oplegvlak voor het metalen dragende raamwerk 38,dat op de bekende wijze de afsluit-plaateenheid 30 opnèemt. Het verschil met de uitvoering volgens de figuren 1 en 2 is hier dat de bereiken 35 ten op 35 zichte van het bodemvlak 23 van de metalen mantel 21 verdiept liggen. Bij voorkeur vormen deze bereiken een doorgaand evenwijdig aan het glijvlak 34 bewerkt vlak. Daarentegen kan de binnen de opening 28 liggende,de doorstroomopening 33 omgevende ringzone 35a. die voor het aansluiten van de bus 39 minder 8102 192 f ♦· -6- nauwkeurig hoeft te zijn ten opzichte van het bereik 35 dieper zijn gelegen. Voor een directe oplegging van de vuurvaste plaat 32 op het dragende raamwerk 38 zijn aan dit laatste nauwkeurig bewerkte verhogingen 37 aangebracht die overeen-5 komen met de bereiken 35. Ook hier vormt het bodemvlak 23 respectievelijk vormen de vlakke stroken 24 en 26 geen oplegging voor het dragende raamwerk 38, doch bestaat ten opzichte hiervan een kleine vrije afstand A.
De verschillen tussen de beide uitvoeringsvoorbeelden, 10 in het bijzonder met betrekking tot de verhoogde of ten op-' zichte van de metalen bodem verdiept gelegen vrij liggende bereiken en bij de aansluiting van het aangrenzende, het doorstroomkanaal verlengende vuurvaste deel, zijn natuurlijk niet vgebonden aan de betreffende variant, doch men kan 15 deze kenmerken naar keuze toepassen bij de ene of bij de andere uitvoeringsvorm. Ook is het mogelijk, op bekende wijze in plaats van een gescheiden aangrenzend vuurvast deel 19, respectievelijk 39 een vast busvormig verlengstuk aan de vuurvaste plaat aan te brengen, dat door de metalen mantel 20 eveneens kan worden omvat. Verder zijn uitvoeringen denkbaar waarbij het vrij liggende bereik 15, 17 respectievelijk 35 niet een evenwijdig vlak ten opzichte van het glijvlak vormt doch op andere wijze ten opzichte van dit vlak nauwkeurig is gericht.
25 Bij de beschreven constructie van de plaateenheid 10, 30 komt het niet op een grote nauwkeurigheid van de metalen bodem 3 respectievelijk 23 en een nauwkeurige samenbouw van de me-talen mantel en de vuurvaste plaat aan, omdat de plaats van het glijvlak 14, 34 ten opzichte van het dragende raamwerk 30 alleen wordt bepaald door de vuurvaste plaat. Deze plaats kan ook niet door onregelmatigheden of door een beïnvloeding achteraf van de laag mortel worden gewijzigd. Toch wordt een solide omklemming van de vuurvaste plaat door de metalen mantel gewaarborgd, zodat bij het optreden van (meestal van de 35 doorstroomopening uitgaande) scheuren in het vuurvaste materiaal de brokstukken in de ingenomen stand ten opzichte van elkaar met zekerheid worden vastgehouden, ondanks de zeer hoge schuifspanningen die tijdens het bedienen van de schuif in de plaateenheid optreden, 8102192 o

Claims (8)

1. Afsluitplaateenheid voor een schuifsluiting met een een glijvlak en ten minste êén doorstroomopening vertonende vuurvaste plaat, die is gevat in een metalen mantel die een tegenover het genoemde glijvlak liggende, in de omgeving van 5 de doorstroomopening doorbroken bodemvlak en een daarmee samenhangende, de vuurvaste plaat aan de omtrek omvattende rand vertoont met het kenmerk, dat het bodemvlak (3, 23) van (1) de metalen mantel een aantal van elkaar en van de genoemde rand (2, 22) door vlakstroken (4, 6, 24, 26) gescheiden 10 openingen (7, 8, 27) vertoont, waarin ten opzichte van het glijvlak (14, 34) nauwkeurig gerichte bereiken (15, 17, 35) van de vuurvaste plaat (12, 32) vrij zijn gelegen, welke bereiken voor bet opleggen van een de plaateenheid opnemend metalen draagraamwerk zijn bestemd.
2. Afsluitplaateenheid volgens conclusie 1, met het ken merk, dat het bodemvlak (3, 23) van de metalen mantel een met de rand (2, 22) samenhangend zonder onderbreking rond lopende randstrook (4, 24) vertoont,
3. Afsluitplaateenheid volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat enige of alle vlakstroken (4, 6, 24, 26) met elkaar zijn verbonden en een zich over het bodemvlak (3, 23) uitstrekkend netwerk vormen.
4. Afsluitplaateenheid volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de genoemde vrij liggende bereiken 25 (15, 17, 35) van de vuurvaste plaat in één enkel aan het glijvlak 04, 34) evenwijdig plat vlak liggen.
5. Afsluitplaateenheid volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de genoemde vrijliggende bereiken (15, 17) op afzonderlijke verhogingen (16) van de vuurvaste 30 plaat liggen, welke verhogingen door de openingen (7, 8) heen tot boven het bodemvlak (3) van de metalen mantel uitsteken (fig. 1,2).
6. Afsluitplaateenheid volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de genoemde vrijliggende bereiken 35 (35) ten opzichte van het bodemvlak (23) van de metalen mantel verdiept zijn gelegen (fig. 3, 4).
7. Afsluitplaateenheid volgens een der conclusies 1 tot 6, 8102 192
-8- V , *v' * t met het kenmerk, dat êên der genoemde vrij liggende bereiken (15a) rechtstreeks op een de doorstroomopening (13) omgevende ringzone aansluit, welke 'ringzone voor aansluiting op een aan de sluitplaateenheid aangrenzend, de ’doorloopopening ver-5 lengend vuurvast deel (19) is bestemd. 810 2 192
NL8102192A 1980-05-09 1981-05-04 Afsluitplaateenheid voor een schuifsluiting. NL8102192A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH381380 1980-05-09
CH3813/80A CH647966A5 (de) 1980-05-09 1980-05-09 Verschlussplatten-einheit fuer einen schiebeverschluss fuer metallurgische schmelzegefaesse.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102192A true NL8102192A (nl) 1981-12-01

Family

ID=4264014

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102192A NL8102192A (nl) 1980-05-09 1981-05-04 Afsluitplaateenheid voor een schuifsluiting.

Country Status (25)

Country Link
US (1) US4376501A (nl)
JP (1) JPS571869A (nl)
AR (1) AR225510A1 (nl)
AT (1) AT373686B (nl)
BE (1) BE888679A (nl)
BR (1) BR8102884A (nl)
CA (1) CA1155822A (nl)
CH (1) CH647966A5 (nl)
CS (1) CS220782B2 (nl)
DE (1) DE3108748C2 (nl)
ES (1) ES267197Y (nl)
FI (1) FI65559C (nl)
FR (1) FR2481970A1 (nl)
GB (1) GB2075647B (nl)
GR (1) GR73185B (nl)
HU (1) HU181603B (nl)
IL (1) IL62814A (nl)
IN (1) IN152124B (nl)
IT (1) IT1170951B (nl)
LU (1) LU83340A1 (nl)
NL (1) NL8102192A (nl)
PL (1) PL134115B1 (nl)
SE (1) SE436327B (nl)
YU (1) YU117681A (nl)
ZA (1) ZA813098B (nl)

Families Citing this family (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2117498B (en) * 1982-04-01 1985-07-17 Flogates Ltd Sliding gate valves
DE3304938C1 (de) * 1983-02-12 1984-05-03 Didier-Werke Ag, 6200 Wiesbaden Verfahren zum Aufbringen eines metallischen Spannbandes auf die Umfangsflaeche einer Verschlussplatte fuer einen Schiebeverschluss
US4789085A (en) * 1983-03-24 1988-12-06 Flo-Con Systems, Inc. Slide gate for a sliding gate valve
US4474362A (en) * 1983-03-24 1984-10-02 Flo-Con Systems, Inc. Valve and method and components thereof
US4570908A (en) * 1983-03-24 1986-02-18 Flo-Con Systems, Inc. Furnace valve
DE3345539C1 (de) * 1983-12-16 1985-07-18 Didier-Werke Ag, 6200 Wiesbaden Feuerfeste Verschlußplatte für Schieberverschlüsse
CH660313A5 (de) * 1984-04-24 1987-04-15 Stopinc Ag Verfahren zur herstellung einer verschlussplatteneinheit fuer einen schiebeverschluss.
DE3432613C1 (de) * 1984-09-05 1985-05-02 Didier-Werke Ag, 6200 Wiesbaden Feuerfeste Platte fuer Schieberverschluesse an metallurgischen Gefaessen
JPS61162667U (nl) * 1985-03-29 1986-10-08
DE3526083A1 (de) * 1985-07-20 1987-02-12 Alfred Klein Blechverformung K Blechmantel fuer eine schieberplatte mit ausguss, fuer eine giesspfanne oder dergleichen, und verfahren zu seiner herstellung
BE1002714A5 (fr) * 1989-08-18 1991-05-14 Rech S Et Dev Desaar Dispositif de fermeture du trou de coulee d'un recipient pour metal liquide.
JPH0457693U (nl) * 1990-09-26 1992-05-18
CH683969A5 (de) * 1991-07-12 1994-06-30 Stopinc Ag Feuerfeste Verschlussplatte am Ausguss eines Metallschmelze enthaltenden Gefässes.
US5709807A (en) * 1991-09-05 1998-01-20 Nkk Corporation Flow rate adjusting for rotary nozzle type molten metal pouring unit
USD371825S (en) * 1991-09-05 1996-07-16 Nkk Corporation Flow rate adjusting plate for a rotary nozzle type molten metal pouring unit
ES2113271B1 (es) * 1994-09-07 1999-01-01 Krosaki Corp Estructura de fijacion de bastidor de placa metalica para tobera deslizante.
DE4433356C2 (de) * 1994-09-08 1999-12-02 Krosaki Corp Struktur zum Befestigen einer Gleitdüsenplatte in einem Metallrahmen
US8371476B2 (en) * 2009-11-02 2013-02-12 Lincoln Global, Inc. Bulk bag with gate valve assembly
CN102162701B (zh) * 2011-05-26 2013-04-17 济南飞龙工业炉有限公司 带有软密封结构的炉门装置

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3430644A (en) * 1967-02-24 1969-03-04 United States Steel Corp Rotary gate for bottom pour vessel
DE2048829A1 (de) * 1970-10-05 1972-04-06 Bosch Gmbh Robert Blockierschutzeinrichtung
US3780916A (en) * 1971-12-17 1973-12-25 United States Steel Corp Rotary gate for bottom pour vessel having removable nozzles
SE407023B (sv) * 1973-12-21 1979-03-12 Zimmermann & Jansen Gmbh Skjutlucksanordning till gjutskenkar for flytande metaller
GB1575601A (en) * 1976-01-22 1980-09-24 Didier Werke Ag Refractory structures for outlet valves for metallurgical vessels
US4314659A (en) * 1978-06-19 1982-02-09 Flo-Con Systems, Inc. Rotary valve

Also Published As

Publication number Publication date
JPS571869A (en) 1982-01-07
LU83340A1 (de) 1981-07-24
AR225510A1 (es) 1982-03-31
FR2481970A1 (fr) 1981-11-13
ES267197Y (es) 1983-10-16
GB2075647A (en) 1981-11-18
US4376501A (en) 1983-03-15
FR2481970B1 (nl) 1985-04-19
IL62814A (en) 1985-12-31
HU181603B (en) 1983-10-28
IT8148408A0 (it) 1981-05-06
CS220782B2 (en) 1983-04-29
DE3108748A1 (de) 1981-12-24
PL230894A1 (nl) 1982-01-04
ES267197U (es) 1983-03-01
IT1170951B (it) 1987-06-03
IN152124B (nl) 1983-10-22
JPS6411391B2 (nl) 1989-02-23
FI811139L (fi) 1981-11-10
SE8102179L (sv) 1981-11-10
BE888679A (fr) 1981-08-28
BR8102884A (pt) 1982-02-02
YU117681A (en) 1983-10-31
AT373686B (de) 1984-02-10
SE436327B (sv) 1984-12-03
FI65559C (fi) 1984-06-11
DE3108748C2 (de) 1982-09-30
ATA191681A (de) 1983-06-15
CA1155822A (en) 1983-10-25
PL134115B1 (en) 1985-07-31
CH647966A5 (de) 1985-02-28
GB2075647B (en) 1983-09-28
GR73185B (nl) 1984-02-14
ZA813098B (en) 1982-05-26
FI65559B (fi) 1984-02-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8102192A (nl) Afsluitplaateenheid voor een schuifsluiting.
US3567082A (en) Casting installation
NL193858C (nl) Vuurvaste sluitplaat en schuifafsluiter voor de giettuit van een gesmolten metaal bevattend vat.
SE462264B (sv) Slidventil
JP3215868B2 (ja) 浸漬ノズルの交換装置
US20190032295A1 (en) Compactor tooth, base therefor and related method
US4445262A (en) Procedure for rebuilding the movable plate in the pouring valve of a ladle
FI75289C (fi) Slutskiva foer en skjuttillslutning.
CA2137372C (en) Slide gate valve having a cementless joint between the valve and a metallurgical vessel
US4729497A (en) Slide unit and partial plate member thereof for use in a sliding closure unit
US4076153A (en) Plate structure for a liquid metal container closure
CA1270371A (en) Sliding gate valves for the outlet of metallurgical vessels
JP3420263B2 (ja) 連続鋳造用ノズルの支持構造
JPH07284915A (ja) スライドゲ−トプレ−ト
RU8642U1 (ru) Комплект плит для шиберных затворов сталеразливочных ковшей
US3112921A (en) Composite refractory member
US2195523A (en) Runner spout for tilting crucibles
US4393985A (en) Ladle shroud support assembly
AU715171B2 (en) Improved beaver-tail tube assembly and tube changing method
KR102641959B1 (ko) 슬라이드 게이트용 밸브판 클램핑 장치
CA2206960C (en) Pouring ladle valve
AU2709499A (en) Closure plate and a slide gate on the outlet of a container containing molten metal
JPH0723097Y2 (ja) 溶鋼の注湯装置
US6828917B2 (en) Alarm system for casting mold
JP3329556B2 (ja) 溶融金属流量制御用スライディングノズル

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed