NL8101602A - Stoomkamerconstructie voor een strijkijzer. - Google Patents

Description

P & c *'-* 1

‘ W 2348-111¾ Ned.dB/LvD

Stoomkamerconstructie voor een strijkijzer.

De uitvinding heeft betrekking op een bekend stoomstrijkijzer met een verbeterde kamer voor het opwekken en verdelen van de stoom, 5 gevormd door constructieve verbeteringen aan de bevestiging tussen het deksel van de kamer en de zoolplaat, waardoor betere stoombesturing wordt verkregen en met een dunnere dekplaat kan worden volstaan.

Teneinde water te kunnen gebruiken voor het stomen of sproeien of beide bij het gebruik van een strijkijzer, is een watertank aangebracht 10 in de mantel boven de zoolplaat, onder de handgreep, waarbij een klep water druppelsgewijs kan toevoeren aan een generator in de zoolplaat, waar dit water onmiddellijk verdampt tot stoom en poorten in de zoolplaat verlaat voor het stomen van het kledingstuk of ander voorwerp.

Dergelijke strijkijzers hebben elementen, waardoor zelfreiniging 15 kan worden bereikt, bijvoorbeeld zoals beschreven in Amerikaans octrooi-schrift 3,747.241.

Verder zijn de nieuwere strijkijzers gevormd van kunststof en hebben een sterk vereenvoudigde constructie doordat veel gebruikelijke metalen onderdelen zijn weggelaten. Dergelijke ijzers zijn gemakkelijker 20 te vervaardigen, goedkoper en lichter en de kleine strijkijzers van kunststof volgens Amerikaans octrooischrift 4,115,935 zijn uitgebreid tot de grotere standaardijzers van het type volgens Amerikaans octrooischrift 4,130.954.

In het algemeen wordt de kamer voor het opwekken en verdelen 25 van de stoom gegoten in de zoolplaat en scheidt een gegoten afdekplaat boven de zoolplaat de kamer van de andere inwendige delen van het strijkijzer. Water druppelt in de stoomkamer en wordt tot stoom verdampt en gevoerd door verschillende zig-zag kanalen waarna de stoom tenslotte de poorten in de zoolplaat verlaat. Deze inwendige kamer moet nauwkeurig schoon 30 zijn om het verschijnsel te voorkomen dat bekend staat als de vorming van een droge laag, waardoor het water in de kamer de neiging heeft tot bolvormige druppels te worden en de oppervlakken van de zoolplaat niet bevochtigen, zodat het water niet snel tot stoom verdampt.

Dit gelijkt op het laten vallen· van water in een hete braadpan, waarbij 35 eveneens het water wordt tot bolvormige druppels die rondrollen en springen in de pan, hetgeen niet ; gewenst is in een strijkijzer. Dit wordt voorkomen door de binnenvlakken van het strijkijzer zorgvuldig te reinigen en te bespuiten met een bekleding zoals beschreven in Amerikaans octrooischrift 2,967.365.

40 Bij de bekende strijkijzers zijn echter de afdekplaten gegoten 8101602 * \ - 2 - teneinde een stijve constructie te verkrijgen. Het is gebruikelijk een afdichtmassa te gebruiken op. de tegen elkaar komende randen, waar de afdekplaat in aanraking komt meldde ruggen of wanden va het stoomverdeel-systeem, waarna de afdekplaat stevig wordt vastgeklemd aan de zoolplaat 5 met behulp van schroeven. Hierdoor wordt een deel van de afdichtmassa uitgeperst tot in het verdeelsysteem, waar het problemen kan veroorzaken met betrekking tot de vorming van de droge lagen, terwijl ook de afdichting moeilijk wordt. Bij. de lichte ijzers is het gewenst een gegoten afdekplaat te vermijden, deze dun te maken en toch doelmatig de stoomkamer af te 10 dichten. Een licht geperst onderdeel is niet zo stijf als een gegoten afdekplaat en bij de gebruikelijke bevestiging aan de buitenzijde met schroeven wordt de afdekplaat niet vlak gehouden, afgedicht aanliggend tegen de inwendige ruggen.

De uitvinding is nu.gericht op een verbetering van de kamer-15 constructie zodanig dat een lichte en dunne afdekplaat kan worden gebruikt en deze doelmatig met een kleefmiddel aan de buitenzijde van de kamer kan worden afgedicht. Hierdoor wordt de afdekplaat goed verankerd aan de zoolplaat, zodat de kamer aan de buitenzijde geheel is afgedicht en het probleem van de droge lagen wordt vermeden.

20 In het kort gezegd is de uitvinding gericht op een stoomstrijk ijzer met handgreep, watertank en stoomopwekkende zoolplaat met poorten en een doorgaande vertikale wand, die een langwerpig verwarmingselement omgeeft en op een afstand daarvan ligt, waarbij de stoomgeleidende ruggen zijn aangebracht binnen de wand, waarbij een afdekplaat is 25 · bevestigd aan de bovenzijde van de wand, aan opstaande· verdikkingen, zodat een stoomkamer wordt gevormd tussen de afdekplaat en de zoolplaat.

De verbetering volgens de uitvinding is dat de gebruikelijke verhogingen langs het verwarmingselement worden gebruikt als deel van de verdeel- of richtruggen en zijn aangebracht binnen de wand, waardoor 30 een recht kanaal wordt gevormd langs de wand binnen da kamer. De wand is voorzien van een doorgaande lip langs, zijn bovenrand aan de buitenzijde • als komvormige verdieping voor de afdekplaat, die daarin past,· bij voor-·· keur met een-'speling tussen de plaat en-de lip. De· lip· steekt over flinke afstand uit boven de. afdekplaat en de verhogingen steken bij voorkeur 35 uit door de afdekplaat en daarboven en zijn daar vastgestuikt.

Een tegen hoge temperaturen bestand hechtmiddel wordt als afdichtmiddel aangebracht op de omtrek· van de afdekplaat ter plaatse van de lip en vloeit in de speling, waardoor de afdekplaat geheel wordt verankerd aan de zoolplaat bij de lip en de verhogingen, geheel buiten de kamer.

40 Ook kan het afdichtmiddel. worden aangebracht aan de bovenzijde van de 8101602 % * * - 3 - verhogingen. Hierdoor ontstaat een massieve onvervormde dunne afdekplaat, die permanent is afgedicht ten opzichte van de zoolplaat buiten de kamer, waardoor de stoom op verbeterde wijze kan stromen door kanalen binnen de kamer in een omgeving die geheel vrij is van vreemde bestanddelen.

5 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van een strijkijzer volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een gedeeltelijk zijaanzicht van het strijkijzer met ihsendige delen in gebroken lijnen getekend.

10 Fig. 2 is een gedeeltelijk bovenaanzicht van het stoomopwekken- de verdeelvlak van de zoolplaat.

Fig. 3 toont de zoolplaat van fig. 2 met de afdekplaat volgens de uitvinding aangebracht.

Fig. 4 is een gedeeltelijke doorsnede volgens 4-4 van fig. 2 15 op grotere schaal, waaruit de afdichting blijkt.

In fig. 1 is een electrisch stoomstrijkijzer weergegeven van het zelfreinigende type, in hoofdzaak volgens Amerikaans octrooischrift 3,747.241. Het strijkijzer heeft een zoolplaat 10 met een aantal stoom-uitlaatpoorten 12 en een buitenmantel 14 die kan bestaan uit kunststof, 20 waarbij een stijgbuis 15 is aangebracht aan de voorzijde.

De stijgbuis en de mantel gaan op bekende wijze over in de handgreep 16.

De zoolplaat 10 is bij voorkeur gegoten van aluminium, waarbij een electrisch verwarmingselement 18 wordt ingegoten en zodanig is aangebracht dat een gelijkmatige warmteverdeling ontstaat wanneer het ijzer op het 25 net wordt aangesloten en in werking gesteld.

Het strijkijzer heeft organen voor het opwekken van stoom, namelijk een watertank 20, die een inwendig deel vormt van de bij voorkeur uit één stuk van kunststof vervaardigde mantel 14, welke op bekende wijze aan de zoolplaat 10 wordt bevestigd. Voor de stoom heeft de zoolplaat 10 30 een stoomgenerator 22 waarin, bestuurd door een kncp 24en met een geleide klepsteel 26, beweegbaar tussen een aan/uit-standwater op bestuurde wijze druppelt uit de tank 20 op de hete zoolplaat 10 via een doseer-klep 28 van het type volgens Amerikaans octrooischrift 3,496.661.

De verkregen stoom wordt verdeeld door kanalen 30 onder de afdekplaat 32 35 en ver laadpoorten 12 vein de zoolplaat naar het te strijken weefsel.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm kan een extra stoomstoot worden gegeven door water te spuiten in een afzonderlijke voorste generator 34 met een besturingsknop 36, terwijl een besturingsorgaan 38 dient voor het thermostatisch instellen van de warmte van de zoolplaat.

40 Al deze delen van het strijkijzer zijn bekend. Een van de hoofdeigenschap- 8101602 • N» - 4 - pen van het zelfreinigende strijkijzer is dat maatregelen zijn getroffen voor het plotseling geheel laten uitstromen van de inhoud van de tank 20 op de hete zoolplaat door een grote opening, welke bij voorkeur, hoewel niet noodzakelijk, op een afstand ligt van en is gescheiden van de 5 gebruikelijke waterklep 28. De^esturing van deze grote opening vindt plaats met een dumpklep 40 in de bodem van de watertank, waardoor deze tank snel kan. worden geledigd op de zoolplaat, waarbij de combinatie van heet water en stoom, die plotseling ontstaat, met kracht de inwendige kanalen van het verdeelsysteem reinigt, evenals de tank, de poorten 12, 10 van pluis en andere inwendige afzettingen. Een dumpklep is beschreven in Amerikaans octrooischrift 4,130,954.

Bij het bovengenoemde bekende type strijkijzer is de afdekplaat 32 normaal een plaat van gegoten aluminium, bedekt met een geschikt afdichtmiddel en dan met schroeven bevestigd aan de zoolplaat, ongeveer 15 zoals een pakking tussen de afdekplaat en de zoolplaat.Dit afdichtmateriaal ff geeft ongewenste neveneffekten waarvan een de bovengenoemde droge laag-vorming is. Verder dicht de zware gegoten afdekplaat af zonder vervorming. Een dunne afdekplaat met normale schroeven aan de omtrek ligt niet stevig aan tegen de inwendige richtingsruggen, terwijl de schroeven aan de 20 omtrek dê neiging hebben het midden van de afdekplaat te vervormen of te doen opbollen. Volgens de uitvinding kunnen (zie fig. 2) een aantal opstaande, de stoom richtende ruggen 42 van willekeurige vorm zijn aangebracht, afhankelijk van het strijkijzer, welke ruggen bestemd zijn de stoom, opgewekt bij 22, zodanig te besturen, dat deze een maximale 25'· warmteoverdracht'geeft'en daarna de st'oompoorten 12 verlaat. Veel varianten in de vorm en opstelling van de ruggen zijn mogelijk, de weergegeven opstelling is slechts een voorbeeld. Voor het begrenzen van het stoomsysteem vormt het een doorlopende vertikale wand 44 van een willekeurige geschikte vorm, een kamer 46 voor het opwekken en verdelen van de 30 stoom, welke kamer bestaat uit het volume binnen de vertikale wand 44.

Deze gehele kamer 46 wordt aan de bovenzijde afgesloten door de afdekplaat 32, zodat de stoomkamer is gevormd. Voor gebruik met een veel dunnere pLaatme talen afdekplaat. 32, verkregen door persen, volgens fig. 3 en 4/ is het nodig deze afdekplaat beter te ondersteunen teneinde vervorming 35 te voorkomen. Hiertoe kunnen willekeurige geschikte middelen worden toegepast voor het vastzetten van de afdekplaat. Bij voorkeur zijn een reeks opstaande verhogingen 48 gegoten als deel van de zoolplaat en bevinden zich langs het verwarmingsorgaan 18, maar op een afstand binnen de wand 44, waardoor de afdekplaat meer centraal wordt verankerd en een 40 vrijwel recht kanaal 50 wordt gevormd langs de lengte van de wand 44, 8101 6 0 2 - 5 - zodat de stoom Van stromen dicht bij het verwarmingsorgaan 18 en beter wordt gevoerd naar de poorten 12. Normaal zijn de verhogingen gelegen aan de buitenomtrek van de zoolplaat nabij de wand 44. Doordat de verhogingen op een afstand naar binnen van deze wand zijn aangebracht, wordt ook 5 de afdekplaat meer naar binnen verankerd en ontstaat een betere besturing van de stoomrichting naar de poorten 12. De stoom wordt dus beter geleid terwijl tegelijk de dunne afdekplaat meer centraal en stevig wordt vastgehouden en daarbij afdicht tegen de bovenzijden van de stuurruggen 42. Voor het opnemen van de afdekplaat 32 is de doorgaande verticale wand 10 44 voorzien van een opstaande lip 52 (zie fig. 4) die verloopt langs de bovenrand of buitenrand van de wand 44, waardoor een komvormige verdieping is gevormd voor de afdekplaat. Deze verdieping heeft zodanige afmetingen, dat een speling 54 ontstaat tussen de omtrek van de afdekplaat en de uitstekende lip voor een hieronder nader te omschrijven doel. Bij voorkeur steken 15 de verdikkingen 48 uit boven de afdekplaat en worden dan op deze plaatsen gestuikt zoals weergegeven bij 56. Hierdoor wordt de afdekplaat stevig afgedicht tegen de bovenzijden van de ruggen 42 en tegen het bovenvlak van de buitenwand 44 (fig. 4). Doordat de verhogingen 48 naar binnen zijn geplaatst wordt de afdekplaat beter tegen de ruggen 42 aangehouden, zonder 20 vervorming van de afdekplaat 50, zodat geen stoom kan stromen over de bovenzijden van de ruggen 42, zodat een betere stoomgeleiding wordt verkregen. Een betere warmteuitwisseling en een betere stuurgeleiding wordt verkregen doordat de verhogingen 48 worden gegoten als deel van een stuurrug 58.

25 Voor het verder volledig af dichten van de binnenkamer 46 wordt een tegen hoge temperatuur bestand hechtend afdichtmiddel 60 aangebracht geheel rondom en over de omtrek van de afdekplaat bij de lip (zie fig. 3 en 4). Een willekeurig geschikt, tegen hoge temperatuur bestand afdichtmiddel zoals RTV (bij kamertemperatuur vulkaniserende rubber) kan worden 30 gebruikt. Door de speling 54 vloeit het afdichtmiddel, dat in half vloeibare toestand wordt opgebracht, in de speling en vult deze, waardoor een groot oppervlak hechtmiddel ontstaat rechtstreeks tegen de binnenwand van de lip 52 en tegen de bovenomtrek van de afdekplaat 32. Bovendien kan het afdichtmiddel worden aangebracht op de gestuikte toppen van de verhogingen, 35 bijvoorbeeld 62 en rondom een thermostaatverhoging 64. Door de niet-vervormende aanbrenging van de dunne afdekplaat met zijn afdichtmiddel, verankerd tegen de hoge lip 52, die tevens een dam is teneinde te voorkomen dat vloeistof over de wand 44 stroomt, en door het plaatsen van de inwendige verhogingen 48 op enige afstand van de omtrek, kan de afdek-40 plaat 32 afdichten aan de toppen van de inwendige ribben 42 over de 8101602 ί» * - 6 - gehele afdekplaat, zodat stoom van de generator 22 wordt gedwongen te stromen langs een oververhitte baan naar de poorten 12 zonder dat zich enig afdichtmiddel binnen de kanalen bevindt. Hierdoor wordt de vorming van een droge laag door aanwezigheid van afdichtmiddel in de 5 kamer 46 vermeden. De waterklep 28 past in de afdekplaatopening 66 en dient voor de watertoevoer. Het omtreks^afdichtmiddel 60 belet dat de rand van de afdekplaat naar omhoog beweegt door de afstand van de gestuikte verhogingen 48 en het grote kontaktoppervlak voor het hecht-middel langs het binnenvlak van de lip 52 vormt een afdichting tegen 10 stoomlekkage. Door de plaatsen van de verhogingen en het hechtmiddel op. het buitenvlak kan een goedkopere en dunnere afdékplaat 32 worden gebruikt, die doelmatig is verankerd, niet vervormt en volledig is afgedicht buiten de kamer 46.

15 81 016 02

Claims (6)

1. Stoomstrijkijzer met handgreep, watertank en zoolplaat voor het opwekken van stoom, voorzien van poorten, en met een continue vertika-le wand die een langwerpig verwarmingseibent omgeeft en op een afstand daarvan ligt waarbij stuurruggen voerde stoom zijn aangébracht binnen de wand en een dekplaat is bevestigd aan opstaande verhogingen voor het vormen van een kamer voor het opwekken en verdelen van stoom, met het kenmerk, dat de verhogingen zijn aangebracht langs, maar op een afstand naar binnen van de wand, waardoor een recht kanaal is gevormd langs deze wand, en een doorgaande lip is aangébracht langs de boven- en buitenrand van de wand, waardoor een komvormige verdieping voor de afdekplaat is gevormd, welke lip uitsteekt boven de afdekplaat, terwijl een tegen hoge temperatuur bestand hechtend afdichtmiddel is aangebracht langs de omtrek van de afdekplaat, dat deze plaat bij de lip bedekt, waardoor de afdekplaat is verankerd aan de zoolplaat bij de lip en bij de naar binnen geplaatste verhogingen, geheel buiten de stoomkamer.

2. Strijkijzer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het afdichtmiddel tevens elke naar binnen geplaatste verhoging bedekt.

3. Strijkijzer volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een speling is aangebracht tussen de omtrek van de afdekplaat en de uitstekende lip, waarbij het afdichtmiddel is aangebracht in de speling voor het verankeren van de afdekplaatrand langs de lip.

4. Strijkijzer volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verhogingen uitsteken dbcrai tot boven de afdekplaat en ten opzichte daarvan zijn gestuikt.

5. Strijkijzer volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een aantal van de verhogingen zijn aangebracht langs het verwarmingselement en grenzend daaraan.

6. Strijkijzer volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de verhogingen grenzend aan het verwarmingselement zijn gevormd in langs dit element verlopende stuurruggen. ---++--- 1 8101602