NL8101139A - Regeling van de olieverdeling in verwarmde drijfwerkrollen. - Google Patents
Regeling van de olieverdeling in verwarmde drijfwerkrollen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8101139A NL8101139A NL8101139A NL8101139A NL8101139A NL 8101139 A NL8101139 A NL 8101139A NL 8101139 A NL8101139 A NL 8101139A NL 8101139 A NL8101139 A NL 8101139A NL 8101139 A NL8101139 A NL 8101139A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- openings
- fluid
- heated
- annular chamber
- jacket
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B31—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31F—MECHANICAL WORKING OR DEFORMATION OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31F1/00—Mechanical deformation without removing material, e.g. in combination with laminating
- B31F1/07—Embossing, i.e. producing impressions formed by locally deep-drawing, e.g. using rolls provided with complementary profiles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21G—MAKING NEEDLES, PINS OR NAILS OF METAL
- B21G1/00—Making needles used for performing operations
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21F—WORKING OR PROCESSING OF METAL WIRE
- B21F5/00—Upsetting wire or pressing operations affecting the wire cross-section
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D06—TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- D06C—FINISHING, DRESSING, TENTERING OR STRETCHING TEXTILE FABRICS
- D06C15/00—Calendering, pressing, ironing, glossing or glazing textile fabrics
- D06C15/08—Rollers therefor
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D21—PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
- D21G—CALENDERS; ACCESSORIES FOR PAPER-MAKING MACHINES
- D21G1/00—Calenders; Smoothing apparatus
- D21G1/02—Rolls; Their bearings
- D21G1/0253—Heating or cooling the rolls; Regulating the temperature
- D21G1/0266—Heating or cooling the rolls; Regulating the temperature using a heat-transfer fluid
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16C—SHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
- F16C13/00—Rolls, drums, discs, or the like; Bearings or mountings therefor
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F26—DRYING
- F26B—DRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
- F26B13/00—Machines and apparatus for drying fabrics, fibres, yarns, or other materials in long lengths, with progressive movement
- F26B13/10—Arrangements for feeding, heating or supporting materials; Controlling movement, tension or position of materials
- F26B13/14—Rollers, drums, cylinders; Arrangement of drives, supports, bearings, cleaning
- F26B13/18—Rollers, drums, cylinders; Arrangement of drives, supports, bearings, cleaning heated or cooled, e.g. from inside, the material being dried on the outside surface by conduction
- F26B13/183—Arrangements for heating, cooling, condensate removal
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28D—HEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
- F28D11/00—Heat-exchange apparatus employing moving conduits
- F28D11/02—Heat-exchange apparatus employing moving conduits the movement being rotary, e.g. performed by a drum or roller
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B31—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31F—MECHANICAL WORKING OR DEFORMATION OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31F2201/00—Mechanical deformation of paper or cardboard without removing material
- B31F2201/07—Embossing
- B31F2201/0707—Embossing by tools working continuously
- B31F2201/0715—The tools being rollers
- B31F2201/0723—Characteristics of the rollers
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B31—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31F—MECHANICAL WORKING OR DEFORMATION OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31F2201/00—Mechanical deformation of paper or cardboard without removing material
- B31F2201/07—Embossing
- B31F2201/0707—Embossing by tools working continuously
- B31F2201/0715—The tools being rollers
- B31F2201/0723—Characteristics of the rollers
- B31F2201/073—Rollers having a multilayered structure
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B31—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31F—MECHANICAL WORKING OR DEFORMATION OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31F2201/00—Mechanical deformation of paper or cardboard without removing material
- B31F2201/07—Embossing
- B31F2201/0756—Characteristics of the incoming material, e.g. creped, embossed, corrugated
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B31—MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31F—MECHANICAL WORKING OR DEFORMATION OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
- B31F2201/00—Mechanical deformation of paper or cardboard without removing material
- B31F2201/07—Embossing
- B31F2201/0784—Auxiliary operations
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16C—SHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
- F16C2340/00—Apparatus for treating textiles
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S165/00—Heat exchange
- Y10S165/135—Movable heat exchanger
- Y10S165/139—Fully rotatable
- Y10S165/156—Hollow cylindrical member, e.g. drum
- Y10S165/159—Hollow cylindrical member, e.g. drum with particular flow path or defined fluid chamber, e.g. annulus, spiral
- Y10S165/16—Concentric shells define annular flow space
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S165/00—Heat exchange
- Y10S165/918—Heated and cooled food cabinets and/or trays
- Y10S165/919—Wheeled
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Rolls And Other Rotary Bodies (AREA)
- Paper (AREA)
- Yarns And Mechanical Finishing Of Yarns Or Ropes (AREA)
- Shaping Of Tube Ends By Bending Or Straightening (AREA)
Description
.... -1- Λ « i
Regeling van de olieverdeling in verwarmde drijfwerkrallen.
De uitvinding heeft betrekking op machinerollen voor het maken van banen net een gering basisgewicht, en meer in het bijzonder op een rol, die met warme olie wordt verwarmd, voor toepassing bij de fabricage van cellulosebanen of polymeerbanen 5 of -films.
Een van de probleemgebieden bij het verschaffen van een met warme olie verwarmde rol, zoals een drijfwerkrol, is daarbij al de momenteel beschikbare systemen, #voorzover bekend, zich plaatselijk optredende warme of koude plekken op het oppervlak 10 van de rol ontwikkelen als gevolg van ongewenste streeppatronen en variabele warmteoverdracht uit de warme olie, hetgeen resulteert in ongelijkmatige bindingspatronen binnen de cellulose- of polymeerbaan. Eén wenselijke werkwijze voor het verdelen van warmte naar het oppervlak van de rol is door de toepassing van 15 een ringvormige ruimte tussen een buitenste en een binnenste rol, waarbij de warme olie over deze gehele ringvormige ruimte tussen de rollen wordt verdeeld.
De uiteindelijke bedoeling van het toepassen van een verwarmd fluïdum, zoals olie, is om een gelijkmatige temperatuur te 20 benaderen over een bepaalde werkzame breedte van het oppervlak van de rol, waar het drijven of kalanderen moet plaats vinden.
Een nagenoeg gelijkmatige temperatuur is niet alleen van belang voor goede warmtegesteldheden bij het drijven of kalanderen, maar ook cm een geregeld rolprofiel en resulterende drukverdeling 25 over de rolbreedte in de kneep tussen de rollen te bewaren. Plaatselijke warme plekken in een rol veroorzaken plaatselijke uitzetting en resulteren in gebieden van overmatige kneepdruk. Een ongelijkmatige temperatuur, in het bijzonder vanaf de einden van de rol naar het midden, wijzigt de passing van elke rol ten opzichte 30 van zijn tegenhanger en gebieden van ongewenst hogere of lagere verdichtingsdruk zijn hiervan het gevolg.
Een verwarmde rol zoals hier beoogd, zoals een drijfwerkrol, heeft in het typerende geval een wat grotere breedte dan de 8101139 V * -2- breedte van de te produceren baan zodat eindgesteldheden in de rol minimale uitwerking op de werkzame lengte van de rolkneep hébben. Door variatie in het turbulentieniveau worden echter naar gebleken is verschillen in warmteoverdracht uit het ver-5 warmingsmedium naar de rol voortgébracht. Het resultaat is derhalve ongelijkmatige temperatuur bij vele tot dusver op dit gebied bekende inrichtingen, waar het verwarmingsmedium wordt toegevoerd aan één einde van de rol zodat deze axiaal naar het tegenovergestelde einde kan bewegen. Andere tot dusver op dit 10 gebied bekende suggesties behelzen het toevoeren van de olie op regelmatige tussenafstanden over de gehele breedte van de rol, wat tot plaatselijke gebieden van sterke turbulentie leidt. In elk geval wordt de verwarmde olie loodrecht op het binnenoppervlak van de te verwannen rol toegevoerd. Dit resulteert in een "warme 15 plek" in het gebied, waar de olie op het binnenoppervlak van de rol terecht kant, met "koude plekken" daartussen.
Een ander probleem bij de tot dusver op dit gebied bekende inrichtingen is dat de stroomsnelheden op verscheidene punten van olieingang tot olieuitgang ongelijkmatig zijn. Olie, einde 20 die aan één'van de rol wordt toegevoerd, heeft de neiging on te versnellen als deze axiaal naar de olieuitgang beweegt, wanneer olie op axiale tussenafstanden langs de rol wordt toege-voerd, daar de stroomsnelheid van totale oliestroom gelijk is aan de son van de stromen uit elke olieinlaatpoort.
25 Eén tot dusver op dit gebied bekende rol-verwarmings- werkwijze is voorgesteld in het Amerikaanse octrooischrift 3.838.734. Ofschoon deze inrichting is bedoeld cm een koelmiddel toe te voeren aan een koelrol , is het toegepast als een basis voor verwaande rollen. Bij dit apparaat wordt koelmiddel toege-30 leverd aan een binnenste kamer binnen een binnenste mantel, waarbij de binnenste mantel is voorzien van met ongelijkmatige diameter uitgevoerde, axiaal uiteengelegen openingen van einde tot einde, die zo geconstrueerd zijn dat de stroomsnelheid wordt vereffend door gaten op verschillende axiale plaatsen. Fluïdum 35 wordt axiaal door een ringvormige ruimte tussen de binnenste en buitenste mantel geleid teneinde het buitenoppervlak van de 8101139
% V
-3- buitenste mantel te koelen.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.050.570 toont een rol-verwarmingsvorngeving, waarbij een buitenste mantel een aantal axiale doorlaten heeft, die daarin onder het buitenoppervlak 5 van de mantel zijn geboord. Een eindconstructie is voorzien van een aantal radiale doorgangen, die in verbinding staan met de axiale doorlaten, zodat aan de radiale doorgangen toegevoerde stoom het roloppervlak door de axiale doorlaten zal verwarmen.
Hoewel deze inrichtingen hun beoogde functie vervullen, 10 dat wil zeggen, het verwarmen of koelen van het buitenste rol-qppervlak, zijn zij niet in staat on dit op een geheel aanvaardbare wijze te doen. Wanneer de rollen worden toegepast in samenhang met betrekkelijk dikke cellulose- of andere soorten banen, kan precisie in het temperatuurprofiel over de rolbreedte 15 niet nodig zijn. Bij de behandeling van uiterst dunne of met een gering basisgewicht uitgevoerde banen, zoals door spinbinding of smeltblazen verkregen niet-geweven films of banen, of weefselkwaliteit cellulosébanen, is het van kritisch belang dat de temperatuur gelijkmatig is over de breedte teneinde te 20 verzekeren dat de rollen goed zitten om een baan met gelijkmatig drijf- of kalanderwerk over de rolbreedte te produceren.
Kort omschreven treedt bij de onderhavige uitvindig een verwarmd rolonderdeel op, zoals aangewend bij een papiermachine, met coaxiaal gemonteerde buitenste en binnenste mantels, die 25 een ringvormige kamer vormen tussen een binnenoppervlak van de buitenste rol en een buitenoppervlak van de binnenste rol.
Het oppervlak van de binnenste rol is voorzien van een aantal radiaal georiënteerde openingen, die een fluïdum van binnen één einde van de binnenste mantel naar de ringvormige kamer laten 30 stromen. Elk van de openingen is voorzien van een stroomafleidings-middel, dat gedeeltelijk over de opening heen ligt en het fluidum van het stromen in een radiale richting naar cmtréks- en axiale richtingen afbuigt. Middelen zijn voorzien voor het toevoeren van het fluidum in één einde van de binnenste mantel en de ring-35 vormige kamer, en voor het verwijderen van het fluidum uit een 8101139 * ί -4- tegenovergesteld einde van de ringvormige kamer en de binnenste mantel.
De openingen zijn uitgericht in een gemeenschappelijk vlak loodrecht op de langsas van de binnenste en buitenste 5 mantels, waarbij één stel openingen aan één einde van de binnenste mantel inlaatopeningen zijn en een tweede stel openingen aan het andere einde van de binnenste mantel uitlaatopeningen zijn.
Er zijn cmtreksgroeven aangebracht qp het buitenoppervlak van de binnenste mantel in dezelfde vlakken als de openingen aan elk 10 einde van de mantel. De openingen zijn door de binnenste mantel geboord ter plaatse van de antreksgroef.
Elke opening is voorzien van een strocmafleidingsmiddel in de vorm van een cmtreksband die aan het buitenoppervlak van de binnenste mantel is verbonden of als een afzonderlijk middel 15 dat met elke opening samenhangt. . uitdeirJaatopening stromend fluïdum kmt tegen het stroanafleidingsmiddel terecht en wordt in cmtrékszin in beide richtingen afgeleid, waarop het de ontreks-stroon uit aangrenzende openingen ontmoet. De wisselwerking van de opening en het strocmafleidingsmiddel produceert een regel-20 meetopening, die een breedte van ongeveer 75% van de breedte van de ringvormige kamer heeft, zodat uit de regelmeetopening naar de ringvormige kamer stromend fluidum een vermindering in snelheid zal ondergaan.
Andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk worden 25 uit de volgende gedetailleerde beschrijving aan de hand van de tekeningen.
Fig. 1 is een langsdoorsnede van een verwarmde rol volgens de uitvinding? fig. 2 is een op groterè schaal weergegeven gedeeltelijke 30 doorsnede van een gedeelte van fig. 1? fig. 3 is een doorsnede volgens III-III in fig. 1; en fig. 4 is een afbeelding van een typerende tot dusver op dit gebied bekende verwarmde rol.
Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van de 35 voorkeursuitvoering van de uitvinding.
8101139 -5-
Zoals in fig. 1 is weergegeven, treedt er een rolonderdeel dat algemeen met 10 is aangegeven en 1/2 van een rolkoppel vormt op, terwijl de andere rol niet is weergegeven. Typerende omgevingen van de rol volgens de uitvinding zijn een met stalen oppervlak 5 uitgevoerde drijfwerkrol die samengaat met een met rubber beklede rol voor het drijven van een papierbaan, of als een kalanderrol met hard oppervlak, die met een dergelijke rol samengaat voor de productie van polymeer films of -banen. Hoewel de rol 10 volgens de uitvinding geschikt in deze omgevingen kan worden toegepast, 10 zal duidelijk zijn dat bepaalde aspecten van de uitvinding kunnen worden aangewend bij andere uitvoeringen, of voor andere doeleinden (zoals voor koeling in plaats van verwarming). Voor de in deze beschrijving geopenbaarde doeleinden zal de rol 10 worden beschreven zoals toegepast bij een drijfbewerking van 15 een polymeerbaan.
De rol 10 is voorzien van een buitenste mantel 12, die een buitenste drijf oppervlak 14 heeft, en een binnenste mantel 16, waarbij de mantels 12 en 16 coaxiaal gemonteerd zijn voor rotatie om de langsas 18. De mantels 12 en 15 bestaan uit buis-20 vormige onderdelen, die aan hun einden door koponderdelen 20 en 22 gesloten zijn. Elk van de koponderdelen 20, 22 draagt draaitappen 24 en 26 cm in legers ondersteund te worden voor het op roteerbare wijze dragen van de rol 10. Tenminste een van de koponderdelen 20, 22 is voorzien van (hier niet weergegeven) gebruikelijke 25 aandrijfmiddelen van het rolonderdeel 10 on de as 18 te roteren. Oliecirculatianiddelen 28 kunnen geschikt aan één koponderdeel 22 verbonden zijn, terwijl de aandrijfmiddelen aan het andere koponderdeel 20 kunnen zijn verbonden. Als alternatief kan een van de olecirculatiemiddelen 28 (of de inlaat of de uitlaat) en de aan-30 drijfmiddelen aan hetzelfde koponderdeel verbonden zijn.
De buitenste mantel 12 is voorzien van een binnenoppervlak 30 dat dicht samenhangt net een buitenoppervlak 40 van de binnenste mantel 16. Een ringvormige kamer 42 is daartussen geproduceerd, die zich over de breedte van het rolonderdeel 10 tussen de kop-35 onderdelen 20 en 22 uitstrekt. De buitenste mantel 12 zit aan de 8101139 \
» V
-6- koponderdelen 20, 22 bij 44, zoals met bouten, en de binnenste mantel 16 is op overeenkomstige wijze aan de koponderdelen 20, 22 verbonden bij 46. Verwarmingsfluïdum wordt aan de ringvormige kamer 42 toegevoerd door een inlaatleiding 48, door een axiale 5 doorgang 50 binnen de binnenste mantel 16, en door een radiale inlaatdoorgang 52, die door het koponderdeel 20 en het eindgedeelte 54 van de binnenste mantel 16 wordt begrensd. Door de doorgang 50 gaand fluidum komt op het koponderdeel 20 terecht en wordt radiaal in alle richtingen binnen de inlaatdoorgang 52 afgebogen 10 naar de ringvormige kamer 42, die de binnenste mantel 16 omgeeft.
Fluïdum wordt teruggevoerd naar een (niet weergegeven) verwarmingsonderdeel uit de ringvormige kamer 42 door een radiale uitlaatdoorgang 56 begrensd door het koponderdeel 22 en het eindgedeelte 58 van de binnenste mantel 16 tegenovergesteld aan het 15 eindgedeelte 54. Fluidum wordt uit het rolonderdeel 10 verwijderd door de uitlaatleïding 60, cm weer verwarmd en weer aan de rol 10 toegevoerd te worden.
Verwarmingsfluidum wordt in en uit de ringvormige kamer 42 geleid door openingen, die hier algemeen met 62 zijn aangegeven 20 en die door de binnenste mantel 16 radiaal aangrenzend aan de doorgangen 52 en 56 zijn gevormd. Deze openingen kunnen elk een geschikte vorm aannemen, maar een vormgeving die naar gebleken is bijzonder goede gedragskarakteristiéken heeft is hier in het volgende beschreven. Zoals in fig. 2 is weergegeven, bestaat de opening 62 25 door de binnenste mantel 16 uit een cirkelrond gat 64, dat door de binnenste mantel is geboord ter plaatse van een cmtreksgroef 66, die rond het buitenoppervlak van de mantel 16 is gefreesd.
De groef 66 is bij voorkeur voorzien van zijwanden, die schuin onder een hoek. staan zoals in fig. 2 is weergegeven, waarbij 30 de radiale as van de groef 66 verschoven is uit de radiale as van het gat 64, zodat olie in amtrekszin in de groef 66 kan strcmen tussen het lipgedeelte 68 en het stroomafleidingsmiddel 70.
Het stroomafleidingsmiddel 70 is aan de binnenste mantel 35 16 verbonden, waarbij het middel 70 uitgevoerd is in de vorm van 8101139 -7- een omtreksband 72, zoals in fig. 3 is weergegeven, of als afzonderlijk middel dat met elke opening 62 samenhangt. De openingen 62 zijn radiaal uitgericht rond de omtrek van de binnenste mantel 16 ter plaatse van de antreksgroef 66 aan elk einde, radiaal 5 aangrenzend aan de doorgangen 52 en 56, zodat het middel 70 de groef 66 in hoofdzaak omsluit.
De bediening van een op een enkele doorvoer en een axiale stroom berekende verwarmde rol volgens de uitvinding moet worden uitgevoerd een stroomsnelheid van het verwarmingsfluidum die 10 groot genoeg is om de totale warmte, die door de rol vereist is, toe te voeten zander dat de fluidumtemperatuur aan het uitstrocm-einde met meer dan een bepaalde toelaatbare verschilwaarde ten opzichte van de temperatuur aan de inlaat verminderd wordt. Om een voorbeeld te noemen wordt voor het drijven van polypropeen 15 een verschil van tot 3,3°C tussen de fluidumterrperatuur aan de inlaat- en uitlaateinden van de rol aanvaardbaar geacht.
Om een geringe maar gelijkmatige gradiënt in tsnperatuur over de werkzame lengte van de rol te verkrijgen bij toepassen van het in het voorgaande beschreven apparaat moeten constante 2Q gesteldheden voor optimale warmteoverdracht van het verwarmingsfluidum naar de buitenste mantel worden bewaard. Dit wordt bereikt door het kiezen van de ringvormige kamerspleet, de fluidumviscositeit en de fluidumsnelheid zodat de stroom zich goed in het turbulentie-bereik. bevindt in de ringruimte 42. Indien alle drie van deze 25 variabelen in hoofdzaak constant zijn over de lengte van de ringruimte, en indien de stroom turbulent is vlak na toetreding, dan zal een in hoofdzaak constante warmteoverdrachtscoëfficiënt hieruit resulteren voor olie die binnen de ringruimte stroomt.
Voor het in het bijzonder beschrijven van de werking 30 van de onderhavige uitvinding kan het nuttig zijn cm een typerende tot dusver op dit gebied bekende verwarmde rol te beschouwen.
Zoals in fig. 4 is weergegeven, is het verwarmingsfluidum 74 opgencmen binnen de binnenste mantel 76, waaruit het door openingen 78 naar de ringruimte 80 tussen de binnenste mantel 76 35 en buitenste mantel 82 stroomt. Het fluïdum 74 stroomt door een 8101139 -8- opening 78 en komt direct op het binnenoppervlak van de buitenste mantel 82 terecht, zoals bij 84, hetgeen resulteert in warmteoverdracht uit het fluïdum naar het roloppervlak, die het grootst is waar het fluïdum op de buitenste mantel terecht kcmt (met dubbele arcering 5 aangegevenl. Dit doet een "warme plek" 86 op het oppervlak van de rol aangrenzend aan elk trefpunt ontstaan. Door convergerende stroomgebieden 88 worden aangrenzende "koude plekken" 90 op het roloppervlak voortgebracht als gevolg van hun geringe snelheid en slechte warmteoverdrachtskarakteristiéken. Dit patroon van 10 warme en koude plekken op het roloppervlak en zoals duidelijk zal zijn schadelijke uitwerkingen op baandrijf- of kalanderwerk.
Een verdere factor, die de warmteoverdracht van de olie naar het roloppervlak kan belemmeren, wordt gevormd door ondoelmatige stroamkarakteristieken van het fluïdum bij toetreding tot 15 de ringruimte. Optimale warmteoverdracht zal optreden onder een geheel turbulente stroom, en hoe eerder dit dus wordt verkregen hoe gelijkmatiger zal het temperatuurprofiel over de rolbreedte zijn. De meeste verwarmde rollen, die tot dusver bekend zijn, hébben of onvoldoende turbulentie bij toetreding tot het warmte- 20 verdelingsgedeelte van de rol, of sterk turbulente plaatsen met een overgang naar' laminaire toestand bij het axiaal bewegen over de rolbreedte. De eerste situatie resulteert in een toenemende verwarmingsmate. over de rolbreedte, en de laatste resulteert in een afnemende verwarmingsmate of in plaatselijke warme en 25 koude zones zoals eerder vermeld. Een rol met turbulente toetredings-karakteristieken, die gelijkmatige turbulentie over de rolbreedte ontwikkelt en bewaart, is derhalve nodig.
In bedrijf kan een typerende rol 10 volgens de uitvinding geconstrueerd zijn met een buitenste mantel 12, die een buiten-30 diameter van 60 cm, een breedte van 300 cm en een dikte van 7½ cm heeft. De binnenste mantel 16 wordt machinaal afgewerkt om een gelijkmatige ringvormige kamer 42 van 0,63 cm te verschaffen, een afmeting die groot genoeg is zodat afbuiging van de buitenste mantel geen uitwerking van betekenis op de 35 strocm binnen de ringruimte zal hebben.
8101139 t * -9-
De opening 62 is speciaal geconstrueerd cm een gewenst turbulentieniveau voort te brengen in het verwarmingsfluidum (de olie) dat in de ringrulmte toetreedt. Een "regelmeetopening" 92 wordt voortgebracht, zoals in fig. 2 is weergegeven, door 5 een wand 94 van het gedeelte 66 van de opening 62, en door stroatiafleidingsmiddelen 70. Deze regelmeetopening 92 drijft de olie cm toe te treden in de ringruimte 42 onder een scherpe hoek ten opzichte van de buitenste mantel 12, in plaats van loodrecht op het binnenoppervlak 30 van de buitenste mantel 12 10 terecht te kamen.. Teneinde een turbulente strocm te doen ontstaan wordt olie geleverd met een ontwerpstrocm van . 1135 liter 2 per minuut en een kinematische viscositeit van 0,0014 m /sec.
Het getal van Reynolds voor de ringvormige stroom betreft derhalve 17.500 naar Amerikaanse maatstaven gerekend, hetgeen 15 aanzienlijk uitgaat boven de onderste kritische waarde van 2.000 de voorσ/ergang naar turbulente stroming nodig is.
Derhalve zal een hoge warmteoverdrachtscoëfficiënt in de ringruimte bereikt en bewaard worden.
De hals van de regelmeetopening 92 wordt ongeveer 75% 20 van de breedte van de ringvormige opening 42 gemaakt, onder het voortbrengen van een meetopeningsnelheid 1/3 groter dan de gemiddelde snelheid in de ringruimte 42. De olie, die door de meetopening strocmt, ondergaat een plotselinge uitzetting als het de ringruimte binnenstroont, hetgeen in een snelheidsverlies 25 resulteert. Dit snelheidsverlies vormt een aanwijzing van de bij turbulentie bestede energie en kan in verband worden gebracht met het corresponderende wrijvingsverlies in de ringruimte per afstandseenheid. Voor de rol- en neetopeningafmetingen zoals in het voorgaande vermeld, is de bij turbulentieopwekking ter plaatse 30 van de meetopening bestede energie gelijk aan de bij turbulentie bestede energie bij een 2½ cm lengte van de ringruimte, een geschikt aanvangsturbulentieniveau ter plaatse van de meetopeninguitgang cm een nagenoeg gelijkmatige warmteoverdracht over de ringruimte te verzekeren.
35 Opdat het aantal regelmeetopeningen 92 de in de ringruimte 42 stromende olie gelijkmatig rond de omtrek van de rol verdelen, 8101139 -10- moet de oliesnelheid bovenstrooms van de meetopening minder' zijn dan de oliesnelheid in de meetopening, d.w.z. het oppervlakgébied voor de stroon moet bovenstroons van de meetopening groter zijn.
Derhalve worden voor een rol met de afmetingen zoals in het 5 voorgaande beschreven 48 openingen 62 uitgevoerd met een gedeelte 64, dat een diameter van 1,6 cm heeft, waarbij de cmtreks groef 66 0,63 cm diep is en een diameter van 2¾ cm heeft. De doorgang 50 kan zijn uitgevoerd met een binnendiameter van 10 cm en de doorgangen 52 en 56 met een stroanoppervlakgébied 2 10 van 160 cm elk bij de radius van de opening 62. De eerste regeling bij het gelijkmatig verdelen van de stroom resulteert uit de versnelling (en resulterende drukdaling) van de inlaatdoorgang 52 (die als een "kalmeringskamer" fungeert) naar de 48 openingen 64. Dit produceert 48 gelijke oliestralen ongeveer 3 cm uiteen 15 binnen de cmtréksgroef 66, die terecht kanen op de strocmafleidings-middelen 70 in plaats van het binnenoppervlak 30 van de buitenste mantel 12. De stroom olie wordt uit de radiale richting af gebogen naar zcwel in amtrekszin (binnen de groef 66) als axiaal, onder het verzekeren van een gelijkmatige verdeling in cmtreks zin rond 20 de ringruimte 42.
Olie verlaat de meetopening 92 met een radiale component maar wordt snel een axiale strocm als het voorbij de scherpe lip van de afleidingsmiddelen 70 beweegt. De hoek 96 waar de strocm naar axiaal "draait" cm de ringruimte 42 binnen te gaan is bij 25 voorkeur afgerond (fig. 2) om stroomscheiding te voorkomen, en leidt er toe dat het fluidum het buitenoppervlak 40 van de binnenste mantel 15 volgt. Er treedt nagenoeg geen terecht kernen van olie qp het binnenoppervlak 30 van de buitenste mantel 12 op, en derhalve zal er geen overmatige warmteoverdracht aangrenzend 30 aan de opening 62 optreden. Olie uit de openingen stroemt in cmtrekszin binnen de groef 66 in beide richtingen en kant terecht op de stroom uit aangrenzende openingen die in de tegengestelde richting beweegt, onder het verschaffen van een continue toevoer van olie aan de regelmeetopening waar de stroomrichting zich 35 wijzigt van cmtreks- tot axiale strocm.
8101139 -11-
Aan het uitlaateinde van de ringruimte treden uitlaat-openingen 62A op, die gelijk in aantal en afmeting zijn aan de inlaatopeningen 62, waarbij elke opening zich in een amtreksgroef 66A bevindt en uitgevoerd is met een stroamafleidingsmiddel 70A.
5 Als olie door de uitlaatopeningen 62A uitstroomt, treedt er een versnelling van de stroom op in de regelmeetopeningen die er toe dienen cm een gelijkmatige verdeling van de olie binnen de ringruimte te bewaren.
Een verwarmde rol zoals in fig. 1 weergegeven kan één rol 10 van een samengaand koppel zijn, waarbij de andere rol in alle opzichten identiek is behoudens dat de olieinlaat- en -uitlaat-middelen omgekeerd zijn, zodat olie in de rol stroomt door de leiding 60, doorgang 56 en openingen 62A. De axiale stroom is omgekeerd en olie treedt door de openingen 62, doorgang 52 15 en leiding 48 uit. Op deze wijze zal het samengaande rolkoppel gelijkelijk uitzetten aan weerseinden voor een gelijkmatiger passing.
Kort samengevat is in het voorgaande een verwarmd rol-onderdeel beschreven, dat er speciaal berekend is om een oppervlak 20 met gelijkmatige temperatuur te verschaffen voor het drijven of kalanderen van met gering basisgewicht uitgevoerde cellulose- of polymeerbanen. Het rolonderdeel heeft buitenste en binnenste mantels met een ringvormige kamer daartussen en openingen in de binnenste mantel die fluïdum toevoeren in of fluïdum verwijderen 25 uit de ringvormige kamer. Speciaal geconstrueerde openingen, elk voorzien van een stroomafleidingsmiddel, doen een geheel turbulente s troon ontstaan in een verwarmd fluïdum dat axiaal binnen de ringvormige kamer beweegt. Een geregeld turbulentieniveau in fluïdum wordt het laatst van de cpening ingeleid en over 30 de gehele ringvormige kamer bewaard, zodat er zich geen "warme" of "koude" gebieden op het oppervlak van de buitenste mantel ontwikkelen.
Het dient wel te worden verstaan dat hoewel de uitvinding hier is beschreven als een door olie verwarmde drijfwerkrol, er 35 talrijke andere omgevingen zijn, waarin de onderhavige uitvinding 8101139 -12- goed aangewend kan worden. Verscheidene andere wijzigingen en uitbreidingen van de beginselen van de uitvinding zullen uit een studie van hetgeen hier geopenbaard is duidelijk worden en opgemerkt wordt dat deze wijzigingen en uitbreidingen geacht 5 worden binnen het kader van de uitvinding te vallen.
* 8101139
Claims (18)
1. Verwarmd rolonderdeel voor toepassing in een papiermachine of dergelijke, voorzien van een buitenste mantel met een buitenoppervlak en een binnenoppervlak, ingesteld voor rotatie cm een langsas, een binnenste mantel met een buitenoppervlak 5 en een binnenoppervlak, ingesteld binnen de buitenste rol voor rotatie cm de genoemde langsas, koponderdelen die aan elk van de buitenste en binnenste mantels verbonden zijn om deze rollen in een concentrisch verband te houden, waarbij een van de of beide koponderdelen draaibaar gelegerd zijn cm rotatie van de binnenste 10 en buitenste mantels cm de genoemde as te veroorloven, waarbij het binnenoppervlak van de buitenste mantel en het buitenoppervlak van de binnenste mantel daartussen een ringvormige kamer van bepaalde hoogte vormen, een verwarmingsfluidumtoeleveringsmechanisme binnen de binnenste mantel, een aantal radiaal georiënteerde openingen 15 aan één einde van de binnenste mantel, die het verwarmingsfluidum van het toeleveringsmechanisme naar de ringvormrge^ïaten stromen, strocmafleidingsmiddelen, die met elk van de openingen samenhangen en gedeeltelijk over elk van de radiaal georiënteerde openingen heen liggen en deze bedekken, en een fluidumafvoermechanisme aan 20 een einde van de ringvormige kamer op axiale afstand van de radiaal georiënteerde openingen, waarbij verwarmd fluïdum de ringvormige kamer binnentreedt door de openingen onder een scherpe hoek ten opzichte van de buitenste mantel.
2. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 1, gekenmerkt 25 doordat de binnenste mantel voorts voorzien is van een cmtréks- groef in het buitenoppervlak daarvan ter plaatse van de axiale ligging van de openingen, waarbij de openingen binnen de groef aangébracht zijn.
3. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 1, gekenmerkt 30 doordat de radiaal georiënteerde openingen door de binnenste mantel uitgericht zijn in een gemeenschappelijk vlak loodrecht op de genoemde langsas zodat deze openingen zich bevinden op een tegenovergesteld einde van de binnenste mantel vanaf het fluidumafvoermechanisme. 8101139 -14-
4. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat elk van de openingen gevormd is door cilindrische wanden die in hoofdzaak radiaal uitgericht zijn door de binnenste mantel.
5. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 1, gekenmerkt 5 doordat elk van de stroanafleidingsmiddelen, die aan de binnenste mantel verbonden zijn, zo uitgericht zijn dat een regelmeetopening geproduceerd wordt, welke regelmeetopening begrensd wordt door de genoemde opening en een axiaal naar binnen gerichte rand van de strocmafleidingsmiddelen die over die opening heen ligt.
6. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 5, gekenmerkt 4 doordat elk van de strocmaf leidingsmiddelen, die aan de binnenste mantel verbonden zijn, zo uitgericht is dat een regelmeetopening geproduceerd wordt, welke regelmeetopening begrensd wordt door een axiaal naar binnen divergerende wand van de genoemde omtréks-15 groef en een axiaal naar binnen gerichte rand van de stroomaf-leidingsmiddelen, die over die opening heen ligt.
7. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat de regelmeetopening een breedte van ongeveer 75% van de breedte van de ringvormige kamer heeft.
8. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat het fluidumtoeleveringsmechanisme een toeleveringsleiding van groter doorsnedeoppervlakgebied dan de son van de oppervlak-gèbieden van de regelmeetopeningen cravat.
9. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 1, gekenmerkt 25 doordat het fluidumafvoermechanisme een aantal radiaal georiënteerde openingen heeft, die het verwarmingsfluidum uit de ringvormige kamer en daarna uit het verwarmde rolonderdeel laten stromen, waarbij deze radiaal georiënteerde openingen uitgevoerd zijn met stroanaf leidingsmiddelen, die een regelmeetopenings-30 uitgang produceren.
10. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat het fluidumafvoermechanisme ingesteld is aan een einde van het rolonderdeel dat axiaal van het fluidumtoeleveringsmechanisme af ligt.
11. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat de radiaal georiënteerde openingen, die het afvoermechanisme 8101139 -15- t * heeft, uitgericht zijn in een gemeenschappelijk vlak loodrecht qp de genoemde langsas.
12. Verwarmd rolonderdeel volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het stroamafleidingsmiddel dat met elk van de openingen 5 samenhangt, uitgevoerd is in de vorm van een omtreksband, die aan het buitenoppervlak van de binnenste mantel verbonden is.
13. Rolonderdeel voor toepassing in een papiermachine of dergelijke, welk rolonderdeel voorzien is van een buitenste mantel en een binnenste mantel die zo gemonteerd zijn dat deze 10 een rotatie om een enkele langsas kunnen uitvoeren, welke * binnenste en buitenste mantels een ringvormige kamer daartussen vormen, in fluidumverbinding met een fluidumtoeleveringsysteem door openingen die in de binnenste mantel aangebracht zijn, waarbij een werkwijze voor het verwarmen van het rolonderdeel 15 bestaat uit het zo verbinden van een strocmafleidingsmiddel aan de binnenste mantel dat dit strocmafleidingsmiddel althans gedeeltelijk over de genoemde openingen heen ligt en deze bedekt, het vormen van een regelmeetopening voor het leiden van fluïdum uit het fluidumtoeleveringsysteem naar de ringvormige kamer, 20 welke regelmeetopening door het strocmafleidingsmiddel aan de opening begrensd wordt, en het zo richten van een stroom van verwarmd fluïdum van een fluidumtoevoersysteem door de regelmeetopening in de ringvormige kamer dat het verwarmingsfluidum de ringvormige kamer onder een hoek ten opzichte van de buitenste 25 mantel binnentreedt.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het voorts het aanbrengen van de genoemde openingen op de binnenste mantel in een gemeenschappelijk vlak loodrecht op de genoemde langsas behelst.
15. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de binnenste mantel voorzien is van een cmtreksgroef ter plaatse van de genoemde openingen die in de binnenste mantel aangebracht zijn.
16. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat 35 het genoemde rolonderdeel zo samsngaat met een tweede rolonderdeel dat een axiale stroom verwarmd fluïdum in dit rolonderdeel in een 8101139 i «* -16- richting tegengesteld aan de axiale stroom verwarmd fluidum in dat tweede rolonderdeel \etrloopt,
17. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen.
18. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 4 8101139
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US12840880 | 1980-03-10 | ||
US06/128,408 US4252184A (en) | 1980-03-10 | 1980-03-10 | Control of oil distribution in heated embossing rolls |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8101139A true NL8101139A (nl) | 1981-10-01 |
Family
ID=22435240
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8101139A NL8101139A (nl) | 1980-03-10 | 1981-03-10 | Regeling van de olieverdeling in verwarmde drijfwerkrollen. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4252184A (nl) |
JP (1) | JPS56144291A (nl) |
KR (1) | KR840000555B1 (nl) |
AU (1) | AU540985B2 (nl) |
BR (1) | BR8101361A (nl) |
CA (1) | CA1171077A (nl) |
DE (1) | DE3108859C2 (nl) |
FR (1) | FR2477597A1 (nl) |
GB (1) | GB2071276B (nl) |
IT (1) | IT1142763B (nl) |
NL (1) | NL8101139A (nl) |
Families Citing this family (45)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4440214A (en) * | 1980-05-30 | 1984-04-03 | Beloit Corporation | Heat transfer roll and method |
US4506727A (en) * | 1982-06-14 | 1985-03-26 | Usm Corporation | Converted temperature control roll |
SE8207251L (sv) * | 1982-12-20 | 1984-06-21 | Skandinaviska Apparatind | Roterande vermevexlare |
DE3586898D1 (de) * | 1984-04-06 | 1993-01-28 | Walzen Irle Gmbh | Mittels eines waerme uebertragenden mediums beheizbare kalanderwalze. |
FR2580386B1 (fr) * | 1985-04-12 | 1987-06-26 | Cellier Sa | Cylindre chauffant pour produits se presentant sous forme de films, feuilles, plaques ou similaires |
US4693015A (en) * | 1985-08-26 | 1987-09-15 | Hercules Incorporated | Direct fired cylinder dryer |
US4758310A (en) * | 1986-04-08 | 1988-07-19 | Miller Ray R | Belt and drum-type pressing apparatus |
US4710271A (en) * | 1986-04-08 | 1987-12-01 | Ray R. Miller | Belt and drum-type press |
US4781795A (en) * | 1986-04-08 | 1988-11-01 | Ray R. Miller | Heated drum having high thermal flux and belt press using same |
JPS63136921U (nl) * | 1987-03-02 | 1988-09-08 | ||
DE3802477A1 (de) * | 1988-01-28 | 1989-08-10 | Voith Gmbh J M | Kuehlwalze |
FR2628830A1 (fr) * | 1988-03-18 | 1989-09-22 | Beugras Herve | Dispositif diffuseur pour circuit d'echange a courants croises avec une paroi d'echange mobile ou fixe |
DE3909134A1 (de) * | 1989-03-20 | 1990-10-04 | Troester Maschf Paul | Dichtungsplatten-kalander |
FR2654755B2 (fr) * | 1989-05-22 | 1993-04-30 | Baumann Felix | Perfectionnement aux cylindres secheurs dans les installations de fabrication de papier. |
DE3925367A1 (de) * | 1989-08-01 | 1991-02-14 | Kuesters Eduard Maschf | Walze zur druck- und temperaturbehandlung von bahnfoermigem material |
DE3926918A1 (de) * | 1989-08-16 | 1991-02-21 | Wolfgang Wagner | Vorrichtung zum praegen von reliefmustern auf einem kontinuierlich zufuehrbaren informationstraeger |
US4949475A (en) * | 1989-12-20 | 1990-08-21 | Beloit Corporation | Temperature compensated ventilating roll |
DE4022334C2 (de) * | 1990-07-13 | 1994-02-24 | Voith Gmbh J M | Verfahren zum Betreiben eines Auftragswerks für Papier oder Karton und Auftragswerk hierfür |
FR2685458A1 (fr) * | 1991-12-19 | 1993-06-25 | Darlet Marchante Tech Sa | Tambour pour le refroidissement de produits en feuille ou plaque. |
NO179727C (no) * | 1994-02-21 | 1996-12-04 | Kvaerner Eureka As | Fremgangsmåte ved oppvarming av en mantel-arbeidsflate på en roterende valse, samt en roterbar valse |
DE19509863A1 (de) * | 1995-03-17 | 1996-04-11 | Peter H Meier | Verfahren und Vorrichtung zur Verformung von Papier und Karton |
DE29510512U1 (de) * | 1995-06-29 | 1996-10-31 | Eduard Küsters Maschinenfabrik GmbH & Co. KG, 47805 Krefeld | Beheizbare Walze |
US5984658A (en) * | 1996-02-09 | 1999-11-16 | Modern Machinery Co., Ltd. | Thin sheet forming roll, sheet forming machine, and sheet forming method |
FI960702A0 (fi) * | 1996-02-16 | 1996-02-16 | Ppr Consulting Ltd Oy | Torkanordning foer fiberbanor |
DE19755229A1 (de) * | 1997-12-12 | 1999-06-24 | Johannes Kloeber | Vorrichtung und Verfahren zur Herstellung einer diffusionsoffenen Unterspannbahn |
DE19822531B4 (de) * | 1998-05-19 | 2006-11-30 | Voith Patent Gmbh | Kalanderwalze |
US7025123B1 (en) | 1999-01-29 | 2006-04-11 | Kimberly-Clark Worldwide, Inc. | Fluid distribution system for thermal transfer rollers |
WO2001026902A1 (de) * | 1999-10-08 | 2001-04-19 | Koenig & Bauer Aktiengesellschaft | Zylinder einer rotationsdruckmaschine |
JP4465070B2 (ja) * | 1999-12-01 | 2010-05-19 | 株式会社ササクラ | 回転式冷却ローラの構造 |
US6913673B2 (en) * | 2001-12-19 | 2005-07-05 | Kimberly-Clark Worldwide, Inc. | Heated embossing and ply attachment |
US6683284B2 (en) | 2002-03-22 | 2004-01-27 | Metso Paper Karlstad Ab | Thermal roll for papermaking with a fluid circulation system and method therefor |
US7031626B1 (en) * | 2003-03-28 | 2006-04-18 | Eastman Kodak Company | Fixing roller system and method |
DE102005000795A1 (de) * | 2005-01-05 | 2006-07-13 | Voith Paper Patent Gmbh | Vorrichtung und Verfahren zur Herstellung und/oder Veredelung einer Faserstoffbahn |
DE102005000782A1 (de) * | 2005-01-05 | 2006-07-20 | Voith Paper Patent Gmbh | Trockenzylinder |
US9579238B2 (en) | 2005-02-17 | 2017-02-28 | The Procter & Gamble Company | Sanitary napkins capable of taking complex three-dimensional shape in use |
US8211078B2 (en) | 2005-02-17 | 2012-07-03 | The Procter And Gamble Company | Sanitary napkins capable of taking complex three-dimensional shape in use |
DE102005043098A1 (de) * | 2005-09-10 | 2007-03-15 | Man Roland Druckmaschinen Ag | Druckmaschinenzylinder und Verfahren zur Kompensation thermisch bedingter Druckmaschinenzylinderdeformationen |
DE102008019720A1 (de) * | 2008-04-18 | 2009-10-22 | Leonhard Kurz Stiftung & Co. Kg | Beheizte Prägewalze |
JP2017101826A (ja) * | 2015-11-20 | 2017-06-08 | 住友化学株式会社 | 加熱ローラー及びフィルム製造方法 |
CN105328979B (zh) * | 2015-11-27 | 2017-11-14 | 佛山市南海区三简包装有限公司 | 一种新型模压版辊 |
CN106949762B (zh) * | 2017-03-20 | 2019-04-02 | 连云港鹰游工程技术研究院有限公司 | 一种热辊轴向传热装置 |
CN109594400B (zh) * | 2019-01-24 | 2021-03-02 | 安徽紫竹林纸业有限公司 | 一种纸张加工过程中纸张平滑压光装置 |
CN111733468B (zh) * | 2020-07-16 | 2024-02-09 | 无锡中力科技有限公司 | 一种高速旋转梯度热管式热辊及其加工方法 |
IT202100017675A1 (it) | 2021-07-05 | 2023-01-05 | Koerber Tissue S P A | Dispositivo goffratore con almeno un rullo goffratore riscaldato, e metodo |
KR102642399B1 (ko) | 2022-02-23 | 2024-03-04 | 주식회사 일진엠앤씨 | 열매체유 순환방식의 히팅롤러 장치 |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB503630A (en) * | 1937-10-30 | 1939-04-12 | William George Simon | Improvements in or relating to heating, cooling or drying cylinders or drums |
US2677899A (en) * | 1951-05-16 | 1954-05-11 | Pusey & Jones Corp | Jacketed steam drier |
US3838734A (en) * | 1973-01-22 | 1974-10-01 | Beloit Corp | Heat transfer roll body |
US4050510A (en) * | 1973-04-27 | 1977-09-27 | Helmuth Theysohn | Calender heating roll |
IT1047818B (it) * | 1974-10-23 | 1980-10-20 | Vepa Ag | Rullo riscaldato come rotella ad esempio su stiratoi |
CH597424A5 (nl) * | 1975-08-06 | 1978-04-14 | Escher Wyss Gmbh |
-
1980
- 1980-03-10 US US06/128,408 patent/US4252184A/en not_active Expired - Lifetime
-
1981
- 1981-03-09 BR BR8101361A patent/BR8101361A/pt unknown
- 1981-03-09 DE DE3108859A patent/DE3108859C2/de not_active Expired
- 1981-03-09 GB GB8107346A patent/GB2071276B/en not_active Expired
- 1981-03-09 KR KR1019810000756A patent/KR840000555B1/ko active
- 1981-03-09 CA CA000372519A patent/CA1171077A/en not_active Expired
- 1981-03-10 FR FR8104735A patent/FR2477597A1/fr not_active Withdrawn
- 1981-03-10 NL NL8101139A patent/NL8101139A/nl not_active Application Discontinuation
- 1981-03-10 IT IT47991/81A patent/IT1142763B/it active
- 1981-03-10 AU AU68202/81A patent/AU540985B2/en not_active Ceased
- 1981-03-10 JP JP3447881A patent/JPS56144291A/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US4252184A (en) | 1981-02-24 |
GB2071276B (en) | 1983-04-20 |
IT1142763B (it) | 1986-10-15 |
JPS56144291A (en) | 1981-11-10 |
BR8101361A (pt) | 1981-09-15 |
KR840000555B1 (ko) | 1984-04-20 |
AU540985B2 (en) | 1984-12-13 |
KR830005440A (ko) | 1983-08-13 |
FR2477597A1 (fr) | 1981-09-11 |
IT8147991A0 (it) | 1981-03-10 |
CA1171077A (en) | 1984-07-17 |
AU6820281A (en) | 1981-09-17 |
DE3108859A1 (de) | 1982-01-28 |
DE3108859C2 (de) | 1985-05-15 |
GB2071276A (en) | 1981-09-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8101139A (nl) | Regeling van de olieverdeling in verwarmde drijfwerkrollen. | |
US4757582A (en) | Roll with heated mantle and method | |
CA1329029C (en) | Heatable roll for use in calenders and the like | |
NL7908755A (nl) | Wals met instelbare doorbuiging. | |
CA1240186A (en) | Fluid-medium-heated calender roll | |
SE444591B (sv) | Forfarande for att styra valstryckfordelningen i en kalander och kalander for genomforandet av forfarandet | |
SE429824B (sv) | Anordning for materialformning genom strengpressning | |
CA2191003C (en) | Lubrication of a roll jacket of a press roller | |
US3838734A (en) | Heat transfer roll body | |
CA2022428A1 (en) | Roll having a hollow cylinder with internal ducts for the pressure and heat treatment of a web of material | |
JPH0549364B2 (nl) | ||
US6315703B1 (en) | Pressure treatment roller | |
WO2000045104A1 (en) | Fluid distribution system for thermal transfer rollers | |
JP2618022B2 (ja) | 複合カレンダーロール | |
US4093023A (en) | Sheet mill table roll | |
CA1208877A (en) | Roll caster with isothermal shell cooling | |
JP3388595B2 (ja) | 加熱、冷却ロール | |
US3471368A (en) | Headbox for papermaking machine | |
EP1575857B1 (de) | Vakuum-kühlwalze | |
WO1991013709A2 (en) | Uniformly-cooled casting wheel | |
JP2867030B2 (ja) | 圧力水を送り込む冷却管 | |
US5806136A (en) | Device in the operation of a doctor in a paper/board machine | |
DE29918267U1 (de) | Temperierbare Walze, insbesondere beheizbare Kalanderwalze | |
US6152069A (en) | Multi-chamber short dwell coater | |
EP1659358B1 (en) | Fluid thermoregulated calender cylinder |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |