NL7908755A - Wals met instelbare doorbuiging. - Google Patents

Wals met instelbare doorbuiging. Download PDF

Info

Publication number
NL7908755A
NL7908755A NL7908755A NL7908755A NL7908755A NL 7908755 A NL7908755 A NL 7908755A NL 7908755 A NL7908755 A NL 7908755A NL 7908755 A NL7908755 A NL 7908755A NL 7908755 A NL7908755 A NL 7908755A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
roller according
jacket
liquid
temperature
Prior art date
Application number
NL7908755A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Escher Wyss Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Escher Wyss Ag filed Critical Escher Wyss Ag
Publication of NL7908755A publication Critical patent/NL7908755A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16CSHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
    • F16C13/00Rolls, drums, discs, or the like; Bearings or mountings therefor
    • F16C13/02Bearings
    • F16C13/022Bearings supporting a hollow roll mantle rotating with respect to a yoke or axle
    • F16C13/024Bearings supporting a hollow roll mantle rotating with respect to a yoke or axle adjustable for positioning, e.g. radial movable bearings for controlling the deflection along the length of the roll mantle
    • F16C13/026Bearings supporting a hollow roll mantle rotating with respect to a yoke or axle adjustable for positioning, e.g. radial movable bearings for controlling the deflection along the length of the roll mantle by fluid pressure
    • F16C13/028Bearings supporting a hollow roll mantle rotating with respect to a yoke or axle adjustable for positioning, e.g. radial movable bearings for controlling the deflection along the length of the roll mantle by fluid pressure with a plurality of supports along the length of the roll mantle, e.g. hydraulic jacks
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21GCALENDERS; ACCESSORIES FOR PAPER-MAKING MACHINES
    • D21G1/00Calenders; Smoothing apparatus
    • D21G1/02Rolls; Their bearings
    • D21G1/0206Controlled deflection rolls
    • D21G1/0213Controlled deflection rolls with deflection compensation means acting between the roller shell and its supporting member
    • D21G1/022Controlled deflection rolls with deflection compensation means acting between the roller shell and its supporting member the means using fluid pressure
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28FDETAILS OF HEAT-EXCHANGE AND HEAT-TRANSFER APPARATUS, OF GENERAL APPLICATION
    • F28F5/00Elements specially adapted for movement
    • F28F5/02Rotary drums or rollers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Rolls And Other Rotary Bodies (AREA)
  • Paper (AREA)
  • Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)
  • Food Preservation Except Freezing, Refrigeration, And Drying (AREA)
  • Heating, Cooling, Or Curing Plastics Or The Like In General (AREA)

Description

N.O. 28.488 1" ’ , ,
Vais met instelbare doorbuiging.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een wals met instelbare doorbuiging, met een vaststaande drager en een om de drager draaibare walsmantel, waarbij zich tussen de walsmantel en de drager een tussenruimte bevindt, en met ten minste één aan de drager aange-5 braehte sproeiinrichting var het besproeien van het binnenvlak van de walsmantel met stralen van een warmtedragervloèistof met gemgelde temperatuur.
Een instelwals van dit type is bekend uit het Zwitserse octrooi-schrift 577*598» in het bijzonder fig. 4* Bij deze bekende wals, die 10 overigens kan zijn uitgevoerd zoals is weergegeven in de Amerikaanse octrooischriften 3*802.044 en 3*885*283, bevindt zich in de tussenruimte tussen de drager en de walsmantel een buis, die voorzien is van sproeimondstukken en waaraan olie wordt toegevoerd, die verwarmd is in een verwarmingsinrichting, welke olie tegen de binnenwand van 15 ie walsmantel wordt versproeid.
De uitvinding heeft betrekking op een verdere ontwikkeling van deze bekende wals met het doel de warmteoverdracht vanaf de warmte-drager op de walsmantel aanzienlijk te verbeteren om daardoor in het bijzonde · een wals te verkrijgen, welke geschikt is voor hoge tempe-20 raturen èn hoge verwarmingsvermogens, welke bijvoorbeeld nodig zijn voor kalanders voor het verwerken van kunststoffen.
De instelwals volgens de uitvinding, waardoor dit doel wordt bereikt, wordt gekenmerkt, doordat de sproeiinrichting openingen bevat, die volgens een regelmatig patroon zijn verdeeld, welke openingen ge-25 schikt zijn voor het vormen van compacte, ten minste ten dele evenwijdig aan elkaar verlopende vloeistofstralen, welke gericht zijn naar het binnenvlak van de walsmantel en hoogstens 30° afwijken van de loodlijnen op het binnenvlak.
Door de sproeiinrichting kan een grote hoeveelheid van de warm-30 tedragervloeistof in aanraking worden gebracht met de valsmantel, waarbij de stralen als gevolg van hun betrekkelijk grote relatieve snelheid ten opzichte van het vlak van de walsmantel een zeer goede warmteoverdracht mogelijk maken. Beide maatregelen leiden tot een zeer intensieve warmte ransport vanuit de vloeistof naar de walsman-35 tel.
De openingen kunnen daarbij bij voorkeur op afstanden van elkaar zijn opgesteld, die het vijf- tot vijftienvoudige van de diameter bedragen. Door deze maatregel wordt een optimale warmteover- 79ÖS753 * -2- dracht vanuit de stralen op de wand van de walsmantel verkregen, daar «*» de stralen elkaar enerzijds niet hinderen en anderzijds een voldoende gelijkmatigheid van de warmteheinvloeding, in het bijzonder verwarming van de walsmantel verkregen wordt.
5 Yoor het bereiken van zeer hoge warmtetransporten kunnen de ope- ningen opgesteld zijn in meerdere rijen, die evenwijdig zijn aan de hartlijn, waarbij de stralen, die uit de openingen van een rij naar buiten treden, evenwijdig zijn aan elkaar en de openingen van aangrenzende rijen ten opzichte van elkaar verspringen.
10 De afstanden en/of diameter van de openingen kunnen overeenkom stig de gewenste intensiteit van de warmteoverdracht in verschillende axiale gebieden van de wals verschillend zijn. Bij voorkeur kan bijvoorbeeld bij een verwarmde wals door verhoogde warmtetoevoer in de eindgebieden van de walsmantel een anders daar optredende tempera-15 tuursdaling verhinderd worden.
De lengte van de vloeistofstralen tussen de uittrede dqarvan uit de opening en het stoten op de binnenwand van de walsmantel kan bij voorkeur het vier- tot tienvoudige van de diameter van de opening bedragen.Daardoor wordt de compacte vorm van de vloeistofstraal ge-20 waarborgd, welke aanleiding geeft tot de goede warmteoverdracht tussen de vloeistof en de walsmantel.
Bij een wals, waarbij de walsmantel hydraulisch gesteund is op de drager, kan het hydraulische medium van de ondersteuning dienen als warmtedragervloeistof van de sproeinrichting. Daardoor wordt een 25 grote vereenvoudiging van de wals verkregen, ofschoon het denkbaar zou zijn voor beide doeleinden verschillende vloeistoffen te gebruiken, vooropgesteld dat zij goed van ellaar gescheiden kunnen worden.
Daarbij kan de sproeiinrichting via een toevoerleiding aangesloten zijn aan een reservoir, dat voorzien is van een inrichting 30 voor het beïnvloeden van de temperatuur van de vloeistof. Ook hier wordt een grote vereenvoudiging bereikt, doordat het normaal steeds aanwezige verzamelreservoir tegelijkertijd gebruikt kan worden voor het verwarmen of koelsi van de vloeistof. De sproeiinrichting kan echter ook zijn aangesloten aan een toevoerleiding, waarin zich een 35 inrichting bevindt voor het beïnvloeden van de temperatuur van de warmtedragervloeistof. Het kan in vele gevallen gunstig zijn, de warmtedragervloeistof pas in de naar de sproeiinrichting voerende leiding op de gewenste temperatuur te brengen.
In asrichting van de wals kunnen verdeeld meerdere sproeiinrich-40 tingen zijn opgesteld, die aangesloten zijn aan gescheiden toevoer- 7908755 * -5- leidingen voor warmtedragervloeistof met verschillende temperaturen. Daardoor is op eenvoudige wijze een verschillende beïnvloeding van de temperatuur van de walsmantel langs zijn lengte mogelijk. In het normale geval wordt de verwarming aan de einden iets versterkt om 5 de temperatuursvermindering, die dikwijls bij een verwarmde wals aan de einden daarvan opptreedt, te compenseren.
Bij een dergelijke wals met meerdere, in de asrichting van de wals verdeeld opgestelde sproeiinrichtingen, kunnen deze aangesloten zijn aan aftakleidingen voor het beïnvloeden van de temperatuur van 10 de warmtedragervloeistof, welke vanaf een gemeenschappelijke toevoer-leiding zijn afgetakt, elke toevoerleiding loopt vanuit een er-zamelreservoir, dat eveneens voorzien is van een inrichting voor het beïnvloeden van de temperatuur van de vloeistof. In een dergelijk geval wordt een zeer gunstige werking bereikt, doordat de naar de 15 sproeiinrichtingen toegevoerde vloeistofstromen eerst in het ver-zamelreservoir op een gemeenschappelijke gelijke temperatuur gebracht worden, waarna dan in de aftakleidingen alleen de temperatuurverschillen van de afzonderlijke stromen gevormd worden.
Bij alle uitvoeringsvormen kan in de toevoerleiding een smoor-20 orgaan zijn opgesteld, dat dient voor het instellen van de vloeistof-hoeveelheid, die toegevoerd wordt naar de sproeiinrichting. Het smoor-orgaan maakt een zeer eenvoudige beïnvloeding van de temperatuur van de walsmantel mogelijk door verandering van de stromingshoeveelheid bij constante temperatuur van de warmtedragervloeistof.
25 De inrichting voor het beïnvloeden van de temperatuur kan ech ter ook een verwarmings-, respectievelijk koelinrichting bevatten, waarvan de capaciteit beïnvloed wordt door een regelinrichting in afhankelijkheid van de gewenste temperatuur van de walsmantel.
De beide soorten regelingen, de hoeveelheidsregeling door het ?0 smoororgaan evenals de temperatuursregeling door de verwarmings- respectievelijk koelinrichting, kunnen gescheiden of ook gemeenschappelijk worden toegepast.
Bij een wals met meerdere in de asrichting van de walsverdeeld opgestelde sproeiinrichtingen, kunnen aan de afzonderlijke sproei-35 inrichting scheidingswanden zijn toegevoegd, welke de bij de afzonderlijke sproeiinrichtingen behorende delen van de tussenruimte ten minste ten dele van elkaar scheiden, waarbij ieder deel voorzien is van een afzonderlijke afvoerleiding, welke uitmondt in een afzonderlijk verzamelreservoir. Op deze wijze kan een- vermenging van 40 de stromen van de warmtedragervloeistof met verschillende temperatu- 7908755 .·-. %( * _4- I* ren tegen gegaan worden, zodat bijvoorbeeld een grotere afkoeling van de hetere vloeistofstroom verhinderd kan worden. Daardoor kan aan warmteenergie bespaard worden.
Constructief kan de sproeiinrichting een vlakke, respectieve-5 lijk enigszins gewelfde wand bevatten, die gekeerd is naar de binnenwand van de walsmantel, in welke wand openingen zijn aangebracht voor het vormen van tegen de binnenwand stotende vloeistof stralen.
Op deze wijze kan met eenvoudige middelen de noodzakelijke stralen-diohtheid verkregen worden die noodzakelijk is voor het bereiken 10 van de grote warmtecapaciteit. Tegelijkertijd is ook de opstelling van de stralen in verschillende patronen mogelijk, om bijvoorbeeld een gewenste verdeling van de warmte aan de walsmantel te verkrijgen .
Bij voorkeur zou de sproeiinrichting moeten zijn aangebracht 15 in een gebied van de tussenruimte van de wals, die zich bevindt tussen de drager en de walsmantel, welk gebied ligt buiten het gebied van een zich in deze tussenruimte bevindende vloeistofruimte. Daardoor wordt bereikt, dat de stralen van de warmtedragervloeistof zoveel mogelijk ongehinderd door lucht lopen en kunnen stoten tegen 20 het binnenvlak van de walsmantel. Daardoor wordt een optimale warmteoverdracht gewaarborgd.
De uitvinding zal aan de hand van schematisch in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont schematisch de wals volgens de uitvinding, tezamen 25 met de bijbehorende voedingsinrichting, fig. 2 is een doorsnede van volgens de lijn II-II van fig. 1 op grotere schaal, fig. 3 is een met fig. 2 overeenkomende doorsnede van een wals van een ander type, waarbij de uitvinding wordt toegepast, 30 fig. 4 is een gewijzigd detail van fig. 1, fig. 5 is een met fig. 1 overeenkomend schema van een verdere uitvoeringsvorm van de wals, en fig. 6 is een detail van fig. 1 op grotere schaal bij een enigszins gewijzigde uitvoering van de sproeiinrichting.
35 Fig. 1 toont als voorbeeld een wals in doorsnede, die is uitge voerd volgens het reeds genoemde Amerikaanse octrodLschrift 3*802.044· De wals bevat een vaststaande drager 1, welke vast, dat wil zeggen niet draaibaar gesteund is in een niet weergegeven stoel van een walsinrichting en een om de drager 1 draaibare walsmantel 2. De 40 walsmantel 2 is op de drager gelagerd in walslagers 3* De einden 7900751 ** -5- van de walsmantel zijn door afsluitschijven 4 met afdichtingen 5 afgesloten. In de drager zijn afgedicht hydrostatische steunzuigers 6 geleid, waarop de walsmantel 2 wordt gesteund. Deze steunzuigers, die bekend zijn uit het Amerikaanse octraoLschrif t 3*0802.044» behoren in 5 het onderhavige geval niet tot de uitvinding en zijn daarom slechts schematisch aangegeven.
Yolgens de uitvinding zijn aan de drager 1 sproeiinrichtingen 7 bevestigd (fig. 2), welke in dit geval de vorm van dozen hebben. Iedere sproeiinrichting heeft een naar het binnenvlak 2' van de wals-10 mantel toegekeerde wand 8 respectievelijk 8', waarin openingen 10 zijn gevormd, waaruit stralen 11 van een warmtedragervloeistof naar buitentreden, welke tegen het binnenvlak 2' stoten en daardoor de temperatuur daarvan beïnvloeden. De warmtedragervloeistof vormt in het benedengebied van de walsmantel een verzamelplaats 12, waaruit de 15 vloeistof door een afvoerbuis 13 en een afvoerleiding 14 in een ver-zamelreservoir 15 wordt teruggevoerd. In de afvoerleiding 14 kan een pomp l6 zijn aangebracht.
Zoals blijkt uit fig. 1 , is het verzamelreservoir 15 in dit geval, aangezien het gaat om een verwarmde wals, voorzien van een ver-20 warmingsinrichting 17, die is uitgevoerd als een buizenslang met een klep 18. De klep wordt bediend door een regelaar 20, welke onder invloed staat van een temperatuurtaster 21. De verwarmingsinrichting 17 kan voor lagere temperaturen werken met warm water of met waterdamp. Yoor hogere temperaturen kan een electrische weer stands ver-25 warming aanwezig zijn. Hierbij is klep 18 dan vervangen door een overeenkomstige schakelaar.
Zoals verder blijkt uit fig. .1, wordt de zich in het verzamelreser-oirvl5 bevindende warmtedragervloeistof door een toevoerleiding 22 met een pomp 22* toegevoerd aan aftakleidingen 23, welke ieder een klep 30 24 bevatten, die bediend wordt door een temperatuurregelaar 25. Iedere temperatuurregelaar 25 ontvangt zijn meetsignaal van een temperatuurtaster 26, welke de temperatuur van het oppervlak van de alsman-tel 2 aftast.
Zoals nog blijkt uit fig. 1, loopt vanuit het verzamelreservoir 35 15 nog een persleiding 27 met een pomp 28 en een drukregeïinrichting 30 naar de hydrostatische steunelementen 6. De drukregeïinrichting 30 bevat op bekende wijze een overstroomleiding 31 met een regelklep 32, die bediend wordt door een regelaar 35 in afhankelijkheid van een drukmeetinrichting 34* 40 Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 ontvangen zowel de v a Π a 7 5 ^ 3 V v · · ··> 9 ι> -6- sproeiinrichtingen 7>als de steunzuigers 6 vloeistof vanuit hetzelfde verzamelreservoir 15 en wel met dezelfde temperatuur. Met andere woorden, het hydrolische medium voor de ondersteuning wordt tegelijkertijd gebruikt als warmtedragervloeistof voor de sproei-5 inrichting. Het wordt daardoor mogelijk gemaakt, dat deze vloeistof in het algemeen bestaat uit een olie, die ook geschikt is voor warmtedrager. Tegelijkertijd wordt door deze maatregel een aanzienlijke vereenvoudiging van de wals met instelbare doorbuiging en van de voedingsinrichting bereikt.
10 In bedrijf wordt bij de wals volgens de figuren 1 en 2, de vloeistof uit het reservoir 15, die een gewenste temperatuur heeft, door de pomp 22' in de toevoerleiding 2 gepompt e toegevoerd naar de sproeiinrichtingen 7· De regelaar 25 met de kleppen 24 veroorzaken daarb j een hoeveelheidsregeling van de vloeistofstroming, zodat 15 afhankelijk van de behoefte aan warmte in de buurt van de afzonderlijke sproeiinrichtingen 7 meer of minder warmtedragervloeistoijmet dezelfde temperatuur wordt versproeid.
Fig. 4 toont een inrichting voor het beïnvloeden van de temperatuur van de warmtedragervloeistof, welke op de plaats van de kleppcen 20 24 uit fig. 1 of tezamen daarmede toegepast kan worden. Volgens fig.
4 is in de aftakleiding 25 een schematisch weergegeven verwarmingsinrichting 35 aangebracht, waarvan de verwarmingscapaciteit geregeld wordt door een regelaar 36 in afhankelijkheid van een meetsignaal, dat door een signaalleiding 26' wordt toegevoerd. Ook in dit geval 25 is weliswaar de schematisch weergegeven verwarmingsinrichting 35 voorzien van een buizenslang 37> maar het is ook mogelijk een elektrische verwarmingsspiraal of een dergelijk verwarmingslichaam toe te passen.
De in fig. 5 schematisch weergegeven wals verschilt van de wal-30 sen volgens fig. 1 hoofdzakelijk doordat de delen van de tussenruim- . te 9 tussen de drager 1 en de walsmantel 2, welke behoren bij de afzonderlijke sproeiinrichtingen 7> van elkaar gescheiden zijn door scheidingswanden 40. Eén van de scheidingswanden 40 is in fig. 2 met stippellijnen getoond. De scheidingswand strekt zich over een aan-35 zienlijk deel van de vloeistofverzamelruimte 12 uit en verhindert op deze wijze een grotere vermenging van de in de verschillende delen aanwezige olie met verschillende temperaturen. De daardoor gevormde delen 9 * > 9"» 0”* van het gebied van de tussenruimte 9> waarin de verzamelruimte 11 zich bevindt, zijn door afzonderlijke afvoerlei-4$ dingen 14', 14" en 14"' verbonden met gescheiden verzamelreservoirs 15', 15" en 15'"· De afvoerleidingen zijn voorzien van pompen 16’, 7908755 -7- * 1βη en 16"'. Vanuit de verzamelreservoirs 151> 15" en 15"1 lopen toe-voerleidingen 22 met pompen 23 naar de afzonderlijke sproeiinrichtin-gen 7, die in fig. 5 niet zijn weergegeven. De pompen 23. kunnen naar behoefte constante of veranderlijke vloeistofhoeveelheden leveren.
5 Bovendien zijn in de leidingen 22 verwarmingsinrichtingen volgens fig. 4 aangebracht, die op dezelfde wijze als de kleppen 24 van fig. 1 beïnvloed kunnen worden door temperatuurmeetplaatsen 26 aan de walsmantel.
Fig. 3 toont op grotere schaal een detail van fig. 1, dat in 10 hoofdzaak betrekking heeft op het grensgebied tussen de linker en middelste sproeiinrichting. Daarbij is echter de linker sproeiinrich-ting 7 vervangen door een spr o inrichting 7' welke een groter aantal openingen 10 bevat, dan de middelste sproeiinrichting 7· Voor het bereiken van s mmetrische verhoudingen van de temperaturen van 15 de walsmantel kan vanzelfsprekend ook de rechter spoorinrichting 7 van fig. 1 vervangen zijn door een dergelijke sproeiinrichting 7'· Zoals blijkt uit fig. 6, bevat de sproeiinrichting 7 in de wand 8 gevormde boringen 10 met een diameter D, die in drie rijen R1, R2, R5 zijn opgesteld, waarbij de boringen D van een rij een 20 onderlinge afstand A hebben. De boringen zijn zo uitgevoerd, dat de uit de boringen 10 van een rij naarbuiten tredende stralen evenwijdig zijn aan elkaa . De b ringen 10 van de afzonderlijke rijen R1, R2 en R3 zijn onderling versprongen en wel volgens fig. 6 over de halve steek A. Daarbij bevinden de rijen R1, R2 en R5 zich op 25 een afstand B van elkaar, welke zo groot is gekoze , dat ook de schuine afstanden van de boringen van aangrenzende rijen onderling de afstand A hebben. Voor het bereiken van optimale verhoudingen kunnen, zoals reeds vermeld, de afstanden A het vijf- tot vijftien-voudige van de diameter D bedragen.
30 ¥at de sproeiinrichting 7' betreft, zijn hierbij de openingen 10' in vijf rijen M1, M2, M3, M4 en M5 opgesteld, waarbij de onderlinge afstanden van de openingen met Af kleiner zijn dan de afstanden A van de openingen 10. De diameter D' van de boringen, die de openingen 10 vormen, kan gelijk zijn aan de diameter D, maar kan ook 35 daarvan verschillen.
De eenvoudigste uitvoeringsvorm openingen bestaat uit de vorming van gladde scherpkantige cilindrische boringen,welke het beste een gelijkmatige, verdeling van de vloeistofstroming over de verschillende openingen waarborgt. Het is echter duidelijk, dat de boringen 40 ook anders uitgevoerd kunnen zijn en bijvoorbeeld de vorm van 7908755 < -8- mondstukken kunnen hebben.
Volgens het linker deel van fig. 2 en van fig. 3 heeft de wand 8 van de sproeiinrichting een platte vorm, waarbij de hartlijnen van de boringen 10 respectievelijk 10' in de afzonderlijke rijen even-5 wijdig aan elkaar verlopen. Dit levert de laagste vervaardigings-kosten. Het is echter ook mogelijk volgens de rechter zijde van fig. 2 de wand 8' enigszins gewelfd uit te voeren en wel bij voorkeur met een straal P welke verloopt door de hartlijn 0 van de wals-drager, respectievelijk van de walsmantel 2. In dit geval, kunnen 10 ook de boringen 10 zo zijn uitgevoerd, dat de daaruit naar buiten tredende stralen radiaal terecht komen op het binnenvlak 2' van de walsmantel 2. Zoals de linker zijde van fig. 2 toont, behoeven de stralen 11 niet loodrecht naar het binnenvlak 2' van de walsmantel 2 gericht te zijn. De richting van de straal 11 kan met de loodlijn 15 N'stootplaats een hoek α vormen. Deze hoek α moet voor het bereiken van optimale verhoudingen echter niet groter zijn dan 30°.
In fig. 2 is nog de lengte van een straal 11 met L aangeduid. Deze lengte L zou om een ongunstig versproeien van de straal 11 te vermijden en anderzijds een goede afvoer van de vloeistof te waar-20 borgen, het viervoudige van de diameter D respectievelijk D‘ moeten bedragen.
Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de als voorbeeld in de figuren 1, 2“ en 5 weergegeven wals volgens het me-rikdanse octrooischrift 3*802.044* De uitvinding is principieel ook 25 toe te passen bij andere typen walsen, die werken volgens het hyhro-lische, respectievelijk hydrostatische principe of ook volgens een ander principe.
Zo is in fig. 3 dn een doorsnede, die overeenkomt met fig. 2, een wals getoond, waarbij tussen de drager 1 en de walsmantel 2 30 een hydrolische drukruimte 50 aanwezig is, welke door lijstvormige afdichtelementen 51 is afgesloten. Een dergelijke wals is bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octroischrift 3*703*862.
Bij de wals volgens fig. 3 zijn de sproeinrichtingen 7 uitgevoerd als groeven in de drager 1, die afgesloten zijn door de wanden 35 8. Overigens kunnen de sproeiinrichtlngen 7 op dezelfde wijze ge schakeld zijn, als bij de eerder genoemde uitvoeringsvoorbeelden.
Van de verder bekende walsvormen met hydrostatische ondersteuning, waarbij de uitvinding toegepast kan worden, kunnen in het bijzonder de walsen volgens het Duitse Auslegeschrift 2.165*118 en 40 volgens het Amerikaanse octrooischrift 4*089*094 genoemd worden.
7908755 ··.·**

Claims (13)

1. Wals met instelbare buiging, met een vaststaande drager en een om de drager drseibare walsmantel, waarbij zich. tussen de wals-mantel en de drager een tussenruimte bevindt, met ten minste één 5 aan de drager aangebrachte sproeiinrichting voor het besproeien van het binnenvlak van de walsmantel met stalen van een warmtedra-gervloeistof met geregelde temperatuur, met het kenme rk, dat de sproeiinrichting (7>7') volgens een regelmatig patroon verdeelde openingen(lO,10') bevatten, die geschikt zijn voor het vor-10 men van compacte, ten minste voor een deel evenwijdig aan elkaar verlopende vloeistofstalen 11, welke gericht zijn haar het binnenvlakt') van de walsmantel (2) en over een hoek een hoogstens 30° (hoek a) afwijken van de loodlijnen (U) op het binnenvlak 2'.
2. Wals volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat 15 de openingen (10,10') op afstanden (A,A') van elkaar zijn aangebracht, die het vijf- tot vijftienvoudige van haar diameter (D, D') bedragen.
3. Wals volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de openingen(lO) zijn opgesteld in meerdere rijen 20 (H.M), die evenwijdig zijn aan de hartlijn, waarbij d uit de ope ningen (10) van een rij naar buiten tredende stralen Λ11) evenwijdig zijn aan elkaar en de openingen (10) van aangrenzende rijen onderling verspringen.
4· Wals volgens conclusie 1, 2 of 3f ® e t het ken-25 merk, dat de afstanden (A,A') en/of de diameters (D,D') van de openingen (10) in overeenstemming met de gewenste intensiteit van de warmteoverdracht verschillende axiale delen van de wals van elkaar verschillen (fig.6). 5« Wals volgens een of maa: van de voorafgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat de lengte L van de vloeistof stralen (11) van de opening (10) tot de binnenwand (2') van de walsmantel (2) het vier- tot tienvoudige van de diameter (D.D') van de opening (10) bedraagt.
6. Wals volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de walsmantel (2) hydrolisch gesteund is op de drager (1) en dat als warmtedragervloeistof van dë sproeiinrichting (7) het hydrolische medium van de ondersteuning dienst doet.
7· Wals volgens een of meer van de conclusies 1 tot en met 5> 40 met het kenmerk, dat de sproeiinrichting (7) via een 7908755 -10- toevoerleiding (22,25) aangesloten is aan een reservoir (15»151 > 15", 15"'), dat voorzien is van een inrichting (I7) voor het beïnvloeden van de temperatuur van de vloeistof.
8. Wals volgens een of meer der conclusies 1 tot en met 5, 5 met het kenmerk, dat de sproeiinrichting (7) aangesloten is aan een toovoerleiding (22,23), waarin zich een inrichting (35) bevindt voor het beïnvloeden van de temperatuur van de warmte-dragervloeistof.
9. Wals volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, 10. e t het kenmerk, dat in de asrichting van de wals verdeeld meerdere sproei nrichtingen (7) zijn opgesteld, die aangesloten zijn aan gescheiden toevoerleidingen (22,23) voor warmtedrager-vloeistof met verschillende temperaturen.
10. Wals volgens conclusie 9, m e t het kenmerk,· 15 dat bij meerd re, in de asrichting van de wals verdeeld opgestelde sproeiinrichtingen (7) deze zijn aangesloten aan aftakleidingen (23), welke voorzien zijn van inrichtingen (24,25) voor het beïnvloeden _ van de temperatuur van de warmtedrager vlo ei stof, welke aftakleidin gen zijn afgetakt van een gemeenschappelijke toevoerleiding 22, die 20 vanuit een verzamelreservoir (15) loopt, dat eveneens voorzien is van een inrichting (17) voor het beïnvloeden van de tem eratuur van de vloeistof.
11. Wals volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat in ten minste één toevoerleiding 25 (22,23) een smoororgaan (24) is aangebraoht, dat dient voor het instellen van de vloeistofhoeveelheid, die toegevoerd wordt naar de bijbehorende sproeiinrichting 7·
12. Wals volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting voor het beïnvloeden 30 van de temperatuur bestaat uit een verwarmings- respectievelijk koel inrichting (35) waarvan de capaciteit beïnvloed wordt door een * regelinrichting (36) in afhankelijkheid van de gewenste temperatuur van de walsmantel (2).
13· Wals volgens conclusie $, m e t het kenmerk, 35 dat aan de afzonderlijke sproeiinrichtingen (7) scheidingswanden (40) zijn toegevoegd, welke de beide afzonderlijke sproeiinrichtingen (7) behorende delen (9’, 9", 9'") van de tussenruimte (9) ten minste ten dele van elkaar scheiden en dat ieder deel (9,9",'9,M) voorzien is van een afzonderlijke afvoerleiding (141, 14", 14"')> welke uit-40 mondt in een speciaal verzamelreservoir (151, 15", 15"')· 7908755 -11- τ A 14. ¥als volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sproeiinrichting (7) een naar het binnenvlak (2') van de walsmantel (2) respectievelijk iets gewelfde wand (8) bevat, waarin openingen (10) zijn gevormd voor het 5 vormen van vloeistofstralen (11), die tegen de binnenwand stoten.
15. Wals volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sproeiinrichting (7) ligt buiten het gebied van een zich in deze tussenruimte bevindende vloeistof-verzamelruimte (12). 7908755
NL7908755A 1979-01-22 1979-12-04 Wals met instelbare doorbuiging. NL7908755A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH60379 1979-01-22
CH60379 1979-01-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908755A true NL7908755A (nl) 1980-07-24

Family

ID=4190804

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908755A NL7908755A (nl) 1979-01-22 1979-12-04 Wals met instelbare doorbuiging.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4282638A (nl)
JP (1) JPS55100126A (nl)
AR (1) AR217986A1 (nl)
AT (1) AT369064B (nl)
BR (1) BR8000356A (nl)
CA (1) CA1125977A (nl)
DE (1) DE2902955C2 (nl)
ES (1) ES486589A1 (nl)
FI (1) FI68708C (nl)
FR (1) FR2446709A1 (nl)
GB (1) GB2041158B (nl)
IT (1) IT1126613B (nl)
NL (1) NL7908755A (nl)
SE (1) SE440248B (nl)
SU (1) SU1031405A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0369172A2 (de) * 1988-11-15 1990-05-23 Schwäbische Hüttenwerke Gesellschaft mit beschränkter Haftung Heiz- oder Kühlwalze

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3020669C2 (de) * 1980-05-30 1984-02-16 Küsters, Eduard, 4150 Krefeld Verfahren zur Steuerung der Liniendruckverteilung in einem Kalander sowie ensprechender Kalander
FR2503750B1 (fr) * 1981-04-09 1985-12-20 Chleq Frote & Cie Rouleau a bombe variable, notamment pour industries papetieres
DE3128722C2 (de) * 1981-07-21 1985-05-15 Eduard 4150 Krefeld Küsters Durchbiegungssteuerbare Walze
US4459726A (en) * 1981-12-21 1984-07-17 Usm Corporation Temperature control for shell type rolls
DE3343313A1 (de) * 1983-11-30 1985-06-05 J.M. Voith Gmbh, 7920 Heidenheim Walze zur behandlung von bahnen, vorzugsweise papierbahnen
US4679287A (en) * 1984-10-04 1987-07-14 Beloit Corporation Heated variable crown roll
DE3503899C2 (de) * 1985-02-06 1987-01-29 Eduard Küsters, Maschinenfabrik, GmbH & Co KG, 4150 Krefeld Walze für die Druckbehandlung von Warenbahnen
DE3516535A1 (de) * 1985-05-08 1986-11-13 Kleinewefers Gmbh Walzenaggregat mit durchbiegungssteuerbarer und temperierbarer walze
DE3526283A1 (de) * 1985-07-23 1987-02-05 Kleinewefers Gmbh Durchbiegungssteuerbare und beheizbare walze
DE8531065U1 (de) * 1985-11-02 1986-11-13 Ramisch Kleinewefers Gmbh, 4150 Krefeld Walzenaggregat für Kalander, Glättwerke und dgl.
DE3638070A1 (de) * 1986-11-07 1988-05-19 Voith Gmbh J M Walze
US4821384A (en) * 1987-11-05 1989-04-18 Beloit Corporation Self-loading controlled deflection roll
FI82125C (fi) * 1988-02-10 1991-01-10 Valmet Paper Machinery Inc Foerfarande foer reglering av temperaturen av en boejningskompenserad vals med reglerbar temperatur och ett temperaturregleringssystem avsedd foer genomfoering av foerfarandet.
CH674883A5 (nl) * 1988-05-06 1990-07-31 Escher Wyss Gmbh
DE3920176A1 (de) * 1988-12-21 1990-07-05 Escher Wyss Ag Walze und verfahren zu deren betrieb
DE3920171A1 (de) * 1988-12-21 1990-07-05 Escher Wyss Ag Walze mit einem rotierbaren walzenmantel und verfahren zu deren betrieb
US4943224A (en) * 1989-02-10 1990-07-24 General Electric Company Apparatus employing integral dielectric heater for roll forming thermoplastic material
US4897905A (en) * 1989-02-13 1990-02-06 Beloit Corporation Controlled deflection roll using inert gasses and independent lubrication system
DE3925019A1 (de) * 1989-07-28 1991-02-07 Voith Gmbh J M Durchbiegungs-ausgleichswalze fuer walzenpressen
CH682893A5 (de) * 1991-05-03 1993-12-15 Escher Wyss Ag Walze und Kunststoffolien-Giessanlage mit einer Walze.
DE4321061B4 (de) * 1993-06-24 2007-10-18 Voith Patent Gmbh Verfahren und Vorrichtung zur Beeinflussung von Dicke und Glanz und/oder Glätte bei der Behandlung von Faserstoffbahnen
DE19814597C1 (de) * 1998-04-01 1999-10-14 Voith Sulzer Papiertech Patent Walze
DE10136270A1 (de) * 2001-07-25 2003-03-13 Voith Paper Patent Gmbh Durchbiegungseinstellwalze
DE10154705B4 (de) * 2001-11-09 2005-07-07 Carl Freudenberg Kg Lager
US7031626B1 (en) * 2003-03-28 2006-04-18 Eastman Kodak Company Fixing roller system and method
JP4657096B2 (ja) * 2005-12-21 2011-03-23 トクデン株式会社 熱媒体通流ローラ装置
CN107956028B (zh) * 2017-12-28 2020-04-21 宁波高新区盛文途纺织品有限公司 织造用设备
WO2022224220A1 (en) * 2021-04-22 2022-10-27 Bioconix Pty Ltd Dynamic body part simulator

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1820073A (en) * 1928-10-18 1931-08-25 Seiberling Rubber Co Cooling means for roller mills
DE618742C (de) * 1931-12-13 1935-09-14 Viktor Armand Thomas Faurskov Umlaufende Walze mit Einrichtung zum Erwaermen bzw. Kuehlen der Walzenwand
GB493004A (en) * 1936-07-16 1938-09-30 Saint Gobain Improvements in the manufacture of glass sheets, and particularly in their continuous manufacture by means of rotating devices or rollers exposed to heat
GB620044A (en) * 1946-04-23 1949-03-18 Kay Crabtree Cooling and conditioning paper
GB839159A (en) * 1958-05-14 1960-06-29 Beloit Iron Works Improvements in or relating to dryer drums
DE1243965B (de) * 1963-06-25 1967-07-06 Kuesters Eduard Maschf Walze fuer die Druckbehandlung von Warenbahnen, wie Papier- und Textilbahnen
DE1254336B (de) * 1963-07-20 1967-11-16 Demag Ag Kalanderwalze mit Fluessigkeits- oder Dampfheizung
GB980858A (en) * 1964-01-09 1965-01-20 Ernest Arthur Timson Improvements in water cooled rollers
US3726338A (en) * 1970-12-28 1973-04-10 Beloit Corp Controlled deflection roll with controlled temperature
GB1380701A (en) * 1971-06-17 1975-01-15 Aspin Frank Metcalfe Rollers for profiling films of plastics materials and machines using such rollers
DE2230139B2 (de) * 1971-06-28 1980-01-31 Escher Wyss Ag, Zuerich (Schweiz) Walze mit Durchbiegungsausgleich für die Druckbehandlung von bahnförmigen Materialien
CH556946A (de) * 1972-10-26 1974-12-13 Escher Wyss Ag Druckwalze.
CH576083A5 (nl) * 1974-02-12 1976-05-31 Escher Wyss Ag
CH577598A5 (nl) * 1974-04-22 1976-07-15 Escher Wyss Ag
CH579723A5 (nl) * 1974-06-27 1976-09-15 Escher Wyss Ag
IT1044797B (it) * 1974-10-15 1980-04-21 Ferruti Paolo Alti polimeri contenenti radicali prostaglandinici processo per la loro preparazione e loro impiego
AR204889A1 (es) * 1975-01-20 1976-03-05 Escher Wyss Ag Cilindro para laminador
CH589806A5 (nl) * 1975-03-04 1977-07-15 Escher Wyss Ag
DE2655893B2 (de) * 1976-06-11 1979-07-26 Valmet Oy, Helsinki Preßwalze mit steuerbarer Durchbiegung zur Behandlung von Materialbahnen
CH608081A5 (nl) * 1976-07-13 1978-12-15 Escher Wyss Ag

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0369172A2 (de) * 1988-11-15 1990-05-23 Schwäbische Hüttenwerke Gesellschaft mit beschränkter Haftung Heiz- oder Kühlwalze
EP0369172A3 (de) * 1988-11-15 1992-02-19 Schwäbische Hüttenwerke Gesellschaft mit beschränkter Haftung Heiz- oder Kühlwalze

Also Published As

Publication number Publication date
FI68708C (fi) 1985-10-10
SE8000397L (sv) 1980-07-23
AR217986A1 (es) 1980-04-30
JPS55100126A (en) 1980-07-30
GB2041158A (en) 1980-09-03
FR2446709B1 (nl) 1983-12-09
ES486589A1 (es) 1980-05-16
US4282638A (en) 1981-08-11
BR8000356A (pt) 1980-09-30
AT369064B (de) 1982-12-10
FR2446709A1 (fr) 1980-08-14
GB2041158B (en) 1983-01-12
SE440248B (sv) 1985-07-22
CA1125977A (en) 1982-06-22
FI793900A (fi) 1980-07-23
SU1031405A3 (ru) 1983-07-23
FI68708B (fi) 1985-06-28
DE2902955A1 (de) 1980-07-24
DE2902955C2 (de) 1982-09-16
ATA70479A (de) 1982-04-15
IT1126613B (it) 1986-05-21
JPS6134564B2 (nl) 1986-08-08
IT7928217A0 (it) 1979-12-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7908755A (nl) Wals met instelbare doorbuiging.
KR840000555B1 (ko) 가열로울러
US20120031159A1 (en) Method and apparatus for cooling the rollers of a roll stand
US4757582A (en) Roll with heated mantle and method
FI82275C (fi) Foerfarande och anordning foer reglering av tjockleken hos ett banmaterial som gaor genom en nip.
US4065252A (en) Spray mist cooling arrangement
CN101247902A (zh) 厚钢板的冷却装置
US4077466A (en) Heated roll, such as a godet, in drawing units, for example
KR830003710A (ko) 공기식 건조장치
US6220161B1 (en) Chill roller which provides uniform temperature regulation
NL8100330A (nl) Wals met een te verwarmen of te koelen walsoppervlak.
CA1042658A (en) Hot oil drum
US6793008B2 (en) Rotatable roller
US3403454A (en) Heat treating apparatus for web and sheet material
CA2848550C (en) Method to actively control steam velocity
JP2020517458A (ja) 被圧延材料の冷却
EP4041468B1 (en) Distributor tube for cooling metal strips
US3496647A (en) Dryer for fabrics and the like
FI82125B (fi) Foerfarande foer reglering av temperaturen av en boejningskompenserad vals med reglerbar temperatur och ett temperaturregleringssystem avsedd foer genomfoering av foerfarandet.
JPS58209452A (ja) ロ−ル鋳造機
US5655597A (en) Heat exchanger
US3949585A (en) Process for cooling rolled wire
DE3802477A1 (de) Kuehlwalze
JPS5848641A (ja) 連続加熱処理炉
NL8502556A (nl) Inrichting voor het regelen van de ronding van een wals in een walsinrichting.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed