NL8100295A - Inrichting voor de bestruring resp. bewaking van machines. - Google Patents

Inrichting voor de bestruring resp. bewaking van machines. Download PDF

Info

Publication number
NL8100295A
NL8100295A NL8100295A NL8100295A NL8100295A NL 8100295 A NL8100295 A NL 8100295A NL 8100295 A NL8100295 A NL 8100295A NL 8100295 A NL8100295 A NL 8100295A NL 8100295 A NL8100295 A NL 8100295A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
control
resp
switching
monitoring
modules
Prior art date
Application number
NL8100295A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sticht Walter
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sticht Walter filed Critical Sticht Walter
Publication of NL8100295A publication Critical patent/NL8100295A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B19/00Programme-control systems
    • G05B19/02Programme-control systems electric
    • G05B19/418Total factory control, i.e. centrally controlling a plurality of machines, e.g. direct or distributed numerical control [DNC], flexible manufacturing systems [FMS], integrated manufacturing systems [IMS] or computer integrated manufacturing [CIM]
    • G05B19/41815Total factory control, i.e. centrally controlling a plurality of machines, e.g. direct or distributed numerical control [DNC], flexible manufacturing systems [FMS], integrated manufacturing systems [IMS] or computer integrated manufacturing [CIM] characterised by the cooperation between machine tools, manipulators and conveyor or other workpiece supply system, workcell
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B19/00Programme-control systems
    • G05B19/02Programme-control systems electric
    • G05B19/04Programme control other than numerical control, i.e. in sequence controllers or logic controllers
    • G05B19/07Programme control other than numerical control, i.e. in sequence controllers or logic controllers where the programme is defined in the fixed connection of electrical elements, e.g. potentiometers, counters, transistors
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/22Pc multi processor system
    • G05B2219/2214Multicontrollers, multimicrocomputers, multiprocessing
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/24Pc safety
    • G05B2219/24092Warning display lights, lamps, leds on module
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/25Pc structure of the system
    • G05B2219/25312Pneumatic, hydraulic modules, controlled valves
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/25Pc structure of the system
    • G05B2219/25462Galvanic separation, galvanic isolation
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P90/00Enabling technologies with a potential contribution to greenhouse gas [GHG] emissions mitigation
    • Y02P90/02Total factory control, e.g. smart factories, flexible manufacturing systems [FMS] or integrated manufacturing systems [IMS]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Quality & Reliability (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Fluid-Pressure Circuits (AREA)
  • Automatic Assembly (AREA)
  • Valve Housings (AREA)
  • Multi-Process Working Machines And Systems (AREA)
  • Control By Computers (AREA)
  • Machine Tool Units (AREA)
  • Programmable Controllers (AREA)
  • Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Description

N/29.994—tM/f.
t * ~ *
Inrichting voor de besturing resp. bewaking van machines.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de besturing resp. bewaking van machines, in het bijzonder fabricage-installaties voor in twee of meerdere stappen te vervaardigen bouwdelen, met stuurinrichtingen 5 voor de elektrische en resp. of elektronische en met druk-medium bedienbare schakel-, regel-, bewakingsorganen resp. aandrijvingen van de machine en resp. of de daaraan toegevoegde bewerkings- resp. montage-inrichtingen.
Bij de fabricage van machines vereist de 10 installatie van de schakel-, regel- resp. bewakingsorganen voor de aandrijvingen resp. de afzonderlijke inrichtingen van een dergelijke inrichting zeer grote kosten. Tegenwoordig gaat men meestal zo te werk, dat na gereedmaking van de grove mechanische werkzaamheden aan een dergelijke machine 15 wordt begonnen met de opbouw van de besturingsinstallaties. Hiertoe worden op eigen houders en gestellen de schakelorga-nen voor de toegepaste drukmedia, bijvoorbeeld bij druklucht resp. hydraulica, elektromagnetisch bedienbare drukluchtven-tielen, hydraulische ventielen en dergelijke gemonteerd, 20 waarbij elk afzonderlijk ventiel met de drukmediumtoevoer-leidingen en met de drukmediumafvoer1eidingen telkens afzonderlijk verbonden moet worden. Soortgelijke omstandigheden heersen in wezen ook bij de installatie van de elektrische schakel-, regel-resp. bewakingsorganen. De kosten van derge-25 lijke installatiewerkzaamheden worden in het bijzonder dan voor een machine zeer beslissend, wanneer deze is voorzien van inrichtingen, die een groot aantal gecompliceerde bewegingshandelingen moeten uitvoeren, zoals dit bijvoorbeeld het geval is bij fabricage-installaties voor in twee of meerdere 30 stappen te vervaardigen bouwdelen. Bij zulke vaak ook als montage-automaten aangeduide machines is een groot aantal afzonderlijke bewegingen nodig om uit een groot aantal afzonderlijke delen een bepaald werkstuk te kunnen fabriceren.
Daar deze machines meestal ook voor de ver-35 vaardiging van werkstukken in grote series worden toegepast, is dientengevolge ook de tijd, die voor elke afzonderlijke beweging ter beschikking staat, zeer kort, zodat het aantal afzonderlijke bewegingen tijdens een werktijd zeer 8 1 00 29 5 Λ 4 ν -2- groot kan zijn. Daarmede is ook de waarschijnlijkheid zeer groot, dat aan dergelijke machines resp. de besturingsinrich-tingen ervan onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd.
5 Deze onderhoudswerkzaamheden, die bij zul ke machines kunnen voorkomen, moeten echter anderzijds weer zeer snel uitgevoerd worden, daar de kosten door de productie-uitval bij stilstand van zulke machines relatief hoog zijn.
Er is wel reeds gepoogd in het bijzonder bij het elektrische 10 deel van de besturingsinrichtingen door de toepassing van tot schakeleenheden samengevatte printkaarten resp. geïntegreerde schakelingen de opbouw van de schakeling en het onderhoud door de uitwisselbaarheid van defecte schakelings-delen te vereenvoudigen.
15 Nog steeds bestaat echter de noodzaak in de uitgangszone van dergelijke besturingsinrichtingen een groot aantal klemlijsten aan te brengen, waaraan dan de naar de afzonderlijke schakel-, regel- resp. bewakingsorganen leidende leidingen afzonderlijk aangeklemd moeten worden.
20 De installatiekosten zijn derhalve zeer hoog, hoewel de energieverzorging van deze besturingsinrichting geschiedt uit een centrale voedingsleiding.
Iets soortgelijks geldt ook voor de scha-kelorganen bij de drukmediumverzorging. Er werd ook hier 25 reeds gepoogd - volgens Oostenrijks octrooischrift 278.460 -een zekere vereenvoudiging te verkrijgen doordat op een basisplaat speciale mondstukken zijn aangebracht, waarin bijvoorbeeld elektromagnetische ventielen met overeenkomstig uitgevoerde koppelingstukken gestoken kunnen worden.
30 Daarmede wordt bereikt, dat aan de drukme- diumzijde alleen een aansluiting nodig is en een dergelijk schakelingsblok door het opsteken van verschillende ventielen betrekkelijk snel vervaardigd kan worden. Nog steeds bestaat echter de noodzaak, dat elk van de elektromagnetische 35 aandrijvingen afzonderlijk . met de stuurleidingen moet worden verbonden en bovendien lange signaalleidingen tot de besturingsinrichting op de koop toe genomen moeten worden.
Daarbij ontstaande, j leidingsvërliezen en storingen brengen verdere nadelen in het bijzonder bij elektronische besturin-40 gen in digitale techniek. Daardoor ontstaan niet alleen bij 8100295 » ^ -3- de bouw van de machine betrekkelijk hoge kosten, maar evenzo ook bij het onderhoud/ daar alle leidingen afzonderlijk los-gemaakfc moeten worden en na het uitwisselen van het defecte bouwdeel weer met elkaar verbonden moeten worden. Bovendien 5 is een groot foutenaantal in de elektronica meestal niet te vermijden.
Bij een verdere bekende ventielaanbrenging - volgens het Oostenrijkse octrooischrift 263 472 - is eveneens een centrale opspanplaat voor ventielhuizen aangebracht.
10 De ventielhuizen worden over snelspaninrichtingen op deze opspanplaat bevestigd. De laatstgenoemde ventielen hebben wel reeds ten opzichte van de andere bekende ventielen het voordeel, dat de ventielhuizen ook onder druk van de opspanplaat losgemaakt kunnen worden, daar speciale sluitelementen 15 voor de mondstukken van de leidingaansluitingen op de opspanplaat aangebracht zijn, maar de elektrische aansluitingen kunnen ook hier slechts met zeer grote kosten tot stand gebracht worden.
De uitvinding beoogt nu een inrichting voor 20 het besturen resp. bewaken van machines te verschaffen, die uit zo weinig mogelijk, gemakkelijk verwisselbare elementen bestaan, en waarvan de installatie resp. uitwisseling aan de machine snel uitgevoerd kan worden. Verder moet het met de besturingsinrichting mogelijk zijn bij storingen de plaats 25 van de fout aan de machine betrekkelijk snel vast te stellen.
Dit doel wordt bij een inrichting voor het besturen resp. bewaken van machines van de bovengenoemde soort bereikt, doordat de aandrijvingen van de machine en resp. de bewerkings- resp. montage-inrichtingen zijn verbon-30 den met schakel- en stuurmodulen, en dat de aan een aandrijving toegevoegde schakelmoduul met de op deze afgestemde stuurmoduul uitwisselbaar is verbonden via een losneembare koppelinrichting, waarbij deze, in het bijzonder gelijksoortige schakelmodulen, met de bijbehorende stuurmodulen en de 35 daarop afgestemde bewakings- en controlemodulen de stuurinrichting vormen. Door dit inzicht volgens de uitvinding is het nu op verrassend eenvoudige wijze mogelijk, ook gecompliceerde inrichtingen voor het besturen resp. bewaken onder toepassing van meestal gelijksoortige moduulbouwstenen samen 40 te stellen.. Aanvullend kan door de toepassing van deze stan- 8 1 00 29 5 —4— * ·♦ daardmodulen met een gering aantal verschillende modulen worden volstaan. Door de compacte aanbrenging van de afzonderlijke schakel-, regel- resp. bewakingsorganen in genormaliseerde en eventueel reeds voorgeprogrammeerde modulen met gelijke 5 afmetingen is naast het vergemakkelijken van de voorraad-houding aan vervangingsonderdelen in verband met de koppe-lingsinrichting ook een snelle uitwisseling en een snelle samenbouw van de afzonderlijke modulen gewaarborgd. Dit geldt nu voor de eerste maal echter zowel voor de modulen voor de 10 drukmediumverzorging als ook voor de modulen voor de besturing en bewaking van de afzonderlijke machinefuncties. De mogelijkheid deze afzonderlijke stuur-, schakel- en bewakings-resp. controlemodulen te koppelen met een centrale controle-eenheid is verder ook een zeer flexibele aanpassing van de 15 genormaliseerde bouwdelen aan verschillende toepassingsdoe-len bereikbaar. Zo kunnen door deze centrale controle-eenheid de afzonderlijke modulen gesynchroniseerd resp. tijdafhanke-lijk in hun functie bestuurd worden.
Daar een groot deel van deze module reeds 20 vooraf gefabriceerd kan worden, kan de bij de montage van de module aan de machine optredende arbeidstijd evenzo worden verkort. Bovendien wordt door deze nieuwe oplossing mogelijk gemaakt, in het bijzonder in de stuurmodulen van meerdere basisschakelingsorganen - die vrij programmeerbaar zijn -25 toe te passen, zodat een zo breed mogelijke toepassing van standaardbouwdelen bij een machinebesturing mogelijk is. In het geval van storing resp. bij onderhoudswerkzaamheden is het dan eenvoudig mogelijk de modulen uit de besturingsin-richting uit te nemen - door losmaking van.de modmklkoppe-30 lingsinrichting - en door een nieuwe module te vervangen.
De gereedmaking resp. reparatie van defecte modulen kan dan in een daarvoor ingerichte speciale werkplaats geschieden. Het kan op grond van dit moduulbouwsysteem wel voorkomen, dat in een module meer schakelorganen 35 aanwezig zijn dan voor de besturing van een bepaalde afzon-• derlijke inrichting aan een dergelijke machine nodig zijn, maar het is in totaal gezien economischer genormaliseerde modulen toe te passen, ook wanneer deze niet in elk geval volledig benut kunnen worden.
40 Volgens een verder zeer belangrijk kenmerk 8100295 t k -5- van. de uitvinding is gezorgd, dat de leidingen voor de besturing, bewaking en de drukmediumverzorging op de koppelings-inrichting van de schakel- en stuurmodulen in wezen gelijksoortig aangebracht en de modulen via deze koppelingsinrich-5 tingen onder elkaar en resp. of met de verbindingsleidingen naar de aandrijvingen, een centrale energieverzorgingseenheid en resp. of een centrale controle-eenheid, losneembaar en uitwisselbaar verbonden zijn.
Door de gelijksoortige aanbrenging van de 10 leidingen voor de besturing, bewaking en de drukmediumverzorging op de koppelingsinrichtingen van de verschillende modulen resp. verbindingsleidingen van de aandrijvingen, de centrale energieverzorgingseenheid resp. de centrale controle-eenheid, zijn de afzonderlijke modulen resp. besturingsbouw-15 delen universeel combineerbaar.
Gelijktijdig wordt echter bereikt, dat beschadigingen van besturingselementen door verbinding van verkeerde leidingen bij het samenstellen van de modulen en verbindingsleidingen vermeden worden. Met voordeel is het 20 volgens de uitvinding verder mogelijk, dat de schakelmodule uit een ventiel met meerdere basisschakelfuncties, in het bijzonder een 3./2 wegventiel met een op afstand bedienbare aandrijving gevormd is en is voorzien van koppelingsinrichtingen voor de drukmediumin- en uitlaten en de in- en uitgan-25 gen van de stuurleidingen. Door de toepassing van genormaliseerde ventielen met daaraan toegevoegde op afstand bedienbare aandrijvingen met basisschakelfuncties is door overeenkomstige verbinding van de afzonderlijke ventielen onder elkaar resp. van hun uitgangen een groot aantal besturings-30 functies te verkrijgen, waardoor ook bij de ventielen met de modulen in een zeer breed gebied volstaan kan worden.
Binnen het kader van de uitvinding is het verder mogelijk, dat de aandrijving en een ventiellichaam van de schakelmodule eigen bouwdelen met genormaliseerde 35 afmetingen vormen, die onder elkaar via corresponderende losneembare montage-elementen uitwisselbaar verbonden zijn.
Door de verdeling van een module in meerdere genormaliseerde afzonderlijke bouwdelen kan rekening worden gehouden met de verschillende reparatiegevoeligheid van dergelijke scha-40 kelorgaandelen. Daar volgens de ervaring de op afstand be- 8 1 00 29 5 ay * -6- dienbare magneetaandrijvingen voor drukmediumventielen aan een hogere storingsgevoeligheid onderworpen zijn dan de mechanische ventieldelen is het nu mogelijk, de aandrijving van de schakelmodulen met weinige handgrepen los te maken van het 5 mechanische ventiellichaam. Zo kan ook de reparatie van defecte modulen snel worden uitgevoerd, zodat ook bij grote installaties met betrekkelijk weinig vervangingsmodulen voor servicedoeleinden volstaan kan worden.
Volgens een verdere met zeer veel voorkeur 10 toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding is gezorgd, dat meerdere ventiellichamen en aandrijvingen resp. elektrische schakelorganen of dergelijke in een schakelmodule aangebracht zijn en dat eventueel deze ventiellichamen en de aandrijvingen telkens in een eigen bouwdeel van de schakelmodule aange-15 bracht zijn. De samenvatting van meerdere besturingsorganen, zoals bijvoorbeeld ventielen of elektrische schakelorganen in een eigen bouwdeel, bijvoorbeeld tot groepen van 3, 6 of 9 stuks, maakt een vermindering mogelijk van koppelingsin-richtingen tussen de afzonderlijke elementen, waardoor de 20 bouwdelen belangrijk kostengunstiger vervaardigd kunnen worden, daar de koppelingsinrichtingen een betrekkelijk hoog aandeel van de ontstaanskosten veroorzaken. Bovendien wordt het grote aantal afzonderlijke onderdelen in de besturings-inrichting met voordeel verminderd en wordt het aantal van 25 de te controleren bouwdelen bij een storing van de machine daardoor verder verminderd.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is gezorgd, dat de stuurmodule is voorzien van elektrische resp. of elektronische stuurbouwdelen, die in 30 het bijzonder programmeerbaar uitgevoerd zijn en voor belasting van elektrische resp.. pneumatische en resp. of hydraulische aandrijvingen van de schakelmodule of een schakel-modulegroep uitgevoerd zijn. De voordelen, die bij aanbrenging van de stuurbouwdelen in de, aan de betreffende scha-35 kelmodule toegevoegde stuurmodulen worden verkregen, liggen vooral hierin, dat de stuurmodule en de bijbehorende schakelmodule een compacte besturingsinrichting vormen, die op zichzelf alleen onafhankelijk in bedrijf kan worden gesteld.
Het grote voordeel van de oplossing volgens 40 de uitvinding ligt in de mogelijkheid nu een gedecentrali- 8100295 -7- seerde besturing op te bouwen, dat wil zeggen aan elk ventiel of elke ventielgroep de nodige stuurmodulen toe te voegen en een compacte besturingsinrichting in het bereik van de aandrijvingen te vormen. Daarmede kunnen de leidingen van de be-5 wakingsorganen resp. van de aandrijvingen en de schakelorganen zoals de ventielen e.d. zeer kort gehouden worden en deze gedecentraliseerde besturingsinrichtingen zijn betrekkelijk gemakkelijk te controleren. De opbouw van grote schakelkasten met een groot aantal verschillende bouwdelen en de lange toe-1Q voerleidingen naar een dergelijke centrale besturingsinrich-ting kunnen daarmede met voordeel nu vermeden worden.
Met voordeel kan volgens de uitvinding de stuurmodule ook elektrische resp. elektronische bewerkings-bouwdelen omvatten, die aan de schakelmodulen resp. aan de 15 aan de machine of aan de arbeidsstations aangebrachte bewa-kingsorganen toegevoegd zijn. Deze inbouw van de bewerkings-bouwdelen in de stuurmodule maakt het nu op gunstige wijze mogelijk, dat ook bewerkingen van informaties in het bereik van de schakelmodule dus in het bereik van het ventiel direct 2Q uitgevoerd kunnen worden.
Aldus kan de Bediening van een schakelmodule niet alleen van een ingangsimpuls, maar ook van meerdere impulsen, bijvoorbeeld van verschillende bewakingsorga-nen en van gereedmeldingsimpulsen vandoor- of nageschakelde 25 stuurmodulen afhankelijk gemaakt worden.
Verder is het volgens de uitvinding ook mogelijk, dat aan de stuurmodule een koppelingsinrichting of een koppelingsinrichtinggroep, bijvoorbeeld meervoudige stekers aangebracht zijn, waarop de aan de schakelmodulen toege-3Q voegde stuurleidingen samengevat zijn, waardoor fouten resp. beschadigingen van de schakel- of stuurelementen bij het samenvoegen van de afzonderlijke modulen tot besturingsinrichtingen vermeden kunnen worden.
Volgens een verdere oplossingsvariant van 35 de uitvinding is gezórgd, dat aan de besturingsmodule een verdere koppelingsinrichting is aangebracht, waaraan de stuurleidingen voor de bewakingsorganen zijn aangesloten. Doordat elke stuurmodule van eigen koppelingsinrichtingen voor verbinding met bewakingsorganen is voorzien, kan elke stuur-40 module naderhand steeds willekeurig uitgebreid worden. Even- 8100295 Λ * -8- ζο wordt daardoor het toevoeren van directe onmiddellijk op de besturingsfunctie van de stuurmodule betrokken gegevens en informatie zonder omwegen en foutenbronnen mogelijk gemaakt. Daarmee wordt de nauwkeurigheid en de efficiency van de stuur-5 modulen verder verhoogd.
Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding zorgt, dat de stuurmodule is voorzien van een centrale koppelingsinrichting, waaraan de met de centrale verbindings-leiding te verbinden stuur-, bewakings- en verzorgingsleidin-10 gen aangesloten zijn. De koppeling van de stuurmodule met een centrale verbindingsleiding opent de mogelijkheid, verschillende stuurmodulen die aan verschillende schakelmodulen zijn toegevoegd, over een externe centrale te synchroniseren om een gelijkmatige afloop van de afzonderlijke besturings-15 handelingen bij in elkaar grijpende bewegingshandelingen, die door verschillende modulen worden bewerkt, te waarborgen. Daarmede is ook bij gedecentraliseerde uitvoering van de be-sturingsinrichting de uitvoering van een centraal besturingsprogramma mogelijk.
20 Van bijzonder voordeel is een oplossing volgens de uitvinding, waarbij de besturingsmodule in het bijzonder voor de belasting van meerdere schakelmodulen is voorzien van een micro-processor en de micro-processoren van de besturingsmodulen via de centrale verbindingsleiding door 25 de controle-eenheid, bijvoorbeeld via tijdimpulsen, gesynchroniseerd zijn, daar daardoor de veelvuldigheid van de bereikbare besturingsfuncties belangrijk verhoogd kan worden.
Binnen het kader van de uitvinding is het verder mogelijk, dat de besturingsmodule over een uitgang 30 van een uitgangsomzetbouwdeel en een ingang van een ingangs-omzetbouwdeel en de centrale verbindingsleiding werkzaam is verbonden met de controle-eenheid, en dat het uitgangsomzetbouwdeel als verzamelaar en omzetter van de uitgangssignalen van de stuurmodule is uitgevoerd en het ingangomzetbouwdeel 35 voor het verdelen van de bevelsignalen over de afzonderlijke bouwdelen van de besturingsmodule is uitgevoerd. Daarmede kan ook bij een groot aantal van naar een centrale controle-eenheid over te dragen informaties met weinig leidingen volstaan worden, en worden de bij het samenvoegen van de verbin-40 dingsleiding nodige steekelementen en daarmede foutenbronnen 8100295 -9-.
in het bereik van deze steekelementen verminderd. Bovendien maakt deze oplossing het ook bij reeds bestaande installaties zonder aanvullende aanleg van verdere verbindingsleidin-gen bij toepassing van de nieuwe technologie een uitbreiding 5 van de per leiding over te brengen informaties mogelijk.
Bij een verdere met voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm zijn de besturingsbouwdelen en de verwer-kingsbouwdelen gevormd door geïntegreerde schakelcircuits en bij voorkeur aangebracht op in het huis van de stuurmodulen 10 uitwisselbaar inzetbare printkaarten. De aanbrenging resp. toepassing van printkaarten in de stuurmodulen maakt het ook voor de verschillende besturingsfuncties mogelijk, zoveel mogelijk gelijke bouwdelen, zoals huizen en printkaarten met gelijke logische elementen toe te passen. Bijvoorbeeld is 15 dan slechts vereist, telkens een printkaart van verschillende bouwdelen te voorzien om ook hoog gecompliceerde combinatie-handelingen en besturingsverlopen te kunnen uitvoeren.
De veelvuldigheid van de toepasbare technologieën, die door de nieuwe oplossing van de gedecentrali-20 seerde besturing bereikt kunnen worden,blijkt verder hieruit, dat de ingang- resp. uitgangomzetbouwdelen bijvoorbeeld door optische koppelaars resp. versterkers—trappen of inrichtingen voor het omzetten van elektrische in licht-optische impulsen resp. door analoog-digitaal convertors of dergelijke gevormd 25 zijn. In verband met deze oplossingsvariant onderscheidt zich ook een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij tussen het ingangomzetbouwdeel en het uitgangomzetbouwdeel alsmede de centrale verbindingsleiding,in het bijzonder tijdafhankelijkbestuurde tussengeheugens aangebracht zijn.
30 Daarmede kunnen meerdere informaties, die van verschillende plaatsen op verschillende tijden afkomstig zijn, tot zogenaamde impulstreinen samengevat en gemeenschappelijk bijvoorbeeld aan een controle-eenheid doorgegeven worden. Ook daardoor kan de belastingstijd van de centrale verbindingsleiding 35 verminderd worden een een groter aantal informaties over een leiding overgebracht worden.
Op gunstige wijze is het volgens de uitvinding verder mogelijk, dat de koppelingsinrichtingen voor de verbinding van de elektrische stuur-, bewakings- en verzorgings-40 leidingen door meervoudige stekers zijn gevormd, die bij 8 1 00 29 5 -10- voorkeur met naar behoefte inzetbare steekelementen zijn voorzien. Daarmede kunnen de in de verbindingsleidingen aanwezige leidingsaders bij verbinding van meerdere stuur-modulen of dergelijke door de overeenkomstige uitrusting 5 van de meervoudige stekers met steekelementen voor de verbinding van verschillende stuurmodulen benut worden.
Een gunstige uitvoering wordt verder verkregen, doordat ook de koppelinginrichtingen voor de druk-medium-, stuur-, bewakings- en verzorgingsleidingen van 10 steekkoppelingen zijn voorzien, waarbij de te verbinden koppelingsinrichtingen telkens van een mondstuk en een kop-pelingsstuk, die een dergelijke steekkoppeling vormen, zijn voorzien en bij voorkeur het mondstuk bij het losmaken van het koppelingsstuk automatisch drukdicht afsluit-15 baar is. Daarmede is ook bij een beschadiging van het ven-tiellichaam van de schakelmodule een snelle uitwisseling mogelijk en ontstaan ook bij de drukmediumschakelmodulen veelvoudige combinatiemogelijkheden. Daarenboven is het nu ook mogelijk defecte ventiellichamen van een schakelmodule 20 ook zonder een stillegging van het drukmediumsysteem uit te wisselen.
Volgens de uitvinding is bij een verdere zeer gunstige uitvoeringsvorm gezorgd, dat de bewakings- en controlemodule, in het bijzonder via een stuur- en schakel-25 module, werkzaam met de bewakingsorganen resp. aandrijvingen van de machine en resp. of de aan deze toegevoegde bewer-kings- resp. montage-inrichtingen verbonden is en van scha-kelorganen is voorzien, die bij het niet belasten van een uitgang van een bewakingsorgaan en resp. of aandrijving van 30 een meldorgaan voor het aanwijzen van de stand van de aandrijvingen en resp. of de bewerkings- en montage-inrichtingen belast zijn. De speciale uitvoering van de bewakings-en controlemodule met bewakingsorganen, die telkens de machinetoestand aangeven, geeft aan de bedieningspersonen 35 de mogelijkheid, niet alleen de plaats van de fout resp.
de schakeltoestand van de besturingsinrichting, maar daarenboven ook de toestand van de machine resp. de stand van de afzonderlijke inrichtingen te kennen. Aldus kan snel een overzicht worden gewonnen, of de machinestoring op een me-40 chanische storing, die volgens de ervaring 90% van de sto- 8100295 -11- ringen uitmaken/ of op een werkelijk defect in de besturings-inrichting terug te voeren is. Is aan bet controle-orgaan van de bewakings- en controlemodule namelijk zichtbaar, dat de grijper bijvoorbeeld geen werkstuk of geen werkstukdeel opge-5 nomen heeft, dan is een blik door de bedieningspersoon voldoende of dit eventueel op een gebrek aan delen in de deeltoe-voerinrichting terug te voeren is. Door deze zinvolle zichtbaar making van de werkelijke foutenbron, kunnen de storingen belangrijk sneller verholpen worden. Evenzo kan bereikt 10 worden, dat bij verbonden montage-installaties de storing reeds verholpen is, voordat deze op de productie, dus op de vervaardiging aan de lopende band inwerkt.
Volgens de uitvinding kunnen de stuurmodulen op een verdeelrail resp. een dragerplaat opzetbaar aangebracht 15 zijn, waarop de koppelingsinrichtingen voor het aansluiten van de verbindings-, resp. stuurleidingen naar andere stuurmodulen, naar de energieverzorgingseenheid, naar de controle-eenheid, naar een schakelmodule,een bewakings- en controlemodule resp. een stekerveld voor de aansluiting van de bewa-20 kingsorganen aangebracht zijn. Deze oplossing bezit het voordeel, dat met weinig koppelinginrichtingen volstaan kan worden, waardoor zeer compacte besturingsinrichtingen ontstaan, waarbij lekverliezen resp. storingen door slijtage in de koppelinginrichtingen zo mogelijk vermeden worden, Gelijktij-25 dig is het nu mogelijk reeds voor de inbouw van de stuurmodule resp. de bewakings- en controlemodule de bedrading resp. de verbindingsleidingen aan te leggen. Een verder zeer belangrijk voordeel ligt ook hierin, dat bij onderhoudswerkzaamheden resp. bij een vereiste uitwisseling van de stuurmodule geen verbin-30 dingsleidingen losgemaakt behoeven te worden. Veeler moet alleen de defecte module afgetrokken en een nieuwe module opgezet worden.
Het is verder ook gunstig wanneer de bewakings- en controlemodule met de stuurmodule gekoppeld en over 35 stuurleidingen met de centrale controle-eenheid werkzaam verbonden zijn, waarin de meldorganen zijn aangebracht, daar daarmede een aanwijzing van een storing niet alleen direct in het bereik van de betreffende inrichting maar ook in het bereik van de centrale controle-eenheid mogelijk is, 40 Verder is het volgens de uitvinding ook mo- 8 1 00 29 5 -12- elijk, dat de verdeelrail resp. de dragerplaat externe en interne verbindingsleidingen, bijvoorbeeld stuurleidingen en signaalleidingen bezit en bij voorkeur de centrale verbin-dingsleiding tussen de stuurmodule resp. een stuurmodulegroep 5 en eventueel een controle-eenheid of dergelijke vormt. De aanbrenging van verdeelrails als centrale verbindingsleidingen onderscheidt zich door stabiliteit en hoog weerstandsvermogen tegen mechanische belastingen. Daarmee zijn ze ook op hoog belaste bewerkingsmachines zonder gevaar van een beschadiging 10 van de voor een besturingsafloop belangrijke stuurleidingen toepasbaar. Bovendien is het in dergelijke verdeelrails mogelijk ook afgeschermde leidingen aan te brengen en de beïnvloeding door andere stroomkringen kan worden vermeden, zodat directe informatie tussen de logische en bewerkingsbouwdelen 15 van meerdere naast elkaar of op afstand van elkaar aangebrachte stuurmodulen uitgewisseld kunnen worden.
Verder is het gunstig, wanneer de verdeelrail uit meerdere afzonderlijke delen bestaat, die losneembaar en uitwisselbaar zijn uitgevoerd, waarbij de verbinding van de 20 afzonderlijke leidingen tussen de afzonderlijke delen via naar behoefte toepasbare steekelementen geschiedt, daar daardoor de lengte van de verdeelrail aan het aantal van de toegepaste stuurmodulen aangepast kan worden. Bovendien wordt het voordeel bereikt, dat bij toepassing van meerdere aan el-25 kaar geplaatste stuurmodulen door het inzetten van verschillende steekelementen dezelfde leidingen voor de verbinding van verschuilende stuurmodulen benut kunnen worden.
Binnen het kader van de uitvinding is het ook mogelijk, dat de schakelmodulen en resp. of een dragerplaat 30 resp. bouwdelen daarvan op een verdeellijst opsteekbaar aangebracht zijn, waarop de koppelingsinrichtingen voor de aansluiting van de verbindingsleidingen naar andere schakelmodulen, naar de energieverzorgingseenheid resp. naar de aandrijvingen van de fabricage-installatie aangebracht zijn. Daardoor wordt 35 met voordeel bereikt, dat ook de totale installatie in verbinding met de stuurmodulen onafhankelijk daarvan uitgevoerd kan worden en bij een uitwisseling van de schakelmodulen de verbindingsleidingen naar naburige modulen resp. naar de energieverzorgingseenheid en dergelijke niet losgemaakt en 40 weer bevestigd moeten worden. Daarmee worden zowel de kosten 8 1 00 29 5 -13- bij de opbouw van een machine met de besturingsinrichting volgens de uitvinding als ook de onderhoudskosten tijdens het bedrijf verminderd.
Tenslotte is ook een uitvoering volgens de 5 uitvinding mogelijk/ waarbij de drukmediumtoevoer- en druk-medium^terugvoerleidingen voor de ventiellichamen resp. de verbindingsleidingen naar de schakelorganen in de verdeel-lijsten aangebracht zijn en de verdeellijsten van delen van steekkoppelingen, bijvoorbeeld mondstukken, zijn voorzien, 10 die op in de ventiellichamen resp. schakelorganen aangebrachte delen van deze steekkoppelingen, bijvoorbeeld koppeling-stukken, uitgericht zijn, waarbij de verdeellijst in het bijzonder voor het opnemen van meerdere ventiellichamen resp. schakelorganen uitgevoerd is. Deze uitvoering maakt de ver-15 mindering van koppelingselementen in de verschillende druk-mediumsystemen mogelijk, waardoor lekverliezen met voordeel vermeden kunnen worden.
Voor het betere begrip van de uitvinding wordt deze aan de hand van de in de tekeningen voorgestelde 20 uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.
Hierin tonen: fig. 1 enige arbeidsstations van een fabri-cage-installatie voor in twee of meerdere stappen te vervaardigen bouwdelen in zijaanzicht en vereenvoudigde afbeel-25 ding, waaraan besturingsinrichtingen zijn toegevoegd, die de volgens de uitvinding uitgevoerde inrichting voor de besturing resp. bewaking van machines vormen.
fig. 2 een hanteringsinrichting van een in fig. 1 afgeheeld arbeidsstation met de daaraan toegevoegde 30 volgens de uitvinding üitgevoerde uit meerdere schakel- en stuurmodulen samengestelde besturingsinrichting.
fig. 3 een doorsnede door een schakelmodule en een een stuurmodule opnemende verdeelrail van de besturingsinrichting volgens de lijnen III-III in fig. 2.
35 fig. 4 een uiteengenomen tekening van een uit verdeelrail, verdeellijst, schakel- en stuurmodule bestaande besturingsinrichting.
fig. 5 een vereenvoudigd blokschema van de besturingsinrichting van een arbeidsstation volgens fig. 1 40 en 2.
8 1 00 29 5 -14- fig. 6 een blokschema van een schakelmodule van de besturingsinrichting van fig. 2 en 4.
fig. 7 een verdere uitvoeringsvorm van een volgens de uitvinding uitgevoerde inrichting voor de besturing 5 resp. bewaking van machines.
fig. 8 .een variant voor de opbouw van een volgens de uitvinding uitgevoerde besturingsinrichting onder verbinding van een schakelmodule met meerdere ventielen resp. schakelorganen.
10 In fig. 1 zijn van een fabricage-installatie 1 drie arbeidsstations 2,3 en 4 voorgesteld. Elk van deze arbeidsstations 2-4 is met een eigen energieverzorgingseen-heid 5 voor drukmedium resp. elektrische energie uitgevoerd.
De arbeidsstations 2,33,4 van de fabricage-installatie 1 kun-15 nen naar behoefte als handarbeidsplaats of automatische arbeidsplaats uitgevoerd zijn. Daartoe bezitten de arbeidsstations een gelijksoortig basisframe 6, dat via in hoogte instelbare steunstempels aan de bodem afgesteund is. Aan de bovenzijde van elk arbeidsstation is een transportinrichting 20 7 aangebracht, die aandrijvingen 8 bezit. De bijvoorbeeld door elektromotoren gevormde aandrijvingen 8 zijn voorzien van wrijvingsrollen 9. Deze wrijvingsrollen 9 komen aan te liggen tegen de zijvlakken van werkstukdtagers 10, die door middel van deze wrijvingsrollen 9 in de richting van de’ pijl 25 11 langs de transportinrichting 7 voortbewogen worden. Op elk van de werkstukdragers 10 is een bouwdeel 12 opgespannen, dat in de afzonderlijke arbeidsstations 2-4 bewerkt wordt. Dienovereenkomstig zijn deze arbeidsstations 2-4 met de verschillende bewerkings- resp. montage-inrichtingen 13 uitge-30 voerd. De bewerkings- resp. montage-inrichtingen kunnen door tuimelnietmachines, volautomatische schroefwerktuigen, inpers-werktuigen of door een hanteringsinrichting 14 resp. een inlegaggregaat 15, zoals bij de arbeidsstations 3 en 4 gevormd zijn. Met de hanteringsinrichting 14 kunnen bijvoorbeeld met 35 de daarop aangebrachte grijper 16" afzonderlijke bestanddelen zoals contacten, geleidingshulpeh öf dergelijke, op het bouwdeel 12 gecentreerd worden. Hét inlegaggregaat 15 dient daarentegen meestal om bijvoorbeeld schijven of nagels in het bouwdeel te leggen, waartoe deze inlegaggregaten vaak ook met 40 vacuümgrijpers 17 uitgerust zijn. Zoals aan de hand van de 8100295 -15^ hanteringsinrichting 14 nader beschreven zal worden, bestaat * deze uit een kolomstaander 18, waarop een drager 19 in hoogte instelbaar en vastzetbaar gelegerd is. De drager 19 is van geleidingsbussen voor twee geleidingsstangen voorzien, waarop 5 een houder 20 bevestigd is. De houder 20 is door middel van de geleidingszuilen en een aandrijving 21, die door een met druklucht of hydraulisch bedienbare cilinderzuigerinrichting gevormd kan zijn, in de hoogte ten opzichte van de bovenzijde van het arbeidsstation en natuurlijk ook ten opzichte van de 10 drager 19 verstelbaar. De aandrijving 21 is daartoe in de drager 19 gelegerd en de zuigerstang ervan is met de houder 20 verbonden. In de houder 20 is de grijper 16 in langsrich-ting van de transportinrichting 7, dus in de pijlrichting van de pijl 11 verschuifbaar gelegerd. Voor de bewaking van de 15 bewegingen van de houder resp. de aandrijvingen van de han-teringsinrichting 14 zijn bewakingsorganen 22, 23 aangebracht. Aan deze zijn voor de begrenzing van de hefbeweging van de aandrijving 21 stootdempers 24 toegevoegd. Voor de verzorging in het bijzonder van de aandrijving 21 is in het bereik van 20 deze hanteringsinrichting 14 een besturingsinrichting 25 aangebracht. Een gelijksoortig^ uitgevoerde besturingsinrichting 26 is ook aan het inlegaggregaat 15 toegevoegd. Deze besturings inrichtingen zijn over een centrale verbindingsleiding 27 met een centrale controle-eenheid 28 verbonden. Deze 25 centrale verbindingsleiding 27 kan evenals de transportinrichting 7 bij het samenstellen resp. verbinden van de naast elkaar aangebrachte arbeidsstations 2-4 gekoppeld worden.
Evenzo zijn de aandrijvingen 8 en de ter bewaking der voortbeweging der werkstukdragers 10 aangebrachte bewakingsorganen 30 29 - van welke één in het bereik der arbeidsstations 3 en 4 voorgesteld is - en de aandrijvingen resp. bewakingsorganen der aan deze arbeidsstations toegevoegde delen toevoerinrich-ting 30 aan de centrale verbindingsleiding 27 aangesloten.
Naast de centrale controle-eenheid 28., die van schakelaars 35 31, druktoetsen 32 en meetapparaten 33 alsmede van een meidor gaan 34 voor de controle en bewaking en eventueel voor de afgifte van stuurbevelen voor de fabricage—installatie 1 voorzien is, kunnen aan de afzonderlijke arbeidsstations 2-4, zoals dit bijvoorbeeld Bij het arbeidsstation 4 aangegeven is, 40 eigen, onafhankelijke bewakings- en controle^inrichtingen 35, 8100295 -16- die evenzo van meldorganen 36 en stuurbevelorganen kunnen zijn voorzien, aangebracht zijn. In fig. 2 is de hanterings-inrichting 14 van het arbeidsstation 3 alsmede een aan de transportinrichting 7 toegevoegde aandrijving 8 met een 5 daaraan toegevoegd bewakingsorgaan 29 alsmede de besturings-inrichting 25 op grotere schaal en sterk vereenvoudigd afgeheeld.
Zoals nu uit fig. 2 beter te zien is, is in de houder 20 een door de zuigerstangloze cilinder-10 zuigerinrichting gevormde aandrijving 37 voor de verschuiving van de in een tussendrager 38 gelegerde grijper 16 aangebracht. De aan deze bewerkings- resp. montage-inrichting 13 in het bijzondere geval van de hanteringsinrichting 14 toegevoegde besturingsinrichting 25 is samengesteld uit 15 meerdere schakelmodulen 30 resp. 40 en een aantal stuur-modulen 41. De schakelmodulen 39, 40 zijn op een verdeel-rail 42 en de stuurmodule 41 is op de verdeellijst 43 bevestigd. Zowel de verdeelrail 42 als ook de verdeellijst 43 bestaan uit meerdere afzonderlijke delen 44, 45, 46 resp. 20 47, 48, 49. Deze afzonderlijke delen 44-49 zijn telkens voor de opname van een voorafbepaald aantal schakelmodulen 39, 40 resp. stuurmodulen 41 uitgevoerd. Het aantal van het op een dergelijke afzonderlijk deel aangebracht stuur- resp. schakelmodulen 41, 39, 40 kan binnen het kader van de uit-25 vinding willekeurig gekozen worden. De verdeelrail 42 is bij het voorliggende uitvoeringsvoorbeeld eveneens op de verdeellijst 43 bevestigd. Deze uitvoeringsvorm onderscheidt zich dus in het bijzonder daardoor, dat het bevelgevende besturingsdeel, namelijk de besturingsmodulen 39, 40 in 30 compacte vorm samengebouwd zijn en door de verschillende combinatie aan het betreffende toepassingsdoel aangepast is.
De volle werkzaamheid van de besturingsinrichting 25 resp. 26 wordt nog daardoor onderstreept, dat 35 de schakelmodule 41 aan zijn bovenzijde van koppelingsin-richtingen 50 voor de aansluiting van aan de te sturen aandrijvingen toegevoegde bewakingsorganen voorzien zijn.
Zoals aan de hand van de hierna beschreven figuren nader toegelicht zal worden, is de scha-40 kelmodule 39 met elektrische schakelorganen voor de bestu- 8 1 00 29 5 -17- ring van de aandrijving 8 uitgevoerd, terwijl de schakelmodulen 40 door elektromagnetisch bedienbare drukmediumventie-len 51 gevormd zijn. Ter verzorging van deze ventielen 51 met drukmedium is van de energieverzorgingseenheid 5 een drukme-5 diumtoevoerleiding 52 aangebracht, die een centraal verdeel-kanaal binnen de verdeellijst 43 voedt. Voor het terugvoeren van het drukmedium van de ventielen 51 en de aandrijvingen, bijvoorbeeld 21, 37, is in de verdeellijst 43 een eigen ver-zamelkanaal aangebracht, dat over een drukmedium-terugvoer-10 leiding 53 met geluiddempers 54 bij druklucht of met de tank bij hydraulische installaties verbonden is. Het tegenover de toevoerleiding 52 liggende eind van het verzorgingskanaal is met een stop 55 afgesloten. Voor de dichte:: verbinding van de afzonderlijke verdeellijsten - afzonderlijke delen 44, 45, 15 46 - kunnen 0-ringen of metaalafdichtingsinzetdelen of elk ander in de stand van de techniek bekend oplossingsmiddel toegepast worden. De verbinding van de afzonderlijke delen van de verdeellijsten resp. rails 42, 43 geschiedt met schroeven 56 of willekeurige verbindingsmedia.
20 In fig. 3 is een doorsnede door éên van de gecombineerde schakel- en stuurmodulen 40, 41 afgebeeld.
Zoals uit deze afbeelding beter te ontlenen is, is aan de onderzijde van de verdeellijst 43 een door een zwaluwstaart-geleiding gevormd geleidingselement 57 aangebracht. Daarmee 25 kunnen de afzonderlijke delen 44, 45 en 46 van de verdeellijst 43 in een overeenkomstig contradeel gelegerd en tot willekeurige lengte samengesteld worden. In de verdeellijst 43 is het centrale verdeelkanaal 58 voor de drukmediumtoevoer naar de afzonderlijke schakelmodule 40 en het verzamelkanaal 30 59 voor de terugvoer van het drukmedium van deze schakelmodulen 40 aangebracht.
Deze schakelmodulen 40 bestaan uit een aandrijving 60 en een ventiellichaam 61. Het ventiellichaam 61 bezit een koppelinginrichting 62, waarop de in- en uitlaten 35 63 en 64 zo zijn aangebracht, dat deze corresponderen met het centrale verdeelkanaal 58 en het verzamelkanaal 59. Verder is aan het ventiellichaam 61 -een drukmediumuitlaatopening 65 voor de verbinding met de verbruiker aangebracht. De verbinding van deze drukmediumuitlaatopening 65 met het centrale 40 verdeelkanaal 58 resp. het verzamelkanaal 59 in de verdeel- 8 1 00 29 5 -18- lijst 63 geschiedt over een stuurzuiger 66/ die over een zuigerstang met een magneetanker 67 van de aandrijving 60 verbonden is. De verschuiving van het magneetanker 67 geschiedt onder afwisselende belasting van de spoelenlichamen 5 68/ 69. De elektrische ingangen 70/ 71 voor de belasting van de spoelenlichamen 68/ 69 zijn aan de aandrijving 60 tot een verdere koppelinginrichting 72 samengevat. Deze koppelinginrichting dient voor de verbinding van de schakelmodule 40 met-de daaraan toegevoegde stuurmodule 41. De 10 stuurmodule 41 bezit naast de koppelinginrichting 50 voor de bewakingsorganen een koppelinginrichting 73, die door een meervoudige steker 74 gevormd kan zijn. Over deze koppelinginrichting 73 is de stuurmodule verbonden met de verdeelschijf 42.
15 In fig. 4 is dezelfde schakel- en stuurmodu le 40/41 als in fig. 3',. maar op belangrijk grotere schaal perspectivisch afgebeeld. Bovendien is de stuurmodule 41 van de verdeelrail 42 en van de aandrijving 60 van de schakelmodule 40 losgenomen afgebeeld. Verder is zichtbaar/ 20 dat de aandrijving 60 en het ventiellichaam 61 van de schakelmodule 40 eveneens van elkaar losgemaakt kunnen worden. Bovendien is ook het ventiellichaam 61 op een afstand van de verdeellijst 43 afgebeeld. De streepjeslijnen 75 moeten tonen hoe de afzonderlijke delen van de schakelmodules 40 25 samenvoegbaar en bovendien met de stuurmodule 41 verbindbaar zijn.
Uit deze afbeelding ziet men zeer goed de verschillende koppelinginrichtingen 62/ 72 en 73. Zo is zichtbaar, dat de koppelinginrichting 62 voor de verbinding 30 van de drukmiddelinlaat 63 en de drukmiddeluitlaat 64 met het centrale verdeelkanaal 58 en het verzamelkanaal 59 door in de uitlaat 63 en de inlaat 64 ingezette koppelingstukken 76 en door in de verdeellijst ingelaten mondstukken 77 gevormd is. De verbinding tussen de aandrijving 60 en het ven-35 tiellichaam 61 geschiedt bijvoorbeeld over een montage-ele-ment 78, dat met een schroefdraad voor het indraaien in de zuigerstang van de stuurzuiger 66 voorzien kan zijn. De koppelinginrichtingen 72 en 73 worden door meervoudige stekers gevormd. Terwijl bij de koppelinginrichting 72 de 40 ingangen 70, 71 van de aandrijving 60 als steekelementen 79 8100295 -19- uitgevoerd zijn/ bestaande contradelen van deze koppeling-inrichting 72 in de stuurmodule 41 uit bussen 80. Iets anders zijn de meervoudige stekers bij de koppelinginrichting 73 en een koppelinginrichting 81 uitgevoerd. Met de laatste is het 5 afzonderlijke deel 48 van de verbindingrail 42 met de aansluitende afzonderlijke delen 47 resp. 49 verbindbaar. In dit geval zijn in de met elkaar te koppelen delen telkens slechts bussen 82 aangebracht. Moeten de twee overeenkomstige bussen van de beide delen van een koppelinginrichting 73/ 81 10 met elkaar worden verbonden/ dan worden in ëén van de beide bussen 82 steekelementen 83 ingezet.
Deze variabele uitvoering van de koppelingin-richtingen 73 en-81 maakt het mogelijk de in de verdeelrail 42 opgenomen stuurleidingen en signaalleidingen telkens 15 slechts met enkele van de stuurmodulen 41 te verbinden. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de toepassing van de stuurleidingen en signaalleidingen in de verdeelrail 42 zelf en wel bij de verbinding van naast elkaar aangebrachte afzonderlijke delen 47/ 48, 49 resp. de verbinding met de 20 deze signaalrail 42 met de centrale verzorgingsleiding 27 verbindende meervoudige steker 84-fig. 2.
Voor de bewaking en controle resp. voor de uitvoering van de bewakings- en controlefunctie is de stuurmodule 41 over een koppelinginrichting 85 met een bewakings-25 en controlemodule 86 koppelbaar. De uitvoering van de koppelinginrichting 85 kan overeenkomstig de koppelinginrich-tingen 72 of 73 geschieden. Verder kan deze bewaking- en controlemodule 86 van een meldorgaan 87 en druktoetsen of schakelaars voor noodfuncties zoals van een schakelaar 88 30 voor "noodstop" voorzien zijn. Daartoe is de bewakingsmodule 86 met schakelingsbouwdelen uitgerust, die het mogelijk maken, uitgaande van het ingangssignaal van de bewakingsorga-nen 22, 23, 29 en de uitgangen van de stuur- en signaalleidingen, die in de koppelingsinrichting 85 samengevat zijn, 35 een aanwijzing van de stand van de aandrijvingen en resp . of de bewerkings- en montage-inrichtingen alsmede van de delentoevoerinrichtingen op het meldorgaan 87 uit te voeren. Gelijktijdig kan deze aanwijzing natuurlijk ook op de meld-organen 34 en 36 van de centrale controle-eenheid 28 resp.
40 van de bewakings- en controle-inrichting 35 geschieden. Het 8100295 -20- is echter niet dwingend deze bewakings- en controlemodulen 86 aan elke stuurmodule 41 toe te voegen. De aan een arbeidssta-tion toegevoegde controlemodulen 86 kunnen ook in de bewakings- en controle-inrichting resp. in de controle-eenheid 5 28/ 35 aangebracht worden om aan een bedieningspersoon de montagestap, waarbij het tot de onderbreking van het arbeids-verloop gekomen is, aan te tonen.
In fig. 5 is een vereenvoudigd schematisch blokschema van de schakel- en stuurorganen 39, 40, 41, die 10 op de afzonderlijke delen 44, 45, 47, 48 van de verdeellijst 43 resp. verdeelrail 42- fig. 2 aangebracht zijn, met de daaraan toegevoegde aandrijvingen 8, 21 alsmede bewakings-organen 22, 23 en 29 afgebeeld. Aan één van de stuurmodulen 41 - die overeenkomt met die welke in fig. 3 en 4 is afge-15 beeld - is de bewaking- en controlemodule 86 toegevoegd.
De verdeellijst 42 omvat twee verschillende leidingstrengen en wel de stuurleidingen 89 en de signaal-leidingen 90. De stuurleidingen 89 dienen om informaties resp. schakelbevelen van de controle-eenheid 28 resp. van __20 de bewakings- en controle-inrichting 35 en van op afstand liggende andere bewakingsorganen of dergelijke aan de optische koppelaars 91 van de stuurmodulen 41 toe te voeren. Zoals zichtbaar is, worden de afzonderlijke stuurleidingen 89 en signaalleidingen 90 in het bereik van de koppelinginrich-8i 25 tingen tussen de afzonderlijke delen van de verdeelrail door middel van de in fig. 4 beschreven steekelementen 83 verbonden.
Daarmee kunnen zekere informaties slechts aan bepaalde stuurmodulen 41 overgedragen worden. Bijvoorbeeld 30 kunnen de informaties in de middelste signaalleiding 90 slechts tot aan de laatste afgeheelde stuurmodule 41 overgedragen worden, daar door het ontbreken van een steekelement 83 een verdere geleiding van deze informaties aan de nageschakelde stuurmodulen 41 niet meer mogelijk is. Evenzo kun-35 nen de aan de stuurmodulen 41 toegevoerde informaties door het aantal steekelementen in de koppelinginrichtingen 73 tussen de stuurmodulen en de verdeelrail 42 vastgelegd worden. De verdeelrail 42 dient in het afgebeelde uitvoeringsvoor-beeld gelijktijdig ook als centrale verbindingsleiding 27, 40 daar wegens de betere overzichtelijkheid de controle-eenheid 8100295 -21- 28 en de bewakings- en contrdLe-inrichting met hun aansluitingen direct in de verdeelrail 42 opgenomen zijn.
De signaalleidingen 90 dienen als aanvulling van de stuurleidingen 89 om directe informaties tussen 5 de logische elementen van de afzonderlijke stuurmodulen over te dragen. Deze logische elementen 92 kunnen door geïntegreerde elektronische bouwdelen zowel in analoge als ook in digitale techniek of door een microprocessor gevormd zijn. Achter deze logische elementen 92 zijn dan eindversterker-10 trappen 93 aangebracht/ waarover informaties uit de logische elementen 92 weer in de stuurleidingen 89 voor overdracht aan de controle-eenheid 28 resp. de bewakings- en controle-inrichting 35 of andere stuurmodulen en aan de inrichtingen 8, 21 of dergelijke van de fabricage-installatie 1 doorgege-15 ven kunnen worden. Bovendien worden via deze eindversterker-trappen 93 de signalen voor de bediening van de schakelmodulen 40 gereed gemaakt en versterkt.
Evenzo worden de ingangssignalen van de bewakingsorganen 22, 23, 29, die bijvoorbeeld door contact-20 loze naderingsschakelaars gevormd kunnen zijn via de optische koppelaars 91 aan de logische elementen 92 toegevoerd.
Door deze uitvoering is het nu mogelijk, dat aan elke schakelmodule 40, dus elke klep 41 een eigen logica toegevoegd is. Aldus komen de kosten van de bestu-25 ringinrichting tamelijk exact overeen met de vereiste besturingsfuncties, daar de aan de schakelmodulen 40 toegevoegde stuurmodulen 41 in hun omvang op de uit de praktijk bekende vereiste minimumbouwdelen afgesteld kunnen worden. Zeker zal men om een zo universeel mogelijke benutting van volkomen 30 gelijke stuurmodulen te waarborgen, boven de beslist noodzakelijke behoefte uitgaand verdere schakelelementen aanbrengen, zodat een zekere reserve voor gecompliceerde besturings-handelingen met een gecompliceerde verbinding gegeven is.
Zoals echter reeds de afbeelding in fig. 5 35 toont is het ook zonder meer mogelijk inplaats van de aanbrenging van een stuurmodule 41 voor elke schakelmodule 39 resp. 40 bijvoorbeeld telkens aan vijf stuks schakelmodulen 39, 40 slechts één stuurmodule 41 - die dan overeenkomstig omvangrijker uitgerust is - toe te voegen. In elk geval 40 blijft echter het verrassende voordeel bestaan, dat met deze 8 1 00 29 5 -22- combinatie van stuur- en schakelmodulen de telkens vereiste stuur- en schakelorganen zo dicht mogelijk bij de aandrijvingen resp. verbruikers aangebracht kunnen worden. In verbinding met de zeer veelvoudige koppelinginrichtinen 81, 73, 72 5 ontstaat dan verder ook een zeer overzichtelijke en met geringe kosten te vervaardigen opbouw van de totale besturings-inrichting, die ook naderhand zonder grote kosten snel uitgebreid kan worden. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de schakelmodulen 39, 40 slechts als ventielen 51 resp.
10 als een elektrisch sterkstroomschakelorgaan 94, stuurbescher-ming, relais of dergelijke afgebeeld. Het is echter voor de vakman zonder meer mogelijk, de oplossing volgens de uitvinding ook op de bediening en bewaking van willekeurig andere schakel- en bedieningsorganen af te stemmen.
15 Bijzonder gunstig is dan ook de verbin ding van de stuurmodulen 41 met de bewakings- en controle-modulen 86, zoals bijvoorbeeld in fig. 5 afgebeeld is. Door de verbinding van deze bewakings- en controlemodule 86 met een in de drukmediumtoevoerleiding 95 naar de aandrijving 20 21 aangebrachte drukbewaking 96 en een aan de elektromagnetische aandrijving 60 toegevoegd bewakingsorgaan, waarvan de uitgangssignalen over de optische koppelaar 91 aan de bewakings- en controlemodule 86' toegevoerd worden, is het bij een verdere geleiding van de uitgangssignalen van de module 25 86 via de eindversterkertrap 93 aan de controle-eenheid 28 resp. de bewakings- en controle-inrichting 35 zonder meer mogelijk, bij een storing de betreffende oorzaak optisch direct aan te wijzen. Bijvoorbeeld kan bij medetoepassing van een microcomputer de werkelijke fout aangegeven worden.
30 Wordt bijvoorbeeld na een belasting van de aandrijving 60 en het aanspreken van de drukbewaker 96 een zekere tijd daarna geen uitgangssignaal door het bewakingsorgaan 22 afgegeven, dan kan aan het meldorgaan 34 resp. 36 telkens aangegeven worden, aandrijving 21 niet uitbewogen, 35 bewakingsorgaan 22 niet bereikt. Daarmee kan de bedienings-persoon dan gericht de opheffing van de storing inleiden. Daardoor wordt waardevolle tijd tot aan het vinden van de fout uitgespaard en kunnen de stilstanden van een fabricage-instal-latie zeer sterk verminderd worden.
40 _ fig. 6 is ter toelichting van een moge- 8100295 -23- lijk functieverloop een stuurmodule 41 met zijn optische koppelaar 91, het logische element 92 en de eindversterkertrap 93 op grotere schaal afgeheeld. Het logische element 92 omvat stuurbouwdelen 97 en bewerkingsbouwdelen 98. De stuurbouw-5 delen 97 worden bijvoorbeeld door een invertor 99 en een tijd-trap 100 gevormd, terwijl de bewerkingsbouwdelen 98 door EN-organen 101, 102, 103 en een OP-orgaan 104 gevormd worden. Wordt nu bijvoorbeeld de ingang 105 met een signaal van de stuurleiding 89 belast, dan neemt over de optische koppelaar 10 91'de éne toevoerleiding naar het EN-orgaan 101 de schakel-toestand L aan. Bij dit signaal kan het bijvoorbeeld om een startbevel van de controle-eenheid 28 gaan. Wordt ook de ingang 106 over een signaalleiding 90 belast, zo neemt ook de tweede ingang van het EN-orgaan 101 de signaaltoestand L aan. 15 Zo neemt ook de uitgang van het EN-orgaan 101 de toestand L aan. Deze schakeltoestand L aan de uitgang van het EN-orgaan 101 of een schakeltoestand L aan de ingang 107, bijvoorbeeld bepaald door een startbevel van een andere stuurmodule 41 over een signaalleiding 90 levert aan de uitgang van het OF— 20 orgaan 104 de schakeltoestand L. Zou de ingang 108, die met een stuurleiding 89, die van de controle-eenheid komt, verbonden is, voor een tijd Tl =0 zijn - bijvoorbeeld om een overlappende arbeidshandeling van een andere stuurmodule af te wachten - dan zal over de invertor 99 naar de tijd Tl de 25 uitgang van de tijdtrap 100 de schakeltoestand L innemen. Daar nu beide ingangen aan het EN-orgaan 102 dan de schakeltoestand I» bezitten, is aan de uitgang van dit EN-orgaan evenzo een L-signaal aanwezig, dat over de eindversterkertrap 93 voor de bediening van een ventiel 51 versterkt zal worden.
30 Het L-signaal aan de uitgang van het EN- orgaan 102 en een signaal aan de ingang 109, die over een verbindingsleiding 110 met het bewakingsorgaan 22 verbonden is, bewerkt na het doorlopen van de optische koppelaar een schakeltoestand L in de navolgende signaalleiding. Daarmede 35 is aan de beide ingangen van het EN-orgaan 103 de schakeltoestand L aanwezig en het daardoor bewerkte uitgangssignaal L wordt over de eindversterkertrap 93 aan de uitgang 111 van de stuurmodule 41 toegevoerd en over een stuurleiding 89 aan de controle-eenheid 28 resp. de bewakings- en controle-in-40 richting 35 verder geleid.
8 1 00 29 5 -24-:
Na afloop van de bij de tijdtrap 100 ingestelde tijd neemt de uitgang ervan de schakeltoestand L aan, die over de eindversterkertrap 93 versterkt en over de uitgang 112 en over een aansluitende stuurleiding 89 voor de uitvoeringsmel-5 ding, bijvoorbeeld aan de bewakings- en controlemodule 86 toegevoerd kan worden. In het volgende zal nu ook de functie van de bewakings- en controlemodule 86 aan de hand van een . mogelijke uitvoeringsvorm van een dergelijke module, zoals in fig. 6 afgebeeld is, toegelicht worden. De bewakings- en 10 controlemodule 86 omvat een invertor 113, een EN-orgaan 114 en een tijdtrap 115. De drukbewaker 96 is over een leiding 116 met de ingang 117 van de stuurmodule 41 verbonden. Over de optische koppelaar 91 is de ingang 117 met het EN-orgaan 114 in de module 86 verbonden. Dit EN-orgaan 114 bezit een ver-15 dere ingang, die over de invertor 113 en een optische koppelaar 91 met de ingang 109 van de stuurmodule 41 verbonden is. De derde ingang van het EN-orgaan 114 staat met de uitgang van het EN-orgaan 102 van de stuurmodule 41 in verbinding. De uitgang van het EN-orgaan is over een tijdtrap en 20 de versterker van de eindversterkertrap 93 met een uitgang 118 van de stuurmodule verbonden.
De functie van deze bewakings- en controlemodule 86 voor het aanwijzen van de heersende bewegingstoe-stand van de aandrijving 21 resp. van de hanteringsinrichting 25 14 gaat nu als volgt: wordt over de uitgang van het EN-orgaan 102 en de eindversterker de eindversterkertrap 93 van de aandrijving 60 van het ventiel 51 belast, dan wordt gelijktijdig êên van de drie ingangen van het EN-orgaan 114 met een ingangssignaal bezet. Opent nu het ventiel 51 en komt 30 het drukmedium van de energieverzorgingseenheid in de cilin-derkamer van de aandrijving 21 dan wordt deze drukwisseling met de drukbewaker 96 vastgesteld en door de drukbewaker over de verbindingsleiding 116 wordt een uitgangssignaal aan de ingang 117 van de stuurmodule 41 doorgegeven. Dit signaal 35 doorloopt de optische koppelaar 91 en komt aan een verdere ingang van het EN-orgaan 114. Daar op dit tijdstip het be-wakingsorgaan 22 niet bediend is, heerst in de ingangsleiding naar de invertor 113 een nulsignaal. Daarmee is aan de uitgang van de invertor 113 de schakeltoestand L aanwezig. Deze 40 bewerkt, dat alle drie ingangen van het EN-orgaan 114 met 8100295 -25- een signaal belast zijn en dienovereenkomstig dus direct na het optreden van het uitgangssignaal van de drukbewaker 96 het EN-orgaan 114 doorgeschakeld wordt en een signaal aan de tijdtrap 115 afgeeft, waarmee de startimpuls voor de tijdbe-5 paling gegeven wordt . Bereikt nu de cilinder na een voorafbepaalde tijd, die deze voor de beweging van de zuigerstang nodig heeft, niet het bewakingsorgaan 22 resp. spreekt dit niet aan, dan wordt na afloop van de ingestelde tijd een uitgangssignaal aan een versterker van de eindversterkertrap 10 93 afgegeven en dit signaal wordt over de uitgang 118 aan de meldorganen 34, 36 of 87 op de controle-eenheid 28 van de bewakings- en controle-inrichting 35 resp. aan de bewakings-en controlemodule aangegeven. Dit signaal kan gelijktijdig ook de aanwijzing of het aangeven van de werkelijke fouttoe-15 stand bewerken. In het onderhavige geval zou de computer aangeven: aandrijving 21 bediend, bewakingsorgaan 22 niet bereikt. Daarmee kan de bedieningspersoon onmiddellijk gericht overgaan tot de opheffing van het defect en de stilstandstijden van een dergelijke fabricage-installatie 1 kunnen zeer kort ge-20 houden worden.
De in het voorgaande toegelichte uitvoering van een bewakings- en controlemodule 86 is echter geenszins beperkend. Er moest veeleer slechts aan de hand van een voorbeeld een mogelijke functie voor het betere begrip 25 van het onderwerp van de uitvinding aangegeven worden. Natuurlijk zal men in de praktijk dan de bewakings- en controlemodule ook zodanig uitvoeren, dat bij een uitblijven van het signaal van de drukbewaker 96 op de meldorganen aangegeven wordt: aandrijving 60 van het ventiel 51 belast, geen druk in 30 de toevoerleiding naar de aandrijving 21.
De graad van de verfijning van de bewakings- en controlefuncties zal telkens door de moeilijkheidsgraad van de machine en de gewenste maximale opheffings-tijd voor een storing bepaald worden. Het is enerzijds moge-35 lijk, dat telkens slechts aan die arbeidsstations twee of drie of vier van dergelijke bewakings- en controlemodulen 86 aangebracht worden, die voor de uitvoering van de arbeidshande-lingen in de loop van deze fabricage-installatie de grootste tijd nodig hebben. Natuurlijk zal namelijk een storing bij 40 een dergelijk station veel sterker op de totale prestatie van 8 1 00 29 5 -26- de fabricage-installatie inwerken dan een storing aan een ar-beidsstation, diè belangrijk minder tijd nodig heeft. Wordt namelijk de transportinrichting 7 met een losse verbinding van de werkstukdragers 10 uitgevoerd, dan kan bij storingen 5 in arbeidsstations waarvan de tijdbehoefte onder de limiet ligt en de in de machine door de losse verbinding gegeven opslagfuncties een totale stilstand van de machine eerder verhinderd worden dan bij arbeidsstations, waarvan de tijdbehoefte aan de bovenste limiet ligt.
10 In fig. 7 is afgebeeld, dat ook voor een groep van ventielen J19, die op een gemeenschappelijke ver-deellijst 120 aangebracht kunnen zijn, slechts ëén stuurmo-dule 121 met een daaraan toegevoegde bewakings- en controle-module 122 aangebracht kan zijn. De verbinding van de stuur- 15 module 121 met de bewakings- en controlemodule 122 kan met een door een meervoudige steker gevormde koppelinginrichting 123 geschieden, terwijl de verbinding met de aandrijving 124 die gemeenschappelijk met de ventielen 119 de schakelmodule 125 vormt, over een koppelinginrichting 126 met meervoudige.
20 stekers 127 geschieden kan. De schakelmodulen 125 kunnen op de verdeellijst 120, die bij voorkeur voor de opname van telkens 3,6,9 of 10 schakelmodulen 125 uitgevoerd is, tot een schakelmoduulgroep samengevat, maar afzonderlijk afneembaar aangebracht zijn.
25 In fig· 8 is een schakelmodule 129 afge beeld, die een dragerplaat 130 bezit, waarin meerdere aandrijvingen 131 en ventiellichamen 132 ingebouwd zijn. De aandrijvingen 131 en de ventiellichamen 132 kunnen om bij een storing aan één van de ventiellichamen resp. aandrijving; 30 gen niet de totale dragerplaat 130 behoeven te verwisselen, eventueel ook tot een telkens eigen bouwdeel 133 en 134 samengevat zijn. In een dergelijk geval zou dan bij een defect van aan één/de aandrijvingen 131 of het bouwdeel 133 met de zes aandrijvingen of, als de aandrijving 131 en de ventiellicha- 35 men 132 op de gemeenschappelijke dragerplaat 130 aangebracht zijn, de totale dragerplaat 130 uitgewisseld moeten worden.
Deze oplossing biedt het voordeel, dat ten v opzichte van de uitvoeringsvorm volgens fig. 2, 3 en 4 met belangrijk minder koppelinginrichtingen volstaan kan worden.
40 Daarmee kan echter de storingsgevoeligheid verminderd worden, 8100295 -27- daar vooral dergelijke koppelinginrichtingen door lekplaatsen resp. slechte contacten eerder tot storingen leiden. Een verder voordeel van deze uitvoeringsvorm volgens fig. 8 ligt daarin, dat bij aanbrenging van de aansluitingen voor de ver-5 bindingsleidingen 135 en de drukluchttoevoer van de energie-verzorgingseenheid 5 resp. het afvoerluchtkanaal in een de dragerplaat 103 opnemende verdeellijst 136 de installatie van de verbindingsleidingen resp. drukluchtverzorgings- en stuur-leidingen onafhankelijk van de aanwezigheid van de schakelmo-10 dulen 129 kan geschieden.
De verbinding van de dragerplaat 130 resp. het bouwdeel 133 met de daaraan toegevoegde stuurmodule 137 geschiedt over een verdeelrail 138, waarin de meervoudige stekers 139 voor de verbinding van de aandrijvingen 131 met 15 de stuurmodule 137 aangebracht zijn. De verdeelrail 138 is over een meervoudige kabel met een meervoudige steker 140 verbonden, die direct op de stuurmodule 137 of een deze stuurmodule opnemende dragerplaat 141 opgestoken is. Is een dragerplaat 141 aangebracht, dan is zowel de stuurmodule 137 20 als ook een eventueel aangebrachte bewakings- en controlemo-dule 142 op de dragerplaat 141 onafhankelijk opgestoken. De voor het bedrijf van de machine resp. afzonderlijke inrichtingen aangebrachte -bewakingsorganen , bijvoorbeeld elektromagnetische naderingsschakelaars, begrenzingsaanslagen resp.
25 eindschakelaars of dergelijke, kunnen op een eigen stekerveld 143 eveneens direct op de dragerplaat 141 aangesloten worden. De verbinding van de dragerplaat 141 met een centrale contro-le-eenheid kan over een meervoudige steker en over een centrale verbindingsleiding 144 geschieden. De toepassing van 30 een dragerplaat 141 ook voor de stuurmodule 137 opent de mogelijkheid, dat de installatie resp. de vervaardiging van de verbindingsleidingen geschieden kan zonder dat de stuurmodule 137 en de bewakings- en controlemodule 142 reeds gemonteerd is. Daarmee hoeven echter ook bij onderhoudswerkzaamheden 35 resp. bij een vereiste uitwisseling van deze modulen geen verbindingsleidingen losgemaakt te worden, maar moet slechts de defecte module afgetrokken en een nieuwe module opgestoken worden.. Daarmee kan de vereiste tijd voor zulke onderhoudswerkzaamheden wezenlijk verminderd worden.
40 Vanzelfsprekend is het binnen het kader 81 00 29 5 -28- van de uitvinding mogelijk/ dat de beide dragerplaten 137 en 130 voor een bepaald aantal ventiellichamen en aandrijvingen resp. elektrische schakelorganen, zoals relaiscontacten en daaraan toegevoegde magneetankers uitgevoerd kunnen zijn.
5 Bij voorkeur kunnen hierbij bouwgroepen 3, 6 of 9 aandrijvingen resp. ventiellichamen of schakelorganen toegepast worden. Het is namelijk in totaal zowel voor de voorraadhouding van vervangingsonderdelen als ook bij een machine gunstiger, genormaliseerde bouweenheden met bijvoorbeeld 3,6 of 9 tot een 10 blok resp. schakelmodule of stuurmodule samengevatte aandrijvingen, ventiellichamen, resp. schakelorganen toe te passen, ook wanneer in het gegeven toepassingsgeval niet alle aandrijvingen resp. ventiellichamen of schakelorganen nodig zijn. Bovendien wordt bij een dergelijke aanbrenging een 15 zekere reserve gevormd, zodat bij het naderhand aanbrengen van een verdere aandrijving niet nog aanvullende kostbare installatiewerkzaamheden nodig zijn.
Om de stuurmodule 137 zo universeel mogelijk uit te voeren, is het ook mogelijk in zijn huis 145 20 meerdere uitwisselbare, dat wil zeggen, steekbare prentkaarten 146 aan te brengen, zodat de reparatie van beschadigde stuurmodulen eenvoudiger en sneller uitgevoerd kan wordèn en het huis 145 ook voor stuurmodulen met verschillende stuur-karakteristiek toegepast kan worden.
25 Hierbij wordt vermeld, dat bijvoorbeeld ook het huis 147 van de stuurmodule 41 in fig. 4 van meerdere uitwisselbare printkaarten 148 voorzien kan zijn. Verder » is in fig. 4 als variant ook aangeduid, dat ook bij dit uit-voeringsvoorbeeld de drukmediumuitlaatopening 65 resp. de 30 koppelinrichting 50 niet direct in het ventiellichaam 61 resp. aan de stuurmodule 41 aangebracht moet zijn, maar bijvoorbeeld ook in de verdeellijst 43 aangebracht kan zijn, zodat bij een uitwisseling van het ventiellichaam 61 deze met de drukmediumuitlaatopening 65 resp. de bewakingsorganen 35 verbonden verbindingsleidingen niet losgemaakt moeten worden.
In het leader van de uitvinding is het echter ook verder mogelijk, dat zoals in fig. 7 is aangeduid, de stuurmodule 121 en de bewakings- en controlemodule 122 op een gemeenschappelijke dragerplaat zijn aangebracht, waar-40 op eveneens een stekerveld voor de bewakingsorganen en een 6100295 -29- aansluiting voor een meervoudige stekker voor een centrale' verbindingsleiding en de aansluitingen voor de verbruikers, wanneer het bij de schakelmodulen en van elektrische aandrijvingen voorziene schakelorganen, bijvoorbeeld relais of der-5 gelijke gaat, aangebracht kan zijn.
Volgens een verdere uitvoeringsvariant van het in fig. 6 afgeheelde schema is het mogelijk, dat de met de ingangen 105 en 108 verbonden stuurleidingen 89 over een ingangomzetbouwdeel 149 met de centrale verbindingslei-10 ding 27 verbonden zijn. Evenzo *kan de uitgang 108 over een uitgangomzetbouwdeel 150 met de centrale verbindingsleiding 27 verbonden zijn. Deze ingang- en uitgangomzetbouwdelen 149, 150 kunnen als verzamelaars en omzetters van de ingangs-resp. uitgangssignalen naar resp. van de stuurmodule 41 uit-15 gevoerd zijn. Als ingang- en uitgangbouwdelen kunnen analoog— digitaal converters resp. omzetters van elektrische in elek-tro-optische signalen toegepast worden. Met laatstgenoemde bouwdelen is het mogelijk de informaties als lichtimpulsen over grotere trajecten en zonder wezenlijke storingen bij 20 koppelinginrichtingen over te brengen. Om een gebundelde informatie-overdracht tussen de stuurmodulen 41 en de centrale controle-eenheid 28 mogelijk te maken, kunnen tussen deze ingang- en uitgangomzetbouwdelen 159, 150 alsmede de centrale verzorgingsleiding 27 tussengeheugens 151 aangebracht zijn.
25 Afsluitend moet worden vastgehouden, dat de onderhavige uitvinding in geen geval tot de in de afzonderlijke uitvoeringsvoorbeelden beschreven schakel- en bewer-kingsbouwdelen bêperkt is, maar veeleer alle in de stand van de techniek bekende bouwdelen tot verwerkelijking van het doel 30 van de uitvinding toegepast kunnen worden. Hetzelfde geldt ook voor de schakelmodulen, waarvan de schakelorganen in de afstemming op de telkens te besturen aandrijvingen, zowel door ventielen als ook door elektrische schakelorganen gevormd kunnen worden. Deze schakelorganen kunnen in elektro-35 magnetische aandrijvingen en contactblokken of in soortgelijke inrichtingen worden onderverdeeld.
Evenzo is de volgens de uitvinding uitgevoerde inrichting voor de besturing resp. bewaking van machines niet alleen bij fabricage-installaties maar bij de 40 meest verschillende soorten van machines, vaartuigen en derge- 8100295 -30- lijke, dus overal daar toepasbaar, waar het bij een hoge belasting van de besturings- resp. bewakingsinrichting op geringe montagekosten en op snelle reparatie aankomt. Als toepassingsgebieden met bijzondere voorkeur moeten hier vooral de 5 verpakkingsmachines, weg- en railvoertuigen en luchtvaartuigen alsmede de meest verschillende hoogbelaste arbeidsmachines worden gezien.
8100295

Claims (24)

1. Inrichting voor de besturing resp. bewaking van machines, in het bijzonder fabricage-installaties voor in twee of meer stappen te vervaardigen bouwdelen, met besturingsinrichtingen voor de elektrische en resp. of elek-5 tronische en door drukmedium bedienbare schakel-, regel-bewakingsorganen resp. aandrijvingen van de machine en resp. of de daaraan toegevoegde bewerkings- resp. montage-inrich- . tingen, met het kenmerk, dat de aandrijvingen (8, 21, 37) van de machine en resp. of de bewerkings- resp. 10 montage-inrichtingen (13) met schakel- en stuurmodulen (39, 40, 125, 129? 41, 121, 137) verbonden zijn, en dat de aan een aandrijving (8, 21, 37) toegevoegde schakelmodule (39, 40, 125, 129) met de daarop afgestemde stuurmodule (41, 121, 137) over een losneembare koppelinrichting (72, 126) uitwisselbaar 15 verbonden is, waarbij deze, in het bijzonder gelijksoortige schakelmodulen (39, 40, 125, 129) met de bijbehorende stuurmodulen (41, 121, 137) en de daarop afgestemde bewakings-en controlemodulen (86, 122, 142) de besturingsinrichting (25, 26) vormen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de leidingen voor de besturing, bewaking en de drukmediumverzorging op de koppelinrichting (50, 62, 727 73, 81, 85, 123, 126) van de schakel- en stuurmodulen (35, 40, 125, 129? 41, 121, 137) in wezen gelijksoor-25 tig aangebracht en de modulen over deze koppelinrichtingen onder elkaar en resp. of met de verbindingsleidingen (27, 110, 116, 135) naar de aandrijvingen (8, 21, 37), een centrale energieverzorgingeenheid (5) en resp. of een centrale controle-eenheid (28) losneembaar en uitwisselbaar verbonden 30 zijn.
3. Inrichting volgens één der conclusies 1 of 2,met het kenmerk, dat de schakelmodule(40) uit een ventiel (51) met basisschakelfuncties, in het bijzonder een 3/2 wegventiel met een op afstand bedienbare aandrij- 35 ving (60) is gevormd en van koppelinrichtingen (62) voor de drukmedium- in- en-uitlaten (63, 64) alsmede de in- en uitgangen (70, 71) van de stuurleidingen voorzien is.
4. Inrichting volgens één der conclusies 8100295 f 4 -32-. * 1-3, met het kenmerk, dat de aandrijving (60) en een ventiellichaam (61) van de schakelmodule (40) eigen bouwdelen met genormaliseerde afmetingen vormen, die onder elkaar over corresponderende losneembare montage-elementen 5 (78) uitwisselbaar verbonden zijn.
5. Inrichting volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat meerdere ventiellicha-men (132) en aandrijvingen (131) resp. elektrische schakel-organen of dergelijke, in een schakelmodule (129) aange- 10 bracht zijn en dat eventueel deze ventiellichamen (132) en aandrijvingen (131) telkens in een eigen bouwdeel (133, 134) van de schakelmodule (129) aangebracht zijn.
6. Inrichting volgens éên der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de stuurmodule (41, 15 121, 137) van elektrische en resp. of elektronische stuur- bouwdelen (97) is voorzien, die in het bijzonder programmeerbaar uitgevoerd en voor belasting van elektrische resp. pneumatische en resp. of hydraulische aandrijvingen (60) resp. schakelorganen (94) van de schakelmodule (39, 40, 125, 129) 20 of een schakelmodulegroep (128) uitgevoerd zijn.
7. Inrichting volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de stuurmodule (41, 121, 137) elektrische resp. elektronische bewerkingsbouwdelen (98) omvat, die aan de schakelmodulen (39, 40, 125, 129), 25 resp. de aan de machine of aan de arbeidsstations (2, 3, 4) aangebrachte bewakingsorganen (22, 23, 29) toegevoegd zijn.
8. Inrichting· volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat aan de stuurmodule (41, 121, 137) een koppel inrichting (72, 123, 126) of een koppel iiricft-1 30 ting bijvoorbeeld meervoudige stekers (127, 140) aangebracht zijn, waarop de aan de schakelmodulen (39, 40, 125, 129) toegevoegde stuurleidingen samengevat zijn.
9. Inrichting volgens éën der conclusies 6-8,met het kenmerk, dat aan de stuurmodule (41, 35 121) een verdere koppelinrichting (50) aangebracht is, waar aan de stuurleidingen (110) voor de bewakingsorganen (22, 23, 29) aangesloten zijn.
10. Inrichting volgens één der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de stuurmodule (41,121, 8100295 \ * -33- 137. van een centrale koppelinrichting (73) is voorzien/ waaraan de met de centrale verbindingsleiding (27) te verbinden stuur- bewakings- en verzorgingsleidingen (89/ 90) aangesloten zijn.
11. Inrichting volgens êên der conclusies 1-10/ met het kenmerk/ dat de stuurmodule (41, 121) in het bijzonder voor de belasting van meerdere schakelmodulen (39, 40, 125) van een microprocessor voorzien is en de microprocessoren van de stuurmodulen over de centrale 10 verbindingsleiding (27) door de controle-eenheid (28), bijvoorbeeld via tijdimpulsen, gesynchroniseerd zijn.
12. Inrichting volgens ëén der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de stuurmodule (121) over een uitgang van een uitgangomzetbouwdeel (150) en een 15 ingang van een ingangomzetbouwdeel (149) en de centrale verbindingsleiding (27) werkzaam met de controle-eenheid (28) verbonden is, en dat het uitgangomzetbouwdeel (150) als verzamelaar en omzetter van de uitgangssignalen van de stuurmodule en het ingangomzetbouwdeel (149) voor de verde- 20 ling van de bevelsignalen over de afzonderlijke bouwdelen van de stuurmodule (121) uitgevoerd is.
13. Inrichting volgens ëën der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de stuurbouwdelen (97) en de bewerkingsbouwdelen (98) door geïntegreerde circuits 25 gevormd zijn, en bij voorkeur op, in het huis (145, 147) van de stuurmodule (41, 121) uitwisselbaar inzetbare printkaarten (146, 148) aangebracht zijn.
14. Inrichting volgens êên der conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de ingang- resp. uit- 30 gangomzetbouwdelen (149, 150) bijvoorbeeld door optische koppelaars (91) resp. versterkertrappen (93) of inrichtingen voor het omzetten van elektrische in licht—optische impulsen respectievelijk door analoog—digitaal converters of dergelijke gevormd zijn.
15. Inrichting volgens éên der conclusies 1-14, met het kenmerk, dat tussen het ingangomzetbouwdeel (149) en het uitgangomzetbouwdeel (150) alsmede de centrale verbindingsleiding (27), in het bijzonder tijdafhan-kelijk bestuurde tussengeheugens (151) aangebracht zijn.
16. Inrichting volgens één der conclusies 8100295 * -34- ·>. 1-15, met het kenmerk, dat de koppelinginrichtin-gen (37, 81) voor de verbinding van de elektrische stuur-, bewaking- en verzorgingsleidingen (89, 90) door meervoudige stekers (127) gevormd zijn, die bij voorkeur van naar behoef-5 te inzetbare steekelementen (83) voorzien zijn.
17. Inrichting volgens één der conclusies 1-16, met het kenmerk, dat de koppelinginrichtin-gen (62) voor de drukmedium-stuur-, '/bewakings- en verzorgings-leidingen (58, 59) van steekkoppelingen voorzien zijn, waar-10 bij de te verbinden koppelinginrichtingen (62) telkens van een mondstuk (77) en een koppelingstuk (76), die een dergelijke steekkoppeling vormen, voorzien zijn, en bij voorkeur het mondstuk (77) bij het losmaken van het koppelingstuk (76) automatisch drukdicht afsluitbaar is.
18. Inrichting volgens één der conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de bewakings- en con-trolemodule (86, 121, 142) in het bijzonder over een stuur-en schakelmodule (41, 121, 137; 39, 30, 125, 129) met de be-wakingsorganen (22, 23, 29) resp. aandrijvingen (8, 21, 37) 20 van de machine en resp. of de daaraan toegevoegde bewerkings-resp. montage-inrichtingen (13) werkzaam verbonden is en van schakelorganen voorzien is, die bij nietbezetting van een uitgang van een bewakingsorgaan (22, 23, 29) en resp. of aandrijving (8, 21, 37) of bij het optreden van een stoorsig-25 naai aan de ingang van een meldorgaan (34, 36, 87) voor het aanwijzen van de stand van de aandrijvingen en resp. of de bewerkings- en montage-inrichtingen (13) belast zijn.
19. Inrichting volgens éên der conclusies 1-18, met het kenmerk, dat de bewakings- en con- 30 trolemodule (86, 121, 142) met de stuurmodulen (41, 121, 137. gekoppeld en over stuurleidingen met de centrale contro-le-eenheid (28) werkzaam verbonden zijn, waarin de meldorga-nen (34, 36, 87) aangebracht zijn.
20. Inrichting volgens één der conclusies 35 1-19, met h O; t kenmerk, dat de stuurmodulen (41, 121, 137) op een verdeelrail (42) resp. een dragerplaat (141) steekbaar aangebracht zijn, waarop de koppelinrichtingen (50, 73, 81) voor de aansluiting van de verbindings- resp. stuurleidingen (27, 89, 90, 144) naar andere stuurmodulen (41, 121, 40 137) naar de energieverzorgingseenheid (5) naar de controle- 8 1 00 29 5 -35- eenheid (28) naar een schakelmodule (39, 40, 125, 129) een bewakings- en controlemodule (86, 121, 142) resp. een steker-veld (143) voor de aansluiting van de bewakingsorganen (23, 29) aangebracht zijn.
21. Inrichting volgens éên der conclu sies 1-20, met het kenmerk, dat de verdeelrail (42, 138) resp. de dragerplaat (141) externe en interne ver-bindingsleidingen, bijvoorbeeld stuurleidingen (89) en sig-naalleidingen (90) bezit en bij voorkeur de centrale verbin-10 dingsleidingen (27) tussen de stuurmodulen (41, 121, 137) resp. een stuurmoduulgroep en eventueel een controle-eenheid (28) of dergelijke vormt.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de verdeelrail (42, 138) 15 uit meerdere afzonderlijke delen (47, 48, 49) bestaat, die losneembaar en uitwisselbaar uitgevoerd zijn, waarbij de verbinding van de afzonderlijke leidingen tussen deze afzonderlijke delen over naar behoefte inzetbare steekelementen (83) geschiedt. 20
23 . Inrichting volgens éên der conclu sies 1-22, met het kenmerk, dat de schakelmodulen (39, 40, 125, 129) en resp. of een dragerplaat (130) resp. bouwdelen (133, 134) daarvan op een verdeellijst (43, 136) opsteekbaar aangebracht zijn, waarop de koppelinrich-25 tingen (62) voor de aansluiting van de verbindingsleidingen (65, 52) naar andere schakelmodulen, naar de energieverzor-gingseenheid (5) resp. naar de aandrijvingen (8, 21, 37) van de fabricage-installatie (1) aangebracht zijn.
24. Inrichting volgens één der conclu-30 sies 1-23, met het kenmerk, dat de drukmediumtoe— voer- en drukmediumterugvoerleidingen (58, 59) voor de ven-tiellichamen (61) resp. de verbindingsleidingen naar de schakelorganen (94) in de verdeellijsten (43, 136) aangebracht zijn en dat deze verdeellijsten (43, 136) van delen 35 van steekkoppelingen (bijv. mondstukken(77)) voorzien zijn, “ ‘ die op in de ventiellichamen resp. schakelorganen (94) aan gebrachte delen van deze steekkoppelingen, bijvoorbeeld koppelingstukken (76), uitgericht zijn, waarbij de verdeellijst (43, 136) in het bijzonder voor de opname van meerdere 40 ventiellichamen (61) resp. schakelorganen (94) uitgevoerd is. 8 1 00 29 5
NL8100295A 1980-04-11 1981-01-22 Inrichting voor de bestruring resp. bewaking van machines. NL8100295A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT197080 1980-04-11
AT0197080A AT378613B (de) 1980-04-11 1980-04-11 Programmierbare einrichtung zur steuerung bzw. ueberwachung von antrieben an einer arbeitsmaschine

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8100295A true NL8100295A (nl) 1981-11-02

Family

ID=3524996

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8100295A NL8100295A (nl) 1980-04-11 1981-01-22 Inrichting voor de bestruring resp. bewaking van machines.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4385685A (nl)
JP (2) JPS56157931A (nl)
AT (1) AT378613B (nl)
CH (1) CH655034A5 (nl)
DD (1) DD156552A5 (nl)
DE (1) DE3042205A1 (nl)
FR (1) FR2480455A1 (nl)
GB (1) GB2073912B (nl)
IT (1) IT1135595B (nl)
NL (1) NL8100295A (nl)
RU (1) RU2020539C1 (nl)
SE (1) SE452194B (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104959832A (zh) * 2015-07-07 2015-10-07 成都亨通兆业精密机械有限公司 一种精密工件自动化数控加工设备

Families Citing this family (42)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4397074A (en) * 1981-02-04 1983-08-09 Ashcombe Products Company Method of forming a gang cutting tool assembly and tool formed thereby
AT383691B (de) * 1982-03-05 1987-08-10 Sticht Fertigungstech Stiwa Signaleinrichtung fuer betriebszustandsmeldungen
DE3312777A1 (de) * 1983-04-09 1984-10-11 Sistemco N.V., Willemstad, Curacao, Niederländische Antillen Steueranordnung fuer ein kraftbetriebenes umlaufregal
JPS60104622A (ja) * 1983-06-20 1985-06-10 Shibaura Eng Works Co Ltd 移動式ボルト締付装置
AT392050B (de) * 1984-02-06 1991-01-10 Sticht Walter Fertigungsanlage mit mehreren einzelstationen
JPS61201974A (ja) * 1985-03-04 1986-09-06 Shoketsu Kinzoku Kogyo Co Ltd 電磁弁マニホ−ルド
DE3625787C2 (de) * 1986-07-30 1994-03-10 Stribel Gmbh Montageeinrichtung
DE3630178A1 (de) * 1986-09-04 1988-03-17 Preh Indausruestung Gmbh Rechnergesteuerte montageeinrichtung
JPH0445217Y2 (nl) * 1987-04-30 1992-10-23
FR2624627B1 (fr) * 1987-12-15 1990-06-15 Legrand Sa Pilote programmable de gestion d'energie electrique
US4855658A (en) * 1988-03-23 1989-08-08 Measurex Corporation Dead time compensated control loop
DE4020143A1 (de) * 1990-06-25 1992-02-20 Messer Griesheim Gmbh Schweissstromquelle, insbesondere lichtbogen-schweissstromquelle, mit zusatzaggregaten
DE4037353C1 (nl) * 1990-11-20 1992-03-12 Mannesmann Ag, 4000 Duesseldorf, De
JP2524914B2 (ja) * 1991-08-26 1996-08-14 エスエムシー株式会社 タ―ミナル装置
JPH0811985B2 (ja) * 1991-10-28 1996-02-07 エスエムシー株式会社 電磁弁マニホールド
EP0608245B1 (de) * 1992-08-19 1996-10-09 Festo KG Elektro-pneumatische steuereinrichtung
DE4230414C2 (de) * 1992-09-11 1996-02-01 Festo Kg Elektro-pneumatische Steuereinrichtung
DE4436405A1 (de) 1994-10-12 1996-04-18 Bosch Gmbh Robert Einrichtung zur Steuerung von mechanischen oder elektromechanischen Stellgliedern
US5522431A (en) * 1995-03-10 1996-06-04 Numatics, Inc. Solenoid valve control system
DE19741671B4 (de) * 1997-01-28 2004-03-04 Teamtechnik Maschinen Und Anlagen Gmbh Bearbeitungsplatz
DE19729369C5 (de) * 1997-07-09 2008-08-21 Teamtechnik Maschinen Und Anlagen Gmbh Autarker Bearbeitungsplatz und daraus bestehende Bearbeitungsstraße
AT410291B (de) * 1997-08-18 2003-03-25 Walter Sticht Bewegungseinheit
AT410771B (de) * 1997-08-18 2003-07-25 Walter Sticht Verfahren zum betrieb einer bewegungseinheit
AT410018B (de) 1998-02-06 2003-01-27 Sticht Walter Mehrwegventil
WO2001056523A1 (en) * 2000-02-02 2001-08-09 The Procter & Gamble Company Flexible manufacturing system
US6912443B2 (en) * 2000-03-10 2005-06-28 David W. Duemler Modular automated assembly system
NL1016385C2 (nl) 2000-10-11 2002-04-12 El O Matic Bv Aandrijving, afsluitklep en functiedeel.
GB2372884B (en) * 2001-02-28 2005-01-05 Speedprint Ltd Multifunction machine and method of forming a control interface
US6502294B2 (en) 2001-06-08 2003-01-07 Unova Ip Corp. Transfer line workpiece inspection apparatus and method
DE202005015791U1 (de) * 2005-10-07 2005-12-08 Bürkert Werke GmbH & Co. KG Modulsystem aus anreihbaren Einzelmodulen
DE102006044837A1 (de) * 2006-09-22 2008-04-03 Siemens Ag Vorrichtung zur Steuerung einer Lichtbogenofenanlage
US8037915B2 (en) * 2007-09-20 2011-10-18 Siemens Energy, Inc. Method and apparatus for forming insulated rotor conductors
US8892402B2 (en) * 2007-12-28 2014-11-18 Intercontinental Great Brands Llc Method and apparatus to provide a data interface between equipment to be temporarily monitored and diagnostic data gathering apparatus
JP5002053B2 (ja) * 2008-04-14 2012-08-15 平田機工株式会社 コンベア装置
US8360225B2 (en) * 2008-05-09 2013-01-29 Caterpillar Inc. Modular manufacturing chain including a utility transfer module and method of operation therefor
US8235000B2 (en) * 2008-05-09 2012-08-07 Caterpillar Inc. Modular paint line and method of operation therefor
US7815036B2 (en) * 2008-05-09 2010-10-19 Caterpillar Inc Modular manufacturing chain including a position tracking device and method of operation therefor
DE102009013680B4 (de) * 2009-03-18 2019-08-29 Andreas Dittrich Vorrichtung zur Herstellung und/oder Handhabung von Produkten und Erzeugnissen
US8626329B2 (en) * 2009-11-20 2014-01-07 Agr Automation Ltd. Product assembly system and control software
DE102016120029A1 (de) * 2016-10-20 2018-04-26 Bürkert Werke GmbH Ventilanordnung
IT201800004086A1 (it) * 2018-03-29 2019-09-29 Fca Italy Spa Procedimento per la messa in opera e/o la riconfigurazione di un impianto industriale, in particolare per la produzione di autoveicoli o loro sottogruppi
CN110125680B (zh) * 2019-06-10 2023-11-28 常州市雷利压力控制器股份有限公司 单态开关插脚自动装配机以及其装配方法

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB878902A (en) * 1956-10-12 1961-10-04 Herman Ba & Rge Funck Jensen Improvements in or relating to control apparatus
DE1918848U (de) 1964-06-20 1965-07-01 Heinrich Schaerf & Sohn Buerom Schubkasten mit griff.
DE1918948U (de) * 1965-04-22 1965-07-01 Heinrich Hinz Elmasch Und Appb Ventilblock.
US3395459A (en) * 1966-09-23 1968-08-06 Prentice Co E V Temperature-sensitive speed-adjustable conveyor-type dryer
DE1538841A1 (de) * 1966-10-20 1970-02-26 Interelectric Ag Tragbares elektromotorisch betriebenes Geraet
FR2130843A5 (nl) * 1971-03-23 1972-11-10 Jouvenel & Cordier
US3753237A (en) * 1971-06-23 1973-08-14 Ex Cell O Corp Electronic structure for and method of random tool selection
DE2205086A1 (de) * 1972-02-03 1973-08-16 Controlmatic Ges Fuer Ind Auto Klemmenbaustein-system
DE2218827C2 (de) * 1972-04-14 1985-01-17 Fernsteuergeräte Kurt Oelsch KG, 1000 Berlin Motorpotentiometer
JPS5618343B2 (nl) * 1972-10-05 1981-04-28
SE399953B (sv) * 1974-12-16 1978-03-06 Hydro Pneumatic Ab Ventil avsedd for montering pa en monteringsplatta
US4027246A (en) * 1976-03-26 1977-05-31 International Business Machines Corporation Automated integrated circuit manufacturing system
US4011743A (en) * 1976-04-20 1977-03-15 Westinghouse Electric Corporation Stand speed reference circuit for a continuous tandem rolling mill
US4171541A (en) * 1976-08-18 1979-10-16 American Manufacturing Company, Inc. Modular programmable controlling system
JPS5378627U (nl) * 1976-12-02 1978-06-30
DE2704869C3 (de) * 1977-02-05 1980-11-20 Festo-Maschinenfabrik Gottlieb Stoll, 7300 Esslingen In modularer Bauweise aus gleichen, logische Schaltungselemente enthaltenden Baugruppen zusammengesetzte fluidische Steuerschaltung
US4093329A (en) * 1977-03-22 1978-06-06 Robertshaw Controls Company Manifolding means and system for electrical and/or pneumatic control devices and methods
US4124887A (en) * 1977-04-04 1978-11-07 Universal Instruments Corporation Real time computer control system for automatic machines
FR2394703A1 (fr) * 1977-06-17 1979-01-12 Climax France Systeme modulaire pour la realisation de circuits logiques pneumatiques
CH617400A5 (nl) 1977-09-07 1980-05-30 Sapal Plieuses Automatiques
SE442350B (sv) 1977-10-17 1985-12-16 Alfa Laval Ab Process-styrningssystem

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104959832A (zh) * 2015-07-07 2015-10-07 成都亨通兆业精密机械有限公司 一种精密工件自动化数控加工设备

Also Published As

Publication number Publication date
IT8119929A0 (it) 1981-02-23
DE3042205C2 (nl) 1993-06-24
AT378613B (de) 1985-09-10
ATA197080A (de) 1985-01-15
JPH04770B2 (nl) 1992-01-08
JP2553298B2 (ja) 1996-11-13
DD156552A5 (de) 1982-09-01
FR2480455A1 (fr) 1981-10-16
US4385685A (en) 1983-05-31
SE8102318L (sv) 1981-10-12
RU2020539C1 (ru) 1994-09-30
DE3042205A1 (de) 1981-10-15
IT1135595B (it) 1986-08-27
JPS56157931A (en) 1981-12-05
CH655034A5 (de) 1986-03-27
JPH0615538A (ja) 1994-01-25
SE452194B (sv) 1987-11-16
FR2480455B1 (nl) 1984-12-14
GB2073912A (en) 1981-10-21
GB2073912B (en) 1984-10-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8100295A (nl) Inrichting voor de bestruring resp. bewaking van machines.
CN101854795B (zh) 生产线和生产方法
US5779609A (en) Integrated stud welding robotic tool changing system
KR20060129516A (ko) 공작물용 모듈형 이송 시스템
US6512195B2 (en) Modular welding machine
US7076865B2 (en) Manufacturing system and method
WO2002047861A1 (de) Verfahren zum verbinden mehrerer schweissgeräte sowie schweissgerät hierfür
US5582397A (en) Gripping tool for machining parts on a machine tool
CN112171221B (zh) 一种油缸自动化生产线
DE102006002082A1 (de) Bearbeitungsplatz für eine Bearbeitungsstraße mit einer Modulplattform und darin einführbaren Moduleinschüben
CN111936249B (zh) 生产系统、生产模块、操作和配置生产线的方法以及制造工件的方法
CN105252332A (zh) 一种全自动加工装置
US3137212A (en) Machine control systems
CN105700480A (zh) 一种生产线的多机床分组控制系统及其控制方法
MXPA02006006A (es) Maquina modular para soldar.
CN204989824U (zh) 自动化设备的箱体式模块化电气布线结构
DE3051184C2 (de) Einrichtung zur Steuerung oder Überwachung von Maschinen
CN112415956B (zh) 一种采用基于零点料架和rfid系统的柔性制造单元的柔性制造方法
DE4233438A1 (de) Einrichtung mit einem Transportsystem
CN216595930U (zh) 一种冗余控制设备故障处理装置
CN220464353U (zh) 切片单元化生产线
CN115476086A (zh) 一种挖掘机马达座自动焊接工作站
DE102015212167A1 (de) Fertigungsträgermodul
US6422296B1 (en) Apparatus for making ready-to-pour shells or core assemblies
US4838473A (en) Machine arrangement consisting of a plurality of working machines

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed