NL1016385C2 - Aandrijving, afsluitklep en functiedeel. - Google Patents

Aandrijving, afsluitklep en functiedeel. Download PDF

Info

Publication number
NL1016385C2
NL1016385C2 NL1016385A NL1016385A NL1016385C2 NL 1016385 C2 NL1016385 C2 NL 1016385C2 NL 1016385 A NL1016385 A NL 1016385A NL 1016385 A NL1016385 A NL 1016385A NL 1016385 C2 NL1016385 C2 NL 1016385C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
drive shaft
base part
valve
function
Prior art date
Application number
NL1016385A
Other languages
English (en)
Inventor
Floris Johannes Groeneveld
Original Assignee
El O Matic Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19772229&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1016385(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by El O Matic Bv filed Critical El O Matic Bv
Priority to NL1016385A priority Critical patent/NL1016385C2/nl
Priority to US10/398,976 priority patent/US6871663B2/en
Priority to EP01982928A priority patent/EP1325236B2/en
Priority to PCT/NL2001/000750 priority patent/WO2002031363A1/en
Priority to JP2002534708A priority patent/JP4186156B2/ja
Priority to AT01982928T priority patent/ATE302346T1/de
Priority to AU2002214388A priority patent/AU2002214388A1/en
Priority to DK01982928T priority patent/DK1325236T4/da
Priority to DE60112780T priority patent/DE60112780T3/de
Publication of NL1016385C2 publication Critical patent/NL1016385C2/nl
Application granted granted Critical

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B15/00Fluid-actuated devices for displacing a member from one position to another; Gearing associated therewith
    • F15B15/20Other details, e.g. assembly with regulating devices
    • F15B15/202Externally-operated valves mounted in or on the actuator
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B15/00Fluid-actuated devices for displacing a member from one position to another; Gearing associated therewith
    • F15B15/02Mechanical layout characterised by the means for converting the movement of the fluid-actuated element into movement of the finally-operated member
    • F15B15/06Mechanical layout characterised by the means for converting the movement of the fluid-actuated element into movement of the finally-operated member for mechanically converting rectilinear movement into non- rectilinear movement
    • F15B15/065Mechanical layout characterised by the means for converting the movement of the fluid-actuated element into movement of the finally-operated member for mechanically converting rectilinear movement into non- rectilinear movement the motor being of the rack-and-pinion type
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B13/00Details of servomotor systems ; Valves for servomotor systems
    • F15B2013/002Modular valves, i.e. consisting of an assembly of interchangeable components
    • F15B2013/006Modular components with multiple uses, e.g. kits for either normally-open or normally-closed valves, interchangeable or reprogrammable manifolds
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/5109Convertible
    • Y10T137/5283Units interchangeable between alternate locations

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanically-Actuated Valves (AREA)
  • Actuator (AREA)
  • Fluid-Driven Valves (AREA)
  • Indication Of The Valve Opening Or Closing Status (AREA)
  • Feeding And Controlling Fuel (AREA)
  • Jib Cranes (AREA)
  • Control Of Combustion (AREA)
  • Fluid-Pressure Circuits (AREA)

Description

Korte aanduiding: Aandrijving, afsluitklep en functiedeel.
De uitvinding heeft betrekking op een heen en teruggaande, roterende, aandrijving voor bediening van een afsluitorgaan 5 in een afsluitklep voorzien van een in hoofdzaak gesloten behuizing met daarin gelegerd een aandrijfas koppelbaar aan het afsluitorgaan, een pneumatische stuurklep voor besturing van de aandrijfas en een signaalgever voor het geven van stuursignalen aan de pneumatische stuurklep. Dergelijke aandrijvingen worden veel al toegepast voor het bedienen van vl inderkl eppen 10 en plug- en kogel kranen alsmede van lamellen in lamellenafsluiters waarbij de rotatiehoek van de aandrijfas beperkt is tot maximaal 180°. Op de buitenzijde van de behuizing is hiertoe allerlei pneumatiek en bedienings-apparatuur aangebracht zoals de stuurklep en de signaalgever.
In de situatie waarbij de aandrijfas slechts twee 15 standen hoeft te kunnen aannemen overeenkomend met een open en dichte toestand van de afsluitklep bestaat dergelijke randapparatuur veelal uit een zogenaamde solenoid bevestigd aan de buitenkant van de behuizing die elektrische stuursignalen afkomstig van een centraal elektronisch besturingssysteem omzet in pneumatische stuursignalen voor de bediening 20 van een pneumatische stuurklep eveneens deel uitmakend van de solenoid. In het verlengde van het vrije uiteinde van de aandrijfas is via een brugstuk een schakeldoos aan de behuizing bevestigd die onder andere informatie over de daadwerkelijke rotatiestand van de aandrijfas doorgeeft aan het centrale besturingssysteem zoals bijvoorbeeld een PLC-eenheid. 25 De schakeldoos en de solenoid zijn buiten de behuizing om via een leiding met elkaar verbonden voor het uitwisselen van informatie.
In de situatie waarbij een modulerende aandrijving van de aandrijfas is gewenst zijnde een traploze instelling tussen een open en dichte toestand van de klep, is in plaats van de solenoid en de 30 schakeldoos een zogenaamde positioner aan de buitenzijde van de behuizing bevestigd, die in staat is om bijvoorbeeld aan de hand van een stuurstroom tussen 4 en 20 mA het afsluitorgaan van de afsluitklep traploos tussen 0 en 100% open te positioneren. Voor de bediening van het afsluitorgaan zijn buiten de behuizing om leidingen voorzien.
35 Eenheden zoals een solenoid, een schakeldoos of een positioner moeten kunnen communiceren met allerhande regel apparatuur. Dit * ;r\ A, r — i ' -· -1 2 houdt in dat van ieder van de genoemde componenten er zeer vele varianten noodzakelijk zijn. Hierdoor blijkt het in de praktijk zeer moeilijk, kostbaar en tijdrovend om de functionaliteit van een pneumatische aandrijving te wijzigen. Daarnaast blijkt er een behoefte te bestaan 5 aan een toenemend aantal functionaliteiten. Bovendien zijn de aandrijf-inrichtingen volgens de stand van de techniek kwetsbaar door de wijze waarop de randapparatuur aan de behuizing en onderling is bevestigd.
De uitvinding beoogt nu voor genoemde bezwaren een oplossing te bieden en in genoemde behoefte te voorzien. Hiertoe wordt 10 de aandrijving volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de behuizing bestaat uit een basisdeel met daarin opgenomen de aandrijfas en de pneumatische stuurklep en een functiedeel demonteerbaar verbonden met het basisdeel met daarin opgenomen de signaalgever.
De uitvinding berust op het inzicht dat een deel van *· 15 de onderdelen waaruit de aandrijving is opgebouwd voor iedere gewenste functie is vereist, terwijl een ander deel functie-specifiek is. Door dit andere deel nu onder te brengen in een specifiek functiedeel dat demonteerbaar is verbonden met het basisdeel wordt een eenvoudige uitwisselbaarheid van het functiedeel en daarmee van de functionaliteit 20 van de pneumatische aandrijving bewerkstelligd. De functiedelen onderling onderscheiden zich niet zo zeer van elkaar door de hierin opgenomen pneumatiek, maar eerder door de aanwezige elektronica, die uiteindelijk de betreffende functionaliteit bepaalt. Het functiedeel kan enerzijds zijn uitgevoerd als zwarte doos, maar kan anderzijds zijn uitgevoerd met 25 sensoren, schakelaars, diverse elektrische aansluitmogelijkheden, handmatige bedieningsmogelijkheden bijvoorbeeld ten behoeve van noodbediening, LED’s, LCD’s, etc.. Door de integratie hiervan in het functiedeel, zijn geen extra elektrische verkabelingen, noch extra pneumatische verbindingen vereist.
30 Met voordeel is in het basisdeel tenminste een mechanisch deel van een standmeter opgenomen voor het weergeven en/of doorgeven van informatie omtrent de rotatiestand van de aandrijfas. Door de integratie van de standmelder in het basisdeel creëert men enerzijds de mogelijkheid tot een compacte en robuuste bouw en kunnen anderzijds 35 kwetsbare externe leidingen ten behoeve van het regelsysteem achterwege blijven. Door de mechaniek van een standmelder in het basisdeel en de r% i ςί o ζ 3 elektronica in het functiedeel op te nemen voorkomt men dat mechanieken op kwetsbare wijze, werkzaam zijn tussen het basisdeel en het functiedeel. Afhankelijk van de uitvoering van het functiedeel wordt de beweging van het mechanische deel van de standmelder omgezet in informatie van een 5 bepaalde vorm.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het basisdeel twee gekoppelde delen, waarbij de aandrijfas is gelegerd in het eerste deel en het tweede deel de stuurklep opneemt. Zo ontstaan voordelen zowel bij de vervaardiging van de aandrijving als bij het onderhoud van de 10 aandrijving aangezien de beide delen in ontkoppelde toestand onafhankelijk van elkaar kunnen worden benaderd.
Het tweede deel is bij voorkeur gelegen buiten de hartlijn van de aandrijfas aangezien zodat beide uiteinden van de aandrijfas beschikbaar zijn, bijvoorbeeld voor roterende aandrijving van 15 externe middelen of voor een standaanwijzer.
Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvorm sluiten de vormen van het basisdeel en het functiedeel op elkaar aan. De afwezigheid van koppelstukken zoals brugstukken maakt kwetsbaar leiding-werk via of langs een dergelijk koppelstuk tussen het basisdeel en het 20 functiedeel overbodig. Bovendien zal de aandrijving inclusief basisdeel en functiedeel als één geheel ogen.
Indien, overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, het functiedeel alle functie-specifieke elektronica omvat, wordt een maximale flexibiliteit verkregen voor het desgewenst 25 wijzigen van de functie van de aandrijving.
De uitvinding heeft verder betrekking op een functiedeel voor toepassing bij een aandrijving volgens de uitvinding. Een dergelijk functiedeel is voorzien van een signaalgever voor het omzetten van een elektrisch stuursignaal in een pneumatisch stuursignaal voor een 30 pneumatische stuurklep aanwezig in een basisdeel van de aandrijving.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een afsluitklep met een afsluitorgaan voorzien van een aandrijving volgens de bovenstaand beschreven uitvinding.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 35 van de volgende figuren.
1 0 1 03 8 5 4
Figuur 1 toont het pneumatische schema voor een enkelwerkende aandrijving geschikt voor het instellen van slechts twee standen van de aandrijfas.
Figuur 2 toont het pneumatische schema van een 5 enkelwerkende aandrijving geschikt voor een traploze instelling van de aandrijfas.
Figuur 3 toont het pneumatische schema van een dubbelwerkende aandrijving geschikt voor het instellen van slechts twee standen.
10 Figuur 4 toont het pneumatische schema van een dubbelwerkende aandrijving geschikt voor een traploze instelling van de aandrijfas.
Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht van een basisdeel.
15 Figuren 6A, 6B, 6C tonen in perspectivisch aanzicht drie verschillende typen functiedelen.
Figuur 7 toont een aandrijving met het basisdeel volgens figuur 5 en een functiedeel.
Figuur 8 toont gedeeltelijk in doorsnede een 20 bovenaanzicht van een standmelder opgenomen in een aandrijving volgens figuur 7.
In figuur 1 is schematisch een pneumatische aandrijving 1 weergegeven inclusief de pneumatiek. De aandrijving 1 omvat een uitgaande aandrijfas 2 roteerbaar gelegerd in een cilindrische ruimte 3. In de ruimte 25 3 zijn eveneens opgenomen van elkaar af en naar elkaar toe beweegbare zuigers 4 en 5 die aan naar elkaar toe gerichte zijden zijn voorzien van uitstekende heugels 6 respectievelijk 7. Tussen de heugels bevindt zich de uitgaande as 2 waarop aan de omtrek vertandingen zijn aangebracht zodat beweging van zuigers 4 en 5 resulteert in een rotatie van uitgaande as 2.
30 Voor een gedetailleerdere beschrijving van een dergel ijke aandrijving wordt verwezen naar de Nederlandse terinzagelegging NL 75 12 312.
Grofweg onderscheidt men bij dergelijke aandrijvingen in twee typen: het enkelwerkende principe zoals weergegeven in figuren 1 en 2 en het dubbelwerkende principe zoals weergegeven in figuren 3 en 4.
35 Bij het enkelwerkende principe wordt de uit elkaar gaande beweging verkregen door drukopbouw in de ruimte 8 tussen de zuigers 1 5 π '' ^ 6 j ^ 5 4 en 5. De naar elkaar toe gerichte beweging van de zuigers 4 en 5 wordt bewerkstelligd onder invloed van veerdruk van veren 9 en 10 welke zijn aangebracht tussen de kopse wanden van de cilindrische ruimte 3 en respectievelijk de zuigers 4 en 5. De naar elkaar gerichte beweging van 5 de zuigers geschiedt tijdens het afbouwen van de druk in ruimte 8. Voor het opbouwen en afbouwen van de druk in ruimte 8 zijn beluchtingsventiel 11 en ontluchtingsventiel 12 voorzien. De beide ventielen 11 en 12 worden aangestuurd door een gemeenschappelijk pneumatisch stuursignaal 13, 14 afgegeven door signaalgevend ventiel 15. Signaalgevend ventiel 15 wordt 10 op zijn beurt bediend door een niet nader getoond elektrisch signaal afkomstig van een elektronisch besturingssysteem. Ventielen 11 en 15 worden gevoed door een externe compressor 16. In de getekende situatie is signaalgevend ventiel 15 niet bekrachtigd waardoor beluchtingsventiel 11 en ontluchtingsventiel 12 zich in de ruststand bevinden. Er zal geen 15 overdruk heersen in ruimte 8. Bekrachtiging van signaalgevend ventiel 15 leidt ertoe dat beluchtingsventiel 11 open gaat terwijl ontluchtings-ventiel 12 zich sluit. Er zal drukopbouw in ruimte 8 plaatsvinden waardoor cilinders 4 en 5 van elkaar af zullen bewegen en gelijktijdig aandrijfas 2 zullen doen roteren.
20 De aandrijving zoals tot dusver beschreven is overeenkomstig de stand van de techniek. De uitvinding is gelegen in de wijze waarop de verschillende componenten van de aandrijving zijn ondergebracht. Hiervoor wordt onderscheid gemaakt tussen een basisdeel 17 en een functiedeel 18. In het basisdeel 17 is de ruimte 3 met al zijn 25 componenten opgenomen alsmede ook het beluchtingsventiel 11 en het ontluchtingsventiel 12. In functiedeel 18 is signaalgevend ventiel 15 opgenomen. Op het grensvlak tussen basisdeel 17 en functiedeel 18 sluiten de leidingen voor pneumatische signalen 13 en 14 en de drukleiding 19 tussen compressor 16 en beluchtingsventiel 11 op elkaar aan. Het basisdeel 30 17 is opgedeeld, schematisch weergegeven door stippel 1 ijn 20, in een eerste basisdeel 21 en een tweede basisdeel 22. De beide basisdelen 21 en 22 zijn losmaakbaar met elkaar verbonden waardoor onderhoud en vervaardiging van basisdeel 17 eenvoudig kan plaatsvinden. De beide basisdelen 17 en 18 vormen één geheel zoals ook basisdeel 17 en functiedeel 18 één geheel 35 vormen. Ook het basisdeel 17 en functiedeel 18 zijn net als eerste basisdeel 21 en het tweede basisdeel 22 losmaakbaar met elkaar verbonden.
I U i O v C' ϋ 1 6
Hierdoor is het mogelijk om functiedeel 18 te vervangen door een ander functiedeel.
Met de in figuur 1 weergegeven aandrijving kan zoals reeds beschreven de uitgaande as 2, twee standen aannemen resulterend in 5 een open en dichte toestand van een afsluitklep. Indien de gebruiker van aandrijving 1 deze wenst op te schalen tot een aandrijving die traploos instelbaar is kan hij dit bereiken door functiedeel 18 te vervangen door een ander, daartoe geschikt type functiedeel. Een dergelijke situatie is weergegeven in figuur 2. Hier ziet men een aandrijving 23 met een 10 basisdeel 17 geheel overeenkomend met het basisdeel 17 zoals beschreven met betrekking tot figuur 1. In plaats van functiedeel 18 is nu echter functiedeel 24 aan basisdeel 17 bevestigd. Functiedeel 24 omvat twee signaalgevende ventielen 25, 26 die onafhankelijk van elkaar signalen 27 respectievelijk 28 aan beluchtingsventiel 11 en ontluchtingsventiel 12 15 kunnen afgeven. Door toepassing van de ventielen 25 en 26 is het op een op zich bekende, niet nader toegei ichte wijze mogel ijk om de enkelwerkende aandrijving 23 traploos te bedienen. Het eenvoudigweg vervangen van het functiedeel is derhalve toereikend om de functionaliteit van een aandrijving te wijzigen.
20 Een verge! i jkbare situatie bestaat voor dubbel werkende aandrijvingen zoals weergegeven in de figuren 3 en 4. Dubbel werkende aandrijving 29 omvat een uitgaande aandrijfas 30 gelegerd in een cilindrische ruimte 31. In de ruimte 31 zijn zuigers 32 en 33 voorzien van heugels 34 respectievelijk 35 aanwezig. Behalve in ruimte 36 tussen 25 de zuigers kan bij het dubbel werkende principe ook drukopbouw plaatsvinden in de ruimtes 37, 38 tussen de kopse wanden van de cilindrische ruimte 31 en respectievelijk de zuigers 32 en 33. Net zoals bij het enkelwerkende principe wordt de uit elkaar gaande beweging van de zuigers 32 en 33 verkregen door drukopbouw in de tussenliggende ruimte 36. De naar elkaar 30 toe gerichte beweging van de zuigers 32 en 33 wordt nu echter bewerkstelligd door het opbouwen van druk in de ruimtes 37 en 38 waarbij gelijktijdig de druk in ruimte 36 zal worden afgebouwd. Drukopbouw in ruimte 36 gaat gepaard met het afbouwen van de druk in ruimtes 37 en 38. Voor het creëeren en wegnemen van druk in de ruimtes 36, 37, 38 zijn voor 35 ruimte 36 bel uchtingsventiel 39 en ontluchtingsventiel 40 voorzien en voor ruimtes 37 en 38 beluchtingsventiel 41 en ontluchtingsventiel 42. De r’*> λ .·**· r"* S ü ΐ U w :.j 1 7 werking van ventielen 39 en 40 komt overeen met de werking van ventielen 11 en 12 in figuren 1 en 2. Dit geldt ook voor ventielen 41 en 42 zij het dat deze in verbinding staan met kopse ruimtes 37 en 38 in plaats van met de centrale ruimte 36. Alle vier de ventielen 39, 40, 41 en 42 worden 5 aangestuurd door een gemeenschappelijk pneumatisch stuursignaal 43, 44, 45 en 46 afgegeven door signaalgevend ventiel 47. Signaalgevend ventiel 47 wordt op zijn beurt bediend door een niet nader getoond elektrisch signaal afkomstig van een elektronisch besturingssysteem. Aangezien signaalgevend ventiel 47 de ventielen 39, 40, 41 en 42 slechts gemeen-10 schappelijk kan bekrachtigen kan aandrijfas 30 slechts twee posities innemen.
Net als bij de enkelwerkende aandrijvingen 1 en 23 zoals weergegeven in figuren 1 en 2 kan voor wat betreft de behuizing van de aandrijving onderscheid worden gemaakt tussen een basisdeel 48 die is 15 opgedeeld in een eerste basisdeel 49 en een tweede basisdeel 50 en een functiedeel 51 die allen op dezelfde wijze als bij aandrijvingen 1 en 23 met elkaar zijn verbonden. Het opwaarderen van aandrijving 29 tot een traploos instelbare aandrijving kan geschieden door functiedeel 51 te vervangen door een andere type functiedeel, waarvoor wordt verwezen naar 20 figuur 4. Aandrijving 52 onderscheidt zich slechts van aandrijving 29 door functiedeel 53. In functiedeel 53 zijn twee signaal gevende ventielen 54, 55 opgenomen. Ventiel 54 geeft een gemeenschappelijk signaal 43, 46 af aan respectievelijk beluchtingsventiel 39 en ontluchtingsventiel 42. Ventiel 55 geeft een gemeenschappelijk signaal 44, 45 af aan respec-25 tievelijk ontluchtingsventiel 40 en beluchtingsventiel 41. Ventielen 54 en 55 worden onafhankelijk van elkaar aangestuurd door een niet nader getoond besturingssysteem. Toepassing van ventielen 54 en 55 maken een onafhankelijke instelling mogelijk van de drukken in ruimte 36 enerzijds en ruimtes 37 en 38 anderzijds waardoor aandrijfas 30 traploos kan worden 30 ingesteld. Het vervangen van functiedeel 51 in figuur 3 door functiedeel 53 zoals weergegeven in figuur 4 maakt het op eenvoudige wijze mogelijk om aandrijving 29 waarmee slechts twee standen van de aandrijfas 30 kunnen worden gerealiseerd te wijzigen in traploos instelbare aandrijving 52.
In de figuren 1 t/m 4 vindt aansluiting van de 35 betreffende aandrijving op de compressor 16 plaats via het functiedeel.
101 63 85 ” 8
Het is eveneens mogelijk om de aansluiting uit te voeren via het basisdeel, bij voorkeur via het tweede basisdeel.
In figuur 5 is een perspectivisch aanzicht getoond van een basisdeel 60 met eerste basisdeel 61 en tweede basisdeel 62. Het eerste 5 basisdeel 61 is in hoofdzaak cilindrisch van vorm. Aan de bovenzijde van het eerste basisdeel 61 is een opening 63 aangebracht in aanligvlak 64 een hol uiteinde 65 van de aandrijfas zichtbaar. De onderzijde van het basisdeel is gelijkvormig. Het holle uiteinde is inwendig voorzien van vertandingen 66 via welk krachtoverdracht naar een afsluitorgaan van een 10 afsluitklep mogelijk is of waaraan een standmelder werkzaam kan worden gekoppeld zoals is weergegeven in figuur 7. Het tweede basisdeel 62 is in hoofdzaak blokvormig en vormt qua vorm één geheel met het eerste basisdeel 61. Het tweede basisdeel 62 is met imbusbouten 67 aan het eerste basisdeel 61 bevestigd. Voor de bevestiging van een functiedeel aan het 15 tweede basisdeel 62 zijn holle pennen 68 aanwezig die aan hun binnenzijde zijn voorzien van inwendig schroefdraad. Via aansluiting 69 kan het tweede basisdeel 50 en daarmee de betreffende aandrijving worden aangesloten op een compressor. Aansluitingen 70 en 71 dienen voor de ontluchting van ruimtes als ruimtes 36, 37 en 38 in figuur 3. Achter schroefdop 72 20 tenslotte ligt een ruimte voor eventuele opname van een niet nader getoond snelheidsregelventiel voor het regelen van de snelheid waarmee de aandrijving werkzaam is.
In de figuren 6A t/m 6C zijn drie verschillende typen functiedelen 75, 76 en 77 weergegeven. Aan hun aansluitzijde zijn de 25 functiedelen 75, 76 en 77 voorzien van flenzen 78 via welke flenzen de functiedelen te verbinden zijn met een tweede basisdeel. Hiertoe zijn imbusbouten 79 voorzien. Aansluitingen 80 dienen voor elektronische informatie-overdracht tussen een besturingssysteem en het functiedeel. De vormen van functiedelen 75, 76 en 77 zijn aan elkaar gelijk zij het 30 dat zij in lengte van elkaar verschillen. Het functiedeel 75 is slechts geschikt voor het open- c.q. dichtschakelen van een afsluitorgaan. Functiedeel 76 is eveneens geschikt voor het open- en dichtschakelen van het afsluitorgaan, echter dit functiedeel is geschikt voor digitale communicatie met een besturingssysteem via een digitale bus. De functie-35 delen 75 en 76 zijn ieder voorzien van twee bedieningsknoppen 81 en drie LED-indicatoren 82. Functiedeel 77 tenslotte is geschikt voor het traploos 1016335 9 instellen van een afsluitorgaan, waarbij eveneens digitale informatieoverdracht plaatsvindt via een bus. Tevens is een uitgebreider bedieningspaneel aanwezig met vijf bedieningsknoppen 83 en een LCD-scherm 84, waarmee een menu-gestuurde bediening wordt toegepast. De, in de figuren 5 6A t/m 6C weergegeven functiedelen met hun funties vormen slechts een beperkte selectie van het totale aantal mogelijke functiedelen en functies. Bepalende factor hierbij vormt de elektronica aanwezig in het functiedeel die uiteindelijk de functie en deels het uiterlijk van het functiedeel bepaalt. In dit verband wordt bijvoorbeeld nog gewezen op de mogelijkheid 10 om traploze instelling van een afsluitorgaan te bewerkstelligen middels een analoog signaal.
Figuur 7 toont het in figuur 5 weergegeven basisdeel 60 met eerste basisdeel 61 en tweede basisdeel 62. Aan het tweede basisdeel 62 is een functiedeel 90 bevestigd, vergelijkbaar met de functiedelen 15 weergegeven in de figuren 6A t/m 6C. Op de aansluitvlakken tussen het tweede basisdeel 62 en het functiedeel 90 sluiten de vormen van beide delen op elkaar aan waardoor de beide delen één geheel vormen. Voor de sluitende afdichting is tussen het tweede basisdeel 62 en het functiedeel 90 een niet nader getoonde pakking aangebracht. Alle noodzakelijke elektrische 20 of pneumatische verbindingen tussen het tweede basisdeel 62 en het functiedeel 90 lopen via het grensvlak tussen deze delen. Aan de bovenzijde is een standaanwijzer 91 bevestigd waarop direct de hoekstand van de aandrijfas is af te lezen.
Figuur 8 toont gedeeltelijk in doorsnede een stand-25 melder 100 voor het aangeven van de hoekstand van aandrijfas 101 waarvan een vrij uiteinde 65 in figuur 5 is weergegeven. Deze aandrijfas is opgebouwd uit een cilindrisch deel 102 concentrisch met hartlijn 103 en een nokgedeelte 104. Onder veerdruk van veer 105 afsteunend tegen een binnenwaartse kraag 122 van geleidingsbus 107 ligt een tastpen 106 aan 30 tegen het vlak van nokgedeelte 104. Tastpen 106 is aangebracht in het inwendige van geleidingsbus 107 die onder veerdruk van veer 108 afsteunend tegen een niet nader getoonde vaste rand aanwezig in het tweede basisdeel 62, aanligt tegen het cilindrische deel 102. De vorm van het nokgedeelte 104 is dusdanig dat de mate waarin tastpen 106 uitsteekt buiten 35 geleidingsbus 107 toeneemt met de hoekverdraaiing van aandrijfas 101 binnen het werkgebied van 90°. Aan het tegenover de aandrijfas 101 gelegen 0 s o o ö o 10 uiteinde van tastpen 106 zijn twee magneten 109, 110 aangebracht. Tegenover en aan weerszijden van magneet 110 zijn twee Reed-schakelaars 111, 112 opgenomen. Iedere Reed-schakelaar 111, 112 kan een open en een gesloten stand innemen, in afhankelijkheid van de translatiepositie van tastpen 5 106 met magneet 110. Eén van beide standen van Reed-schakelaar 111 komt overeen met een open-toestand van een afsluitorgaan, terwijl één van beide standen van Reed-schakelaar 112 overeenkomt met een dichte toestand van een afsluitorgaan. De Reed-schakelaars 111, 112 kunnen direct een niet nader getoonde solenoid aansturen danwel na transformatie van het 10 elektrische signaal van de Reed-schakel aars 111, 112 door daartoe geschikte elektronica. De ruimtelijke oriëntatie van Reed-schakelaars 111, 112 is instelbaar door de armen 123, 124 om draaipunten 113, 114 te doen roteren middels stel schroeven 115, 116. Zo kunnen de Reed-schakelaars worden geijkt. Stel schroeven 115, 116 zijn in de richting van tastpen 106 15 vormgesloten opgenomen in U-vormige, zich loodrecht op het vlak van tekening, uitstrekkend uiteinden van armen 123, 124. Via flexibele bruggen 117, 118 waarin de draaipunten 113, 114 zijn opgenomen zijn de Reed-schakel aars 111, 112 verbonden met een frame 119 welke is voorzien van een derde zich loodrecht op de tastpen uitstrekkende arm 120. Onderaan 20 deze arm is een op zich bekende magnetoresistieve sensor 121 opgenomen welke in staat is om signalen af te geven in afhankelijkheid van de translatiepositie van tastpen 106 vanwege het verschuiven van de veldli jnen en het gelijktijdige wijzigen van de oriëntatie van deze veldlijnen afkomstig van magneet 109 door sensor 121 heen. Op deze wijze is het 25 mogelijk om de hoekstand tussen de open en dichte toestand van het afsluitorgaan af te leiden uit de translatiepositie van tastpen 106.
Met stippellijnen is de verdeling van de verschillende delen van de standmelder over het eerste basisdeel 61, tweede basisdeel 62 en functiedeel 90 schematisch weergegeven. Hierbij wordt opgemerkt dat 30 de Reed-schakelaars 111, 112 met hun armen 123, 124 en derde arm 120 met magnetoresistieve sensor 121 zich weliswaar ten dele uitstrekken tot in het tweede basisdeel 61, maar dat zij echter vast zijn verbonden met het functiedeel 90. Informatie-overdracht tussen het tweede basisdeel 61 en functiedeel 90 vindt geheel contactloos plaats.
IO *? Λ r

Claims (8)

1. Pneumatische heen en teruggaande, roterende, aandrijving voor bediening van een afsluitorgaan in een afsluitklep voorzien van een 5 in hoofdzaak gesloten behuizing met daarin gelegerd een aandrijfas koppelbaar met het afsluitorgaan, een pneumatische stuurklep voor besturing van de aandrijfas en een signaalgever voor het geven van stuursignalen aan de pneumatische stuurklep, gekenmerkt doordat de behuizing bestaat uit een basisdeel met daarin opgenomen de aandrijfas en de pneumatische 10 stuurklep en een functiedeel demonteerbaar verbonden met het basisdeel met daarin opgenomen de signaalgever.
2. Aandrijving volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in het basisdeel tenminste een mechanisch deel van een standmelder is opgenomen voor het weergeven en/of doorgeven van informatie omtrent de 15 rotatiestand van de aandrijfas.
3. Aandrijving volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het basisdeel twee gekoppelde delen omvat, waarbij de aandrijfas is gelegerd in het eerste deel en het tweede deel de tenminste ene pneumatische stuurklep opneemt.
4. Aandrijving volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het tweede deel is gelegen buiten de hartlijn van de aandrijfas.
5. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vormen van het basisdeel en het functiedeel op elkaar aansluiten.
6. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het functiedeel alle functie-specifieke elektronica omvat.
7. Functiedeel voor toepassing bij een aandrijving volgens één der voorgaande conclusies voorzien van een signaalgever voor het omzetten van een elektrisch stuursignaal in een pneumatisch stuursignaal 30 voor een pneumatische stuurklep aanwezig in een basisdeel van de aandrijving.
8. Afsluitklep met een afsluitorgaan voorzien van een aandrijving volgens één van de conclusies 1-6 voor de bediening van het afsluitorgaan. 1016385-
NL1016385A 2000-10-11 2000-10-11 Aandrijving, afsluitklep en functiedeel. NL1016385C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016385A NL1016385C2 (nl) 2000-10-11 2000-10-11 Aandrijving, afsluitklep en functiedeel.
JP2002534708A JP4186156B2 (ja) 2000-10-11 2001-10-11 駆動機構、機能部分および閉鎖バルブ
EP01982928A EP1325236B2 (en) 2000-10-11 2001-10-11 Driving mechanism and shut-off valve
PCT/NL2001/000750 WO2002031363A1 (en) 2000-10-11 2001-10-11 Driving, mechanism, function part and shut-off valve
US10/398,976 US6871663B2 (en) 2000-10-11 2001-10-11 Driving mechanism, function part and shut-off valve
AT01982928T ATE302346T1 (de) 2000-10-11 2001-10-11 Antriebsmechanismus, funktionsteil und absperrventil
AU2002214388A AU2002214388A1 (en) 2000-10-11 2001-10-11 Driving, mechanism, function part and shut-off valve
DK01982928T DK1325236T4 (da) 2000-10-11 2001-10-11 Drivmekanisme og spærreventil
DE60112780T DE60112780T3 (de) 2000-10-11 2001-10-11 Antriebsmechanismus, funktionsteil und absperrventil

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016385A NL1016385C2 (nl) 2000-10-11 2000-10-11 Aandrijving, afsluitklep en functiedeel.
NL1016385 2000-10-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016385C2 true NL1016385C2 (nl) 2002-04-12

Family

ID=19772229

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016385A NL1016385C2 (nl) 2000-10-11 2000-10-11 Aandrijving, afsluitklep en functiedeel.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US6871663B2 (nl)
EP (1) EP1325236B2 (nl)
JP (1) JP4186156B2 (nl)
AT (1) ATE302346T1 (nl)
AU (1) AU2002214388A1 (nl)
DE (1) DE60112780T3 (nl)
DK (1) DK1325236T4 (nl)
NL (1) NL1016385C2 (nl)
WO (1) WO2002031363A1 (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10242726A1 (de) * 2002-09-13 2004-03-25 Imi Norgren-Herion Fluidtronic Gmbh & Co. Kg Mehrwegeventil
DE10350305B4 (de) * 2003-10-28 2012-08-16 Festo Ag & Co. Kg Fluidbetätigte Drehantriebsvorrichtung
DE102004004903A1 (de) * 2004-01-30 2005-08-18 Samson Ag Antrieb zum Stellen eines Stellorgans, wie eines Ventils, und Einrichtung zum Regeln einer Stellbewegung
DE102004004902B4 (de) * 2004-01-30 2006-04-27 Samson Ag Anordnung mit einem Stellorgan und einem Stellantrieb, Einrichtung zum Regeln und/oder Steuern
AU2007302296A1 (en) * 2006-09-26 2008-04-03 Novartis Ag Pharmaceutical compositions comprising an S1P modulator
DE102007040044A1 (de) * 2007-06-22 2008-12-24 Continental Teves Ag & Co. Ohg Verfahren zur Prüfung einer Behälterwarnvorrichtung eines Ausgleichsbehälters sowie Prüfvorrichtung zur Prüfung einer Behälterwarnvorrichtung
WO2012109795A1 (zh) * 2011-02-18 2012-08-23 易斯拓克自动化股份有限公司 气缸结构
WO2012109794A1 (zh) * 2011-02-18 2012-08-23 易斯拓克自动化股份有限公司 气缸结构
DE102011050941A1 (de) * 2011-06-09 2012-12-13 Bar-Pneumatische Steuerungssysteme Gmbh Verfahren zum Betrieb eines pneumatischen Antriebs
JP6160927B2 (ja) * 2014-10-15 2017-07-12 Smc株式会社 流体圧回路及びブロー成形システム
EP3268618B8 (de) 2015-06-15 2020-04-08 Festo SE & Co. KG Drehantrieb mit stellungserfassungseinrichtung und kalibrierungsverfahren
WO2016202353A1 (de) 2015-06-15 2016-12-22 Festo Ag & Co. Kg Drehantrieb mit funktionsmodulanordnung
EP3227565B1 (de) * 2015-06-15 2019-09-18 Festo AG & Co. KG Drehantrieb mit stellungsrückmelder und prozessventilbaueinheit
WO2017147846A1 (en) 2016-03-03 2017-09-08 Emerson Process Management, Valve Automation, Inc. Methods and apparatus for automatically detecting the failure configuration of a pneumatic actuator
WO2019223860A1 (de) * 2018-05-23 2019-11-28 Festo Ag & Co. Kg Betriebsmittel und prozessventilbaueinheit
EP3830428A1 (en) * 2018-08-01 2021-06-09 Norgren AG Safety air supply unit

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7512312A (nl) 1975-10-21 1977-04-25 Griesel Bv Inrichting voor roterende aandrijving.
US4150686A (en) * 1976-11-15 1979-04-24 Textron Inc. Electrohydraulic control module
WO1996031704A1 (de) * 1995-04-01 1996-10-10 Peters Indu-Produkt Elektrotechnik-Elektronic Gmbh Stellvorrichtung für einen steuerzylinder
FR2738789A1 (fr) * 1995-09-20 1997-03-21 Brot Sa G Actionneur pour essuie-vitre de vehicule ferroviaire et analogue
EP0824196A1 (fr) * 1996-08-13 1998-02-18 Honeywell Lucifer Sa Tête de commande électro-pneumatique pour actuateurs
DE29818075U1 (de) * 1998-10-09 1998-12-24 Kuhnke Gmbh Kg H Fluidischer Aktuator
DE29904234U1 (de) * 1999-02-25 1999-06-24 Mannesmann Ag Fluidische Arbeitseinheit

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3189700A (en) * 1962-12-06 1965-06-15 Contromatics Corp Valve actuator and switch
US3589387A (en) * 1969-08-22 1971-06-29 Int Basic Economy Corp Integrated manifold circuits and method of assembly
US3976098A (en) * 1974-01-02 1976-08-24 International Basic Economy Corporation Hydraulic motor control apparatus
AT378613B (de) 1980-04-11 1985-09-10 Sticht Walter Programmierbare einrichtung zur steuerung bzw. ueberwachung von antrieben an einer arbeitsmaschine
GB8724066D0 (en) 1987-10-14 1987-11-18 Kinetrol Ltd Actuator control means
DE4431463C2 (de) 1994-09-03 1997-10-16 Honeywell Ag Kompaktregler für ein Regelventil
US5865419A (en) 1996-03-22 1999-02-02 Worcestor Controls Licenseco, Inc. Pneumatic actuator having an end mounted control device
DE29613138U1 (de) 1996-07-29 1997-09-04 Siemens Ag Pneumatischer Regelantrieb sowie Verblockventil für einen derartigen pneumatischen Regelantrieb
DE29614791U1 (de) 1996-08-26 1996-10-10 El O Matic Gmbh Pneumatikantrieb
US6422532B1 (en) * 2000-03-01 2002-07-23 Invensys Systems, Inc. Severe service valve positioner
EP1316732B1 (de) * 2001-11-29 2004-09-08 Festo AG & Co Fluidbetätigte Arbeitsvorrichtung

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7512312A (nl) 1975-10-21 1977-04-25 Griesel Bv Inrichting voor roterende aandrijving.
US4150686A (en) * 1976-11-15 1979-04-24 Textron Inc. Electrohydraulic control module
WO1996031704A1 (de) * 1995-04-01 1996-10-10 Peters Indu-Produkt Elektrotechnik-Elektronic Gmbh Stellvorrichtung für einen steuerzylinder
FR2738789A1 (fr) * 1995-09-20 1997-03-21 Brot Sa G Actionneur pour essuie-vitre de vehicule ferroviaire et analogue
EP0824196A1 (fr) * 1996-08-13 1998-02-18 Honeywell Lucifer Sa Tête de commande électro-pneumatique pour actuateurs
DE29818075U1 (de) * 1998-10-09 1998-12-24 Kuhnke Gmbh Kg H Fluidischer Aktuator
DE29904234U1 (de) * 1999-02-25 1999-06-24 Mannesmann Ag Fluidische Arbeitseinheit

Also Published As

Publication number Publication date
ATE302346T1 (de) 2005-09-15
DE60112780T2 (de) 2006-06-01
DE60112780T3 (de) 2008-11-27
US20040089341A1 (en) 2004-05-13
DE60112780D1 (de) 2005-09-22
JP2004511730A (ja) 2004-04-15
EP1325236A1 (en) 2003-07-09
WO2002031363A1 (en) 2002-04-18
DK1325236T4 (da) 2008-10-06
EP1325236B1 (en) 2005-08-17
DK1325236T3 (da) 2005-09-19
AU2002214388A1 (en) 2002-04-22
JP4186156B2 (ja) 2008-11-26
US6871663B2 (en) 2005-03-29
EP1325236B2 (en) 2008-06-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1016385C2 (nl) Aandrijving, afsluitklep en functiedeel.
AU653728B2 (en) Controlled valve for flow regulation of gas or liquid and use of such valve
CN105849449B (zh) 阀和操作阀的方法
US11009047B2 (en) Rotary drive device and a robot arm of a robot equipped therewith
EP1068932B1 (en) Valve and position control system integrable with clamp
CN100434729C (zh) 一种带有控制操作位移功能的驱动器
KR20080079260A (ko) 전자기 펌프를 위한 제어 시스템
US6534942B2 (en) Intelligent control and adjustment device
US5154207A (en) Pressure control valve and transducer package
US5678601A (en) Compact controller for control valve
US2776670A (en) Pressure fluid operated balanced control system
US6545662B1 (en) Operating device having an actuator with at least two adjustment degrees of freedom
EP0137938B1 (en) Pneumatic position controller
GB2173472A (en) Manipulator
WO2020227797A1 (pt) Dispositivo para monitoramento e posicionamento de válvulas
US4784039A (en) Electric and pneumatic valve positioner
JPH0461203B2 (nl)
US5079988A (en) Hydraulic sensor and transducing apparatus
US20210238832A1 (en) Fluid-dispensing systems and methods related thereto
PL196156B1 (pl) Mechanizm kompensacji temperaturowej dla przepływomierza, zwłaszcza przepływomierza miechowego
EP0021615B1 (en) Dry gas meters
CN2267473Y (zh) 气动差压/压力控制器
JPS5932777Y2 (ja) 操作量指示機構つきポジシヨナ
DK3163399T3 (en) SYSTEM FOR CONTROL AND / OR REGULATION OF A VOLUME FLOW THROUGH A FLOW CHANNEL IN A VENTILATION SYSTEM, PRELIMINATED AN AIR TECHNICAL LABORATORY OR CLEANING ROOM SYSTEM
JPH0226016Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20201010