NL8006900A - Hooibouwmachine. - Google Patents
Hooibouwmachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8006900A NL8006900A NL8006900A NL8006900A NL8006900A NL 8006900 A NL8006900 A NL 8006900A NL 8006900 A NL8006900 A NL 8006900A NL 8006900 A NL8006900 A NL 8006900A NL 8006900 A NL8006900 A NL 8006900A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- swath
- machine according
- hay
- rake
- teeth
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D78/00—Haymakers with tines moving with respect to the machine
- A01D78/08—Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
- A01D78/10—Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
- A01D78/1078—Having only one row of rotors arranged on the same horizontal line perpendicular to the advance direction of the machine
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
Description
* «.Λ, ·*
Texas Industries Inc.,
Willemstad, Curasao.
"Hooibouwmachine"
De uitvinding heeft betrekking op een hooibouw-machine met een gestel en ëen aantal om opwaarts gerichte draaiingsassen draaibare harkorganen en ten minste één achter een harkorgaan opgesteld zwadbord, dat om een evenwijdig 5 aan de draaiingsas gelegen zwenkas en tevens om een ongeveer horizontale schamieras verzwenkbaar is en met behulp van "vastzetmiddelen ten opzichte van de zwenkas instelbaar en dn meerdere werkstanden vastzetbaar is.
Sen nadeel van de bekende machine is het feit dat 1:0 ide szwadhorden vanuit een werkzame stand in een niet-werk-izame .stand en omgekeerd slechts op omslachtige en tijdrovende wijze kannen worden versteld.
De uitvinding beoogt dit nadeel te ondervangen.
Volgens de uitvinding is zowel voor ten minste 15 één werkstand als voor een transportstand van het zwadbord een steun aangebracht, waarop het zwadbord kan rusten en de dwars op het zwadbord gelegen scharnier in elke stand van het zwadbord tussen de zwenkas en de desbetreffende steun is gelegen.
20 Op deze wijze kan worden bereikt dat de verstel- beweging van de zwadborden in een handgreep kan worden bewerkstelligd.
* - In fig. 1 - 8006900 - 2 -
In fig. 1 is schematisch een bovenaanzicht van een werkstand van een inrichting volgens de uitvinding» voorzien van twee harkorganen afgeheeld·
Fig. 2 vertoont dezelfde machine in de transport- 5 stand.
Fig. 3 vertoont op grotere schaal een bovenaanzicht op een harkorgaan» terwijl
Fig. 4 een doorsnede is over de lijn 17-17 van fig. 3·
Fig. 3 vertoont in bovenaanzicht een tweetal standen 10 van de harktanden van het harkorgaan volgens fig. 3*
Fig* 6 is een bovenaanzicht op een andere uitvoeringsvorm van een harkorgaan» waarbij de tanden onderling zijn Q: gekoppeld.
Fig. 7 vertoont een bovenaanzicht op een derde uit- 15 voeringsvorm van een haarkorgaan, waarbij het bewegings- mechanisme voor de tanden onder de de tanden dragende armen is aangebracht.
Fig. 8 is een doorsnede over de lijn 7III-7IU van fig. 7· 20 In fig. 9 is een bovenaanzicht op een inrichting volgens de uitvinding» voorzien van één harkorgaan afgebeeld.
In fig. 10 is een bovenaanzicht van een harkorgaan weergegeven, voorzien van een veer om de tanden in de trans-portstand terug te zwenken.
25 Fig. 11 is een bovenaanzicht van een harkorgaan» waarbij de tanden naar buiten in hun werkstand worden geschoven.
Fig. 12 is een doorsnede over de lijn XEI-XEI van fig. 11.
30 Fig. 13 is een bovenaanzicht op een harkorgaan» waarbij het bewegingsmecharfsme voor de tanden een sleuf en koppelpen omvat. ·
Fig. 14 is in perspectief een afbeelding van êên van de zwadborden» die bij de inrichting» afgebeeld in de 35 figuren 1 en 2Γ, kan worden toegepast» terwijl 022292*·24 8006900 t -.· - 3 - fig· 15 op andere schaal deze zwadborden in een transportstand weergeeft· lig. 16 is op grotere schaal een gedeeltelijke dwarsdoorsnede overeenkomend met de dwarsdoorsnede volgens 5 fig- 4.
De inrichting volgens de figuren 1 en 2 bezit een tweetal harkorganen 1, die op op zichzelf bekende wijze om opwaartse assen 2 draaibaar zijn, zoals aangegeven is met de pijlen A in fig· 1· De harkorganen zijn aan een in de 10 werkstand dwars op de rijrichting B gelegen gestelbalk 3 bevestigd, waarin zoals hieronder nader zal worden beschreven, een aandrijving voor de harkorganen is gelegen. Boven £ ieder harkorgaan bevindt zich een tandwielkast 4, door mid del waarvan het bijbehorende harkorgaan wordt aangedreven.
15 De tandwielkasten 4 staan door middel van een in de gestelbalk 3 gelegen as met elkaar is verbinding, zodat de aandrijving van één tandwielkast naar anderen kan worden overgedragen. Ben van de tandwielkasten bezit een in deze fig. niet nader aangegeven toevoeras, die door middel van een 20 tussenas 3 set de aftakas van een trekker 6 kan worden ge* koppeld, zodat de harkorganen door middel van de aftakas van de trekker kunnen worden aangedreven. De harkorganen zijn door onder de harkorganen zich bevindende, niet af geheelde loopwielen, ondersteund.
25 Aan de gestelbalk 3 is een trekarm 7 aangebracht, CV* die vrij verzwenkbaar met de trekker is gekoppeld. De trek arm 7 is om een vertikale as 8 verzwenkbaar met de gestelbalk 3 verbonden en kan op op zichzelf bekende wijze in twee verschillende standen ten opzichte van de gestelbalk 3 30 worden ver zwenkt. De inrichting kan aan zijn achterzijde voorzien worden van zwadborden 9* die gebruikt kunnen worden indien de inrichting zwaden moet vormen.
Indien de inrichting moet worden gebruikt voor het spreiden van hooi kunnen deze zwadborden worden opgeklapt, 35 .zoals hieronder nader zal worden beschreven. De harkorganen 8006900 -4 - 1 zijn voorzien van tanden 10,. die in dit uitvoeringsvoor-beeld tijdens het bedrijf van de inrichting naar buiten uitsteken· ïijdens bedrijf heeft de inrichting dus een zeer 5 grote werkbreedte die in fig. 1 met de pijl C is aangegeven»
De inrichting kan in een transportstand worden gebracht, die in fig· 2 schematisch is weergegeven. In deze transportstand zijn de tanden 10 naar binnen ver zwenkt en is de trek-arm 7 ten opzichte van de gestelbalk 3 zodanig ver zwenkt dat 10 deze gestelbalk 3 zich schuin in de rijrichting naar achteren uitstrekt, waarbij het bijzonder gunstig is dat de trekan? zich nabij êén uiteinde van de gestelbalk 3 bevindt· r In de nieuwe stand is de trekarm 7 ten opzichte van de gestelbalk 3 door een niet nader beschreven grendelin-15 richting vergrendeld· Bovendien zijn de zwadborden 9 opgeklapt, zodat zij boven op de machine liggen. In dit geval heeft de inrichting een transportbreedte D, die belangrijk kleiner is dan de werkbreedte 0· In dit geval is de breedte B kleiner dan 65% van de breedte C. Tan de loopwielen die 20 onder de harkorganen zijn aangebracht en die niet nader zijn weergegeven kan er êen uitgevoerd zijn als een zelf instellend loopwiel, maar toch een vastzetinrichting bezitten, zodat het in de stand waarin het zich dwars op de gestelbalk 3 uitstrekt tegen verzwenking vergrendeld kan worden en zo-25 dat de inrichting in de werkstand kan worden voortbewogen O- met de gestelbalk 3 dwars op de rijrichting gelegen. Ih de transportstand wordt het loopwiel van het voorste harkorgaan ontgrendeld zodat het als een zelfinstellend loopwiel fungeert, terwijl het loopwiel van het achterste harkorgaan in-30 gesteld kan worden in een nieuwe stand waarin het in hoofdzaak evenwijdig aan de trekarm 7 is en dus ook in dit geval als richting bepalend loopyiel dienst doet. In de stand waarin de harkorganen het gewas verspreiden, kunnen de zwadborden in de met streep!—streep lijnen in fig. 1 weergegeven stand 35 worden vastgezet, opdat het gewas niet te ver wordt wegge- 9006900 222tS:’-2- - 5- - * 3» worpen.Als de zwa&borden in de met getrokken lijnen geteken-de positie staan kan > met de inrichting een zwad worden gevormd· la de transportstand zijn de zwadborden zover naar boven en naar binnen geklapt, dat zij op de gestelbalk 3 5 rusten. Een en ander zal hieronder aan de hand van de fig· 14 en 15 nader worden toegelicht· De uitvoerings van het harkorgaan zelf zal nader worden toegelicht aan de hand van de fig* 5 t/m 5·
In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn delen die overeen-10 stemmen met delen van de fig. 1 en 2 met overeenkomstige verwiJzingsciJfers aangeduid. Het harkorgaan 1 bezit een •graaf* ή die vrij draaibaar om een as 12 is aangebracht. Aan s de;naaf *T1 is,een tandkrans 13 bevestigd, terwijl aan deze .naaf verder een naar beneden gerichte ring 14 is bevestigd, 15 die aan zijn bovenzijde aan een dwars op de draaiingsas van het harkorgaan uitstrekkende ring 15 is bevestigd en die aan zijn onderzijde eveneens een dwars op de as van het harkorgaan zich uit strekkende ring 16 bevat. Aan de ring 16 zijn een achttal armen 17 aangebracht, waaraan aan hun uiteinden 20 stangen 18 scharnierend zijn bevestigd. De stangen 18 zijn met kun andere uiteinde scharnierend bevestigd aan oren 19 die op hun beurt door middel van bouten 20 aan een uit steek- o sel 21 van een groep tanden 10 is bevestigd. De groep tanden 10 bestaat uit een tweetal tanden, die elk een schroeflijn-25 vormig gedeelte 22 bezitten, waarvan de uiteinden het uit-K% steeksel 21 vormen. De tanden 10 zijn met hun schroeflijn vormige gedeelten vrij draaibaar om een uiteinde 23 van een arm 24 aangebracht en worden op hun plaats gehouden door middel van een borgring 25. De armen 24 zijn op hm beurt 30 bevestigd aan een ring 26 die opgesloten is tussen ringen 15 en 16 en die vrij draaibaar is aangebracht om de ring 14.
De tanden 10 bezitter^ aan hm uiteinden omgebogen gedeelten 27, die de de draairichting A van het harkorgaan naar achtaeu zijn af gebogen en die van boven gezien een hoek E kleiner 35 _dan 25°, in di¥g5v1S/l50, met de rest van het naar buiten 8006900 - 6 - stekende gedeelte van de tand en dus net de radiaal maken»
Se naar beneden gerichte gedeelten 23 van de armen maken met de hartlijn 28 van het harkorgaan een hoek F kleiner dan 35 bij voorkeur/20 · De tanden 10 strekken zich in dit 5 uitvoeringsvoorbeeld praktisch loodrecht op het gedeelte 23 van de armen 24 uit* terwijl de hartlijn 28 van het harkorgaan tijdens het bedrijf een hoek kleiner dan 65% bij voorkeur een hoek van circa 75° * net de grond insluit.
De as van het harkorgaan is bevestigd in een lager 29 van 10' de tandwielkast 4* die vast aan de gestelbalk 3 is bevestigd* De tandkrans 12 is in ingrijping met een tandwiel 30 dat op een as 31 is bevestigd, die in de gestelbalk 3 is , gelegen* De tandwielkast bezit een tweede tandwiel 32, waar- ^ aan de as 33 is bevestigd. De as 33 kan met de tussenas 5 15 worden gekoppeld (zie fig. 1). Aan één van de armen 24 is een aanslag 3^ aangebracht, die samenwerken kan met een om een aJ^Öraaiende nok 36, die op één van de armen 17 is aangebracht. De nok 36 wordt door middel van een veer 37 tegen een aanslag 3S getrokken.
20 De werking van de inrichting is als volgt:
Indien de inrichting in de transportstand staat opgesteld, staan de tanden 10 naar binnen geklapt in de stand die in fig. 5 met streep-streep lijnen is aangegeven· In deze stand hebben de harkorganen een kleine diameter, zodat de inrich-25 ting een geringe werkbreedte heeft (zie ook fig* 2). De in- (j. richting kan in de werkstand worden geplaatst zoals in fig.
1 is weergegeven door het verzwenken van de trekarm 6 ten opzichte van de gestelbalk 3, zodat deze trekarm 7 nagenoeg loodrecht op de gestelbalk 3 is gelegen en door het instel-30 len van de loopwielen, die het harkorgaan ondersteunen.
Indien nu de Inrichting door middel van de af takas van de trekker wordt aangedr§ven, wordt een aanloopkoppel uitgeoefend op de tandkrans 13 en dus op de naaf 11, ten gevolge waarvan bij het aanlopen de ring 14 verdraait in de rich-35 ting die in fig. 3 met de pijl A is aangegeven en die over- 0222S2--24 8006900 *· 4 eenstemt met de draairichting van het harkorgaan tijdens het "bedrijf. Aangezien de ring 26 met de armen 24- vrij draaibaar zijn om de ring 14-, verdraait de ring 14 ten opzichte van de armen 26 en verdraaien dus ook de armen 17 5 ten opzichte van de armen 24 waardoor met behulp van de koppelstangen 18 het oor 19 de verlenging .21 van de tanden 10 en dus zelf om het verlengde 23 van de armen 24 worden verdraaid. Deze verdraaiing gaat zover totdat de nok 36 tegen de aanslag 34 komt en de tanden in een stand zijn op-10 gesteld die in fig* 3 is weergegeven met getrokken lijnen.
In deze stand draaien de armen 17 en de armen 24 synchroon, zodat de tanden naar buiten blijven staan en het harkorgaan z a .zijn functie uitoefent. Indien het aandrijven van de tand- ^ krans 13 wordt gestopt, blijft ten gevolge van het feit dat 15 de armen 24 met de uitstekende tanden 10 een belangrijk grotere massa bezitten dan de armen 16 met de koppelstangen 17, het vrij ronddraaiende deel met de armen 24 langer doordraaien dan het niet meer aangedreven gedeelte met de armen 16, zodat de tanden automatisch weer naar hun transport-20 stand terugbewegen. In de in de fig. afgebeelde stand staan de tanden opgesteld in een stand die bij voorkeur voor het verspreiden van het gewas wordt gebruikt. Het is echter ook mogelijk om de tanden gelijktijdig in een andere werkstand te plaatsen. Dit kan geschieden door de nok 36 om de as 35 25 te verdraaien, zodanig dat de veer 38 deze nok praktisch . in een tangentiale stand houdt en de nok tegen een aanslag 39 rust. (zie fig. 5)· 3h dit geval is de verdraaiing van de armen 17 ten opzichte van de armen 24 minder groot dan in het geval dat hierboven is beschreven en hierdoor worden 30 de tanden over een kleinere grote hoek verswenkt. Deze stand van de tanden kan in het bijzonder worden toegepast indien de inrichting iroor het vormen van zwaden samenwerkt met de zwadborden 9, die in fig. 1 zijn af geheeld. Het zal duidelijk zijn dat in plaats van een in twee standen ver:-35 jzwenkende nok 36 ook een anders gevormde nok kan worden WHTOÖ " " - 8 - toegepast· Het is bij voorbeeld mogelijk om een element te gebruiken die om een as 35 van een arm 17 verdraaibaar is en die drie of meer op verschillend grote afstand van deze as gelegen nokken bezit· Hoor verdraaiing van dit element 5 om de as, waarbij telkens een andere nok naar voren wordt geplaatst, is het mogelijk om de tanden in verschillende standen te brengen. Hit kan bij voorbeeld van belang zijn indien de machine geschikt moet zijn om onder totaal verschillende omstandigheden te werken· Bij licht gewas kan het Ί0 gewenst zijn dat de stand Van de tanden anders is dan bij zwaar gewas· Bovendien wordt bij verstelling van de tanden de spreidwerking van de tanden anders, hetgeen bij andere ζ klimatologische omstandigheden van betekenis zon kunnen zijn· Indien de machine moet werken bij veel wind, zal ook 15 een andere stand van de tanden, bijvoorbeeld een minder radiale stand van de tanden van betekenis kunnen zijn· He inrichting volgens de uitvinding heeft verschillende voordelen. In de eerste plaats is het mogelijk om op snelle wijze de tanden van een werkstand in een transporstand te 20 verstellen. In de tweede plaats is het mogelijk de tanden gelijktijdig van de ene in een andere werkstand te plaatsen· In de derde plaats wordt automatisch het gevaar voorkomen dat de tanden, wanneer de machine wordt getrokken zonder dat de harkorganen draaien, met de punten in de grond steken, 25 waardoor zowel de tanden als de grasmat beschadigd kunnen C& worden· Bij het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld heeft iedere groep tanden een eigen koppelstand 18 die met de arm 17 is verbonden.
Zoals uit fig· 6 blijkt, is het echter ook mogelijk 30 om verschillende tanden onderling te koppelen door een a-parte koppelstand 40 en dan slechts êên of meer armen 17 te gebruiken. Bij voorkeur is deze koppelstang 40 een teles-coopstang, aangezien tijdens het verzwenken van de tanden de afstand tussen de oren 19 zich een weinig wijzigt. He 35 telescoopstang heeft twee helften 40A en 40B, waarbij 40A
G22292*-24 8006900 ·» tf * - 9 “ zich in 40B in lengterichting kan bewegen en door middel ran een niet afgeheelde veer op afstand kan worden gebonden·
In het uitvoeringsvoorbeeld van fig· 6 is slechts êén aan* slag 34- afgeheeld· Het is uiteraard mogelijk dat ook nog 5 andere armen 17 een dergelijke aanslag bezitten* zodat de overbrenging van de energie niet via één nok 36 en de aanslag 34· xiordt overgebracht, maar via meerdere nokken en aanslagen» Een voordeel van de constructie af geheeld in de fig. 3 t/m 5 is nog verder dat de verstelinrichtingen 10 17# 18 en 19 zich onder de armen 24- bevinden en daarom minder gemakkelijk met het gewas in aanraking komen» Het is echter ook mogelijk om deze verstelinrichting boven de armen x 24- aan te brengen zoals uit de fig. 7 en 8 blijkt, die hier- ^ onder zullen worden besproken» 15 Bij de uitvoeringsvorm van fig. 7 en 8 zullen delen die overeenkomen met delen van de fig. 1 t/m 6 met dezelfde verwijzingscijfers worden aangeduid. De inrichting volgens deze figuren bezit eveneens een naaf 11, die vrij draaibaar om een as 12 is aangebracht en die aan zijn bovenste zijde 20 voorzien is van een tandkrans 13, die in ingrijping is i^et een tandwiel 32, ; dat via een met een tussenas gekoppelde as 33 in draaiing kan worden gebracht. Aan de naaf 11 is een dwars op de as 12 gelegen ring $0 aangebracht, die vast aan de naaf is bevestigd en waarop een plaat 51 is beves-25 tigd die voorzien is van armen 17 overeenkomend met de (Λ armen 17 van de hierboven beschreven figuren. De armen 17 zijn door middel van koppelstangen 18 verbonden met oren 19# die bevestigd zijn aan assen 52, die in bussen 53 van ' de armen 24- kunnen verzwenken. Aan de assen 52 zijn door 30 middel van een klembeugel 54- een tweetal tanden 10 aangebracht, die voorzien zijn van schroefvormige gedeelten 25»
De bevestiging door middel van de beugel 54· is zodanig dat de schroeflijnvormige gedeelten 25 niet vrij om de assen 52 kunnen verdraaien, doch verend kunnen uitwijken. De armen 35 24* zijn bevestigd aan een ring 55». He rondom een zich naar Ί3 0 0 6 ff 0 0 - 10 - beneden uitstrekkende ring 56 vrij kan draaien en daarbij door een dwars op de as 12 zich. uitstrekkende, aan de ring 56 verbonden ring 57 wordt afgesteund. De ringen 56 en 57 zijn vast bevestigd aan de plaat 5^· Op één van de armen 24· 5 is een nok 56 aangebracht, die zich in hoofdzaak tangentiaal uitstrekt en door middel van een door de opening gestoken grendelpen 59 aan de arm 24· is bevestigd. De nok 53 heeft nog een tweede opening 60. Tijdens het ronddraaien van het harkorgaan is de nok 58 in aanraking met een nok 61, die 10 -zich op êên van de armen 17 bevindt. Door verstelling van de nok 58 kan men de ho ek-verdraaiing van de armen 17 op overeenkomstige wijze als hierboven is beschreven, wijzigen.
^ .Het.is hierbij noodzakelijk dat een pen 59 uit de opening wordt getrokken en de nok 53 wordt verschoven zodanig, dat 15 hij opnieuw door middel van de grendelpen 59 van de opening 60 aan een arm 24· kan worden bevestigd. De plaat 5*1 is ia dit uitvoeringsvoorbeeld bevestigd aan de ring 50 door middel van een tweetal bouten 62 via een in de plaat 51 zich bevindende sleuf 65* De plaat 51 is excentrisch ten opzichte van 20 de hartlijn 28 gelegen. Ook in dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de uiteinden 27 van de tanden, in de draairichting die aangegeven is met een pijl A, naar achteren af gebogen over een hoek die wat betreft zijn grootte, in hoofdzaak overeenkomt met die van de voorafgaande figuren.
25 De werking van de Inrichting is als volgt: L Zoals dit het geval is bij de inrichting volgens de hier boven beschreven fig. 1 t/m 6, staan de tanden 10 in de transportstand ongeveer tangentiaal, zodat het harkorgaan een zo klein mogelijke omtrek heeft. Indien het harkorgaan 30 wordt aangedreven via het tandwiel 32 en de tandkranö 13 zullen de armen 17» ten gevolge van het aanloopkoppel, ten opzichte van de armen 24· zich verdraaien en de in dit bovenaanzicht boven de armen 24· gelegen koppelstangen 18 en de oren 19, ver zwenken, zodat de as 52 in de bus 53 wordt ver-35 _zwenkt en de tanden in de in fig. 7 aangegeven stand worden 022292’-24 8 0 0 6 9 0 0 * 4 <* - 11 - gebracht en de armen 24 in draaiing worden gebracht- Indien de rotatie van de plaat 50 stopt, zullen de armen 24 door blieven draaien ten gevolge van hun massa-traagheid en de tanden weer in hun transport stand terug worden ver zwenkt.
5 De nok 53 kan worden versteld doordat de nok door middel van de tweede opening 60 aan de arm 24 kan worden aangebracht, waardoor de armen 17 over een kleinere hoek ten opzichte van de armen 24 kunnen verdraaien en een stand van de tanden wordt verkregen, die in fig. 5 is afgebeeld, hetgeen, zoals 10 hierboven reeds is beschreven, in verband met de verschillende bewerkingen die het gewas moet ondergaan, van beteke-- nis kan zijn. Bet is bovendien gebleken, dat het gewenst ^ .„kan zijn om de harkt and en telkens tijdens een omwenteling een wijziging van hun stand te geven, zodat het gewas ge-15 makkelijk van de tanden wordt af geworpen. Indien de inrichting tijdens het b-edrijf volgens de pijl F wordt voortbewogen en de tanden dus op de linkerzijde van fig. 7 in. hun laagste stand staan, zullen de tanden nadat ze in hun laagste stand zijn geweest, zich weer uit het gewas moeten terug-20 trekken en daarom kan het gewenst zijn dat de stand van de tanden zich hiertoe wijzigt. Bij bekende harkorganen geschiedt deze wijziging van de tandstand door een tamelijk gecompliceerde nokkenconstructie, de constructie volgens de uitvinding biedt echter de mogelijkheid dit eenvoudiger 25 te doen. De plaat is zoals reeds is gezegd, ten opzichte Qj- van de hartlijn 28 van de as 12 excentrisch opgesteld, zodat bij het ronddraaien van de plaat ten opzichte van de hartlijn 28 de afstand van de scharnierpunten van de koppelstangen 18 met de armen 17 ten opzichte van de hartlijn 28 50 zich wijzigt, waardoor tijdens het bedrijf gedurende iedere omwenteling de tanden 10 een zwehkbeweging maken, waardoor liet gewas van de tanden wordt af geworpen. Een wijziging van de plaats waar het gewas van de tanden wordt verwijderd, kan verkregen worden, indien men de plaat 51 ten opzichte 35 _van de ring 50 na het losmaken van de moeren 62 een weinig 8006900 - 12- in d© sleuf gaten 63 verdraait. Het is op deze wijze mogelijk om op eenvoudige en efficiënte wijze het gewas van de harktanden te lossen, hetgeen in het bijzonder gewenst is, indien de inrichting is voorzien van slechts één harkorgaan 5 en toegepast wordt voor het vormen van zwaden· Een dergelijke inrichting is af geheeld in fig. 9·
He inrichting is schematisch weergegeven en bezit een harkorgaan zoals is af geheeld in de fig. 7 en 8, dat aan een gestel 63 is aangebracht, welk gestel op op zichzelf 10 bekende wij ze met de driepunt shef inrichting van een trekker is gekoppeld. He inrichting is ondersteund door een tweetal loopwielen 66. Bovendien is de inrichting voorzien van een Q zwadbord 67, dat om een horizontale in de rijrichting B
verlopende as 68 verzwenkbaar is, teneinde het zwadbord in 15 een stand te brengen, waarin het niet wordt gebruikt. In deze stand is het zwadbord 67 op de machine gelegen. He tanden 10 van het harkorgaan worden in hun transportstand gebracht als hierboven is beschreven, bijvoorbeeld aan de hand van de fig. 7 en. 8. Bovendien worden de tanden tijdens 20 het draaien om hun as bij iedere omwenteling van stand veranderd, opdat zij het gewas kunnen afschudden en het niet mee rond nemen, zodat een goed gevormd zwad ontstaat.
Bij de hierboven beschreven uitvoeringsvormen wordt het terugbrengen van de tanden van de werkstand in de 25 transportstand veroorzaakt door de massa-traagheidskrachten, ten gevolge waarvan een verdraaiing tussen die twee elementen van het harkorgaan ontstaat, die de positie van de tanden commanderen. Om te voorkomen dat de tanden niet versteld worden, indien onder bepaalde omstandigheden de massa-traag-30 heidskrachten niet voldoende zouden zijn, kan het gewenst zijn om, zoals is fig. 10 is afgebeeld een veer 69 aan te brengen, die de armert 17 in hun beginstand trachten terug te brengen. De in deze fig. afgeheelde constructie komt overeen met de constructie volgens de fig. 3 en 4 en over-35 ..eenkomstige delen bezitten dan ook overeenstemmende ver- :222s:·-:·* 8006900 Λ .
- 13 - wijzingseijfers. Be veer 69 tracht ia dit uitvoeringsvoor~ "beeld de armen 17 tegengesteld aan de pijl A te "bewegen. Opgemerkt wordt dat de in fig. 10 afgebeelde veer uiteraard ook hij de andere uitvoeringsvoorheelden kan worden toege-5 past.
Alle hierboven beschreven uitvoeringsvoorheelden vertonen harktanden die in groepen zijn aangebracht. Het is uiteraard ook mogelijk om de tanden niet in groepen, doch ieder afzonderlijk aan een arm 24 aan te brengen. Bovendien 10 wordt opgemerkt, dat ieder harkorgaan in de hierboven beschreven uitvoeringsvoorheelden armen 24 hebben die de tanden dragen. Het is uiteraard ook mogelijk om het hark-ζ orgaan op op zichzelf bekende wijze te voorzien van een velg, die op enigerlei wijze met de naaf van het harkwiel is ver-15 bonden, waarbij de tanden van het harkorgaan aan deze velg zijn aangebracht·
Verder wordt opgemerkt dat in de hierboven omschreven uitvoeringsvoorheelden de tanden 10 verzwenkbaar zijn om dwars op de armen 24 gelegen assen 25 resp. 52, die naar de 20 grond toe zijn gericht. Het is echter ook mogelijk dat de as niet naar de grond toe is gericht, maar zich ten minste althans nagenoeg evenwijdig aan de grond uitstrekt, zodat de tanden in plaats van zijwaarts in hun transportstand te verzwenken, hiertoe naar boven worden verzwenkt. Ook in dit 25 geval kan aan een uitsteeksel van de tand een koppelstang &' worden bevestigd, zoals hierboven is beschreven bij de uit- voeringsvoorbeelden van het in zijwaartse richting verzwenken der tanden. Het is ook mogelijk dat de tanden niet om een dwars op de arm gelegen as verzwenken, doch van de 50 transportstand in de werkstand verschuiven. Een uitvo eringsvo orbee ld van dit type is schematisch in de fig. 11 en 12 . weergegeven.
In deze uitvoeringsvorm bezit het harkorgaan een aantal assen 70 waarvan slechts êên is getekend, die zoals 35 hierboven is beschreien, aan een in fig. 12 niet nader afge- S 0 0 6 9 0 0 - 14 - beelde, vrij in het harkorgaan aangebrachte ring zijn beves-tigd, overeenkomende met de ring 55- De arm 70 bezit een naar de grond toe gericht gedeelte 7*1* waaraan een bus 72 is aangebracht· 5 In de bus 72 kan een arm 73 in de richting van de as 28 verschuiven. De arm 73 bezit een schroeflijnvormige groef 7S en de bus 72 een pen 75 die in deze groef past·
Om de arm 70 is een bus 76 aangebracht, die op de arm 70 heen en weer kan schuiven en die een uitsteeksel 10 77 bezit, dat een einde van de arm 73 bevestigd is, zodanig dat de arm 72 in een opening van het uitsteeksel 7$7kan draaien. Biet uitsteeksel, is opgesloten tussen twee pennen Q 77- Aan de bus 76 is scharnierend een koppelstang 18 beves tigd, die aan een arm 17 van een ring 51 is bevestigd.
15 Het harkorgaan bezit tanden 78, die in de werkstand naar de grond zijn gericht en door middel van schroeflijnvormige delen 79 eu met behulp van bouten 80 aan de armen 73 zijn bevestigd. De tanden 78 staan in hun hoogste stand bij voorkeur vrijwel loodrecht ten opzichte van de grond· 20 De werking van de inrichting is als volgt:
Op overeenkomstige wijze als dit beschreven is aan de hand van de vorige figuren, verdraaien de armen 17 bij het aanlopen van de machine zich van de in fig. 11 aangegeven gestippelde positie in de met getrokken lijnen aangegeven .. v 25 positie· Ten gevolge van deze verdraaiing wordt de bus 76 ^ met behulp van de koppels tang 18 in de met getrokken lijnen aangegeven positie gebracht door verschuiving over de arm 70· Ten gevolge van deze verschuiving wordt door middel van het uitsteeksel 76 de arm 73 naar buiten verschoven, waar-30 bij gelijktijdig de tanden 78 van de gestippelde stand in de getrokken stand verdraaien. Dit verdraaien geschiedt ten gevolge van de ligging van de pen 72 in de groef 74··
Indien de aandrijving van het harkorgaan wordt beëindigd, wordt tep. gevolge van de massa-traagheidskrachten 35 _de arm 17 weer verplaatst ten opzichte van de arm 70 en wel 8ΊΓ0 6 9 Ö Ö ...... ~ ~ 0222SV-24 - 15- > · naar de gestippelde stand, zodat ook de tanden 78 weer in de gestippelde stand worden gezwenkt.
Het deze constructie wordt dus bereikt, dat de diameter van bet barkwiel wordt verkleind en gelijktijdig 5 de tanden in een naar boven gezwenkte stand worden gebracht.
Bij de hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn koppelstangen 18 gebruikt. Deze koppelstangen zijn, hoewel echter gunstig,/geenszins noodzakelijk. Ook op andere manieren Trsm de verplaatsing van de twee'elementen een verplaatsing 10 van de tanden ten gevolge hebben*
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 13 zijn geen koppelstangen aanwezig, maar zijn in de armen 17 sleuven (M 90 aangebracht, waarin, pennen 91 van de oren 19flkunnen schuiven. 'In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn delen overeen-15 komstig aan, die van de delen van de figuren 7 en 8 met overeenkomstige verwijzingscijfers aangegeven. De afmeting van de sleuf 90 is zodanig, dat de armen 17 in de twee getekende standen kunnen verdraaien, waardoor de tanden van een vrijwel tangentiale transportstand in een vrijwel radiale werk-20 stand en terug kunnen verzwenken.
De zwadborden 9 afgebeeld in fig. 1 en 2 kunnen zoals uit de fig. 14- en 15 blijkt op eenvoudige wijze worden versteld. Ih deze figuren zijn onderdelen overeenkomend met die van de fig. 1 t/m 5 met overeenkomstige verwijzings-λ-,25 cijfers aangegeven.
De zwadborden zijn aan armen 100 aangebracht, die via een vork 101 en een dwars op de armen uit strekkende scharnieras 102 met een aan het gestel van de machine aangebrachte verdraaibare bus 103 zijn verbonden.
30 Aan de machine is verder een ring'^B^tangebracht,die van naar boven geopende uitsparingen 105* 106 en 107 Is voorzien. .
Het zwadbord bezit een buisvormige geleiding en een aantal verende staven 109 die om en om gelijke Mengt eii ' 't 35 „hebben.' ' " k; ... — .* Γ , 8006900 - 16-
Tijdens liet "bedrijf rust het zwadbord met de geleiding 108 op de grond en kan het om de as 101 op en neer bewegen ten opzichte Tan het gestel, zodat het de oneffenheden Tan de grond kan Tolgen. In de stand waarin het zwad-5 bord wordt gebruikt τοογ het Tormen Tan zwaden (zie fig.1) ligt de arm 100 in de uitsparing 106·
In de stand waarin het zwadbord wordt gebruikt om het te ter wegwerpen Tan het gewas tegen te gaan, bijvoor-beeld aan de rand Tan het Teld, beTindt zich de arm 100 in 10 de uitsparing 105· Ha het Terzwenken Tan de arm 100 uit de uitsparingen en door het Terdraaien Tan de bus 103 kan het zwadbord warden Tersteld· C In de stand waarin de arm 100 zover verzwenkt is, dat hij zich ia de uitsparing 107 bevindt, is het zwadbord 15 in de transport stand gebracht en rust hij dan op de balk 3· Zie ook de opstelling Tan fig· 15» waarin gedeeltelijk de achterzijde van de inrichting met de zwadborden in de transportstand is afgebeeld.
De uitsparing 107 ligt in oen gedeelte 110 van het 20 ringsegment 104 die hoger i3 dan het overige deel.
De hierboven beschreven constructie maakt het mogelijk de zwadborden op eenvoudige wijze in een transportstand te brengen, bovendien is de constructie goedkoop.
In het detail van de uitvoeringsvorm naar fig. 16 /-.*25 zijn delen overeenkomend met die van de figuren 3 en 4 met overeenkomstige verwijzingscijfers aangegeven. De armen 24 zijn aan een ring 25 aangebracht, die om de ring 14 kan draaien. Aan de ring 14 zijn de armen 17 bevestigd. De ring 14 is met de ring 15 aan de naaf 11 aangebracht, waar-30 aan ook de tandkrans 13 is bevestigd. Om de voorzorg te dragen dat het ronddraaien van de ring 25, die een element vormt, om de ring 14$ die het andere element vormt,zonder overmatige wrijving plaats vindt, zijn een viertal ringen 110, 111, 112 en 113 aangebracht, die voor een goede gelei-35 -ding zorgdragen; deze ringen kunnen hetzij van brons, hetzij C2225Z‘*24 8 0 0 6 9 0 0 β ·: ” 17 “ van een ander lager materiaal, bijvoorbeeld kunststof, bestaan1
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen gei?en slechts enkele mogelijkheden van constructies waarin de 5 uitvindingsgedachte verwezenlijkt is. De uitvindingsgedachte ' is niet beperkt tot de tekst van de beschrijving van de figuren, doch ook details die in de figuren zijn afgebeeld en niet beschreven zijn, kunnen voor de verduidelijking van de uitvinding van betekenis zijn en kunnen dan ook tot het 10 wezen van de uitvinding behoren. Bovendien is het mogelijk dat details van een uitvoeringsvorm bij een andere uitvoeringsvorm worden toegepast, indien dit gewenst zou zijn.
C
-conclusies-
O
8006900
Claims (12)
1. Hooibouwmachine met een gestel en een aantal om opwaarts gerichte draaiingsassen draaibare harkorganen en ten minste één achter een harkorgaan opgesteld zwadbord, dat om een evenwijdig aan de draaiingsas gelegen zwenkas 5 en tevens om een ongeveer horizontale scharnieras verzwenk-baar is en met behulp van vastzetmiddelen ten opzichte van de zwenkas instelbaar en in meerdere werkstanden vast-zetbaar is, met het kenmerk, dat zowel voor ten minste één werkstand als voor een transportstand van het zwadbord een 10 steun is aangebracht waarop het zwadbord kan rusten, en de dwars op het zwadbord gelegen scharnieras in elke stand van het zwadbord tussen de zwenkas en de desbetreffende steun is gelegen.
2. Hooibouwmachine volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat de inrichting twee zwadborden bezit.
3. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de as waarom een zwadbord in hoogterichting zwenk baar is, gelegen is nabij de hartlijn van het harkorgaan.
4. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de zwadborden in twee werkstan-_ den kunnen worden geplaatst waarbij in een stand de afstand tussen de uiteinden van de zwadborden overeenstemt met de grootste breedte van de inrichting.
5. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de zwadborden in de transportstand zich parallel aan de gestelbalk die de harkorganen verbindt uitstrekken.
6. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande con-30 dusies, met het kenmerk, dat ieder zwadbord tijdens bedrijf door een steun in zijdelingse richting wordt verhinderd uit te wijken.
7. Hooibouwmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat bij ieder harkorgaan een zwadbord is aangebracht, 35 dat aan een arm is bevestigd, die in een om de as van het harkorgaan gelegen van uitsparingen voorziene steun kan 80 0 6 9 0 0 - 19 - worden opgesloten.
8. Hooibouwmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat ieder van de uitsparingen corresponderen hetzij met een transportstand, hetzij met een werkstand van het 5 zwadbord.
9. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zwadbord tijdens het bedrijf op de grond rust.
10. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande con-10 clusies, met het kenmerk, dat de voorste rand van het zwadbord dicht bij de harkstanden is gelegen.
11. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steun voor de arm van het zwadbord in hoogterichting instelbaar is.
12. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de horizontale as waarom het zwadbord in hoogterichting kan worden verzwenkt op een kleinere afstand van de as is gelegen dan de steun voor de arm. -0-0-0-0-o- 8006900
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8006900,A NL178646C (nl) | 1971-11-09 | 1980-12-19 | Inrichting voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7115369 | 1971-11-09 | ||
NL7115369A NL7115369A (nl) | 1971-11-09 | 1971-11-09 | |
NLAANVRAGE8006900,A NL178646C (nl) | 1971-11-09 | 1980-12-19 | Inrichting voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas. |
NL8006900 | 1980-12-19 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8006900A true NL8006900A (nl) | 1981-03-31 |
NL178646B NL178646B (nl) | 1985-12-02 |
NL178646C NL178646C (nl) | 1986-05-01 |
Family
ID=19814439
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7115369A NL7115369A (nl) | 1971-11-09 | 1971-11-09 | |
NLAANVRAGE8006900,A NL178646C (nl) | 1971-11-09 | 1980-12-19 | Inrichting voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas. |
Family Applications Before (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7115369A NL7115369A (nl) | 1971-11-09 | 1971-11-09 |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | AT352457B (nl) |
NL (2) | NL7115369A (nl) |
-
1971
- 1971-11-09 NL NL7115369A patent/NL7115369A/xx unknown
-
1972
- 1972-11-09 AT AT956372A patent/AT352457B/de not_active IP Right Cessation
-
1980
- 1980-12-19 NL NLAANVRAGE8006900,A patent/NL178646C/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL178646C (nl) | 1986-05-01 |
ATA956372A (de) | 1979-02-15 |
AT352457B (de) | 1979-09-25 |
NL178646B (nl) | 1985-12-02 |
NL7115369A (nl) | 1973-05-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1003292C2 (nl) | Hooibouwmachine. | |
NL7906381A (nl) | Hooibouwmachine. | |
NL8500009A (nl) | Gewasverwerkingsinrichting. | |
NL8104871A (nl) | Hooibouwmachine. | |
NL193967C (nl) | Machine voor het zijwaarts verplaatsen van op de grond liggend gewas. | |
NL1003745C2 (nl) | Machinecombinatie, hark en opneem- en verplaatsingsorgaan alsmede werkwijze. | |
EP0255458B1 (fr) | Machine agricole pour déplacer latéralement et retourner des andains de fourrage | |
NL9400133A (nl) | Schudmachine. | |
NL8006900A (nl) | Hooibouwmachine. | |
US4346549A (en) | Agricultural machine for tedding and windrowing fodder crops | |
NL8400715A (nl) | Landbouwmachine. | |
US4700535A (en) | Drum-type windrowing machine | |
US4403468A (en) | Swath turning machine | |
NL8005199A (nl) | Vorkloze hooimachine. | |
NL8800409A (nl) | Inrichting voor het verplaatsen van gewas. | |
NL7909234A (nl) | Hooibouwmachine. | |
NL1007596C1 (nl) | Opklapbare inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas. | |
NL7809023A (nl) | Landbouwwerktuig voor het bewerken van op het land lig- gend gewas. | |
NL1034852C2 (nl) | Hooiverzamelmachine. | |
NL1027727C1 (nl) | Hooibouwmachine. | |
BE1024310B1 (nl) | Deblokkeertoestel voor een werkmachine | |
NL9300974A (nl) | Hooibouwmachine. | |
NL1034853C2 (nl) | Hooiverzamelmachine. | |
NL1009947C2 (nl) | Inrichting voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas. | |
NL9100572A (nl) | Landbouwmachine. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
SNR | Assignments of patents or rights arising from examined patent applications |
Owner name: C. VAN DER LELY N.V. |
|
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |