BE1024310B1 - Deblokkeertoestel voor een werkmachine - Google Patents
Deblokkeertoestel voor een werkmachine Download PDFInfo
- Publication number
- BE1024310B1 BE1024310B1 BE20165460A BE201605460A BE1024310B1 BE 1024310 B1 BE1024310 B1 BE 1024310B1 BE 20165460 A BE20165460 A BE 20165460A BE 201605460 A BE201605460 A BE 201605460A BE 1024310 B1 BE1024310 B1 BE 1024310B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- lever
- transmitting element
- pawls
- actuator
- force
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16H—GEARING
- F16H21/00—Gearings comprising primarily only links or levers, with or without slides
- F16H21/10—Gearings comprising primarily only links or levers, with or without slides all movement being in, or parallel to, a single plane
- F16H21/44—Gearings comprising primarily only links or levers, with or without slides all movement being in, or parallel to, a single plane for conveying or interconverting oscillating or reciprocating motions
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F12/00—Parts or details of threshing apparatus
- A01F12/56—Driving mechanisms for the threshing parts
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D61/00—Elevators or conveyors for binders or combines
- A01D61/008—Elevators or conveyors for binders or combines for longitudinal conveying, especially for combines
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D69/00—Driving mechanisms or parts thereof for harvesters or mowers
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Transmission Devices (AREA)
- Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)
Abstract
Een toestel voor het veroorzaken van een schommelende beweging van een beweegbaar onderdeel bevat een actuator met verstelbare lengte (14, 34), een hefboom (15, 40) waarvan de hoekpositie geregeld wordt door de actuator en een krachtoverbrengend element (12; 48, 49) dat aan het beweegbare onderdeel is bevestigd, en waarbij de hefboom (15) is uitgerust met een paar tegenoverliggende pallen (20, 21), waarbij de pallen zo gevormd zijn dat ze ingrijpen in het krachtoverbrengende element om respectievelijk de beweging van het onderdeel in één van twee tegengestelde richtingen te veroorzaken wanneer de hefboom een neutraal positiebereik verlaat waarin alle interactie tussen beide pallen en het krachtoverbrengende element wordt belet. Het neutrale bereik kan gedefinieerd worden door een steunplaat (25) die zo gepositioneerd, gevormd en gedimensioneerd is dat wisselwerking tussen de pallen en het krachtoverbrengende element wordt belet. Het is voordelig als de verplaatsing van het onderdeel in één richting groter kan zijn dan in de tegengestelde richting.
Description
53257
BE2016/5460
DEBLOKKEERTOESTEL VOOR EEN WERKMACHINE
TOEPASSINGSGEBIED VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op een hulptoestel dat bruikbaar is in een werkmaehine, in eerste instantie een landbouwmachine, meer bepaald op een toesteî voor het deblokkeren van een beweegbaar onderdeel, zoals een toevoerrol in een maaidorser.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Maaidorsers voor gebruik in de landbouw (verder kortweg maaidorsers genoemd) zijn machines die ontworpen zijn voor het oogsten en verwerken van gewassert zoals tarwe of maïs. Gewassen worden van het veld afgesneden over een breed gebied door het maaibord dat aangebracht is aan de voorkant van de maaidorser. Het geoogste materiaal wordt getransporteerd door een toevoersysteem naar een paar zijdelings of overlangs aangebracht dorsrotoren.
In maaidorsers van het Twin Rotor®-type die geproduceerd worden door de octrooiaanvragers, is een dynamische toevoerrol - Dynamic Feed Roll™ (DFR) aangebrachl tussen het toevoersysteem en het overlangs geplaalste paar dorsrotoren. De DFR voert het gewas toe door de dorsrotoren en verwijdert daarbij grotere voorwerpen zoals stenen of houten biokken. De DFR is een voorbeeld van een draaiend onderdeel dat geblokkeerd kan wurden wanneer grote stenen of zwaden met compact oogstmateriaai door het toevoersysteem getransporteerd wurden. Het deblokkeren van de DFR vereist een manueel ingrijpen op de roi, bijvoorbeeld door deze een aantal keer been en weer te doen bewegen. Deze manuele interventie is omsîachtig en tijdrovend.
Andere landbouwmachines zoals balenpersen of veldhakselaars zijn dikwijls ook uitgerust met dergelijke toevoerrolien die vatbaar zijn voor blokkering en vertonen over het algemeen hetzelfde nadeel als hierboven beschreven. Dergelijke problemen kunnen voorkomen in elk type werkmaehine dat draaiende of op een andere wijze bewegende onderdelen bevat.
Er werden Systemen uitgewerkt voor het deblokkeren van een draaiend onderdeel met behulp van een hydraulische actuator en een palmechanisme. Een voorbeeld van zulk systeem dat toegepast wordt in een landbouwbalenpers is weergegeven in document EPA-1847170. Deze mechanismen maken het echter niet mogelijk om de nodige heen-enwuergaande schommelende beweging te reproduceren die nodig is voor een effectieve deblokkering.
53257
BE2016/5460
SAMENVATTTNG VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op een deblokkeertoeslel voor een beweegbaar onderdeel, zoals onthuld in de bijgevoegde eonciusies. De uitvinding betreff een toestel voor het veroorzaken van een schommelende beweging van een beweegbaar onderdeel, waarbij het toestel een actuator bevat, hij voorkeur een actuator met verstelbare lengte, een hefboom waarvan de hoekpositie geregeld wordt door de actuator en een krachtoverbrengend element dat aan het beweegbare onderdeel is bevestigd, en waarbij de hefboom is uitgerust met een paar tegenover elkaar geplaatste pallen, waarbij de pallen zo gevormd zijn dat ze ingrijpen in het krachtoverbrengende element om respectievelijk de beweging van het onderdeel in één van twee tegengestelde richtingen te veroorzaken wanneer de hefboom een neutraal positiebereik verlaat waarin alle interactie tussen beide pallen en het krachtoverbrengende element wordt belet. Het neutrale bereik kan gedefinieerd worden door een steunplaat die zo gepositioneerd, gevormd en gedimensioneerd is dat hij alle interactie tussen de pallen en het krachtoverdragende element belet (d.w.z. niet ingrijpt in het krachtoverbrengende element en niet in contact komt met het element zonder een kracht op bet element uit te oefenen). Het krachtoverbrengende element is bevestigd aan het beweegbare onderdeel in die zin dat het krachtoverbrengende element en het beweegbare onderdeel een geheel vormen dat als een geheel beweegt. Het krachtoverbrengende element kan in het beweegbare onderdeel ingebouwd zijn.
Elke pal is geeonfigureerd om een beweging van het krachtoverbrengende element tot stand te brengen en daarbij het beweegbare onderdeel slechts in één enkele richting te bewegen, terwijl de pal in de tegengestelde richting in Staat is om een kracht uit te oefenen op het krachtoverbrengende element. Dit kan verwezenlijkt worden door pallen te verschaffen die schamierbaar zijn ten opzichte van de hefboom. Het krachtoverbrengende element is bij voorkeur een onderdeel dat uitgerust is met Landen of vergelijkbare uitstolpingen die interactie met de pallen mogelijk maken. Het toestel van de uitvinding is bijzonder voordelig doordat het in Staat is een schommelende beweging te veroorzaken, waarbij de voorwaartse beweging een verschilfend bereik heeft dan dat van de achterwaartse beweging. Dil is in veel toepassingen nuttig, bijvoorbeeld voor het deblokkeren van een dynamische toevoerrol in een maaidorser.
KÖRTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
53257 3
BE2016/5460
Figuur 1 is een schematisch zijaanzicht van een maaidorser, dat de positie van de dynamische toevoerroi tussen het toevoersvsteem en de dorsrotoren aangeeft.
Figuur 2 toont een toestel volgens één uitvoeringsvorm van de uitvinding, en de toepassing ervan met betrekking tot een dynamische toevoerroi in een maaidorser.
Figuren 3a en 3b geven twee aanzichten weer van het toestel volgens de uitvoeringsvorm van Figuur 2.
Figuren 4a tot 4c geven een zijaanzicht weer van het toestel van Figuren 2 en 3, respeetievelijk in een neutrale positie en in de twee extreme posities.
Figuur 5 toont een altematieve uitvoeringsvorm van een toestel volgens de uitvinding.
Figuur 6 toont een andere altematieve uitvoeringsvorm van een toestel volgens de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN
VOORKEURSUrrVOERlNGSVORMEN VAN DE UITVINDING
Voorkeursuitvoeringsvormen zullen nu beschreven worden met verwijzing naar de tekeningen. De gedetailleerde beschrijving beperkt de reikwijdte van de uitvinding niet, die alleen bepaald word! door de bijgevoegde conclusies. Wanneer gebruikt m.b.t. het in een maaidorser aangebrachte toestel, verwijzen de termen 'voorkant', ’voorste', 'voorwaarts(e)', en 'achterkant', 'achteraan', 'achterwaarts(e)' naar de richting waarin gewassen door het toevoersysteem:bewegen d.w.z. vanaf de voorkant naar de achterkant. In deze context is een pal gedefinieerd als een gereedschap dat zo gevormd dat het kan ingrijpen in een krachtoverbrengend element zoals een tandkrans of een paiwiel. Nog altijd volgens deze context is een pal bevestigd aan of is een deel van een grotere structuur, en kan al dan niet scharnierbaar zijn t.o.v. de structuur.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een maaidorser, die een maaibord 1 bevat dat aangebracht is aan de voorkant van de maaidorser. Het maaibord bevat messen 2 die op een bepaalde hoogte boven het grondniveau zijn aangebracht terwijl de maaidorser over een veld rijdt met gewassen die geoogst moeten worden. Afgesneden gewas wordt getransporteerd van weerszijden van het maaibord naar een centraal gebied door een vijzel 3. Het hoofdlichaam 4 van de maaidorser word! ondersteund door voor- en achterwielen 5 en 6, en bevat een paar in de lengte opgestelde dorsrotoren en een reinigingssec 1 te 8 die over het algemeen bekend zijn voor de vakkundige lezer en hier niet in detail beschreven worden. Vanaf het centrale gebied van het maaibord 1 worden
53257
BE2016/5460 gewassert door een toevoersysteem 9 getransporteerd. Een dynamische toevoerrol 10 is tussen het toevoersysteem 9 en de dorsrotoren 7 aangebracht. Hiema zal naar de dynamische toevoerrol verwezen worden met de Engelse afkorting DER. De draairichting van de DER wanneer de maaidorser zieh in de normale bedrijfstoestand bevindt is aangegeven door een piji. Uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen hier beschreven worden met betrekking tot het deblokkeren van een DER, hoewel opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot deze toepassing.
Figuur 2 illustreert hoe een toestel volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding aangebracht is op de maaidorser om de DER 10 te deblokkeren. Tijdens de normale werking wordt de DER bediend door een aandrijfriemschijf 11 die bevestigd is aan de DFR en draait in de richting van de piji rond de rotatieas 16 van de DFR. Een tandkrans 12 is aan de aandrijfriemschijf 11 bevestigd, bijvoorbeeld met bouten bevestigd aan de zijkant van de riemschijf, d.w.z. dat de tandkrans 12 bevestigd is aan de DFR 10 zelf en een geheel vormt met de DFR. Een beugel 13 is op een stable le structuur (niet weergegeven) aangebracht, bij voorkeur op een zijwand van de maaidorser of op de structuur die de DFR ondersteunt, die hiema het DER-frame wordt genoemd. De ciiinder van een hydraulische actuator met verstelbare lengte 14 is draaibaar op de beuge! 13 aangebracht. De uitschuifbare arm van de actuator is aan zijn verst afgelegen uiteinde draaibaar verbonden met een hefboom 15.
Figuren 3a en 3b geven het toestel weer vanuit twee verschilfende hoeken. De hefboom 15 is draaibaar rond de rotatieas 16 van de DER, en bevat een hefboomarm 17 die zieh in een radiale richting ten opzichte van de rotatieas 16 uitstrekt en een hefboomkop 18, die aan het verst afgelegen uiteinde van de hefboomarm 17 is aangebracht. Aan zijn dichtstbij gelegen uiteinde is de hefboomarm 17 rond een centrale as (niet weergegeven) draaibaar, via een bus 19. De draaibare verbinding van de actuator 14 met de beuge! 13 en de draaibare verbinding van de uitschuifbare arm van de actuator met de hefboomkop 18 steilen de hefboom in Staat een hoekverplaatsing te veroorzaken over een bepaald hoekbereik dat gedefinieerd wordt door de afmetingen en de positionering van de onderdelen.
Het toestel van de uitvinding wordt bediend wanneer de normale rotatie van de DER 10 onderbroken wordt wegens een blokkering. Door de beweegbare arm van de actuator inet verstelbare lengte 14 uit te schuiven en in te trekken, voert het toestel een voorwaarts en achterwaarts schommelende beweging van de DFR 10 uit en verwijdert daarbij de hinderlijke objecten. De hoekverplaatsing van de DFR in één richting verschilt
53257
BE2016/5460 bij voorkeur van de hoekverplaatsing in de tegengestelde riehting. In het specifieke geval van de DFR die weergegeven is in de tekeningen wordt de hoekverplaatsing in de achterwaartse riehting, d.w.z. in de riehting tegengesteld aan de normale draairichting, over een grotere hoek dan in de voorwaartse riehting uitgevoerd, zodat hinderlijke objeeten naar de voorkant van de DFR verwijderd worden, waar ze gemakkelijk afgevoerd kunnen worden.
Verdere details van hoe dit verwezenlijkt wordt, zijn weergegeven in Figuren 3a en 3b. Twee schamierbare palien 20/21 zijn op de hefboomkop 18 aangebracht en strekken zieh naar buiten uit vanaf de hefboomkop in tegengestelde riehtingen. De palien zijn aan hun diehtstbij gelegen uiteinde scharnierbaar met de hefboomkop 18 verbonden en zijn draaibaar ten opzichte van de hefboomkop 18 rond rotatieassen 50/51 die bij voorkeur evenwijdig lopen met de rotatieas 16 van de DFR. Elke pal is zo aan zijn verst afgelegen uiteinde gevormd dat hij in de ruirnte tussen de tanden van de tandkrans 12 past, op een wijze dat hij in Staat is de DFR aan een hoekverplaatsing te onderweipen in één van de twee tegengestelde draairichtingen, waarbij de hoekverplaatsing uitgevoerd wordt door de hydraulische actuator 14. Met andere woorden, één pal is geconfigureerd om de DFR in één riehting te drukken wanneer de actuator wordt uitgeschoven en de andere pal is geconfigureerd om de DFR in de tegengestelde riehting te drukken wanneer de actuator wordt ingetrokken. Bike pal is in Staat om slechts in één riehting op de tandkrans een kracht uit te uitoefenen. Bij de beweging in de tegengestelde riehting springt de pal over de tanden. Dus, wanneer één pal een rotatie van de DFR veroorzaakt, doet de andere dit niet en omgekeerd. Op basts daarvan verwijzen we hierna naar de 'aandrijvende' en de 'niet-aandrijvende' pal.
Verder is er een steunplaat 25 aangebracht. De plaat is stationair ten opzichte van de hefboom 15 en kan bijvoorbeeld op het DFR-frame aangebracht zijn. De steunplaat 25 is in de buurt van de tandkrans 12 aangebracht, bij voorkeur evenwijdig met de tandkrans, en heeft een bovenste velggedeelte 24, bij voorkeur met een gebogen vorm, meer bij voorkeur de vorm van een cirkelboog die minder of meer evenwijdig is met de boog van de tandkrans 12. Zoals te zien is in de tekeningen, zijn de palien 20/21 uitgerust met stangen 23 die zieh vanaf de palien zijdelings naar buiten uitstrekken en tot voorbij de positie van de steunplaat 25. Een niet-aandrijvende pal die de plaat nadert wordt door de plaat omhoog geheven. d.w.z. de steunplaat 25 heft de stang 23 en daarbij ook de pal 20/2 Î omhoog, waardoor de pal weg van de tandkrans 12 schamiert en daarbij enige interactie tussen deze pal en de tandkrans belet zolang de pai door de plaat 25
53257
BE2016/5460 ondersteund blijft. Het toestel is bij voorkeur zo geconfigureerd dat minstens één van de pallen over het volledige bereik van de hoekverplaatsing van de befboom, ondersteund wordt door de plaat 25 en daarbij belet wordt in wisselwerking te treden met de tandkrans
12. In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de pallen niet uitgerust met stangen 23 en is de steunplaat geconfigureerd om de draaiende pallen rechtstreeks te steunen. In dit geval kan de plaat de vorm hebben van een cilindrische schaal die zo aangebracht is tussen de tandkrans 12 en de pallen 20/21 dat de niet-aandrijvende pallen opwaarts Scharnieren en weg van de tandkrans 12 zodat ze er niet mee in wisselwerking kunnen treden wanneer ze de plaat bereiken.
In een deelbereik van het hoekverplaatsingsbereik, hiema het neutrale positiebereik of het neutrale bereik genoemd, worden beide pallen 20/21 door de steunplaat 25 ondersteund, d.w.z. dat geen van beide pallen in Staat is om in wisselwerking te treden met de tandkrans 12. Wanneer de DFR normaal werkt, d.w.z. aan het draaien wordt gebracht via de aandrijfriemschijf 11, wordt de hefboom 15 binnen het neutrale bereik gepositioneerd. Beide pallen 20 en 21 worden ondersteund door de plaat 25 en zijn daarbij niet in Staat om wisselwerking te treden met de tandkrans 12,
Wanneer er een blokkering voorkomt, dan kan de DFR heen en weer aan het schommelen gebracht worden door de actuator 14. Het uitschuiven van de beweegbare arm van de actuator 14 doet de eerste pal 20 in 'wisselwerking treden met de tandkrans 12 en veroorzaakt daarbij een achterwaartse rotatie van de DFR zodra deze pal voorbij de steunplaat 25 beweegt. Ondertussen blijft de tweede pal 21 ondersteund door de plaat 25 en wordt daarbij belet in wisselwerking te treden met de tandkrans 12. Wanneer de actuator 14 wordt ingetrokken, springt de eerste pal 20 over de fanden van de tandkrans tot hij de steunplaat 25 bereikt. Door de actuator verder in te trekken, wurden beide pallen over het neutrale bereik bewogen waar ze beide door de plaat 25 ondersteund worden. Daama bereikt de tweede pal 21 het uiteinde van de plaat 25 en treedt in wisselwerking met de tandkrans 12, en drukt de ring en daarbij de DFR over een hoekverplaatsing in de tegengestelde richting, d.w.z. in de voorwaartse richting van de DFR. Door het uitstrekken en intrekken van de actuator 14 een aantal keren te herhalen, wordt een schommelende beweging opgewekt, die geschikt is om de DFR te deblokkeren. Door passend ontworpen afmetingen en posities van de verschilfende onderdelen, bij voorbeeld de positie van de actuator 14 en de rotatieas ervan rond de beugel 13 en/of de afmetingen van de steunplaat 25, is het mogelijk een hoekverplaatsing te verkrijgen in de achterwaartse richting die groter is dan de hoekverplaatsing in de
53257
BE2016/5460 voorwaartse richting.
In de weergegeven uitvoeringsvorm is een bladveer 30 aan de construetie toegevoegd. De veer is verbonden met de hefboomkop 18 en geconfigureerd om de pallen 20/21 naar beneden tot onder de steunpiaat 25 of op de tandkrans 12 te drukken. Het bewegen van de pailen weg van de piaat of de tandkrans vindt plaats tegen de kracht van de voorspanveer in. De veer 30 zorgt er daarbij voor dat de pallen in contact blijven met ofwel de piaat 25 ofwel de tandkrans 12.
Figuren 4 a tot 4c geven zijaanzichten weer van het toestel in drie hoekposities van de hefboom 15. Figuur 4a is een aanzicht van een positie binnen het neutrale bereik. De pallen 20/21 worden ondersteund door de piaat 25 en worden daarbij belet in te grijpen in de tandkrans 12. Figuur 4b toont de positie waarbij de actuator 14 over zijn volledige lengte is uitgeschoven. De linkerpal 20 heeft ingegrepen in de tandkrans in en heeft de hefboom 15 naar zijn uiterste hoekpositie in de achterwaartse richting van de DFR gedrukt. Ondertussen is de rechterpal 21 in contact gebleven met de piaat 25 en kan dus niet wisselwerking komen met de tandkrans 12. Figuur 4c toont de positie waarbij de actuator 14 volledig is ingetrokken. De rechterpal 21 heeft de hefboom naar zijn tegengestelde extreme positie gedrukt in de voorwaartse draairichting van de DFR, terwijl de linkerpal 20 terug bewogen is tot in een positie waar hij uit de tandkrans gelicht wordt door de piaat 25. Het is te zien op deze tekeningen dat de hoekpositie van de hefboom in Figuur 4b groter is dan in Figuur 4c, d.w.z. dat de schommelende beweging van de DFR in zijn achterwaartse richting groter is dan in zijn voorwaartse richting.
Het toestel bevat bij voorkeur een sensor (niet weergegeven) om te bepalen wanneer de hefboom 15 het neutrale bereik heeft bereikt. De sensor kan gepiaatst worden op de hydraulische actuator 14 en kan eender welk bekend sensortype zijn dat toegepast wordt voor dit doel. Als altematief kan de sensor gepiaatst worden op de hefboom 15 of op de steunpiaat 25, en kan eender welk sensortype zijn dat geschikt is om de positie te bepalen van een bewegend onderdeel. Als altematief van of aanvullend bij een sensor, kan het toestel uitgerust worden met een contraveer die geconfigureerd is om de hefboom 15 naar het neutrale bereik te bewegen wanneer de actuator 14 zieh in de drukloze toestand bevindt. Een derde mogelijkheid is het gebruik van een hydraulische actuator die uitgerust is met een cilinder met 3 posities die de actuator in een centrale positie dwingt wanneer beide zijden onder druk worden gezet. In plaats van een hydraulische actuator kunnen andere actuatortypes met verstelbare lengte gebruikt worden, zoals een
53257
BE2016/5460 pneumatische actuator of een krukasmeehanisme.
Een andere uitvoeringsvorm van een toestel volgens de uitvinding is weergegeven in Figuur 5. Een hydraulische actuator 34 met veränderbare lengte is aangebracht tussen twee vaste punten 35/36 zodat de eilinder 37 van de actuator tussen de punten bewogen kan worden, Een plaat 38 is verbonden met de eilinder door een paar verschuifbare elementen 39, zodat de eilinder 37 lineair beweegbaar is ten opzichte van de plaat 38 en omgekeerd. Een hefboom 40 is aan zijn verst afgelegen uiteinde verbonden met de plaat 38 door een schamierverbinding 43, d.w.z. dat de hefboom draaibaar is ten opzichte van de plaat 38. Verder is de hefboom 40 aan zijn dichtstbij gelegen uiteinde verbonden met de eilinder 3 7 door een as 44 die in een langwerpige opening 45 van de hefboom is aangebracht, en maakt daarbij het draaien van de hefboom 40 fen opzichte van de eilinder 37 mogelijk en maakt tegelijk een transiatie mogelijk binnen de grenzen van de langwerpige opening 45. Aan zijn verst afgelegen uiteinde bevat de hefboom 40 aan tegenoverliggende zijden twee pallen 20/21. De palien zijn geconfigureerd om in wisselwerking te treden met respectieve palwielen 48/49, die beide aan de DFR (niet weergegeven) zijn bevestigd, d.w.z. beide palwielen vonnen een uniform stel krachtoverbrengende elementen die samen met de DFR rond de rotatieas 16 ervan draaien. De positie die weergegeven is in Figuur 5 is een neutrale positie, d.w.z. dat geen van beide pallen in wisselwerking komt met de palwielen. Een beweging van de eilinder 37 naar links vanaf de weergegeven neutrale positie veroorzaakt eerst het draaien van de hefboom 40 rond Scharnier 43 terwijl de plaat 38 stationair blijft, d.w.z. dat de eilinder ten opzichte van de stationair verschuifbare elementen 39 beweegt. Dit gaat zo door tot de linkerpal 20 in het grootste palwiel 48 van de twee ingrijpt. Verdere beweging naar links van de eilinder 37 veroorzaakt nu een simultane beweging van de plaat 38 en de eilinder 37 terwijl de hefboom 40 verder draait ten opzichte van de plaat 38, zodat rotatie van het grotere palwiel 48 naar links geactiveerd wordt. Wanneer de eilinder 37 een eindpositie bereikt, wordt een beweging naar rechts ingeleid. De linkerpal 20 komt vrij van het grotere palwiel 48. De eilinder 37 en de plaat 38 bewegen terug naar de centrale positie. Bij het bewegen tot voorbij de centrale positie, grijpt in een bepaald punt de rechterpal 21 in het kleine palwiel 49 in, en brengt de verdere beweging van de eilinder 37 het kleine palwiel 49 in de tegengestelde richting aan het draaien. Weloverwogen bepaling van de grootte van de diameters van de palwielen 48/49 en andere afinetingen en posities van onderdelen maakt het mogelijk een rotatie in één richting te verkrijgen die groter is dan de rotatie in de tegengestelde richting. Op die manier wordt een
53257
BE2016/5460 schommelende beweging uitgevoerd die geschikt is om de DFR te deblokkeren.
In de uitvoeringsvorm van Figuur 5 wordt het neutrale positiebereik van de hefboom niet bepaald door een steunplaat en zijn de pallen niet schamierbaar ten opzichte van de hefboom. Het neutrale bereik wordt bepaald door de afmetingen van de onderdelen, bijvoorbeeld de exacte vorm en grootte van de paiîen, Figuur 5 is een schematische voorstelling en geen technische tekening van een praktisch systeem. De vakman ter zake begrijpt echter het principe van deze uitvoeringsvorm en is in Staat om op de passende wijze deze uitvoeringsvorm in de praktijk om. te zetten. Bijvoorbeeld bewegen de pallen 20/21 niet in hetzelfde vlak evenwijdig met de tekening maar moeten zo vervaardigd worden dat ze werken in respectieve evenwijdige vlakken waarin de palwielen 48/49 gepositioneerd zijn.
Elementen uit de eerder beschreven uitvoeringsvormen kunnen bovendien gecombineerd worden zoals ook vanzelf spreekt voor de vakkundige lezer. Het toestel van Figuren 2 tot 4 kan bijvoorbeeld uitgerust zijn met een gelijkvormig stel van twee palwielen die bediend 'worden door pallen die al dan niet draaibaar zijn ten opzichte van de hefboom. Of de uitvoeringsvorm van Figuur 5 kan uitgerust worden met één enkele tandkrans, met pallen die schamierbaar zijn ten opzichte van de hefboom en met een steunplaat om het neutrale positiebereik te definieren op de manier die weergegeven is in de Figuren 3 en 4.
Een andere uitvoeringsvorm is weergegeven in Figuur 6. In deze uitvoeringsvorm zijn de twee pallen 20/21 de tegenoverliggende buitenste uiteinden van een enkel symmetrisch onderdeel 55 dat schamierbaar is ten opzichte van een hefboom 15, rond een centrale as 56. Dit is dus eveneens een uitvoeringsvorm waarbij de pallen schamierbaar zijn ten opzichte van de hefboom. De hefboom 15 heeft een hefboomarm 17 en een hefboomkop 18 en draait rond de rotatieas 16 van de DFR, zoals in de eerste uitvoeringsvorm. Een onderdeel 57 met de vorm van een omgekeerde T is schamierbaar verbonden met de hefboomkop 18, en is schamierbaar rond as as 58 die bij voorkeur evenwijdig is met de rotatieas 16 van de DFR. Gezien vanaf de rotatieas 16 van de DFR, is het T-vonnige onderdeel 57 radiaal naar buiten ten opzichte van het symmetrische onderdeel 55 geplaatst. Het uiteinde van een actuator met verstelbare îengte (niet weergegeven) is draaibaar bevestigd aan het uiteinde 59 van het verticale been van het Tvormige onderdeel. De actuator kan een hydraulische actuator zijn, zoals die welke gebruikt wordt in de eerste uitvoeringsvorm. De horizontale uiteinden van het T-vormige onderdeel 57 zijn verbonden met het symmetrische onderdeel 55 door een paar linéaire
53257
BE2016/5460 veren 60/61. Zijdelingse aanslagen 62/63 zijn op de hefboomkop 18 aangebracht, die het draaien van het T-vormige onderdeel ten opzichte van de hefboomkop beperken. De pallen 20/21 zijn geconfigureerd om, zoais in de eerste uitvoeringsvorm, in een tandkrans 12 die bevestigd is op de DFR in te grijpen. Een piaat 25 is aangebracht tussen de pallen en de tandkrans om een neutraal positiebereik van de hefboom 15 te definieren door de pallen te beletten in wisselwerking te treden met de tandkrans. De actuator is zo gepositioneerd dat het uitstrekken van de actuator beweging naar de linkerkant vanuit de positie die weergegeven is in Figuur 6 zal veroorzaken, en het intrekken van de actuator zai beweging naar de rechterkant veroorzaken.
Wanneer de actuator wordt uitgeschoven ten opzichte van de positie die weergegeven is in Figuur 6, is de initiëie beweging het kanteien van het T-vormige onderdeel 57 naar links ten opzichte van de stationaire hefboom 15. De schamierbare verbinding van het T-vormige onderdeel 57 met de hefboom 15 moet zo ontworpen zijn dat het draaien van dit onderdeel wrijvingskrachten ondervindt die aanzienlijk lager zijn dan de wrijving van de hefboom 15 bij het draaien ervan rond de as 16 van de DFR. Door een geschikte construetie van de schamierbare verbinding van het T-vormige onderdeel 57 met de hefboom 15, bijvoorbeeld door een rollager of een ander type lager met geringe wrijving toe te passen, is het mogelijk om het gewenste wrijvingsverschil te verkrijgen. Het verschil moet voldoende groot zijn om er zeker van te zijn dat het Tvormige onderdeel 5 7 in beide inrichtingen schamierbaar is zonder een rotatie van de hefboom î 5 te veroorzaken.
In de positie die weergegeven is in Figuur 6, zijn bij voorkeur beide veren 60/61 uitgerekt, d.w.z. dat beide veren een kracht uitoefenen die de respectieve uiteinden van het T-stuk 57 naar het symmetrische onderdeel 55 trekt en omgekeerd. Wanneer het Tstuk 57 naar links zwenkt onder invloed van de kracht die uitgeoefend wordt door de actuator, wordt de linkse veer 60 samengedrukt ten opzichte van zijn begintoestand en wordt de rechtse veer 61 verder uitgerekt. Het T-stuk 57 blijft zwenken tot het gestopt wordt door de aansiag 62, waarbij de hefboom 15 en het T-stuk 57 in dit puni als één geheel rond de as 16 van de DFR beginnen te draaien. Zolang de linkerpal 20 in contact blijft met de piaat 25 is er geen relatieve beweging van het symmetrische onderdeel 55 ten opzichte van de hefboom 15 mogelijk. Op een bepaald puni bereikt de linkerpal 20 het uiteinde van de pîaat 25. Aangezien het symmetrische onderdeel 55 niet langer tegengehouden wordt door de piaat 25, zijn de veerkrachten nu in Staat om op het symmetrische onderdeel 55 in te werken. De hogere veerkracht aan de rechterkant doet
53257
BE2016/5460 het symmetrische onderdeel 55 aan deze rechterkant opwaarts Scharnieren, en dus neerwaarts aan de tegenoveriiggende kant, en drukt zodoende de linkerpal 20 naar de tandkrans 12, om in te grijpen in de tanden van de tandkrans. Verder uitschuiven van de actuator veroorzaakt dus het draaien van de tandkrans 12 en daarbij van de DFR naar links. Wanneer de actuator ingetrokken wordt na de uiterst linkse positie bereikt te hebben, bereikt de linkerpal 20 de rand van de plaat 25 en wordt daardoor weg van de tandkrans 12 gedrukt, Beide pallen worden ook nu belet om in wisselwerking te treden met de tandkrans 12. Het T-stuk 57 draait weg van de aanslag 62 en wordt nadien naar de tegenoveriiggende aanslag 63 gekanteld tot op het punt waarop het veroorzaken van de rotatie in de andere richting kan beginnen. Zoals in de vorige uitvoeringsvormen kunnen de vorm en grootte van het symmetrische onderdeel 55 en de pallen 20/21, het T-stuk 57 en de hefboom 15 zo ontworpen worden dat de hoekverplaatsing van de hefboom 15 in één richting verschilt van die in de andere richting. De veren 60/61 zijn zo ontworpen dat ze de hierboven beschreven werking hebben. Het toestei van de uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven toepassing met betrekking tot een dynamische toevoerroi, maar kan toegepast worden op eender welk draaiend onderdeel van een werkmachine die een schommelende beweging moet uitvoeren. Het toestei van de uitvinding kan bijvoorbeeld toegepast worden op de rotor van een balenpers, die gebruikt wordt om stro naar de balenkamer voort te stuwen. De uitvinding is niet beperkt tôt een toestei om een schommelende beweging van een draaiend onderdeel te veroorzaken. Uitvoeringsvormen van het toestei kunnen bijvoorbeeld toegepast worden voor het veroorzaken van een schommelende beweging van een lineair beweegbaar onderdeel, door een tandheugel te verschaffen in plaats van een tandkrans 12. In plaats van de palwieîen 48/49 irt de uitvoeringsvorm van Figuur 5, zouden een paar lineair palmechanismen gebruikt kunnen worden.
53257
BE2016/5460
Claims (10)
1. Toestel voor het veroorzaken van een sehommelende beweging van een beweegbaar onderdeel (10), waarbij het toestel het volgende bevat:
2. Toestel volgens conclusie 1, waarbij het verplaatsingsbereik van het beweegbare onderdeel (10) in de eerste richting verschilf van het verplaatsingsbereik van het beweegbaar onderdeel (10) in de tweede richting.
30
3. Toestel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de pallen (20, 21) schaniierbaar zijn ten opzichte van de hefboom (15) en het toestel verder uitgerust is met een steunplaat (25) die stationair is ten opzichte van de hefboom. (15, 40) en zo geconfigureerd is dat wanneer een pal die geen beweging van het krachtoverbrengende element veroorzaakt de plaat naderf, de pal gedwongen wordt door de plaat om weg van het krachtoverbrengende
53257
BE2016/5460 element te Scharnieren zodat eender welke wisselwerking tussen de pallen en het krachtoverbrengende element belet wordt.
4. Toestel volgens conclusie 3, waarbij de pallen (20, 21) uitgerust zijn met stangen
5 14. Toestel volgens conclusie 13, dat geconfigureerd is om een schommeiende beweging van een draaibaar onderdeel te veroorzaken waarbij de beweging in de achterwaartse rotatierichting van het onderdeel groter is dan de beweging in de voorwaartse richting.
5. Toestel volgens conclusie 3, waarbij de steunplaat (25) aangebracht is tussen het krachtoverbrengende element (12) en de pallen (20, 21), zodat, wanneer een pal die geen beweging van het krachtoverbrengende element veroorzaakt de plaat (25) nadert, de pal weggedrukt wordt van het krachtoverbrengende element door rechtstreeks contact tussen
15 de pal en de plaat (25).
5 (23) die zieh zijdelings uit de pal uitstrekken en waarbij de steunplaat (25) gepositioneerd is in de buurt van het krachtoverbrengende element (12) en een velggedeelte (24) bevat dat geeonfigureerd is om de stangen (23) en daarbij de pallen (20, 21) naar een positie te dwingen waarin eender welke wisselwerking met het krachtoverbrengende element (12) belet wordt.
5 · een actuator (14, 34), • Hefboom (15, 40) die geconfigureerd is om onderworpen te worden door de actuator aan een hoekverpiaatsing in twee tegengestelde richtingen ten opzichte van een neutraal positiebereik, • een krachtoverbrengend element (12;48, 49) dat bevestigd is aan het beweegbare
Î 0 onderdeel, ® en waarbij de hefboom (15, 40) is uitgerust met een paar tegen elkaar geplaatste pallen (20, 2 Î ), waarbij de palien zo gevormd zijn dat ze ingrijpen in het krachtoverbrengende element zodat:
• beide pallen belet worden in te grijpen in het krachtoverbrengende element
15 wanneer de hefboom (15, 40) zieh binnen het neutrale positiebereik bevindt, ® het krachtoverbrengende element (12; 48, 49) en daarbij het beweegbare onderdeel verplaatst worden in de eerste van de twee tegengestelde richtingen door de eerste pal (20) die ingrijpt in het krachtoverbrengende element, 'wanneer de hefboom (15, 40) het neutrale positiebereik in de eerste richting verlaat,
20 · het krachtoverbrengende element (12:48, 49) en daarbij het beweegbare onderdeel verplaatst 'worden naar de tweede van de twee tegenovergestelde richtingen door de tweede pal (21) in te doen grijpen in het krachtoverbrengende element, wanneer de hefboom (15, 40) het neutrale positiebereik in de tweede richting verlaat.
6. Toestel volgens een of meerdere conclusies 3 tot 5, waarbij de pallen (20, 21) de tegenoverliggende buitenste uiteinden van een enkel symmetrisch onderdeel (55) zijn dat schamierbaar is ten opzichte van een hefboom (15), en waarbij een onderdeel (57) in de
20 vomi van een omgekeerde T schamierbaar verbonden is met de hefboom, waarbij het Tvormige onderdeel zelf schamierbaar verbonden is aan het uiteinde van zijn verticale been met de actuator (14), waarbij de horizontale benen van het T-vormige onderdeel (57) respectievelijk verbonden zijn met de tegenoverliggende uiteinden van het enkelvoudige onderdeel (55) door middel van een paar veren (60, 61), en waarbij het
25 draaien van het T-vormige onderdeel (57) ten opzichte van de hefboom (15) wordt beperkt door een paar aanslagen (62, 63) die op de hefboom (15) geplaatst zijn aan weerskanten van het T-vormige onderdeel (57).
7. Toestel volgens een of meerdere van de conclusies 3 tot 5, dat verder een veer
30 (30) bevat die bevestigd is aan de hefboom (15) terwijl hij een veerkracht uitoefent op de pallen om contact in stand te houden tussen de pallen (20, 21) enerzijds en de plaat (25) of het krachtoverbrengende element (12) anderzijds.
53257
BE2016/5460
8. Toesteî volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij de hoekverplaatsing van de hefboom (15) plaats vindt rond een as (16) die stationair is ten opzichte van de hefboom (15).
9. Toestel volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 5, waarbij de actuator (34) een beweegbaar deel (37) bevat dat geconfigureerd is om een linéaire beweging uit te voeren tussen twee stationaire punten (35, 36), en waarbij de hoekverplaatsing van de hefboom (40) plaats vindt ten opzichte van een plaat (38) die verbonden is met het beweegbare deel (37) van de actuator terwijl de plaat (38) lineair beweegbaar is ten opzichte van het beweegbare deel (37) van de actuator, en waarbij de pallen (20, 21) bevestigd zijn aan de hefboom aan zijn verst afgelegen uiteinde terwijl de hefboom (40) zelf aan zijn dichtstbij gelegen uiteinde verbonden is met het beweegbare deel (37) van de actuator op een manier zodat hij in staat is te schamieren en een translatie te ondergaan ten opzichte van een punt (44) van het beweegbare deel (37),
10. Toestel volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij het krachtoverbrengende element een enkelvoudig deel (12) met tandwieltanden (12) erop aangebracht bevat of emit bestaat, en waarbij één pal (20) geconfigureerd is om in te grijpen in de fanden van het tandwiel om het beweegbare onderdeel in één richting te bewegen, en de andere pal (21) geconfigureerd is om de tandwieltanden mee te nemen om het beweegbare onderdeel in de tegengestelde richting te bewegen.
11. Toestel volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 9, waarbij het krachtoverbrengende element een gelijkmatig stel van twee palwielen (48, 49) bevat of emit bestaat, en waarbij één pal (20) geconfigureerd is om in te grijpen in één palwiei (48) om het beweegbare onderdeel in één richting te bewegen, en de andere pal (21) geconfigureerd is om in te grijpen in het andere palwiei (49) om het beweegbare onderdeel in de tegengestelde richting te bewegen.
12. Toestel volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, dat verder een sensor bevatg om te bepalen of de hefboom (15, 40) al dan niet binnen het neutrale positiebereik ligi
53257
BE2016/5460
13. Toestel volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij het beweegbare onderdeel (10) een draaibaar onderdeel is en de verplaatsing van het onderdeel een hoekverplaatsing is.
10 15. Maaidorser uitgerust met een dynamische toevoerrol (10) en een apparaat volgens conclusie 14 dal op de dynamische toevoerrol is aangebracht
53257
BE2016/5460
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20165460A BE1024310B1 (nl) | 2016-06-22 | 2016-06-22 | Deblokkeertoestel voor een werkmachine |
BR102017013151-3A BR102017013151B1 (pt) | 2016-06-22 | 2017-06-19 | Aparelho de atuação de uma movimentação de balanço de um componente móvel e colheitadeira combinada |
EP17176816.1A EP3259980B1 (en) | 2016-06-22 | 2017-06-20 | Deblocking apparatus for a work machine |
US15/630,525 US10344839B2 (en) | 2016-06-22 | 2017-06-22 | Deblocking apparatus for a work machine |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20165460A BE1024310B1 (nl) | 2016-06-22 | 2016-06-22 | Deblokkeertoestel voor een werkmachine |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1024310A1 BE1024310A1 (nl) | 2018-01-24 |
BE1024310B1 true BE1024310B1 (nl) | 2018-01-30 |
Family
ID=56800086
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20165460A BE1024310B1 (nl) | 2016-06-22 | 2016-06-22 | Deblokkeertoestel voor een werkmachine |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US10344839B2 (nl) |
EP (1) | EP3259980B1 (nl) |
BE (1) | BE1024310B1 (nl) |
BR (1) | BR102017013151B1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
USD842348S1 (en) * | 2017-12-13 | 2019-03-05 | Cnh Industrial America Llc | Straw paddle for a discharge beater of a combine harvester |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3608557A (en) * | 1970-03-04 | 1971-09-28 | Case Co J I | Harvesting machine deslugging mechanism |
DE2112994A1 (de) * | 1971-03-18 | 1972-09-21 | Kemper Kg Wilhelm | Vorrichtung zum Antrieb eines Transportbodens |
EP0139264A1 (de) * | 1983-10-07 | 1985-05-02 | Klöckner-Humboldt-Deutz Aktiengesellschaft | Vorrichtung zum Rückdrehen der Einzugsschnecke eines Mähdreschers |
FR2738709A1 (fr) * | 1995-09-14 | 1997-03-21 | Claas Ohg | Presse a balles pour produits de recolte |
EP1847170A1 (en) * | 2006-04-18 | 2007-10-24 | CNH Belgium N.V. | Rotor reversing mechanism |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3578129A (en) * | 1967-08-30 | 1971-05-11 | Mitsubishi Electric Corp | Control device for positioning carriages of business machines |
DE2452035C3 (de) | 1974-11-02 | 1984-10-25 | Maschinenfabriken Bernard Krone Gmbh, 4441 Spelle | Vorrichtung zum Steuern des Antriebs eines Transportbodens, z.B. Roll- oder Kratzbodens an landwirtschaftlichen Fahrzeugen und Arbeitsmaschinen |
US5626062A (en) * | 1992-01-16 | 1997-05-06 | Colvin; David S. | Socket and ratchet wrench |
US6681552B2 (en) * | 2001-02-02 | 2004-01-27 | Vermeer Manufacturing Company | Baler rotor reverser |
US6644006B1 (en) * | 2002-07-19 | 2003-11-11 | New Holland North America, Inc. | Remote reverse control for pick-up rotor |
GB2437908A (en) | 2006-05-09 | 2007-11-14 | Cnh Belgium Nv | Coupling mechanism for harvesting machine |
BE1020277A3 (nl) * | 2011-10-17 | 2013-07-02 | Cnh Belgium Nv | Omkeermechanisme en transportmiddelen en daarmee uitgeruste agrarische balenpers. |
-
2016
- 2016-06-22 BE BE20165460A patent/BE1024310B1/nl active IP Right Grant
-
2017
- 2017-06-19 BR BR102017013151-3A patent/BR102017013151B1/pt active IP Right Grant
- 2017-06-20 EP EP17176816.1A patent/EP3259980B1/en active Active
- 2017-06-22 US US15/630,525 patent/US10344839B2/en active Active
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3608557A (en) * | 1970-03-04 | 1971-09-28 | Case Co J I | Harvesting machine deslugging mechanism |
DE2112994A1 (de) * | 1971-03-18 | 1972-09-21 | Kemper Kg Wilhelm | Vorrichtung zum Antrieb eines Transportbodens |
EP0139264A1 (de) * | 1983-10-07 | 1985-05-02 | Klöckner-Humboldt-Deutz Aktiengesellschaft | Vorrichtung zum Rückdrehen der Einzugsschnecke eines Mähdreschers |
FR2738709A1 (fr) * | 1995-09-14 | 1997-03-21 | Claas Ohg | Presse a balles pour produits de recolte |
EP1847170A1 (en) * | 2006-04-18 | 2007-10-24 | CNH Belgium N.V. | Rotor reversing mechanism |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BR102017013151A2 (pt) | 2018-01-09 |
BE1024310A1 (nl) | 2018-01-24 |
US20170370452A1 (en) | 2017-12-28 |
BR102017013151B1 (pt) | 2022-12-13 |
EP3259980B1 (en) | 2021-03-17 |
EP3259980A1 (en) | 2017-12-27 |
US10344839B2 (en) | 2019-07-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1026645B1 (nl) | Gewassnijtoestel, landbouwmachine die zulk gewassnijtoestel bevat en werkwijze om gewas te snijden | |
DE102007015101C5 (de) | Gutaufnehmer mit einer von der Drehrichtung abhängigen Stellung der Zinkenträger | |
EP2099283B1 (en) | Baler with multi-auger pickup | |
BE1023185B1 (nl) | Positionerings-en veiligheidsapparaat, geschikt voor het regelen van de dorskorfophanging in een maaidorser | |
NL1038109C2 (en) | Tine control for balers. | |
US10537068B2 (en) | Apparatus and machine for transferring agricultural products, in an agricultural machine | |
WO2012167219A2 (en) | Rubber torsion spring and cushion to protect cutter knives in baler | |
EP2384616A1 (de) | Aufnahmevorrichtung an Erntemaschinen | |
US7730704B2 (en) | Agricultural press | |
BE1026646B1 (nl) | Gewassnijtoestel,landbouwmachine die zulk gewassnijtoestel bevat en werkwijze om het mes te verwijderen | |
BE1024310B1 (nl) | Deblokkeertoestel voor een werkmachine | |
US3611690A (en) | Agricultural implement such as a haymaker | |
EP3150060B1 (de) | Strohhäcksler für einen mähdrescher mit gegenmessern und reibleiste | |
BE1026187B1 (de) | Auswurfanordnung zur Anbringung am Ende einer Austrageinrichtung | |
DE102005036675A1 (de) | Mehrtrommeldreschwerk | |
EP3150057A1 (en) | Apparatus for the movement and transport of agricultural products | |
EP3669638B1 (de) | Landwirtschaftliche erntemaschine | |
EP1595434B1 (de) | Haspelzusammenbau | |
US11096329B2 (en) | Crop conditioner hood with integrated swathboard | |
US20100230930A1 (en) | Drawn agricultural machine | |
EP2147590B1 (de) | Gutaufnehmer mit einer von der Drehrichtung abhängigen Stellung der Zinkenträger | |
NL9401502A (nl) | Landbouwmachine. | |
EP2656723B1 (de) | Erntegutrestehäcksel und -verteilanordnung für einen Mähdrescher mit in eine Schwadablageposition verbringbaren Führungselementen | |
US20220386520A1 (en) | Towed agricultural apparatus | |
SE201430C1 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20180130 |