NL8004110A - Schakeling voor het copieeren van een videosignaal van het "chroma under" type. - Google Patents

Description

- C/Ca/eh/1147 !

Schakeling voor het copiëren van een videosignaal van het "chroma under" type.

De uitvinding heeft betrekking op een schakeling voor het copiëren van een videosignaal bij een videosignaal- opneem- en -weergeefstelsel van het "chroma under" type, en meer in het bijzonder voor toepassing bij een dergelijk 5 stelsel, waarbij tevens frequentieverweving ter vermijding van overspraak tussen registratiesporen wordt toegepast.

Sinds enige tijd vindt toepassing op grotere schaal plaats van een videosignaalopneem- en -weergeefstelsel van het zogenaamde "chroma under" type. Daarbij wordt zodanig 10 te werk gegaan, dat wanneer een ingangskleurenvideosignaal op een magneetband wordt opgenomen, het luminantiesignaal S^ van het ingangsvideosignaal aan frequentiemodulatie tot een luminantiesignaal wordt onderworpen, terwijl de draaggolffrequentie van het chrominantiesignaal S van het c 15 ingangsvideosignaal naar een lagere frequentiewaarde f van c bijvoorbeeld 688 KHz wordt omgezet ter verkrijging van een aan frequentie-orazetting onderworpen chrominantiesignaal C ,

O

waarna de uit deze beide bewerkingen resulterende signalen Yj,M en Cc in frequentievermenigvuldigde vorm op de magneet-20 band worden opgenomen. Wanneer bij een dergelijk stelsel signaalcopiëring (dubbing) dient plaats te vinden, wordt het reeds opgenomen kleurenvideosignaal in de desbetreffende vorm (chroma under) door een eerste videobandapparaat van het stelsel uitgelezen en vervolgens door een tweede video-25 bandapparaat van het stelsel voor copiëring op een andere magneetband opgenomen. Met het doel, de tijdens en door de signaalcopiëring eventueel veroorzaakte kwaliteitsvermindering van het signaal en daarmede van het later zichtbaar te maken beeld zo gering mogelijk te houden, gaat men derhalve 30 zodanigf te werk, dat het chrominantiesignaal niet eerst naar zijn oorspronkelijke draaggolffrequentie wordt teruggebracht doch in zijn door frequentie-omzetting verkregen vorm C zo- c wel wordt uitgelezen als opnieuw wordt opgenomen, terwijl het in de vorm van het frequentiegemoduleerde signaal uitge-' 35 lezen luminantiesignaal eveneens in dié vorm naar het tweede videobandapparaat wordt overgebracht en daardoor wordt opge- onn i11 η - 2 - nomen. .

Ter verbetering, dat wil zeggen ter vergroting, van de registratiedichtheid heeft men voorts reeds voorgesteld, bij de signaalopname zodanig te werk te gaan, dat tussen aan-5 grenzende registratiesporen geen beschermingsband wordt gevormd. Bij een dergelijk type videobandapparaat wordt de magneetband gewoonlijk over een hoek van ongeveer 180° om een cylindervormige bandleitrommel van het apparaat gewikkeld, waarbij twee magneetkoppen met onderling verschillende 10 azimuthhoek afwisselend registratiesporen op de band vormen.

De overspraakcomponenten, welke bij uitlezing van luminantie-signaalcomponenten uit aangrenzende registratiesporen resulteren, worden geëlimineerd door het uit het verschil in azimuthhoek resulterende azimuthverlies, terwijl de overeen-15 komstige overspraakcomponenten van het uitgelezen chrominantie-signaal Cc na heromzetting van dit signaal naar zijn oorspronkelijke draaggolffrequentie door middel van een kamfilter worden verwijder'd, waartoe tijdens de frequentieheromzetting zogenaamde frequentieverweving (frequency interleaving) wordt 20 gebruikt. Het zojuist genoemde feit, dat het uitgelezen chro-minantiesignaal Cc in principe uit de aangrenzende registratiesporen afkomstige overspraakcomponenten bevat, heeft echter tot gevolg, dat bij de hiervoor beschreven signaalcopiëring van een videosignaal van het "chroma under" type, waarbij der-25 halve geen tussentijdse frequentieheromzetting zou plaatsvinden, geen eliminatie van de desbetreffende overspraakcomponenten plaats vindt, hetgeen een duidelijke kwaliteitsvermindering van het gecopieerde videosignaal veroorzaakt.

De uitvinding beoogt, hierin verbetering te brengen 30 en een nieuwe schakeling voor het copiëren van een videosignaal van het "chroma under" type te verschaffen.

Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een dergelijke schakeling te verschaffen, welke geschikt is voor toepassing bij signaalopname zonder beschermingsband van een 35 videosignaal van het "chroma under" type.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schakeling voor het copiëren van een videosignaal, waarbij eliminatie van overspraakcomponenten uit het chromi- 8004110 ! ί - 3 - nantiesignaal wordt verkregen.

Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een schakeling voor het copiëren van een videosignaal van het "chroma under" type zonder beschermingsband, 5 waarbij overdracht van het uitgelezen chrominantiesignaal naar een voor copievorming dienend opneemvideobandapparaat zonder frequentieheromzetting van het uitgelezen chrominantiesignaal kan worden toegepast.

Daartoe stelt de uitvinding voor, dat bij signaal-10 copiëring (dubbing) de overspraakcomponenten van een oorspronkelijke frequentie (3,56 MHz) door frequentieheromzetting van de chrominantiesignalen en door toepassing van een kam-filter worden afgescheiden. Vervolgens worden deze afgescheiden overspraakcomponenten naar een lagere frequentiewaarde (688 KHz) 15 omgezet en in die vorm gebruikt voor vereffening van de overspraakcomponenten, welke aanwezig zijn in de uit de oorspronkelijke magneetband uitgelezen en naar een opneemvideo-bandapparaat overgebrachte chrominantiesignalen.

Het op een videoband opgenomen chrominantiesignaal 20 wordt bij zijn frequentie-omzetting bij ieder registratie-spoor gewijzigd voor overspraakvereffening van de chroma componenten. Het is derhalve noodzakelijk, bij de signaal-opname een speciaal identificatieregistratiespoor of identi-ficatiespoor ID toe te passen. Indien de fasemodulatie van 25 het chrominantiesignaal bij de signaaloverdracht naar het opneemvideobandapparaat in dié van het oorspronkelijke signaal wordt omgezet, is de toepassing van een speciaal identificatiespoor echter onnodig. In dat geval zijn twee verbindingsleidingen voldoende.

30 De uitvindingsgedachte kan worden toegepast bij een stelsel, waarbij overspraakvereffening onder gebruikmaking van frequentieverweving wordt toegepast.

Daartoe verschaft de uitvinding een schakeling voor het copiëren van een videosignaal bij een videosignaal-35 opneem- en -weergeefstelsel van het "chroma under" type, waarbij de in aangrenzende registratiesporen opgenomen chrorai-nantiesignaalcomponenten ter eliminatie van chrominantie- onn i 1 m - 4 - signaaloverspraak uit aangrenzende registratiesporen bij signaaluitlezing zodanig worden gewijzigd, dat zij met elkaar in frequentieverwevingsrelatie komen te verkeren. Volgens de uitvinding dient een dergelijke schakeling te zijn voorzien 5 van middelen voor afleiding van uitgelezen chrominantie- signalen met overspraakcomponenten; middelen voor afscheiding van de overspraakcomponenten uit de uitgelezen chrorainantie-signalen door middel van een kamfilter? middelen voor menging van de uitgelezen chrominantiesignalen met de afgescheiden 10 overspraakcomponenten voor eliminatie van overspraakcomponenten; en van middelen voor toevoer van de van overspraak gezuiverde chrominantiesignalen aan een signaalopneeminrichting.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening 15 van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: figuur 1 een spectraalverdeling van een videosignaal van het "chroma under" type bij opname door middel van een videobandapparaat, 20 figuur 2 een schematische weergave van een magneet band met twee.afwisselend daarop door twee roterende magneet-koppen gevormde registratiesporen, figuur 3 een blokschema van een videobandapparaat voor opname volgens dergelijke registratiesporen onder toe-25 passing van een uitvoeringsvorm van de uitvinding, figuur 4 een blokschema van een videobandapparaat voor uitlezing van door middel van het videobandapparaat volgens figuur 3 opgenomen videosignalen onder toepassing van een met dié volgens figuur 3 overeenkomende uitvoeringsvorm van de 30 uitvinding, figuur 5 een blokschema van een voor uitlezing dienend videobandapparaat, waarbij een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt toegepast, en figuur 6 een blokschema van een videobandapparaat 35 voor opname van voor uitlezing door middel van het videobandapparaat volgens figuur 5 geschikte registratiesporen, waarbij dezelfde uitvoeringsvorm als in figuur 5 van de uitvinding wordt toegepast.

800 4 1 1A

- 5 - r i

Voorafgaande aan een nadere beschrijving van de uitvinding, wordt eerst de werking beschreven van een zonder be-schermingsband opererend videobandapparaat van het "chroma under" type, dat is uitgevoerd als een apparaat met twee mag-5 neetkoppen en schroeflijnvormige bandaftasting.

Figuur 1 toont het frequentiespectrum of de spectraal verdeling bij signaalopname van het type "chroma under", waarbij het luminantiesignaal St^. door frequentiemodulatie wordt omgezet in een frequentiegemoduleerd luminantiesignaal 10 en het chrominantiesignaal Sc door frequentie-omzetting naar een lager gelegen, draaggolffrequentie wordt omgezet in het signaal Cc· De beide signalen en Cc worden na multi-plexering op de magneetband opgenomen.

Bij het van aanvraagster afkomstige "Beta-max" 15 systeem, dat een voorbeeld van het "chroma under" systeem vormt, wordt ter verkrijging van een signaalopname zonder beschermingsbanden voor het chrominantiesignaal C op de

O

volgende wijze te werk gegaan. Op een magneetband T worden afwisselend door twee roterende magneetkoppen registratie-20 sporen Ta en Tb gevormd (zie figuur 2), waarbij het aan frequentie-omzetting onderworpen chrominantiesignaal Cc bij iedere beeldregelperiode (1H) aan fase-omkering wordt onderworpen, waarna het aldus verkregen signaal volgens het re-gistratiespoor Ta en het niet aan fase-omkering onderworpen 25 signaal C volgens het registratiespoor Tb wordt opgenomen.

Hoewel de tekening zulks niet laat zien, zijn voor de azimuth-hoeken van de beide magneetkoppen onderling verschillende waarden gekozen, zodat de bij signaaluitlezing uit aangrenzende registratiesporen resulterende overspraakcomponenten van het .

30 frequentiegemoduleerde luminantiesignaal YFM door het resulterende azimuthverlies worden geëlimineerd.

Figuur 3 toont het blokschema van een videobandapparaat voor een dergelijke signaalopname, waarbij tevens toepassing van een uitvoeringsvorm van de uitvinding plaats 35 vindt. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 wordt een via een ingangsaansluiting 1 ontvangen kleurenvideosignaal via een schakelaar 2 aan een laagdoorlaatfilter 3 en een bandfilter 4 toegevoerd. Het door het laagdoorlaatfilter 3 doorgelaten 800inn - 6 - luminantiesignaal wordt via een schakeling 5 met automatische versterkingsregeling toegevoerd aan een frequentiemodulator 6, waarvan het uitgangssignaal via een hoogdoorlaatfilter 7 en een bufferversterker 8 als frequentiegemoduleerd luminantie-5 signaal aan een opteller 9 wordt toegevoerd. Het door het bandfilter 4 doorgelaten chrominantiesignaal S met bijbehorende

O

draaggolf wordt via een schakeling 10 voor automatische chro-minantieregeling toegevoerd aan een frequentie-omzetter 11/ waarvan het uitgangssignaal via een laagdoorlaatfilter 12, een 10 schakelaar 13 en een bufferversterker 14 in de vorm van een aan frequentie-omzetting onderworpen chrominantiesignaal C

O

'eveneens aan de opteller 9 wordt toegevoerd. Het aan de uit-gangsaansluiting van de opteller 9 verschijnende opneemsignaal wordt via een opneemversterker 15 aan. de roteerbare magneet-15 koppen 16a en 16b toegevoerd.

Vervolgens wordt aangenomen, dat de kleurhulpdraag-golffrequentie van een kleurentelevisiesignaal volgens het NTSC-stelsel de waarde f„ heeft en dat de horizontale of beeld-regelfrequentie de waarde f^ heeft. In dat geval wordt door 20 middel van een quartz oscillator 17 een signaal met de fre-quentiewaarde (fg - opgewekt, terwijl door middel van een schakeling 18 met automatische frequentieregeling een signaal van de frequentie 44f^ wordt opgewekt. De beide aldus gevormde signalen worden aan een frequentie-omzetter 19 toege-25 voerd, welke dan een draaggolfsignaal van de frequentie [fs + <44 - ï> fh3 afgeeft. Dit draaggolfsignaal wordt toege-voe'rd aan een transformator 20 ter verkrijging van twee met elkaar in tegenfase verkerende signalen, welke aan een scha-keleenheid 21 worden toegevoerd'. Het door de schakeleenheid 30 21 doorgelaten draaggolfsignaal wordt aan de. reeds genoemde frequentie-omzetter 11 toegevoerd. Voor besturing van de schakeleenheid 21 dient een stuursignaalgenerator 22, welke aan de schakeleenheid 21 een zodanige schakelimpuls levert, dat het met één beeldregelperiode in fase omgekeerde draaggolf-35 signaal gedurende het rasterinterval, waarin een registratie-spoor Ta wordt gevormd, door de schakeleenheid 21 naar de frequentie-omzetter 11 wordt doorgelaten, terwijl het in fase niet omgekeerde draaggolfsignaal gedurende het rasterinterval, ft n m 11 n « ψ - 7 - waarin een registratiespoor Tb wordt gevormd, door de schakel-eenheid naar de frequentie-omzetter 11 wordt doorgelaten.

Deze signaalbewerking dient teneinde zeker te stellen, dat de op een magneetband T opgenomen chrominantiesignalen voor aangrenzende registratiesporen in frequentieverwevings-relatie met elkaar verkeren. De automatische frequentieregel-schakeling 18 ontvangt het door een synchronisatiesignaal-scheidingsschakeling 23 uit het ontvangen kleurenvideosignaal afgeschelde, horizontale synchronisatiesignaal H, dat tevens aan de stuursignaalgenerator 22 wordt toegevoerd, evenals een identificatiesignaal van 30 Hz, dat afkomstig is van een door de synchronisatiesignaalscheidingsschakeling 23 afgescheiden, verticale synchronisatiesignaal V, dat daartoe door een fre-quentiedeler 24 voor deling door twee en door een schakelaar 25 wordt gevoerd. Dit identificatiesignaal wordt voorts via een versterker 26 aan een magneetkop 27 toegevoerd voor opname als stuursignaal voor bepaling van de relatie tussen de registratiesporen Ta, Tb enerzijds en de roterende magneetkoppen 16a, 16b anderzijds; het identificatiesignaal wordt voorts toegevoerd aan een fasevergelijkingsschakeling 28 voor fase-vergelijking met een signaal van 30 Hz, dat afkomstig is van een impulsgenerator, welke gekoppeld is met een roteerbare schijf, waarop de roteerbare magneetkoppen 16a en 16b zijn bevestigd. Het uitgangssignaal van de fasevergelijkingsschakeling 28 dient als regelsignaal voor een bandleitroramel-servobesturingsschakeling 29.

Wanneer de schakelaars 2, 13 en 25 ieder naar hun vaste contact N zijn overgeschakeld, verkeert het videoband-apparaat in de normale bedrijfstoestand "signaalopname"; wanneer de schakelaars ieder naar hun vaste contact D zijn overgeschakeld, verkeert het videobandapparaat in de bedrijfs-toestand "copiëren" (dubbing).

In de laatstgenoemde bedrijfstoestand worden het luminantiesignaal S^, het aan frequentie-omzetting onderworpen chrominantiesignaal Cc en het identificatiesignaal door het uitlezende of in de bedrijfstoestand "signaalweergave" verkerende videobandapparaat aan respectievelijk de ingangsaan-sluitingen 30, 31 en 32 toegevoerd. Het luminantiesignaal, - 8 - dat wil zeggen het frequentiegemoduleerde signaal S wordt dan via de opteller 9 aan de roterende magneetkoppen.16a, 16b toegevoerd, terwijl het aan frequentie-omzetting onderworpen chrominantiesignaal Cc rechtstreeks aan de versterker 14 en 5 vandaar aan de opteller 9 wordt toegevoerd. Het identificatie-signaal ID wordt gebruikt voor besturing /van de bandleitrommel-servobesturingsschakeling 29 en wordt voorts via de versterker 26 aan de magneetkop 27 toegevoerd voor opname op de magneetband, zoals hiervoor reeds is beschreven.

10 Bij het in figuur 4 weergegeven videobandapparaat, dat bij de signaalcopiëring als uitlezend bandapparaat dient, vindt eveneens toepassing van de uitvinding plaats. Eerst zal de normale weergave van informatie uit de registratiesporen worden beschreven. De door de magneetkoppen 16a, 16b uitge-15 lezen signalen worden toegevoerd aan een hoogdoorlaatfilter 40 en een laagdoorlaatfilter 41. Het door het hoogdoorlaatfilter afgescheiden, frequentiegemoduleerde luminantiesignaal YpM wordt via een begrenzer 42 toegevoerd aan een frequentie-demodulator 43, waarvan het uitgangssignaal wordt toegevoerd 20 aan een laagdoorlaatfilter 44 ter verkrijging van het luminantiesignaal Sy, dat aan een opteller 45 wordt toegevoerd.

Tegelijkertijd wordt een door het laagdoorlaatfilter 41 afgescheiden, aan frequentie-omzetting onderworpen chrominantiesignaal Cc' via een automatische chrominantieregel- 25 schakeling 46 aan een frequentie-omzetter 47 toegevoerd. Het uitgangssignaal van de frequentie-omzetter 47 wordt via een bandfilter 48 geleid ter verkrijging van een draaggolfchrominantiesignaal S Tijdens de frequentie-omzetting van het signaal C ' door de frequentie-omzetter 47 vindt eveneens 30 faseherstel plaats, zodat een signaal zonder fase-omkering bij elke beeldregelperiode 1H verschijnt, waaruit bovendien door tijdbasisfluctuaties veroorzaakte jitterverschijnselen zijn geëlimineerd. Het draaggolfchrominantiesignaal 1 wordt toegevoerd aan een vertragingsleiding 49 met een vertragings-35 duur van 1H, en voorts aan een aftrekschakeling 50 en een opteller 51. Door de aftrekschakeling 50 worden een door vertraging van het draaggolfchrominantiesignaal S over de duur 800 4 1 10 • ψ - 9 - van één beeldregelperiode door de vertragingsleiding 49 vertraagd draaggolfchrominantiesignaal Sc2' en het draaggolfchro-minantiesignaal S ' van elkaar af getrokken ter verkrijging van een draaggolfchrominantiesignaal S , waaruit eventuele w 5 overspraakcomponenten zijn verwijderd. Dit van overspraak-componenten gezuiverde chrominantiesignaal S en het lumi-nantiesignaal S worden door de opteller 45 samengevoegd tot een kleurenvideosignaal, dat aan een uitgangsaansluiting 52 ter beschikking komt. Tijdens normale signaalweergave worden 10 de uit aangrenzende registratiesporen afkomstige overspraakcomponenten derhalve met behulp van een kamfilter, bestaande uit de vertragingsleiding 49 HlH) en de aftrekschakeling 50, derhalve verwijderd door gebruikmaking van een frequentie-verwevingsrelatie.

15 Het principe van de onderhavige uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van figuur 4. Het zal duidelijk zijn, dat in het geval van een kleurentelevisiesignaal volgens het NTSC-systeem voor extractie of afscheiding van de overspraakcomponenten uit het chrominantiesignaal een ander type 20 kamfilter kan worden gebruikt. Zo kan bijvoorbeeld door optelling van de draaggolfchrominantiesignalen S ^ en Sc2' door middel van de opteller 51 een overspraaksignaal S worden s gevormd, dat op soortgelijke wijze als het draaggolfchrominantiesignaal, de oorspronkelijke fase vertoont (vrij van 25 fase-omkering per beeldregelperiode is) en van tijdbasis- fluctuaties is gezuiverd. Dit overspraaksignaal S wordt s toegevoerd aan een frequentie-omzetter 53, waaraan via een schakelaar 54 hetzelfde draaggolfsignaal als aan de frequentie-omzetter 47 wordt toegevoerd. Het uitgangssignaal van de fre-30 quentie-omzetter 53 wordt aan een laagdoorlaatfilter 55 toegevoerd ter verkrijging van een naar een lagere frequentie omgezet overspraaksignaal C ', dat op zijn beurt wordt toege-

O

voerd aan een aftrekschakeling 57, welke tevens via een vertragingsleiding 56 het aan frequentie-omzetting onderworpen 35 chrominantiesignaal C ' krijgt toegevoerd. De aftrekschakeling 57 verricht een aftrekking van de beide signalen C ’ en C ' s c ter verkrijging van een aan frequentie-omzetting onderworpen

ftOfUUO

- 10 - chrominantiesignaal C , waaruit de overspraakcomponenten zijn c geëlimineerd.

Het gemeenschappelijk aan de frequentie-omzetter 47 en 53 toegevoerde draaggolfsignaal wordt gevormd door 5 middel van een automatische faseregelschakeling 58, een automatische frequentieregelschakeling 59, een frequentie-omzetter 60, een transformator 61 voor fase-omkering en een schakelaar 54. De automatische faseregelschakeling 58 geeft een signaal met een frequentie (fs - af, dat een zelfde fase- 10 fluctuatie vertoont als het uit het draaggolfchrominantie-signaal S door middel van een salvopoortschakeling 62 uit het van de aftrekschakeling 50 afkomstige draaggolfchrominantiesignaal Sc afgescheiden kleursalvosignaal; de automatische frequentieregelschakeling 59 geeft een signaal af met een fre-15 quentie van 44f^, dat gesynchroniseerd is met het door de horizontale synchronisatiescheidingsschakeling 63 uit het aan de uitgang van het laagdoorlaatfilter 44 verschijnende luminantie-signaal afgescheiden, horizontale synchronisatiesignaal.

De stuurimpuls voor besturing van de schakeleenheid 54 wordt 20 door een stuursignaalgenerator 64 geleverd'en dient voor de faseregeling van de draaggolf in dezelfde faserelatie als bij signaalopname. Daartoe worden aan de stuursignaalgenerator 64 het door de horizontale synchronisatiescheidingsschakeling 63 afgescheiden, horizontale synchronisatiesignaal en de door 25 de magneetkop 27 uitgelezen stuurimpuls van 30 Hz, welke via een versterker 75 als identificatiesignaal wordt afgegeven, toegevoerd.

In figuur 4 vormen 66, 67 en 68 respectievelijk de uitgangsaansluitingen, welke bij signaalweergave voor copieer-30 doeleinden van belang zijn. Het doof het laagdoorlaatfilter 44 doorgelaten luminantiesignaal wordt via de uitgangs-aansluiting 66 afgegeven, terwijl het aan frequentie-omzetting onderworpen chrominantiesignaal C door de aftrekschakeling 57 aan de uitgangsaansluiting 67 wordt toegevoerd; het door 35 de versterker 65 doorgelaten identificatiesignaal komt ter beschikking aan de uitgangsaansluiting 68. Deze uitgangsaansluitingen 66, 67 en 68 dienen respectievelijk met de ingangs- 8004110 - 11 - aansluitingen 30, 31 en 32 van de schakeling volgens figuur 3 te worden verbonden.

Aangezien de maatregel, volgens welke de overspraak-componenten door toepassing van een frequentieverwevingsre-5 latie uit het chrominantiesignaal kunnen worden verwijderd, een inmiddels op zichzelf bekende maatregel vormt^ wordt daarop hier niet verder ingegaan. De in de figurer 3 en 4 schematisch weergegeven videobandapparaten zijn uitgevoerd voor signaalbewerking volgens het van aanvraagster afkomstige 10 "Beta-max"-systeem. Zoals uit de figuren blijkt, wordt het bij signaalcopiëring aan het voor signaalopname dienende videobandapparaat toegevoerde, aan frequentie-omzetting onder-worpen chrominantiesignaal daarbij aan de voor het genoemde "Beta-max"-systeem karakteristieke modulatie onderworpen, 15 zodat het in dat geval nood2akelljk is, dat zowel het voor signaalopname dienende videobandapparaat als het voor signaal-weergave dienende videobandapparaat van het voor signaalbewerking volgens het "Beta-max"-systeem geschikte type zijn.

Bij signaalbewerking volgens het zogenaamde "VHS·"-20 systeem, ontwikkeld door Japan Victor Company, vindt echter eveneens eliminatie van overspraakcomponenten uit het chrominantiesignaal door middel van een frequentieverwevings-techniek plaats, zodat bij signaalcopiëring van het hier beschouwde type (dat wil zeggen van band op band) eveneens 25 toepassing van de onderhavige uitvinding kan plaatsvinden.

Bij het genoemde VHS-systeem wordt de fase van het aan frequentie-omzetting onderworpen chrominantiesignaal met de beeld-regelperiode (1H) over 90° geroteerd, doch de rotatierichting van de fase verschilt van (registratie-)spoor tot spoor. Deze 30 signaalbewerking volgens het VHS-systeem vormt een modulatie, welke gericht is op eliminatie van overspraakcomponenten en is niet compatibel met de signaalbewerking volgens het "Beta-max" -systeem. Het principe van de onderhavige uitvinding kan echter op soortgelijke wijze bij signaalbewerking volgens 35 het VHS-systeem worden toegepast.

Bij de in de figuren 3 en 4 weergegeven uitvoeringsvormen van signaalcopiëring volgens de uitvinding dienen drie transmissieleidingen te worden toegepast; bij een in de -12- figuren 5 en 6 weergegeven, andere uitvoeringsvorm van de uitvinding behoeven echter slechts twee transmissieleidingen te worden toegepast.

Figuur 5 toont het blokschema van een voor signaal-5 weergave dienend videobandapparaat, waarbij een dergelijke andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt toegepast.

In·het hierna volgende zal slechts het van dat volgens figuur 4 verschillende gedeelte van de schakeling volgens figuur 5 worden beschreven.

10 Het belangrijkste verschil tussen de uitvoeringsvormen volgens de figuren 4 en 5 wordt gevormd door de toepassing, in de schakeling volgens figuur 5, van een fasescheider 70 en een kiesschakelaar 71. De laatstgenoemde wordt door het van de stuursignaalgenerator 64 afkomstige stuursignaal be-15 stuurd voor keuze tussen de beide uitgangssignalen van de fasescheider'70, waaraan het van de aftrekschakeling 57 afkomstige, aan frequentie-omzetting onderworpen chrominantie-signaal C wordt toegevoerd; de door de kiesschakelaar 71 uitgevoerde keuze dient om de oorspronkelijke fasemodulatie, 20 respectievelijk de oorspronkelijke fase, te herwinnen voor overspraakeliminatie. Als gevolg daarvan behoeft zelfs bij signaalweergave voor signaalcopiëring geen identificatie-signaal ID aan het voor signaalopname dienende videoband-apparaat te worden toegevoerd, zodat met toepassing van twee 25 desbetreffende aansluitingen 72 en 73 kan worden volstaan.

Het andere punt van verschil tussen de uitvoeringsvormen volgens de figuren 4 en 5 wordt gevormd door het feit, dat bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 aan de salvopoort-schakeling 62 het uitgangssignaal van de frequentie-omzetter 30 47 wordt toegevoerd, terwijl aan de stuursignaalgenerator 64 een van de bandleitrommelservobesturingsschakeling 29 afkomstige stuurimpuls PG met een impulsherhalingsfrequentie van 30 Hz wordt toegevoerd. De in deze alinea genoemde verschillen zijn echter van ondergeschikte aard en vormen slechts 35 ontwerpdetails, welke niet als zodanig onderdeel van de uitvinding vormen.

Figuur 6 toont het blokschema van een voor signaal- 8004110 - 13 - opname dienend videobandapparaat, dat behoort bij het voor signaalweergave dienende apparaat volgens figuur 5. Het verschil van de uitvoeringsvorm volgens figuur 6 ten opzichte van dié volgens figuur 3 zal nog nader worden beschreven, doch 5 reeds wordt opgemerkt, dat slechts twee voor signaalcopiëring dienende ingangsaansluitingen 80 en 81 aanwezig zijn, welke respectievelijk met de ultgangsaansluitingen 72 en 73 volgens figuur 5 dienen te worden verbonden.

Zoals reeds in samenhang met de schakeling volgens 10 figuur 5 is beschreven, vindt in dit geval voor de eliminatie van overspraakcomponenten geen faseregeling van het aan fre-quentie-omzetting onderworpen chrominantiesignaal, dat aan de ingangsaansluiting 81 verschijnt,zodat het signaal aan fase-modulatie in overeenstemming met het toegepaste systeem dient 15 te worden onderworpen en vervolgens op een tweede band kan worden gecopieerd. In verband daarmede bevat de schakeling een fasescheider 82 en een kiesschakelaar 83 voor fasemodulatie > van, respectievelijk fase-aanpassing aan het gevolgde systeem? het aldus aan fasemodulatie onderworpen signaal wordt aan de • 20 opteller 9 toegevoerd. Aangezien bij de hier beschreven uitvoeringsvorm de fasescheider 82 en de kiesschakelaar 83 zich aan de uitgangszijde van de schakelaar 13 bevinden, behoeven bij de schakeling volgens figuur 6 de transformator 20 en de schakelaar 21 van de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 niet te 25 worden toegepast; de van de frequentie-omzetter 19 afkomstige omzetdraaggolf wordt rechtstreeks aan de frequentie-omzetter 11 toegevoerd. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 6 wordt het door de stuursignaalgenerator 22 afgegeven stuursignaal aan de kiesschakelaar 83 toegevoerd. De faseregelschakeling, 30 bestaande uit de fasescheider 82 en de kiesschakelaar 83, kan derhalve in de bedrijfstoestand "normale signaalopname" en tevens in de bedrijfstoestand "signaalopname voor copiërings-doeleinden" worden toegepast.

Een ander punt van verschil tussen de uitvoerings-35 vormen volgens de figuren 6 en 3 wordt gevormd door het feit, dat bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 6 de van de band-leitrommelimpulsgenerator afkomstige stuurimpuls van 30 Hz 8004110 - 14 - via de versterker 16 aan de magneetkop 27 wordt toegevoerd voor opname als stuurimpuls, en tevens aan de stuursignaal-generator 22 als het identificatiesignaal, terwijl de bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 toegepaste schakelaar 25 5 kan worden weggelaten.

De gewijzigde uitvoeringsvormen volgens de figuren 5 en 6 verschaffen de mogelijkheid om tot signaalcopiëring tussen onderling verschillende systemen te komen. Daarbij is het echter noodzakelijk, dat het aan frequentie-omzetting 10 onderworpen chrominantiesignaal in beide systemen een zelfde frequentiewaarde heeft.

De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen; verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven '15 details en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.

8004110

Claims (10)

1. Schakeling voor het copiëren van een videosignaal bij een videosignaalopneem- en -weergeefstelsel van het "chroma under" type, waarbij de in aangrenzende registra-tiesporen van een registratiemedium opgenomen chrominantie-5 signaalcomponenten zodanig worden gewijzigd, dat zij met elkaar in frequentieverwevingsrelatie komen te verkeren teneinde bij signaalweergave optredende chrominantie-overspraakverschijnse-len te elimineren, gekenmerkt door: middelen voor afleiding van uitgelezen chrominantie-10 signalen met overspraakcomponenten, middelen voor afscheiding van de overspraakcomponenten uit de uitgelezen chrominantiesignalen door middel van een kamfilter, middelen voor menging van de uitgelezen chrominantie-15 signalen met de afgescheiden overspraakcomponenten voor eliminatie van deze componenten, en door middelen voor toevoer van de van overspraakcomponenten gezuiverde chrominantiesignalen aan een voor signaalopname dienend toestel.

2. Schakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor afscheiding van overspraakcomponenten herstelmiddelen omvatten, welke de uitgelezen chrominantiesignalen krijgen toegevoerd en de oorspronkelijke signaaltoe-stand daarvan herstellen voor toevoer van die chrominantie-25 signalen in hun oorspronkelijke toestand aan de middelen voor afscheiding van de overspraakcomponenten.

3. Schakeling volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de herstelmiddelen een frequentie-omzetter en een fase-modulator omvatten, welke in de signaalbaan tussen de middelen . 30 voor afleiding van. uitgelezen chrominantiesignalen en het kamfilter zijn opgenomen.

4. Schakeling volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de herstelmiddelen omzetdraaggolfopwekmiddelen omvatten voor opwekking en afgifte van een omzetdraaggolf voor de fre- 35 quentie-omzetter, welke omzetdraaggolfopwekmiddelen op in het - 16 - uitgelezen chrominantiesignaal voorkomende tijdbasisfouten zodanig reageren, dat de in de afgescheiden overspraakcompo-nenten optredende tijdbasisfouten door de frequentie-omzet-ter worden geëlimineerd.

5. Schakeling volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de mengmiddelen een frequentie-omzetter omvatten voor omzetting van de frequentie van de afgescheiden overspraak-componenten naar de frequentie van de uitgelezen chrominantie-signalen.

6. Schakeling volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de omzetdraaggolf voorts aan de frequentie-omzetter van de mengmiddelen wordt toegevoerd, zodanig, dat de optredende tijdb'asisfouten aan de overspraakcomponenten worden meegedeeld.

7. Schakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de middelen voor afscheiding van overspraakcomponenten een paar frequentie-omzetters omvatten, waarvan de ene dient voor heromzetting van de frequentie van de uitgelezen chrominantie- « signalen naar een oorspronkelijke frequentiewaarde, welke met de centrale frequentiewaarde van het kamfilter overeenkomt, 20 en waarvan de andere dient voor frequentie-omzetting van de door het kamfilter afgegeven overspraakcomponenten naar de frequentiewaarde, welke met dié van de uitgelezen chrominantie-signalen overeenkomt.

8. Schakeling volgens conclusie 7, met het kenmerk, 25 dat de middelen voor afscheiding van overspraakcomponenten omzetdraaggolfopwekmiddelen omvatten voor opwekking en afgifte van een omzetdraaggolf voor het paar frequentie-omzet-ters.

9. Schakeling volgens conclusie 8, met het kenmerk, 30 dat de omzetdraaggolfopwekmiddelen een modulator omvatten voor zodanige modulatie van de omzetdraaggolf, dat de signaaltoe-stand van de voor overspraakeliminatie gewijzigde, uitgelezen chrominantiesignalen wordt hersteld.

10. Schakeling volgens conclusie 1, met het, kenmerk, 35 dat de middelen voor toevoer van de van overspraak gezuiverde chrominantiesignalen aan een toestel voor signaalopname signaal-herstelmiddelen omvatten voor herstel, tijdens signaalopname, van de signaaltoestand van de van overspraak gezuiverde chro- 8004110 - 17 - minantiesignalen in voor overspraakeliminatie gewijzigde vorm. 800 4 1 10