NL8003492A - Kettingstransporteur. - Google Patents

Kettingstransporteur. Download PDF

Info

Publication number
NL8003492A
NL8003492A NL8003492A NL8003492A NL8003492A NL 8003492 A NL8003492 A NL 8003492A NL 8003492 A NL8003492 A NL 8003492A NL 8003492 A NL8003492 A NL 8003492A NL 8003492 A NL8003492 A NL 8003492A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chain
conveyor according
protrusions
chain conveyor
link
Prior art date
Application number
NL8003492A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rud Ketten Rieger & Dietz
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rud Ketten Rieger & Dietz filed Critical Rud Ketten Rieger & Dietz
Publication of NL8003492A publication Critical patent/NL8003492A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G19/00Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors
    • B65G19/18Details
    • B65G19/22Impellers, e.g. push-plates, scrapers; Guiding means therefor
    • B65G19/24Attachment of impellers to traction element

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)
  • Devices For Conveying Motion By Means Of Endless Flexible Members (AREA)

Description

V ί Ν.Ο. 29.182 -1-
Kettingtransporteur,
De uitvinding heeft betrekking op een kettingtransporteur met ten minste twee uit ovale kettingschalmen gevormde over kettingwie-len lopende kettingstrengen en transportelementen, die met de ket-tingstrengen via paren in de open binnenruimte van twee op elkaar 5 volgende loodrecht op de hartlijn van het kettingwiel georiënteerde kettingsehalmen grijpende uitsteeksels zijn verbonden» waarbij de kortste afstand a . tussen de vrije einden van de uitsteeksels van één van elk paar uitsteeksels in de bedrijfsstand kleiner is dan de lengte L van de steeds door de uitsteeksels vorkvormig omgrepen ket-10 tingschalm en waarbij één van de uitsteeksels op de naar het ene schalmeinde ("Bug1’) van deze kettingschalm toegekeerde zijde een boogvormige vorm bezit.
ïïit het Duitse octrooischrift 2.413.661 is een kettingtransporteur van het boven aangegeven type bekend, waarbij steeds één door 15 een cilindrische bout gevormd uitsteeksel en een een boogvormige vorm bezittend uitsteeksel op een drager zijn bevestigd. Bij de montage van deze kettingtransporteur worden eerst de drager met de uitsteeksels in steeds twee op elkaar volgende loodrecht op de hartlijnen van de kettingwielen georiënteerde kettingschalmen naar bin-20 nen gedraaid en aansluitend worden met de in de kettingstrengen gehangen dragers transportelementen, zoals krabbers, bekers of dergelijke verbonden.
De bekende kettingtransporteur is in zoverre niet volledig bevredigend omdat hij slechts in de ene looprichting vol kan worden be-25 last, respectievelijk een terugloop onder volle belasting problemen met zich brengt, omdat de door de cilindrische bouten gevormde uitsteeksels minder geschikt zijn voor het overbrengen van hoge aan-drijfkrachten dan de boogvormig geconstrueerde uitsteeksels. Bij ernstige storingen, zoals bijvoorbeeld bij het aflopen van een ketting 30 vanaf een kettingwiel, kan bovendien bij de bekende kettingtransporteur een scheiding van de transportelementen van de kettingstrengen niet met zekerheid worden vermeden. Tenslotte blijkt de toepassing van zwaaiend losneembaar met de transportelementen verbonden dragers bij bepaalde toepassingsgevallen omstandig en ondoelmatig te zijn.
35 Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een kettingtransporteur van het boven aangegeven type te verschaffen die zowel bij het voorwaarts alsook bij het terugwaarts lopen zonder storingen werkt en waarbij de transportelementen niet verliesbaar en op bijzon- onn xL Q9 -2- der eenvoudige wijze met de reeds gemonteerde en gespannen ketting-strengen kunnen worden verbonden.
Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost doordat ook het tweede uitsteeksel op één zijde een boogvormige vorm bezit en 5 ten minste één van de uitsteeksels van één van elk paar uitsteeksels zodanig zwenkbaar op het transportelement is aangebracht dat hij uit een montagestand, waarin zijn boogvormig gevormde zijde van het schalmeinde van de door de uitsteeksels omgrepen kettingschalm afgewend is en de afstand groter is dan de lengte L, in de bedrijfs- 10 stand kan worden gebracht, waarin de boogvormig uitgevoerde zijden van beide uitsteeksels naar de schalmeinden van deze kettingschalm zijn toegekeerd.
De kettingtransporteur volgens de uitvinding geeft het voordeel dat daarbij de uitsteeksels van de daarbij behorende kettingschalmen 15 met zekerheid worden omgrepen en bij voorwaarts lopen en achterwaarts lopen even gunstige voorwaarden voor de overdracht van kracht tussen de steeds omgrepen kettingschalmen en de uitsteeksels worden gegeven. De montage van het transportelement is zeer eenvoudig, de toepassing van uitwisselbare uitsteeksels is mogelijk. Doordat beide 20 uitsteeksels op identieke wijze kunnen zijn uitgevoerd kunnen de kosten van opslag worden verminderd.
Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.
Fig. 1 toont een bovenaanzicht van de belangrijkste delen van 25 een kettingtransporteur met drie in verschillende montage-standen weergegeven transportelementen.
Fig. 2 toont op grotere schaal dan fig. 1 de voor het bevestigen van één zijde van het transportelement dienende onderdelen in een montage-tussenstand.
30 Fig. 3 toont een doorsnede over de lijn III-III in fig. 2.
Fig. ^ toont de onderdelen volgens fig. 1 na het beëindigen van de montage.
Fig. 5 toont een doorsnede respectievelijk een aanzicht over de lijn V-V in fig. k.
35 Fig. 6 toont een aanzicht van de delen van fig. k van linksaf beschouwd en bij weggelaten ketting.
Fig, 7 toont een met fig. 2 overeenkomstige opstelling bij een afgeleid uitvoeringsvoorbeeld.
Fig. 8 toont een doorsnede over de lijn VIII-VIII in fig. 7. kO Fig. 9 toont gedeeltelijk in doorsnede over de lijn IX-IX in 800 34 92
? A
-3- fig. 11 de gerede gemonteerde uitvoering van de bevestiging van het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 7.
Fig. 10 toont een doorsnede respectievelijk een aanzicht over de lijn X-X in fig. 9.
5 Fig. 11 toont een aanzicht van de delen volgens fig. 9 van links af gezien en bij weggelaten ketting.
Fig. 12 toont een met de fig. 4 en 9 overeenkomstige weergave van een derde uitvoeringsvoorbeeld.
Fig. 13 toont een doorsnede respectievelijk een aanzicht over de 10 lijn XIII-XIII in fig. 12.
Fig. 1*f toont een aanzicht van de delen volgens fig. 12 van links af gezien bij weggelaten ketting.
In fig. 1 zijn met 1 twee op een as 2 aangebrachte kettingwie-len en met 3 twee op een as aangebrachte groefkettingwielen weerge-15 geven, waarover twee kettingstrengen 5 en 6 zijn geleid. Aan de ket-tingstrengen zijn transportelementen 7 bevestigd. Deze transportele-menten bezitten aan hun einden dragers 8 voor het opnemen van de uitsteeksels 9 en 10, waarvan de vorm hierna nader zal worden beschreven. De uitsteeksels 9 en 10 worden in de richting van de pijlen 11 20 in de boringen 12 van de drager 8 geschoven en aansluitend om hun hartlijn gezwenkt, zoals dit met de pijlen 13 is aangegeven. Het onderste van de weergegeven transportelementen 7 is in gerede stand gemonteerd.
Details van de in fig. 1 weergegeven bevestiging voor de trans-25 portelementen zijn weergegeven in de fig. 2 tot en met 6.
Het transportelement 7 steekt met een tap 1^ in een boring 15 van de drager 8. Spanstiften 16 waarborgen het samenhouden van het transportelement en de drager 8. In de bovenste boring 12 van de dragers 8 wordt als weergegeven, in fig. 2 een uitsteeksel 9 ingeschoven, 30 Dit uitsteeksel bezit een zwenktap 17 die van de richting van de hartlijn van de zwenktap verplaatst ten opzichte van elkaar aangebrachte vergrendelingsgroeven 18 is voorzien. Elk uitsteeksel bezit een boogvormig gevormde zijde 19 die bij voorkeur een centreergroef vormt, waarin in gemonteerde toestand (zie fig. k) steeds één van de 35 schalmeinden 20 van een door de uitsteeksels 9 en 10 vorkvormig omgrepen kettingschalm 21 kan rusten.
Zoals in het bijzonder blijkt uit de fig. 2 en 3 bezitten de zwenkbare uitsteeksels in het ondersteuningsgebied van hun boogvormige zijde een ongeveer cirkelvormige dwarsdoorsnede, waarbij het kO middelpunt 22 van deze dwarsdoorsnede op de zwenkhartlijn 23 van de 800 34 92 -4- betreffende zwenktap 17 ligt. Na inschuiven van het uitsteeksel 9 in de bovenste boring nemen de beide uitsteeksels 9 en 10 een stand in, waarin de boogvormig uitgevoerde zijden 19 van de schalmeinden 20 van de kettingschalm 21 zijn afgekeerd. Zij worden daarna in de rich-5 ting van de pijl 13 om hun zwenkhartlijnen 23 gedraaid enwel over een afstand van 180°. Na deze zwenkbeweging nemen zij de in fig, k weergegeven stand in waarin zij door door spanstiften als spanhulzen gevormde vergrendelingselementen worden geborgd, die in boringen 25 zitten, die de boringen 12 snijden.
10 Zoals het beste blijkt uit fig. k omvatten de uitsteeksels 9 en 10dfeettingschalm 21 op een wijze die een scheiding van het transport- element 7 van de kettingstreng 5 onmogelijk maakt. Dit doordat, omdat de afmeting a . duidelijk kleiner is dan de afmeting L en de gerin-min ge afstand tussen de dragers 8 en de naar de drager toegekeerde poten 15 van de kettingschalm 21 ook bij afgelopen ketting een uitzwenken van de kettingschalm 21 uit zijn vorkvormige omgrijping onmogelijk maakt.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 7 tot en met 10 worden uitsteeksels 26 en 27 met zwenktappen 28 gebruikt, die op overeenkomstige wijze worden gemonteerd als de uitsteeksels 9 en 10 van het 20 hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld. In dit geval zijn de trans-portelementen 7 door lasnaden 29 vast met steeds één drager 30 verbonden. Tegen de drager 30 ligt een plaat 31. Door de drager en de plaat 31 verlopen in eikaars verlengde liggende boringen 12, waardoor de uitsteeksels kunnen worden gestoken. Aan hun naar de ketting-25 strengen toegekeerde einden bezitten de uitsteeksels 26 en 27 schroef-draadbouten 32. De zwenktappen 28 zijn van groeven 33 voorzien, die, zoals blijkt uit fig. 7» boven de zijvlakken van de plaat 31 naar buiten uitsteken. De groeven 33 dienen voor het vergrendelen van de uitsteeksels 26, 27 in een werkstand. In de groeven 33 grijpen delen 30 van een aan de groeven aangepaste uitsparingen voorziene vergrende-lingsplaat 3^« De vergrendelingsplaat 3^ wordt door moeren 35» die via onderlegschijven 36 tegen de drager 30 rusten, naar de buitenzijde van de plaat 31 getrokken. Ook bij de tweede uitvoering wordt de kettingschalm 21 met zekerheid door de centreergroeven vormende zij-35 den van de uitsteeksels 26, 27 omgrepen. De afstand x tussen de ket-tingschalm en het naar” toegekeerde vlak van de vergrendelingsplaat Jh is ook hier zo klein, dat de kettingschalm 21 zelfs bij afgelopen ketting 5 tegen een niet gewenste scheiding van een trans-portelement 7 van de ketting is gewaarborgd,
JfO De fig. 12 tot en met 14 tonen tenslotte een bevestigingsinrich- 800 3 4 92 f ? -5- ting met uitsteeksels 37 en 38» die van zwenktappen 39 zijn voorzien» waarvan de einden 40 schroefdraad dragen voor het opnemen van spanmoeren 41. De zwenktappen steken in boringen van een drager 42 die door schroeven 43 met een transportelement 7 is verbonden. Aan 5 zijn naar de kettingstreng 5 toegekeerde zijde is de drager 42 met in hoofdzaak rechthoekige groeven 44 uitgevoerd. De zijdelingse begrenzingen van deze groeven 44 vormen aanslagvlakken 45 die tegen de vlakken van de uitsteeksels 37 en 38 komen te liggen en de uitsteeksels tegen draaibewegingen borgen, 800 3 4 92

Claims (15)

1. Kettingtransporteur met ten minste twee uit ovale ketting-schalmen gevormde over kettingwielen lopende kettingstrengen en transportelementen, die met de kettingstrengen via paren in de open 5 binnenruimte van twee opeenvolgende loodrecht op de kettingwielhart-lijn georiënteerde kettingschalmen grijpende uitsteeksels zijn verbonden, waarbij de kortste afstand affl^n tussen de vrije einden van de uitsteeksels van één van elk paar uitsteeksels in de bedrijfs-stand kleiner is dan de lengte L van het steeds door de uitsteek-10 seis vorkvormig omgrepen kettingschalm en waarbij één van de uitsteeksels op de naar het ene schalmeinde van deze kettingschalm toegekeerde zijde een boogvormige vorm bezit, met het kenmerk, dat ook het tweede uitsteeksel (10;27) op één zijde een boogvormige vorm bezit en ten minste één van de uitsteeksels (9i10; 15 26,27;37i38) van één van elk paar uitsteeksels zodanig zwenkbaar op transportelement (7) is gelegen, dat hij vanuit een werkstand, waarin zijn boogvormig gevormde zijde van het schalmeinde (20) van de door de uitsteeksels (9»10$26,27;37i38) omgrepen kettingschalm (21) afgekeerd is en de afstand afflin groter is dan de lengte L, in de be-20 drijfsstand kan worden gebracht waarin de boogvormig gevormde zijden van beide uitsteeksels (9»10;26,27»37»38) van de schalmeinden (20) van deze kettingschalm (21) zijn toegekeerd.
2. Kettingtransporteur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste één van de uitsteeksels (9*10;26,27; 25 37»38) van één van elk paar uitsteeksels van een zwenktap (17,28;39) is voorzien.
3. Kettingtransporteur volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elk zwenkbaar uitsteeksel (9,10;2β,27;37»3δ) door vergrendelingselementen (2^;3*Μ^5) ia zijn werkstand kan worden 30 vastgezet.
4. Kettingtransporteur volgens conclusie 2 en 3» met het kenmerk, dat de vergrendelingselementen (2b) door spanhulzen of door /stiften worden gevormd die in vergrendelingsgroeven (18) op de omtrek van de zwenktap (17) grijpen.
5. Kettingtransporteur volgens conclusie ^f, met het kenmerk , dat elk van de zwenktappen (17) van twee in de richting van de hartlijn van de zwenktap verplaatst ten opzichte van elkaar aangebrachte vergrendelingsgroeven (18) is voorzien.
6. Kettingtransporteur volgens conclusie 3» met het bo kenmerk, dat de vergrendelingselementen door aanslagvlakken 800 3 4 92 -7- * J? (45) op de drager (42) worden gevormd.
7. Kettingtransporteur volgens één of meer van de conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de zwenktappen (17» 28) in boringen (12) van dragers (8;30) zijn gelegerd, die zijn verbon- 5 den met de transportelementen (7)·
8. Kettingtransporteur volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat het betreffende uitsteeksel (9*10;26,27) door een daarbij behorende boring (12) kan worden gestoken.
9. Kettingtransporteur volgens één of meer van de conclusies 10 1-8, met het kenmerk, dat ten minste de zwenkbare uitsteeksels (9»10;26,27;37»38) in het ondersteuningsgebied van een boogvormige zijde (19) een ongeveer cirkelvormige dwarsdoorsnede bezitten.
10. Kettingtransporteur volgens conclusie 9» met het 15kenmerk , dat het middelpunt (22) van de dwarsdoorsnede ligt op de zwenkhartlijn (23) van de zwenktap (17;28).
11. Kettingtransporteur volgens één of meer van de conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de uitsteeksels (26, 27) door dragers (30) worden vastgehouden die vast met de transportele- 20 menten (7) zijn verbonden.
12. Kettingtransporteur volgens één of meer van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de boogvormig gevormde zijden (19) van de uitsteeksels (9»10;26,27;37»38) centreergroeven voor de schalmeinden (20) van de steeds vorkvormig daardoor omgrepen 25 kettingschalm (21) vormen.
13. Kettingtransporteur volgens één of meer van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat ten minste één uitsteeksel (9»10;26,27;37»38) uitwisselbaar is.
14. Kettingtransporteur volgens één of meer van de conclusies 30 1-13» met het kenmerk, dat de uitsteeksels (9»10; 26,27,37»38) van één van elk paar uitsteeksels dezelfde vorm hebben.
15. Kettingtransporteur volgens de conclusies 6 of 7» met het kenmerk, dat de aanslagvlakken (45) worden gevormd door de zijwanden van de groeven (44) van een losneembaar met een trans- 35 portelement (7) verbonden drager (42). ****** 800 34 92
NL8003492A 1979-06-19 1980-06-16 Kettingstransporteur. NL8003492A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2925045 1979-06-19
DE2925045A DE2925045C2 (de) 1979-06-19 1979-06-19 Kettenförderer

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8003492A true NL8003492A (nl) 1980-12-23

Family

ID=6073780

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003492A NL8003492A (nl) 1979-06-19 1980-06-16 Kettingstransporteur.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4316537A (nl)
AT (1) AT385740B (nl)
DD (1) DD151432A5 (nl)
DE (1) DE2925045C2 (nl)
FR (1) FR2459193A1 (nl)
NL (1) NL8003492A (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3808827A1 (de) * 1988-03-14 1989-09-28 Rud Ketten Rieger & Dietz Kettenfoerderer
DE3907545A1 (de) * 1989-03-06 1990-09-20 Rud Ketten Rieger & Dietz Kettenfoerderer
DE19608291A1 (de) * 1996-02-21 1997-08-28 Rud Ketten Rieger & Dietz Kettenförderer
FI963435A0 (fi) * 1996-09-03 1996-09-03 Finnchain Oy En anordning foer en skrapbalkanordning
DE19856642B4 (de) * 1998-12-03 2008-03-06 Rud Ketten Rieger & Dietz Gmbh U. Co. Kg Kettenförderer
DE10020021A1 (de) * 2000-04-22 2001-10-25 Rag Ag Kettenkratzerförderer für den untertätigen Bergbaueinsatz
CA2506518A1 (en) * 2002-11-26 2004-06-10 Rag Aktiengesellschaft Scraper chain conveyor comprising plastic pushers
DE102011056783A1 (de) 2011-12-21 2013-06-27 Rud Ketten Rieger & Dietz Gmbh U. Co. Kg Mitnehmer für Gliederketten aus wenigstens zwei Teilkörpern sowie Verfahren zu seiner Herstellung
DE102017130653A1 (de) * 2017-12-20 2019-06-27 Schaeffler Technologies AG & Co. KG Fördereinrichtung sowie Inline-Beschichtungsanlage mit einer derartigen Fördereinrichtung

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE558472A (nl) *
FR415702A (fr) * 1910-05-07 1910-10-03 Societe L. Sabatier & V. Muraour Nouveau système d'agrafes pour élévateurs
US1186774A (en) * 1915-05-21 1916-06-13 Quintin T Hardtner Conveyer-chain cleat.
FR1148671A (fr) * 1955-04-25 1957-12-12 Gewerk Eisenhuette Westfalia Chaîne à raclettes pour transporteur, utilisable notamment dans les mines
AT291106B (de) * 1967-09-15 1971-07-12 Rud Ketten Rieger & Dietz Kratzerförderer
CH554791A (de) * 1973-03-20 1974-10-15 Rud Ketten Rieger & Dietz Kettenfoerderer.
GB1467436A (en) * 1973-05-07 1977-03-16 Dowty Meco Ltd Scraper chain conveyor
DE2613118A1 (de) * 1976-03-25 1977-10-06 Pratt Mfg Corp Lagerung fuer mitnehmer auf foerderbaendern

Also Published As

Publication number Publication date
DE2925045A1 (de) 1981-01-15
DD151432A5 (de) 1981-10-21
ATA310080A (de) 1987-10-15
AT385740B (de) 1988-05-10
DE2925045C2 (de) 1984-05-03
FR2459193B1 (nl) 1985-03-22
US4316537A (en) 1982-02-23
FR2459193A1 (fr) 1981-01-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8003492A (nl) Kettingstransporteur.
US3848407A (en) Link structure for chains for supporting and guiding energy conveying conductors
KR0135751B1 (ko) 피드 라인 안내용의 피더 체인(feeder chain)
EP0745785A1 (en) Power supply chain with roller bar carrier
US3672488A (en) Conveyors
ATE173063T1 (de) Klammer
GB2107020A (en) A conveyor chain
NL8702239A (nl) Inrichting voor het vastklemmen van twee aan elkaar vast te lassen metalen voorwerpen.
NL7903570A (nl) Kleminrichting voor chirurgische doeleinden.
NL8104764A (nl) Zachte houdklem.
US3884100A (en) Pipe tongs
CA3197337A1 (en) Line-guiding apparatus for suspended applications, more particularly drilling rigs, drilling devices or the like
US2915333A (en) Irrigation pipe carrier
US3378891A (en) Cable enlargement clasp
BE1023571B1 (nl) Koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel, evenals aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die door zulk koppelmiddel zijn gekoppeld.
US3289258A (en) Coupling hook
EP0247005A2 (en) Device for automatically connecting a car to the cable or to each of the two cables of a continuously moving cableway
NL8003453A (nl) Kettingtransporteur.
US2604974A (en) Trolley for transportation of a load along a beam
SE465325B (sv) Kopplingsanordning
US4040754A (en) Cable attachment
US2815555A (en) Fish-stringer clamp
EP0845425A1 (en) Conveyor chain unit and conveyor chain
US2913790A (en) Cable clamp
EP0003195B1 (fr) Elément pour la fixation d'un objet long sur une barre, notamment une barre d'une galerie de véhicule

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed