BE1023571B1 - Koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel, evenals aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die door zulk koppelmiddel zijn gekoppeld. - Google Patents

Koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel, evenals aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die door zulk koppelmiddel zijn gekoppeld. Download PDF

Info

Publication number
BE1023571B1
BE1023571B1 BE2016/5259A BE201605259A BE1023571B1 BE 1023571 B1 BE1023571 B1 BE 1023571B1 BE 2016/5259 A BE2016/5259 A BE 2016/5259A BE 201605259 A BE201605259 A BE 201605259A BE 1023571 B1 BE1023571 B1 BE 1023571B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
bicycle
coupling
coupling means
piece
hollow body
Prior art date
Application number
BE2016/5259A
Other languages
English (en)
Inventor
Roeck Sebastian De
Original Assignee
The Chillafish Company Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by The Chillafish Company Nv filed Critical The Chillafish Company Nv
Priority to BE2016/5259A priority Critical patent/BE1023571B1/nl
Priority to PCT/IB2017/051973 priority patent/WO2017178934A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1023571B1 publication Critical patent/BE1023571B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K27/00Sidecars; Forecars; Trailers or the like specially adapted to be attached to cycles
    • B62K27/10Other component parts or accessories
    • B62K27/12Coupling parts for attaching cars or the like to cycle; Arrangements thereof
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K27/00Sidecars; Forecars; Trailers or the like specially adapted to be attached to cycles
    • B62K27/003Trailers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K9/00Children's cycles
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16GBELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
    • F16G13/00Chains
    • F16G13/18Chains having special overall characteristics
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B21/00Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings
    • F16B21/06Releasable fastening devices with snap-action
    • F16B21/07Releasable fastening devices with snap-action in which the socket has a resilient part
    • F16B21/071Releasable fastening devices with snap-action in which the socket has a resilient part the socket being integrally formed with a component to be fasted, e.g. a sheet, plate or strip
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B21/00Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings
    • F16B21/06Releasable fastening devices with snap-action
    • F16B21/08Releasable fastening devices with snap-action in which the stud, pin, or spigot has a resilient part
    • F16B21/088Releasable fastening devices with snap-action in which the stud, pin, or spigot has a resilient part the stud, pin or spigot being integrally formed with the component to be fastened, e.g. forming part of the sheet, plate or strip
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B45/00Hooks; Eyes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Steering Devices For Bicycles And Motorcycles (AREA)

Abstract

Koppelmiddel (1) voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel (3) aan een aangedreven rijwiel (2), zoals een aanhangwagen (2) of een fiets, waarbij het koppelmiddel (3) gevormd wordt door een beweegbare ketting (5) van onderling scharnierend verbonden schakels (4), waarbij aan beide uiteinden (6,7) van de ketting (5) een eindkoppelstuk (8) is voorzien voor het aankoppelen van het koppelmiddel (1) aan het aandrijvend rijwiel (2) en aan het aangedreven rijwiel (2).

Description

Koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel, evenals aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die door zulk koppelmiddel zijn gekoppeld.
De uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op een koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die door zulk trekmiddel zijn gekoppeld.
Het aandrijvend rijwiel kan hierbij een trekkend rijwiel zijn dat het aangedreven rijwiel voorttrekt, waarbij in dit geval het aangedreven rijwiel dus een getrokken rijwiel is en het koppelmiddel een trekmiddel.
In een ander geval of in een andere omstandigheid kan het aandrijvend rijwiel een duwend rijwiel zijn dat het aangedreven rijwiel voortduwt, waarbij in dit geval het aangedreven rijwiel dus een geduwd rijwiel is en waarbij het koppelmiddel tevens een duwmiddel is.
Bij twee rijwielen die door middel van een koppelmiddel, van het type zoals hier wordt bedoeld, zijn gekoppeld, kunnen de rollen van aandrijvend en aangedreven rijwiel naargelang de omstandigheden omkeren, waarbij de ene keer het ene rijwiel het andere aandrijft, bijvoorbeeld door het te trekken, terwijl de andere keer het andere rijwiel het eerste aandrijft, bijvoorbeeld door het te duwen.
Het trekkend rijwiel en het getrokken rijwiel kunnen bijvoorbeeld beiden een fiets zijn, zoals bijvoorbeeld een kinderfiets met twee, drie of meer wielen, terwijl het getrokken rijwiel ook een aanhangwagentje of dergelijke kan zijn.
Het is echter niet uitgesloten een trekmiddel volgens de de uitvinding ook toe te passen op andere rijwielen.
Combinaties met meerdere fietsen die aan elkaar worden gekoppeld telkens met een koppelmiddel volgens de uitvinding of combinaties waarbij één of meerdere fietsen gekoppeld worden aan één of meerdere aanhangwagens met behulp van koppelmiddelen volgens de uitvinding zijn uiteraard ook mogelijk.
Er zijn reeds vele koppelmiddelen voor het koppelen van een aandrijvend rijwiel en een door dit aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel bekend, doch deze vertonen een aantal nadelen.
Doorgaans gaat het om koppelmiddelen onder de vorm van trekmiddelen waarmee een aanhangwagen aan een fiets wordt gekoppeld en waarmee de aanhangwagen door de fiets kan worden voortgetrokken.
De bekende koppelmiddelen worden hiertoe gewoonlijk uitgevoerd als een stang of star frame dat aan één uiteinde vast is gekoppeld aan het getrokken of aangedreven rijwiel en dat aan het andere uiteinde is voorzien van een scharnierend koppelmiddel teneinde het koppelmiddel aan het aandrijvend rijwiel te koppelen.
Het scharnierend koppelmiddel laat toe dat het aangedreven rijwiel in een schuine stand kan worden gebracht ten opzichte van het aandrijvend rijwiel om het rijden in bochten mogelijk te maken.
Een nadeel van deze bekende soorten koppelmiddelen is dat de mate waarin het aangedreven rijwiel en het aandrijvend rijwiel onderling in een niet rechte stand kunnen worden geplaatst eerder beperkt is, waarbij bij het nemen van een scherpe bocht het aandrijvend rijwiel en het aangedreven rijwiel met elkaar in aanvaring kunnen komen.
Dit nadeel is nog groter in het geval het getrokken of aangedreven rijwiel tevens een sturend getrokken rijwiel is, aangezien met de voornoemde bekende koppelmiddelen het stuur van het getrokken of aangedreven rijwiel alleen in een positie kan gehouden worden die overeenstemt met een rijrichting die volledig gericht is in de richting van het trekkend of aandrijvend rijwiel.
De vrijheid van het sturend getrokken rijwiel voor wat betreft het kiezen van de rijrichting is dan ook quasi nul.
Nog een nadeel van de bekende koppelmiddelen van de bedoelde soort is dat ze doorgaans zwaar en log zijn uitgevoerd, meestal uit metaal, waarbij de hoge kostprijs ervan ook een belangrijk nadeel is.
Nog een ander nadeel van de bekende koppelmiddelen voor het koppelen van een aangedreven rijwiel aan een aandrijvend rijwiel is dat het koppelmiddel gewoonlijk vast verbonden is met één van de rijwielen, meer bepaald ofwel met het aangedreven rijwiel ofwel met het aandrijvend rijwiel, of er deel van uitmaakt, zodat dit rijwiel vaak niet of heel moeilijk zonder koppelmiddel kan worden gebruikt.
Een bijkomend nadeel van de bekende koppelmiddelen voor rijwielen is dat het koppelen ervan aan het aangedreven rijwiel en het terug losmaken ervan vaak erg omslachtig is en veel tijd in beslag neemt.
Nog een ander nadeel van de bekende koppelmiddelen van het hier besproken type is dat ze doorgaans weinig geschikt en eerder onveilig zijn voor toepassing tussen rijwielen voor kinderen, aangezien kinderen gemakkelijk hun handen en vingers kunnen bezeren tussen de beweeglijke gedeelten van de met zulk bekend koppelmiddel verwezenlijkte verbinding.
De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel, zoals een aanhangwagen of een fiets, waarbij het koppelmiddel gevormd wordt door een beweegbare ketting van onderling scharnierend verbonden schakels, waarbij aan beide uiteinden van de ketting een eindkoppelstuk is voorzien voor het aankoppelen van het koppelmiddel aan het aandrijvend rijwiel en aan het aangedreven rijwiel.
Een groot voordeel van zulk koppelmiddel volgens de uitvinding is het feit dat het is opgebouwd als een beweegbare ketting van scharnierend verbonden schakels tussen een paar eindkoppelstukken.
Aldus is het koppelmiddel van meerdere scharnierpunten voorzien zodat een veel grotere bewegingsvrijheid wordt gelaten tussen het aangedreven rijwiel en het aandrijvend rijwiel, vergeleken bij de bekende koppelmiddelen.
In het geval zulk koppelmiddel volgens de uitvinding dienst doet als trekmiddel tussen een trekkend rijwiel en een sturend getrokken rijwiel, biedt dit het extra voordeel dat het sturend getrokken rijwiel een veel grotere vrijheid heeft bij het sturen, dan het geval is bij de bekende koppelmiddelen waarmee rijwielen aan elkaar worden gekoppeld.
Anderzijds heeft een ketting van onderling scharnierend verbonden schakels ook het voordeel dat het zodanig kan vervaardigd worden dat de verbinding tussen het aandrijvend rijwiel en het aangedreven rijwiel flexibel of beweeglijk is, terwijl het tevens een zekere starheid heeft.
In het geval het koppelmiddel een duwmiddel vormt waarmee een duwend rijwiel een geduwd rijwiel voortduwt, is het evident dat zulke starheid in zekere mate noodzakelijk is, aangezien er anders van duwen geen sprake kan zijn.
In het geval het koppelmiddel een trekmiddel vormt waarmee een trekkend rijwiel een getrokken rijwiel mee voorttrekt, is de situatie enigszins anders .
In dit geval kan het interessant zijn ervoor te zorgen dat de onderlinge beweeglijkheid van de schakels in de ketting in zekere mate wordt beperkt teneinde te beletten dat het getrokken of aangedreven rijwiel het trekkend of aandrijvend rijwiel zou aanrijden bij een vertraging of tijdens het remmen.
Een trekmiddel onder de vorm van een touw of kabel zou immers wel zulke gevaarlijke situaties met zich meebrengen.
Zulk koppelmiddel volgens de uitvinding, waarbij de onderlinge beweeglijkheid tussen de schakels van de ketting enigszins is beperkt, draagt ook bij aan de veiligheid en is in het bijzonder geschikt voor gebruik in toepassingen voor kinderen.
Ook het feit dat een koppelmiddel volgens de uitvinding aan beide uiteinden is voorzien van een eindkoppelstuk is erg voordelig, omdat het toelaat eenzelfde koppelmiddel toe te passen tussen een veelheid aan beschikbare aandrijvende of aangedreven rijwielen of omdat een gebruiker gemakkelijk kan beslissen het koppelmiddel niet te gebruiken door het los te koppelen van zowel het aandrijvend rijwiel als van het aangedreven rijwiel.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een koppelmiddel volgens de uitvinding bestaat de ketting uit holle lichamen die elk inwendig voorzien zijn van een paar evenwijdige assen die zich uitstrekken evenwijdig aan elkaar tussen tegenoverstaande wandgedeelten van het betreffende hol lichaam en uit verbindingselementen die elk voorzien zijn van een paar gaten en die twee holle lichamen onderling verbinden of die een hol lichaam aan een eindkoppelstuk verbinden, waarbij in een eerste gat van een verbindingselement een as van een eerste hol lichaam is aangebracht en in een tweede gat van een verbindingselement een as van een tweede hol lichaam of van een eindkoppelstuk is aangebracht.
Zulke uitvoeringsvorm van een koppelmiddel volgens de uitvinding is bijzonder voordelig aangezien de gedeelten van de ketting die zeer beweeglijk zijn ten opzichte van elkaar, meer bepaald de assen die zich uitstrekken doorheen de gaten in de verbindingselementen ter vorming van een scharnierende verbinding, afgeschermd zitten in een hol lichaam, zodat kinderen er met hun vingers bijvoorbeeld niet bij kunnen.
Dit draagt uiteraard enorm bij aan de veiligheid van zulk trekmiddel volgens de uitvinding.
Bijkomend zijn volgens de uitvinding de verbindingselementen liefst platte elementen die hoofdzakelijk achtvormig zijn uitgevoerd met twee nagenoeg cirkelvormige gedeelten die elk voorzien zijn van een voornoemd gat en die onderling zijn verbonden via een versmald gedeelte met vloeiende contouren en waarbij elk nagenoeg cirkelvormig gedeelte minstens gedeeltelijk is aangebracht in een gleuf voorzien in een betreffend hol lichaam of eindkoppelstuk.
Zulke uitvoeringsvorm van een koppelmiddel volgens de uitvinding is enerzijds zeer voordelig aangezien de platte verbindingselementen enkel doorheen een gleuf uit de holle lichamen uitsteken, waarbij de gleuf uiteraard met slechts een minimale speling wordt gedimensioneerd, zodat opnieuw het risico dat mensen, in het bijzonder kinderen, zich met hun vingers zouden kunnen bezeren tussen bewegende onderdelen van het koppelmiddel nihil of nagenoeg nihil is.
De vloeiende contouren van de achtvormige verbindingselementen dragen anderzijds tevens bij aan de veiligheid van zulk koppelmiddel volgens de uitvinding.
Voorts kunnen de gleuven waaruit de achtvormige verbindingselementen uitsteken, zodanig worden gedimensioneerd dat de achtvormige verbindingselementen er slechts een beperkte rotatievrijheid in hebben.
Aldus verkrijgt het koppelmiddel een zekere starheid waardoor bijvoorbeeld het botsen tussen een trekkend rijwiel en een getrokken rijwiel kan worden voorkomen of waardoor het aandrijvend rijwiel tevens het aangedreven rijwiel kan duwen.
Het is de bedoeling dat de platte verbindingselementen na het aan elkaar koppelen van het aangedreven rijwiel en het aandrijend rijwiel met zulk koppelmiddel volgens de uitvinding in een horizontaal vlak komen te liggen, terwijl de assen in de holle lichamen zich verticaal uitstrekken, zodat de schakels van de ketting onderling scharnierbaar zijn rond verticale assen.
Er is verder geen enkele andere bewegingsvrijheid tussen de schakels afgezien van de voornoemde rotatie volgens een verticale richting, wat bijdraagt aan de stijfheid van de oplossing.
Nog een groot voordeel van zulke uitvoeringsvorm van een koppelmiddel volgens de uitvinding is dat het bijdraagt aan de veiligheid van de aangeboden oplossing, aangezien het koppelmiddel enkel een kanteling rond verticale assen toelaat en niet rond bijvoorbeeld een horizontale as die zich uitstrekt in de rijrichting.
Zulke rotatie rond een horizontale as die zich uitstrekt in de rijrichting zou immers kunnen leiden tot het kantelen van één van de rijwielen.
In toepassingen waarbij het aangedreven rijwiel een getrokken rijwiel is dat voorzien is van twee naast elkaar opgestelde wielen, kan dit van belang zijn en zeker in toepassing met tweewielers waarvan de wielen in lijn met de rijrichting.
Nog een voorkeurdragend kenmerk van een koppelmiddel volgens de uitvinding bestaat erin elk eindkoppelstuk uit te voeren uit twee van elkaar losmaakbare gedeelten die aan elkaar worden gekoppeld door ze in elkaar te klikken en die van elkaar kunnen worden losgemaakt door het indrukken van één of meerdere indrukbare uitsteeksels.
Zulke uitvoeringsvorm van een trekmiddel volgens de uitvinding is erg praktisch aangezien de twee gedeelten van een eindkoppelstuk gemakkelijk aan elkaar kunnen worden gekoppeld en tevens gemakkelijk terug los kunnen worden gemaakt, wat het gebruik ervan voor het koppelen van een aangedreven rijwiel aan een aandrijvend rijwiel erg eenvoudig maakt.
Liefst is volgens de uitvinding een eerste losmaakbaar gedeelte van een eindkoppelstuk een hol T-vormig stuk dat geopend en gesloten kan worden door middel van ten opzichte van elkaar scharnierende gedeelten die toelaten het T-vormig stuk rond een buisvormig of T-vormig gedeelte, zoals een stuk van een stuur, van een aandrijvend of aangedreven rijtuig aan te brengen en dat in de gesloten toestand gevormd wordt door een dwarsstuk waarop een centraal stuk aansluit.
Zulke uitvoeringsvorm van een koppelmiddel overeenkomstig de uitvinding biedt het voordeel dat het uiterst gemakkelijk op gedeelten van het aangedreven of aandrijvend rijwiel kan worden aangebracht.
Nog een voorkeurdragende kenmerk van een koppelmiddel volgens de uitvinding bestaat erin het koppelmiddel te vervaardigen uit plastiek.
Zulke uitvoeringsvorm van een koppelmiddel volgens de uitvinding is goedkoop te vervaardigen, is erg licht en tevens uitermate geschikt voor het koppelen van rijwielen voor kinderen.
Nog een voordeel van zulke- plastieken uitvoering is dat het erg geschikt is voor speelgoed en gemakkelijk in verschillende kleuren kan worden uitgevoerd.
Het slangachtige effect van een koppelmiddel volgens de uitvinding geeft het tevens een speels karakter.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die aan elkaar gekoppeld zijn door middel van een koppelmiddel volgens de uitvinding in één van de mogelijke uitvoeringsvormen zoals hiervoor beschreven.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een koppelmiddel volgens de uitvinding beschreven, evenals van een aandrijvend rijwiel en een aangedreven rijwiel die aan elkaar gekoppeld zijn door middel van zulk koppelmiddel, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 in perspectief een mogelijke uitvoeringsvorm van een koppelmiddel volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 in perspectief hetzelfde koppelmiddel volgens de uitvinding weergeeft met weglating van eerste losmaakbare gedeelten van de eindkoppelstukken ervan; figuren 3 en 4 in perspectief een aanhangwagentje en het koppelmiddel van figuur 1 weergeven respectievelijk in een niet aangekoppelde toestand en in een aangekoppelde toestand; figuur 5 in perspectief een fiets en aanhangwagentje overeenkomstig de figuren 3 en 4 weergeeft die volgens de uitvinding gekoppeld zijn aan elkaar door middel van het koppelmiddel weergegeven in figuur 1; figuur 6 op grotere schaal en in perspectief meer in detail een hol lichaam weergeeft dat deel uitmaakt van het koppelmiddel uit figuur 1 en dat is aangeduid met F6; figuren 7 en 8 twee helften van het hol lichaam uit figuur 6 weergeeft, respectievelijk aangeduid met F7 en F8; figuur 9 op grotere schaal en in perspectief meer in detail een verbindingselement weergeeft dat deel uitmaakt van het koppelmiddel uit figuur 1, waarmee twee holle lichamen onderling worden gekoppeld en dat is aangeduid met F9; figuur 10 op gelijkaardige wijze als in figuur 9 een verbindingselement weergeeft dat deel uitmaakt van het koppelmiddel uit figuur 1, waarmee een hol lichaam en een eindkoppelstuk onderling worden gekoppeld en dat is aangeduid met F10 in figuur 1; figuren 11 en 12 in perspectief een eerste losmaakbaar deel van een eindkoppelstuk van het koppelmiddel uit figuur 1 weergegeven, dat is aangeduid met F12, respectievelijk in geopende en gesloten toestand; en, figuren 13 en 14 een tweede losmaakbaar deel van een eindkoppelsstuk van het koppelmiddel uit figuur 1 weergegeven, dat is aangeduid met F13, respectievelijk voor en na het aanbrengen van een koppelingspen.
Het in figuur 1 weergegeven koppelmiddel 1 volgens de uitvinding is bedoeld voor het aan elkaar koppelen van een aangedreven rijwiel 2, zoals een aanhangwagentje 2 dat is weergeven in de figuren 3 en 4, aan een aandrijvend rijwiel 3, zoals bijvoorbeeld een kinderfietsje 3 dat is weergegeven in figuur 5.
Het koppelmiddel 1 is samengesteld uit onderling scharnierend verbonden schakels 4 die samen een beweegbare ketting 5 vormen.
Aan de uiteinden 6 en 7 is het koppelmiddel 1 telkens voorzien van een eindkoppelstuk 8 voor het aankoppelen van het koppelmiddel 1, respectievelijk aan het kinderfietsje 3 en aan het aanhangwagentje 2.
In de getoonde uitvoeringsvorm zijn deze eindkoppelstukken 8 exact hetzelfde, maar dat hoeft volgens de uitvinding niet noodzakelijk het geval te zijn, al biedt dit het voordeel dat de beide uiteinden 6 en 7 van het koppelmiddel 1 willekeurig aan het aanhangwagentje 2 dan wel aan het kinderfietsje 3 kunnen gekoppeld worden.
De ketting 5 bevat naast de eindkoppelstukken 8 enerzijds holle lichamen 9, die meer in detail zijn weergeven in de figuren 6 tot 8, en anderzijds verbindingselementen, waarvan er twee verschillende soorten zijn, namelijk verbindingselementen 10 en verbindingselementen 11, respectievelijk meer in detail weergegeven in de figuren 9 en 10.
In het geval van de figuren zijn er drie identieke zulke holle lichamen 9, maar dat kunnen er in andere uitvoeringsvormen meer of minder zijn.
Elk zulk hol lichaam 9 bestaat uit twee identieke helften 12 en 13 die in elkaar kunnen worden vastgeklikt.
De buitenzijde van elk hol lichaam 9 heeft in de samengeklikte toestand een centraal, cilindervormig wandgedeelte 14 waarop aan elk van zijn uiteinden 16 en 17 een half bolvormig wandgedeelte 15 aansluit.
Deze wandgedeelten 14 en 15 zijn aan beide uiteinden 16 en 17 van het hol lichaam 9 centraal doorsneden door een gleuf 18, waardoor een verbindingselement 10 of 11 uit het hol lichaam 9 kan uitsteken.
De breedte B van deze gleuven 18 stemt met andere woorden nagenoeg overeen met de dikte D van de verbindingselementen 10 of 11 op een eventuele kleine speling na, die moet toelaten een verbindingselement 10 of 11 in de overeenkomstige gleuf 18 te bewegen.
Inwendig zijn de holle lichamen 9 voorzien zijn van een paar evenwijdige assen 19 die zich uitstrekken evenwijdig aan elkaar tussen de tegenoverstaande inwendige wandgedeelten 20 van elk van de helften 12 en 13 van het betreffende hol lichaam 9.
Deze assen 19 zijn in het getoonde voorbeeld van de figuren 7 en 8 uitgevoerd uit twee complementaire gedeelten 21 en 22 die tijdens het in elkaar klikken van de helften 12 en 13 in elkaar worden geklikt tot een as 19 en die mee het hol lichaam 9 in de samengeklikte toestand samenhouden.
De verbindingselementen 10 en 11 zijn elk voorzien van een paar gaten 23 en 24.
De verbindingselementen 10 zijn bedoeld voor het onderling verbinden van twee holle lichamen 9, terwijl de verbindingselementen 11 bedoeld zij voor het onderling verbinden van een hol lichaam 9 en een eindkoppelstuk 8.
In de geassembleerde toestand van de ketting 5 is in een eerste gat 23 van een verbindingselement 10 of 11 een as 19 van een eerste hol lichaam 9 aangebracht.
In een tweede gat 24 van een verbindingselement 10 is tevens een as 19 van een tweede hol lichaam 9 aangebracht, terwijl bij een verbindingselement 11 in het tweede gat 24 een koppelingspen 25 voor een verbinding met een eindkoppelstuk 8 is aangebracht.
De twee gaten 23 en 24 hebben in het geval van een verbindingselement 10 zoals weergegeven in figuur 9 beiden dezelfde inwendige diameter E. en deze komt overeen met de doormeter F van een as 19.
De inwendige diameter F van het gat 24 in het geval van een verbindingselement 11 zoals weergegeven in figuur 10 is groter dan de inwendige diameter E van het andere gat 23 en stemt overeen met de doormeter H van de koppelingspen 25.
De verbindingselementen 10 en 11 zijn platte elementen met een dikte D die hoofdzakelijk achtvormig zijn uitgevoerd.
Ze bevatten twee nagenoeg cirkelvormige gedeelten 26 en 27 die elk voorzien zijn van een voornoemd gat, respectievelijk gat 23 en gat 24 en deze cirkelvormige gedeelten 26 en 27 zijn onderling verbonden via een versmald gedeelte 28 met vloeiende contouren.
Elk nagenoeg cirkelvormig gedeelte 26 en 27 is in de geassembleerde toestand van het trekmiddel 1 minstens gedeeltelijk aangebracht in een gleuf 18 voorzien in een betreffend hol lichaam 9 of van een eindkoppelstuk 8.
Een verbindingselement 10 dat dienst doet voor het onderling koppelen van twee holle lichamen 9, is symmetrisch uitgevoerd volgens twee vlakken die dwars op elkaar staan, meer bepaald volgens een symmetrievlak YY' dat door het midden van de cirkelvormige gaten 23 en 24 loopt en volgens het symmetrievlak XX' loodrecht daarop door het midden M van het verbindingselement 10.
Aan de uiterste uiteinden 29 en 30 van de nagenoeg cirkelvormige gedeelten 26 en 27 is telkens een inkeping 31 voorzien.
Deze inkepingen 31 zijn zodanig dat de mate waarmee aanliggende verbindingselementen 10 (of 11) ten opzichte van elkaar verdraaibaar zijn rond de assen 19 waarrond ze zijn aangebracht, wordt beperkt door het in elkaar grijpen van de betreffende verbindingselementen 10 (of 11) ter plaatse van hun inkepingen 31.
Een voornoemde inkeping 31 is cirkelvormig en strekt zich bij voorkeur uit over een hoek Z die tussen 25° en 100°, of liever tussen 30° en 90°, of tussen 40° en 80°, en meest voorkeurdragend tussen 45° en 60° is gelegen, doch ander hoeken en vormen zijn volgens de uitvinding niet uitgesloten.
Een verbindingselement 11 dat dienst doet voor het onderling koppelen van een hol lichaam 9 en een eindkoppelstuk 8 is enkel symmetrisch uitgevoerd ten opzichte van het symmetrievlak YY' dat door de centers van de gaten 23 en 24 loopt. Eén uiterste uiteinde 29 van het nagenoeg cirkelvormige gedeelte 26 is voorzien van een inkeping 31 zoals bij het verbindingselement 10 in het geval van figuur 9.
Aan het andere uiterste uiteinde 30, dat bedoeld is om in het betreffende eindkoppelstuk 8 te worden ingebracht, is het betreffende nagenoeg cirkelvormig gedeelte 27 voorzien van een uitstulping 32 die een verdraaiing van het verbindingselement 11 in het eindkoppelstuk 8 verhindert.
Elk eindkoppelstuk 8 bestaat uit twee van elkaar losmaakbare gedeelten 33 en 34 die aan elkaar worden gekoppeld door ze in elkaar te klikken en die van elkaar kunnen worden losgemaakt door het indrukken van één of meerdere indrukbare uitsteeksels 35.
Een eerste losmaakbaar gedeelte 33 van een eindkoppelstuk 8, dat meer in detail is weergegeven in de figuren 11 en 12, vormt een hol, T-vormig stuk 33 dat geopend en gesloten kan worden door middel van ten opzichte van elkaar scharnierende gedeelten 36 tot 38.
Deze gedeelte 36 tot 38 laten toe het T-vormig stuk 33 rond een buisvormig of T-vormig gedeelte 39 van het aandrijvend rijwiel, of in dit geval het trekkend rijwiel in de vorm van een kinderfietsje 3, of van het aangedreven rijwiel, of in dit het geval getrokken rijwiel in de vorm van een aanhangwagentje 2, aan te brengen.
In de gesloten toestand van het eerste losmaakbaar gedeelte 33 van een eindkoppelstuk 8 wordt het T-vormig stuk 33 gevormd door een dwarsstuk 40 waarop een centraal stuk 41 dwars aansluit.
Het centraal stuk 41 bevat of vormt in de gesloten toestand van het eerste losmaakbaar gedeelte 33 de voornoemde indrukbare uitsteeksels 35, meer bepaald in dit geval twee tegenoverstaande zulke indrukbare zulke uitsteeksels 35.
Het tweede losmaakbaar gedeelte 34 van een eindkoppelstuk 8, dat meer in detail is weergegeven in de figuren 13 en 14, is een hol cilindervormig stuk 34 met een cilindervormig wandgedeelte 42 waarop aan één uiteinde 43 een half bolvormig wandgedeelte 44 aansluit.
Centraal in het half bolvormig wandgedeelte 44 is een gleuf 18 voorzien waardoor een verbindingselement 11 uit het tweede losmaakbaar gedeelte 34 kan uitsteken.
In het cilindervormig wandgedeelte 42 zijn twee tegenoverstaande openingen 45 voorzien die kunnen samenwerken met de tegenoverstaande indrukbare uitsteeksels 35 van het eerste losmaakbaar gedeelte 33.
In het half bolvormig wandgedeelte zijn tevens twee tegenoverstaande openingen 46 voorzien voor het aanbrengen van de koppelingspen 25 die bedoeld is voor het koppelen van het eindkoppelstuk 8 aan een verbindingselement 11 van de ketting 5.
De koppelingspen 25 is tweedelig uitgevoerd met twee complementaire gedeelten 47 en 48 en ze kan langs weerszijden van het tweede losmaakbaar gedeelte 34 doorheen de openingen 46 worden samengesteld door de complementaire gedeelten 47 en 48 in elkaar vast te klikken.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het koppelmiddel 1 overeenkomstig de uitvinding vervaardigd uit een kunststof of plastiek, doch volgens de uitvinding mogen andere materialen even goed worden toegepast.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen van een koppelmiddel 1 volgens de uitvinding en een aandrijvend rijwiel 3 en aangedreven rijwiel 2 die door zulk koppelmiddel 1 zijn gekoppeld, doch zulk koppelmiddel 1 volgens de uitvinding en een aandrijvend rijwiel 3 en aangedreven rijwiel 2 die door zulk koppelmiddel 1 zijn gekoppeld kan op andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

  1. Conclusies
    1. Koppelmiddel (1) voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel (3) aan een door het aandrijvend rijwiel (3) aangedreven rijwiel (2), zoals een aanhangwagen (2) of een fiets, daardoor gekenmerkt dat het koppelmiddel (1) gevormd wordt door een beweegbare ketting (5) van onderling scharnierend verbonden schakels (4), waarbij aan beide uiteinden (6,7) van de ketting (5) een eindkoppelstuk (8) is voorzien voor het aankoppelen van het koppelmiddel (1) aan het aandrijvend rijwiel (3) en aan het aangedreven rijwiel (2).
  2. 2. Koppelmiddel (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de ketting (5) holle lichamen (9) bevat die elk inwendig voorzien zijn van een paar evenwijdige assen (19) die zich uitstrekken evenwijdig aan elkaar tussen tegenoverstaande wandgedeelten (20) van het betreffende hol lichaam (9), evenals verbindingselementen (10,11) die elk voorzien zijn van een paar gaten (23,24) en die twee holle lichamen (9) onderling verbinden of die een hol lichaam (9) aan een eindkoppelstuk (8) verbinden, waarbij in een eerste gat (23) van een verbindingselement (10,11) een as (19) van een eerste hol lichaam (9) is aangebracht en in een tweede gat (24) van een verbindingselement (10,11) een as (9) of pen (25) van een tweede hol lichaam (9) of van een eindkoppelstuk (8) is aangebracht.
  3. 3. Koppelmiddel (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de verbindingselementen (10,11) platte elementen zijn die hoofdzakelijk achtvormig zijn uitgevoerd met twee nagenoeg cirkelvormige gedeelten (26, 27) die elk voorzien zijn van een voornoemd gat (23,24) en die onderling zijn verbonden via een versmald gedeelte (28) met vloeiende contouren en waarbij elk nagenoeg cirkelvormig gedeelte (26,27) minstens gedeeltelijk is aangebracht in een gleuf (18) voorzien in een betreffend hol lichaam (9) of eindkoppelstuk (8).
  4. 4. Koppelmiddel volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat bij een verbindingselement (10) dat dienst doet voor het onderling koppelen van twee holle lichamen (9), aan de uiterste uiteinden (29,30) de nagenoeg cirkelvormige gedeelten (26,27) voorzien zijn van een inkeping (31), waarbij de mate waarin aanliggende verbindingselementen (10) ten opzichte van elkaar verdraaibaar zijn rond de as (19) waarrond ze zijn aangebracht, wordt beperkt door het in elkaar grijpen van de betreffende verbindingselementen (10) ter plaatse van hun inkepingen (31).
  5. 5. Koppelmiddel (1) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat bij een verbindingselement (11) dat dienst doet voor het onderling koppelen van een hol lichaam (9) en een eindkoppelstuk (8), aan één uiterste uiteinde (29) een nagenoeg cirkelvormig gedeelte (26) voorzien is van een inkeping (31) en aan het andere uiterste uiteinde (30), dat bedoeld is om in het betreffende eindkoppelstuk (8) te worden ingebracht, het betreffende nagenoeg cirkelvormig gedeelte (27) voorzien is van een uitstulping (32) die een verdraaiing van het verbindingselement (11) in het eindkoppelstuk (8) beperkt.
  6. 6. Koppelmiddel (1) volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat een voornoemde inkeping (31) cirkelvormig is en zich uitstrekt over een hoek (Z) tussen 25° en 100°, of liever tussen 30° en 90°, of tussen 40° en 80°, en meest voorkeurdragend tussen 45° en 60°.
  7. 7. Koppelmiddel (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies 2 tot 6, daardoor gekenmerkt dat elk hol lichaam (9) bestaat uit twee helften (12,13) die in elkaar kunnen worden vastgeklikt.
  8. 8. Koppelmiddel (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies 2 tot 7, daardoor gekenmerkt dat elk hol lichaam (9) een cilindervormig centraal wandgedeelte (14) heeft waarop aan elk van zijn uiteinden (16,17) een half bolvormig wandgedeelte (15) aansluit en waarbij de wandgedeelten (14,15) aan beide uiteinden (16,17) centraal zijn doorsneden door een gleuf (18) waardoor een verbindingselement (10,11) uit het hol lichaam (9) kan uitsteken.
  9. 9. Koppelmiddel (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat elk eindkoppelstuk (8) bestaat uit twee van elkaar losmaakbare gedeelten (33,34) die aan elkaar worden gekoppeld door ze in elkaar te klikken en die van elkaar kunnen worden losgemaakt door het indrukken van één of meerdere indrukbare uitsteeksels (35).
  10. 10. Koppelmiddel (1) volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat een eerste losmaakbaar gedeelte (33) van een eindkoppelstuk (8) een hol T-vormig stuk (33) is dat geopend en gesloten kan worden door middel van ten opzichte van elkaar scharnierende gedeelten (3638) die toelaten het T-vormig stuk (33) rond een buisvormig of T-vormig gedeelte (39) van een aandrijvend rijwiel (3) of een aangedreven rijwiel (2) aan te brengen en dat in de gesloten toestand gevormd wordt door een dwarsstuk (40) waarop een centraal stuk (41) aansluit.
  11. 11. Koppelmiddel (1) volgens conclusie 9 en 10, daardoor gekenmerkt dat het centraal stuk (41) in de gesloten toestand de voornoemde indrukbare uitsteeksels (35) bevat, meer bepaald twee tegenoverstaande indrukbare zulke uitsteeksels (35) .
  12. 12. Koppelmiddel (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat een tweede losmaakbaar gedeelte (34) van een eindkoppelstuk (8) een hol cilindervormig stuk (34) is met een cilindervormige wandgedeelte (42) waarop aan één uiteinde (43) een half bolvormig wandgedeelte (44) aansluit, waarbij centraal een gleuf (18) is voorzien waardoor een verbindingselement (11) uit het tweede losmaakbaar gedeelte (34) kan uitsteken en waarbij in het cilindervormig wandgedeelte (42) twee tegenoverstaande openingen (45) zijn voorzien die kunnen samenwerken met de tegenoverstaande indrukbare uitsteeksels (35) van het eerste losmaakbaar gedeelte (33) en in het half bolvormig wandgedeelte (44) twee tegenoverstaande openingen (46) zijn voorzien voor het aanbrengen van een koppelingspen (25) voor het koppelen van het eindkoppelstuk (8) aan een verbindingselement (11) van de ketting (5).
  13. 13. Koppelmiddel (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vervaardigd is uit plastiek.
  14. 14. Aandrijvend rijwiel (3) en aangedreven rijwiel (2) die aan elkaar gekoppeld zijn door middel van een trekmiddel (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies.
  15. 15. Aandrijvend rijwiel (3) en aangedreven rijwiel (3) volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat het aandrijvend rijwiel (3) een kinderfietsje (3) is en het aangedreven rijwiel (2) tevens een kinderfietsje is of een aanhangwagentje (2) is.
BE2016/5259A 2016-04-14 2016-04-14 Koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel, evenals aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die door zulk koppelmiddel zijn gekoppeld. BE1023571B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5259A BE1023571B1 (nl) 2016-04-14 2016-04-14 Koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel, evenals aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die door zulk koppelmiddel zijn gekoppeld.
PCT/IB2017/051973 WO2017178934A1 (en) 2016-04-14 2017-04-06 Coupling means for coupling a driving cycle to a driven cycle coupled to the driving cycle, as well as a driving cycle and driven cycle coupled by such coupling means

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5259A BE1023571B1 (nl) 2016-04-14 2016-04-14 Koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel, evenals aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die door zulk koppelmiddel zijn gekoppeld.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1023571B1 true BE1023571B1 (nl) 2017-05-08

Family

ID=56014736

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5259A BE1023571B1 (nl) 2016-04-14 2016-04-14 Koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel, evenals aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die door zulk koppelmiddel zijn gekoppeld.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1023571B1 (nl)
WO (1) WO2017178934A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
PL425599A1 (pl) * 2018-05-17 2019-11-18 Olszewski Michal Zespół elementu holowniczego, zespół mechanizmu ryglującego oraz hol giętki do pojazdów jednośladowych zawierający taki zespół elementu holowniczego oraz zespół mechanizmu ryglującego
US11046385B1 (en) * 2019-05-02 2021-06-29 Burley Design Llc Bicycle trailer hitch for mounting to a bicycle seat post
CN113844580B (zh) * 2021-09-28 2022-09-02 杭州容大智造科技有限公司 一种双动力利用的运货车

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1611210U (de) * 1948-10-01 1950-08-10 Carl Ploetzwich Elastische kupplung fuer fahrzeuge.
US3662539A (en) * 1968-10-16 1972-05-16 Peter Florjancic Injection moulded chain, especially plastic chain
US5350184A (en) * 1992-12-18 1994-09-27 Hull Harold L Bicycle tow-bar for wheelchairs
DE20021380U1 (de) * 2000-12-19 2001-08-09 Badenhop Fred Abstoßstange für Fahrräder
CN2510391Y (zh) * 2001-11-28 2002-09-11 李行 一种童车加挂置物车的组装结构
USD482263S1 (en) * 2003-01-16 2003-11-18 Haun Drop Forge Co. Ltd. Chain mounted clevis snap hook
US20110147107A1 (en) * 2009-12-18 2011-06-23 Bombardier Recreational Products Inc. Trailer hitch for a vehicle having a single rear wheel
CN104648566A (zh) * 2013-11-19 2015-05-27 财团法人自行车暨健康科技工业研究发展中心 音箱鼓童车

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2439330A1 (de) * 1974-08-16 1976-02-26 Riess Guido Dr Zusammenlegbare abschleppstange
GB2291849B (en) * 1994-07-29 1998-03-11 Clifford Henry Fry Flexible extendable tow bar
DE202010010674U1 (de) * 2010-07-27 2010-10-21 Schwangler, Alois Anhängekupplung mit integriertem Seilzug für Fahrradanhänger mit Auflaufbremse

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1611210U (de) * 1948-10-01 1950-08-10 Carl Ploetzwich Elastische kupplung fuer fahrzeuge.
US3662539A (en) * 1968-10-16 1972-05-16 Peter Florjancic Injection moulded chain, especially plastic chain
US5350184A (en) * 1992-12-18 1994-09-27 Hull Harold L Bicycle tow-bar for wheelchairs
DE20021380U1 (de) * 2000-12-19 2001-08-09 Badenhop Fred Abstoßstange für Fahrräder
CN2510391Y (zh) * 2001-11-28 2002-09-11 李行 一种童车加挂置物车的组装结构
USD482263S1 (en) * 2003-01-16 2003-11-18 Haun Drop Forge Co. Ltd. Chain mounted clevis snap hook
US20110147107A1 (en) * 2009-12-18 2011-06-23 Bombardier Recreational Products Inc. Trailer hitch for a vehicle having a single rear wheel
CN104648566A (zh) * 2013-11-19 2015-05-27 财团法人自行车暨健康科技工业研究发展中心 音箱鼓童车

Also Published As

Publication number Publication date
WO2017178934A1 (en) 2017-10-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1023571B1 (nl) Koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van een aandrijvend rijwiel aan een door het aandrijvend rijwiel aangedreven rijwiel, evenals aandrijvend rijwiel en aangedreven rijwiel die door zulk koppelmiddel zijn gekoppeld.
BE1019854A3 (nl) Constructiespeelgoed.
KR920014676A (ko) 접기식 유모차 및 그것에 이용되는 접기 기구
CN103381847B (zh) 用于使儿童就坐的装置及其铰接组件
US5769681A (en) Open-ended toy construction system
NL1035581C2 (nl) Wandelwagen.
US20160059877A1 (en) Handle for stroller
DE102013114529A1 (de) Sitzvorrichtung
WO2006056795A1 (en) Device for interconnecting perambulators
NL1024184C1 (nl) Opvouwbare wandelwagen voor baby's.
ZA200306216B (en) Angularly adjustable coupling.
JP2013047448A (ja) 折畳み式携帯スロープ装置
NL8003492A (nl) Kettingstransporteur.
NL1031517C2 (nl) Wandelwagen.
KR20150116759A (ko) 컴팩트 접이식 자전거
US9896147B2 (en) Three wheeled velocipede
US2605812A (en) Combination toy
US10286973B2 (en) Bicycle handlebar folding mechanism
US459430A (en) Barrel-truck
ATE452061T1 (de) Kinder- oder puppenwagen
KR101867042B1 (ko) 프리휠을 이용한 주행용 드라이빙 유닛 및 이를 포함하는 주행 장치
US1401640A (en) Coaster wagon and sled
US3332698A (en) Hunter's utility device
KR20190142462A (ko) 자전거용 접이식 손잡이 구조 및 이를 구비한 자전거
KR102160930B1 (ko) 고정해제가 가능한 고정모듈 및 이를 포함하는 접힘가능한 킥보드