NL8001172A - Lamellen-jaloezie met vertikaal aangebrachte lamellen. - Google Patents

Lamellen-jaloezie met vertikaal aangebrachte lamellen. Download PDF

Info

Publication number
NL8001172A
NL8001172A NL8001172A NL8001172A NL8001172A NL 8001172 A NL8001172 A NL 8001172A NL 8001172 A NL8001172 A NL 8001172A NL 8001172 A NL8001172 A NL 8001172A NL 8001172 A NL8001172 A NL 8001172A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sleeve
slot
venetian blind
slat
shaft
Prior art date
Application number
NL8001172A
Other languages
English (en)
Other versions
NL176596C (nl
NL176596B (nl
Original Assignee
Hunter Douglas Ind Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hunter Douglas Ind Bv filed Critical Hunter Douglas Ind Bv
Publication of NL8001172A publication Critical patent/NL8001172A/nl
Publication of NL176596B publication Critical patent/NL176596B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL176596C publication Critical patent/NL176596C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/26Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
    • E06B9/36Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with vertical lamellae ; Supporting rails therefor
    • E06B9/362Travellers; Lamellae suspension stems
    • E06B9/364Operating mechanisms therein
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S160/00Flexible or portable closure, partition, or panel
    • Y10S160/90Vertical type venetian blind

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Blinds (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)

Description

- 1 -
Lamellen-jaloezie met vertikaal aangebrachte lamellen.
De uitvinding heeft betrekking op een lamellen-jaloezie met vertikaal aangebrachte lamellen, met een aantal ten opzichte van een rail verschuifbare, lamellendragers, waar ten minste één voor het verdraaien van de lamellen dienende, 5 as doorheen loopt en die elk een om een vertikale as draaibare lamel dragen, waarbij op de as een worm is aangebracht, die samenwerkt met een tandwiel dat zorgt voor het verdraaien van de lamellen.
Bij dergelijke jaloezieën moeten de lamellen zowel 10 in axiale richting kunnen worden getransporteerd alsook om hun eigen vertikale as verdraaid. Het is bekend de lamellendragers elk voor zich in axiale richting aan te drijven en ook om een zgn. trekwagen toe te passen, die de, alleen voor het transport van de lamellendragers in axiale 15 richting noodzakelijke, aandrijfkracht levert. Bij jaloezie-typen , waarbij zich de as bij een bediening van de jaloezie onafhankelijk daarvan draait of een openen of sluiten van de jaloezie of ook slechts een verandering van de verdraaide stand van de lamellen wordt gewenst, moet bij het einde 20 van het verdraaiingsgebied een scheiding tussen de lamellen en de verdraaiingsas plaats vinden, ten minste in een zodanige mate dat de verdraaiingsas verder kan draaien.
Dit scheiden ofwel ontkoppelen van de draaibeweging van de as wordt tot nu toe nog niet op bevredigende wijze 25 gewaarborgd, daar afgezien van een gedeeltelijk technisch zeer omslachtige constructie in het gebied van de "wrij-vingskoppeling steeds nog efen naar verhouding grote slijtage aanwezig is, die o.a. ontstaat, doordat ook bij slippen van de wrijvingskoppeling steeds nog een relatief groot deel 30 van de wrijvingskracht door de as wordt opgenomen. Dit deel vergroot ook de capaciteit, die in totaal noodzakelijk is voor de aandrijving van de as.
B^-jzonder nadelig is het echter ook, dat bij verdraaiing van de lamellen de lamellendragers veelal niet 35 voldoende beveiligd zijn tegen een ongewenst transport in axiale richting.
800 1 1 72
Hiervan uitgaande heeft de uitvinding tot doel een lamellen-jaloezie van het bovengenoemd type zodanig uit te voeren, dat de voor het verdraaien van de lamellen noodzakelijke kracht met zo weinig mogelijke technische 5 middelen en op een zodanige wijze vanaf de as kan worden opgenomen, dat het tijdens het axiale transport door de wrijvingskoppeling nog overgedragen deel van de wrijvings-kracht en daardoor de slijtage en de noodzakelijke vereiste aandrijfkracht aanmerkelijk worden verminderd.
10 Ter bereiking van dit doel wordt nu volgens de uitvinding voorgesteld, dat in de krachtsbaan tussen de draaiingsas en de wormdraad een wrijvingskoppeling is aangebracht, waarbij één der wrijvingsvlakken wordt gevormd door het omtreksvlak van de draaiingsas, terwijl een met 15 dit wrijvingsvlak samenwerkend verder wrijvingsvlak deel uitmaakt van een, de draaiingsas omgevende, bij de worn behorende, krachtsoverbrengende huls, die ten minste over een deel van zijn lengte een ongeveer in axiale richting lopende sleuf bezit en waarbij de krachtsverbinding met de 20 draaiingsas door middel van een ontkoppelingsorgaan slags-gewijs wordt verminderd tot een breukdeel van de oorspronkelijke wrijving.
Bij een opname van de aandrijfkracht, noodzakelijk voor het verdraaien van een lamel, direkt bij het omtreks-25 oppervlak van de as, kan het verlagen van de krachtsver-binding bij het bereiken van een verdraailngs-eindstand volgens de uitvinding op bijzonder eenvoudige wijze worden bereikt. In dienovereenkomstig grote mate kan de slijtage worden verminderd en kan een gemakkelijke loop worden ver-30 kregen bij axiaal transport. Het verminderen van de krachtsoverdragende verbinding tussen de as en de lamellen, juist door een wrijvingsverbinding bij de omtreksvlakken van de as is ook daarom gunstig, omdat hierdoor de ver-draaiïngsfunktie en de aandrijffunktie in axiale richting 35 aanmerkelijk beter van elkaar kunnen worden gescheiden dan tot nu toe.
Onafhankelijk daarvan, of elke afzonderlijke lamellendrager voor het axiale transport direkt wordt aangedreven of dat voor elk lamellenpakket een trekwagen is 40 aangebracht, die de axiale aandrijfkracht vanaf een aan- 800 1 1 72 - 3 - ‘ 4 drijfas opneemt en deze op andere wijze op de lamellendragers overbrengt, kan in elk geval een betrouwbare beveiliging worden bereikt tegen een axiaal transport van de dragers tijdens het verdraaiïngsproces. Deze 5 beveiliging kan plaatsvinden met behulp van een dienovereenkomstig groot bemeten wrijving tussen de trekwagen en de bovenrail. Bij een uitvoering, waarbij de trekwagen direkt is bevestigd aan de er naast liggende iamellen-drager kan echter ook een voldoende vasthouding van de trek-10 wagen reeds worden bereikt door deze lamellendragers.
De aandrijfkracht voor het axiale transport wordt in het algemeen verkregen met behulp van een mechanische overbrenging, die is gevormd tussen een schroeflijnvormig lopende groef in de aandrijfas en een op de aandrijfas 15 geplaatst constructiedeel. Deze krachtsoverdracht heeft echter het nadeel, dat bij het bereiken van een eindstand het mechanisch in de groef grijpende aandrijfelement ten opzichte van de aandrijfas zeker niet wordt vastgeklemd wat tot een vergrote materiaal-slijtage leidt, terwijl 20 in dit geval ook bij het verlaten van de eindstand een aanvullend lostrekmoment van een bepaalde grootte moet worden uitgeoefend. Daartegenover wordt door de zuivere wrijvingsverbinding met de as bij een volgens de uitvinding uitgevoerde lamellen-jaloezie het voordeel bereikt, dat 25 deze ongunstige werkingen nagenoeg niet eerst kunnen optreden.
Het is bekend, bij een dergelijke lamellen-jaloezie een verdere verdraaiende beweging van de lamellen na afloop van een volledig verdraaiïngsproces te blokkeren 30 door aanslagen, die zich bevinden op een door een worm aangedreven tandwiel. Bij een dergelijke uitvoering van de lamellen-jaloezie wordt nu volgens een verdere uitwerking van de uitvinding voorgesteld, dat het ontkoppelingsorgaan bij het beëindigen van het verdraaiïngsproces door het 35 blokkeren van de draaibeweging bedienbaar is.
Dit betekent dus, dat de verlaging van de wrijvende verbinding tussen enerzijds de draailngsas, die de aandrijfkracht voor het verdraaiïngsproces overdraagt, en de lamel anderzijds automatisch plaatsvindt bij het 40 einde van elk verdraaiïngsproces.
800 1 1 72
Alternatief is het echter volgens een verdere uitwerking van de uitvinding ook denkbaar, dat het ont-koppelingsorgaan bedienbaar is door het begin van de transportbeweging van de iamellendrager in axiale richting.
5 In het nu volgende worden verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding beschreven, waarvan er één daarin bestaat, dat de huls is voorzien van ten minste één, in hoofdzaak in axiale richting lopende, doorgaande sleuf en dat op de buitenzijde van de huis ten minste één, de huls samen-10 drukkend elastisch orgaan aangrijpt, bij voorkeur een veer. Tijdens het samendrukken vindt dus de krachtsoverdracht plaats bij een verdraaiïngsproces. Als elastisch orgaan kan bijv. een rubberband of dergelijke dienen. Gunstig is in het bijzonder echter ook de toepassing van een veer, 15 die bijv. als bandveer maar ook als draadveer met ronde dwarsdoorsnede kan zijn uitgevoerd en die op doelmatige wijze zodanig is gedimensioneerd, dat hij over meer dan de helft van de omtrek van de huls heen valt, maar niet over de sleuf zelf heengrijpt.
20 Volgens de uitvinding wordt verder voorgesteld, dat de wand van de huls op een plaats ongeveer diametraal tegenover de sleuf gelegen, dunner is dan over het verdere deel van de wand. Hierdoor wordt bewust een gemakkelijk meegevend gedrag van de huls in omtreksrichting opgewekt, 25 zodat de grootte van de wrijving bij het omtreksvlak van de draaiïngsas in hoofdzaak wordt bepaald door de grootte van de. veerkracht. Dit is ook van voordeel omdat de veerkracht van een stalen veer gedurende een langere tijd constant blijft dan de elasticiteit van de kunststof, 30 die op doelmatige wijze wordt gebruikt voor de vervaardiging van de huls.
Volgens de uitvinding is het verder gunstig, wanneer het buitenoppervlak van de wand van de huls een ten opzichte van de hartlijn van de as excentrische vorm 35 heeft en wanneer deze excentriciteit wordt gecompenseerd door centrische buitenste geleidingsvlakken, die worden gevormd door naar buiten toe stekende uitsteeksels aan de wand van de huls.
Hierdoor wordt enerzijds een centrische legering 40 mogelijk van de huls in een de huls omgevend constructiedeel, 8001172 - 5 - * terwijl het door de excentrische vorm verkregen omtreks-gebied ter beschikking staat als ruimte voor het aanbrengen van de veer.
De uitsteeksels kunnen volgens de uitvinding 5 de vorm hebben van in axiale richting lopende geleidings-lijsten met een dienovereenkomstig verschillende hoogte, waarbij deze uitsteeksels ofwel geieidingslijsten zich slechts over een deel van de axiale lengte van de huls kunnen uitstrekken, terwijl het elastische orgaan of de elastische 10 organen naast de bijbehorende geieidingslijsten zijn aangebracht.
Wanneer een lamellen-jaloezie wordt toegepast waarbij de draaibeweging van de lamellen na afloop van een volledig draaiïngsproces wordt geblokkeerd door op het 15 tandwiel aangebrachte aanslagen, dan wordt bij een dergelijke uitvoering, volgens de uitvinding verder voorgesteld, dat naar elke zijde van de in de huls aangebrachte sleuf een radiaal naar buiten toe gerichte rib is aangebracht, welke rib zodanig is geplaatst, dat de huls bij het terechtkomen 20 van de wormdraad tegen de bijbehorende aanslag van het verdraaiïngstandwiel, tegen veerwerking in, uit elkaar wordt gedrukt.
In dit verband is het volgens de uitvinding verder gunstig, wanneer de huls een afzonderlijk, binnen de worm-25 draad aangebracht, onderdeel is en wanneer de ribben lopen door een uitsparing in de wormnaaf en zich in hetzelfde radiale vlak bevinden ais het bijbehorende einde van de wormdraad bij de betreffende zijde van de sleuf. Hierdoor wordt een bijzonder gunstige samenwerking verkregen van 30 deze onderdelen wanneer aan het eind van een verdraaiïngs-proces de wrijvingskracht slagsgewijs wordt verminderd.
Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm wordt volgens de uitvinding verkregen, wanneer de ribben aan de huls elkaar in axiale richting zoveel mogelijk overdekken 35 en wanneer de sleuf in de huis tussen de beide ribben in verspringt in omtreksrichting.
De huls kan natuurlijk ook op andere wijze mechanisch met de worm worden verbonden. Bij het aanbrengen van de huls binnen de wormnaaf is echter geen aanvullende 40 constructieruimte in axiale richting noodzakelijk. Verder 800 1 1 72 - 6 - maken enkele van in dit verband voorgestelde uitvoeringsvormen van de uitvinding ook nog een verdere funktie mogelijk van de wormnaaf, daar deze behalve de overdracht van de verdraaiïngskracht op het met de lamel verbonden tandwiel 5 ook nog de wrijvingskracht ten opzichte van de as kan versterken, waardoor dan de sluit-voorspanning van het elastische orgaan kan worden verminderd.
Wanneer verder de sleuf de sleuf in de huls tussen de beide ribben in verspringt in omtreksrichting, wordt 10 hierdoor bereik,t, dat de krachtsoverdracht op het tandwiel tijdens een verdraaiing van.de worm. zo weinig mogelijk.-.....
wordt beïnvloed.
Wanneer voor het axiale transport van de lamellen van een lamellenpakket een trekwagen wordt toegepast, die 15 de afzonderlijke lamellendragers aandrijft, dan is een verder voordeel van de uitvinding daarin gelegen, dat dan slechts de lamellendragers êën, met het omtreksoppervlak van de draaiïngsas samenwerkende, huls behoeven te bezitten.
Het is bekend om buiten de ene slechts voor het 20 verdraaiïngsproces benodigde draaiïngsas een tweede as aan te brengen, waardoor de aandrijfkracht voor het transport in axiale richting wordt overgebracht. Tot dit doel is deze as voorzien van ten minste één schroefiijnvormig verlopende groef. In samenhang met de uitvinding is het bijzonder 25 gunstig, wanneer een enkele, van één schroefiijnvormig lopende groef voorziene, as als draaiïngsas dient en ook als transportas.
In het nu volgende zuilen enkele aanvullende uitvoeringsvormen van de uitvinding worden toegelicht, die 30 betrekking hebben op een uitvoeringsvorm waarbij het ontkoppelingsorgaan door hèt begin van de in axiale richting lopende transportbeweging van de lamellendrager bedienbaar is.
In het kader van een dergelijke uitvoering stelt 35 de uitvinding voor dat het ontkoppelingsorgaan is voorzien van een wigvormig uitstekende en met de sleufrand samenwerkende nok, die door een axiale beweging van de lamellen-drager bedienbaar is. De nok kan de huls door ingrijpen in de sleuf uit elkaar drukken en daardoor de verlaging 40 van de wrijvingskracht tot stand brengen. Gunstig is het 8001172 * 4 - 7 - hierbij verder, wanneer de wigvormige nok in axiale richting loopt en samenwerkt met het, een sleufeinde begrenzende, gebied van de hulsrand. Het afbuigen van de aandrijfkracht in een, van de axiale richting afwijkende, 5 richting is dan overbodig in vergelijking met een uitvoeringsvorm waarbij de nok bijv. in een radiale richting in de sleuf grijpt.
De wigvormig uitstekende nok van het ontkoppeiings-orgaan kan volgens de uitvinding deel uitmaken van een 10 met speling op de draaiïngsas aangebrachte schijf, waarbij de schijf is aangebracht tussen een dwarswand van de iameiiendrager en het daar naar toegekeerde einde van de huls. Op deze manier is de overdracht van de axiale aandrijfkracht op de huis, voor het verlagen van de 15 wrijvingskracht, bijzonder eenvoudig.
Volgens de uitvinding is het verder denkbaar, dat de huis is voorzien van twee in hoofdzaak in axiale richting lopende sleuven en dat het ontkoppelingsorgaan in elke sleuf met ten minste één nok grijpt.
20 Volgens de uitvinding kan de verlaging van de wrijvingskracht voor elk der beide axiale transportrichtingen op eenvoudige wijze plaatsvinden, doordat aan beide zijden van de huls telkens tussen een dwarswand van de iameiiendrager en het bijbehorende hulseinde een ontkoppelings-25 orgaan is aangebracht. Deze uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij de wormdraad deel uitmaakt van de huls.
De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding, 30 weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een zijaanzicht toont van een lamellen-jaloezie; fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van de uit elkaar genomen delen van een lamellen-draai-aandrijving 35 volgens een eerste uitvoeringsvorm; fig. 3 een zijaanzicht toont van de huls van de aandrijving van fig. 2; fig. 4 een doorsnede toont over de aandrijving volgens de lijn IV-IV in fig. 5; 40 fig. 5 schematisch een bovenaanzicht toont 800 1 1 72 - 8 - van de draai-aandrijving; fig. 6 een aanzicht toont overeenkomstig fig. 2 maar van een gewijzigde uitvoeringsvorm van de aandrijving; en 5 fig. 7 een doorsnede toont over de aandrijving van fig. 6 in het gebied van de huls.
Allereerst wordt nu de algemene opbouw van een lamellenjaloezie beschreven aan de hand van fig. 1. Aan een bovenste rail 10 zijn twee iamellenpakketten opgehangen, 10 die elk een trekwagen 11 en een aantal iameliendragers 12 bezitten. Aan elk der. dragers, is telkens-.een..lamel 13. op- ... gehangen. Verder zijn ondersteuningsdragers 14 aanwezig.
Door alle dragers 11, 12 en 14 heen loopt een aandrijfas 15, waarvan de eik bij een lamellenpakket behorende delen 15 zijn voorzien van drie schroeflijnvormig lopende groeven 16 resp. 17. Het verloop van de drie groeven 16 en 17 is tegengesteld gericht, zodat bij verdraaiing van de aandrijfas 15 dienovereenkomstig verschillende axiale transportrichtingen aanwezig zijn.In plaats van de toepassing 20 van twee assen vervult hierbij de aandrijfas 15 gelijktijdig ook de funktie van een draaiïngsas.
De aandrijfas 15 kan door middel van een ketting 18 worden verdraaid. De ondersteuningsdragers 14 hebben tot doel het van lamellen 13 vrij zijnde deel van de 25 aandrijfas 15 af te steunen aan de rail 10, zodat doorhangen van de aandrijfas 15 wordt verhinderd.
De trekwagen 11 is telkens direkt verbonden met de naastliggende lamellendrager 12 van het lamellenpakket.
De voor het axiale transport noodzakelijke aandrijfkracht 30 wordt door de aandrijfas 15 slechts overgebracht op de trekwagen 11, terwijl de iameliendragers 12 slechts de voor het verdraaiïngsproces noodzakelijke aandrijfkracht van de aandrijfas 15 afnemen. Het axiale transport van de Iameliendragers 12 wordt tot stand gebracht door meeneem-35 lippen 19 die de Iameliendragers 12 met elkaar verbinden.
Nu wordt een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding beschreven aan de hand van de fig. 2 - 5. De lamellendrager heeft een huis 20, waar de aandrijfas 15 doorheen loopt. Op deze as is een huls 21 aangebracht, 40 die in detail van de. volgende constructie is.
800 1 1 72 *r ·* - 9 -
Een in axiale richting doorlopende sleuf 22 verspringt in omtreksrichting tussen twee radiaal naar buiten toe gerichte driehoekige ribben 22, die elkaar in axiale richting gezien ten minste gedeeltelijk overdekken.
5 Het diametraal tegenover de sleuf 22 gelegen deel van de wand van de huls is aanmerkelijk dunner, zodat het buitenste omtreksvlak van de huls 21 ten opzichte van de hartlijn 24 van de huls 21 excentrisch is. Het ene deel van de huls 21 is bij de omtreksvlakken voorzien van geleidings-10 lijsten 25, waarvan de hoogte op zodanige wijze verschillend .is gedimensioneerd, dat de buitenvlakken van de geleidings-iijsten 25 weer zorgen voor de uitwendige centriciteit van de huls 21. De telkens het dichtst bij de sleuf 22 liggende geleidingslijst 25 is iets langer dan de verdere geleidings-15 lijsten 25, ter begrenzing van de beweging van een veer 26, die de huls 21 over meer dan de helft van zijn omtrek omvat en om te verhinderen, dat de veer 26 over de sleuf 22 heen kan vallen. De veer 26 bestaat uit een staaldraad en kan de aan beide zijden van het zwakste wanddeel liggende delen 20 van de huis 21 samendrukken, zodat de huls 21 onder wrijving aanligt op het buitenste omtreksvlak van de aandrijfas 15.
De huls 21 is omgeven door een worm 27. Deze heeft een wormnaaf 28 en een wormdraad 29. De wormnaaf 28 is voorzien van een naar het ene naafeinde toe open uitsparing 30, 25 waar doorheen de ribben 23 kunnen lopen van de huls 21 wanneer deze in de worm 27 wordt geschoven. Zoals blijkt uit fig. 3 zijn de ribben 23 in een zodanige stand bij telkens één zijde van de sleuf 22 aangebracht, dat zij ongeveer in hetzelfde radiale vlak liggen als het bijbehorende 30 einde van de wormdraad 29.
Met de worm 27 kan een tandwiel 31 worden aangedreven, waarvan de hartlijn in vertikale richting loopt en waarmee de vasthoudpen 32 van een iamelienhouder 33 is verbonden. Aan de laatste is telkens één der lamellen 13 35 opgehangen.
Het tandwiel 31 heeft tussen twee naast elkaar liggende tanden een aanslag 34. Tegen deze aanslag komt het ene of het andere einde te liggen van de wormdraad 29 bij het einde van een verdraaiïngsproces, in afhankelijkheid 40 van de richtina van de verdraaiïna.
800 1 1 72 - 10 -
De verdraaiïngsaandrijving van deze lamellen-jaloezie werkt als volgt: wanneer de aandrijfas 15 met behulp van de ketting 18 in de ene of de andere richting in verdraaiing wordt 5 gebracht/ dan vindt eerst een verdraaiing plaats van de lamellen 13 naar de bijbehorende eindstand, wanneer zij zich nog niet daarin bevinden. Tot dat moment is de overdracht van een, een transport in axiale richting veroorzakende, aandrijfkracht op de trekwagen 11 onderbroken.
10 Tijdens het verdraaiïngsproces zal de aandrijfas 15 de huls 21 mee doen draaien, daar de laatste door de veer 26 voldoende stevig tegen het buitenoppervlak van de aandrijfas 15 wordt aangedrukt. Met behulp van de radiale ribben 23, die door de uitsparing 30 in de wormnaaf 28 15 heen steken, wordt de draaibeweging overgebracht op de worm 27, die zijnerzijds het tandwiel 31 aandrijft. De overbrengverhouding tussen de worm 27 en het tandwiel 31 is zodanig, dat de verdraaiïngs-eindstand van een lamel 13 telkens wordt bepaald door het terechtkomen van één der 20 beide einden van de wormdraad 29 tegen de bijbehorende zijde van de aanslag 34 aan. Daar de ribben 23 in axiale richting zodanig zijn aangebracht, dat zij met het bijbehorende einde van de wormdraad 29 in hetzelfde radiale vlak liggen,, verstoren zij het ingrijpen van de wormdraad 29 25 in de tanden van het tandwiel 31 niet. Wanneer een einde van de wormdraad 29 terecht komt tegen de ene zijde van de aanslag 34 zal de bijbehorende rib 23 daartussen liggen.
Het tandwiel 31 kan nu in geen geval meer in dezelfde richting worden aangedreven, zodat de lamel 13 stilstaat.
30 Door de bovengenoemde rib 23 wordt dus verhinderd dat de huls 21 bij deze zijde verder wordt verdraaid. Bij een verder verdraaien van de aandrijfas 15 in dezelfde richting kan dus door de tussen het buitenoppervlak van de aandrijfas 15 en de huis 21 aanwezig zijnde wrijving het 35 andere halve deel van de huis 21 verder worden meegenomen, wat overeenkomt met een openen van de huls 21 tegen de werking van de veer in. De uitsparing 30 is voldoende breed gedimensioneerd om een dienovereenkomstig uit elkaar spreiden van de beide ribben 23 mogelijk te maken.
40 Nu kan dus het axiale transport van de lamellen- 800 1 1 72 - 11 - * dragers 12 bij een aanzienlijk verlaagde wrijving met de aandrijfas 15 plaatsvinden. Hierbij lopen de lameiien-dragers 12 met rollen 35 op de rail 10. Het verlagen van de wrijvingskracht is echter onafhankelijk daarvan of een 5 axiaal transport werkelijk plaatsvindt, daar de verlaging geschiedt bij beëindiging van het verdraaiïngsproces.
De aan de hand van de fig. 6 en 7 te beschrijven verdere uitvoeringsvorm van de verdraaiïngsaandrijving verschilt op de volgende wijze van de hiervoor beschreven 10 uitvoeringsvorm:
Op de aandrijfas 15 is nu een huis 36 geplaatst, die direkt is voorzien van een wormdraad 37. De huls 36 heeft een in axiale richting doorlopende sleuf 38. Bij de diametraal tegenover liggende zijde is de huls 36 voorzien 15 van een groef 39, die een doorsnede-verzwakking vormt en een uit eikaar drukken van de beide helften van de huis vergemakkelijkt.
Tussen telkens één einde van de huls 36 en de bijbehorende dwarswand 40 van het huis 20 is telkens een 20 schijf 41 aangebracht, waarvan de inwendige diameter zo groot is dat een voldoende speling aanwezig is ten opzichte van de aandrijfas 15. De aandrijfas 15 kan dus geen kracht overbrengen op de schijf 41.
Elk der beide schijven 41 heeft bij de naar de 25 huls 36 toegekeerde zijde een wigvormige nok 42, die met zijn vrije einde ook dan een klein stukje in de sleuf 38 grijpt, wanneer de huls met zijn gehele wrijvingskracht op de aandrijfas 15 zit. Hierdoor kunnen de schijven 41 ook niet toevalligerwijze worden verdraaid.
30 Verder heeft het tandwiel bij deze uitvoeringsvorm geen aanslag 34, daar hierbij de verlaging van de wrijvingskracht niet plaatsvindt door de beëindiging van de verdraaiende beweging.
Fig. 7 toont de afzonderlijke delen in de gemon-35 teerde stand. De draaiaandrijving werkt nu op de volgende wijze:
Zolang de huls 36 met zijn gehele wrijvingskracht op de aandrijfas 15 zit wordt hij door de verdraaiing van de aandrijfas 15 zolang meegenomen als deze lamellendrager 40 stilstaat. Bij deze uitvoeringsvorm is een blokkering 8001172 - 12 - van de draaibeweging van de huis, zoals bijv. door middel van een aan het tandwiel 31 aangebrachte aanslag, niet noodzakelijk.
Wanneer nu vanaf de trekwagen 11 het transport 5 van de iamellendragers 12 in axiale richting tot stand wordt gebracht, dan kan de ene of de andere dwarswand 40 van het huis 20 de er bij behorende schijf 41 in de richting naar de huls 36 toe drukken. Hierdoor wordt de wigvormige nok 42 van deze schijf 41 in axiale richting verder in de 10 sleuf 38 gebracht. Daar de nog met zijn voile wrijvings-kracht op het buitenste-omtreksviak.· van de aandrijfas 15 zittende huls 36 een weerstand oplevert ten opzichte van deze kracht, kunnen de beide helften van de huls 36 door de nok 42 uit elkaar worden gedrukt. Dit betekent een 15 aanzienlijke verlaging van de wrijvingskracht, die eerst aanwezig is tussen de huls 36 en de aandrijfas 15. Bij deze uitvoeringsvorm is dus hiertoe een begin noodzakelijk van een transportbeweging in axiale richting.
- conclusies - 800 1 1 72

Claims (17)

  1. 2. Jaloezie volgens conclusie 1, waarbij de verdraaiende beweging van de lamellen na afloop van een volledig verdraaiïngsproces wordt geblokkeerd door op het tandwiel • aangebrachte aanslagen, met het kenmerk, dat 25 het ontkoppelingsorgaan (23,34) bij het beëindigen van het verdraaiïngsproces door het blokkeren van de draaibeweging bedienbaar is.
  2. 3. Jaloezie volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het ontkoppelingsorgaan (42) bedienbaar 30 is door het begin van de transportbeweging van de lamellendrager (12) in axiale richting.
  3. 4. Jaloezie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de huls (21) is voorzien van ten minste één, in hoofdzaak in axiale richting lopende, 35 doorgaande sleuf (22) en dat op de buitenzijde van de 8001172 - 14 - huls (21) ten minste één, de huls samendrukkend elastisch orgaan aangrijpt, bij voorkeur een veer (26).
  4. 5. Jaloezie volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de wand van de huls op een plaats ongeveer 5 diametraal tegenover de sleuf (22,38) gelegen, dunner is dan over het verdere deel van de wand.
  5. 6. Jaloezie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het buitenoppervlak van de wand van de huls een ten opzichte van de hartlijn van de as 10 (24) excentrische vorm heeft en dat de excentriciteit wordt gecompenseerd door centrische buitenste geleidingsvlakken, die worden gevormd door naar buiten toe stekende uitsteeksels (25) aan de wand van de huls.
  6. 7. Jaloezie volgens conclusie 6, m e t het 15 kenmerk, dat de uitsteeksels de vorm hebben van in axiale richting lopende geleidingslijsten (25) met een dienovereenkomstig verschillende hoogte, waarbij deze uitsteeksels ofwel geleidingslijsten (25) zich slechts over een deel van de axiale lengte van de huls (21) uit-20 strekken, terwijl het elastische orgaan (26) ofwel de elastische organen naast de bijbehorende geleidingslijsten (25) zijn aangebracht,
  7. 8. Jaloezie volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat naar elke zijde van de in de huls (21) 25 aangebrachte sleuf een radiaal naar buiten toe gerichte rib (23) is aangebracht, welke rib (23) zodanig is geplaatst, dat de huls (21) bij het terechtkomen van de, bij de werking van een ontkoppelingsorgaan betrokken, wormdraad (29) tegen de bijbehorende aanslag (34) van het verdraaiïngs-30 tandwiel (31), tegen veerwerking in, uit elkaar wordt gedrukt.
  8. 9. Jaloezie volgens conclusie 8, m e t het k e n m e r k, dat de huls (21) een afzonderlijk, binnen de wormdraad (28) aangebracht, onderdeel is en dat de 35 ribben (231 lopen door een uitsparing (30) in de wormnaaf 8001172 - 15 - (28) en zich in hetzelfde radiale vlak bevinden als het bijbehorende einde van de wormdraad (29) bij de betreffende zijde van de sleuf.
  9. 10. Jaloezie volgens conclusie 9, m e t het 5 kenmerk, dat de ribben (23) aan de huls (21) elkaar in axiale richting zoveel mogelijk overdekken en dat de sleuf (22) in de huls (21) tussen de beide ribben (23) in verspringt in omtreksrichting.
  10. 11. Jaloezie volgens één der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat de wormdraad (37) deel uitmaakt van de huls (36).
  11. 12. Jaloezie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij toepassing van een trekwagen (11) voor het axiale transport van de lamellen 15 (13) slechts de lamellendragers (12) één, met het omtreks- vlak. van de draaiïngsas (15) samenwerkende, huls (21,36) bezitten.
  12. 13. Jaloezie volgens conclusie 12, waarbij het axiale transport plaatsvindt door middel van een transportas 20 in het bijzonder een van een schroeflijnvormige groef voorziene as, met het kenmerk, dat een enkele, van ten minste één schroeflijnvormige groef voorziene aandrijfas (15)1 dient als draaiïngsas en als transportas.
  13. 14. Jaloezie volgens conclusie 3, m e t het 25 kenmerk, dat het ontkoppelingsorgaan is voorzien van een wigvormig uitstekende en met de sleufrand samenwerkende nok (42), die door een axiale beweging van de lamellendrager (12) bedienbaar is.
  14. 15. Jaloezie volgens conclusie 14, m e t het 30 kenmerk, dat de wigvormige nok (42). in axiale richting loopt en samenwerkt met het, een sleufeinde (38) begrenzende, gebied van de hulsrand (36).
  15. 16. Jaloezie volgens conclusie 14 of 15, met 800 1 1 72 - 16 - het kenmerk, dat de wigvormig uitstekende nok (41] van het ontkoppelingsorgaan deel uitmaakt van een met radiale speling op de draaiïngsas (15) aangebrachte schijf (41), waarbij de schijf (41) is aangebracht tussen 5 een dwarswand (40) van de lamellendrager (12) en het daar naar toegekeerde einde van de huls (361.
  16. 17. Jaloezie volgens één der conclusies 14 - 16, met het kenmerk, dat de huls is voorzien van twee in hoofdzaak in axiale richting lopende sleuven en 10 dat het ontkoppelingsorgaan in elke sleuf met ten minste ëên nok. grijpt.
  17. 18. Jaloezie volgens één der conclusies 14 - 17, met het kenmerk, dat aan beide zijden van de huls (361 telkens tussen een dwarswand (40) van de lamellen- 15 drager (12) en het bijbehorende hulseinde een ontkoppelingsorgaan (42). is aangebracht. 19. · Jaloezie als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 800 1 1 72
NLAANVRAGE8001172,A 1979-04-06 1980-02-27 Lamellenjaloezie met vertikaal aangebrachte lamellen. NL176596C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2913885 1979-04-06
DE2913885A DE2913885C2 (de) 1979-04-06 1979-04-06 Lamellenjalousie mit lotrecht angeordneten Lamellen

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8001172A true NL8001172A (nl) 1980-10-08
NL176596B NL176596B (nl) 1984-12-03
NL176596C NL176596C (nl) 1985-05-01

Family

ID=6067628

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8001172,A NL176596C (nl) 1979-04-06 1980-02-27 Lamellenjaloezie met vertikaal aangebrachte lamellen.

Country Status (20)

Country Link
US (1) US4306608A (nl)
JP (1) JPS5852079B2 (nl)
AR (1) AR225172A1 (nl)
AU (1) AU529198B2 (nl)
BE (1) BE882664A (nl)
BR (1) BR8002908A (nl)
CH (1) CH645431A5 (nl)
DE (1) DE2913885C2 (nl)
DK (1) DK145880A (nl)
ES (1) ES490218A0 (nl)
FR (1) FR2453263A1 (nl)
GB (1) GB2049006B (nl)
HK (1) HK66883A (nl)
IT (1) IT1140919B (nl)
MY (1) MY8400331A (nl)
NL (1) NL176596C (nl)
NZ (1) NZ193352A (nl)
PH (1) PH16724A (nl)
SE (1) SE437059B (nl)
ZA (1) ZA802004B (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4406319A (en) * 1980-11-17 1983-09-27 Beatrice Foods Co. Venetian blind drive control
JPS5918137A (ja) * 1982-07-22 1984-01-30 日本磁力選鉱株式会社 製銑、製鋼滓のpH調整方法
EP0111586A1 (en) * 1982-12-21 1984-06-27 Angel Agos Perez Improvements of plain or rotating slides for vertical strips
US4522245A (en) * 1983-01-04 1985-06-11 Hunter Douglas Inc. Housing for a venetian blind tilter mechanism
GB2145141A (en) * 1983-08-16 1985-03-20 Hunter Douglas Ind Bv Clutch for a vertical louvre blind
JPS6183876A (ja) * 1984-09-29 1986-04-28 日本磁力選鉱株式会社 製鋼、脱リンスラグの処理方法
JPS6184011A (ja) * 1984-09-29 1986-04-28 Osaka Denki Kk 変圧器等のコイル巻枠
US4628981A (en) * 1985-04-08 1986-12-16 Micro Molds Corporation Vertical blind assembly
US4773464A (en) * 1986-09-22 1988-09-27 Kuron Corporation Actuator for electric blinds
EP0288623A1 (en) * 1987-04-28 1988-11-02 Kuron Corporation Electric blind
US4834162A (en) * 1987-09-30 1989-05-30 Home Fashions, Inc. Vertical louver blind operating mechanism
US4964191A (en) * 1988-04-04 1990-10-23 Ambassador Industries Carrier and replaceable cartridge hanger assembly
US4834163A (en) * 1988-04-18 1989-05-30 Scientific Plastics, Inc. Vertical louver assembly
DE3825978A1 (de) * 1988-07-29 1990-02-01 Stoever Adolf Bautex Kg Schneckenantrieb zur winkelpositionseinstellung von vertikallamellenjalousien
US4967823A (en) * 1988-12-07 1990-11-06 Groupe Plastique Moderne Inc. Vertical blind chariot
NO893651L (no) * 1989-09-12 1991-03-13 Tore Lyngholm Anordning ved lamellpersienne.
DE4225660A1 (de) * 1992-08-04 1994-02-10 Benthin Management Gmbh Einorganantrieb für eine Vertikaljalousie
US5501116A (en) * 1994-03-02 1996-03-26 Weng; Ming L. Transmission device for a vertical blind
US5671794A (en) * 1996-08-15 1997-09-30 Nien; Ming Apparatus for adjusting the orientation of slats of a vertical blind
NL1016786C1 (nl) * 2000-12-04 2002-06-05 Hunter Douglas Ind Bv Open-tilt-unit voor de monocommando jaloezie.
JP5263381B2 (ja) * 2011-12-28 2013-08-14 ダイキン工業株式会社 冷凍装置の室外ユニット

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1784529C3 (de) * 1968-08-16 1979-10-11 Hunter Douglas Industries B.V., Rotterdam (Niederlande) Jalousie mit lotrechten, längs einer Laufschiene verschiebbaren Lamellen
NL7500815A (nl) * 1975-01-23 1976-07-27 Hunlas Bv Jaloezie.
DE7538533U (de) * 1975-12-03 1979-02-08 Bautex Adolf Stoever Kg, 2857 Langen Lamellenjalousie mit lotrecht angeordneten, seitlich verschiebbaren und um ihre laengsachse verschwenkbaren lamellen
AR208448A1 (es) * 1975-12-03 1976-12-27 Stoever Adolf Bautex Kg Persiana de aletas
DE2807440C2 (de) * 1978-02-22 1985-06-13 Hunter Douglas Industries B.V., Rotterdam Vertikallamellenjalousie mit in einer Oberschiene verschiebbaren Laufwagen

Also Published As

Publication number Publication date
NZ193352A (en) 1983-06-17
AU529198B2 (en) 1983-05-26
ZA802004B (en) 1981-04-29
AR225172A1 (es) 1982-02-26
JPS56484A (en) 1981-01-06
FR2453263A1 (fr) 1980-10-31
DE2913885A1 (de) 1980-10-30
PH16724A (en) 1984-01-25
CH645431A5 (de) 1984-09-28
NL176596C (nl) 1985-05-01
FR2453263B1 (nl) 1983-02-11
NL176596B (nl) 1984-12-03
DE2913885C2 (de) 1984-04-12
BR8002908A (pt) 1980-12-23
GB2049006B (en) 1983-03-16
IT8021200A0 (it) 1980-04-04
ES8101190A1 (es) 1980-12-01
IT1140919B (it) 1986-10-10
SE437059B (sv) 1985-02-04
BE882664A (fr) 1980-10-06
JPS5852079B2 (ja) 1983-11-19
GB2049006A (en) 1980-12-17
ES490218A0 (es) 1980-12-01
HK66883A (en) 1983-12-23
SE8002375L (sv) 1980-10-07
MY8400331A (en) 1984-12-31
AU5721480A (en) 1981-10-15
US4306608A (en) 1981-12-22
DK145880A (da) 1980-10-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8001172A (nl) Lamellen-jaloezie met vertikaal aangebrachte lamellen.
CN105875015B (zh) 自动修剪机头部
US4335775A (en) Rotatable louver holder for louvered vertical venetian blind
US4660286A (en) Apparatus with automatic line feeding
KR20080040555A (ko) 안전 벨트를 감기 위한 기구
US4381811A (en) Support carrier for the drive shaft of a vertical venetian blind
US4817771A (en) Spring clutch with engageable first and second helical clutch springs
US2809531A (en) Tilt mechanism for venetian blinds
HU214616B (hu) Rolóhajtás
US4425994A (en) Multiple disc friction clutch
FR2809147A1 (fr) Embrayage a friction a dispositif de rattrapage de jeu pilote pour vehicule automobile
US4557159A (en) Driving mechanism for slat curtains
RU1838685C (ru) Автоматическое регулировочное устройство
US20040011601A1 (en) Implement for driving a tool and including a brake for braking the tool
US3450366A (en) Self-threading film reel with free-wheeling hubs
NL7908525A (nl) Bandklos.
KR900001518B1 (ko) 전기구동식 카메라
KR860009248A (ko) 결함없는 팬 클러치
US5826418A (en) Round baler for harvested product
CA1250270A (en) Passive safety belt comprising a drive means for moving an end fitting
US20190154089A1 (en) Disk clutch
CN102742993A (zh) 伞用离合式摇把手
SU1155523A1 (ru) Барабан ленточного конвейера
KR0162375B1 (ko) 자기기록재생기의 릴조립체
JP2653595B2 (ja) ブラインドのラダーコード支持装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee