NL8000828A - Werkwijze voor het pelleteren of granuleren van ammoniumsulfaat. - Google Patents

Description

- 1 - 'v

N / 2 9.3 8 4 - Kp / vdM

N*

Uitvinders: Dr. Ing. Horst Bechthold te Erfstadt-Friesheim en Dipl. Ing.

Ulrich Mohn te Berg.-Gladbach, beiden Bondsrepubliek Duitsland.

Werkwijze voor het pelleteren of granuleren van ammonium-sulfaat.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het pelleteren of granuleren van ammoniumsulfaat.

Kunstmest wordt gewoonlijk in de vorm van wat de korrelgrootte betreft zo gelijkvormig mogelijke pellets op de 5 markt gebracht. Daarbij is het gewenst, dat de verschillende mestbestanddelen met elkaar gemengd op het veld kunnen worden opgebracht. Deze mengmest wordt in de meeste gevallen reeds door de leverancier gemengd geleverd. Daarbij wordt er dikwijls naar gestreefd de een geheel vormende bestanddelen van een 10 dergelijk mestmengsel bij de produktie apart te kunnen bereiden, teneinde deze vervolgens in elke gewenste verhouding met elkaar gemengd, te kunnen leveren.

Bij het transport kunnen echter problemen optreden, indien de verschillende bestanddelen van het mestmengsel op 15 grond van hun fysische eigenschappen door het schudden tijdens het transport de neiging hebben te ontmengen. Een wezenlijke oorzaak hiervoor kan de korrelgrootte, maar ook de korrelvorm zijn. Een dergelijke levering van gemengde mestmiddélen kan daarom bij de verbruiker in een vergaand ontmengde staat aan-20 komen, zodat een gelijkmatige opbrenging op het land niet meer is gewaarborgd.

Dergelijke problemen kunnen in het bijzonder optreden, wanneer niet alleen de korrelgrootte, maar ook de korrelvorm verschillend is. Zo wordt bijv. ammoniumsulfaat bijna 25 altijd in gekristalliseerde toestand aangeboden. Deze kristallen zijn in de meeste gevallen bovendien nog veel kleiner dan de in de handel gebruikelijke korrelgroottes van gepelleteerde meststoffen. De menging v.an ammoniumsulfaat met andere mestbestanddelen is daarom een bijzonder moeilijk probleem.

30 Aan de andere kant is bekend, dat ammoniumsulfaat betrekkelijk moeilijk kristalliseert, zodat de bereiding van grote kristallen zeer moeilijk en duur is. Zelfs indien grote kristallen al. gemaakt kunnen worden, hebben ze altijd nog een essentieel verschillende vorm ten opzichte van gepelleteerde 35 meststoffen. Ook hierin schuilt nog altijd een gevaar van ont-8000828 “ 2 - r* menging.

Financiëël aanvaardbare pogingen om gekristalliseerd ammoniumsulfaat om te zetten in pellets zijn tot nu toe zonder succes gebleven.

5 In het Duitse Offenlegungsschrift 25 18 386 wordt een werkwijze voor de ontzwaveling van rookgas beschreven, waarbij aan het eind van het proces gesproeidroogd ammoniumsulfaat als fijn poeder ontstaat, dat wordt afgescheiden in een electrofilter en daar wordt afgevoerd. Ook dit produkt was 10 in de verkregen zeer fijne poedervorm niet geschikt voor toepassing als meststof, omdat ook hier gelijke problemen als hiervoor zijn beschreven zouden optreden. Daarom moest een manier worden gevonden om dit produkt in zeer fijne poedervorm om te zetten in een meststof, die met gebruikelijke mid-15 delen kan worden opgebracht.

Gevonden werd, dat dit doel met zeer eenvoudige middelen kan worden bereikt, doordat men opgelost ammohiumsul-faat in zeer fijn verdeelde vorm bij een zo kort mogelijke verblijfstijd droogt en direct daarna onder toevoeging van 20 zeer fijn verdeeld water in een geschikte pelleteer- of granu-leerinrichting omzet in een produkt met een geschikte korrel-grootte en dit produkt in aansluiting daarop droogt.

Ondanks de bekendheid met de hierboven genoemde moeilijkheden werd bereikt, dat het gesproeidroogde ammonium-25 sulfaat op een pelleteerbord werd omgezet in pellets of granulaat. Hiertoe werd ca. 6-8 % water (betrokken op de droge substantie) fijn versproeid opgebracht op het pelleteerbord en werd het pelleteerbord op de gebruikelijke manier behandeld. Verrassenderwijs vormden zich hierbij zeer gelijkvormig, bijna 30 kogelvormig granulaat, dat reeds in vochtige toestand een aanzienlijke vastheid bleek té hebben. Nadroging van de aldus bereide pellets leverde een produkt op, dat uitstekend geschikt is voor het verspreiden met gebruikelijke mestapparaten. Deze meststof is zeer wrijfvast en kan bij een geschikte uitvoering 35 van het pelleteerproces in verschillende, zeer uniforme korrel-groottes worden bereid.

De oorzaak van dit verrassende effect kon aanvankelijk niet worden begrepen. Pas bij verdere experimenten om 8000823 - 3 - eën produkt dat vroeger was bereid eveneens te pelleteren, werd een aanknopingspunt voor de verklaring van dit verrassende effect gevonden. Het bleek n.l., dat het lang opgeslagen produkt slechts nog zeer moeilijk kon worden gepelleteerd en 5 dat de stevigheid van de verkregen pellets aanzienlijk minder was dan van de pellets, die met het verse produkt waren gemaakt .

Daarop werd een onderzoek verricht naar de uitgangsmaterialen, waarbij een duidelijke kristalvergroting van 10 het opgeslagen produkt werd gevonden. Daarmee kon worden begrepen waarom kristallijn ammoniumsulfaat nauwelijks kan worden gepelleteerd. Dit feit wordt duidelijk, indien men bedenkt dat gladde kristallen met grote vlakken ten opzichte van elkaar waarschijnlijk minder hechtkracht bezitten dan kogelvor-15 mige poreuze opeenhopingen, die alleen uit microkristallen zijn samengesteld, zoals deze normaliter bij het sproeidrogen ontstaan.

Bij de experimenten voor het bereiden van de pellets heeft zich in het kader van het droogproces nog een 20 andere verrassing voorgedaan. Bij de pogingen om een zo laag mogelijke restvochtigheid te bereiken werden de pellets af en toe ook veel langer aan een thermische behandeling onderworpen dan voor het droogproces was vereist. Verrassenderwijs werd daarbij gevonden, dat afhankelijk van de duur van deze thermi-25 sche nabehandeling, een toenemende stevigheid van de bereide pellets optrad.

30 800032a

Claims (5)

1. Werkwijze voor het pelleteren en granuleren van ammoniumsulfaat, met het kenmerk, dat men opgelost ammoniumsulfaat in zeer fijn verdeelde vorm bij een zo 5 kort mogelijke verblijfstijd in een gasstroom droogt, hieruit afscheidt en vervolgens onder toevoeging van zeer fijn verdeeld water in een geschikte pelleteer- of granuleerinrichting omzet in een produkt met een geschikte korrelgrootte en dit produkt in aansluiting daarop droogt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk , dat men de nabehandeling zo kort na het drogen van het opgeloste ammoniumsulfaat uitvoert, dat geen merkbare rekristallisatie van de microkristalstructuur van het gedroogde produkt plaatsvindt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat men de pelletering of granulering uitvoert onder toevoeging van een geschikt bindmiddel.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk , dat men voor de pelletering of granulering 20 aan het gedroogde ammoniumsulfaat 1-15 %, bij voorkeur 5-10 % water, betrokken op de gewichtshoeveelheid ammoniumsulfaat, toevoegt.

5. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat men de gedroogde pellets of het 25 gedroogde granulaat, aan een verdere thermische nabehandeling onderwerpt. ' 30 8 0 0 0 8 2 8