NL8000578A

NL8000578A - Personenzoekontvanger.

Info

Publication number: NL8000578A
Application number: NL8000578A
Authority: NL
Original assignee: Nira Int Bv
Priority date: 1980-01-30
Filing date: 1980-01-30
Publication date: 1981-09-01
Also published as: NL176889C; FR2474724A1; CH660269A5; NL176889B; FR2474724B1; SE449038B; GB2068616A; US4422071A; IT8119396A0; DE3102423A1; SE8100587L; JPS56131236A; IT1135224B; DE3102423C2; GB2068616B

Description

79 5125/Ti/asm

Aanvraagster : Nira International B.V., Nautilusstraat 3

7800 AA EMMEN

Korte aanduiding : Personenzoekontvanger.

De uitvinding heeft betrekking op een personenzoekontvanger omvattende een geheugenorgaan waarin een voorafbepaalde adrescode kan worden vastgelegd, een vergelijker voor het vaststellen van de overeenkomst tussen deze adrescode en een ontvangen adres-5 code en een berichtdecodeerorgaan samenwerkend met een uitlees-venster voor het aangeven van een ontvangen berichtcode.

Dergelijke personenzoekontvangers zijn op zich bekend. Uit de aard der zaak zijn gewoonlijk een aantal personenzoekontvangers tot een complete installatie gecombineerd waarin aan elk der gebruikers 10 een bepaald kengetal wordt toegekend dat aan de centrale bekend is en bij het oproepen van een bepaalde ontvanger in gecodeerde vorm wordt uitgezonden. De ontvanger reageert op de ontvangst van dit te ontvangen karakteriserend signaal door het uitzenden van een optisch of akoestisch attentiesignaal dan wel, in een lawaaiige 15 omgeving of bij zg. discrete oproep een vibratorsignaal waardoor de gebruiker op de aanwezigheid van een oproep attent wordt gemaakt.

Voorts omvatten de moderne personenzoekontvangers een uit-leesvenster (display) waarin het voor de gebruiker bestemde bericht in, veelal gecodeerde vorm wordt weergegeven.

20 In de praktijk kleven aan dergelijke personenzoekontvangers en daarmee uitgeruste installaties een aantal nadelen. Wanneer een bepaalde ontvanger defect raakt krijgt de gebruiker een nieuwe ontvanger toegewezen, veelal genomen uit een reservevoorraad en krijgt dus ook een nieuwe adrescode; de centraliste moet van de ver-25 andering op de hoogte worden gesteld en wanneer personen binnen het bedrijf via de huistelefooncentrale direkt toegang tot de personen-oproepcentrale hebben moeten alle betrokkenen van de tijdelijke wijziging op de hoogte worden gesteld. Het is moeilijk wijzigingen 800 0 5 78 - 2 - in de adrescode aan te brengen en dus evenzeer uitermate omslachtig zo niet onmogelijk de individuele adrescoden in overeenstemming te brengen met bijvoorbeeld een gewijzigde kamerindeling in een gebouw of op eenvoudige wijze te relateren aan interne telefoon-5 nummers.

De uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen en een per-sonenzoekontvanger te verschaffen die, indien opgenomen in een complete installatie, de gebruiksmogelijkheden van deze laatste uitermate verruimt en veel flexibeler maakt.

10 Volgens de uitvinding wordt hiertoe het orgaan waarin de adrescode wordt vastgelegd gevormd door een van buiten de ontvanger vrij programmeerbaar geheugen voor het daarin opslaan van ten minste één naar wens te kiezen adrescode welke op het uitleesvenster kan worden aangegeven.

15 Moderne goedkope vrij programmeerbare geheugens zijn in kleine afmetingen tegen een lage prijs en met een grote geheugencapaciteit beschikbaar zodat de maatregelen volgens de aanvrage de mogelijkheid openen een veel ruimere adrescode te gebruiken dan voordien mogelijk was. Dergelijke geheugens zijn ook in niet-vluchige uit-20 voering beschikbaar, zoals de zgn. EAROM's, waarvan de geheugen-inhouden slechts door middel van elektrische signalen te wijzigen zijn. Dit aspect· heeft als voordeel, dat het geheugen ten gevolge van een eventueel te lage voedingsspanning, bijvoorbeeld door te diep ontladen of verwisselen van de batterijen, niet zijn inhoud 25 verliest en niet opnieuw geprogrammeerd behoeft te worden.

Het feit dat de adrescode waarop de ontvanger zal reageren naar wens instelbaar is, opent een groot aantal mogelijkheden die voordien onbereikbaar waren. Men kan op elk gewenst moment de adrescode waarop de ontvanger zal reageren wijzigen zodat voor elke ge-30 bruiker zijn ontvanger aan alle momentane eventueel steeds wisselende omstandigheden kan worden aangepast. Bij uitval van een bepaalde ontvanger krijgt de gebruiker uit de aanwezige voorraad reserve-ontvangers een nieuwe ontvanger waarin op eenvoudige wijze de nieuwe 80 0 0 5 78 V * - 3 - adrescode kan worden ingevoerd zodat in een dergelijk geval de noodzaak om alle betrokkenen van nieuwe tijdelijke adrescodes op de hoogte te stellen vervalt. De ingestelde adrescode waarop de ontvanger zal reageren wordt, al dan niet permanent, op het uitleesvenster 5 aangegeven en men kan dus te allen tijde controleren of de ontvanger die men in zijn bezit heeft op de juiste adrescode is ingesteld. Zo niet, dan is het omprogrammeren een eenvoudige zaak.

Dit omprogrammeren kan geschieden via galvanische verbindingsmiddelen tussen een uitwendig geheugenprogrammeerorgaan en het in •jO de ontvanger aanwezige geheugen. Het is echter ook mogelijk de signalen noodzakelijk voor het programmeren van het ontvangergeheugen langs elektromagnetische weg op de ontvanger over te dragen.

Een houderinstallatie voor het daarin opnemen van een aantal personenzoekontvangers als bovenomschreven wordt volgens de uitvinding 15 uitgevoerd met middelen voor het in een binaire code omzetten van een gewenste adrescode en door middelen voor het selectief overdragen van deze adrescode van het vrij programmeerbare adresgeheugen van een naar wens te kiezen personenzoekontvanger.

De bediening van een dergelijke houderinstallatie, die uiteraard 20 deel zal uitmaken van de personenzoekcentrale, is zeer eenvoudig: de centralist(e)toetstvia een toetsenbord de nieuwe gewenste adrescode waarop de personenzoekontvanger moet worden ingesteld in, welke adrescode dan op een apart weergeefvenster kan zijn aangegeven en tegelijk wordt overgedragen naar de ontvanger; op het 25 uitleesvenster daarvan kan worden gecontroleerd of de adrescode inderdaad juist is ontvangen en verwerkt.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de figuur.

De figuur toont een houderinstallatie 1 en een personenoproep-ontvanger 2, die in de figuur door middel van onderbroken lijnen 30 van elkaar zijn gescheiden.

De houderinstallatie 1 heeft een bedieningsorgaan 3, dat deel kan uitmaken van de personenoproepcentrale en waarvanuit gegevens betreffende een nieuw adres naar een signaalopwekker 4 worden ver- 800 0 5 78 ψ -* - 4 - zonden, waarbij de in een geschikte vorm omgezette gegevens naar een uitleesvenster 5 en, eventueel in een andere vorm, via een vaste verbinding naar een contactelement 7 dan wel via een zender 8 naar een zendantenne 9, of indien zowel het contactelement 7 als de zender 5 8 met de zendantenne 9 aanwezig zijn via een op de uitgang van een signaalopwekker 4 aangesloten keuzeschakelaar 6 naar het contactelement 7 of de antenne 9 gevoerd worden.

De personenoproepontvanger 2 heeft een contactelement 10, dat bij plaatsing van personenoproepontvanger 2 in de houderinstallatie 10 1 niet het contactelement 7 daarvan galvanisch contact maakt. Zij heeft tevens een ontvanger Π, welke geschikt is om tijdens gebruik van de personenoproepontvanger 2 als zodanig adressignalen en tijdens het programmeren van de personenoproepontvanger 2 door plaatsing daarvan in de houderinstallatie 1 van de zendantenne 9 15 afkomstige signalen te ontvangen. Het contactelemènt 10 en de uitgang van de ontvanger 11 zijn met een koppelketen 12 verbonden, waarvan uitgangen met ingangen van een vertaal- en stuurketen 13, met een uitgangsketen 14, een verwerkingseenheid of microprocessor 15 en een adresgeheugen 16 zijn verbonden. De koppelketen 12 heeft 20 bovendien ingangen die met uitgangen van de verwerkingseenheid 15 en van het adresgeheugen 16 zijn verbonden. De uitgang van de vertaal- en stuurketen 13 is met een uitleesvenster 17 verbonden, de uitgang van de uitgangsketen 14 is met een bijvoorbeeld akoestische weergever of met een optische weergever dan wel een vibrator 18 25 verbonden, terwijl in- en uitgangen van de verwerkingseenheid 15 met in- en uitgangen van een werkgeheugen 19 zijn verbonden. De koppelketen 12 is bovendien met een bedieningsorgaan 20 verbonden, welk orgaan uit een aantal toetsen en/of schakelaars kan bestaan. Diverse in de figuur getoonde blokken, met name de met de nummers 30 12, 13, 14, 15, 16 en 19 aangeduide blokken, kunnen in een praktische uitvoering tot een enkele geïntegreerde keten gevormd worden.

Volgens bekende technieken kunnen de verbindingen tussen de koppelketen 12 en de verwerkingseenheid 15, tussen de koppelketen 800 0 5 78 - 5 - 12 en het adresgeheugen 16 en tussen de verwerkingseenheid 15 en het werkgeheugen 19 in beide richtingen gebruikt worden, waarbij de betreffende in- en uitgangen van diverse ketens dezelfde aansluitingen hebben.

5 Hoewel de in de figuur getoonde verbindingen enkelvoudig zijn getoond, kunnen zij een bundel verbindingslijnen omvatten. Dit is niet van toepassing tussen de niet-galvanische verbinding tussen de zendantenne 9 en de ontvanger 11 en doorgaans ook niet tussen de uitgangsketens 14 en de weergever 18. Afhankelijk van het aan-10 tal betreffende verbindingslijnen is de schakelaar 6 meervoudig uitgevoerd en zijn er meer, met elkaar samenwerkende contacten 7 en 10 per personenoproepontvanger benodigd.

Indien de houderinstallatie 1 meerdere personenoproepontvangers 2 tegelijk kan opnemen, heeft de houderinstallatie 1 even zoveel 15 contactgroepen 7, die onderling parallel met elkaar zijn verbonden of naar keuze en gescheiden van elkaar door middel van de daartoe aangepaste schakelaar 6 met de uitgang of uitgangen van signaal-opwekker 4 zijn verbonden.

De bediening van de eventueel aanwezige schakelaar 6 kan vanuit 20 het bedieningsorgaan 3 plaatsvinden, hetgeen door middel van de lijn 6a is aangegeven.

De werking van de combinatie houderinstallatie en personenoproepontvanger 2 ten behoeve van het programmeren is als volgt:

De personenoproepontvanger 2 wordt in de houderinstallatie 1 25 geplaatst, waarbij de contactelementen 7 en 10 een galvanische verbinding vormen of de ontvanger 11 een door de zendantenne 9 afgegeven zwak signaal kan ontvangen. Vervolgens wordt door middel van het bedieningsorgaan 3 een nieuw adres voor de zojuist geplaatste personenoproepontvanger 2 ingevoerd, waarna de signaalopwekker 3 30 deze gegevens omzet in een binaire code met daarin bij voorkeur tevens controlebits en verder een aanduiding, waaruit blijkt dat de code een te programmeren adres betreft.

De van de signaalopwekker 4 afkomstige code wordt in een ge- 800 0 5 78 *► -Λ- - 6 - schikte signaalvorm via de eventueel aanwezige schakelaar 6 en de contactelementen 7 en 10 naar de koppelketen 12 van de personenop-roepontvanger 2 gevoerd.

De code kan eveneens via een zender 8, die de code in een door 5 de ontvanger 11 te ontvangen boodschap kan omzetten, en via de zend-antenne 9 en de ontvanger 11 naar de koppelketen 12 gevoerd worden.

De verwerkingseenheid 15 zal de ontvangen code naar geldigheid en daarna naar inhoud verwerken en het resultaat daarvan dat een foutmelding of het nieuwe adres kan zijn, door middel van de 10 koppelketen 12 en de vertaal- en stuurketen 13 op het uitlees-venster 7 laten tonen. De verwerkingseenheid 15 werkt tijdens de verwerking van de ontvangen code samen met het werkgeheugen 19, waarin het voor de.verwerking noodzakelijk programma is opgeslagen en dat tevens de mogelijkheid biedt om tijdelijke resultaten in 15 op te slaan. Indien de ontvangen code een nieuw adres voor deze personenoproepontvanger 2 betrof, bergt de verwerkingseenheid 15 deze via de koppelketen 12 in het adresgeheugen 16 op. Opdat de voedingsspanning geen invloed op de inhoud van dit adresgeheugen 16 kan hebben is zij naast vrij programmeerbaar bij voor-20 keur tevens niet-vluchtig.

De inhoud van het adresgeheugen 16 kan tijdens het gebruik van de personenopantvanger 2 als zodanig door de koppelketen 12 en eventueel in samenwerking met de verwerkingseenheid 15 uitgelezen worden voor de vergelijking van een door middel van de ontvanger 25 11 ontvangen adrescode met de in het adresgeheugen 16 aanwezige adrescode. Bij gelijkheid zal door middel van de uitgangsketen 14 en de weergever 18 een akoestisch signaal afgegeven worden, dat eventueel afhankelijk van de boodschap gemoduleerd kan zijn.

Afhankelijk van de toestand van het bedieningsorgaan 20 of 30 van door middel daarvan ingevoerde en afhankelijk van het feit of de personenoproepontvanger 2 wordt geprogrammeerd of het haar kenmerkende adres ontvangt zal op het uitleesvenster 17 een zojuist geprogrammeerd nieuw adres, een foutmelding, haar (ouder) adres 80 0 0 5 78 - 7 -

'P

of een mededeling in numerieke of in alfanumerieke vorm afgebeeld worden.

Indien aan de personenoproepontvanger 2 meer adressen toegekend moeten kunnen worden, moeten de door de houderinstallatie 1 5 naar de personenoproepontvanger 2 verzonden coden aanduidingen bevatten betreffende welke oud adres in het, overeenkomstig vergrote, adresgeheugen 16 met het nieuwe adres verwisseld moet worden en doorgaand ook welke voorrang aan het nieuwe adres toegekend moet worden.

10 De zender 8 kan een alleen voor het programmeren berekende zender met klein uitgangsvermogen zijn, maar kan betreffende haar uitgangsvermogen ook omschakelbaar uitgevoerd zijn, zodat zij zowel voor het op kleine afstand programmeren of op grotere afstand oproepen van een personenoproepontvanger 2 kan dienen.

- conclusies - 800 0 5 78

Claims

1. Personenzoekontvanger omvattende een geheugenorgaan waarin een voorafbepaalde adrescode kan worden vastgelegd, een vergelijker voor het vaststellen van de overeenkomst tussen deze adrescode en een ontvangen adrescode en een berichtdecodeerorgaan 5 samenwerkend met een uitleesvenster voor het aangeven van een ontvangen berichtcode, met het kenmerk, dat het orgaan waarin de adrescode wordt vastgelegd wordt gevormd door een van buiten de ontvanger vrij programmeerbaar geheugen voor het daarin opslaan van ten minste één naar wens te kiezen adrescode 10 welke op het uitleesvenster kan worden aangegeven.

2. Ontvanger volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het vrij programmeerbaar geheugen een tevens niet-vluchtig geheugen is.

3. Ontvanger volgens conclusies 1-2, gekenmerkt 15 door galvanische verbindingsmiddelen met het uitwendig geheugen- programmeerorgaan.

4. Ontvanger volgens conclusies 1-3, gekenmerkt door middelen voor het opnemen en verwerken van langs elektromagnetische weg van het programmeerorgaan naar de ontvanger overgedragen 20 programmeersignalen.

5. Houderinstallatie voor het opnemen van een aantal personen-zoekontvangers volgens conclusies 1-4, gekenmerkt door middelen voor het in een binaire code omzetten van een gewenste adrescode en door middelen voor het selectief overdragen van deze 25 adrescode van het vrij programmeerbare adresgeheugen van een naar wens te kiezen personenzoekontvanger,

6. Houderinstallatie volgens conclusie 5, gek-snmerkt door een weergeefvenster voor het weergeven van het naar een bepaalde ontvanger uitgezonden adres. 80 0 0 5 78 -w> N M ^ li I I 1 x x x m i. \ \ - l[ 11 *f ^ i i ^—-Π ' I : ~i 1 f_L fM I —' j l__ _J ! in] *J| I *! I ji I ° I I V______ “7 i T ίι Hl 1 1 4HM I \J A " - I γη ljt sj τ If) 1 Ή [Tl 2? I__________I 80 0 0 5 78