NL8000024A - Zeefdrukmachine met roterende schabloon. - Google Patents

Description

rr

Deefdrukmaehine net roterende schablcon

De uitvinding heeft betrekking op een zeefdruknachine net roterende schabloon en een in het inwendige daarvan roterend gelegerde opbrengrol, waarvan de asstompen door zijlegarkoppen van de schabloon heen gevoerd zijn, waarbij de schabloon van zijn legers 5 in de zijlegerkoppsn te scheiden is.

Den dergelijke zoefdrukmachine net roterende schabloon is reeds bekend uit het Duitse Auslegeschrift 20 35 220. Dij deze bekende zeefdrukr.achine moet bij schabloonwisseling de opbrengrol eerst uit zijn legers losgenomen en in aansluiting daarop door eer.

10 van de zijlegerkoppen heen getrokken worden, wat in het bijzonder bij grote werkbrsadtor. net zekere moeilijkheden gepaard gaat. Men is er derhalve toe overgegaan, de gemonteerde schabloon met opbrengrol en zijlegerkoppen door een hefwerktuig op te heffen en naar een rainigingspost te voeren, waarin ook het speciale werktuig voor 15 '-et uittrekken van de opbrengvals aangebracht is. Ook op leze reini-gingspost noet echter voor elke schabloonvisselinf, in elk geval de opbrengrol volledig verwijderd worden, eer de losr.eei.-ibaar in de zijlegarkoppen gelegerde schabloon uitgewisseld rosp. gereinigd kan worden, 20 On uit probleem te ondervangen, is voorgesteld, de legers van de zeefdrukschabloon U-vormig uit te voeren en in de naar beven open legers de schabloonkoppen in te zetten on met de legers te spannen.

Het grote bezwaar van deze bekende inrichting bestaat hierin, dat deze schabloonlegering tot moeilijkheden leidt ten aanzien van de 25 goede rotatialoop en ten aanzien van de nauwkeurige vastzetting van de schabloon in zijn werkstand.

De onderhavige uitvinding beoogt met bewaring van cle legering van de schabloon in bij voorkeur gesloten zijlsgerkoppén het uitwisselen van de schabloon ondanks de binnen liggende strijkrol 30 nogelijk te maken, zonder de zijleGerkoppen van hun voetstuk los te SO 0 0 0 24 2

4IT

moeten nemen en sender da opbrengrol voliodim door aar. var. 'la zij-legerkoopen haan naar buiten da moeten trekken.

Ee uitvinding hestaat hierin, dat beide asstonpen van la opbrengrol losneenbaar daarmee verbonden zijn. Zodoende is hat 5 mcgelijk, da asstompen van de orbrenmrol daarvan los te nemen -an da opbrengrol wet een hefwerktuig op te heffer an, nadat de schabloon van zijn zijlegsrkoppen gescheiden is, ret een hefwerktuig de cp-brengrol in sa-'enuang riot de schabloon naar.de wasplaats te brengen. Derhalve treedt een aanzienlijke tijdwinst voer de reiniging on 10 demontage van net drukapparaat cp, behoeven er geen zware gewichten neer getransporteerd te worden en wordt de wisseltijd uitermate kort. Daarbij is het voordeel bewaard gebleven, dat de schabloon in zij-Igerkoppen optimaal te legeren is, zodat voor do zijlegerkcppen een stevige constructie gekozen kan worden, waardoor uitstekende produc-15 tieveorwaarden verkregen zijn.

hen verder, zeer belangrijk aspect bestaat hierin, dat de asstempen axiaal uittrekbaar aan de opbrengrol bevestigd zijn. Zodoende wordt een zeer eenvoudige losneenbare verbinding van de asstompen met de opbrengrol verschaft, die naar verhouding zonder 20 problemen bedienbaar is.

hen verder, zeer belangrijk aspect van de uitvinding bestaat hierin, dat de scheidingslijnen tussen de naven van de opbrengrol en de asstompen telkens tussen het gesleten deel van de schabloon-ring en de zijlegerkop liggen. Daarbij liggen de scheidingslijnen 25 tussen de asstempen en opbrengrol in het bereik, waarin ook de schabloon van zijn zijlegerkoppen gescheiden wordt, zodat hier een algemene scheidingslijn verschaft wordt en zowel de schabloon als de opbrengrol uit de machine geheven kan worden.

Verder bestaat een aspect van de uitvinding hierin, dat de 30 asstompen telkens uittrekbaar uit een naaf van de opbrengrol gelegerd zijn, waarbij de opbrengrol net zijn naven voor wat betreft zijn lengte kleiner is dan de afstand van de zijlegerkcppen van elkaar.

Dit maakt bij naven, die zijn blijven staan, en uitgetrekkan asstempen resp. verwijderde asstompen het genakkelijk hanteren tussen as zij-35 legertoppen mogelijk, waarbij de opbrengrol enae schabloon tussen 80 0 0 0 24 # τ de zijlegertoppen bijvoorbeeld door een hefwerktuig er uit geheven kunnen worden.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan da hand van in de tekeningen weergegeven uitvceringsvoorbeelden daar-5 van.

Fig. 1 toont de zeefdrukrachine in doorsnede ever een druk- post) fig. 2 is een zijaanzicht van een drukpost van een zeefdruk-nachine, 10 fig. 3 toont een zijde van de schablconlegering in perspec tief, fig, h toont oen einde van de cpbrengrol, gedeeltelijk in doorsnede, in de verkstand, fig. 5 toont het uit voering? voorbeeld van fig. ·’; in derentaga- 15 stand, fig. 6 is een schematische voorstelling van het leger van de cpbrengrcl, en fig. 7 en 3 tenen eveneens schematisch de -ler.ontageplaats voor de schabloonwisseling in twee verschillende waA standen.

20 Zoals in fig. 1 kan worden gezien, bestaat de nieuwe zeef- drukir.achine 1 in de eerste plaats uit een rachinegestol 2 on een of roer daarop aangebrachte drukrosten 3, waarin telkens tussen vre-e i * · ,„ *** r z' *" ’j 3n 3"! wOn rotcr-inu^ schs3'.Loon 4 · Λ"~ het inwendige van deze schalleen J- beindt zich een cpbrangrc-i. : > "·—r" 25 van de assterpon 50 door de zijlegerh.oppen 30, 31 heen gevoerc. zion> waarbij deze aan weerszijden in zwenklegers 130, 131 liëü-n· ;;'iJ zwanklegers 130 en 131 zijn ret de zijlegerkorpen 30 en 31 teA-n° vast verbonden. Bij de zwenklegers 130 en 131 kunnen aandr:jf ^ane-wielen 60, 61 voor de opbrengrol aangebracht zijn. Be aandrijftan& 30 wielen 6θ, 61 kunnen door een drijfwerk 6 aangedreven wcraen, 'raa“ bij het draainonont van de ene zijde naar de anaere aoor «u--=>- · van de opbrengrol 5 opgenomen wordt.

Bij het voorgsstelde uitvoeringsvoorbeeld van fig. 1 worut onder de schabloon ^ de warenbaan 7 doorgeveerd, bij voorkeur cp --11 80 0 0 0 24

L

drukvlak 70 liggend, dat cp diens keurt cp een tegendruk!alk 20 afgesteund 13.

Do schabloon U is op zijn beurt cp een op zichzelf bekende vijsa van da zijlegerk.cppen scheidbaar gelegerd. Ei 3 bet voorgasteide j uitvceringsvoorbeeld gebeurt d« legering door tussenkomst van in de schabloonringen bH telkens paarsgewijs aangebraehte öouten lk^} die telkens in aan aandrijfhuls 230 resp. 231 vastzatbaar zijn. Deze aandrijfhulzen 230 an 231 behoren tot da zijleg-erkoppen 30, 31. Da legering van da schabloon h op dasa '.djse is op zichzelf bekend. Ir.

10 fig. 3 is da legering nader voorgastaid. 3ij nat voorbeeld van de legering aan de aandrijfhuls 221 door sxiale verschuiving van de zij-legarkoppen 30, 31 naar elkaar tos is de vrijmaking van da koppen van da bouten 1½ mogelijk, zodat de schabloon 1+ uit de onderling evenwijdig liggende sleuven 30 bij voorkeur naar boven er uit ge— 15 heven kan worden. Daartoe moet da schabloon 4 natuurlijk ir. da juiste stand gedraaid worden. Dit is echter eveneens bekend. De scheidbaar-heid van de schabloon van zijn legers in de zijlegertoppen kan ook op een andere manier gebeuren dan voorgesteld is. riet voor™ stelde uïtvosringsvoorbeeld is in de practijk echter doelmatig geb kien.

20 Bij de voorgestelde inrichting volgens de uitvinding is het van belang, dat beide asstompen 50 van de opbrengrol 5 losneembaar daarmee verbonden zijn. Daarbij kunnen op geschikte vi’ze de asstompen 50 volgens fig. b en 5 axiaal uittrekfcaar aan de opbrengrol bevestigd zijn, Met het oog hierop zijn de asstcmpen 50 door oen spia-25 of groefas 350 in een uitsparing 351 in een naaf 51 van de opbrengrol 5 gelegerd, waarbij deze naaf 51 bij voorkeur een ringgroef 151 heeft, die buiten de eindringen bb van de schabloon U moet liggen, waarin telkens een kraanhaak 80 grijpen kan, die tot een hefwerktuig 8 behoort (zie fig. 7). De axiale verschuifbaarheid van de asstompen 30 50 kan door ihgrijping van een spieas of dergelijke in de telkens bijbehorende naaf 51 gebeuren, waarbij de arretering in het bereik van het leger 130 resp. 131 optreden kan. Hier is een glijhuls 22 aangebracht, waardoorheen een arreteerbout 52 in een groef 151 aan het einde van de asstcmpen 50 grijpen kan, waarbij de glijhuls 32 35 zelf in een zwenkkogelleger 330 gelegerd is. Om de stand van de dalen S 0 0 0 0 24 5 ’ ten opzichte van elkaar nog te fixeren bestaat de mogelijkheid, door de gehele asstomp 50 een schreef 55 aan te trekken, dia in da naaf 51 vastgezet is. Deze schreef 55 draait automatisch mee bij draaiing van de opbrengrol 5. De spieën 250 van de spiesa 350 5 verzekeren de reeneming van de opbrengrol 5 bij draaiing van het tandwiel 60 door de hoofdaandrijving resp. het drijfwerk 6.

De zwenklegers 130 en 131 liggen buiten aance zplegerkoppen 30, 31 en vormen een brug tussen delen van de zijlegerkoppen 30, 31. Deze brug is enerzijds op een zvenkbout 33 en anderzijds op een 10 verstelbout 3^ afgesteund. Door verstelling van de verstelt out 3^ kan het leger 131 resp. ook het leger 130 nauwkeurig ingesteld worden, zodat de aantel van de opbrengrol 5 nauwkeurig ten opzichte van de schabloon !+ gestald kan worden.

Om nu het goed uitnemen van de schabloon h negelijk te raken, 15 neet de afstand a, te weten de afstand van de kraanhak-en 80 ten opzichte van elkaar, kleiner zijn dan de afstand van de zijlegerkoppen 30, 31 van elkaar. Deze afstand is in fig. 1 met b aangegeven, kier roet het verschil zo groot zijn, dat het gerwkkelijk er uit heffen van de opbrengrol 5 met de daarop hangende schabloon - negelijk ge-20 maakt wordt.

Dï werking van de inrichting is bijvoorbeeld als volgt: ha beëindiging van het drukken resp. een drukproces worden de zijlegerkoppen 30, 31 opgeheven resp. verheffen deze zich uit de druks tand, en wel door bediening van de cilinders 1*30 en '-.31, waar-25 van telkens twee cilinders in elke zijlegerkcp optreden. Daardoor bewegen de standbouten 530 naar buiten, en wal op alle vier hoeken van een drukpost. ha het er uit heffen van de drukpost, zoals in fig. 2 weergegeven is, wordt de schabloon in een stand gedraaid, zoals fig. 3 laat zien, waarin namelijk de sleuven 30 naar boven 30 gekeerd zijn. In aansluiting hierop wordt de opbrengrol 5 ep een of andere manier ondersteund, bijvoorbeeld door aanhangen, aan de kraan-haken SO of door onderschuiven van twee delen, zodat in -elk geval de opbrengrol 5 resp. zijn naven 51 gesteund zijn. In aansluiting hierop worden de zijlegerkoppen weer neergelaten, en wel door vrij-35 geven door de cilinders .1+30 resp. 1*31. Zodoende bewegen de zwenklegers 90 0 0 0 24 jr /* 1 C'D *ν·Λ0·η 1^1 r\n?4-r> ΛηνΛη Ύπ vrct n-r· π-, w. »-r - ·* » · 1 -J - -*y · wi. i uol Cu* assOcnpen ?0 ~esn cii:.a3üing neer. Te asstompen kunnen daarna uitgetrokken worden waarbij de worden.

arreteerfcouten 52 losgenomer./en de assto-ren uit een stand volgens lig, 4 m een suand volgens lig, p gebracht worden. I's onbrengrol 5 5 rust cf cp ingaschoven ondersteuningen of hangt reeds aan de kraan-uaken So, mst cieze op cna^rsfeumngeu^ dan meten nu d--* v^ ^ enk ake n CO ingehangen worden en worden deze gemkkelijk opgeheven. In aansluiting hierop worden de ondersteuningen verwijderd, dog steeds is in deze stand de schaoloon roet de zijlegerkoopen 30, 31 verbonden.

10 In aansluiting hierop worden de zijlegerkoppen naar elkaar toe bewogen, zodat de van koppen voorziene bouten 1μΛ uit hun arretering in de telkens bijbehorende aandrijfhuls 230 resp. 231 losgenomen zijn en in aansluiting hierop kan de opbrangrol 5 net de schabloon h uit de machine geheven en naar een deriontageplaats gevoerd worden, 15 dis in fig. 7 en S weergegeven is. Fig. 7 toont de stand bij het invoeren in de demontageplaats, waarbij in de in de naven 51 optredende uitsparingen steunbcuten 90 ingeschoven kunnen worden, die tot de denontageinrienting 9 beheren. Or. het wegnemen van de tweede verplaatsbare demontagebok 92 mogelijk te maken, kan in het midden nog een 20 steunvoet 91 ontreden, die pas aangabracht kan worden, wanneer de schabloon in de aangegeven pijlrichting vergetrokken is.

Zoals uit da beschrijving duidelijk zal zijn, beperkt de uitvinding zich niet’tot het voorgastelde uitvoeringsvoorbeeld. Zo zijn variaties denkbaar en nogeiijk, Fe vcorgestelde oevestiging 25 van de as stomen 50 aan de naven 51 door eenvoudig uittrekken is achter bijzonder doelmatig en levert geen grote technische probj.ar.an op.

80 0 0 0 24

Claims (9)

1. Zeefdrukmachine net roterende schabloon en een in het inwendige daarvan roterend gelegerde opbrengrol, waarvan de asstonpen 5 door zijlegerkoppen van de schabloon heen gevoerd zijn, waarbij de schabloon bij voorkeur van zijn legers in de zijlegerkoppen te scheiden is, gekenmerkt doordat beide asstompen (50) losneenbaar met de opbrengrol (5) verbonden zijn.

2. Zeefdrukmachine volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat 10 de asstcnpen (50) axiaal uittrekbaar aan de opbrengrol (5) bevestigd zijn.

3. Zeefdrukmachine volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de asstompen (50) telkens uittrekbaar uit een naaf (51) van de opbrengrol (5) gelegerd zijn.

10 Ir. Zeefdrukmachine volgens conclusie T, gekenmerkt doordat de scheidingslijnen tussen de naven (51) van de opbrengrol en de asstompen (50) telkens tussen het gesloten deel van de schablccnring (hh) en da bijbehorende zijlegerkop (30 resp. 31) liggen.

5. Zeefdrukmachine volgens conclusie 1 of gekenmerkt 20 doordat de scheidingslijnen van de opbrengrol (5) voer wat betreft him afstand (a) dichter bij elkaar staan dan de afstand (b) van de zijlegerkoppen (30, 31) van elkaar bedraagt.

6. Zeefdrukmachine volgens conclusie 1 cf 5, gel:en:verkt doordat de scheidingslijn tussen de opbrengrol (5) er de asstompen (50) 20 in het nabije bereik van de scheidingslijn tussen de schabloon (-) en zijlegerkop (30, 31) ligt.

7. Zeefdrukmachine volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat aan de opbrengrol (5) bij voorkeur aan zijn naven (51) bevestigingsmiddelen, bij voorkeur een groef (15O voor de 20 inhanging van een hefwerktuig (o) resp. van kraanhaken (-Ό) optraden. o. Zeefdrulemachir.e volgens een der voorgaande ccrciusi-es, oekenmerkt doordat de asstompen (5d) aan hun einder, eer. spie as (355) of d-ervelijke dragen, die 'telkens ir. een corresponderende uitsparing (351) var. de orbrengrol (5) resp. van da naaf (pi) ingrijpen. 800 0 0 24 Λ> (20, 31) bevestigde zvjnllegera (lie an 121} gelegerd zijn. 10. laafdrvbnaehine volgens conclusie ' of 'J-home rit 5 acordat in ca (svanlOlagers (130 en 131) riijhuisar. (32) asngebracht zijn veer de axiale verschuiving ven de assto.npen (50) on arrotoor-rdddeian (52) voor de siand-fixaring van de as st ces on (20) in de glijhulzen (32).

11. ZeöfGrukn.ach5na volgens sen dor voorgaande conclusies, 10 cabanr.o rit doordat de as at crop an (30) door tellens een docr een ridden- boring heen geveerde axiaal liggende schroef asm de opbrangrcl (5) rasp. zijn naaf (51( vastgezet zijn.

12. Inrichting, in hoofdzasl zoals voorgesteld in de beschrijving en/of talaningen. 300 0 0 24