NL7909149A - Berm- of reflectorpaal. - Google Patents

Description

W 2007-11 Ned. Fv -»

P & C

Berm- of reflectorpaal

De uitvinding heeft betrekking op een berm- of reflectorpaal van kunststof, bestaande uit een langwerpig hol lichaam.

Dergelijke bermpalen zijn bekend. Zij bestaan in de bekende uitvoering uit een geëxtrudeerd lichaam dat ten gevolge van het extrusieproces 5 open einden heeft. Op het paaleinde dat het boveneinde van de paal gaat vormen wordt een afzonderlijke kap geplaatst die door middel van een vaste passing in het holle boveneinde grijpt. Deze kap dient o.a. om de paal zonder beschadiging in de grond te kunnen drijven. De afzonderlijke kap veroorzaakt extra fabricage- en montagekosten.

10 De uitvinding beoogt een bermpaal te verschaffen die uit één stuk kan worden vervaardigd en voldoende sterk is bij zo klein mogelijk materiaalgebruik.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de paal bestaat uit twee gelijke schaalvormige helften, waarvan elke helft aan zijn van de 15 schaalbodem opstaande buitenrand aan één zijde van het langs symmetrie van de schaal is voorzien van een, in het verlengde van deze rand liggend, mesvormig uitsteeksel en aan de andere zijde van dit vlak van een voor ingrij-ping met het mesvormige uitsteeksel van de andere schaalhelft geschikte groef.

20 Wanneer de beide helften omgekeerd op elkaar worden geplaatst met de holle zijden naar elkaar toegekeerd, kunnen de mesvormige uitsteeksels in de dan tegenover elkaar liggende groeven worden gesnapt.

Bij voorkeur is voor verdere vergroting van de stevigheid de constructie zodanig dat dicht naast, binnen en evenwijdig aan de buitenrand 25 van een schaalvormige helft een rug van de schaalbodem uitsteekt over een zodanige hoogte dat, bij op elkaar snappen van twee paalhelften door middel van de mesvormige uitsteeksels en de groeven, deze ruggen stuik met hun kopranden tegen elkaar komen te liggen en onder invloed van warmtetoevoer aan elkaar lasbaar zijn. De door het lassen eventueel ontstane uitgelopen 30 materiaalranden zijn door dit zogenaamd spiegellassen aan de buitenzijde van de paal niet zichtbaar, zodat het uiterlijk van de paal er niet door wordt geschaad.

Teneinde bij geringe materiaaldikte van de schaalvormige helften voldoende sterkte en stijfheid te behouden kunnen in langs- en dwarsrichting 35 van de paal in elke helft versterkings- resp. verstijvingsruggen zijn gevormd.

Het is gunstig, daar op de paalkop slagen moeten kunnen worden uitgeoefend zonder dat scheuren of breuken ontstaan, wanneer extra verster-kingsruggen zijn gevormd ter plaatse van het ene einde van de paalhelft, dat 7909149 i Λ -2- bestemd is als boveneinde van de bermpaal te dienen, welke ruggen van een geringere hoogte in het overige deel van de schaal totaan de buitenrand van de opstaande wand van dit paalboveneinde doorlopen. De langs- en dwarsruggen in het overige deel van de schalen lopen niet door tot het aanrakingsvlak 5 tussen de helften omdat het dan mogelijk is, zoals vaak gebruikelijk, de paal als hoes op een in de grond bevestigde houten lat te schuiven bij het aanbrengen van de palen langs de wegen.

Voor die toepassing wordt de schaal aan het langseinde tegenover het paalboveneinde uitgevoerd zonder opstaand buitenranddeel.

10 Een gladde buitenzijde en minder kans op reflectorbeschadiging heeft men wanneer in de schaalbodem een inspringend bodemgedeelte is gevormd, waardoor aan de buitenzijde van de paalhelft een verdieping voor het verzonken opnemen van een reflector is ontstaan.

Het is ook mogelijk de bermpaal volgens de uitvinding zelfstandig, 15 zonder houten binnenpaal, in de grond te bevestigen. Daartoe wordt de schaal aan het langseinde tegenover het paalboveneinde voorzien van een in een scherpe punt uitlopend, ongeveer zaagtandvormig, symmetrisch ten opzichte van het langssymmetrievlak van de schaal gelegen, buitenranddeel, als zogenaamde kerstboomvoet, uitgevoerd.

20 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin twee uitvoeringsvoorbeelden van de bermpaal volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 is een gedeeltelijk aanzicht in perspectief van een paal volgens de uitvinding.

25 Fig. 2 is een bovenaanzicht op de binnenzijde van een schaalhelft.

Fig. 3 toont twee schaalhelften boven elkaar geplaatst, vóór het met elkaar verbinden ervan, in dwarsdoorsnede.

Fig. 4 is een halve dwarsdoorsnede volgens IV-IV van fig. 2.

Fig. 5 toont een bovenaanzicht op een schaalhelft van het voet- 30 gedeelte van een bermpaal in de uitvoeringsvorm met aangevormde voet.

De in fig. 1 weergegeven bermpaal 1 bestaat uit twee op elkaar bevestigde schaalhelften 2, waarvan de bevestigingsnaad 3 doet zien dat de paal bestaat uit twee symmetrische schaalhelften. Aan de voorzijde van de paal is een witte reflector 4 door middel van bevestigingsorganen 5 in een 35 verdieping 6 in het buitenvlak van de ene schaalhelft 2 bevestigd, terwijl aap de achterzijde van de paal (in de tekening niet zichtbaar) op volkomen soortgelijke wijze een rode reflector is bevestigd.

Fig. 2 toont een aanzicht op de binnenzijde van een paalhelft 2. Deze paalhelft is schaalvormig en heeft opstaande zijranden 7 en een kopwand 79 0 9 1 A 9 8.

-3- r

Het ondereinde van de schaal 2, gelegen aan de onderzijde van fig. 2, is in fig. 2 niet weergegeven, maar bestaat in de eerste uitvoeringsvorm van de schalen uit een open einde, d.w.z. de bodem 9 van de schaal eindigt tezamen 5 met de beide zijranden 7 in een vlak loodrecht op het vlak van tekening, en ook loodrecht op de langshartlijn 10 van de schaal. In deze uitvoeringsvorm is de weergegeven kunststofpaal bestemd om op een houten binnenpaal of lat te worden gemonteerd, welke paal of lat op zijn beurt in de grond wordt bevestigd.

Het ondereinde van de schaal volgens fig. 2 kan ook de vorm hebben volgens 10 fig- 4. Dit betreft de tweede uitvoeringsvorm waarop later wordt teruggekomen.

De schalen 2 worden uit één stuk gevormd door middel van spuit-gieten in een vormmatrijs, waarin de enigszins bolvormige schaalbodem 9, de opstaande zijranden 7 en de kopwand 8 worden gevormd.

15 Zoals blijkt uit fig. 3 is de ene zijrand 7 van een schaal voor zien van een, in het verlengde van deze rand liggend, mesvormig uitsteeksel 11, terwijl de andere zijrand 7 is voorzien van een met dit uitsteeksel complementaire groef 12. Het mesvormige uitsteeksel resp. de groef lopen van de betreffende zijrand door tot in de kopwand 8, waarbij zowel het uitsteeksel 20 als de groef eindigen ter plaatse van de langshartlijn 10.

Wanneer twee schaalhelften 2 met de holle zijden tegenover elkaar worden geplaatst, zoals is weergegeven in fig. 3, kunnen door insnappen van de uitsteeksels 11 in de tegenover liggende groeven 12 de beide schalen met elkaar tot de bermpaal worden verbonden. Uiteraard zijn daarbij de afmetingen 25 van zowel het uitsteeksel als de groef zodanig dat deze delen ten gevolge van de elasticiteit van de toegepaste kunststof in ingrijping met elkaar kunnen worden gebracht en daardoor een zekere vasthoudkracht ontstaat.

Voor het definitief maken van de verbinding tussen de beide schaalhelften is dicht naast, binnen en evenwijdig aan elke buitenrand 7 en door-30 lopend langs de koprand 8, een rug 13, uitstekend van de bodem van de schaal mee aangevormd. De ruggen van twee tegenover elkaar geplaatste schalen komen bij het op elkaar plaatsen van de schaalhelften tegen elkaar aan te liggen, waartoe de hoogte van de ruggen passend is gekozen. Door middel van warmtetoevoer worden deze ruggen aan elkaar gelast, zogenaamd spiegelgelast, 35 waarbij eventueel gesmolten en weer stollend materiaal zich aan de binnenzijde bevindt en van buiten aan de paal niet zichtbaar is.

Ter versterking en verstijving van de paal kunnen nog andere langsruggen 14 en dwarsruggen 15, van de bodem opstekend, in de schaalhelften 2 zijn aangevormd. Deze ruggen kunnen uiteraard een andere afstand en 7909149 m -4- een ander aantal hebben dan in de tekening is weergegeven.

Daar de paalkop, ter plaatse van de kopwand 8, in staat moet zijn om slagen op te nemen bij het plaatsen van de kunststofpaal op de houten binnenpaal respectievelijk in de grond, zijn ter plaatse van deze kop aan 5 de binnenzijde extra ruggen 16 gevormd, waarvan de hoogte geleidelijk kan toenemen van de dwarsrug 15, welke zich het dichtste bij de kopwand 8 bevindt, totaan deze kopwand 8, respectievelijk het eraan evenwijdig lopende deel van de lasrug 13.

In de schaalbodem 9 is de verdieping 6 gevormd, welke bestemd is 10 voor het opnemen van de reeds besproken reflectors ,4.

Fig. 5 toont de voet van de paal in de tweede uitvoeringsvorm, welke voet dient op de paal rechtstreeks in de grond te plaatsen. In deze voet 17 lopen de eindwanden 7 van de schaal door, echter volgens een convergerend patroon met trappen waardoor een zogenaamde kerstboomvoet is ont-15 staan, zoals deze bijvoorbeeld bekend zijn van turbineschoepvoeten. De lasrug 13 van de schaal loopt eveneens in het voetgedeelte overeenkomstig het kerstboomprofiel door, waarbij de betreffende delen van de lasrug evenwijdig lopen aan de overeenkomstige delen van de buitenranden 7. Ter plaatse van de uitspringende trappen in de zijranden zijn de eveneens 20 uitspringende delen van de lasruggen aan weerszijden van de langshartlijn 10 als doorgaande rug 18 met elkaar en met extra langsruggen ter plaatse verbonden.

Bij voorkeur is een markering 19 als een rondgaande verhoogde rug aan de buitenzijde van de schaal, dwars op de langshartlijn 10 aange-25 bracht, zodat men kan zien tot hoever de betreffende paal in de bodem moet worden gedreven. Wanneer de rug 19 gelijk ligt met het maaiveld heeft het boven het maaiveld uitstekende deel van de paal de vereiste hoogte.

Als geschikte kunststof voor het vervaardigen van de palen volgens de uitvinding kan worden genoemd het materiaal keltan, in de handel ge-30 bracht door DSM.

Het is duidelijk dat nog wijzigingen binnen het kader van de uitvinding in de weergegeven uitvoeringsvormen kunnen worden aangebracht.

7909149

Claims (7)

1. Berm- of reflectorpaal van kxmststof, bestaande uit een langwerpig hol lichaam, met het kenmerk dat de paal (1) bestaat uit twee gelijke schaalvormige helften (2), waarvan elke helft aan zijn van de schaalbodem (9) opstaande buitenrand (7) aan één zijde van het langssymmetrievlak (10) van de 5 schaal is voorzien van een, in het verlengde van deze rand liggend, mesvormig uitsteeksel (11) en aan de andere zijde van dit vlak van een voor ingrijping met het mes vormige uitsteeksel (11) van de andere schaalhelft (2) geschikte groef (12).

2. Paal volgens conclusie 1, met het kenmerk dat dicht naast, binnen 10 en evenwijdig aan de buitenrand (7) van een schaalvormige helft (2) een rug (13) van de schaalbodem (9) 'uitsteekt over een zodanige hoogte dat, bij op elkaar snappen van twee paalhelften door middel van de mesvormige uitsteeksels (11) en de groeven (12), deze ruggen (13) stuik met hun kopranden tegen elkaar komen te liggen en onder invloed van warmtetoevoer aan elkaar lasbaar zijn.

3. Paal volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat in langs- en dwarsrichting van de paal in elke helft twee versterkings- resp. verstij-vingsruggen (14, 15) zijn gevormd.

4. Paal volgens conclusie 3, met het kenmerk dat extra versterkings-ruggen (16) zijn gevormd ter plaatse van het ene einde van de paalhelft, dat 20 bestemd is als boveneinde (8) van de bermpaal te dienen, welke ruggen (16) van een geringere hoogte in het overige deel van de schaal totaan de buitenrand van de opstaande wand (8) van dit paalboveneinde doorlopen.

5. Paal volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de schaal (2) aan het langseinde tegenover het paalboveneinde (8) is uitge- 25 voerd zonder opstaand buitenranddeel.

6. Paal volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in de schaalbodem (9) een inspringend bovengedeelte (6) is gevormd, waardoor aan de buitenzijde van de paalhelft een verdieping voor het verzonken opnemen van een reflector (4) is ontstaan.

7. Paal volgens één der conclusies 1-4 of 6, met het kenmerk dat de schaal (2) aan het langseinde tegenover het paalboveneinde (8) is voorzien van een in een scherpe punt uitlopend, ongeveer zaagtandvormig, symmetrisch ten opzichte van het langssymmetrievlak (10) van de schaal gelegen, buitenranddeel (7), als zogenaamde kerstboomvoet.(17) uitgevoerd. 7909149