NL1030214C1 - Walbeschoeiingsschot, walbeschoeiing samenstel, beklede walbeschoeiingspaal en werkwijze ter vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

TITEL Walbeschoeiingsschot, waibeschoeiing samenstel, beklede walbeschoeingspaal en werkwijze ter vervaardiging daarvan.

i

De uitvinding heeft betrekking op een waibeschoeiing omvattende ten minste één 5 walbeschoeiingsschot en twee walbeschoeiingspalen van het soort waarbij een aantal palen langs de walkant in de grond wordt geslagen en tussen de wal en de achterzijde van de ingeslagen palen beschoeiingsschotten worden aangebracht welke tot taak hebben om de walkant tegen afkalven door water te beschermen.

Een dergelijke waibeschoeiing is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 10 1.005.501, waarin een walbeschoeiingsschot voorzien van een wafelprofiel wordt getoond, dat tevens aan zijn bovenzijde kan zijn voorzien van een platte flensrand of flens die op de bovenkant van een met kunststofhoes beklede paal komt te rusten. Dit walbeschoeiingschot heeft het nadeel dat een nauwe aansluiting aan het verloop van de walkant soms moeilijk te realiseren is, doordat het schot niet 15 eenvoudig te vervormen of te verbuigen is.

De uitvinding beoogt een eenvoudig en gemakkelijk te buigen of door knikken te zetten walbeschoeiingsschot te verschaffen voor bevestiging tussen walbeschoeiingspalen ter vorming van een waibeschoeiing.

Hiertoe verschaft de uitvinding een walbeschoeiingsschot, dat is voorzien 20 van ten minste één in hoofdzaak verticale vouwzone waarvan de materiaaldikte plaatselijk vouwing of buiging van het materiaal mogelijk maakt, waardoor het walbeschoeiingsschot onder een of meer standhoeken kan worden opgesteld.

Het walbeschoeiingsschot volgens uitvinding is eenvoudig aan te passen aan het verloop van de walkant doordat een gewenste standhoek eenvoudig kan 25 worden aangebracht door buigen of knikken van het schot ter plaatse van de verticale vouwzone.

Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een waibeschoeiing samengesteld uit een aantal schotten die onderling gekoppeld zijn voor gebruik als walkantbescherming.

30 Het doel van de uitvinding is niet alleen daarin gelegen om een lichte waibeschoeiing, door middel van palen in combinatie met beschoeiingsschotten, te verschaffen met hoge sterkte-eigenschappen, maar heeft vooral ook ten doel om de duurzaamheid van een waibeschoeiing aanmerkelijk te bevorderen. Een 10 3D 2 14 2 ander oogmerk is dat de walbeschoeiing voornamelijk uit kunststofmateriaal bestaat dat door recycling is verkregen.

Tevens heeft de uitvinding betrekking op een walbeschoeiingspaal voor toepassing in het walbeschoeiing samenstel. Het doel van de uitvinding is voorts 5 duurzame walbeschoeiingspalen te verschaffen welke stijf zijn en goedkoop te fabriceren.

Daarbij wordt gebruik gemaakt van de noodzakelijke hoge stijfheid van de paal welke bij voorkeur uit een open profielpaal van metaal kan bestaan en daarbij aan zijn buitenzijde voorzien is van een kunststof bekledingslaag of een kunststofhoes. 10 De bedoeling daarvan is dat de paal door middel van de kunststofbekleding ter plaatse geen direct contact meer kan krijgen met het oppervlaktewater, de lucht en de bodem waardoor anders na verloop van tijd onherroepelijk aantasting van de paal optreedt en gehele vervanging ervan zal moeten plaatsvinden om de walbeschoeiing in tact te laten blijven.

15 Het gunstige kostenaspect in verband met de duurzaamheid van deze nieuwe walbeschoeiing levert daardoor aanmerkelijke voordelen voor de walkantbeheerder op.

Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een nauwsluitende hoes om een paal, zoals de walbeschoeiingspaal. Onder 20 toepassing van deze werkwijze kan eenvoudig en goedkoop een duurzame paal worden verkregen voor toepassing als walbeschoeiingspaal.

De uitvinding zal hierna met behulp van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld van een walbeschoeiing samenstel omvattende een beschoeiingspaal en een 25 walbeschoeiingsschot nader worden toegelicht.

Fig. 1A toont een vooraanzicht van een walbeschoeiingsschot met wafelprofiel volgens de uitvinding;

Fig 1B toont een achteraanzicht van een walbeschoeiingsschot met wafelprofiel 30 volgens de uitvinding;

Fig. 2A toont het walbeschoeiingsschot van Fig. 1A voorzien van uitsparingen in de platte flens; -10 3 0 214 3

Fig. 2B toont het het waibeschoeiingsschot van Fig. 1B voorzien van uitsparingen in de platte flens;

Fig. 2C toont een bovenaanzicht van de platte flens volgens Fig. 2A

Fig. 3A toont het walbeschoeiing samenstel volgens uitvinding voor montage; 5 Fig. 3B toont het walbeschoeiing samenstel volgens uitvinding na montage;

Fig. 4A toont in detail de bevestiging van de flens op de linker paal van Fig 3B ;

Fig. 4B toont in detail de bevestiging van de flenzen op de middelste paal van Fig. 3B; en

Fig. 4C toont in detail de bevestiging van de flens op een rechter paal van Fig. 3B.

10

Een beschoeiingsschot 3 volgens Fig. 1A en 1B is een spuitgegoten kunststofprofiel met een dikte van ca. 10 mm, opgebouwd als een soort wafelprofiel of geribd profiel. Aan de bovenzijde van het waibeschoeiingsschot 3 bevindt zich een platte flens 4 die op de bovenkant van een met kunststofhoes 2 15 beklede paal 1 komt te rusten, (zie Fig 3A en 3B)

Het waibeschoeiingsschot 3 in Fig. 1A en 1B eindigt aan zijn onderzijde in een verticaal vlak deel 5 en het wafelprofiel is zodanig dat van bovenaf gerekend afwisselend aan de ene zijde van Fig 1B een rij van vlakke gedeelten 7 telkens wordt afgewisseld door een trapeziumvormige holte 6 die de achterzijde vormt van 20 de rij trapeziumvormige uitstekende of geribde delen 6’ aan de andere zijde (Fig. 1 A) van het waibeschoeiingsschot 3.

In Fig. 1A en 1B zijn tevens de met elkaar onderling te koppelen uiteinden aan de verticale zijkanten van de walbeschoeiingsschotten 3 getekend. Het ene uiteinde van een schot 3 is voorzien van een vertikaal doorlopend insteekprofiel 8 25 terwijl het tegenoverliggende uiteinde voorzien is van een holle sleuf 9 die gevormd wordt door twee gelijkvormige overstaande profielen 10 resp. 11. Door de gemakkelijke onderlinge koppeling van een aantal walbeschoeiingsschotten 3 door middel van het vertikaal insteken van de profielen 8 tussen de klemmende profielen 10 resp. 11, ontstaat een goede onderlinge verbinding welke het mogelijk 30 maakt om ingeval van beschadiging van een waibeschoeiingsschot 3 eenvoudig tot vervanging ervan over te gaan door het in verticale richting uitlichten ervan.

Voorts tonen Fig 1A en 1B een verticale vouwzone 12 in het midden van het schot 3, aangeduid met een dubbele pijl. In dit voorbeeld wordt de vouwzone 1 η * n ? 1 l 4 12 gevormd door middel van een onderbreking van de uitstekende delen 6' en dus ook van de holten 6 aan de andere zijde.

Om het schot 3 eenvoudiger te kunnen vouwen of te zetten door knikken is in Fig. 2A en 2B tevens de flens 4 ingesneden ter hoogte van de vouwzone 12. In Fig. 2C 5 wordt in een bovenaanzicht van de flens 4 deze insnijding of uitsparing 13 nader in detail getoond. Deze uitsparing 13 kan reeds zijn gevormd tijdens de vervaardiging van het schot 3, ook kan de flens 4 zijn voorzien van markeringen en/of inkervingen zodat desgewenst de uitsparing 13 tijdens montage en opstelling als walbeschoeiing eenvoudig kan worden aangebracht. Door het in het midden 10 onderbreken van het wafelprofiel en het inkepen van de flensrand 4 kan het schot worden omgezet of gebogen in een stompe hoek die ligt tussen 180 0 (geheel vlak) en ongeveer 120 °.

In Fig. 3A en 3B wordt een walbeschoeiing samenstel 14 getoond bestaande uit twee walbeschoeiingsschotten 3’, 3” en drie walbeschoeiingspalen 15 1’, 1”, 1”’. Bij beide schotten 3’,3” zijn de flenzen 4’, 4” voorzien van uitsparingen 13. In dit voorbeeld is het eerste schot 3’ door middel van buigen of knikken voorzien van een standhoek waardoor het schot 3’ naar de paal 1’ is toegebogen. Schot 3” is daarentegen van paal 1’” afgebogen. Schot 3’ en schot 3” zijn met elkaar verbonden en met paal 1”.

20 In Fig. 4A, 4B, 4C wordt in detail de bevestiging van de flenzen 4’, 4” van

Fig. 3B op de palen 1’, 1”, 1”’ getoond. In Fig. 4A is het walbeschoeiingsschot 3’ gebogen over de vouwzone 12, die zich net zichtbaar achter paal 1’ bevindt. Bijvoorkeur is de afstand of onderbreking tussen de ribdelen 6, 7 van twee schotdelen oftewel de breedte van de vouwzone 12 voldoende groot voor het 25 tussenvoegen van een walbeschoeiingspaal 1. In de flens 4’ zijn uitsparingen 13 aangebracht, die het buigen vergemakkelijken. Met behulp van schroeven 15 of een ander bevestigingsmiddel is de flens 4’ stevig bevestigd op de paal 1’, in dit voorbeeld met behulp van een paalkap 16 aangebracht op een open profielpaal 1’. Zo kan op eenvoudige wijze de vorm van de walkant worden gevolgd, door het 30 schot 3’ naar binnen of naar buiten te verbuigen of te vouwen. In Fig. 3B is te zien dat walbeschoeiingspalen V, 1” de vouwzone aan het zicht onttrekken. In Fig. 4B wordt getoond hoe walbeschoeiingsschotten 3’, 3” met behulp van messing en groef onderling zijn verbonden. De beide flenzen 4', 4” zijn weer met 1 o 3 o ? 1 i ! ! 5 bevestigingsmiddelen verbonden met de paaikap 16. De beide schotten 3’, 3” staan onder een standhoek ten opzichte van elkaar. In Fig. 4C is de vouwzone 12 naar buiten toe gebogen ten opzichte van de walbeschoeiingspaal 1’”.

De palen 1’, 1”, 1”’ in het voorbeeld van Fig. 3A, 3B hebben een vierkante 5 doorsnede met een open profiel en zijn bijvoorbeeld vervaardigd uit staal. Andere materialen, zoals hout, kunnen ook worden toegepast, zoals wordt getoond in Nederlands octrooischrift NL 1.005.501, waar een houten walbeschoeiingspaal, gedeeltelijk aan zijn bovenzijde, is voorzien van een kunststofhoes. De paal 1” in Fig. 3A is ca. 2,25 m lang, heeft een diameter van 10 cm en is over de gehele 10 lengte voorzien van een kunststofhoes 2 waarvan de hoesdikte b.v. 5 mm of meer bedraagt. Indien tussen twee palen 1 die in de grond zijn geplaatst, schotten 3 worden aangebracht, dan kunnen dergelijke schotten zonodig b.v. door spijkeren, schroeven of nieten op de paalhoes/paal bevestigd worden. Het kunststofmateriaal dat voor de hoes 2 wordt gekozen is van een taaie 15 kunststofsoort waardoor ook een nauwe aansluiting in verband met de aard van de bevestiging gewaarborgd is.

Om de paal 1 van een nauwsluitende kunststofhoes 2 te voorzien omvat de uitvinding mede een werkwijze om de kunststofhoes b.v. door middel van een 20 spuitgietproces (injectie) aan te brengen maar dit kan ook door intrusie rondom het bovenste deel van de paal 1 worden bereikt. Daartoe wordt dan het onbeklede paaldeel 1 aan zijn ondereinde ingeklemd en vervolgens wordt een spuitgietmatrijs van de gewenste vierkante vorm rondom de paal 1 aangebracht en gelijktijdig wordt de vierkante opening door een centreerring afgesloten waarna de busmatrijs 25 via een aanspuitopening wordt volgespoten. Bijvoorkeur strekt de kunststofhoes 2 zich tenminste voor een deel uit tot in het binnenoppervlak van de paal, zie Fig.3A Een andere werkwijze kan hieruit bestaan dat een reeds voorgevormde kunststofhoes, al of niet onder gebruikmaking van warmte en/of druk passend over het bovenste paalgedeelte wordt gedrukt. Ook is het mogelijk om een krimpbare 30 kunststofhoes op het bovenste paaldeel vast te zetten en het is zelfs denkbaar dat de kunststofhoes door gedeeltelijk schroefvormig omwikkelen van de paal met kunststofband tot stand gebracht wordt. In het laatste geval kunnen de randen van 1 0 3 0 2 1 4 6 de kunststofband warmgelast worden of anderszins afdoende waterdicht aaneengehecht worden.

Het ligt voor de hand dat de keuze van de paaldoorsnede rond of vierkant kan zijn of een polygonale vorm vertoont, en dat de kunststofhoes 2 daaraan kan zijn 5 aangepast volgens de uitvinding. De kunststof welke volgens recycling kan zijn verkregen vormt in wezen de duurste materiaalcomponent van dit walbeschoeiingssysteem. Door de bijzondere toepassing van de wel uitgedachte wafelconstructie kan niettemin met gebruikmaking van weinig kunststofmateriaal een grote sterkte worden verkregen en een beter duurzaam resultaat in 10 vergelijking tot uitsluitend gebruik van palen in onbehandelde of behandelde uitvoering.

Terwijl in het voorgaande over het gebruik van de palen voor walbeschoeiing is gesproken dient de paal 1 in het algemeen ook als vervanging van onbehandelde en behandelde houten palen zoals b.v. hekwerkpalen, afrasteringspalen, anti-15 parkeerpalen e.d.

Een extra voordeel dat met de nieuwe beschoeiingselementen, paal en schot, bereikt wordt, is dat er gebruik gemaakt kan worden van goedkoper kunststofmateriaal dat via recycling wordt verkregen. Uiteraard kan elke andere 20 gewenste kunststof verwerkt worden.

Een ander voordeel is dat bij onderhoud en reparatie, zoals bij eventuele vervanging van te repareren schotten snel en doeltreffend kan plaatsvinden door de eenvoudige in verticale richting te realiseren uittrekkende en inschuivende 25 beweging bij het plaatsen van een vervangend schot.

De vouwzone kan in een materiaal zijn uitgevoerd door middel van een voor de vakman voor dat doel bekende technische equivalente maatregelen zoals: - een constante inkeping, inkerving of verjonging (verdunning) van het 30 materiaal ter plaatse; - een perforatie-lijn oftewel een rij van opeenvolgende korte inkepingsdelen of spleetdelen afgewisseld met niet verjongde (verdunde) delen; 1 0 3 0 2 1 4 7 - een rij verbindingselementen aangebracht tussen twee walbeschoeiingsdelen;

In een speciale uitvoeringsvorm kan de vouwzone zijn voorzien van twee 5 vouwlijnen, en wel zodanig dat de zo ontstane vouwgoot na vouwen van het schot een in hoofdzaak vlakke strook vormt. Deze vlakke vouwgoot 12 kan daardoor vlak aanliggen tegen een zijde van de paal 1.

1 λ n o λ /.

Claims (11)

1. Walbeschoeiingsschot voor bevestiging tussen, dan wel aan 5 walbeschoeiingspalen (1) ter vorming van een walbeschoeiing (14), met het kenmerk, dat het walbeschoeiingsschot (3) is voorzien van ten minste één in hoofdzaak verticale vouwzone (12) waarvan de materiaaldikte plaatselijk vouwing of buiging van het materiaal mogelijk maakt, waardoor het walbeschoeiingsschot onder een of meer stand hoeken kan worden opgesteld. 10

2. Walbeschoeiingsschot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor het vormen van de vouwzone er keuze is uit: - een constante inkeping, inkerving of verjonging (verdunning) van het 15 materiaal ter plaatse; - een perforatie-lijn oftewel een rij van opeenvolgende korte inkepingensdelen of spleetdelen afgewisseld met onbewerkte delen; - een rij verbindingselementen aangebracht tussen onder een standhoek op te stellen twee walbeschoeiingsdelen; 20. een voor de vakman bekende technisch equivalente maatregel voor de vorming van een dergelijke vouwzone in het materiaal.

3. Walbeschoeiingsschot volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat het walbeschoeiingschot is voorzien van een geribd profiel gevormd door een 25 aantal waterdicht aaneengesloten zich boven elkaar bevindende en zich horizontaal uitstrekkende tot buiten het walbeschoeiingsschotoppervlak j uitstekende geribde delen (6’).

4. Walbeschoeiingsschot volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vouwzone 30 (12) is gevormd door een onderbreking in de horizontale geribde delen. 1030214 i

5. Walbeschoeiingsschot volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de afstand tussen de geribde delen van twee aangrenzende schotdelen oftewel de breedte van de vouwzone (12) voor het tussenvoegen er van overeenkomt 5 met de breedte van een walbeschoeiingspaal (1).

6. Walbeschoeiingsschot volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de vouwzone (12) is voorzien van twee parallelle vouwlijnen, zodanig dat de vouwgoot na vouwen van het schot een in hoofdzaak vlakke strook vormt. 10

7. Walbeschoeiingsschot volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich op het ene verticale uiteinde van elk schot (3) een aantal verbindingsorganen bevindt, zoals boven elkaar geplaatste kanaalvormige groeforganen (10, 11) en op het andere verticale uiteinde een aantal 15 verbindingsorganen zoals eveneens boven elkaar geplaatste messingorganen (8), een en ander zodanig dat de verbindingsorganen (8, 10, 11) van aangrenzende walbeschoeiingsschotten (3) in verticale richting met elkaar koppelbaar zijn.

8. Walbeschoeiingsschot volgens een de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke bovenrand van een walbeschoeiingsschot (3) voorzien is van een horizontaal verlopende brede flensrand (4) welke geheel of voor een gedeelte in de gemonteerde stand van het walbeschoeiingsschot (3) op het boveneinde van een walbeschoeiingspaal (1, 2) rust. 25

9. Walbeschoeiingsschot volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de flensrand (4) ter plaatse van de vouwzone is voorzien van uitsparingen (13) of onderbrekingen die vouwing of buiging van het schot mogelijk maken of dat de i vlakke flensrand ter plaatse is voorzien van middelen zoals aanduidingen of 30 inkervingen voor het aanbrengen van deze uitsparingen of onderbrekingen. 1. vn 9 1 & lO.Walbeschoeiingssamenstel voor gebruik als walkant bescherming, omvattende ten minste één walbeschoeiingsschot (3) volgens een der voorgaande conclusies 1 - 9 en ten minste twee walbeschoeiingspalen (1).

11. Walbeschoeiingspaal voor toepassing in het walbeschoeiingssamenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat een paal (1) nauwomsluitend bekleed is met een gesloten kunststofhoes (2) uit een betrekkelijk taaie kunststofsoort. 10 12.Walbeschoeiingspaal voorzien van een kunststofhoes volgens conclusies 11, met het kenmerk, dat de paal (1) een lengte heeft welke ligt tussen 0,5 en 4,0 m, in doorsnede polygoon of vierkant van vorm is bij een diameter welke ligt tussen 5 en 300 mm en de kunststofhoes (2) een dikte heeft van ca. 5 mm.

13. Walbeschoeiingspaal volgens conclusies 11, met het kenmerk, dat de paal (1) een open profiel heeft waarbij de kunststofhoes (2) zich tenminste voor een deel uitstrekt tot in het binnenoppervlak van de paal (1). 14.Werkwijze voor het vervaardigen van een nauwsluitende hoes om een paal 20 zoals een walbeschoeiingspaal (1) volgens conclusies 11 - 13, met kenmerk, dat een minstens tweedelige centreerring (13) rond de omtrek van de paal wordt geklemd en vervolgens een holle busmatrijs, welke aan de bovenzijde voorzien is van een aanspuitopening, afdichtend op de centreerring wordt geplaatst waarna via de aanspuitopening de kunststofhoes (2) rondom het zich 25 in de busmatrijs bevindende paaldeel wordt gespoten of anderszins wordt aangebracht. 30 1030214