NL1031327C2 - Mat. - Google Patents

Description

Mat

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een mat, in het bijzonder een deurmat, gelegen in de loop van passerende 5 personen. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een dergelijke mat voor toepassing bij woningen.

Deurmatten voor woningen zijn in vele soorten bekend. Een eenvoudige uitvoering is de kokosmat. Andere voorbeelden zijn de kunststof mat, al dan niet met profiel, 10 en het stalen rooster.

Anderzijds zijn voor projecten, zoals warenhuizen en kantoren, samengestelde matten beschikbaar, welke zijn opgebouwd uit met elkaar verbinden langsprofielen waarin borstels en dergelijke zijn opgenomen. Dergelijke matten 15 zijn vaak ingelaten in een vast, vooraf in de vloer opgenomen frame (zie bijvoorbeeld US octrooi Re.32.061), of opgenomen in een voorafgaand vervaardigd frame dat op een vloer wordt gelegd (zie bijvoorbeeld US octrooi 4.029.834).

Een doel van de uitvinding is een systeemmat te 20 verschaffen die opgebouwd is uit langsprofielen met daarin borstels en dergelijke, welke geschikt is voor toepassing bij woningen.

Een doel van de uitvinding is een systeemmat te verschaffen die opgebouwd is uit langsprofielen met daarin 1 0 3 1 3 2 7' 2 borstels en dergelijke, welke gemakkelijk is samen te stellen.

Een doel van de uitvinding is een systeemmat te verschaffen die opgebouwd is uit langsprofielen met daarin 5 borstels en dergelijke, welke eenvoudig in situ op maat is te maken.

Een doel van de uitvinding is een systeemmat te verschaffen die opgebouwd is uit langsprof ielen met daarin borstels en dergelijke, welke een fraai voorkomen heeft.

10

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Vanuit één aspect voorziet de uitvinding in een mat met een loopvlak voor reiniging van schoeisel van over 15 de mat lopende personen, omvattend een reeks parallel aan elkaar gelegen, door extrusie vervaardigde langsprofielen, die elk voorzien zijn van een opneemruimte voor opname van een loopvlakdeel, zoals een borstel, voorts omvattend een of meer koppelprof ielen, die in hoofdzaak dwars op de 20 langsprof ielen staan en elk eerste verbindingsmiddelen voor verbinding met de langsprofielen omvatten, waarbij twee koppelprofielen zijn opgesteld voor respectieve verbinding met de langseinden van de langsprofielen, alsmede omvattend opsluitprofielen die zich langs de twee genoemde 25 koppelprof ielen uitstrekken en die over de koppelprofielen reiken, waarbij de twee koppelprofielen en de bijbehorende opsluitprof ielen voorzien zijn van met elkaar samenwerkende tweede en derde verbindingsmiddelen.

Aldus wordt de dwarszijde van het frame gevormd 30 door opsluitprof ielen die te verbinden zijn met de koppelprofielen, zonder extra bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, bouten, en dergelijke, inbegrepen lijmen.

Doordat de opsluitprofielen over de koppelprofielen reiken vervullen de opsluitprofielen tevens een functie in het aan 35 het zicht onttrekken van de randkoppelprofielen.

Eenvoudige montage wordt bevorderd indien de tweede en derde verbindingsmiddelen een klikverbinding 3 vormen. De tweede verbindingsmiddelen kunnen daarbij een convexe nok aan een bovenzijde van een koppelprof iel omvatten voor opname in een uitsparing aan een binnenzijde van een opsluitprofiel. Alternatief kan de binnenzijde van 5 het koppelprofiel voorzien zijn van een uitsteeksel voor opname in een uitsparing aan de bovenzijde van het koppelprofiel voor het bewerkstelligen van de klikverbinding.

In een uitvoering omvatten de eerste verbindings-10 middelen opneemruimtes voor passende, in het bijzonder klemmende, opname van de langsprofielen. Hierdoor kan de constructiehoogte beperkt worden gehouden.

In een verdere uitvoering daarvan zijn de koppel-profielen voorzien van een basisstrook, waarop opwaarts 15 daarvan reikende, aangrenzende opneemruimtes begrenzende koppellijven voorzien zijn, waarbij de koppellijven voorzien zijn van aangrijpmiddelen voor het aangrijpen van de zijdes en/of de bovenzijde van de opgenomen langsprofielen. Aldus worden wisselen koppellijven en langsprofielen zich 20 af en vormen zij een doorlopende reeks constructieve scha- kels. Ook hiermee kan de constructiehoogte verder beperkt blijven.

De koppellijven kunnen voorzien zijn van een bovendeel, waarop de eerste verbindingsmiddelen zijn voor-25 zien, waardoor een relatieve opgaande beweging van de Icingsprofielen effectief wordt tegengegaan. Dit wordt nog versterkt indien de koppellijven voorzien zijn van een bovendeel dat voorzien is van op de bovenzijde van de langsprofielen aangrijpende opsluitgedeelten, bij voorkeur 30 opsluitarnen.

In een uitvoering is de mat voorts voorzien van aanloopprofiel aan tenminste één langsrand van de mat, bij voorkeur beide langsranden. Het aanloopprofiel danwel de aanloopprofielen kunnen met de koppelprofielen en de op-35 sluitprofielen een frame vormen.

In een uitvoering is het aanloopprofiel voorzien van koppelmiddelen voor koppeling met de koppelprofielen, 4 voor vergemakkelijking van de samenstelling van de mat.

In een eenvoudige uitvoering bezitten de koppel-middelen een opneemruimte voor een koppellijf van de kop-pelprofielen.

5 Bij voorkeur is die opneemruimte gelijk aan de andere opneemruimtes van het koppelprofiel, zodat het koppelprofiel op maat gebracht kan worden en dan toch aan het eind daarvan gekoppeld kan worden met het aanlooppro-f iel.

10 In een verdere uitvoering omvatten de koppelmid- delen een uitsteeksel aan het aanloopprofiel dat in een opneemruimte van de koppelprofielen past. Aldus wordt een om-en-om koppeling tussen koppelprofiel en aanloopprofiel gerealiseerd, met de middelen die repeterend gevormd zijn 15 op het koppelprofiel.

In een uitvoering omvat het aanloopprofiel een langsopneemruimte voor opname van een sierprofiel, zodat het aanloopprofiel kan worden af gestemd op smaak en gebruik.

20 In een uitvoering is de mat voorzien van afdek- kappen voor het afdekken van de langseinden van het aanloopprofiel. In het geval van voornoemde hoekverstijver, zoals L-strook, kan deze zijn voorzien van een gat en zijn de afdekkappen voorzien van een klikpen voor bevestiging 25 aan de hoekverstijver, L-strook, waardoor het aanlooprofiel in zijn langsrichting kan worden opgesloten. De afdekkappen kunnen ook een functie vervullen in het in het aanloopprofiel vasthouden van voomoemd sierprofiel/-lijst.

In een eenvoudige uitvoering zijn de langspro-30 fielen aan hun onderzijde voorzien van antislipmiddelen.

In een alternatieve of aanvullende uitvoering zijn de langsprofielen aan de onderzijde voorzien van een opneemruimte voor een anti-slipdeel.

De langsprofielen, de koppelprofielen, de loop-35 vlakdelen en/of de aanloopprofielen kunnen vervaardigd zijn van inkortbaar materiaal.

Bij grotere lengtes kunnen tussen de beide aan de 5 langseinden gelegen koppelprofielen een of meer verder koppelprofielen opgesteld zijn.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een mat, in het bijzonder een mat zoals voornoemd 5 volgens de uitvinding, met een loopvlak voor reiniging van schoeisel van over de mat lopende personen, omvattend een reeks parallel aan elkaar gelegen, door extrusie vervaardigde langsprofielen, die elk voorzien zijn van een opneemruimte voor opname van een loopvlakdeel, zoals een 10 borstel, voorts omvattend een of meer koppelprofielen, die in hoofdzaak dwars op de langsprofielen staan en elk opneemruimtes voor passende opname van de langsprof ielen omvatten, waarbij twee koppelprofielen zijn opgesteld voor respectievelijke opname van de langseinden van de 15 langsprofielen.

In een uitvoering hiervan zijn de koppelprofielen voorzien van een basisstrook, waarop opwaarts daarvan reikende, aangrenzende opneemruimtes begrenzende koppellij-ven voorzien zijn, waarbij de koppellijven voorzien zijn 20 van aangrijpmiddelen voor het aangrijpen van de zijdes en/of de bovenzijde van de opgenomen langsprofielen.

Opgemerkt wordt dat uit het Amerikaanse octrooischrift 2.805.437 een mat bekend is, opgebouwd uit ondermeer een aantal langwerpige borstelhouders met 25 borstels die naast elkaar gehouden worden met behulp van een U-vormige middenhouder met doorgangen voor de borstelhouders alsmede van twee van doorgangen voor de borstelhouders voorziene eindhouders. De eindhouders zijn voorzien van een opstaande eindrand, die als één geheel met 30 de eindhouders gevormd kan zijn of daaraan gelast kan zijn. De borstelhouders worden vastgezet aan de houder door ombuigen van de de doorgangen bepalende lippen.

De Duitse octrooiaanvrage 25 55 125 toont een mat met langwerpige borstelhouders die in het midden 35 ondersteund worden door een strookvormige houder en aan de einden ondersteund worden door strookvormige eindhouders, daarmee verbonden door een lasverbinding. De einden van de 6 borstels en de eindhouders kunnen worden afgedekt door middel van een opstaande strook, die door middel van schroeven of extra toegevoegde veerklemmen aan de eindhouders kan worden bevestigd.

5 De in de aanvrage beschreven en/of getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast, dan wel in andere combinaties. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen.

10

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering.

15 Getoond wordt in:

Figuur 1 een uiteengenomen aanzicht op een voorbeelduitvoering van een mat volgens de uitvinding;

Figuur 2 een aanzicht op de mat van figuur 1, in geassembleerde toestand; 20 Figuren 3A en 3B een aanloopprofiel van de mat van figuren 1 en 2, in dwarsdoorsnede, respectievelijk zonder en met sierstrip;

Figuur 3C een alternatieve uitvoering van een aanloopprofiel; 25 Figuren 4A en 4B een dwarsdoorsnede door een basisprofiel in de mat van de figuren 1 en 2, respectievelijk zonder en met inzetstukken;

Figuur 4C een doorsnede door een alternatieve uitvoering van een basisprofiel; 30 Figuren 5A-D respectievelijk een vooraanzicht, bovenaanzicht, zijaanzicht en detail op een koppelprofiel voor de mat van de figuren 1 en 2;

Figuren 6, 6A-C respectievelijk een perspectief, een vooraanzicht, zijaanzicht en doorsnede van een afdekkap 35 voor de mat van de figuren 1 en 2;

Figuren 7A-J opeenvolgende stadia in het assembleren van de mat van figuur 2.

7

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

In de voorbeelduitvoering, weergegeven in de 5 figuren 1 en verder, omvat de voorbeeldmat 1 volgens de uitvinding een reeks basisprofielen 2, waarin loopvlakdelen 3 op te nemen zijn, een aantal, in dit geval drie, koppel-profielen 4, waarin de basisprofielen 2 worden vastgelegd, zich in langsrichting uitstrekkende afsluit- of aanlooppro-10 fielen 5 waarin sier- of stootlijsten 10 kunnen worden opgenomen, hoekstukken 7, op elke hoek van de mat 1, op-sluitprof ielen 6, aan beide dwarsranden van de mat 1, afdekkappen 8, op elke hoek van de mat 1, en, aan de onderzijde van de basisprofielen 2, antislipstroken 9.

15 De basisprofielen 2, loopvlakdelen 3, antislip- profielen 9, aanloopprofielen 5, sierlijsten 10 en opsluit-profielen 6 zijn vervaardigd van een materiaal dat eenvoudig, ter plaatse van waar de mat gebruikt zal worden, op de gewenste lengte is te brengen, zoals door zagen, knippen, 20 en dergelijke. De basisprofielen 2, aanloopprof ielen 5, sierlijsten 10 en opsluitprofielen 6 kunnen vervaardigd zijn door middel van extrusie van kunststof of elk ander geschikt materiaal, bijvoorbeeld aluminium.

Het aanloopprofiel 5, weergegeven in figuren 3A 25 en verder, kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn van aluminium of PVC, en omvat een basisstrook 11 voor oplegging op een ondergrond, boven welke basisstrook 11 een opneemruimte 12 is gevormd voor de sier- of stootstrook 10 (figuur 3B). Aan de aanloopzijde is de ruimte 12 begrensd door een omgezette 30 lip 18. Aan de daarvan afgekeerde zijde is de opneemruimte 12 begrensd door een opstaande wand 19, waar vanaf een gebogen wand 14 afloopt, die neerwaarts overgaat in verticaal been 14a, dat met een enigszins naar binnen gelegen been 14b een holte 15 vormt. Tussen het been 14b en 35 de wand 19 is nog een opneemruimte 13 gevormd, voor een koppellijf 51 van het in figuren 5A en verder weergegeven koppelprof iel 4. Aan de wand 19 is voorts een opneemruimte 8 17 gevormd, begrensd door langsribben 16a en 16b. De basisstrook 11 heeft verhoogd gedeelte 11a, waar beneden een holte 12a is gevormd. Beneden de benen 14a, 14b is een ruimte 13a vrijgehouden.

5 In het alternatieve voorbeeld van figuur 3C is geen opneemruimte 12 gevormd, maar is de lip 18 doorgezet om over te gaan in de gebogen bovenwand 14' . Met steunrand 18' kan het aanloopprofiel 5' steun vinden op een ondergrond .

10 De basisstrook 2, weergegeven in figuur 4A, is in dit voorbeeld door extrusie vervaardigd van aluminium of PVC en omvat een lichaam 20, met zijwanden 21a en 21b. De zijwanden 21a, 21b gaan naar boven toe over in gebogen bovenwanddelen 22a, 22b, die op afstand van elkaar eindigen 15 om een sleuf 23 vrij te laten. De sleuf 23 wordt neerwaarts begrensd door afhangende wanden 30a, 30b, die eindigen op afstand boven dwars op de wanden 21a, 21b naar elkaar toe reikende wanden 31a, 31b. Daarbeneden is tussen de wanden 21a, 21b een dwarswand 24 gevormd, welke een cirkelvormig 20 gebogen wanddeel 25 omvat, dat naar boven reikt en voorzien is van een ribbe 32. Boven ribbe 32, zijwaarts begrensd door de wanden 31a, 31b en schuin naar boven toe door wanden 30a, 30b is een opneemruimte 23a gerealiseerd, die naar boven toe overgaat in de sleuf 23.

25 Beneden de gebogen wand 25 is een opneemruimte 26 gevormd, dat neerwaarts begrensd wordt door ribben 27a, 27b, waar beneden een opneemruimte 28 gelegen is. De wanden 21a, 21b zijn aan het ondereind voorzien van steunvlakken 29a, 29b.

30 In figuur 4B wordt/is het basisprofiel 2 voorzien van een antislipstrook 33 en een schraapstrook of borstel-strook 3, als een uitvoering van een loopvlakdeel. j

De antislipstrook 33 is voorzien van een antislip ondervlak 34 en aan de bovenzijde voorzien van een bevesti-35 gingsribbe 35, die voorzien is van een holte 36 voor indruk-flexibiliteit. Aan weerszijden zijn snapnokken 37a, 37b voorzien. Bij het invoeren in de richting A van de 9 antislipstrook 33 in de onderzijde van de basisstrook 2 kunnen de snapnókken 37a, 37b naar elkaar toe bewogen worden als gevolg van de holte 36, bij een kracht uitgeoefend door de ribben 27a, 27b. Wanneer de nokken 37a, 37b 5 boven 27a, 27b zijn geraakt, snappen zij daarboven vast, en is de antislipstrook 33 vastgezet in de opneemruimte 28.

De borstelstrook 3 omvat een strookvormig basisdeel 40, met een verdikt ondereind 41 dat voorzien is van schouders 43a, 43b. Boven op de basisstrook 40 zijn bor- 10 stelharen 42 voorzien. Na plaatsing van de borstels 40 in de richting B in de sleuf 23 en de opneemruimte 23a ligt het verbrede deel 41 vast tussen de ribbe 32, de wanden 31a, 31b, en de wanden 30a, 30b, zoals weergegeven in figuur 4B. De borstelstrook 3 is aan de einden 3' vrij van 15 borstelharen 42.

De basisstrook 2' weergegeven in figuur 4C is eenvoudiger uitgevoerd, waarbij de dwarswand 24' nu met geribbeld profiel 29' het ondervlak bepaalt. Een apart antislipprofiel is dan niet nodig. Aan de bovenzijde is 20 weer, net zoals in het basisprofiel 2 van figuur 4A, een opneemruimte 23', 23a' gevormd, zoals weergegeven.

Het koppelprofiel 4, weergegeven in figuren 5A-D, kan door spuitgieten vervaardigd zijn van een kunststof, bijvoorbeeld polypropeen. Het koppelprofiel 4 omvat een 25 basisstrook 50, waarbij aan één langsrand daarvan een neerhangende aanslagribbe 52 gevormd is, die met strook 50 een uitsparing 59 vormt. Op regelmatige tussenafstanden van elkaar zijn aan de bovenzijde van de basisstrook 50 koppellijven 51 aangevormd, met een opstaand lijf 53 en aan 30 de zijde van de rand 52 opstaande verstijvingsribben 54a, 54b die dwars op de lijven 53 staan. Tussen de koppellijven 51 zijn opneemruimtes 58 vrijgehouden. De verstij vingsribben 54a, 54b en het lijf 53 gaan naar boven toe over in een bovenwand 55, die een convex bovenvlak 56 35 bezit met naar weerszijde neerwaarts gebogen wanddelen 55a, 55b, die met lijf 53 een T vorm bepalen. De naar de opneemruimte 58 gekeerde randen van de verstijvingsribben 10 54a, 54b, en de neerwaarts gebogen wanddelen 55a, 55b bepalen een contour van de opneemruirate 58 die in vorm correspondeert met de buitencontour van de wanden 21a, 21b, 22a, 22b, 22a' , 22b' van de basisprofielen 2 zoals 5 weergegeven in figuren 4A-C. Op het bovenoppervlak 56 van de wand 55 is een nok 57 aangevormd.

In figuren 6A-C is één van de twee uitvoeringen afdekkappen 8 weergegeven. Deze is geschikt voor twee van de hoeken van de mat 1. Voor de andere hoeken zal een 10 vergelijkbare afdekkap 8 gebruikt worden, maar dan in gespiegelde uitvoering.

De afdekkap 8 omvat een kunststof lichaam 60, bijvoorbeeld vervaardigd door spuitgieten van bijvoorbeeld aluminium, ABS of polypropeen. Het lichaam 60 omvat een 15 verticale wand 61 en een grotendeels gebogen bovenwand 62, met een plat eindstuk 62a en een gebogen gedeelte 62b. Vanaf de onderrand van de opstaande wand 61 reiken steunplaatjes 63a, 63b, die aan het bovenvlak voorzien zijn van profileringen. Dwars van de wand 61 af reikt een 20 klikpen 64, met in dit voorbeeld twee klikarmen 64a, 64b.

Tot het samenstel van de mat 1 behoren verder vier hoekijzers 7, zie ook in het bijzonder figuur 7D. Deze zijn over L-vormig, met een been 7a en een been 7b. In het been 7b is een gat 7c gevormd, waarmee de klikpen 64 snap-25 pend kan samenwerken.

Verder omvat de mat 1 opsluitprofielen 6, nader weergegeven in figuur 7H, links. Het opsluitprofiel 6 kan door extrusie vervaardigd zijn van kunststof, bijvoorbeeld polypropeen of PVC. Het is een in hoofdzaak U-vormig 30 lichaam 70, met een bovenwand 71, een zijwand 72, en een bodemwand 73. In de bovenwand 71 is aan de onderzijde daarvan een kliksleuf 75 gevormd, die kan samenwerken voor snapwerking met de nokken 57 op de koppelprofielen 4. In de zijwand 72 is een sleuf 74 vrijgelaten, voor opname van het 35 been 7b van het hoekijzer 7.

Thans zal onder verwijzing naar de figuren 7A en verder het assembleren van de mat 1 worden toegelicht.

11

Na het bepalen van de gewenste afmetingen en het op lengte brengen van de diverse profielen, plaatst men de koppelprofielen 4 op een ondergrond 100. In dit voorbeeld kan men tussen de beide rand-koppelprof ielen 4 nog een 5 extra koppelprofiel 4 leggen.

Vervolgens schuift men in de richting C de basis-profielen 2 (al dan niet reeds voorzien van antislipprofielen 30, op een wijze weergegeven in figuur 4B) in de opneemruimtes 58 van de koppelprof ielen 4, 10 waarbij de langseinden daarvan opgenomen worden tussen de opstaande verstij vingsribben 54a, 54b en de neerwaarts gebogen wanddelen 55a, 55b. Dan is uiteindelijk de situatie weergegeven in figuur 7B verkregen. De randen van de gebogen bovenwandgedeelten 55a, 55b drukken hierbij tegen 15 de gebogen bovenwanddelen 22a, 22b van de basisprofielen 2, zodat de basisprofielen 2 aldaar klemmend en stevig worden vastgehouden door de koppelprofielen 4. De wandgedeelten 55a, 55b kunnen daarbij enigszins veerkrachtig zijn, voor blijvende grip, ook op lange duur. Het aan het eind van het 20 koppelprof iel 4 gelegen koppellijf 51a past bij het plaatsen van het aanloopprofiel 5 klemmend in de opneemruimte 13 van het aanloopprofiel 5. De benen 14a en 14b reiken hierbij tussen twee naburige koppellijven 51a, b (figuur 7D) in de daartussen bepaalde opneemruimte 58.

25 Zoals in figuur 7D ook weergegeven is worden dan op de vier hoeken de hoeks talen 7 ingevoerd, met het been 7a in een wrijvingspassing in de daarvoor aanwezige sleuf 17 in het aanloopprofiel 5. Het gat 7c ligt dan vóór de ruimte 15.

30 Voorts worden, zoals weergegeven in figuur 7E, de stootlijsten 10 (richting F) geplaatst in de opneemruimtes 12 van de aanloopprofielen 5.

Dan worden de opsluitprofielen 6 geplaatst,

weergegeven in figuur 7F. Zoals weergegeven in figuur 7H

35 worden de opsluitprofielen 6 in de richting G over en onder de koppelprofielen 4 geschoven, waarbij de bodemwand 73 past in de uitsparing 59 en met de rand aankomt tegen de 12 aanslagrand 52 aan de koppelprofielen 4 en de kliknokken 57 inklikken in de sleuf 75 aan de onderzijde van de bovenwand 71 van het opsluitprofiel 6. De onderzijde van de wand 73 ligt in een vlak met de onderzijde van onderrand 52.

5 Ook het been 7b van het hoekijzer 7 wordt daarbij opgenomen in de sleuf 74 in de wand 72. Uiteindelijk passen deze delen ineen, zoals weergegeven in figuur 71. Het hoekijzer 7 is dan op zijn plaats verzekerd, evenals de aanloopprofielen 5. De hoekijzers 7 zorgen hierbij voor 10 verstijving van de hoeken van de mat 1.

Tenslotte worden de afdekkappen 8 geplaatst, waarbij de klippennen inklikken in gaten 7c, en verder reiken in de ruimte 15. Steunplaatje 63a reikt dan in holte 12a en steunplaatje 63b reikt dan in holte 13a. De boven-15 wand 62 zorgt hierbij voor bovenwaartse opsluiting van de stootlijst 10 in de opneemruimte 12.

Dan is de mat 1 gereed, in de vorm weergegeven in figuur 2. De bovenwanden 71 van de opsluitprofielen 6 dekken de bovenzijde van de koppelprofielen 4 af, en reiken 20 over borstelstrookeinden 3', tot aan de borstelharen 42.

Aldus is de mat 1 samengesteld zonder gebruik van bijkomende bevestigingsmiddelen, zoals schroeven en bouten, danwel gebruik van lijm. De mat is daardoor gemakkelijk in situ samen te stellen, waarbij hooguit een zaag of iets 25 dergelijks nodig is voor het op de gewenste lengte brengen van de profielen. De mat 1 is in zichzélf verbonden, en is verstijfd tegen vervorming in zijn vlak.

1 03 1 3 2 7'

Claims (17)

1. Mat met een loopvlak voor reiniging van schoeisel van over de mat lopende personen, omvattend een reeks parallel aan elkaar gelegen, door extrusie vervaardigde langsprofielen, die elk voorzien zijn van een opneem- 5 ruimte voor opname van een loopvlakdeel, zoals een borstel, voorts omvattend een of meer koppelprofielen, die in hoofdzaak dwars op de langsprofielen staan en elk eerste verbindingsmiddelen voor verbinding met de langsprof ielen omvatten, waarbij twee koppelprofielen zijn opgesteld voor 10 respectieve verbinding met de langseinden van de langspro-fielen, alsmede omvattend opsluitprofielen die zich langs de twee genoemde koppelprofielen uitstrekken en die over de koppelprofielen reiken, waarbij de twee koppelprofielen en de bijbehorende opsluitprofielen voorzien zijn van met 15 elkaar samenwerkende tweede en derde verbindingsmiddelen.

2. Mat volgens conclusie 1, waarbij de eerste verbindingsmiddelen opneemruimtes voor de langsprof ielen vormen.

3. Mat volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 20 tweede en de derde verbindingsmiddelen een klikverbinding vormen, waarbij bij voorkeur de tweede verbindingsmiddelen een convexe nok aan een bovenzijde van een koppelprofiel omvat voor opname in een uitsparing aam een binnenzijde van een opsluitprofiel.

4. Mat volgens conclusie 2 of 3 wanneer afhanke lijk van conclusie 2, waarbij de koppelprofielen voorzien zijn van een basisstrook, waarop opwaarts daarvan reikende, aangrenzende opneemruimtes begrenzende koppellijven voorzien zijn, waarbij de koppellijven voorzien zijn van aan-30 grijpmiddelen voor het aangrijpen, in het bijzonder klemmen, van de zijdes en/of de bovenzijde van de opgenomen 10 3 13 2 7' langsprof ielen.

5. Mat volgens conclusie 4, waarbij de koppellij-ven voorzien zijn van een bovendeel, waarop de eerste verbindingsmiddelen zijn voorzien.

6. Mat volgens conclusie 4 of 5, waarbij de koppellijven voorzien zijn van een bovendeel dat voorzien is van op de bovenzijde van de langsprofielen aangrijpende opsluitgedeelten, bij voorkeur opsluitarmen.

7. Mat volgens een der voorgaande conclusies, 10 waarbij de langsprofielen aan de onderzijde zijn voorzien van een opneemruimte voor een anti-slipdeel.

8. Mat volgens een der voorgaande conclusies, voorts voorzien van aanloopprofiel asui tenminste één langs-rand van de mat.

9. Mat volgens conclusie 8, waarbij het aanloopprofiel voorzien is van koppelmiddelen voor koppeling met de koppelprofielen.

10. Mat volgens conclusie 9, wanneer afhankelijk van conclusie 4, 5 of 6, waarbij de koppelmiddelen een 20 opneemruimte voor een koppellijf van de koppelprofielen bezitten, welke bij voorkeur gelijke is aan de andere opneemruimtes van het koppelprofiel.

11. Mat volgens conclusie 9, waarbij de koppelmiddelen een uitsteeksel aan het aanloopprofiel 25 omvatten dat in een opneemruimte van de koppelprof ielen past.

12. Mat volgens een der conclusies 8-11, waarbij het aanloopprofiel een langsopneemruimte omvat voor opname van een sierprofiel.

13. Mat volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de langsprofielen aan hun onderzijde voorzien zijn van anti-slipmiddelen.

14. Mat volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de langsprofielen, de koppelprofielen, de loopvlak- 35 delen en/of de aanloopprof ielen vervaardigd zijn van in-kortbaar materiaal.

15. Mat volgens een der voorgasmde conclusies, waarbij tussen de beide aan de langseinden gelegen koppel-profielen een of meer verder koppelprofielen opgesteld zijn.

16. Mat, in het bijzonder volgens een der 5 voorgaande conclusies, met een loopvlak voor reiniging van schoeisel van over de mat lopende personen, omvattend een reeks parallel aan elkaar gelegen, door extrusie vervaardigde langsprofielen, die elk voorzien zijn van een opneem-ruimte voor opname van een loopvlakdeel, zoals een borstel, 10 voorts omvattend een of meer koppelprofielen, die in hoofdzaak dwars op de langsprof ielen staan en elk opneemruimtes voor passende opname van de langsprofielen omvatten, waarbij twee koppelprofielen zijn opgesteld voor respectievelijke opname van de langseinden van de langsprofielen.

17. Mat volgens conclusie 16, waarbij de koppel- profielen voorzien zijn van een basisstrook, waarop opwaarts daarvan reikende, aangrenzende opneemruimtes begrenzende koppellijven voorzien zijn, waarbij de koppellijven voorzien zijn van aangrijpmiddelen voor het aangrijpen van 20 de zijdes en/of de bovenzijde van de opgenomen langsprofielen. -o-o-o-o-o-o-o-o- ii ' 1 e·' ’ Ï- ' > a ^ 'v-' o u .j j