NL7908756A - Stoel. - Google Patents

Stoel. Download PDF

Info

Publication number
NL7908756A
NL7908756A NL7908756A NL7908756A NL7908756A NL 7908756 A NL7908756 A NL 7908756A NL 7908756 A NL7908756 A NL 7908756A NL 7908756 A NL7908756 A NL 7908756A NL 7908756 A NL7908756 A NL 7908756A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
segment
seat
chair
chair according
backrest segment
Prior art date
Application number
NL7908756A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191010C (nl
NL191010B (nl
Original Assignee
Center Design Res & Dev
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Center Design Res & Dev filed Critical Center Design Res & Dev
Publication of NL7908756A publication Critical patent/NL7908756A/nl
Publication of NL191010B publication Critical patent/NL191010B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191010C publication Critical patent/NL191010C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/36Support for the head or the back
    • A47C7/40Support for the head or the back for the back
    • A47C7/405Support for the head or the back for the back with double backrests
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C3/00Chairs characterised by structural features; Chairs or stools with rotatable or vertically-adjustable seats
    • A47C3/02Rocking chairs
    • A47C3/025Rocking chairs with seat, or seat and back-rest unit elastically or pivotally mounted in a rigid base frame
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/02Seat parts
    • A47C7/14Seat parts of adjustable shape; elastically mounted ; adaptable to a user contour or ergonomic seating positions
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/36Support for the head or the back
    • A47C7/40Support for the head or the back for the back
    • A47C7/44Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/36Support for the head or the back
    • A47C7/40Support for the head or the back for the back
    • A47C7/44Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame
    • A47C7/443Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame with coil springs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/36Support for the head or the back
    • A47C7/40Support for the head or the back for the back
    • A47C7/44Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame
    • A47C7/443Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame with coil springs
    • A47C7/444Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame with coil springs of torsion type
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/36Support for the head or the back
    • A47C7/40Support for the head or the back for the back
    • A47C7/44Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame
    • A47C7/445Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame with bar or leaf springs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/36Support for the head or the back
    • A47C7/40Support for the head or the back for the back
    • A47C7/44Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame
    • A47C7/448Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame with resilient blocks
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/36Support for the head or the back
    • A47C7/40Support for the head or the back for the back
    • A47C7/46Support for the head or the back for the back with special, e.g. adjustable, lumbar region support profile; "Ackerblom" profile chairs
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S297/00Chairs and seats
    • Y10S297/01Foam
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S297/00Chairs and seats
    • Y10S297/02Molded

Landscapes

  • Chairs Characterized By Structure (AREA)
  • Chair Legs, Seat Parts, And Backrests (AREA)
  • Chairs For Special Purposes, Such As Reclining Chairs (AREA)
  • Acyclic And Carbocyclic Compounds In Medicinal Compositions (AREA)
  • Finger-Pressure Massage (AREA)

Description

_ * N.O. 28508 1 . - ^ Stoel.
De uitvinding heeft betrekking op een stoel van het zogenaamde "kuip"-type voorzien van een rugleuding die schuin naar achteren kan verlopen uitgaande van een mogelijke beperkte rechtop staande positie en eventueel een 5 zitting die naar voren of naar achteren kan verschuiven.
Nagenoeg alle mensen met een kantoorbaan brengen meer __ dan de helft van hun wakende uren zittend door. Deskundigen op het terrein van de ergonomie en doctoren weten dat een slechte zithouding in aanzienlijke mate bijdraagt aan het 10 ontstaan van rugklachten en dat iemand die vele uren door-brangt voorovergebogen over een oureau te maken krijgt met aanzienlijke spanningen in de spieren en andere weefsels aan de rugzijde. Om deze spanningen op te heffen is een frequente ontspanning van de rugspieren nodig hetgeen het 15 best kan worden bereikt door van tijd tot tijd achterover te leunen in een ontspannen leunende houding. In een ontspannen houding wordt de belasting van de spieren tot een minimum beperkt. Recente onderzoekingen door deskundigen op het terrein van de ergonomie hebben aangetoond dat een zit-20 tend persoon over het algemeen elke tien minuten van positie verandert,
De vaste geometrie van de zitsituaties in de meeste institutionele en kantooromstandigheden houdt nagenoeg geen rekening met een goede ondersteuning van de anatomie, 25 in het bijzonder de rug van een gezeten persoon anders dan in een enkele positie (indien al een steun wordt verschaft). Over het algemeen zijn de zitmeubels ontworpen om een steun te leveren aan de rug wanneer de persoon rechtop zit. Wanneer de betreffende persoon achterover leunt in een ont-50 spannen positie dan zal hij over her algemeen voorwaarts over de zitting verschuiven en zijn rug tegen de rugleuning duwen, maar in deze ontspannen houding wordt het centrale gedeelte van de rug (ter hoogte van de borst- en lendewer-vele echter nauwelijks ondersteund hetgeen aanleiding geeft 35 tot een ander soort spanning in de rug, verschillend van de spanning die ontstaat bij een rechtop zittende positie, maar toch een spanning. Voor een duidelijke reductie van deze spanning is het nodig dat het centrale deel van de rug 7908756 .«r . ' ·· 2 V · in de ontspannen positie wordt ondersteund. Alleen met een dergelijke ondersteuning kan de spanning die ontstaat tijdens liet rechtop zitten op effectieve wijze afvloeien door van tijd tot tijd achterover te leunen.
5 Volgens de uitvinding zijn nu aanzienlijke verbeteringen bereikt ten aanzien van het comfort van dergelijke kantoorstoelen door de zitting zodanig te monteren dat een heen en weer gaande beweging over zittingsteunen mogelijk is en de rugleuning zodanig op rugleuningsteunen te monteren dat . 10 de rugleuning achterwaarts naar een schuine stand kan bewegen uitgaande van een begrensde relatief rechtop staande positie. Stoelen die van dergelijke verbeteringen zijn voorzien en die bijvoorbeeld beschreven zijn in de Amerikaanse octrooischriften 3*982.785 en 4.084.850 ondergaan automa-15 tisch een verandering in de geometrie als aanpassing aan een reeks van zithoudingen tussen rechtop zitten en sterk gestrekt achterover leunen waardoor een comfortabele ondersteuning wordt verschaft binnen een breed gebied van zithoudingen. Een aantal van deze stoelen, in het bijzonder 20 degenen beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.084.
830 worden onder de handelsnaam "Vertebra” op de markt gebracht en vinden goed onthaal. Het telescopische montageprincipe van de zitting zoals beschreven is in dit octrooischrift bljjkt een effectieve en relatief goedkope wijze van 25 bevestigen van de zitting op een eenvoudig buisvormig frame-orgaan te zijn.
Sen zeer populair type kantoorstoel die in een groot aantal verschillende vormen in de handel verkrijgbaar is is voorzien van een gecombineerd zit- en rugleuningelement, 30 gevormd uit fiberglas., multiplex, metaal, of kunststof met een hoge slagsterkte gemonteerd op poten, een onderstel of geleiders. Een dergelijk type stoel is goedkoop, heeft een redelijke levensduur (in de goede kwaliteiten) en is tamelijk comfortabel als uitgegaan wordt van de zithouding waarvoor 35 de stoel werd ontworpen. I)e stoel is echter duidelijk niet comfortabel voor andere zithoudingen; het harde oppervlak en de vaste geometrie maken het niet mogelijk dat men in een stoel van een dergelijk type bijvoorbeeld comfortabel in een schuin achterwaartse positie kan zitten. Omdat de mens 40 nu eenmaal niet gedurende langere perioden in een en dezelf- 7908756 a 3 . ' ^ * de positie kan zitten zonder vermoeid te raken en het ontspannen van de op de rug uitgeoefende spanning vraagt om een goede ondersteuning van de rug in de ontspannen achterover leunende houding zoals in het bovenstaande reeds werd 5 opgemerkt leiden al dergelijke kantoorstoelen, de zitmeubels die over het algemeen worden gebruikt in gehoorzalen, confer ent ieruimten en klaslokalen in scholen om maar enkele voorbeelden te noemen tot vermoeidheid waardoor de oplettendheid en waakzaamheid verloren gaat naarmate de mens langer 10 op een dergelijke stoel moet zitten.
Volgens de uitvinding wordt nu een kantoorstoel verschaft die relatief goedkoop kan worden vervaardigd, een hoge levensduur bezit, veelzijdig is wat betreft de vorm van de poten, het onderstel of de geleiders die toegepast kunnen 15 worden bij de basiszitting-rugleuningeenheid en wat nog het meest belangrijk is een zeer comfortabele reeks van zitposi-ties verschaft tussen een relatief rechtop zittende houding en een achterover hangende schuine ontspannende positie. De stoel volgens de uitvinding bevat een uit een stuk vervaar-20 digde zitting gecombineerd met het onderste rugleuning segment en een afzonderlijk bovenste rugleuningsegment en tenminste een veerkrachtige gelede koppeling waarmee het bovenste rugleuningsegment aan het onderste rugleuningsegment is bevestigd zodanig dat dit bovenste segment naar een 25 schuine stand kan worden gebracht uitgaande van een beperkte nagenoeg rechtop staande positie. De stoel kan verder voorzien zijn van een tweede zittingsegment genesteld in en voorwaarts en achterwaarts verschuifbaar over de zitting van de uit een stuk vervaardigde combinatie van zitting en 30 onderste rugleuningsegment. De horizontale as waar omheen het bovenste rugleuningsegment kan verdraaien bevindt zich op een hoogte boven het zittingniveau corresponderend met de taille van het anatomische ruggedeelte van een volwassen mens die op de stoel zit. Bij voorkeur is de onderrand van 35 het bovenste rugleuningsegment in benedenwaartse richting convex transversaal gekromd en de bovenrand van het onderste rugleuningsegment eveneens op aangepaste wijze gekromd en gepositioneerd op korte afstand van de onderrand van het bovenste rugleuningsegment. Deze configuratie zorgt 4-0 ervoor dat de hoogte van het centrale gedeelte van het 7908753 '4 Μ ' , bovenste rugleuningsegment correspondeert met het belangrijkste deel van het centrale ruggedeelte van een volwassen mens (bijvoorbeeld vanaf ongeveer de taille tot aan de schou derbladen). he plaatsing van de geledingsas van het boven-5 sue rugleuningsegment enigszins boven de onderrand van het centrale gedeelte van het oovenste rugleuningsegment maakt een voorwaartse beweging van de onderrand van het bovenste rugleuningsegment mogelijk wanneer dit bovenste rugleuning-Segment schuin in achterwaartse positie wordt gebracht, 10 waardoor de rug van een persoon die op de stoel onderuit zakt beter wordt gesteund en bovendien de op de stoel boven en onder de geleidingas uitgeoefende krachten beter in balans worden gebracht. De zitting, het onderste rugleuningsegment en het bovenste rugleuningsegment zijn bij voor-15 keur longitudinaal en transversaal zodanig gevormd dat een aanpassing wordt verkregen aan de algemene anatomische vormen van de delen van de volwassen mens die door de stoel worden ondersteund. (Alle verwijzingen naar volwassenen moeten binnen een breed kader worden gezien omdat er natuurlijk 20 geen enkele reden bestaat waarom deze stoelen niet voor jongere mensen en ook voor kinderen vervaardigd zouden kunnen worden, waarbij alleen de maatvoering moet worden aangepast).
De combinatie van zitting en onderste rugleuningseg-. 25 ment en ook het bovenste rugleuningsegment kunnen worden vervaardigd uit staal of een ander metaal of van hout, zoals bijvoorbeeld gevormd multiple*., maar ze kunnen waarschijnlijk het best worden vervaardigd uit een sterk, zeer slagvast polymeer materiaal, zoals polypropeen, een ABS-kunststof 30 (een copolymeer van acrylonitri-l-butadieen en-styreen) of een met glasvezels versterkte hars. Uit kostenoverwegingen verdient het over het algemeen de voorkeur om geen ondersteunend frame te gebruiken, maar als dit nodig is dan kunnen verstijvingselementen of versterkingselementen worden 35 aangebracht in de zitting- en rugleuningstructuur. De specifieke structurele configuratie van de zitting en de rug-leuningsegmenten ligt binnen het bereik van de deskundige, in het bijzonder wanneer uitgegaan wordt van de uït een stuk vervaardigde bekende kantoorstoelen van het eerder genoemde 40 type.
7908756 it 5 * β >
De veerkrachtige gelede verbinding die gebruikt wordt voor het bevestigen van het bovenste rugleuningsegment aan het onderste rugleuningsegment kan op diverse manieren worden uitgevoerd zoals bijvoorbeeld beschreven is in de Ameri-5 kaanse octrooischriften 4.084-.850 en 4.157.203· Bij voorkeur is de veerkrachtige gelede verbinding opgebouwd uit een bovenverbindingsdeel en een onderverbindingsdeel, welke door middel van een pen, een scharnieras of iets dergelijks ter-wille van een scharnierende beweging met elkaar zijn verbon-10 den en zijn bevestigd aan complementaire houdelementen in het bovenste rugleuningsegment en het onderste rugleuningsegment, waarbij een of andere veerstelsel er op veerkrachtige wijze voor zorgt dat de koppeling de rugleuningsegmenten in de relatief rechtop zittende positie houd en stopelemen-15 ten zorgen voor een begrenzing bij de geheel rechtop zittende positie en de geheel achterover leunende positie waarin het bovenste rugleuningsegment schuin staat. Aan de hand van de in het volgende nog te bespreken figuren komen voorkeursuitvoeringsvormen van deze koppeling nog ter sprake. 20 Alhoewel het zeker mogelijk is een enkele koppeling te gebruiken aangebracht nabij het midden van de rugleuningsegmenten wordt de voorkeur gegeven aan twee lateraal geschei-• den verbindingselementen. Een verbindingselement aan elke zijkant van de rugleuning is om ergonomische, mechanische en 25 ethetische redenen waarschijnlijk te prefereren. De randen van de openingen van de verbindingshouders zullen over het algemeen vertikaal van elkaar gescheiden zijn in welk geval een flexibele verlengbare buisconstructie kan worden gebruikt tussen de houdelementen voor het afschermen en beveiligen 30 van de anders vrij liggende delen van de verbindingen.
Met de configuratie van de stoel volgens de uitvinding zoals deze tot dusverre is beschreven blijft het bovenste rug leuningsegment normaal gesproken gehandhaafd in een relatief rechtop staande positie en levert zodoende een comfortabele 35 ondersteuning voor het centrale ruggedeelte van een op de stoel zittende persoon. In de rechtop zittende houding ondersteunt de stoel natuurlijk de heupen en het zitvlak van degene die oprnde stoel zit terwijl het onderste rugleuningsegment van de combinatie van zitting en onderste rugleu-ningsegment het onderste gedeelte van de rug ondersteunt.
7908756 ;r , * . , . ' 6 V/anneer men achterover buigt zonder onderuit te zakken tot een enigszins gestrekte ontspannen positie dan zal he.t bovenste rugleuningsegment van de stoel automatisch naar een achterwaartse schuine stand worden gebracht waarin het 5 centrale ruggedeelte op comfortabele wijze wordt ondersteund. Wanneer men onderuit zakt dan zal men op natuurlijke wijze en waarschijnlijk onbewust voorwaarts over de zitting verschuiven en zal men met de rug het bovenste rugleuningsegment van de stoel naar een achterwaartse schuin staande 10 positie brengen. In tegenstelling met conventionele kantoorstoelen met vaste leuningen, die slechts nabij een zeer smalle rand langs de bovenzijde van de stoelleuning een ondersteuning verschaffen voor de menselijke rug van diegene die zelfs maar zeer licht onderuit zakt of een schuine of 15 gebogen houding aanneemt levert de stoel volgens de uitvin- ' ding een comfortabele ondersteuning voor het grootste gedeelte van de centrale menselijke rug in een relatief groot aantal zithoudingen tussen een rechtop zittende houding en een relatief sterk onderuit- gezakte houding met een ge- 20 bogen of rechte rug. _________
Volgens de uitvinding kan de stoel eveneens voorzien zijn van een tweede zittingsegment genesteld in en in voorwaartse en achterwaartse richting verschuifbaar over het zittinggedeelte van de gecombineerde zitting en onderste 25 rugleuningsectie. Stopelementen begrenzen de mate van voorwaartse en achterwaartse beweging van dit tweede zit-' tingsegment. en bij voorkeur zorgt een veer ervoor dat dit tweede zittingsegment in zijn meest achterwaartse positie wordt voorgespannen. Samenwerkende in de lengterichting 30 verlopende geleidingselementen zorgen ervoor dat dit tweede zittingelement beweegt langs een longitudinale as en houden dit tweede zittingelement naar beneden op de zitting van de gecombineerde zitting en onderste rugleuningsectie.
In stoelen met een beweegbaar tweede zittingsegment 35 zal dit zittingsegment automatisch bewegen binnen het gebied dat door de stopelementen wordt toegestaan zodanig dat een positie wordt ingesteld die overeenstemt met de zit-houding van degene die op de stoel zit. Bij een rechtop zittende houding van degene die op de stoel zit zal de 40 zitting ip&ijn achterwaartse positie blijven, wanneer degene 7908756 7
Jt die op de stoel zit ecliter achterover leunt dan zal dit zittingsegment in voorwaartse richting bewegen over een afstand die afhangt van de mate waarin degene die in de stoel zit achterover leunt. Daarbij zal het bovenste rug-5 leuningsegment ten opzichte van het onderste rugleuning-segment op de reeds besproken wijze in een schuine stand worden gebracht. Het beweegbare tweede zittingsegment verhoogt het comfort van de stoel in een meer schuine zitposi-tie door de heupen van degene die op de stoel zit beter te 10 ondersteunen dan het geval is bij stoelen met een vaste zitting. Ondanks dat wordt echter het beweegbare bovenste rugleuningsegment als meest belangrijkste kenmerk gezien voor de verbetering van de in het bovenstaande besproken kantoorstoel.
15 Het meest belangrijke voordeel' van de stoelen volgens de uitvinding is natuurlijk de aanzienlijke verbetering in comfort in een groot aantal zitho.udingen, hetgeen wordt bereikt door middel van de variabele geometrie van de rugleuning. Deze eigenschap is op zichzelf natuurlijk bekend,.
20 bijvoorbeeld van types coelen, bepaalde typen autostoelen, stoelen in autobussen en vliegtuigen, verschillende wacht-kamerstoelen en kantoorstoelen gebaseerd op hetgeen beschreven is in de twee eerder genoemde Amerikaanse octrooischrif ten. De in deze aanvrage besproken uitvinding zorgt er 25 echter voor dat dit kenmerk kan worden bereikt tegen zeer lage kosten doordat de noodzaak van een frame wordt geëlimineerd door gebruik· te maken van relatief eenvoudige gelede verbindingen die relatief goedkoop in massa kunnen worden geproduceerd.
30 Voor een beter begrip van de uitvinding wordt verwezen naar de in het volgende gegeven beschrijving van in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding.
De figuren 1 tot en met 4 tonen respectievelijk een vooraanzicht, een zijaanzicht, een boven- en een onderaan-35 zicht van een uitvoeringsvoorbeeld van cb stoel volgens de uitvinding.
Figuur 5 toont een doorsnede in zijaanzicht van de rug van de stoel uit figuur 1 waarbij het doorsneden gedeelte een uitvoeringsvorm van de gelede koppeling voor verbinding 4-0 van het bovenste rugleuningsegment en het onderste rugleu- 7908756 r 8 ningsegment toont.
Figuur 6 is soortgelijk aan figuur 5 alleen is nu liet bovenste rugleuningsegment in achterwaartse richting verplaatst.
5 Figuur 7 toont een deeldoorsnede van de rugleuning van de stoel gedeeltelijk opengewerkt teneinde de gelede koppeling -uit de figuren 5 en 6 zichtbaar te maken.
Figuur 8 toont een gedeeltelijke doorsnede in bovenaanzicht volgens de lijn 8-8 uit figuur 7 in de richting van de 10 pijlen.
Figuur 9 toont een zijaanzicht in doorsnede genomen binnen en nabij, de zijkant van de rugleuning ter illustratie van een andere uitvoeringsvorm van de gelede koppeling in de rechtop zittende positie.
15 Figuur 10 toont de situatie uit figuur 9 met uitzon dering van het feit dat nu het bovenste rugleuningsegisLent in achterwaartse richting is verplaatst.
Figuur 11 toont een deeldoorsnede van de gelede koppeling uit de figuren 9 en 10.
20 Figuur 12 toont een deelaanzicht in doorsnede volgens de lijn 12-12 uit figuur 11.
Figuur 13 toont een deeldoorsnede in zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de gelede koppeling met de rugleuning in opwaartse positie.
25 Figuur 14 toont dezelfde doorsnede uit figuur 13 alleen is hier het bovenste rugleuningsegment in achterwaartse richting verdraaid.
Figuur 15 toont een doorsnede in achteraanzicht van de verbinding uit de figuren 13 en 14 genomen volgens de 30 lijn 15-15 uit figuur 13.
Figuur 16 toont een deeldoorsnede in bovenaanzicht volgens de lijn 16-16 uit figuur 15.
Figuur 17 toont een deeldoorsnede in zijaanzicht van een stoel met een andere uitvoering van de verbinding, 55 waarbij de rugleuning zich in rechtop staande positie bevindt.
Figuur 18 toont dezelfde stoel als figuur 17 maar nu met het bovenste rugleuningsegment verschoven naar de achterwaartse positie.
Figuur 19 toont een deeldoorsnede in achteraanzicht 4-0 volgens de lijn 19-19 uit figuur 17.
7908756 9 •Figuur 20 toont een deeldoorsnede in bovenaanzicht volgens de lijn 20-20 uit figuur 19.
Figuur 21 toont een gedeeltelijk doorsnede zijaanzicht van het centrale gedeelte van de zitting van een stoel 5 soortgelijk aan die van de figuren 1 tot en met 4, maar nu voorzien van een tweede longitudinaal beweegbaar zitting-segment (getoond in de voorwaarts begrensde positie.
Figuur 22 toont een gedeeltelijk doorsnede zijaanzicht soortgelijk aan dat van figuur 21 met het beweegbare tweede 10 zittingsegment in de begrensde achterwaartse positie.
Figuur 23 toont een deeldoorsnede van de zitting uit de figuren 21 en 22 genomen volgens de lijn 23-23 uit figuur 22.
Figuur 24 toont een deeldoorsnede volgens de lijn 24-15 24 uit figuur 22.
Figuur 25 toont een gedeeltelijk bovenaanzicht van het •' centrale gedeelte van het zittingsegment uit figuur 21 (in de voorwaartse positie) waarbij het opengewerkte gedeelte de montage en het geleidingsmechanisme toont.
20 Figuur 26 toont een doorsnede juist onder het hoofd lichaam van het beweegbare tweede zittingsegment uit de figuren 21 en 22 als illustratie van het beweegbare zittingsegment in de achterwaartse begrensde positie.
Figuur 27 toont een doorsnede in zijaanzicht volgens 25 een ongeveer door het midden van de stoel verlopend longitudinaal vlak, waarbij de stoel soortgelijk is aan die van de figuren 1 tot en met 4 maar voorzien is van een tweede beweegbaar zittingsegment geconstrueerd volgens de uitvoeringsvorm getoond in de figuren 21 tot en met 26 maar met 30 enige verschillen zoals getoond in figuur 27, waarbij het zittingsegment zich in zijn voorwaartse begrensde positie bevindt.
Figuur 28 toont een doorsnede in zijaanzicht soortgelijk aan die van figuur 27 maar nu. met het zittingsegment 35 in zijn begrensde achterwaartse positie.
Figuur 29 toont een deeldoorsnedé van de zitting uit de figuren 27 en 28 genomen volgens de lijn 29-29 in figuur 28.
Figuur 30 toont een gedeeltelijke doorsnede volgens de 40 lijn 3O-30 uit figuur' 28.
79 0 8 7 5 6 f 10
Figuur 31 toont een gedeeltelijk opengewerkt bovenaan-· zicht volgens de Üjn 30-30 uit figuur 28.
Figuur 31 toont een gedeeltelijk bovenaanzicht van een stoel voorzien van de zittingconstructie uit de figuren 27 5 en 28 waarDij de opengewerkte gedeelten de montage en het geleiaingsmechanisme van het tweede zittingsegment illustreren.
Figuur 32 toont een gedeeltelijke doorsnede, in bovenaan zicht van het montage- en geleidingsmechanisme van de zit-10 ting uit ae figuren 2? en 31, soortgelijk aan de uitvoerings vormen van figuur 31 maar nu met het beweegbare tweede zit-tingsegment getoond in zijn achterwaarts begrensde positie.
Figuur 33 toont een zijaanzicht in doorsnede genomen juist binnen en in de nabijheid van de zijkant van de stoel- _ 15 rugleuning ter illustratie van een andere gelede koppeling met het bovenste rugleuningsegment in de rechtop staande positie.
Figuur 34- toont een aanzicht soortgelijk aan dat van figuur 3 met uitzondering van het feit dat nu het bovenste 20 rugleuningsegment1achterwaartse richting is verplaatst. '
Figuur 35 toont een deeldoorsnede gezien vanaf de achterzijde van de linker zijkant van de rugleuning van de stoel zoals getoond in de figuren 33 en 34·.
Figuur 36 toont een gedeeltelijke doorsnede in bovenaan 25 zicht volgens- de lijnen 36-36 uit figuur 35.
Figuur 37 toont een opengewerkt zijaanzicht van de gele de veruinding uit de figuren 33 tot en met 36 waarbij delen zijn opengewerkt.
De in de figuren 1 tot en met 4- getoonde stoel bevat 30 een uit een stuk vervaardigde combinatie van zitting en onderste rugleuningsegment 10, een afzonderlijk bovenrugleu-ningsegment 12, beiden op transvresale en longitudinale wijze gevormd zodanig dat een comfortabele ondersteuning wordt verschaft van het zitvlak en dé rug van een op de 35 stoel zittende volwassen mens. (Zoals in het bovenstaande reeds werd opgemerkt is de term '.'volwassen" niet bedoeld om daarmee een beperking op te leggen aan de stoelen, .de stoelen kunnen ook worden vervaardigd in een grootte, aangepast aan jongere mensen of kinderen). Elk van de compo-40 nenten 10 en 12 is bij voorkeur gevormd door middel van spuit- « 7908756 11 gieten uit een sterke zeer slagvaste kunststof zoals poly-propeen of ABS. Hét bovenrugleuningsegment 12 is aan het onderrugleuningsegment 14 van de zitting/onderrugleuning-s egment-c o mb inat i e 10 bevestigd door middel van twee ge-5 schikte veerkrachtige gelede verbindingen, waarvan er een aangebracht is aan elke zijde van de stoel en elk van de ver bindingen omgeven is door een balgvormige flexibele verlengbare huls 16. Enkele voorkeursuitvoeringsvormen van deze gelede verbindingen worden in het onderstaande aan de 10 hand van de figuren nader besproken. De onderzijde van de zitting (zie figuur 4) is voorzien van een aantal verstij-vingsribben 18 en vier kleine uitstekende delen 20 voor het aanbrengen van schroeven door middel waarvan poten of geschikte klampen kunnen worden bevestigd voor de montage van 15 een onderstel of een geschikte geleiding aan de stoel waarbij de poten, onderstellen en dergelijke een verschillende ge schikte vorm kunnen bezitten. De in de figuren 1 tot en met 4 getoonde poten 21 zijn slechts getoond als voorbeeld, en vormen op zichzelf geen deel van de uitvinding. Ze bestaan 20 uit stalen buizen gebogen tot de getoonde configuratie, wel ke configuratie aan de stoel een stabelbaar karakter verleent.
De transversale horizontale buigingsas van het Doven-rugleuningsegment 12 ten opzichte van het onderrugleuning-25 segment 14 is gelocaliseerd ongeveer nabij het midden van de balgen 16, hetgeen correspondeert met ongeveer het niveau van de taille van het anatomisch centrale ruggedeelte van een volwassen mens die op de stoel zit. De onderrand van het bovenrugleuningsegment 12 is convex, gekromd in trans-30 versale richting (gezien vanaf de voorzijde van de stoel) , zodanig dat het centrale gedeelte van het bovenrugleuningsegment verloopt over een hoogte die in zijn algemeenheid overeenstemt met het grootste deel van het centrale ruggedeelte van een volwassen mens, bijvoorbeeld vanaf de taille 35 tot aan de schouderbladen. Het bovenrugleuningsegment 12 verschaft een goede ondersteuning voor de rug van een op de stoel zittende persoon. De bovenrand van het onderrugleuningsegment is gekromd op een wijze aangepast aan de onderrand van het bovenrugleuningsegment waarbij slechts een re-40 latieg kleine tussenruimte van in zijn algemeenheid uniforme 79 0 8 7 5 6 ' * , 12 breedte tussen de aangrenzende randen van het bovenrug-leuningsegment 12 en het onderrugleuningsegment 14 open blijft. De relatieve posities van de onderrand van het centrale gedeelte van het bovenrugleuningsegment en de bewe-5 gingsas van het bovenrugleuningsegment dragen bij aan het in evenwicht brengen van de krachten die worden uitgeoefënd op het bovenrugleuningsegment aan beide zijden van de bewegings as en zorgen er tevens voor dat wanneer het bovenrugleuningsegment in een achterwaartse schuive stand wordt ge-10 plaatst (zie figuur 2) de onderrand in voorwaartse richting beweegt en meehelpt aan het ondersteunen van degene die op de stoel onderuit zakt of een schuine houding aanneemt.
De wanden van de zitting en het onderrugleuningsegment 15 10 en het bovenrugleuningsegment 12 hebben in zijn algemeen heid een uniforme dikte, maar kunnen ook worden vervaardigd met een toenemende dikte indien dit terwille van de sterkte noodzakelijk is. Verstijvingsribben of flenzen kunnen indien nodig worden aangebracht aan de delen 10 en 12 die in het 20 getoonde uitvoeringsvoorbeeld voorzien zijn van een rand-flens, welke enerzijds een esthetische invloed heeft en anderzijds bjjuraagt aan de sterkte en stijfheid van de stoel.
Vier verschillende uitvoeringsvormen van de verbindingselementen zijn in de figuren getoond en worden in het 25 volgende beschreven. In elk van de gevallen zijn de verbindingselementen zodanig geconstrueerd dat ze passen in aan elkaar aangepaste holten 22 en 24- aan elke zijde van de respectievelijke onder- en bovenrugleuningsegmenten. De holten zijn in de naar elkaar toegekeerde richting geopend en hebben · 30 in het algemeen dezelfde vorm en afmetingen en bestaan uit een voorwand 26 gedefinieerd door de randen van een reeks ribben (aangebracht om kunststof materiaal te besparen en een uniforme kunststof wanddikte te handhaven voor het bereiken van een beter en sneller vormgevingsproces en een 35 betere afgewerkte vorm met een voorzijde met een bepaalde contour en een in hoofdzaak platte,achterzijde), een achterwand 28 die taps wegloopt vanaf de opening in de richting van de voorwand, de zijwanden 30 en 32 en de bovenwand 34, of in het geval van de holten in het onderrugleuningsegment 40 een bodemwand.
7908756 13
Elk van de vier in de figuren 5 tot en met 20 en 33 tot en met 37 getoonde gelede koppelingen is voorzien van een in zijn algemeenheid buisvormig boven- en onderkoppel-element die in hun algemeenheid soortgelijk zijn doordat ze 3 elk voorzien zijn van een voorwand, zijwanden en een achterwand (of flenzen die een gedeeltelijke achterwand bepalen), welke samenwerken met de corresponderende voor-, zij- en achterwanden van de holten. Niet tegenstaande deze overeenkomsten bestaan er detailverschillen tussen de specifieke 10 verbindingselementen van de diverse gelede verbindingen, hetgeen tot uiting komt in de verschillende daaraan toegevoegde referentiecijfers. De in het bovenstaande vrij algemene beschrijving geldt echter voor al deze verbindingselementen en zal niet telkens afzonderlijk worden herhaald. De 13 verbindingselementen hebben als overeenkomst dat ze allen worden gemaakt door het snijden van voorvormstukken uit relatief dik staal en deze voorvormstukken te buigen tot een in zijn algemeenheid buisvormige nf doosvormige vorm. Elk verbindingselement wordt door middel van lijm, vergrendel-20 elementen of geschikte vastzetelementen in de holte op zijn plaats gehouden. De veerkrachtige gelede verbinding 36 getoond in de figuren 5 tot en met 8 gelijkt op de verbinding die getoond is in het Amerikaanse octrooischrift 4.157.203 (in het bovenstaande reeds genoemd). Ze is voorzien van een 25 bovenverbindingselement 38 en een onderverbindingselement 40, welke aan elkaar gelijk zijn met uitzondering van het feit dat de bovenranden van de zijwanden van het onderverbindings element inwaarts zijn gebogen teneinde in een overlappende situatie te passen binnen de onderranden van de 30 zijwanden van het bovenverbindingselement (zie figuur 7).
Een as 42 zorgt voor de koppeling tussen de twee verbindingselementen op scharnierDare wijze en draagt bovendien de veerreactieplaat 44 waarvan de benen verlopen tot binnen het bovenverbindingselement en het onderverbindingselement.
35 De compressieveren 46 in de vorm van lichamen uit een relatief stijve elastomeer zoals neopreen of polyurethaan zijn aangebracht onder een gemiddelde voorbelastingskracht tussen elk been van de reactieplaat 44 en de voorwand van het respectievelijke verbindingselement 38 of 40. De veren 46 werken ' 40 tegen de reactieplaat en houden op veerkrachtige wijze het 7908756 14 bovenrugleuningsegment 12 in de-rechtop staande positie ten opzichte van .het' onderrugleuningsegment doordat ze een kracht uitoefenen op de voorwanden van de verbindingselementen. Elk van de veren 46 is bevestigd aan de reactie-5 plaat door middel van de uitstekende delen 47 die klem passend ingebracht zijn in de daartoe aanwezige gaten in de reactieplaat. De begrenzing in de rechtop staande positie wordt bereikt doordat de flezen aan de achterzijde van elk verbindingselement en de uiteinden van de uitstekende ge-10 deelten 47 die aan de achterzijde van de reactieplaat uitsteken en als kussen zorgen voor een rustig contact in de bovenste rechtop staande grenspositie.
Wanneer een op de stoel zittend persoon achterwaarts leunt met een voldoende kracht om de voorinstelkracht van 15 de veren 46 van de koppeling op te heffen dan maken de veren het mogelijk dat het bovenrugleuningsegment 12 ten opzichte van het onderrugleuningsegment 10 in een achterwaarts gerichte schuine stand wordt gebracht. De begrenzing in achterwaartse richting wordt verkregen door samen-_20werking tussen de veerreactieplaat 44 en de vrije, gedeeltelijk uitgesnêden en vervolgens achterwaarts van de voorwanden van de koppelingselementen weggebogen -uiteinden 50· Als de achterwaartse kracht op het bovenruglëuningsegment wordt verwijderd dan zorgen de veren 44 ervóór dat het bovenrug-25 leuningsegment weer zijn opwaartse positie inneemt. Zoals reeds werd opgemerkt worden de ruimten tussen de openingen van de holten in het bovenrugleuningsegment en het onderrugleuningsegment, waar delen van de verbinding bloot liggen, voorzien van buisvormige als balgen gevormde flexibele en 50 uitrekbare bekledingen 16, een transversale doorsnede zodanig gevormd dat ze aangepast zijn'aan het transversale doorsnedeprofiel van de holten (zie figuur 8). Zoals het best getoond is in het deelaanzicht van figuur 7 zijn de buisvormige bekledingen 16 geribbeld. Ze zijn vervaardigd 35 uit een veerkrachtig flexibel polymeer materiaal zoals vinyinitril of neopreen.
De scharnierverbindingen getoond in de figuren 9 tot en met 12 .zijn voorzien van een bovenverbindingselement 50 en -een onderverbindingselement 52 gekoppeld door middel van * 40 klinknagels 54 (gebruikmakend, van afstandseletentjes om te 7908756 15 voorkomen dat de twee delen door de klinknagels worden vergrendeld zodat ze gèen scharnierbeweging kunnen uitvoeren) en voorzien van aan elkaar aangepaste inwaarts gebogen flenzen 56 en 58 afgebogen vanaf de voorwanden op de plaats 5 waar de verbindingselementen bij elkaar komen. De elastomere veren 60, die worden ondersteund door middel van ringen aan elk uiteinde, zijn aangebracht tegen de vlakken van de flenzen 56 en 58 op enige afstand van elkaar en de bovenveer 60 wordt door de kop 62 van een bout tegengehouden en de 10 onderveer 60 wordt door de moer 64 geflixeerd, ue betreffende bout verloopt door gaten in de flenzen en houdt zodoende de veren in positie. De veren staan onder een gemiddelde voorbelasting, welke ervoor zorgt dat de flenzen 56 en 58 naar elkaar toe worden.gedrukt zodat het bovenrug-15 leuningsegment 12 terwille van een comfortabele ondersteuning in de opwaartse positie wordt voorgespannen. Wanneer op het bovenrugleuningsegment een voldoende achterwaartse kracht wordt uitgeoefend om deze voorspanning van de veren te overwinnen dan worden de veren samengedrükt en kan het 20 bovenrugleuningsegment in een schuine achterwaartse stand komen (zie figuur 10). Wanneer de achterwaartse kracht op het bovenrugleuningsegment wordt verwijderd dan zullen de veren de flezen weer tegen elkaar drukken. De begrenzing van de voorwaartse beweging van het bovenrugleuningsegment 25 ten opzichte van het onderrugleuningsegment (dat wil zeggen de begrenzing in de rechtop staanae positie van het bovenrugleuningsegment) wordt verkregen door de samenwerking tussen de aangrenzende oppervlakken van de flezen 56 en 58. De begrenzing van de achterwaartse beweging van het 50 bovenrugleuningsegment wordt gerealiseerd door het contact tussen de boven- en onderringen in de veersamenstelling met de voorwanden van de twee verbindingselementen (zie figuur 10).
De uitvoeringsvormen van de figuren 5 tot en met 8 en 35 de figuren 9 tot en met 12 hebben een gemeenschappelijk principe, namelijk de automatische evenwichtsinstelling van de compressiekrachten van de twee veerelementen. De reactie plaat 44 in de uitvoeringsvorm van de figuren 5 tot en met 8 neemt automatisch een stand in ten opzichte van de assen 40 van elk van de verbindingselementen gelijk aan de halve 7 9 0 3 7 5 6 • 16 scharnierhoek waardoor de veerkrachten in evenwicht zijn.
Deze relatie geldt ook voor de uitvoeringsvormen van de figuren 9 tot en met 12 en de figuren 35 tot en met 37·
De in de figuren 13 tot en met 16 getoonde scharnier-5 verbinding is opgebouwd uit een bovenverbindingselement 70 en een onderverbindingselement 72 gekoppeld door middel van de as 74 welke verloopt door gaten in de elkaar overlappende delen van de zijwanden van de verbindingselementen. Het bovenrugleuningsegment wordt normaal in de rechtop staande 10 positie gehouden door een gemiddelde voorbelasting van een veer 76 van het schroefvormige type met tangentieel uitstekende uiteinden welke gepositioneerd is rond een kunststof huls 78 rond de as 74 en waarvan de uitstekende uiteinden 80 en 82 in contact staan met de voorwanden van de verbin-15 dingselementen 70 en 72. De rechtop staande positie van het bovenrugleuningsegment wordt verzekerd door samenwerking tussen een uitstekend been 84 dat inwaarts gebogen is van de bovenrand van een zijwand van het onderverbindings- · element 72 en een elastomeer, in zijn algemeenheid ïï-vormig 20 kussen dat bevestigd is aan het bovenverbindingselement door middel van kleine uitstekende delen 88 die klem passend zijn aangebracht in daartoe aanwezige gaten in de wanden . van het bovenverbindingselement (zie figuur 16). Zoals al min of meer duidelijk zal zijn zorgt het kussen 86 voor het 25 absorberen van de energie tijdens abrupte bewegingen van het bovenrugleuningelement naar een van beide grensposities, De achterwaartse begrenzing wordt bereikt door middel van een been 90 dat van de bovenrand van een zijwand van het onderverbindingselement 72 inwaarts gebogen is en het voorste 30 gedeelte van het kussen 86 (zie de stippellijn in figuur 14). De werking van deze uitvoeringsvorm zal geen nadere beschrijving behoeven.
De vierde uitvoeringsvorm van een scharnierverbinding is getoond in de figuren 17 tot en met 20 en opgebouwd uit 35 de boven- en onderverbindingselementen 100 en 102, die ter-wille van een scharnierbeweging zijn gekoppeld door de as 104 en normaal in de rechtop staande, in figuur 17-geïllustreerde positie worden gehouden door middel van de trek-veer 106 aangebracht onder een gemiddelde voorspanning tus-40 sen de benen 108 en 110 die inwaarts uit de voorwanden van .79 0 8 7 5 6 17 de verbindingselementen 10U en 102 zijn gebogen. De configuratie van de stopelementen (uitstekende benen aan de bovenrand van een zijwand van het onderverbindingselement 102) is dezelfde als getoond in de figuren 13 "tot en met 16 5 en reeds in het bovenstaande besproken, zodat geen e^.tra beschrijving noodzakelijk is. Een achterwaartse kracht uitgeoefend op het bovenrugleuningsegment 12 voldoende om de voorbelastingskracht van de veer 106 te overwinnen zorgt ervoor dat het bovenrugleuningsegment scharniert in achter- __- 10 waartse richting rond de as 104-, waardoor de spanning in de veer 106 toeneemt, pe in de veer opgeborgen energie zorgt voor terugkeer van het bovenrugleuningsegment 12 naar de rechtop staande positie wanneer de op de stoel zittende persoon opnieuw deze rechtop zittende positie inneemt.
15 De figuren 21 tot en met 26 tonen de zitting van de stoel zoals in het bovenstaande werd beschreven en wel een stoel met een gecombineerde zitting/'ohderrugleuningsegment en een bovenrugleuningsegment dat zodanig gemonteerd is op het onderrugleuningsegment dat een achterwaartse verplaat-20 sing daarvan mogeüp: is, maar nu gemodificeerd door toevoeging van een tweede zittingsegment 120 dat in het zitting-gedeelte 122 van de gecombineerde zitting/onderrugleuningsegment 10 is genesteld en gemonteerd is en geleid wordt op dit zittinggedeelte 122 zodanig dat een beweging mogelijk is 25 tussen een voorwaartse begrensde positie (figuur 21) en een. achterwaartse begrensde positie (figuur 22). In de uitvoeringsvorm van de figuren 21 tot en met 26 is een nauwe langgerekte sleuf of kanaal 124 gevormd in het zittinggedeelte 122 van de zitting/onderrugleuningsegmentcombinatie 30 10. Het beweegbare zittingsegment 120 is voorzien van ver tikaal geplaatste, longitudinaal verlopende ribbe 126, waarvan het onderuiteinde passeert door een sleuf 128 in het frontgedeelte van.de crnderwand van het kanaal 1'24. De opwaarts gerichte schouders van de bedding 130 met V-vormige 55 dwarsdoorsnede aan de onderrand van de ribbe 126 houden het beweegbare zittingsegment 120 in benedenwaartse richting gepositioneerd op het zittinggedeelte 122 van de zitting/ onderrugleuningsegmentcombinatiê 10. De wigvorm van het beisdenwaarts gerichte gedeelte van de bedding Ï30 maakt het 40 echter mogelijk dat de ribbe door de sleuf 128 wordt gedrukt 7908756 . . ; 18 .
waarbij de bedding en de wanden van de sleuf tijdens deze passage worden gedeformeerd. Een trekveer 132 is bevestigd aan een uiteinde van de ribbe 126 terwijl het andere uiteinde van de veer bevestigd is aan een vasthoudhaak 134 5 aangebracht aan het achteruiteinde van het kanaal 124 waardoor in rust het beweegbare zittingsegment 120·in de achterwaartse positie (getoond in de figuren 22 en 26) wordt gehouden, maar waarmee het mogelijk is dat het beweegbare zittingsegment 120 automatisch in voorwaartse richting 10 wordt; verschoven wanneer een op de stoel zittende persoon zijn'zitvlak naar voren beweegt teneinde een onderuit gezakte positie aan te nemen (figuren 21 en 25)· De voorwaartse beweging van het tweede zittingsegment 120 wordt gestopt door samenwerking tussen de voorrand van de ribbe 126 en 15 de voorrand van de sleuf 128. (figuur 21) terwijl de achterwaartse beweging wordt gestopt door samenwerking tussen de achterrand van de ribbe 126 en de achterrand van de sleuf 128. De ribbe en de sleuf voeren drie functies uit: het begrenzen van de voorwaartse en achterwaartse beweging van het 20 beweegbare zittingsegment 120, het geleiden van het zitting segment langs een longitudinale as en· het handhaven van het tweede zittingsegment in benéden waartse richting op het zittinggedeelte van de zitting-onderrugleuningsegmentcombi-natie.
25 De figuren 27 tot en met 32 tonen een andere uitvoe-' ringsvorm van een beweegbaar zittingsegment» Het beweegbare zittingsegment 140 is voorzien van een gevormde kunststof basis 142, een dunne laag vulmateriaal 144 en een bekleding 146 die over de buitenranden van de kunststofbases 30 Ί42 heen gevouwen is en daar door middel van nieten of lijmen is bevestigd. (Ook de bovenrugleuning van de stoel kan op deze wijze worden voorzien van vulmateriaal en bekleed.) Een paar lateraal op afstand van elkaar aangebrachte "gelei-dingselementen zijn gevormd in het basiselement 142 van het 35 beweegbare zittingsegment, waarbij elk geleidingselement is opgebouwd uit een in zijn algemeenheid L-vormige flens 148 uitstekend aan de. onderzijde van het basisdeel 142 (zie figuur 29). Een reeks in de lengte verlopende ribben 150 verlopen eveneens vanaf de onderzijde van het basisdeel 142 40 en kunnen schuiven over het bovenoppervlak van het zitting- •7908756 19 gedeelte 152 van de zitting/onderruglenningsegmentcombinatie 10. Een sleuf 154 verloopt in voorwaartse richting van en mondt uit in het kanaal gedefinieerd door de ribben 148 en wordt begrensd door de zijrand 152.
5 Een vasthoudplaat 158, welke door middel van speciale moeren 160 en bouten 162 is bevestigd aan het bovenopper_ vlak van het zittinggedeelte 152 houdt het beweegbare zit-tingsegment 140 in benedenwaartse richting tégen het zittinggedeelte 152 van de zitting/onderrugleuningsegmentcom-10 binatie 10 en zorgt voor een geleiding in de lengterichting door middel van de flezen 164 die verlopen aan beide zijden vanaf de vasthoudplaat over de in lengterichting inwaarts verlopende delen van de flenzen 148 aan de onderzijde van het beweegbare zittingsegment 140. Een trekveer 166 is aan-15 gesloten tussen het voorste uiteinde van de sleuf 154 en de vasthoudplaat 158 en trekt de zitting naar zijn achterwaartse positie (figuren 26, 28 en 52). Wanneer een op de stoel zit tende persoon onderuit zakt en een ontspannen houding aanneemt dan zal het beweegbare zittingsegment automatisch in 20 voorwaartse richting bewegen over het ziotinggedeelte 152 (figuren 27 en 51). De begrenzing van de voorwaartse en achterwaartse beweging van het beweegbare zittingsegment wordt bereikt dóór samenwerking tussen de uiteinden van de kanaalflenzen 148 en de uiteinden van de vasthoudplaat 158. 25 Eén bekledingsplaat 168 wo.rdt door middel van klink nagels aan de zitting bevestigd na het aanorengen van de veer 166 en 'de vasthoudplaat 158 en bedekt de opening in het midden van het beweegbare zittingsegment 140. Na installatie van dit bekledingsdeel wordt de vulling en de bekle-50 ding aangebracht en vervolgens wordt het beweegbare zitting segment geïnstalleerd op het zittinggedeelte 152 door het op zijn plaats brengen de positioneren van het vasthoudelement in lijn met de openingen voor de schroeven en het installeren van de schroeven. Een kenmerkende eigenschap van de 55 stoelen welke duidelijk blijkt uit deze montageprocedure is de grote eenvoud van de montage, een factor die bijdraagt aan de relatief lage kosten van de stcéLen volgens de uitvinding.
In de twee getoonde uitvoeringsvormen van de stoelen 40 met een oeweegDaar zittingsegment (figuren 21 tot en met 32) 7903755 20 hebben het zittinggedeelte van de zitting/rugleuningseg-mentcombinatie en het beweegbare z'ittingsegment complementaire oppervlakken die over elkaar kunnen verschuiven en die in longitudinale richting gekromd zijn. Omdat door 5 de voorwaartse beweging van het beweegbare zittingsegment de steek ervan toeneemt wordt een toename oereikt van het comfort van de stoel in een onderuit gezakte ontspannen zithouding.
De figuren 33 tot en met 36 illustreren een andere 10 uitvoeringsvorm van een scharnierverninding voor montage van het bovenrugleuningsegment 12 op het onderrugleuning-segment 14 van de zitting/rugleuningsegmentcombinatie 10.
Deze uitvoeringsvorm gelijkt veel op die, getoond in het Amerikaanse octrooischrift 4.157.203 (waarnaar in het voor-15 gaande reeds werd verwezen) en op de scharnierverbinding geïllustreerd in de figuren 5 tot en met 8 en in het bovenstaande reeds beschreven, maar er zijn een aantal kenmerkende verfijningen aangebracht. De scharnierverbinding is opgebouwd uit een onderverbindingselement 170 geplaatst in de 20 holte 22 van het onderrugleuningsegment 14 van·de zitting/ onderrugleuningaegmentcombinatie 10 en een bovenverbindings element 172 aangebracht in de holte 24 aan de zijkant van het bovenrugleuningsegment 12. De twee verbindingselementen 170 en 172 zijn .identiek, hetgeen uit kostenoverwegingen van 25 voordeel is omdat daardoor het aantal verschillende onderdelen noodzakelijk voor de verbinding wordt gereduceerd. ' Omdat deze delen identiek zijn zal alleen het deel 170 in detail worden beschreven.
Het verbindingsdeel -170 is voorzien van een ïï-vormig 30 froutgedeelte 174 voorzien van een paar zijwanddelen 174b en 174c. Een in zijn algemeenheid half cirkelvormig beengedeelte 176a, 176b verloopt vanaf de bovenzijde van de respectievelijke zijwanden 174c en 174b. Elk been is voorzien van een uit-gestansde en afgebakende opening 178 in een kleine rond 35 lopende flens. Het been 1?6b is enigszins inwaarts gebogen . vanaf het grotere gedeelte van de wand 174b zodat het mogelijk is dat de uitstekende benen van de onder- en bovenver-bindingselementen in elkaar passen op de wijze zoals getoond is in figuur 35 waarbij de gaten met elkaar in lijn 40 liggen als de uitstekende, benen elkaar overlappen (zie fig.
7908756 21' 37)· Een scharnierpen 180 is aangeoracht door de vier in lijn liggende gaten en zorgt voor cLe verbinding tussen de twee verbindingsdelen zodat een scharnierbeweging rond de pen mogelijk wordt.
5 Het frontwanagedeeite 174a van de verbinding is voor zien van een uitgestansae stapvormig verlopende flens 181 die inwaarts verloopt en een zetel vormt voor een kleine inwendige veer 182 en een grotere uitwendige veer 184. Klei ne inwaarts verlopende uitstekende aelen die in dè figuur 10 niet zicht baar zijn zijn aangeDracnt nabij de achterrand van elke zijwand 174b en 174c van het frontpaneel 174.
De verbinding 170 is eveneens voorzien van een achterdeel 186 dat voorzien is van een achterwand 186a en een paar zijflezen 186b en 186c die in voorwaartse richting ver-13 ropen vanaf het onderuiteinde gedeeltelijk over de gehele lengte van de verbinding en die passen in de onderste achterwaarts uitstekende delen van de zijwanden 174b en 174c van het ftontgedeelte van de verbinding. Elke zijflens van het achterdeel 186 is voorzien van een aantal kuiltjes 188 20 aangebracht in het buitenoppervlak ervan, waarin de ooven-genoemae kleine uitstekende delen op de zijwanden van het frontgedeelte passen. De overeenstemmende kuiltjes en uitstekende delen houden het frontgedeelte 174 en het achtergedeelte 186 van het verbindingselement bij elkaar maar de 25 twee delen kunnen natuurlijk ook gekoppeld worden door middel van klinknagels of andere vastzetelementen, of bijvoorbeeld aan elkaar gelast worden.
De achterwand 186a is voorzien van twee kleine uitstekende delen 190 en 192 uitgesneden langs de boven- en ^0 zijranden en vervolgens in buitenwaartse richting verbogen teneinde opwaarts gekeerde randen of schouders te bieden die passen in uitsparingen met benedenwaarts gerichte schouders gevormd in de holte 22 van het onderrugleuningsegment 14.
35 Het verbindingsdeel 170 is aangebracht in de holte 22 eenvoudig aoor dit deel in deze holte te drukken; de wand van de houder deformeert veerkrachtig zodat de uitstekende gedeelten 190 en 192 in de holte kunnen worden ingevoerd en uiteindelijk in een vergrendelende positie insnappen in de 40 corresponderende uitsparingen in de holte (zie figuur 33)· 7908755 22
Het inbrengen van het verbindingsdeel in de holte wordt vergemakkelijkt door het aanbrengen van een klein buitenwaarts verlopend uitstekend gedeelte 194- aan elke zijwand 174-b en 174c vanaf het frontpaneel. De uitstekende delen 5 194- houden het verbindingsgedeelte lateraal op zijn plaats terwijl laterale tussenruimten worden gehandhaafd tussen de buitenoppervlakken van de zijwanden van het verbindingsdeel en de binnenoppervlakken van de zijwanden van de holte, terwijl de holten er ook voor zorgen dat het verbindingsdeel 10 niet aanhecht tijdens het op zijn plaats brengen.
De verbinding bevat verder een veerreactie-orgaan 196 opgebouwd uit een achterwand 196a en een paar zijflenzen 196b en 196c. Elke zijflens bevat een opening voor ontvangst wan de scharnierpen, zodat het veerreactie-element achar-15 nierbaar bevestigd is op de scharnierpen. De achterwand 196a heeft trapsgewijze verlopende boven- en onderflenzen 198 identiek aan de flenzen in het frontpaneel van het verbin-dingsgedeelte waardoor ook hier zetels worden gecreëerd voor het handhaven van de acht eruit eind en van de veren 182 en 184·. •20 De verbinding wordt samengesteld met de twee groepen veren in samengedrukte toestand zodat deze een kracht uitoefenen tussen het veerreactie-orgaan en elk verbindingsdeel. Het zal duidelijk zijn dat de afmetingen en het aantal veren gebruikt in deze scharnierverbinding afhangt van de 25 gewenste veerkracht voor het handhaven van het bovenrugleu-ningsegment in de rechtopstaande positie, maar vier relatief kleine veren hebben waarschijnlijk een langere levensduur dan twee relatief grote veren die dezelfde kracht opwekken. De rechtop staande positie van het bovenrugleuning-30 segment wordt gehandhaafd door de onderste en bovenste stop-elementen 200, bij voorkeur vervaardigd uit een relatief harde kunststof of rubber platen, op geschikte wijze gemonteerd aan de achterwand van het reactie-orgtan 196. De platen zorgen voor een kusseneffect en voor een rustig kraGht-35 herstel van het bovenrugleuningsegment in de rechtopstaande positie wanneer een op de stoel zittend persoon het bovenrugleuningsegment plotseling vanuit de achterwaartse schuine stand vrijgeeft.
Als een op de stoel zittend persoon zijn rug strekt of 4-0 naar achteren buigt dan maken de veren 182 en 184· een schar- 7908755 .23 nierb ewe ging van. het bovenrugleuningsegment 12 rond de scharnierpen van de twee verbindingsdelen mogelijk. De veerkracht tussen de veergroepen in de boven- en onderverbin-dingsdelen zal in evenwicht zijn als gevolg van de relatieve 5 scharnierbeweging van elk verbindingsdeel ten opzichte van het veerre act ie-element (zie figuur JA·), en beide groepen van veren dragen natuurlijk op hoofdzakelijk gelijke wijze bij aan de totale kracht die een achterwaartse schuine stand van het bovenrugleuningsegment tegenwerkt. De begrenzing 10 van deze achterwaartse schuine stand van het bovenrugleuningsegment wordt bereikt door stopelementen gevormd door de schuin geplaatste boven- en onderranden van de zijflenzen 196b en196c van het veerreactie-orgaan samenwerkend met de frontwand 174·a van de twee verbindingsdelen welke samen 15 komen wanneer het bovenrugleuningsegment volledig in zijn achterste stand is gebracht.
Evenals by de andere uitvoeringsvormen, getoond in de figuren, wordt de ruimte tussen de twee verbindingsdelen van de scharnierverbinding afgesloten en beschermd door een 20 flexibele balgvormige huls 202. Het is ook mogelijk om de holten uit te voeren als overlappende telescopische secties.
De bovenbeschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn slechts getoond als voorbeelden waarbij het duidelijk zal zijn dat een groot aantal variaties en modificaties 25 mogelijk is zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
79 0 875 S

Claims (32)

1. Stoel, gekenmerkt door een unitaire zitting/onderrugleuningsegmentcombinatie, een bovenrug-leuningsegment en tenminste een veerkrachtige scharnierver- 5 binding voor de montage van het bovenrugleuningsegment op het onderrugleuningsegment zodanig dat een scharnierbewe-ging mogeljjk is tussen een veerkrachtig gehandhaafde relatief rechtop staande positie en een schuin naar achteren wijzende positie rond een transversale horizontale as op een 10 hoogte boven de zitting corresponderend ongeveer met de taille van een op de stoel zittende persoon.
2. Stoel volgens conclusie 1, m e t h et kenmerk, dat zowel de unitaire zitting/onderrugleuningseg-mentcombinatie en ook het bovenrugleuningsegment zijn opge- . 15 bouwd als lichamen uit een stuk uit een in hoofdzaak sterk zeer slagvast polymeer materiaal.
3. Stoel volgens conclusie 1,'met het kenmerk, dat de onderrand van het bovenrugleuningsegment in benedenwaartse richting convex transversaal gekromd is en 20· voorzien is van.een gedeelte dat verloopt onder de as waar omheen het bovenrugleuningsegment scharniert, zodat, het bovenruglepning'segment vertikaal coexistent is met het belangrijkste deel van het centrale ruggedeelte van een op de stoel zittende persoon en dit gedeelte ondërsteunt. ' 25
4. Stoel volgens conclusie 1, m e t het ken merk, dat de zitting en het onderrugleuningsegment en het bovenrugleuningsegment een dusdanige longitudinale en transversale vorm bezitten dat 'ze aangepast zijn aan de anatomische vormen van de door de stoel ondersteunde gedeelten 30 van een op de stoel zittende persoon.
5. Stoel volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat er twee veerkrachtige -scharnierverbindingen aangebracht zijn voor montage van het bovenrugleuningsegment op het onderrugleuningsegment, een aangrenzend aan elk 35 van de zijkanten van de stoel.
6. stoel volgens conclusie 5» met het kenmerk, dat het onderrugleuningsegment en het bovenrugleuningsegment voorzien zijn van complementaire holten aan elk van de zijkanten openend in de naar elkaar toegekeerde rich- Jbingen en_bestemd voor ontvangst van componenten van de res- / y o 8 / b 6 o 25 . pe c t i e velijke sc harni erv er bindingen.
7· Stoel volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat elk van de scharnierverbindingen voorzien is van een bovenverbindingsdeel en een onderverbindingsdeel, 5 middelen voor het koppelen van deze verbindingsdelen teneinde een scharnierbeweging rond de as mogelijk te maken, veermiddelen die op veerkrachtige wijze de verbindingsdelen voorspannen rond de as in een richting naar de relatief loodrechte positie van het bovenrugleuningsegment en stop-10 elementen voor het begrenzen van de rechtop staande positie en de volledig schuin achterover staande positie van het bovenrugleuningsegment.
8. ötoel volgens conclusie 7, 1 e t het kenmerk, dat elk verbindingsdeel van de scharnierverbindin- 15 gen voorzien is van een frontward, waarbij de scharnierver-binding voorzien is van een veerreactieplaat die scharniert rond de scharnieras ten opzichte van de beide verbindingsdelen en de veermiddelen bestaan uit compressieveren die onder voorspanning zijn aangebracht tussen de frontwanden 20 van ae verbindingsdelen en de veerreactieplaat.
9. ötoel volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de compressieveren bestaan uit lichamen van elastomeer materiaal.
10. ötoel volgens conclusie 9> m e t het k e n -25 merk, dat de lichamen van elastomeer materiaal zijn gemonteerd op de reactieplaat doordat integraal uitstekende gedeelten van de veren passen in gaten in de reactieplaat.
11. ötoel volgens conclusie 8,'met het kenmerk, dat tot de stopelementen behoren de in de rechtop 30 staande positie uitstekende uiteinden van de uitstekende delen van de verbindingsdelen, terwijl in de achterwaartse schuine positie tot de stopelementen behoren positie-ele-menten die in achterwaartse richting verlopen vanaf de frontwanden van de verbindingsdelen welke samenwerken met 35 de veerreactieplaat in de volledig achterwaartse schuine stand van het bovenrugleuningsegment.
12. ötoel volgens conclusie 7, 1 e t het kenmerk, dat de verbindingsdelen voorzien zijn van front- - wanden met complementair achterwaarts uitstekende flenzen 40 en de veermiddelen bestaan uit compressieveren aangebracht .79 0 8 7 5 5 • 26 tussen de oppervlakken van de op afstand van elkaar staande flezen en met elkaar gekoppelde veervasthoudelementen waarDij de veren worden aangedrukt tegen de flenzen zodanig dat de veren de flenzen tegen elkaar drukken en de schar-5 nierverbindingsdelen de rechtop staande positie handhaven.
13· Stoel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de stopmiddelen voorzien zijn van de naar elkaar toegekeerde oppervlakken van de flenzen die in de rechtop staande positie samenwerken en delen van de veer- * 10 vasthoudmiddelen die samenwerken met de achterzijden van de frontwanden van de verbindingsdelen in de maximaal schuin naar achteren wijzende positie.
14. Stoel volgens conclusie y, i e t het kenmerk, dat de verbindingsdelen voorzien zijn van front- 15 wanden en de veermiddelen bestaan uit een schroeftorsieveer waarvan de beiae benen samenwerken met de’ frontwanden van de verbindingsdelen welke schroefveer gemonteerd is·op de as die de beide verbindingsdelen met elkaar verbindt.
15. atoeï volgens conclusie 14, met het k e n -20 merk, dat de verbindingsdelen voorzien zijn van zijwanden die elkaar gedeeltelijk overlappen en de stopelementen bestaan uit benen aan de zijwanden van het ene verbindingsdeel, waarvan er een samenwerkt met de frontwand van het andere verbindingsdeel teneinde de omhoog staande positie te be-25 grenzen en de andere samenwerkt met de achterwand van het andere verbindingsdeel teneinde de volledig schuin achterwaartse positie te begrenzen.
16. Stoel volgens conclusie 7,met het kenmerk, dat de verbindingsdelen voorzien zijn van front- 50 wanden en de veermiddelen bestaan uit een trekveer aangebracht onder voorspanning tussen de respectievelijke frontwanden.
17. Stoel vo'lgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de verbindingsdelen voorzien zijn van zijwanden 35 die elkaar gedeeltelijk overlappen en stopelementen bestaande uit benen aan de zijwanden van het ene verbindingselement, waarvan er een samenwerkt met de frontwand van het andere veroindingselement teneinde de opwaartse positie te begrenzen en de andere samenwerkt met de achterwand van het andere „ 40 verbindingselement teneinde de volledig schuin achterwaart- 7908756 se positie te begrenzen.
18. Stoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het onderrugleuningsegment en het bovenrug-leuningsegment voorzien zijn van complementaire holten die 5 in de richting naar elkaar toe geopend zijn en de scharnier-verbinding voorzien is van in zijn algemeenheid buisvormige boven- en onderverbindingsdelen die met elkaar gekoppeld zijn voor het uitvoeren van een scharnierende beweging en die geplaatst zijn in de respectievelijke holten, waarbij 10 veermiddelen ervoor zorgen dat de verbindingsdelen rond de scharnieras worden voorgespannen in de richting van de opwaartse positie en stopmiddelen zijn aangebracht voor het begrenzen van de opwaartse positie en de volledig schuin achterwaarts wijzende positie van het bovenrugleuningsegment. 15
19. Stoel volgens conclusie 18,met het ken merk, dat de openingen van de holten op enige afstand, van elkaar liggen en dat flexibele rekbare buisvormige delen zijn aangebracht teneinde de openingen met elkaar te verbinden en zodoende de anders blootliggende delen van de schar-20 nierverbindingen af te sluiten en te beschermen.
20. Stoel volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het bovenrugleuningsegment en het onderrug-, 1 euningsegment zijn voorzien van complementaire holten aan elke zijde ervan, in de naar elkaar toegekeerde richting ge-25 opend en voorzien van veerkrachtige scharnierverbindingen aan elke zijde waartoe behoort een buisvormig bovenverbindingsdeel aangebracht in de bovenste holte en een buisvormig onderverbindingsdeel aangebracht in de corresponderende onderste holte, waarbij een as zorgt voor de scharnierver-J>0 binding tussen de boven- en onderverbindingsdelen, waarbij verder een veerreactieplaat op scharnierende wijze bevestigd is op de as en de boven- en onderbenen ervan respectievelijk verlopen in de boven- en onderverbindingsdelen en tenminste een compressieveer is aangebracht tussen de frontwand van 35 het bovenverbindingsdeel en het bovenbeen van de reactie-plaat en tenminste een compressieveer is aangebracht tussen de frontwand van het onderverbindingsdeel en het onderbeen van de reactieplaat en stopmiddelen aanwezig zijn voor het begrenzen van de bovenwaartse positie en de volledig achter - 4-0 waarts wijzende positie van het bovenrugleuningsegment. 7903756 Λ -
21. Stoel volgens conclusie 20, i e t het kenmerk, dat de veren bestaan uit metalen schroefveren.
22. Stoel volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de veerreactieplaat kanaalvormig is uitgevoerd 5 gezien in eindaanzicht en voorzien is van zijflenzen die verlopen in de richting van de frontwanden van de bovenen onderverbindingsdelen.
23. Stoel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de stopelementen in de schuin achterwaarts 10 wijzende positie voorzien zijn van gehoekt gerelateerde frontrandgedeelten aan de zijflenzen vah de reactieplaat zodanig gepositioneerd dat een samenwerking wordt bereikt met de frontwanden van de respectievelijke boven- en onderverbindingsdelen.
24. Stoel volgens conclusie 20, met het ken merk, dat de stopmiddelen in de opwaartse positie van het bovenrugleuningsegment bestaan uit onderling samenwerkende oppervlakken van de veerreactieplaat en de achterwanden van de verbindingsdelen. 20
25. S-toel volgens conclusie 24, met het ken- m e r k, dat er kussenmiddelen zijn aangebracht tussen de achterwaarts gerichte stopmiddeloppervlakken van de reactieplaat en de verbindingsdelen teneinde een rustig contact te bereiken wanneer de veren het bovenrugleuningsegment 25 terug brengen in de opwaartse positie.
26. Stoel volgens conclusie 20, met het k e n-_ merk, dat elke holte aan een inwendig oppervlak voorzien is van een uitsparing waarmee een opwaarts gerichte gren-delschouder wordt gedefinieerd en een corresponderende 30 wand van elk verbindingselement voorzien is van een uitstekend been met een benedenwaarts gerichte rand welke samenwerkt met de grendelschouder en zorgt voor de bevestiging van het verbindingsdeel in de holte.
27. Stoel volgens conclusie 20, met h e t ‘k e n- 35 merk, dat de boven- en onderverbindingsdelen identiek zijn en elk voorzien zijn van het zijwandgedeelte met een verplaatste sectie die past in de tegenover gelegen zijwandge-deelten van het andere verbindingselement .nabij de schar-nieras.
28. Stoel volgens conclusie 1, gekenmerkt 7908758 φ door een tweede zittingsegment gesteund op de zitting van. de unitaire zitting/onderrugleuningsegmentcombinatie zodanig dat dit tweede zittingsegment een voorwaartse en achterwaartse beweging kan uitvoeren waarbij middelen aan-5 wezig zijn voor het begrenzen van deze voorwaartse en achterwaartse beweging van het tweede zittingsegment.
29. Stoel volgens conclusie 20, m e t het kenmerk, dat het tweede zittingsegment is opgebouwd als een lichaam uit een stuk vervaardigd uit sterk slagvast 10 polymeer materiaal.
30. Stoel volgens conclusie 20, verder voorzien van een veer die het tweede zittings egment in zijn meest achter_ waartse positie voorspant.
31. Stoel volgens conclusie 20, met het ken-15 merk, dat de zittingen voorzien zijn van samenwerkende in de lengterichting verlopende geleiders welke ervoor zorgen dat het tweede zittingsegment langs een longitudinale as kan bewegen.
32. Stoel volgens conclusie 23, met het ken-20 m e_r_k, dat de geleidingselementen voorzien zijn van transversaal op afstand van elkaar gelegen flenzen aan de onderzijde ' van het tweede zittingsegment en een uitstekend gedeelte aan de bovenzijde van het eerste zittingsegment, waarbij het uitstekende gedeelte voorzien is van ondersnijdingen 25 langs zijn laterale randen en de flezen voorzien zijn van inwendig gerichte ribben gepositioneerd in de ondersnijdingen teneinde het tweede zittingsegment benedenwaarts op het eerste zittingsegment te houden en dit tevens longitudinaal te geleiden. 30 331 Stoel volgens conclusie 23, met het ken merk, dat de geleidingselementen verder voorzien zijn van een opwaarts geopend langgerekt longitudinaal kanaal op het eerste zittingsegment, welk kanaal voorzien is van een in de lengterichting verlopende sleuf en een langgerekte longi-35 tudinale ribbe verlopend in benedenwaartse richting vanaf de onderzijde van het tweede zittingsegment door de sleuf in het kanaal, welke ribbe aan zijn onderuiteinde voorzien is van een kop, die breder is dan de sleuf en ervoor zorgt dat het tweede zittingsegment op het eerste zittingsegment 40 wordt gehandhaafd. 79 0 875 8 ’ ' ^ . - 30 '3^· Stoel volgens conclusie 25, met het k en-m e r k, dat de sleuf langer is dan de ribbe en de voorwaartse en achterwaartse beweging wordt begrensd door samenwerking tussen de uiteinden van de ribbe en de uiteinden 5 van de sleuf. ******** 1 $ , 7908750
NL7908756A 1978-12-04 1979-12-04 Stoel. NL191010C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US96612378A 1978-12-04 1978-12-04
US96612378 1978-12-04
US06/056,790 US4333683A (en) 1978-12-04 1979-07-11 Chair with automatically adjustable tilting back
US5679079 1979-07-11

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7908756A true NL7908756A (nl) 1980-06-06
NL191010B NL191010B (nl) 1994-07-18
NL191010C NL191010C (nl) 1994-12-16

Family

ID=26735713

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908756A NL191010C (nl) 1978-12-04 1979-12-04 Stoel.

Country Status (21)

Country Link
US (1) US4333683A (nl)
JP (1) JPS5581613A (nl)
AU (1) AU532651B2 (nl)
BE (1) BE880428A (nl)
BR (1) BR7907835A (nl)
CA (1) CA1127063A (nl)
CH (1) CH647665A5 (nl)
DE (2) DE2948585A1 (nl)
DK (1) DK157115C (nl)
DZ (1) DZ219A1 (nl)
ES (1) ES486545A1 (nl)
FI (1) FI72037C (nl)
FR (1) FR2443226B1 (nl)
GB (1) GB2038174B (nl)
IT (2) IT1120134B (nl)
LU (1) LU81935A1 (nl)
NL (1) NL191010C (nl)
NO (1) NO793936L (nl)
PT (1) PT70535A (nl)
SE (1) SE439103B (nl)
ZA (1) ZA796530B (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4633546A (en) * 1984-03-16 1987-01-06 Wagemans Mastricht B.V. Resilient hinge

Families Citing this family (68)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6017156U (ja) * 1983-07-14 1985-02-05 アキレス株式会社 椅子の背もたれ部枠
CH662257A5 (de) * 1983-07-20 1987-09-30 Syntech Sa Arbeitsstuhl.
AT384537B (de) * 1983-10-19 1987-11-25 Wiesner Hager Kg Arbeitsstuhl
JPS6091053U (ja) * 1983-11-29 1985-06-21 アキレス株式会社 ロツキング椅子
IT8324068V0 (it) * 1983-12-30 1983-12-30 Tecno Mobili E Forniture Per A Poltrona per ufficio con altezza ed oscillazione elastica regolabile.
JPS60160758U (ja) * 1984-04-04 1985-10-25 チトセ株式会社 椅子
JPS60160759U (ja) * 1984-04-05 1985-10-25 タカノ株式会社 椅子
DE3433996A1 (de) * 1984-09-15 1986-03-27 Adam Opel AG, 6090 Rüsselsheim Fuer ein kraftfahrzeug bestimmte hintersitz-rueckenlehne
ATE43954T1 (de) * 1984-10-23 1989-06-15 Protoned Bv Sitzmoebel.
AU581039B2 (en) * 1984-12-03 1989-02-09 Sebel Furniture Limited An article of furniture
US4650249A (en) * 1984-12-31 1987-03-17 Hector Serber Ergonomic seating assembly system with front chest support component, pelvic tilt seat component and related attachments
US4733910A (en) * 1985-03-18 1988-03-29 Sebel Furniture Ltd. Article of furniture
US4603904A (en) * 1985-08-12 1986-08-05 Shelby Williams Industries, Inc. Chair with articulated, flexible spring backrest
DE3545016A1 (de) * 1985-12-19 1987-07-02 Continental Gummi Werke Ag Pneumatisches polster
DE3604534A1 (de) * 1986-02-13 1987-08-20 Hartmut Lohmeyer Sitzmoebel mit einem sitz und einer in sich elastisch nachgebenden rueckenlehne
US4776633A (en) * 1986-04-10 1988-10-11 Steelcase Inc. Integrated chair and control
US5567012A (en) * 1986-04-10 1996-10-22 Steelcase, Inc. Chair control
US4711491A (en) * 1986-06-09 1987-12-08 Jonathan Ginat Swivel tilt mechanism for chair
DE3635044A1 (de) * 1986-10-15 1988-04-28 Rolf Voelkle Sessel
EP0298928A3 (en) * 1987-07-09 1989-08-16 Castelli S.P.A. A chair with a forwardly pivotable seat
US5035467A (en) * 1988-09-15 1991-07-30 Pin Dot Products Seating system
AT393944B (de) * 1988-11-10 1992-01-10 Blum Gmbh Julius Ausziehfuehrung fuer schubladen
AU6426190A (en) * 1989-09-08 1991-04-08 Shelby Williams Industries, Inc. Concealed flexible backrest frame assembly for a chair
AT393783B (de) * 1989-10-18 1991-12-10 Zuend & Co Ag K Sessel
CH685277A5 (de) * 1992-10-08 1995-05-31 Syntech Sa Stuhlmechanik.
DE4427754C2 (de) * 1994-08-05 1997-09-11 Mauser Office Gmbh Stuhl, insbesondere Drehstuhl
US5556163A (en) * 1994-08-17 1996-09-17 Eac Corporation Automatically adjustable office and task chairs
US5538326A (en) * 1994-11-14 1996-07-23 Milsco Manufacturing Company Flexible unitary seat shell
DK172786B1 (da) * 1995-05-02 1999-07-19 Haag As Møbel med to op til hinanden liggende drejelige støttedele
US5765914A (en) 1995-06-07 1998-06-16 Herman Miller, Inc. Chair with a tilt control mechanism
DE29512723U1 (de) * 1995-08-08 1995-12-07 Zapf Otto Rückenlehne eines Sitzmöbels
DE19626394A1 (de) * 1996-07-01 1998-01-08 Stoll Sedus Ag Bewegliche Rückenlehne
US5957533A (en) * 1996-12-03 1999-09-28 Gallardo; David Cotero Articulated reclining backrest with lumbar support
US5979984A (en) * 1997-10-24 1999-11-09 Steelcase Development Inc. Synchrotilt chair with forwardly movable seat
US6250715B1 (en) * 1998-01-21 2001-06-26 Herman Miller, Inc. Chair
US6820934B2 (en) * 2000-11-09 2004-11-23 Michigan Tube Swagers & Fabricators, Inc. Chair having flexible back support
US6471293B2 (en) * 2000-11-09 2002-10-29 Michigan Tube Swagers & Fabricators, Inc. Stackable chair with flexible back support
US6623078B2 (en) * 2001-04-30 2003-09-23 First Source Furniture Group Llc Adjustable height chair arm supported on back upright
US6805412B2 (en) * 2001-08-30 2004-10-19 Burgess Furniture Ltd. Stackable chair with flexible back
US20030127896A1 (en) * 2001-12-14 2003-07-10 Deimen Michael L. Chair with lumbar support and conforming back
MY134768A (en) * 2002-01-17 2007-12-31 Green Continental Furniture M Sdn Bhd A dining chair with reclining mechanism
EP1557115B1 (en) * 2004-01-26 2007-01-17 Pro-Cord S.P.A. Chair with tiltable backrest
US7396078B2 (en) * 2004-02-05 2008-07-08 Wenger Corporation Music posture chair
US7237841B2 (en) * 2004-06-10 2007-07-03 Steelcase Development Corporation Back construction with flexible lumbar
US7458637B2 (en) * 2004-06-10 2008-12-02 Steelcase Inc. Back construction with flexible lumbar
JP4614088B2 (ja) * 2005-11-11 2011-01-19 コクヨ株式会社 バネの取付構造
WO2007124508A1 (en) * 2006-04-24 2007-11-01 Crown Equipment Corporation Materials handling vehicles having seats with pivoting backrests
US20080106134A1 (en) 2006-04-28 2008-05-08 Heidmann Kurt R Seat suspension and method of manufacture
US20080067850A1 (en) * 2006-09-19 2008-03-20 Permobil Ab Backrest for a chair
MX2009008119A (es) 2007-01-29 2009-08-12 Miller Herman Inc Estructura para sentarse y metodos para el uso de la misma.
CN102098945B (zh) 2008-05-02 2013-11-06 霍沃思公司 用于重力响应式椅子的张力机构
US8939508B2 (en) * 2008-05-13 2015-01-27 Chokchai Charoenapornwatana Chairs with flexible spring backrest
AU2009258164A1 (en) 2008-05-26 2009-12-17 Steelcase Inc. Conforming back for a seating unit
US20100264709A1 (en) * 2009-04-16 2010-10-21 Steven Pearse Back extension backrest
DE102009037748B4 (de) * 2009-08-17 2022-05-25 Recaro Aircraft Seating Gmbh & Co. Kg Passagiersitzvorrichtung
US8672814B2 (en) * 2010-08-17 2014-03-18 Precor Incorporated Seat back mounting system
US20120181826A1 (en) * 2011-01-13 2012-07-19 Toyota Motor Engineering & Manufacturing North America, Inc. Occupant Classification System Sensor Covers and Seat Assemblies With Protected Occupant Classification System Sensors
US11304528B2 (en) 2012-09-20 2022-04-19 Steelcase Inc. Chair assembly with upholstery covering
US11229294B2 (en) 2012-09-20 2022-01-25 Steelcase Inc. Chair assembly with upholstery covering
US9167910B2 (en) 2012-09-20 2015-10-27 Steelcase Inc. Chair assembly
US8998339B2 (en) 2012-09-20 2015-04-07 Steelcase Inc. Chair assembly with upholstery covering
USD697729S1 (en) 2012-09-20 2014-01-21 Steelcase Inc. Chair
USD696545S1 (en) 2013-07-30 2013-12-31 Steelcase, Inc. Rear surface of a chair back
US10610021B2 (en) * 2017-03-27 2020-04-07 Virco Mfg. Corporation Chair supported by bellows with motion control
DE102018200024A1 (de) 2018-01-02 2019-07-04 Ford Global Technologies, Llc Justierbare Schenkelstütze für einen Fahrzeugsitz
WO2020255195A1 (ja) * 2019-06-17 2020-12-24 株式会社クオリ 傾動椅子
DE102021116551A1 (de) 2021-06-25 2022-12-29 Grammer Aktiengesellschaft Fahrzeugsitz mit Sitztiefenverstellung
CN114468645B (zh) * 2022-02-09 2023-10-24 重庆金多祥实业有限公司 一种便于调节坐姿的学生课椅

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1444521A (en) * 1921-03-14 1923-02-06 Pearl Eugene Chair pad
US2131609A (en) * 1936-03-19 1938-09-27 Alexander Samuel Pillow rest
US2446185A (en) * 1945-05-02 1948-08-03 Peter F Masucci Sliding seat supporting means
DE921588C (de) * 1950-04-14 1954-12-23 Karl Weber Sitzmoebel mit nachgiebigem Sitz und Lehne
US3027195A (en) * 1958-12-01 1962-03-27 Miller Herman Inc Multi-piece formed furniture construction
GB1164627A (en) * 1966-10-26 1969-09-17 Westhem Corp Ltd Unitary Hinge
DE7030529U (de) * 1970-08-14 1973-09-13 Stoll Kg Christof Sitzmoebel mit verstellbarer rueckenlehne.
DE2048326A1 (de) * 1970-10-01 1972-04-20 Ford-Werke AG, 5000 Köln Kraftfahrzeugsitz
US3982785A (en) * 1974-07-29 1976-09-28 Center For Design Research And Development Chair
CH602053A5 (nl) * 1975-06-13 1978-07-31 Fehlbaum & Co
CA1059892A (en) * 1975-06-13 1979-08-07 Emilio Ambasz Chair
US4068889A (en) * 1976-04-19 1978-01-17 Marcy Gymnasium Equipment Co. Portable back rest
DE2619538A1 (de) * 1976-05-04 1977-11-24 No Sag Drahtfedern Gmbh Rohrrahmen fuer rueckenlehnen von polstermoebeln
US4130115A (en) * 1977-05-02 1978-12-19 Taylor Glenn N Brace hinge
US4157203A (en) * 1977-05-09 1979-06-05 Center For Design Research And Development N.V. Articulated double back for chairs
US4131260A (en) * 1977-05-09 1978-12-26 Center For Design Research And Development N.V. Chair seat mount which permits the seat to tilt forward
JPS5653447Y2 (nl) * 1977-06-10 1981-12-12

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4633546A (en) * 1984-03-16 1987-01-06 Wagemans Mastricht B.V. Resilient hinge

Also Published As

Publication number Publication date
FI793759A (fi) 1980-06-05
FR2443226B1 (fr) 1985-12-13
NL191010C (nl) 1994-12-16
DE2948585C2 (nl) 1987-11-05
DZ219A1 (fr) 2004-09-13
IT7903560A0 (it) 1979-12-04
FR2443226A1 (fr) 1980-07-04
PT70535A (en) 1980-01-01
AU5326679A (en) 1980-06-12
DE2948585A1 (de) 1980-06-26
NO793936L (no) 1980-06-05
DE2954178C2 (nl) 1990-07-26
GB2038174A (en) 1980-07-23
CH647665A5 (de) 1985-02-15
AU532651B2 (en) 1983-10-06
NL191010B (nl) 1994-07-18
BE880428A (fr) 1980-06-04
IT1120134B (it) 1986-03-19
IT7950961A0 (it) 1979-11-30
DK157115B (da) 1989-11-13
BR7907835A (pt) 1980-07-22
CA1127063A (en) 1982-07-06
ZA796530B (en) 1980-12-31
JPS6247525B2 (nl) 1987-10-08
FI72037B (fi) 1986-12-31
SE439103B (sv) 1985-06-03
LU81935A1 (fr) 1980-04-22
JPS5581613A (en) 1980-06-19
ES486545A1 (es) 1980-05-16
SE7909580L (sv) 1980-06-05
US4333683A (en) 1982-06-08
DK157115C (da) 1990-04-30
GB2038174B (en) 1983-04-13
FI72037C (fi) 1987-04-13
DK513779A (da) 1980-06-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7908756A (nl) Stoel.
US7021712B2 (en) Chair with flexible, resilient back support
US4733910A (en) Article of furniture
US6679551B2 (en) Stackable chair with flexible back support
US10383445B2 (en) Dynamically balanced seat assembly having independently and arcuately movable backrest and method
US4084850A (en) Chair
CA2345603C (en) Chair with synchronously moving seat and seat back
CA2626404C (en) Tilt chair having a flexible back, adjustable armrests and adjustable seat depth, and methods for the use thereof
JP2956854B2 (ja) 調節自在の椅子
US7971935B2 (en) Ergonomic side chair
JP6826043B2 (ja) 着座用構成体
US20040140701A1 (en) Backrest for a seating structure with an adjustable sacral support
GB2282755A (en) Single piece chair shell
JPS6051889B2 (ja) 積み重ね可能なひじ掛け椅子
MX2012011960A (es) Estructura de asiento con un respaldo flexible contorneado.
CA2217749A1 (en) Adjustable seating
US20220183470A1 (en) Compliant backrest
US4046422A (en) Chair
US5678893A (en) Chair, in particular office chair, with an adustable height back-rest construction
US7497516B2 (en) Mobile joint with several stable positions, suitable for use in furniture
US20170295935A1 (en) Tilt mechanism for a weight-responsive seating furniture
KR20200059307A (ko) 시트 모듈
KR102177974B1 (ko) 틸팅 및 슬라이딩 장치가 구비된 의자
US12004660B2 (en) Compliant backrest
KR19980017814U (ko) 자동차시트용 보조등받이

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 19991204