NL7906971A

NL7906971A - Werkwijze voor de vervaardiging van een bekledings- element voor beton en voor de vervaardiging van een met zo een element bekleed betonnen lichaam.

Info

Publication number: NL7906971A
Application number: NL7906971A
Authority: NL
Original assignee: Amerglass B V
Priority date: 1979-09-19
Filing date: 1979-09-19
Publication date: 1981-03-23

Description

- 1 - IT.O. 27815

Amerglass B.Y. te Oosterhout.

Korte aanduiding: Werkwijze voor de vervaardiging van een bekledingselement voor beton en voor de vervaardiging van een met zo een element bekleed betonnen lichaam.

In eerste instantie heeft de uitvinding betrekking op 5 een werkwijze voor de vervaardiging van een bekledingselement voor beton, waarbij een zich in vloeiende toestand bevindende kunststof op of in een plaat of vorm wordt gegoten, waarna de kunststof in de vaste toestand overgaat.

Er zijn in het verleden pogingen ondernomen om betonnen 10 lichamen om estetische redenen en ter bescherming tegen zuren te bekleden met kunststof platen. Deze pogingen zijn mislukt, vooral omdat geen stevige hechting tussen beton en kunststofplaat kon worden bereikt.

Een poging ter vervaardiging van een beklede gevelplaat,. 15 waarbij kunststofplaten waren voorzien van aangegoten T-stukken, die in de betonspecie werden ingebed, voldeed niet omdat daarmee geen strakke gevelplaat kon worden bereikt.

Met de uitvinding wordt beoogd een bovengenoemde werkwijze ter vervaardiging van bekledingselementen voor beton uit te 20 voeren,waïcby deze leidt tot een produkt, dat zich buitengewoon stevig aan het te bekleden beton kan hechten en dat strak over een gevel of dergelijke kan worden aangebracht.

Tolgens de uitvinding is de in de aanhef genoemde werkwijze hiertoe gekenmerkt, doordat na of tijdens het gieten van de 25 kunststof gebroken gesteente over de nog niet vastgeworden kunststof wordt gestrooid, waarbij er voor wordt gezorgd, dat de steentjes voor een deel van hun inhoud in de kunststof dringen 79 0 6 S 7l -I- Λ 2 de en voor het resterende deel uit Jcunststof' steken.

Bij voorkeur worden de steentjes voor ongeveer de helft van hun inhoud in de kunststof gedrukt.

Goede resultaten worden "bereikt wanneer de steentjes grotendeels afmetingen tussen 3 en 5 nrn bezitten. 5

Be steentjes kunnen in de uitgegoten stroperige kunststof worden gedrukt onder gebruikmaking van een wals.

Om te verhinderen dat de porositeit van het uitstekende deel van de steentjes door aanhechting van kunststof teniet gaat, zal alvorens de wals over de kunststof wordt verplaatst, het op- 10 pervlak van de kunststof en de daarop gestrooide steentjes met vloeipapier worden afgedekt.

Bij voorkeur bestaan de steentjes uit een poreuze basalt- grit.

Be porositeit van de steentjes is voor de hechting met 15 het beton van essentieel belang.

Gebleken is, dat bij toepassing van de genoemde basalt-grit de treksterkte en afschuifsterkte van de hechting tussen de bekledingsplaat en het beton groter kan zijn dan de treksterkte respektievelijk afschuifsterkte van het beton zelf. In feite 20 verleent een bekledingselement, dat door de ingebedde uitstekende gesteentedelen aan een betonnen lichaam is verankerd, aan dat betonnen lichaam de treksterkte, die het normaal grotendeels mist. Bovendien vormt een bekledingselement uit kunststof een goede bescherming tegen zuren. 25 "Voor de vervaardiging van een bekledingselement komen vele kunststoffen - zowel thermoplasten als thermoharders - in aanmerking. Als voorbeeld kunnen worden genoemd de kunststoffen ABS en PVC. Bij voorkeur bestaat de kunststof echter uit een met vezels versterkte polyesterhars. Bit materiaal is goed verwerkbaar 30 . en sterk. Als versterkingsvezels komen in aanmerking vooral glasvezels, doch ook synthetische vezels en asbestvezels.

Be uitvinding betreft -tevens een werkwijze voor de vervaardiging van een betonnenlichaam, waarbij betonspecie in een bekisting wordt gestort en wordt uitgehard, 35 7906971 5

Deze werkwijze is gekenmerkt, doordat vóèr het storten van de hetonspeoie tegen ten minste één van de wanden van de bekisting een volgens bovenstaande werkwijze vervaardigd bekledings-element wordt aangebracht, waarbij de zijde met de uitstekende steentjes naar binnen is gekeerd. 5

Voor het op of in een plaat of vorm gieten van een uit-hardbare polyesterhars kan gebruik gemaakt worden van een op zichzelf bekend pistool, waarin afzonderlijk worden toegevoerd: 1. polyester met een versneller (bijvoorbeeld kobalt- naftenaat) 10 2. styreen of vinyltolueen met een katalysator (bijvoorbeeld een peroxyde) en 3. een glasdraad, die in het pistool tot vezels wordt versneden.

De materialen verlaten het pistool eveneens afzonderlijk 15 en worden op of in de vorm gemengd, waarbij de polyester wordt verknoopt en betrekkelijk snel hard wordt. Direkt na het gieten wordt gereinigd en gedroogd basaltgrit (tassen 3 en 5 mm) over de zich verhardende polyester uitgestrooid. Ha het uitspreiden van een vel vloeipapier over het vrije oppervlak van de polyester en 20 over de steentjes, worden deze laatste voor de helft in het polyester gedrukt door middel van een wals. De funktie van het vloeipapier is te verhinderen dat de wals in aanraking komt met een nog vloeibare kunststof, waarbij de aanhechtende kunststof vervolgens op de uitstekende gesteentedelen terecht zoudt kunnen komen. 25

Aan de hand van proefstukken bestaande uit een betonnen lichaam en een aangehecht polyester bekledingselement werd de afschuifsterkte en de treksterkte bepaald.

Voor het bepalen van de afschuifsterkte werd een betonnen kubus aan twee tegenover elkaar liggende vlakken voorzien van 30 volgens de uitvinding vervaardigde en aan het beton bevestigde bekledingsplaten uit met glasvezels versterkte polyesterhars.

7906971

Claims

1. Werkwijze voor de vervaardiging van een bekledings- 20 element voor beton, waarbij een zich in vloeiende toestand bevindende kunststof op. of in een plaat of vorm wordt gegoten, waarna de kunststof in de vaste toestand overgaat, met het k.e n m e r k, dat na of tijdens het gieten van de kunststof gebroken gesteente over de nog niet vas-tjgeworden kunststof wordt 25 gestrooid, waarbij ervoor wordt gezorgd, dat de steentjes voor een deel van hun inhoud in de kunststof dringen en voor het resterende deel uit de kunststo$3teken.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het k e n m e r , dat de steentjes voor ongeveer de helft van de in- 50 houd in de kunststof worden gedrukt. 7906971

5· Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steentjes grotendeels afmetingen tussen 5 en 5 ™di "bezitten.

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het in de kunststof druk- 5 ken van de steentjes gebruik wordt gemaakt van een wals.

5. Werkwijze volgens conclusie 4> ® e t het k e n m e r, dat alvorens de wals over de kunststof wordt verplaatst het oppervlak van de kunststof en de daarop gestrooide steentjes met vloeipapier worden afgedekt. 10

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steentjes bestaan uit een poreuze basaltgrit.

7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steentjes van te voren 15 worden gereinigd en gedroogd.

8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kunststof bestaat uit een met vezels versterkte polyesterhars.

9. Werkwijze voor de vervaardiging van een betonnen 20 lichaam, waarbij de betonspecie in een bekisting wordt gestort en wordt uitgehard, met het kenmerk, dat vdór het storten van de betonspecie tegen ten minste één van de wanden van de bekisting een volgens de werkwijze van één van de conclusies 1 t/m 8 vervaardigd bekledingslichaam wordt aangebracht, waarbij 25 de zijde met de uitstekende steentjes naar binnen is gekeerd. 7906971