NL1031931C2

NL1031931C2 - Werkwijze voor het vormen van een lichaam.

Info

Publication number: NL1031931C2
Application number: NL1031931A
Authority: NL
Inventors: Gerrit Gijsbertus Van Bochove
Original assignee: Heijmans Infrastructuur Bv
Priority date: 2006-05-31
Filing date: 2006-05-31
Publication date: 2007-12-03

Description

Werkwijze voor het vormen van een lichaam

Achtergrond van de uitvinding 5

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vormen van een lichaam met een oppervlak met een oppervlaktestructuur.

Voor het vormen van een lichaam met een oppervlaktestructuur wordt veelal gebruik 10 gemaakt van een mal voorzien van een oppervlaktestructuur, waarin een massa gestort wordt die uithardt of stolt. Een voorbeeld van een dergelijke massa is een betonmassa. Dikwijls wordt deze betonmassa voorzien van kiezels of ander vulmateriaal. Nadat het betonlichaam gelost is uit de mal wordt dikwijls het oppervlak bewerkt voor het geven van het structuuruiterlijk, of wordt door bewerking van het oppervlak de daarin ingeslo-15 ten deeltjes van granulair materiaal vrijgemaakt. Voor andere massa’s of composities is het zelfs in het geheel niet mogelijk of erg moeilijk de deeltjes vrij te maken.

Een probleem van de bekende werkwijze is het produceren van een lichaam met een oppervlaktestructuur met gewenste eigenschappen. In het bijzonder is het een pro-20 bleem, een lichaam te produceren van beton voorzien van granulair materiaal waarbij het granulaire materiaal uit het betonoppervlak dient te steken voor het verkrijgen van een oppervlak met een gewenste, instelbare en reproduceerbare oppervlakte-eigenschap.

25 Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding heeft het doel een werkwijze te verschaffen die bovengenoemde problemen ten minste ten dele oplost, dan wel een alternatieve werkwijze te verschaffen.

30 De uitvinding heeft voorts het doel een werkwijze te verschaffen, waarmee de oppervlaktestructuur reproduceerbaar en instelbaar te maken is.

1031931 2

De uitvinding heeft voorts tot doel een werkwijze voor het produceren van een betonli-chaam te verschaffen, waarmee een betonlichaam, in het bijzonder een betontegel, te produceren is met een oppervlak met een duurzame stroefheid, zoals voor wegenbouw.

5 De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze voor het vormen van een lichaam met een oppervlak met een oppervlaktestructuur, omvattende de stappen van: -het verschaffen van een mal met een malwand, ten minste ten dele voorzien van een laag bekledingsmateriaal; -het in de mal brengen van granulair materiaal, waarbij deeltjes van het granulair mate-10 riaal voor een deel in het bekledingsmateriaal dringen tot aan de malwand; -het vervolgens in de mal brengen van een in een vaste toestand te brengen compositie, waarbij de compositie tussen de deeltjes van het granulair materiaal dringt tot aan het bekledingsmateriaal en het niet in de bekledingslaag gedrongen deel van de deels in het bekledingsmateriaal gedrongen deeltjes ten minste ten dele omgeeft; 15 -het na vast worden van de compositie uit de mal nemen van het aldus gevormde lichaam, waarbij naar het bekledingsmateriaal gekeerde zijde van het lichaam de oppervlaktestructuur bezit.

Middels de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk deeltjes granulair materiaal 20 op een gewenste wijze te oriënteren, waardoor een gewenste, in te stellen oppervlaktestructuur met een gewenste duurzame stroefheid en polij stweerstand kan ontstaan. Bovendien heeft de werkwijze nauwelijks of geen negatieve invloed op de compositie.

Met compositie wordt hier in beginsel een massa bedoeld die in een mal gebracht kan 25 worden en in de mal in een vaste toestand gebracht kan worden waarbij de massa vormgegeven wordt. Een dergelijke massa kan een kunststof of kunststofsamenstelling zijn die stolt zoals bij een gesmolten thermoplastische kunststof, bijvoorbeeld maar niet beperkt tot polyethyleen, polypropyleen of dergelijk.

30 Een dergelijke massa kan ook een uithardende massa zijn zoals een thermohardende kunststof. Voorbeelden daarvan zijn onder meer polyurethaan, stralingsuithardende kunststoffen, en dergelijke 3

Bijzonder geschikt is de werkwijze echter toepasbaar voor het vormen van een betonli-chaam, waarbij de massa of compositie dus een betonmassa is die in de mal (ten minste gedeeltelijk) uithardt. Specifiek voor het vormen van een lichaam van hoge sterkte beton en/of vezelversterkt beton blijkt de werkwijze uitermate geschikt omdat de kwaliteit 5 van het eindproduct nauwelijks negatief beïnvloed wordt door de werkwijze. Bij voorkeur heeft hoge sterkte beton een druksterkte van minimaal 60 N/mm2, bij voorkeur zelfs groter dan 100 N/mm2. In veel gevallen is dergelijk beton zelfverdichtend.

Gebleken is dat een dergelijk lichaam, in het bijzonder een dergelijk betonlichaam, 10 bijzonder geschikt te maken is voor gebruikt als rij oppervlak, in het bijzonder op brug gen.

De polijstwaarde, ook wel “Polished Stone Value” of PSV, waarnaar in deze aanvrage wordt verwezen is een waarde die het slijtage effect aangeeft van voertuigbanden op 15 een wegdek. De zogenaamde PSV test is vastgelegd in test BS 812, welke bepaald is door de “ permanent international association of Road Congressen PIARC, de RILEM en het ASTM. In het bijzonder is de test vastgelegd in BS812 Part 1 14:1989. Vooral natuurlijke materialen hebben een hoge polijstwaarde.

20 In een uitvoeringsvorm is de temperatuur van het granulaire materiaal ten opzichte van de smelttemperatuur van het bekledingsmateriaal zodanig gekozen dat de deeltjes ten minste ten dele in het bekledingsmateriaal indringen.

In een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding blijft bij het 25 uit de mal nemen van het betonlichaam de bekledingslaag verbonden aan het betonlichaam. Bij deze uitvoeringsvorm wordt na lossen van het betonlichaam de bekledingslaag van het betonlichaam genomen.

In een alternatieve uitvoeringsvorm blijft bij het lossen van het betonlichaam uit de mal 30 de bekledingslaag achter in de mal.

Bij een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is de bekledingslaag een kunststof folie, in een uitvoeringsvorm met een dikte van 1-5 mm. Bij voorkeur is 4 de dikte dusdanig gekozen dat de deeltjes van het granulair materiaal door de laag be-kledingsmateriaal heen dringen tot op het oppervlak van de mal, maar dat de deeltjes nog voor een groot deel, ten minste 50 %, uit de laag bekledingsmateriaal steken. De laag moet gekozen worden zodanig dat de deeltjes daarin vastgehouden worden zodat 5 de positie gefixeerd is en blijft tijdens het in de mal brengen van de compositie, maar dat bij verwijdering van de bekledingslaag de deeltjes achterblijven in de vast geworden compositie. Ook verdient het de voorkeur wanneer het bekledingsmateriaal zodanig gekozen wordt, dat bij het indringen van de deeltjes een gesloten raakvlak ontstaat, waardoor de vloeibare compositie hier niet tussen kan dringen. Bij voorkeur zijn de 10 deeltjes hoofdzakelijk georiënteerd zodanig dat de delen daarvan die het verst uit de compositie steken in hoofdzaak in één vlak liggen (bij een lichaam voorzien van een vlak).

Thermoplastisch kunststof is bijzonder geschikt gebleken als bekledingslaag omdat 15 hierin het granulaire materiaal eenvoudig kan indringen op de gewenste wijze. Bovendien is het kosten technisch gunstig en kan het eenvoudig in een mal aangebracht worden en van het betonlichaam verwijderd worden.

Bij een uitvoeringsvorm daarvan omvat de bekledingslaag een thermoplastisch kunst-20 stof, bij voorkeur LDPE. Deze kunststof is in gebruik bijzonder geschikt gebleken, onder meer omdat gebleken is dat dat eenvoudig van bijvoorbeeld beton te nemen is.

Een alternatief is een uithardende kunststoflaag die vloeibaar is wanneer het granulaire materiaal in de mal gebracht wordt, die daarna uitgehard wordt, waarna de compositie 25 wordt aangebracht. Een dergelijke kunststof kan bijvoorbeeld een polyurethaan zijn, of een andere uithardende kunststof. Het verdient de voorkeur een bekledingsmateriaal te kiezen dat niet tot nauwelijks hecht aan de vast geworden compositie en het granulaire materiaal.

30 Alternatief kan de thermoplastische kunststof in vloeibare vorm in de mal gebracht worden, waarna het granulaire materiaal in de mal gebracht wordt, en het thermoplastische kunststof toegestaan wordt zijn vaste toestand aan te nemen.

5

Bij een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat het granulair materiaal steen granulaat, bij voorkeur steenslag zoals gebroken groeve materiaal zoals Graukwartsiet of Gres d’Ardenne. Bij voorkeur is de gemiddelde diameter van het granulair materiaal ten minste ongeveer 5 mm.

5

Het specifieke materiaal is bijzonder geschikt voor toepassingen waarbij een hoge slijt-vastheid gewenst is, zoals bij wegen. Bovendien is dat eenvoudig te verwarmen en in een mal in te brengen. Daarnaast geeft het een blijvende stroefheid.

10 Bij een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding voor het verkrijgen van een betonlichaam met een oppervlak met een hoge polijstweerstand wordt een granulair materiaal gekozen met een hoge polijstwaarde (PSV), in een uitvoeringsvorm met een PSV van boven de 60. Een dergelijk betonlichaam kan door deze unieke eigenschappen goed ingezet worden in de wegenbouw. Naast de hoge slijtvastheid heeft het 15 betonlichaam door toepassing van het specifieke granulaire materiaal dat bovendien op de unieke wijze aangebracht is in het betonlichaam een blijvend goede ruwheid of stroefheid zodat voertuigen goed kunnen remmen, bijvoorbeeld. Tevens wordt door de oriëntatie van de bovenvlakken van het granulaat een reductie van het rolgeluid van voertuigen verkregen.

20

Bij een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding waarbij de mal een malbodem heeft welke voorzien is van de laag bekledingsmateriaal. Bij het inbrengen van het granulaire materiaal kan de mal in trilling gebracht worden zodat een oriëntering optreed van het granulaire materiaal. Bij voorkeur dingen de deeltjes van het gra- 25 nulair materiaal deels door de bekledingslaag heen tot aan de wand van de mal.

De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het vormen van een betonlichaam met een betonoppervlak met een oppervlaktestructuur, omvattende de stappen van: -het verschaffen van een mal voorzien van een laag bekledingsmateriaal; 30 -het in de mal brengen van granulair materiaal, waarbij de temperatuur van het granulair materiaal ingesteld is zodat deeltjes van het granulair materiaal voor een deel in het bekledingsmateriaal dringen, bij voorkeur tot bij het oppervlak van de mal; 6 -het vervolgens in de mal brengen van een betonmengsel, waarbij het betonmengsel tussen de deeltjes van het granulair materiaal dringt tot aan het bekledingsmateriaal en het niet in de bekledingslaag gedrongen deel van de deels in het bekledingsmateriaal gedrongen deeltjes ten minste ten dele omgeeft; 5 -het na uitharding van het betonmengsel uit de mal nemen van het aldus gevormde be-tonlichaam, waarbij naar het bekledingsmateriaal gekeerde zijde van het lichaam de oppervlaktestructuur bezit.

De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het vormen van een lichaam voorzien 10 van een oppervlaktestructuur, waarbij in een mal op een malbodem een bekledingslaag aangebracht wordt, vervolgens in de mal een granulair materiaal gebracht wordt met een gemiddelde deeltjesgrootte van minimaal ongeveer 5 mm en dat in de bekledingslaag dringt en in hoofdzaak op de malbodem rust, waarna de bekledingslaag de positie van het granulair materiaal in de mal in hoofdzaak vastlegt, waarna een compo-15 sitie in de mal ingébracht wordt, waarbij de compositie tussen de deeltjes van het gra nulair materiaal dringt tot aan het bekledingsmateriaal en het niet in de bekledingslaag gedrongen deel van de deels in het bekledingsmateriaal gedrongen deeltjes granulair materiaal ten minste ten dele omgeeft, waarna de compositie toegestaan wordt een vaste vorm aan te nemen, waarna het aldus gevormde lichaam uit de mal genomen wordt, 20 waarbij de naar het bekledingsmateriaal gekeerde zijde van het lichaam de oppervlaktestructuur bezit.

De uitvinding heeft verder betrekking op een betonlichaam, verkregen middels de werkwijze zoals hierboven beschreven.

25

De uitvinding heeft verder betrekking op een betonplaat verkregen middels de werkwijze zoals hierboven beschreven.

De uitvinding heeft verder betrekking op een brug voorzien van een wegoppervlak van 30 betonplaten verkregen middels de werkwijze zoals hierboven beschreven.

De uitvinding heeft verder betrekking op een betonlichaam van hoge sterkte beton, omvattende een bovenoppervlak voorzien van gebroken groeve materiaal waarvan deeltjes 7 ten dele uit het beton steken voor het verkrijgen van een oppervlak met een polijst-waarde PSV van minimaal 58.

De uitvinding heeft verder betrekking op een betonplaat van hogesterkte beton, omvat-5 tende een bovenoppervlak voorzien van gebroken groeve materiaal waarvan deeltjes ten dele uit het beton steken voor het verkrijgen van een oppervlak met een polijst-waarde PSV van circa 60.

In een uitvoeringsvorm van een dergelijke betonplaat is deze ongeveer 2-4 meter bij 10 ongeveer 0,5-2 meter en ongeveer 3-10 cm dik, en voorzien van stelmiddelen voor het op hoogte stellen van de betonplaat op een ondergrond, en het uitlijnen van het bovenoppervlak.

De uitvinding heeft verder betrekking op een brug, in het bijzonder een brug met een 15 stalen dek, voorzien van een rijoppervlak omvattende betonplaten zoals beschreven.

In het bijzonder voor een rijoppervlak van stalen bruggen zijn dergelijke betonplaten volgens de uitvinding bijzonder geschikt gebleken, omdat ze enerzijds een oppervlak hebben dat daar uitermate geschikt voor is, en bovendien een stijfheid hebben dat ze 20 bijzonder geschikt maakt voor een brugdek, in het bijzonder voor toepassing op een stalen brugdek zoals ook verder in de aanvrage beschreven.

De in deze aanvrage genoemde aspecten kunnen ieder afzonderlijk gecombineerd worden voor het verkrijgen van de in de aanvrage genoemde voordelen.

25

Korte beschrijving van de figuren

De uitvinding wordt nader toegelicht in de bij gevoegde figuren en figuurbeschrijving, waarin een voorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding en een daaruit verkregen 30 product beschreven is.

Figuur 1 toont een eerste stap in de werkwijze waarbij een mal getoond wordt.

g

Figuur 2 toont een vervolgstap van de werkwijze volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een verdere stap in de werkwijze volgens de uitvinding.

5 Figuur 4 toont een verdere stap, waarbij het vormlichaam uit een mal gelost is, waarbij figuur 4a een doorsnede door een deel van het vormlichaam toont.

Figuur 5 toont een verdere stap van de werkwijze, waarin een laag bekledingsmateriaal verwijderd wordt van een vormlichaam, waarbij figuur 5a een doorsnede toont van het 10 verkregen product.

Figuur 6 toont een voorbeeld van een toepassing van een betonlichaam volgens de uitvinding voor een brugdekconstructie.

15 Gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvorm

Figuur 1 toont een mal 1, waarin hier een tegel geproduceerd kan worden als vormlichaam. De mal 1 is hier voorzien van een laag bekledingsmateriaal, hier een laag van een thermoplastisch foliemateriaal 2, dat in de mal gebracht is. Verder toont figuur 1 20 een houder 3 voorzien van deeltjes van granulair materiaal 4, hier steenslag materiaal, dat verwarmd wordt, hier schematisch aangegeven middels de verwarming 5.

Figuur 2 toont een vervolgstap van de werkwijze van figuur 1. Hierbij is de mal 1 met de bekledingslaag 2 reeds voorzien van het daarin aangebrachte granulaire materiaal 4. 25 Doordat dit een temperatuur heeft, welke hoog genoeg is om het materiaal deels in de bekledingslaag op te nemen, zullen de deeltjes van granulair materiaal deels in deze laag indringen. De hoeveelheid granulair materiaal is zodanig dat een enkele laag gevormd word met een kleine tussenruimte tussen de deeltjes granulair materiaal. Hierdoor word bij toepassing als wegdek water snel afgevoerd.

Hierna wordt een verdere houder 6 aangevoerd, hier in dit voorbeeld voorzien van vloeibaar betonmateriaal 7. Dit vloeibare betonmateriaal wordt in de mal gestort en hierdoor wordt de mal gevuld. De bekledingslaag 2 is in de figuren 2-5 dikker ten op- 30 9 zichte van de steenslag 4 weergegeven dan in de meeste toepassingen gebruikt zal worden. In de meeste toepassingen zal de bekledingslaag een zodanige dikte hebben dat de deeltjes bijna door de hele laag steken zodat ze rusten tegen de wand van de mal, maar door de bekledingslaag in hun positie vastgehouden worden. De deeltjes zullen daarbij 5 voor een groot deel uit de laag steken zodat ze voor een groot deel in de betonmassa worden opgenomen.

Vervolgens wordt, zoals in figuur 3 getoond, op de betonnen massa 7 een drukelement aangebracht, waarmee druk uitgeoefend wordt op het beton zodat het beton zich goed 10 plaatst tussen de deeltjes granulair materiaal en er zo min mogelijk holtes ontstaan tussen het granulaire materiaal en een zo goed mogelijke vulling van de mal ontstaat. Eventueel kan de mal ook in trilling gebracht worden.

Figuur 4 toont een vormlichaam dat gelost is uit een mal, zoals getoond is in figuur 3. 15 In deze uitvoeringsvorm is de bekledingslaag aan het vormlichaam blijven hechten en is deze meegenomen uit de mal.

Figuur 4a toont een dwarsdoorsnede door het vormlichaam voorzien van de kunststof-laag 2. Hierbij is duidelijk te zien dat de deeltjes granulair materiaal zoals steenslag 4 20 deels in het bekledingsmateriaal opgenomen zijn en daardoor tevens een oriëntatie hebben aangenomen, waarbij vlakke delen onderling enigszins uitgelijnd zijn, oorspronkelijk tegen de malwand. Ook is te zien dat het kunststofmateriaal deels tussen het granulaire materiaal is gekomen, echter zodanig, dat het granulaire materiaal slechts ten dele omgeven is door deze bekledingslaag. Te zien is verder dat het beton 7 tussen het gra-25 nulaire materiaal gestroomd is en dit voor het overige deel omgeeft, zodat het granulaire materiaal, ofwel omgeven is door beton, ofwel deels omgeven is door het bekledingsmateriaal en voor het overige door het betonmateriaal.

Figuur 5 toont de productiestap van een voorbeeld van de werkwijze, waarbij het be-30 kledingsmateriaal 4 van het vormlichaam gepeld wordt. Figuur 5a toont in detail een dwarsdoorsnede van het uiteindelijke vormlichaam. Hierbij is duidelijk te zien dat de deeltjes granulair materiaal 4 deels uit de betonlaag 7 steken en voor het overige opgenomen en vastgehouden worden door het betonmateriaal. Tevens is te zien dat een re- 10 delijk uniform oppervlak gevormd wordt van het steenslagmateriaal dat deels uitsteekt uit het betonmateriaal 7 en deels daarin vastgehouden wordt.

Middels de werkwijze volgens de uitvinding zijn op eenvoudige wijze platen te produ-5 ceren voorzien van een oppervlak dat zeer geschikt is als rijoppervlak voor wegen. Dergelijke platen kunnen zeer goed toegepast worden voor versterking of als rijoppervlak op bruggen, in het bijzonder bruggen met een stalen constructie. Dergelijke bruggen en platen zijn uitvoerig beschreven in de gelijktijdig met deze aanvragen ingediende octrooiaanvrage van aanvraagster, waarbij hier naar de beschrijving en figuren 10 wordt verwezen als ware ze volledig in deze aanvrage opgenomen. In het bijzonder is in figuur 6 een dergelijke in het bijzonder stalen brug weergegeven. Een dergelijke brug 50 is meestal voorzien van een stalen brugdek, en is uitgebreid beschreven in bovengenoemde octrooiaanvrage. Het stalen brugdek is voorzien van betonplaten 51 welke een betonlichaam vormen volgens de uitvinding.

1031931

Claims

1. Werkwijze voor het vormen van een lichaam met een oppervlak met een op-5 pervlaktestructuur, omvattende de stappen van: -het verschaffen van een mal met een malwand, ten minste ten dele voorzien van een laag bekledingsmateriaal; -het in de mal brengen van granulair materiaal, waarbij deeltjes van het granulair materiaal voor een deel in het bekledingsmateriaal dringen; 10 -het vervolgens in de mal brengen van een in een vaste toestand te brengen compositie, waarbij de compositie tussen de deeltjes van het granulair materiaal dringt tot aan het bekledingsmateriaal en het niet in de bekledingslaag gedrongen deel van de deels in het bekledingsmateriaal gedrongen deeltjes ten minste ten dele omgeeft; -het na vast worden van de compositie uit de mal nemen van het aldus gevormde li- 15 chaam, waarbij een naar het bekledingsmateriaal gekeerde zijde van het lichaam de oppervlaktestructuur bezit.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de compositie na het in de mal brengen stolt.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de compositie een kunststof omvat.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de compositie na het in de mal bren gen uithardt.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de compositie een uithardbaar polymeer of polymeermengsel omvat, bij voorkeur betstaat de compositie in hoofdzaak uit polymeer of een polymeermengsel.

6. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de compositie een betonmengsel om vat, bij voorkeur is de compositie een betonmengsel, zoals zelfdichtend beton.

7. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de compositie een betonmengsel is voor het vormen van hoge sterkte beton, bij voorkeur met een druksterkte boven de 60 N/mm2, in het bijzonder met een druksterkte boven de 120 N/mm2.

8. Werkwijze volgen conclusie 7, waarbij de compositie een betonmengsel is voor het vormen van vezelversterkt beton, bij voorkeur voorzien van staalvezels, kunst-stofvezels, glasvezels, koolstofvezels, of een mengsel daarvan. 10319314

9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het granulaire materiaal op een temperatuur gebracht wordt die voldoende is om het granulaire materiaal ten minste ten dele in het bekledingsmateriaal te laten indringen, bij voorkeur is de temperatuur ten minste gelijk is aan de verwekingstemperatuur van het bekledingsma- 5 teriaal.

10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij bij het uit de mal nemen van het lichaam de bekledingslaag aan het lichaam lost uit de mal.

11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij bij het lossen van het lichaam uit de mal de bekledingslaag achterblijft in de mal.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij na lossen van het lichaam de bekle dingslaag van het lichaam genomen wordt.

13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de bekledingslaag een kunststof folie is.

14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de bekledingslaag 15 een dikte kleiner dan de gemiddelde diameter de deeltjes van het granulaire materiaal heeft, bij voorkeur een dikte heeft die gekozen is zodat de deeltjes van het granulaire materiaal bijna door de laag dingen en uitsteken uit de bekledingslaag, bij voorkeur gemiddeld meer dan 50 % van het gemiddelde volume uitsteken, bij voorkeur is de bekledingslaag dunner dan 5 mm.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de bekledingslaag een thermoplas tisch kunststof omvat, bij voorkeur LDPE.

16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het granulair materiaal steen granulaat omvat, bij voorkeur steenslag, in het bijzonder gebroken groeve materiaal zoals Graukwartsiet of Gres d’ardenne.

17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies voor het verkrijgen van een lichaam met een granulair materiaal met een hoge polijstwaarde (PSV), in een uitvoeringsvorm met een PSV vanaf minimaal 58.

18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de mal een mal-bodem heeft welke voorzien is van de laag bekledingsmateriaal.

19. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, verder onvattende de stap van het trillen van de mal dan wel het granulaire materiaal na het in de mal brengen en voor het storten van de massa.

20. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de deeltjes van het granulaire materiaal hoofdzakelijk door het bekledingslaag reiken en nagenoeg op een wand van de mal rusten, waarna de deeltjes vastgelegd worden in de bekledingslaag, waarna de compositie in de mal gebracht wordt en tot vaste toestand komt.

21. Werkwijze voor het vormen van een betonlichaam met een betonoppervlak met een oppervlaktestructuur, omvattende de stappen van: -het verschaffen van een mal voorzien van een laag bekledingsmateriaal; -het in de mal brengen van granulair materiaal, waarbij de temperatuur van het granu-lair materiaal ingesteld is zodat deeltjes van het granulair materiaal voor een deel in het 10 bekledingsmateriaal dringen, bij voorkeur tot bij het oppervlak van de mal; -het vervolgens in de mal brengen van een betonmengsel, waarbij het betonmengsel tussen de deeltjes van het granulair materiaal dringt tot aan het bekledingsmateriaal en het niet in de bekledingslaag gedrongen deel van de deels in het bekledingsmateriaal gedrongen deeltjes ten minste ten dele omgeeft; 15 -het na uitharding van het betonmengsel uit de mal nemen van het aldus gevormde betonlichaam, waarbij naar het bekledingsmateriaal gekeerde zijde van het lichaam de oppervlaktestructuur bezit.

22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij de betonmassa versterkingsvezels omvat.

23. Werkwijze voor het vormen van een lichaam voorzien van een oppervlakte structuur, waarbij in een mal op een malbodem een bekledingslaag aangebracht wordt, vervolgens in de mal een granulair materiaal gebracht wordt met een gemiddelde deeltjesgrootte van minimaal ongeveer 5 mm en dat in de bekledingslaag dringt en nagenoeg op de malbodem rust, waarna de bekledingslaag de positie van het granulair ma-25 teriaal in de mal in hoofdzaak vastlegt, waarna een compositie in de mal ingebracht wordt, waarbij de compositie tussen de deeltjes van het granulair materiaal dringt tot aan het bekledingsmateriaal en het niet in de bekledingslaag gedrongen deel van de deels in het bekledingsmateriaal gedrongen deeltjes granulair materiaal ten minste ten dele omgeeft, waarna de compositie toegestaan wordt een vaste vorm aan te nemen, 30 waarna het aldus gevormde lichaam uit de mal genomen wordt, waarbij de naar het bekledingsmateriaal gekeerde zijde van het lichaam de oppervlaktestructuur bezit.

24. Betonlichaam, verkregen middels de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies.

25. Betonplaat verkregen middels de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-23.

26. Brug voorzien van een wegoppervlak van betonplaten verkregen middels de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-23.

27. Betonlichaam van hoge sterkte beton, omvattende een bovenoppervlak voor zien van gebroken groeve materiaal met een polijstwaarde PSV hoger dan 58 en waarvan deeltjes ten dele uit het beton steken voor het verkrijgen van een oppervlak met een voor wegenbouwgeschikte duurzame stroefheid.

28. Betonlichaam volgens conclusie 27, waarbij het beton vezelversterkt beton is. 10

29. Betonplaat van hogesterkte beton, omvattende een bovenoppervlak voorzien van steenslag, bij voorkeur gebroken groeve materiaal, met een polijstwaarde PSV hoger dan 58 en waarvan deeltjes ten dele uit het beton steken voor het verkrijgen van een oppervlak met een voor wegenbouw geschikte duurzame stroefheid.

30. Betonplaat volgens conclusie 29 van ongeveer 2-4 meter bij ongeveer 0,5-2 15 meter en ongeveer 3-10 cm dik, voorzien van stelmiddelen voor het op hoogte stellen van de betonplaat op een ondergrond, en het uitlijnen van het bovenoppervlak.

31. Betonplaat volgens conclusie 29 of 30, waarbij de steenslag een gemiddelde diameter heeft van minimaal ongeveer 5 mm.

32. Brug, in het bijzonder een brug met een stalen dek, voorzien van een rijop- 20 pervlak omvattende betonplaten volgens conclusie 29,30 of 31.

33. Gevelbekledingselement omvattende een oppervlak verkregen middels de werkwijze volgens één der conclusies 1-23. 1 0 3 1 9 3 1_