NL7906713A - Inklapbare rubber dam. - Google Patents

Description

* S.O. 28.235 1

Inklapbare rubber dam.

De uitvinding beeft betrekking op een verbetering voor een inklapbare rubber dam, welk soort dam gebruikt kan worden als inlaaddam voor regatiewater, als ge-tijd eb lokkering bij storm, als barière voor bet afdammen van 5 zeewater aan de monding van een rivier, als afdamming bij overstromingsgevaar en dergelijke.

Uit de stand der techniek zijn automatisch werkende ijzeren barières bekend in de vorm van, bet water-niveau regelende barières voor bet innemen van irrigatie-10 water of bet afdammen van zeewater nabij de monding van een rivier. Dergelijke ijzeren barières worden bediend door middel van een hydraulische cylinder of door andere middelen hetgeen bet bedrijf en bet onderhoud van de barière zeer bemoeilijkt terwijl bet verder onmogelijk is om een dergelijke 15 barière te plaatsen op een zwakke ondergrond.

Sinds kort zijn er echter waterniveauregule-rende dammen ontwikkeld en getest opgebouwd uit rubber plaatmateriaal of iets dergelijks, bekend als inklapbare of opblaasbare rubber dammen-, welke worden bediend door een directe 20 toevoer van een fluïdum, zoals lucht, water of iets dergelijks en eenvoudig geïnstalleerd en onderhouden kunnen worden.

Dergelijke rubber dammen D worden over het algemeen geconstrueerd door het vormen van het rubber plaat- of velmateri-aal tot een zak die aan de werkwijze wordt gesloten zoals 25 getoond is in de figuren 1 en 2. In dit geval kunnen echter geen rubber vel- of plaatmaterialen met een grotere dikte worden gebruikt omdat dan de bedrijfseigenschappen worden verslechterd, hetgeen resulteert in het feit dat de rubber dam bloot staat aan beschadiging bijvoorbeeld door drijfhout, 30 vallende stenen en dergelijke. Wanneer de rubber dam is neergeklapt door het doen uitstromen van het fluïdum tot in de positie getoond in figuur 2 dan zal het stroomafwaartse gedeelte, aangeduid met a altijd gevouwen zijn hetgeen ertoe leidt dat juist in dit gedeelte gemakkelijk scheuren of 35 andere fouten kunnen optreden waardoor de levensduur wordt verminderd.

De uitvinding heeft nu ten doel om de bovenge- 7906713

J* "A

2 ' noemde nadelen bij een conventionele rubber dam te vermijden zonder de met een rubber dam samenhangende voordelen te verliezen.

Volgens de uitvinding wordt derhalve een in-5 klapbare rubber dam verschaft voorzien van een flexibel plat lichaam samengesteld uit een rubberachtig elastomeer materiaal en voorzien van tenminste een spleet op een vooraf bepaalde positie in de dikterichting en volgens de lengterichting ervan, welk lichaam luchtdicht wordt bevestigd aan 10 de rivierbedding of rivieroever door middel van bevestigings-elementen zodanig dat het gespleten gedeelte dienst kan doen als opblaasbare kamer indien aan dit gedeelte een fluïdum wordt toegevoerd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uit-15 vinding bestaat het gespleten gedeelte uit een hol gespleten gedeelte. Bovendien is de opblaasbare kamer bij voorkeur versterkt met behulp van een vooraf schuin .* · gesneden geweven materiaal.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uit-20 vinding wordt een opblaasbare hulpkamer, waarvan de diameter kleiner is dan de diameter van de opblaasbare kamer, aangebracht in de opblaasbare kamer in de lengterichting daarvan. Verder wordt de opblaasbare hulpkamer gevuld met een materiaal dat in fluïdumvorm kan overgaan en dat vast kan worden 25 by kamertemperatuur. Het is ook mogelijk om tenminste een doorgaande groef te vormen in de binnenwand van de opblaasbare kamer.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een stevig koppelingeelement waterdicht aange-50 bracht tussen beide vrije eindgedeelten van tenminste een gesplitst gedeelte gevormd in het flexibele platte lichaam in de lengterichting ervan.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt tenminste een scheidingswand aangebracht 35 binnen in de opblaasbare kamer teneinde de kamer te verdelen in tenminste twee kamersecties.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt tenminste een gedeelte van het buitenoppervlak van het flexibele platte lichaam geruwd in de lengterichting 4-0 ervan.

7906713 A5 * 3

De uitvinding zal in het vplgende in detail worden beschreven aan de hand van de begeleidende figuren.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door een rubber dam volgens de stand der techniek samengesteld uit 5 rubberachtig plaatmateriaal en getoond in gevulde toestand·

Figuur 2 toont een doorsnede door de rubber dam uit figuur 1 in neergeklapte toestand.

Figuur 3 toont in perspectief een doorsnede van een uitvoeringsvorm van het flexibele platte lichaam 10 met een geopend gesplten gedeelte in overeenstemming met de uitvinding.

De figuren 4 en 5 tonen respectievelijk een dwarsdoorsnede en een perspectiefaanzicht van een mogelijk heid voor het bevestigen van het flexibele platte lichaam 15 uit figuur 3 aan een rivierbedding respectievelijk aan de rivieroevers.

Figuur 6 toont een opengewerkt perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvorm van de instroomaansluiting voor het toevoeren van fluïdum aan een opblaasbare respec-20” tievelijk vulbare kamer van het flexibele platte lichaam volgens de uitvinding.

Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede van het flexibele platte lichaam uit figuur 4, in gevulde toestand dienst doend als inklapbare rubber dam.

25 Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede door een an dere uitvoeringsvorm van het flexibele platte lichaam volgens de uitvinding bevestigd aan de rivierbedding en getoond in neergeklapte toestand.

De figuren 9» 11 en 13 tonen perspectiefaan-30 zichten van diverse uitvoeringsvormen van het flexibele platte lichaam voorzien van een hol gesplitst gedeelte volgens de uitvinding in neergelaten toestand.

De figuren 10, 12 en 14 tonen perspectiefaanzichten van de flexibele platte lichamen getoond in de fi-35 guren 9, 11 en 13 nu in respectievelijk gevulde toestand.

Figuur 15 toont een perspectief doorsnede van een mogelijkheid voor het bevestigen van het flexibele platte lichaam uit figuur 13 aan de rivierbedding en de rivieroevers, waarDij de dan in neergeklapte toestand is geïllus-40 treerd.

7905717 i 4.

Figuur 16a toont een doorsnede in perspectief van de uitvoering van een instroomopening voor het toevoeren van een fluïdum, welke instroomopening gevormd is op het flexibele platte lichaam en verbonden is met een in de 5 rivierbedding ingebedde pijp.

Figuur 16b toont een doorsnede volgens de lijn X-X uit figuur 16a.

Piguur 17 toont een doorsnede in perspectief van een andere uitvoeringsvorm van het flexibele platte 10 lichaam aan zijn niet gesplitste uiteinde voorzien van het aantal inlaadopeningen.

Piguren 18 tot en met 21 tonen deeldoorsneden van diverse mogelijkheden voor het bevestigen van het flexibele platte lichaam aan de rivierbedding.

15 Piguur 22 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvorm van het flexibele platte lichaam in gevulde toestand bevestigd aan de rivierbedding.

De figuren 23 en 25 tonen doorsneden door de flexibele platte lichamen uit de figuren 11 en 13 in ge-20 vulde toestand en bevestigd aan de rivierbedding.

Figuur 24 toont een deeldoorsnede van een andere uitvoeringsvorm van het flexibele platte lichaam uit figuur 23.

Piguur 26 toont een doorsnede door een uit-25 voeringsvorm van de inklapbare rubber dam opgebouwd uit twee flexibele, op elkaar geplaatste lichamen in gevulde toestand en bevestigd aan de rivierbedding.

Piguur 27 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inklapbare rubber dam upgebouwd 30 uit twee flexibele, met de uiteinden aan elkaar bevestigde en gevulde lichamen.

Figuur 28 toont een doorsnede door een volgende uitvoeringsvorm van een flexibel lichaam volgens de uitvinding aan beide zijden bevestigd aan de rivierbedding en 35 getoond in neergelaten toestand.

De figuren 29a en 29b tonen doorsneden door het flexibele lichaam uit figuur 28 in gevulde toestand respectievelijk in een situatie met voorwaarts respectievelijk achterwaarts inwerkende krachten.

ΛΟ79 0 67 1 3 3° toont een doorsnede door een uit- i 5 voeringsvorm van de inklapbare rubber dam vervaardigd als combinatie van bet flexibele lichaam uit figuur 9 en bet flexibele lichaam uit figuur 28.

Figuur 31 toont een doorsnede door een uit-5 voeringsvorm van bet flexibele lichaam volgens de uitvinding.

De figuren 32a en 32b tonen doorsneden door bet flexibele lichaam uit figuur 31 in gevulde toestand bij belasting door voorwaarts respectievelijk achterwaarts 10 inwerkende krachten.

De figuren 33 en 34- tonen schematisch aanzichten van de gevulde toestand van het flexibele lichaam volgens de uitvinding bevestigd aan de rivierbedding respectievelijk aan de rivieroever· 15 Figuur 35 toont in perspectief en gedeeltelijk opengewerkt een uitvoeringsvorm van het flexibele lichaam volgens de uitvinding versterkt met een vooraf schuin gesneden weefsel.

Figuur 36 toont in perspectief een doorsnede 20 door het flexibele lichaam uit figuur 35 in gevulde toestand.

Figuur 37 illustreert schematisch de gevulde toestand van het flexibele lichaam uit figuur 35 oevestigd aan de rivierbedding en aan de rivierovers gezien vanaf de stroomafwaartse zijde.

25 Figuur 38 illustreert schematisch een uitvoe ringsvorm voor het meten van de eontractiegraad van het flexibele lichaam versterkt met het schuin gesneden weefsel volgens de uitvinding.

De figuren 39 en 4-0 illustreren schematisch 30 en in perspectief een uitvoeringsvorm van het flexibele lichaam bevestigd aan de rivierbedding en aan de rivieroevers waarbij beide eindgedeelten nabij de rivieroevers zijn bekleed met een flexibele laag.

De figuren 41a-4-1c tonen dwarsdoorsneden door 35 een uitvoeringsvorm van het flexibele lichaam voorzien van een vulbare respectievelijk opblaasbare hoofdkamer en een vulbare respectievelijk opblaasbare hulpkamer in gevulde en in neergelaten toestand.

Figuur 4-2 toont in perspectief een aanzicht 4-0 van het buizenstelsel voor het toevoeren of afvoeren van 7906713 6 een fluïdum aan respectievelijk van het flexibele lichaam uit figuur 41.

De figuren 43a en 43b tonen dwarsdoorsneden door een uitvoeringsvorm van het flexibele lichaam voorzien 5 van een opblaasbare respectievelijk vulbare hoofdkamer en een opblaasbare respectievelijk vulbare hulpkamer gevuld' met een materiaal dat in een fluïdumtoestand kan overgaan, zowel in de gevulde als in de neergelaten toestand.

De figuren 44a en 44b tonen dwarsdoorsneden 10 door een uitvoeringsvorm van het flexibele lichaam met een hol gesplitst gedeelte en voorzien van een aantal groeven, welk lichaam is getoond in gevulde én in neergelaten toestand.

Figuur 45 toont een dwarsdoorsnede door een 15 andere uitvoeringsvorm van het flexibele lichaam volgens de uitvinding.

Figuur 46 toont een dwarsdoorsnede door een uitvoeringsvorm van het flexibele lichaam voorzien van een open gesplitst gedeelte, bevestigd aan de rivierbedding.

20 De figuren 47a en 47b tonen dwarsdoorsneden door een gemodificeerde uitvoeringsvorm van het flexibele lichaam gelijkend op de uitvoeringsvorm van figuur 1 en voorzien van een geopend gesplitst gedeelte en bevestigd aan de rivierbedding.

25 Figuur 48 toont een dwarsdoorsnede door een uitvoeringsvorm van het flexibele lichaam in gevulde toestand waarin een scheidingswand is aangebracht.

Figuur 49 toont in perspectief een uitvoeringsvorm van het buizenstelsel voor gebruik bij het flexibele 30 lichaam uit figuur 48.

Figuur 5° toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn Y-Y in figuur 49.

De figuren 51-53 tonen dwarsdoorsneden door gemodificeerde uitvoeringsvormen van het flexibele lichaam in 35 gevulde toestand en voorzien van een scheidingswand.

De figuren 54a en 54b tonen een perspectief aanzicht respectievelijk een dwarsdoorsnede door een uitvoeringsvorm van het flexibele lichaam, nu voorzien aan zijn buitenoppervlak van een groot aantal uitstekende gedeelten 40 en een aantal uitsparingen respectievelijk in de neergelaten 7906713 «' * 7 en gevulde toestand.

In de diverse figuren zijn overeenkomstige delen aangeduid met overeenkomstige referentiecijfers en symbolen.

5 In figuur 3 wordt met 1 een flexibel lichaam aangegeven samengesteld uit rubberachtig elastomeer materiaal en voorzien van een geopend gesplitst gedeelte 2 dat aangebracht is op een vooraf bepaalde positie in de dikte-richting van het lichaam en langs de lengterichting ervan.

10 Het lichaam kan worden versterkt met behulp van canvas indien noodzakelijk.

De fabricage van het flexibele lichaam 1 wordt als volgt uitgevoerd. Twee ruwe rubber platen of vellen worden bijvoorbeeld op elkaar geplaatst en gepositioneerd 15 op een plaat met een verhit oppervlak in een vormpers. Vervolgens wordt een antihechtelement aangebracht tussen de ruwe rubber platen of vellen in de lengterichting ervan zodanig dat alleen de eindgedeelten van de platen of vellen met elkaar in contact staan. Vervolgens wordt de samenstel-20 ling geperst bij de vulkaniseertemperatuur van de ruwe rubber platen teneinde een flexibel lichaam 1 te verkrijgen met een geopend gesplitst gedeelte 2. Indien wenselijk kan een versterkingslaag worden aangebracht door het op de juiste wijze inbedden van een voorgesneden canvas of ander materi-25 aal iu de ruwe rubber platen of vellen.

De op deze wijze verkregen lichamen 1 zijn zeer geschikt voor toepassing als inklapbare rubber dam in rivieren, waterstromen, kanalen en dergelijke met variërende verschillende breedten, omdat deze lichamen op gewenste 30 lengte kunnen worden vervaardigd, Verder kan de dikte van het plaatmateriaal of velmateriaal vrij worden gekozen omdat het lichaam wordt vervaardigd door middel van een vorm perswerkwijze uitgaande van de rubber platen of vellen.

Het flexibele lichaam 1 wordt bevestigd aan de 35 rivierbedding en de rivieroevers zoals geïllustreerd is in de figuren 4 en 5·

Allereerst wordt het geopende eindgedeelte van het flexibele lichaam 1 gepositioneerd in de richting van de stroomopwaartse zijde van de rivier (in dit geval is de 40 stroomrichting aangeduid met een pijl A). Vervolgens worden 7906713 8 ί * (niet getoonde) in liet geopende eindgedeelte aangebrachte openingen gepositioneerd over respectievelijke, tevoren in de rivierbedding 4 ingebedde ankerbouten 5* Daarna wordt het geopende eindgedeelte van het flexibele lichaam 1 lucht-5 dicht bevestigd aan de rivierbedding 4 door middel van een langgerekt geperforeerd houdelement door middel van moeren 7 zoals getoond is in figuur 4.

Anderzijds wordt het geopende eindgedeelte van het flexibele lichaam 1 luchtdicht bevestigd aan de rivier-10 oevers 8 gebruikmakend van de ankerbouten 5» het houdelement 6 en de moeten 7 op de in figuur 5 getoonde wijze ervan uitgaande dat de open eindgedeelten schuin zijn afgesneden onder een bepaalde hoek ten opzichte van de stroomafwaartse zijde van de rivier.

15 Na bevestiging aan de rivierbedding en de ri vieroevers wordt een instroom-aansluiting voor het toevoeren van een fluïdum aan het gesplitste gedeelte 2 of aan de vul-bare of opblaasbare hoofdkamer 9 aangebracht in het flexibele lichaam 1 op de juiste positie. Een dergelijke instroom-20 aansluiting kan bijvoorbeeld worden geconstrueerd met behulp van een buissectie 10 voorzien van een nippel alsmede een paar vasthoudelementen 11 elk voorzien van een half cirkelvormig gekromd gedeelte zoals geïllustreerd is in figuur 6. In dit geval wordt de van een flens voorziene 25 buissectie 10 op de juiste plaats ingestoken in de hoofdkamer en vervolgens aan beide zijden daarvan luchtdicht bevestigd door middel van de houdelementen 11 die aan elkaar worden bevestigd door middel van bouten en schroeven. Om een goede luchtdichtheid te verzekeren kan de van een flens 50 voorziene pijpsectie 10 aan de omtrek worden voorzien van een flexibele afdichting 13 van symetrische vorm ten opzichte van de centrale as van de pijpsectie welke afdichting geleidelijk aan taps toeneemt vanaf de boven— en onderkant in de richting van de linker en rechter zijkant in een richting 35 loodrecht op de centrale pijpsectie as op de wijze zoals getoond is in figuur 6. Bovendien wordt de instroomaanslui-ting in het flexibele lichaam bij voorkeur aangebracht in het aan de rivierbedding bevestigde eindgedeelte van het lichaam.

40 Figuur 7 toont het flexibele lichaam in gevul- 7906713 9 de toestand, waartoe eén fluïdum zoals lucht, water of iets dergelijks is ingevoerd in het gesplitste gedeelte 2 welk gedeelte de vulbare respectievelijk opblaasbare hoofdkamer 9 vormt, zodat het lichaam nu de vorm aanneemt van een 5 rubber dam. In dit geval heeft de rubber dam nauwelijks te lijden van beschadigingen door drijfhout en dergelijke vanwege de dikkere afmetingen van de materialen waaruit de rubber dam is samengesteld. Verder doet het verbindingsdeel 12 van het lichaam dienst als overloopgroef, zodat vibx*aties 10 in de rubber dam en de daarmee gepaard gaande vermoeidheidsverschijnselen niet optreden en de rubber dam een stabiel afdammingsresultaat geeft. Anderzijds neemt het lichaam een platte configuratie aan nabij het verbindingsdeel 12 in de neergelaten toestand zoals getoond is in figuur 4-, zodat ^5 het rubber damlichaam 1 plat gepositioneerd wordt op de rivierbedding 4- zonder dat er specifieke krachten optreden. Daarom heeft dit rubber damlichaam 1 geen last van scheurtjes of barsten die het gevolg zijn van spanningen die optreden in een conventionele ruober dam samengesteld uit rubber 20 plaatmateriaal op de in het bovenstaande reeds genoemde wijze. Bovendien worden beschadigingen door vallende stenen en dergelijke in de neergelaten toestand met zekerheid voorkomen omdat de wanddikte van het rubber damlichaam groter is gekozen.

25 ^ Figuur 8 toont een verdere uitvoeringsvorm waarbij het vr\je uiteinde van het flexibele lichaam 1' met het gesplitste gedeelte 2' aanzienlijk uitsteekt buiten het onderste vrije uiteinde ervan en beide eindgedeelten afzonderlijk zijn bevestigd aan de rivierbedding 4 op dezelfde wijze ^ als geïllustreerd is in de figuren 4 en 5·

De uitvinding zal in het volgende worden beschreven voor het geval er tenminste een gesplitst gedeelte gevormd is in het flexibele lichaam zodat een hol element ontstaat door het sluiten van de geopende vrije uiteinden 35 ^ ervan.

In de figuren 9» 11 en 13 zijn met de referen-tiecijfers 20, 30 en 40 flexibele lichamen aangeduid elk opgebouwd uit rubberachtig elastomeer materiaal versterkt met canvas 3 of iets dergelijks. Het flexibele lichaam 20 uit 40 figuur 9 vertoont een hol gespleten gedeelte 20a waarmee 7906713 10 een vulbare of opblaasbare kamer wordt gedefinieerd en een plat bevestigingsgedeelte 20b verlopend in lengterichting langs bet lichaam. Anderzijds is elk van de flexibele lichamen 30 en 40 in de figuren 11 en 13 voorzien van twee holle 5 gesplitste gedeelten 30a en 30'a respectievelijk 40a en 40'a, een geopend gesplitst gedeelte 30''a respectievelijk 40'’a en platte bevestigingsdelen 30b respectievelijk 40b, dit in tegenstelling tot de situatie uit figuur 9·

Deze flexibele lichamen 20, 30 en 40 kunnen 10 worden vervaardigd door een integrale vorm perswerkwijze op dezelfde wijze als beschreven is bij de uitvoeringsvorm van figuur 3· Bij voorkeur wordt een tevoren zz gesneden weefselmateriaal gebruikt als versterking van het karkas.

De luchdiehtheid van deze flexibele lichamen 15 wordt als volgt bereikt. Elk geopend eindgedeelte van het flexibele lichaam 20 kan tevoren worden afgesloten door middel van vulkanisatie tijdens de fabrikage van het lichaam. Rivieren en dergelijke waarin de flexibele lichamen worden gebruikt in de vorm van een inklapbare rubber dam hebben 20 over het algemeen echter een verschillende breedte, zodat het wenselijk is om het flexibele lichaam af te snijden op een lengte corresponderend met de rivierbreedte. In dit geval wordt elk afgesneden eindgedeelte van het flexibele lichaam na het vulkanisatievormproces ingeklemd tussen een 25 paar houdelementen en met behulp van bouten en schroeven bevestigd of het afgesneden eindgedeelte van het flexibele lichaam 40 kan direct worden bevestigd aan de rivieroevers 8 door middel van een houdelement 6 en bouten en moeren, op de wijze als geïllustreerd is in figuur 15. Op deze wijze 30 kan het flexibele lichaam met een optionele lengte die correspondeert met de breedte van de rivier waarin het lichaam moet worden toegepast, op eenvoudige en gemakkelijke wijze in de vorm van een inklapbare rubber dam met hoge luchtdichtheid worden geconstrueerd, hetgeen leidt tot een ver-35 Deterde werkingsgraad in vergelijking met het geval dat het rubber plaatmateriaal tot een gesloten element moet worden gevormd op de plaats waar dit element moet worden toegepast. De in figuur 15 getoonde uitvoeringsvorm heeft betrekking op het luchtdicht afsluiten van de afgesneden eindgedeelten 40 van het flexibele lichaam 40 getoond in figuur 13 maar een 7906713 11 soortgelijk resultaat kan natuurlijk worden verkregen met de uitvoeringsvormen uit de figuren 9 en 11.

Teneinde een fluïdum zoals lucht, water of iets dergelijks in te voeren in de vulbare of opblaasbare 5 kamer van het flexibele lichaam worden de van een flens voorziene pijpsectie 10 en de houdelementen 11 zoals getoond in figuur 6 op een bepaalde positie in het flexibele lichaam aangebracht teneinde een instroomaansluiting voor de vulbare of opblaasbare kamer te vormen. Als alternatief is in 10 de figuren 16a en 16b een mogelijkheid getoond om een pijp 23 die tevoren in de rivierbedding 4· is ingebed direct te verbinden met een opening 21 gevormd aan die zijde van het flexibele lichaam 20’ die gericht is naar de rivierbedding ter plaatse van de flens 22. Zoals getoond is in figuur 17 15 kan ook een aantal instroomopeningen 24 door toevoer van het fluïdum worden gevormd in de platte gecombineerde delen 20' 'b van het flexibele lichaam 20'* met juiste onderlinge afstanden gezien in de lengterichting van het lichaam.

Vervolgens zal de bevestiging van het flexibe-20 le lichaam aan de rivierbedding in het onderstaande worden beschreven aan de hand van de figuren 18-21. De uitvoeringsvormen in de figuren 18-21 tonen de bevestiging van het in de figuur 9 getoonde flexibele lichaam 20 aan de rivier-r bedding 4. In de uitvoeringsvorm van figuur 18 wordt het 25 flexibele lichaam 20 versterkt met randdraden of stalen koorden 25, welke worden ingebed in het bevestigingsgedeelte 20b dat aan de rivierbedding 4 wordt bevestigd doordat een metalen houdelement 6’ aangrijpt op het bevestigingsgedeelte 20b van het flexibele lichaam 20 langs de lengterichting 30 daarvan zodanig dat een beweging van de ingebedde draad 13 binnen het bevestigingsgedeelte 2 wordt voorkomen en het lichaam wordt bevestigd aan de tevoren in de rivierbedding 4 bevestigde ankerbouten door middel van de moeren 7· In dit geval kan de luchtdichtheid in het bevestigde gedeelte 35 van het flexibele lichaam worden verbeterd door het aanbrengen van een afdichtmiddel 26 of iets dergelijke tussen het bevestigingsgedeelte 20b en de rivierbedding 4.

In de uitvoeringsvorm van figuur 19 is het flexibele lichaam 20 voorzien van een aantal groeven 20'b 40 gevormd op het buitenoppervlak van het bevestigingsgedeelte 7906713 • % 12 20b in de lengterichting ervan. Het bevestigingsgedeelte 20b van het flexibele lichaam 20 wordt bevestigd aan de rivierbedding 4 door middel van ankerbouten 5 en moeren 7 en door gebruik te maken van een metalen houdelement 6’* 5 voorzien van eeu aantal uitstekende delen overeenstemmend met de groeven 20’b. De vorming van de groeven 20'b maakt het mogelijk om de wrijvingscoëfficient ter plaatse van het bevestigde gedeelte van het flexibele lichaam te verhogen zodat een sterke montage van het flexibele lichaam wordt 10 verkregen waarmee de te verwachten waterdruk op voldoende wijze kan worden weerstaan.

In de uitvoeringsvorm van figuur 20 is het flexibele lichaam 20 aan de rivierbedding 4 bevestigd door middel van ankerbouten 5 met onderlegplaatjes 2? en moeren 15 7 zonder gebruik te maken van speciale metalen houdelemen- ten 6' of 6'’, In deze uitvoeringsvorm is een veren stalen element 28 ingebed als versterkingselement in het bevestigingsgedeelte 20b in lengterichting daarvan. Verder is een gekromd metalen beschermingselement 27' bevestigd aan het 20 oppervlak van het tussenlegplaatje 27 teneinde de moer 7 te beschermen.

De uitvoeringsvorm van figuur 21 verschilt van de uitvoeringsvormen van de figuren 18-20 waarin het flexibele lichaam bevestigd aan de rivierbedding met behulp 25 tevoren in de bedding ingebedde ankerbouten 5· In dit geval worden tevoren op de juiste onderlinge afstanden bevestigd aan het bevestigingsgedeelte 20b van het flexibele lichaam 20 versterkt met canvas, veren stalen elementen of dergelijke door middel van bouten 5' , onderlegplaat-30 jes 27 en moeren 7* Teneinde het flexibele lichaam voorzien van de gevormde stalen elementen te bevestigen aan de rivierbedding wordt het lichaam tijdelijk op de rivierbedding geplaatst en daarna worden de gevormde stalen elementen op de juiste wijze en op gebruikelijke wijze ingebed in de rivier-35 bedding. Deze uitvoeringsvorm leidt tot een uitstekende verwerkbaarheid.

Alhoewel het flexibele lichaam 20, in het bijzonder ter plaatse van het bevestigingsgedeelte 20b ervan versterkt is met behulp van ingebedde draden, stalen koorden, 40 canvas, veren stalen elementen of iets dergelijks zoals ge- 7906713 13 toond in de figuren 18-21 is het wenselijk om het gehele flexibele lichaam flexibel te houden zelfs in de aanwezigheid van dergelijke versterkende elementen omdat het vaak nodig is om het flexibele lichaam met een lengte correspon-5 derend aan de breedte van een rivier in opgewikkelde toestand te transporteren naar de gebruiksplaats.

Het flexibele lichaam wordt op de bovenbeschreven wijze aan de rivierbedding gemonteerd. Op soortgelijke wijze kunnen beiae eindgedeelten van het flexibele 10 lichaam aan de rivieroevers worden bevestigd met behulp van geschikte middelen zonder dat dit invloed heeft op de luchtdichtheid.

Volgens de uitvinding wordt het flexibele lichaam men een goede luchtdichtheid dienstdoende als inklap-15 bare rubber dam bevestigd aan de rivierbedding en aan de rivieroevers op andere wijze dan bekend is uit de stand der techniek waar het rubber plaatmateriaal tot een luchtdichte zak wordt gevormd op de gebruiksplaats, zodat bij de inrichting volgens de uitvinding de bevestigingsoperatie kan wor-20 den versneld onafhankelijk van het luchtdicht zijn van het damlichaam of van de vulbare respectievelijk opblaasbare kamer.

Verder is het slechts nodig om een zijde (dat wil zeggen het bevestigingsgedeelte) van het flexibele lic-25 haam te bevestigen, zodat niet alleen de verwerkbaarheid wordt verbeterd in vergelijking tot het bevestigen van het afzonderlijke plaatmateriaal of velmateriaal, maar er wordt ook een hoge betrouwbaarheid van de luchtdichtheid verkregen.

30 Figuur 22 toont het flexibele lichaam 20 uit figuur 9 in gevulde toestand en bevestigd aan de rivierbedding 4 onder een hoek Θ (de hoek 0 heeft een waarde tussen 0-90°, welke waarde niet kritisch is) met de ankerbouten 5 en dergelijke en vormt een inklapbare rubber dam door het 55 toevoeren van fluïdum aan de vulbare respectievelijk opblaasbare kamer 20a.

Het aan de vulbare respectievelijk opblaasbare kamer 20a toe te voeren fluïdum bestaat gewoonlijk uit lucht, water of iets dergelijks. Een inklapbare ruuber dam zal 40 echter vaak gepositioneerd zijn op een plaats waar geen ver- 7906713 « >· 14 mogensbron ter beschikking staat. In het laatste geval kan bijvoorbeeld het uitlaatgas van een auto als fluïdum worden gebruikt. Omdat de druk van het uitlaatgas over het alge-meen een waarde heeft van 0,7 kg/cm is het moge lijk om de 5 inklapbare rubber dam op te blazen tot een hoogte van ongeveer 7 meter met behulp van uitlaatgas.

In de figuren 23 en 25 zijn flexibele lichamen in gevulde toestanden getoond, welke lichamen voorzien zijn van twee vulbare of opblaasbare kamers zoals getoond is in 10 de figuren 11 en 13» in deze figuren getoond na bevestiging van de rivierbedding.

In de uitvoeringsvorm van figuur 23 is het platte bevestigingsgedeelte 30b van het flexibele lichaam 30 bevestigd aan de rivierbedding 4 met behulp van de an-15 kerbouten 5» de moeren 7 en dergelijke zodat het verbindings-gedeelte 30''b tussen de vulbare of opblaasbare kamers 30a en 30'a gericht is naar de stroomopwaartse zijde van de rivier, waarbij het verbindingsgedeelte 30''b aan de rivierbedding 4 is verankerd door middel van kettingen 31 of iets 20 dergelijks, waarbij de stabiliteit van het flexibele lichaam in de gevulde toestand aanzienlek wordt verbeterd. Voor het verankeren van het verbindingsgedeelte 30''b aan de rivierbedding wordt een ijzeren plaat 33 of iets dergelijks ingebed in een uitstekend gedeelte 32 van het verbindingsge-25 deelte 30''b welke plaat verloopt over de gehele lengte van dit gedeelte en de schakels 34 worden aangebracht in de uitstekende delen 32 op bepaalde posities langs de lengterichting, aan welke schakels de vrije uiteinden van de respectievelijke kettingen 31, zoals getoond is in figuur 4 aan-30 sluiten. Het aanbrengen van de ijzeren plaat 33 kan de stijfheid van het verbindingsgedeelte vergroten, de hoogte van de rubber dam constant houden en het aantal aan te sluiten kettingen reduceren.

Bovendien kan het bevestigingsgedeelte 30b van 35 het flexibele lichaam 30 gepositioneerd worden aan de stroomopwaarts e zijde en daar worden bevestigd aan de rivierbedding waarbij de hoeveelheid vreems materiaal tussen de rivierbedding en de onderste vulbare kamer met voordeel kan worden gereduceerd. In dit geval verdient het de voorkeur om het 40 van aansluitelementen voorziene gedeelte 30'b met de rivier- 7906713 15 bedding 4 te koppelen door middel van kettingen 51.

In de uitvoeringsvorm van figuur 25 is het flexibele lichaam 40 getoond in figuur 13 bevestigd aan de rivierbedding 4 met behulp van de ankerbouten 5, de onder-5 legplaatjes 27 en de moeten 7 waarna er in het lichaam fluïdum is ingevoerd.

In de uitvoeringsvormen van de figuren 23-25 zijn flexibele lichamen gebruikt elk met een aantal vulbare of opblaasbare kamers en vervaardigd met behulp van een in-10 tegrale vormperswerkwijze tot een inklapbare rubber dam maar het zal duidelijk zijn dat ook een aantal afzonderlijke lichamen op elkaar geplaatst kan worden zoals getoond is in figuur 26.

In de uitvoeringsvorm van figuur 26 wordt een 15 eerste flexibel lichaam 50 bevestigd aan de rivierbedding 4 met behulp van het aansluitgedeelte 50b en de ankerbouten 5, de moeren 7 en dergelijke, terwijl een tweede flexibel lichaam 50' aan de rivierbedding 4 wordt bevestigd met behulp van zijn aansluitgedeelte 50'b en de ankerbouten 5, de 20 moeren 7 en dergelijke op dusdanige wijze dat het vrije uiteinde van het bevestigingsgedeelte 50*b zich bevindt op een positie nabij de stroomopwaartse zijde van het bevestigingsgedeelte 50b zodat de opblaasbare kamer 50'a terecht komt op de opblaasbare kamer 50a. Als elk van de opblaasbare of 25 vulbare kamers is gevuld met behulp van een fluïdum, dan bevindt de opblaasbare of vulbare kamer 50'a van het tweede lichaam 50’ zich juist boven de vulbare of opblaasbare kamer 50a van het eerste lichaam 50 of iets aan de beneden-stroomse zijde daarvan en de eerste kamer 50a wordt afgedekt 30 door het lange aansluitgedeelte 50^ van het tweede lichaam 50', zodat een tweetraps inklapbare rubber dam op eenvoudige wijze is gerealiseerd.

Bovendien is het wenselijk om het tweede flexibele lichaam 50‘ in de gevulde toestand te stabiliseren 35 door het vormen van (niet getoonde) gaten in het aansluitgedeelte 50* b waardoor het moge lijk is dar er water instroomt in de ruimten en S2 gedefinieerd door de eerste en tweede lichamen 50 en 50’ en de rivierbedding 4. In het geval het water in de andere richting stroomt verdient het de 40 voorkeur om het uitstekende gedeelte 50''b van het tweede 7906713 16 * lichaam 50' door middel van kettingen J1 aan de rivierbedding 4 te bevestigen.

In figuur 27 is als voorbeeld een meertraps inklapbare rubber dam geïllustreerd gevormd door het aan 5 elkaar bevestigen van tenminste twee flexibele lichamen 50 aan de tegenover elkaar gelegen uiteinden door middel van bouten 5' en moeren 7·

Zoals in het bovenstaande reeds werd beschreven kan een inklapbare rubber dam met een gewenste hoogte 10 eenvoudig worden gerealiseerd door het op elkaar plaatsen van een aantal vulbare respectievelijk opblaasbare kamers op elkaar, zodat zelfs indien een van de kamers als gevolg van beschadiging lek raakt en inklapt de functie van de dam op voldoende wijze door de andere kamers wordt gehand-15 haafd. Als verder n kamers worden gebruikt dan kan een dam-hoogte van n+1 kamers worden geregeld zodat het af te dammen waterniveau op effectieve wijze kan worden geregeld.

Als verder de inklapbare rubberen meertraps dam van het bovenbeschreven type wordt vergeleken met de con-20 ventionele dam met een enkele kamer en gevormd uit ruDber-achtig plaat- of velmateriaal met dezelfde damhoogte dan kan de tijd die nodig is voor het opvullen of legen van de kamer (s) voor het geval van de meertraps rubber dam aanzienlijk worden bekort, uitgaande van de volgende relaties: 25 T0>T1+T2 P0> P1+P2 waarin Vq en Pq een volume en een interne druk vertegenwoordigen geldend voor de conventionele dam met een enkele kamer terwijl en P^ een wolume en een interne druk ver-50 tegenwoordigen voor de eerste kamer in bijvoorbeeld een twee-traps dam volgens de uitvinding en en ^ volume en de interne druk in een tweede kamer van de tweetraps dam vertegenwoordigen.

Indien het flexibele lichaam voorzien is van 35 tenminste twee opblaasbare respectievelijk vulbare kamers die aan elkaar zijn verbonden op de wijze zoals getoond is in de figuren 23* 25 of 27 dan wordt de beveiligingsoperatie van de rivierbedding aanzienlijk vereenvoudigd zodat de werkbaarheid terplaatse uitstekend is.

4Ό Elk van de in het bovenstaande beschreven flexi- 7906713 <· 17 bele lichamen is bevestigd met een eindgedeelte aan de rivierbedding aan de bovenstroomse of benedenstroomse zijde, zodat het gewenste afdammend effect kan ontstaan tijdens het normale gebruik bij een voorwaartse stroming. Indien 5 de dam echter wordt aangebracht op het knooppunt tussen een hoofdstroom en een zïjstroom of nabij de monding van een rivier dan kan er echter ook tijdelijk sprake zijn van een achterwaartse stroming en kan er gevaar ontstaan voor beschadiging indien er een te grote kracht wordt uitgeoefend. 10 In de figuren 28-32b zijn de voorbeelden getoond van een inklapbare rubber dam waarmee een stabiele dam&oogte wordt gehandhaafd zowel bij een voorwaartse als bij een achterwaartse stromingsrichting.

In de uitvoeringsvorm van figuur 28 bestaat de 15 inklapbare rubber dam uit een flexibel lichaam 60 voorzien van een hol gespleten gedeelte of vulbare respectievelijk opblaasbare kamer 60a en twee platte aansluitgedeelten 60b en 60c, hetgeen een gemodificeerde uitvoeringsvorm is van figuur 9. Soals getoond is in figuur 28 wordt het flexibele 20 licnaam 60 bevestigd aan de rivierbedding 4 met behulp van ankerbouten 5» houdelementen 6 en moeren 7 op dusdanige wijze dat het aansluitgedeelte 60b bevestigd is aan de bovenstroomse zijde en het aansluitgedeelte 60c bevestigd is aan-de benedenstroomse zijde.

25 In figuur 29a is het flexibele lichaam 60 in gevulde toestand getoond na toevoer van een fluïdum en in de toestand zoals ingenomen zal worden bij een voorwaartse stroming,· In dit geval is de hoeveelheid vreemd materiaal zoals stenen, zand en dergelijke tussen de rivierbedding en 30 de dam gering. Verder verloopt het velvormige gedeelte 60d vanaf de kamer 60a naar het aansluitgedeelte 60c aan de benedenstruomse zijde, zodat het over de aam heen stromende water langs dit velvormige gedeelte 60d verloopt zonder aan de benedenstroomse zijde van enige hoogte op de rivierbedding 35 neer te vallen waardoor een uitholling van de rivierbedding geheel wordt vermeden.

Als de inklapbare rubber dam is opgebouwd met behulp van het flexibele lichaam 60 getoond in figuur 28 en indien de damhoogte van de a$te dammen rivier, de posities 40 van de aan de rivierbedding te bevestigen bevestigingsge- 7906713 18 deelten 60b en 60c en dergelijke tevoren bekend zijn dan kan de totale lengte L van bet bevestigingsgedeelte 60 en bet velvormige gedeelte 60d worden gemeten uitgaande van de volgende vergelijkingen en gebaseerd op de figuren 28 en 29a.

5 Allereerst geldt voor de totale lengte L de relatie L ^2+ £»3. Anderzijds geldt in figuur 28 de relatief^+S+i^ ^ 2» terwijl uit de stelling van Pythagoras in figuur 29a wordt gevonden (~)2+(^2+^ 3)2 - (1^-¾.)2. Indien de waarden van tvi4 en S tevoren worden bepaald dan kunnen de waarden van£>2 en ^3 aan &e ^and van de bovenstaande relaties worden gemeten.

De gevulde rubber dam 60 getoond in figuur 29a komt terecht in de toestand getoond in figuur 29b wanneer ze belast wordt door een achterwaartse stroming. In dit ^ geval is een bevestigingsgedeelte 60c verbonden met de gevulde kamer 60a door middel van bet velgedeèlte 60d, zodat de rubber dam 60 zelf niet in stroomopwaartse richting wordt gedrukt en als gevolg daarvan wordt er geen te hoge kracht uitgeoefend op de bevestigingsdelen van de rubber dam.

Zoals getoond is in figuur 30 kan een meertaps inklapbare rubber dam met een hogere damhoogte eenvoudig worden vervaardigd door combinatie van het flexibele lichaam 60 uit figuur 28 met het flexibele lichaam 20 uit figuur 9.

In de uitvoeringsvorm van figuur 31 is de inklapbare rubber u.am vervaardigd uit een flexibel lichaam 70 met een gesplitst gedeelte of vulbare respectievelijk opblaasbare kamer 70a, de aansluitgedeelten 70b en 70c en een tonggedeelte 70d, waarbij er vanuit gegaan wordt dat het ^ aansluitgedeelte 70c verloopt vanaf een centrale positie van het ondervlak van de kamer 70a langs het tonggedeelte 70d in de stroomafwaartse richting. Dit flexibele lichaam 70 kan op eenvoudige wijze worden geproduceerd op dezelfde wijze als reeds is beschreven voor het flexibele lichaam 1 35 m figuur 3. In de figuren 32a en 32b is de gevulde toestand van het flexioele lichaam 70 uit figuur 31 na toevoer van fluïdum en bevestigd aan de rivierbedding 4 getoond, waarbij figuur 32a de toestand toont bij een voorwaartse stroming en figuur 32b de toestand toont bij een achter-40 , waartse stroming. In de uitvoeringsvorm van figuur 32a 7906713 19 beschermt het aansluitgedeelte 70c de rivierbedding tegen beschadiging die zou kunnen ontstaan door overstromend en neervallend water, zodat er geen uitholling van de rivierbedding aan de stroomafwaartse zijde ontstaat. Verder doet 5 in de uitvoeringsvorm van figuur 32b het tonggedeelte 70d dat uitsteekt aan de bovenzijde van de kamer 70a op effectie ve wijze dienst als antiterugstroomplaat. Het flexibele lichaam uit figuur 31a kan dus met aanmerkelijk resultaat worden gebruikt als getijde barière of iets der ge lijks waarbij een achterwaartse stroming geheel wordt afgedamd.

De flexibele lichamen uit de figuren 28 en 31 worden gevormd in een persvormproces uitgaande van een paar aan de stroomopwaartse en stroomafwaartse zijde aan de rivierbedding te bevestigen met elkaar verbonden plaatdelen ^5 en een yulbare op opblaasbare kamer daartussen, zodat het lichaam zeer eenvoudig aan de rivierbedding kan worden bevestigd en plat wordt in de leeggelopen toestand zonder dat daardoor een waterstroming wordt verhinderd. Anderzijds zal er zelfs bij een achterwaartse stroming in de situatie waar-

PO

in de kamer gevuld is geen te hoge kracht worden uitgeoefend op de bevestigingsdelen van het flexibele lichaam omdat het bevestigingsgedeelte aan de stroomafwaartse zijde verbonden is met de kamer, zodat een achterwaartse stroming geheel kan worden afgedamd.

^ Wanneer het flexibele lichaam 20 zoals getoond is in figuur 9 wordt aangebracht tussen de rievieroevers en wordt bevestigd aan de rivierbedding en de rivieroevers en daarna wordt gevuld door toevoer van fluïdum zodat een inklapbare rubber dam ontstaat dan krijgt men te maken met 5° een vouw ter plaatse van een gedeelte a van de kamer nabij de overgang tussen de rivierbedding en de rivieroevers zoals getoond is in de figuren 33 en 34* Dit vouwverschijnsel is onvermijdelijk het gevolg van de eis dat de inklapbare rubber dam in de ingeklapte toestand zo goed mogelijk contact moet ^ maken met de rivierbedding en de rivieroevers.

Als nu dit vouwverschijnsel zich voordo et in de gevulde toestand van het flexibele lichaam dan wordt ter plaatse van het gevouwen gedeelte a de damhoogte gereduceerd en als gevolg daarvan zal er lek optreden vanaf het water stroomopwaarts van de dam naar de stroomafwaartse zijde 7906715 20 daarvan bij dit gevouwen gedeelte a, zodat er geen bevredigend afdammend effect wordt bereikt. Als verder het gevouwen gedeelte a en de omgevende delen daarvan direct worden blootgesteld aan zonlicht dan bestaat er grote 5 kans op het optreden van scheurtjes resulterend in beschadiging van de dam. Teneinde het optreden van dergelijke scheurtjes of hartjes te voorkomen wordt de kamer van het flexibele lichaam op de reeds genoemde wijze versterkt met een vooraf op maat gesneden weefsel zoals getoond is in 10 figuur 35*

In de uitvoeringsvorm van figuur 35 bevat het flexibele lichaam 80 een hol gepplitst gedeelte of vul-bare respectievelijk opblaasbare kamer 80a, een aaneen gehecht aansluitgedeelte 80b, direct naast de kamer en ver-15 lopend in dezelfde lengterichting, en een schuin gesneden weefsel 3 ingebed rond de kamer als versterking, hetgeen een gemodificeerde uitvoeringsvorm is van figuur 9.

Als schuin gesneden weefsel 3 voor het versterken van de opvulbare kamer 80a kunnen weefsels worden 20 gebruikt gesneden uit een recht weefsel samengesteld uit synthetische vezels zoals nylon, tetron en dergelijke onder een bepaalde schuine hoek en weefsels samengesteld uit een even aantal bandkoorden, welke gewoonlijk worden gebruikt voor het versterken van banden, op elkaar geplaatst onder 25 de bepaalde schuine hoek, en dergelijke.

Zoals over het algemeen worden gebruikt voor het versterken van banden, die ten opzichte van elkaar onder een bepaalde voorinstelhoek verlopen, en dergelijke.

^e schuine snijhoek van het weefsel 3 varieert afhankelijk 30 van de daling langs de rivieroever maar bedraagt bij voorkeur niet meer dan $4044' (rusthoek).

“•et flexibele lichaam 80 is bevestigd aan de rivierbedding 4 en de rivieroever 8 door middel van bouten en moeren op dezelfde wijze als in het voorgaande reeds is 55 beschreven en wordt gevuld door toevoer van fluïdum, waarbij een inklapbare rubber dam ontstaat zonder gevouwen delen als gevolg van de samentrekkende werking van het schuin gesneden weefsel 3 zoals geïllustreerd is in figuur 37·

Teneinde een inklapbare rubber aam te vervaar-40 digen waarbij geen gevouwen delen optreden moet de schuine 7906713 21 / * koek van het schuin gesneden weefsel dat in het rubber wordt ingebed als volgt worden bepaald. De oorzaak van het vouw-verschijnsel is terug te voeren op het feit dat de bovenlengte L van de dam niet gelijk is aan de totale lengte 5 C^1+^2+0>) van de aan de rivierbedding en de rivieroevers bevestigde dam· Als daarom de schuine hoek zodanig wordt bepaald dat het verschil tussen de bovenlengte en de totale lengte wordt geabsorbeerd dan ontstaan er geen vouwen. Met andere woorden, de samen te trekken lengte 10 wordt bepaald uit de daling van de rivieroevers en de dam-hoogte, zodat de schuine hoek moet worden gekozen in even wicht met de samengetrokken lengte. Als bijvoorbeeld de da-lingshoek van de rivieroever gelijk is aan α dan is tancc=1/2, en is de schuine hoek ongeveer 45°.

15 De mate van samentrekking van het flexibele lichaam 80 versterkt met het schuin gesneden weefsel 3 zal worden beschreven aan de hand van het volgende experiment.

Als inklapbare rubber dam werd gebruik gemaakt van een flexibel lichaam 80 op een vijfde van de werkelijke 20 grote met een lengte van ongeveer 3 meter en een hoogte van ongeveer 30 cm waarin een schuin gesneden weefsel 3 was aangebracht bestaande uit nylon vezels en ingebed rond een opvulbare kamer 80a onder een schuine hoek (9) van 45° refererend aan de horizontale richting. De vier meetpunten wer-25 den tevoren vastgesteld in het hoofdzakelijk centrale gedeelte van de rubber dam zoals getoond is in figuur 38 en vervolgens werd de variatie in de afstand tussen de meetpunten afhankelijk van de inwendige druk in de opvulbare kamer gemeten resulterend in de onderstaande tabel 1.

30 Tabel 1

inwendige druk A B o, D H

2 Θ (kg/m ) (mm) (mm) (mm) (mm) 0 281 279 178 - 45 0.027 277 276 182 260 46 35 0.076 269 268.5 193 280 48 0.160 266 264 196 280 49 0.190 264.5 263.5 197 297 50

Uit de gegevens in tabel 1 blijkt dat de schuine hoek bij toename van de inwendige druk de genoemde rusthoek 40 (54°44') nadert, waarbij de afstanden A en B in de lengte- 7906715 22 richting van de dam verminderen en de afstanden C en D in de hoogterichting toenemen zodat ook de damhoogte (H) toeneemt. Daarmee wordt aangetoond dat het schuin gesneden weefsel het vouweffect voorkomt.

5 Als het flexibele lichaam 80 uit figuur 35 wordt gevuld door toevoer van fluïdum dan vormt het tongge-deelte 80c plooien als gevolg van de samentrekkende werking van het schuin gesneden weefsel 3 zoals getoond is in figuur 36. Deze plooien ontwikkelen een voldoende effect 10 bij het afsnijden van het afgedamde water en als gevolg daarvan wordt de vibratie van de dam zelf onderdrukt en worden de geluiddemping en de duurzaamheid verbeterd.

Volgens de uitvinding kan het vouwverschijnsel dat volgens de stand der techniek nooit kon worden vermeden, 15 geheel worden voorkomen door tenminste de omgeving van de vulbare kamer te versterken met schuin gesneden weefsel zoals in het bovenstaande wordt beschreven. Set resultaat daarvan is dat waterlek vanaf de stroomopwaartse zijde naar de stroomafwaartse zijde en de vorming van scheurtjes of 20 barstjes nabij het gevouwen gedeelte worden voorkomen terwijl verder de juiste damhoogte wordt gehandhaafd en de weersbe-stendigheid wordt verbeterd.

Zelfs wanneer de opvulbare kamer wordt versterkt met schuin gesneden weefsel dan kan, indien de hel-25 ling van de rivieroever te groot is het vouwverschijnsel op-treden. In zo'n geval kunnen de beide eindsecties van de rubber dam, in elk waarvan een gevouwen gedeelte a nabij de rivierover optreedt plaatselijk worden bekleed met een flexibele laag 81 zoals getoond is in de figuren 39 en 40. Dat 30 wil zeggen, het randgedeelte van de flexibele laag 9*1 aan de stroomopwaartse zijde wordt bevestigd aan de rivierbedding 4 en de rivierover 8 samen met het aansluitgedeelte van het flexibele lichaam 80 op dezelfde wijze als beschreven is bij figuur 5 (zie ook figuur 40), terwijl het 35 andere randgedeelte van de flexibele laag 81 vrij neerhangt aan de stroomafwaartse zijde zodat het gevouwen gedeelte a van het flexibele lichaam 80 (zie figuur 39) wordt bedekt.

In dit geval verdient het de voorkeur om alleen de vrije rand van de flexibele laag 81 in contact te brengen met het 40 oppervlak van de stroomafwaartse stroming.

7906713 < 23

De flexibele laag 81 bedekt bet gevouwen gedeelte a tijdens bet vullen van de rubber dam volledig en kan nauw aansluiten op de rivierbedding en de rivieroever in de platte toestand zonder dat er vouwen optreden bij bet legen van de rubber dam.

ie uitvinding zal in bet volgende verder worden beschreven aan de band van bet flexibele lichaam getoond in de figuren 41a-41c, waarin een flexibel lichaam 90 getoond is met een hoofdkamer 90a en een hulpkamer 91 bestemd om bet aan de kamers toegevoerde fluïdum meer geleidelijk aan af te voeren.

Zoals getoond is in de figuren 4ia-4lc beeft de opvulbare hulpkamer een diameter kleiner dan die van de opvulbare hoofdkamer 90a en is gevormd in bet dikke gedeelte van de opvulbare boofdkamer 90a in lengterichting - ' daarvan.

ïeneinde een inklapbare rubber dam te vullen door toevoer van een fluïdum aan bet flexibele lichaam 90 wordt bijvoorbeeld een buizenstelsel gebruikt voor bet toevoeren en afvoeren van bet fluïdum zoals geïllustreerd is in figuur 42, waarin met 93 een buis voor toevoer van bet fluïdum aan de opvulbare boofdkamer 90a en met 9^ een buis voor toevoer van bet fluïdum aan de opvulbare hulpkamer 91 wordt aangeduid terwijl met Y^, Y2, ^3 en ^4 kleppen, met E een ejector en met P een pomp of lucbtcompressor worden aangeduid.

Wanneer bet flexibele lichaam 90 moet worden gevuld tot de toestand getoond in figuur 41a, dan wordt de klep Y^ geopend en de kleppen Y2, ^3 en v4 b^ven gesloten en daarna wordt hst fluïdum, bijvoorbeeld lucht, water of ; iets dergelijks in de opvulbare boofdkamer 90a gepompt via de buis 93 onder invloed van de pomp P. Het is in dit geval niet nodig om ook de hulpkamer 91 door toevoer van fluïdum te vullen.

Wanneer de gevulde aam moer worden neergeklapt, dan kan bet fluïdum in de opgevulde boofdkamer 90a worden afgevoerd bijvoorbeeld naar de atmosfeer door bet openen van de klep Yy In bet stelsel van figuur 42 verdient bet echter de voorkeur om de pomp P te bedienen in een toestand waarbij de kleppen V^, Y2 en Y^ geopend zijn en de klep Y^ gesloten

79 0 67 1 J

24 is. In het laatste geval wordt het fluïdum in de opgevulde hoofdkamer 90a krachtig afgevoerd via de klep ondér invloed van de elector E, terwijl de opvulhare hulpkamer wordt gevuld zodat deze kamer binnen in de hoofdkamer 90a 5 uitsteekt, be gevulde rubber dam begint dus leeg te stromen vanaf dat gedeelte van de hoofdkamer 90a waardoor een onbalans ontstaat tussen de interne druk in de hoofdkamer 90a en de extern uitgeoefende waterdruk.

In een conventionele uit ruober vel- of plaat-10 materiaal vervaardigde rubber dam zal, indien de instroom-opening voor het toevoeren van het fluïdum slechts aan een uiteinde van de dam is aangebracht zoals getoond is in figuur 42, het leeglopen starten ongeveer in de nabijheid van het centrale gedeelte van de dam gezien in de lengte-15 richting, en de tegenover elkaar gelegen binnenwanden van de kamer zullen bij het leeggelopen gedeelte aan elkaar kleven, zodat het onmogelijk is om het fluïdum in de ruimte tussen dit leeggelopen gedeelte en het andere uiteinde van de dam waar geen instroom/uitstroomopening aanwezig is af 20 te voeren met als gevolg een niet correcte leegstroming van de dam. Teneinde het optreden van een dergelijke niet correcte leegstroming te voorkomen werd er tot nu toe gebruik gemaakt van een aantal doorstroomopeningen aangebracht aan de naar de rivierbedding toegekeerde zijde en luchtdicht 25 aangesloten op een in de rivierbedding ingebedde buislei-ding. Dit leidt tot een tamelijk gecompliseerd buizenstelsel en bovendien een meer gecompliseerde fabrikage van deze conventionele rubber dam.

In tegenstelling daarmee zal, ook als de rub-30 ber dam volgens de uitvinding begint leeg te stromen op iedere positie gezien in de lengterichting de hulpkamer 91 uitsteken in de kamer 90a zodat er een doorlopende open ruimte 92 aanwezig blijft zoals geïllustreerd is in figuur 41b, zodat de tegenover elkaar gelegen binnenwanden van de 35 hoofdkamer 90a niet onder invloed van de waterdruk aan elkaar kleven. Deze continue doorstroomruimte 92 verloopt langs de hulpkamer 91 tot nabij de doorstroomaansluiting daarvan gezien in de lengterichting, zodat het in de hoofdkamer 90a aanwezige fluïdum volledig via deze doorlopende 40 doorstroomruimte 92a en de doorstroomopening wordt afgevoerd.

7906713 < · 25 »

In liet algemeen zal het fluïdum in de hoofdhamer 90a onder invloed van de waterstroming in de inklappende toestand zich bewegen naar de stroomafwaartse zijde, zodat het wenselijk is om de opvulbare hoofdkamer 91a te positioneren aan 5 de stroomafwaartse zijde zodanig dat de continue doorstroom-ruimte 92 zich aan deze stroomafwaartse zijde vormt. De rubber dam zelf stroomt dus geheel leeg terwijl de opvulbare hulpkamer 92 blijft zoals deze is.

Omdat de diameter van de opvulbare hulpkamer 10 91 aanzienlijk kleiner is dan die van de opvulbare hoofdkamer zal de opvulbare hulpkamer 91 de waterstroom ook in de opgevulde toestand niet blokkeren. net in de opgevulde hulpkamer 91 aanwezige fluïdum kan vervolgens uitstromen door het openen van de klep 7^ gedurende een voldoend lange 15 periode. Ook kan het in de hulpkamer aanwezige fluïdum met kracht worden afgevoerd door het sluiten van de kleppen en 7^ en openen van de kleppen V^ en 7^ onder invloed van de pomp P. Bovendien kan het in de hulpkamer 91 aanwezige fluïdum ook worden afgevoerd door het aanbrengen 20 van een voor lucht doorlaatbaar canvas in de hulpkamer 91.

De rubber dam wordt op deze wijze compleet geleegd zoals getoond is in figuur 41c.

7olgens de uitvinding kan het vullen en legen van de rubber dam eenvoudig en geheel worden uitgevoerd met 25 slechts een instroom/uitstroomopening aan het uiteinde van de dam zonder dat er een groot aantal van dergelijke ope-ningen moet worden aangesloten op een in de rivierbedding ingebedde pijp, zodat de werkbaarheid en de bedrijfsgereed-heid zijn verbeterd.

50 herder kan het flexibele lichaam 90 dankzij zijn dikkere afmetingen en hogere stevigheid eenvoudig worden vervaardigd door middel van een integrale persvormwerkwijze zoals in het bovenstaande reeds werd besproken, zodat de doorlopende doorstroomruimte 92 met zekerheid kan worden 55 gevormd dankzij de opvulbare hulpkamer 91.

Bovendien kan de opvulbare hulpkamer worden gevormd in her dikke gedeelte van de hoofdkamer 90a zoals getoond is in figuur 41c, maar ze kan ook afzonderlijk worden aangebracht op de binnenwand van de hoofdkamer 90a. In 40 dit laatste geval kan de hulpkamer 91 afzonderlijk worden 7906713 ' ' ' 26 aangehecht met de helft van zijn omtrek op de binnenwand van de hoofdkamer 90a door middel van een hechtmiddel.

Indien de stevigheid van de hoofdkamer 90a voldoende is dan kan de hulpkamer 91 worden aangehecht aan een punt op 5 de binnenwand van de hoofdkamer 90a door middel van een hechtmiddel of kan in de kamer 90a worden geplaatst zonder hechtmiddel. Verder kan ook een aantal hulpkamers 91 met elkaar worden verbonden.

In de uitvoeringsvorm van de figuren 43a en 43b is een hulpkamer 101 van een flexibel lichaam 100 gevuld met een materiaal 102 dat in fluidumvorm kan overgaan «en dat bij kamertemperatuur in plaats van de fluïdumvorm een vaste vorm aanneemt. Als fluïdiseerbaar materiaal 102 kunnen bijvoorbeeld temperatuurafhankelijke materialen zoals ^ asfalt, thermoplastische harsen, zware Minasu-olie, parafine en dergelijke; en chemisch veranderende substanties zoals vloeibare rubber, cement, urethan harsen, epoxy harsen en dergelijke. Bij voorkeur wordt het fluidiseerbare materiaal 102 in de hulpkamer 101 aangebracht door een pompwerking 20 vanaf een uiteinde van de kamer 101 waarna het materiaal bij kamertemperatuur een vaste vorm aanneemt.

net vullen en legen van het flexibele lichaam 100 kan worden uitgevoerd gebruikmakend van een buizenstelsel zoals getoond is in figuur 42 waarbij echter de pijp 25 94 vervalt. Indien het gevulde rubber damlichaam 100 zoals getoond is in figuur 43a leegloopt naar de toestand zoals getoond is in figuur 43b, dan wordt een continue door-stroomruimte 103 gevormd binnen in de hoofdkamer 100a in de lengterichting daarvan omdat de hulpkamer 101 het in 30 vaste vorm overgegane materiaal 102 bevat en als zodanig uitsteekt binnen in de hoofdkamer 100a. Als gevolg daarvan zullen de tegenover elkaar gelegen binnenwanden van de hoofdkamer 100a niet aan elkaar hechten zelfs indien van buitenaf de waterdruk inwerkt op de hoofdkamer 100a. riet 35 flexibele lichaam 100 wordt derhalve compleet leeg gemaakt doordat al het fluïdum vanuit de hoofdkamer 100a uitstraalt via de doorlopende doorstroomruimte 103 nflar de uitstroom-opening die uitmondt in de atmosfeer.

Volgens de uitvinding kan tenminste een groef worden aangebracht verlopend in lengterichting en gevormd i 9 o 6 7 1 5 27 in de binnenwand van het holle gesplitste gedeelte of de opvulbare hamer van het flexibele lichaam, welke groef in de plaats treedt van de hulpkamer, een en ander zoals getoond is in de figuren 44a, 44b en 45.

5 In de uitvoeringsvorm van de figuren 44a en 44b zijn zes groeven 111 aangebracht in de binnenwand van een opvulbare kamer 110a van het flexibele lichaam 110. Bij de fabrikage van het flexibele lichaam 110 worden vormelementen voor de groeven 111 op de bepaalde posities op het 10 oppervlak waarmee de opvulbare kamer 110a wordt gedefinieerd aangebracht tussen de twee ruwe rubber platen of vellen in de lengterichting daarvan voordat het integrale persvormproces wordt uitgevoerd. In sómmige gevallen is het nodig om een lang flexibel lichaam in opgerolde toe-15 stand te handhaven zonder deze vormelementen te verwijderen. Om deze reden verdient het de voorkeur om gebruik te maken van een massief rubber element, een rubber element waarin draden zijn aangebracht of iets dergelijks als vormelement.

Bij gebruik van een dergelijk vormelement is het noodzakelijk 20 om het vormelement te bedekken met een anti hechtmiddel om hechting aan de ruwe rubber vellen of platen te voorkomen zodat het verwijderen van het vormelement na het integrale persvormproces wordt vergemakkelijkt.

net vullen en legen van het flexibele lichaam 25 110 kan op dezelfde wijze als in het bovenstaande reeds werd beschreven worden uitgevoerd. Wanneer de gevulde rubber dam 110 zoals getoond in figuur 44a leeg loopt naar de toestand zoals getoond is in figuur 44b bij een willekeurige positie langs de lengterichting ervan, dan zullen zelfs 50 indien de tegenover gelegen wanden van de leeglopende kamer 110a aan elkaar hechten als gevolg van de extern uitgeoefende waterdruk de groeven 111 in de binnenwanden van de kamer 110a in de lengterichting tegenover elkaar liggen zodat het in de kamer 110a aanwezige fluïdum compleet kan uit-35 stromen door de groeven 110a naar de uitstroomopening die in verbinding staat met de atmosfeer. Als gevolg daarvan wordt de rubber dam 110 geleegd zoals getoond is in figuur 44b zonder dat er insluitingen overblijven.

In de uitvoeringsvorm van figuur 44 hebben de 40 groeven 111 een rechthoekige doorsnede maar de doorsnede 7906713 28 van deze groeven kan natuurlijk ook half cirkelvormig worden uitgevoerd. In dit laatste geval kan een vormelement met een cirkelvormige doorsnede worden gebruikt, zodat het verwijderen of lostrekken van dit element wordt vereenvou-5 digd. Bovendien kunnen de cirkelvormige groeven 121 worden aangebracht aan beide uiteinden van de geleegde kamer 1.20a van het flexibele lichaam 120 zoals getoond is in figuur 45. In deze uitvoeringsvorm kunnen de cirkelvormige groeven 121 spanningen ophangen die ontstaan aan de uiteinden 10 van de op vulbare kamer 120a tijdens het vullen, zodat de duurzaamheid van de opvulbare kamer 120a nog verder wordt verbeterd.

Het aantal groeven kan willekeurig worden gekozen en is niet kritisch. Alhoewel het bovendien wenselijk 15 is om de groeven in de nabijheid van de instroom/uitstroom-opening samen te voegen is het al voldoende dat de groeven oVer nagenoeg de gehele lengte van de rubber dam verlopen ook zonder samenvoeging.

In de uitvoeringsvorm van figuur 46 is een 20 flexibel lichaam 130 voorzien van een geopend gesplitst gedeelte 130a, waarbij de bovenste plaat of vel een breedte heeft die iets groter is dan de breedte van de onderste plaat of vel waarbij het geopende uiteinde van het gesplitste gedeelte verbonden is met de rivierbedding 4 door middel 25 van ankerbouten 5» een houdelement 6 en moeren 7, zodat de vrije uiteinden van de bovenste en onderste lichaamsdelen met elkaar zijn gekoppeld. Als gevolg daarvan ontstaat er altijd een ruimte 31 binnen in het gesplitste gedeelte ofwel de opvulbare kamer 130a van de ruober dam 13Ο in de ingeklap-30 te toestand. Daarom zullen fluïdum insluitingen in de rubber dam worden voorkomen zelfs indien de instroom/uitstroom-opening voor toevoer/afvoer van het fluïdum gepositioneerd is aan een uiteinde van de ruober dam. Verder doet de tussenruimte 131 dienst als verend element om daarmee de 35 krachten van vallende stenen of iets dergelijks op te vangen.

Zoals getoond is in figuur 46 is verder nabij het verbindingsgedeelte 132 een kanaal 133 niet een boogvormige doorsnede aangebracht tussen de boven- en onderplaat, zodat het effect van het uitstromen van het fluïdum 40 vanuit de gevulde kamer nog verder tijdens het neerklappen 7906713 29 van de dam wordt verzekerd. Verder doet het kanaal 133 dienst voor het opvangen van spanningen in de nabijheid van het veruindingsgedeelte 132 tijdens het opblazen of vullen van de dam, zodat de duurzaamheid van de rubber 4 5 dam aanzienlijk kan worden verbeterd. Bovendien kan de vorming van het kanaal 133 eenvoudig worden bereikt door het plaatsen van een nylon staaf nabij het verbindingsge-deelte tussen de boven- en onderplaten of -vellen tijdens de fabrikage van het flexibele lichaam 130. In dit geval 10 kan de nylon staaf eenvoudig worden verwijderd als gevolg van de aanwezigheid van het geopende gesplitste gedeelte.

In de figuren 47a en 47b zijn andere verbindingsmogelijkheden getoond voor het bevestigen van het flexibele lichaam 1 zoals getoond is in figuur 3 aan de rivierbedding. 15 In de uitvoeringsvorm van figuur 47a zijn de vrije uiteinden 1a van het flexibele lichaam 1 gericht naar de bovenstroomse zijde en geplaatst op de rivierbedding 4.

Een U-vormig metalen koppelingselement 15 is aangebracht tussen de vrije uiteinden 1a samen met (niet getoonde) af-20 dichtmaterialen over de gehele lengterichting van het flexibele lichaam 1 teneinde een opvulbare kamer 9 te vormen met een uitstekende luchtdichtheid. Eet koppelingselement 15 maakt dus deel uit van de opvulbare kamer 9 van de inklapbare rubber dam. Daarna worden de ankerbouten 25 5» die tevoren in de rivierbedding zijn ingebed, door de (niet getoonde) gaten gestoken die gevormd zijn op bepaalde posities in het flexibele lichaam 1 nabij de vrije uiteinden 1a daarvan en het koppelingselement 15 wordt door middel van het houdelement 6 en de moeren 7 bevestigd. Eet flexi-50 bele lichaam 1 wordt op deze wijze luchtdicht bevestigd aan de rivierbedding 4 waarbij tevens een continue doorstroom-ruimte 16 wordt gevormd vanwege het tussen de vrije uiteinden 1a in de lengterichting verlopende koppelingselement 15.

35 In de uitvoeringsvorm van figuur 47a wordt het vullen of legen van de rubber dam niet verhinderd tijdens de toevoer of afvoer van fluïdum omdat het koppelingselement 15 tevens dienst doet als aansluitelement op een beveiligde positie van het flexibele lichaam 1 op de rivier-40 bedding 4. Daarom kan het koppelingselement 15 over een 7906713 3° bepaalde positie over de rivieroever verlopen. Omdat bovendien het koppelingselament 15 deel uitmaakt van de opvul-bare kamer kan het op ieder willekeurige positie van de opvulbare kamer worden aangebracht zoals blijkt uit de vol-5 gende uitvoeringsvorm maar het verdient de voorkeur om het koppelingselement 15 aan te brengen op de positie bevestigd aan de rivierbedding zoals getoond is in figuur 47a. In dit laatste geval wordt de bevestiging van het flecibele lichaam 1 vereenvoudigd.

10 In de uitvoeringsvorm van figuur 47b zijn de vrije uiteinden 1a van het flexibele lichaam 1 stroomafwaarts gericht, terwijl het tonggedeelte 12 van het lichaam 1 bevestigd is aan de rivierbedding 4 aan de stroomopwaartse zijde door middel van de ankerbouten 5» het houdelement 6 en de 15 moeren 7 op dezelfde wijze als reeds in het bovenstaande werd beschreven. In dit geval is het ïï-vormige metalen koppe lings element 15 aangebracht tussen de vrije uiteinden 1a en zorgt voor een luchtdichte afsluiting door middel van de bouten 5'» het houdelement 6' en de moeren 7.

20 In deze uitvoeringsvorm waarbij het koppelings- element 15 verloopt over de gehele lengte van de rubber dam 1 kan het voorkomen dat het vullen of legen van de dam niet geleidelijk verloopt. Daarom is het wenselijk om het koppe-lingselement 15 alleen aan te brengen tussen de vrije uit-25 einden 1a corresponderend met de rivierbedding 4. Bovendien is er in de uitvoeringsvorm van figuur 47b een U-vormig metalen koppelingselement 15 toegepast als stevig koppe-lingsorgaan maar er kunnen eveneens organen van plastic, stijve rubber, rubbersoorten met diverse verstevigingen en 50 dergelijke worden gebruikt. In elk geval moet het koppelingselement bij benadering een stevigheid hebben die voldoende is om de waterdruk in de neergeklapte toestand te weerstaan.

Volgens de uitvinding kan het flexibele lichaam met een dikkere wanddikte eenvoudig worden vervaardigd door 35 een integraal vormpersproces, dit in vergelijking met het in de stand der techniek gebruikelijke plaat of velmateriaal, zodat de duurzaamheid en de weersbestendigheid van het lichaam bij gebruik als inklapbare ruDber dam uitstekend zijn. In het bijzonder moet de rubber dam een goede veiligheid 40 bieden tegen doorbraak indien de dam functioneert voor het 7906713 31 afdammen van waterstromen van rivieren of dergelijke.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden beschreven verwijzend naar de voorbeelden van het flexibele lichaam bij gebruik als inklapbare rubber dam met 5 een verbeterde veiligheidsfactor.

In de uitvoeringsvorm van figuur 48 is een scheidingswand 141 aangebracht in het holle gesplitste gedeelte van de opvulbare kamer van het flexibele lichaam 140 zodat de opvulbare kamer wordt verdeeld in twee kamer-10 secties 140a en 140a'. In dit geval heeft de scheidingswand 141 een breedte die ongeveer gelijk is aan de halve om-trekslengte van de opvulbare kamer. Bovendien kunnen een aantal scheidingswanden worden gebruikt elk met een optionele breedte, voor het verdelen van de opvulbare kamer in 15 een gewenst aantal kamersecties.

Het flexibele lichaam 140 kan eenvoudig worden vervaardigd met behulp van een integraal persvormprocédé uitgaande van het juiste aantal ruwe rubber vellen of platen en anti hechtelementen. Dit lichaam 140 kan worden gevuld 20 tot de toestand getoond in figuur 48 gebruikmakend van een buizenstelsel zoals getoond is in de figuren 49 en 50·

Zoals getoond is in figuur 50 worden twee van flense voorziene buissecties 10 en 10' ingebracht aan een uiteinde van het flexibele lichaam 140 zodat een verbinding 25 wordt verkregen met de opvulbare kamersecties 140a en 140a’, waarbij de scheidingswand 141 boven de ene en onder de andere pijpsectie langs loopt waarna het eindgedeelte van het lichaam tesamen met de pijpsecties wordt ingeklemd tussen een paar houdelementen 11' elk met half cirkelvormig gekromde 50 gedeelten en bevestigd door middel van bouten en moeren. Vervolgens worden de pijpsecties 10 en 10’ gekoppeld met de buizen 142, 143 in het in figuur 49 getoonde buizenstelsel.

Als het flexibele lichaam 140 wordt gevuld zodat de in figuur 48 geïllustreerde toestand wordt bereikt 35 gebruikmakend van het buizenstelsel uit figuur 49 dan worden de kleppen en V£ geopend terwijl de kleppen V^ en V^ gesloten zijn. Vervolgens wordt de luchtcompressor of pomp P in werking gesteld voor het toevoeren van het fluïdum zoals lucht of water of iets dergelijks naar de twee opvulbare 40 kamersecties 140a en 140a' door de buizen 142 en 143.

7906713 52

Ia de uitvoeringsvorm van figuur 48 wordt het fluïdum in elke kamersectie 14Qaen 140a' onder nagenoeg dezelfde inwendige druk ingevoerd, maar de inwendige druk in de opvulbare kamersecties kan ook verschillend zijn. Boven 5 dien kan ook slechts een van de opvulbare kamersecties worden gevuld.

In de rubber dam van figuur 48 zal zelfs indien een (140a) ^an de opvulbare kamersecties lek raakt door inwerking van drijfhout, rollende stenen end er ge lijke, 10 de rubber dam een zekere aamhoogte handhaven zonder dat de dam geheel leeg loopt omdat de luchtdichtheid van de andere opvulbare kamersecties 140a’ niet is aangetast, Als gevolg daarvan zal de overstromingsschade aan de stroomafwaartse zijde bij het lekraken van deze damsectie kunnen wor-15 den voorkomen of beperkt. Bovendien kan een bepaalde dam-hoogte worden gehandhaafd door het verder toevoeren van fluïdum door de pijp 145 aan de opvulbare kamersectie 140a' nadat de opvulbare kamersectie 140a lek geraakt is.

Het legen van de rubber dam 144 gebeurt bij 20 voorkeur op dezelfde wijze als beschreven is bij het buizenstelsel volgens figuur 42.

In de figuren 51-53 zijn verdere gemodificeerde uitvoeringsvormen van het flexibele lichaam 140 getoohd voorzien van een scheidingswand 141 zoals in figuur 48. Deze uit-25 voeringsvormen zijn voorzien van middelen voor het direct en totaal legen van de rubber dam volgens een principe van de figuren 41a en 44a zelfs wanneer het buizenstelsel voor het toevoeren en afvoeren van het fluïdum aangebracht si aan een eindgedeelte van de rubber dam zoals getoond is in fi-30 guur 49.

In de uitvoeringsvorm van figuur 51 zijn twee opvulbare hulpkamers 145 gevormd in de binnenwanden van de opvulbare kamersecties 140a, 140a' welke deel uitmaken van de opvulbare hoofdkamer van het flexibele lichaam 140 en 35 verlopen in de lengterichting ervan. Deze opvulbare hulpkamers 145 hebben een diameter die aanzienlijk kleiner is dan die van de opvulbare hoofdkamer, zodat ze afzonderlijk kunnen worden aangebracht in de opvulbare hoofdkamer op andere wijze dan getoond is in figuur 51.

40 In de uitvoeringsvorm van figuur 52 is de hulp- 7906713 33 kamer 14-5 gevormd in een centraal gedeelte van de scheidingswand 14-1 in de lengterichting ervan, anders dan in het geval van figuur 51.

Bij het leegstromen van het flexibele lichaam 5 140 getoond in de figuren 51 en 52 steekt de hulpkamer (s) uit binnen in de hoofdkamer in de gevulde toestand zodat er een doorlopende doorstroomruimte ontstaat in de richting van de instroom/uitstroomaans^iting in de lengterichting van de dam, zodat het in de hoofdkamer aanwezige fluïdum 10 geheel uitstroomt door deze doorstroomruimte naar de atmosfeer zonder dat de tegenover elkaar gelegen binnenwanden van de hoofdkamer aan elkaar kleven. In dit geval kan het flexibele lichaam 14-0 getoond in de figuren 51 en 52 volledig leegstromen zonder dat er ingesloten hoeveelheden 15 fluïdum achterblijven.

In de uitvoeringsvorm van figuur 53 is een aantal groeven 146 aangebracht in de binnenwanden van de opvuibare kamersecties 140a, 140a' in de lengterichting daarvan in plaats van de hulpkamers 145. In dit geval kan 20 een totale leegstroming worden verwacht omdat de groeven 146 dezelfde functie uitoefenen als de hulpkamers 145, Bovendien kunnen de groeven 146 worden gevormd in beide zijden van de scheidingswand 141 in plaats van in de binnenwanden van de hoofdkamer.

25 In de Dovengenoemde uitvoeringsvormen kan de scheidingwand 141 worden vervaardigd uit een veerkrachtig materiaal zoals een sterke plastic soort of iets dergelijks.

In dat geval kan de ruober dam gemakkelijker leegstromen.

In de figuren 54a en 54b is een uitvoerings-30 vorm getoond van het flexibele lichaam 150 waarin een groot aantal uitstekende elementen 151 en uitsparingen 152 aangebracht is tenminste aan een gedeelte van het buitenoppervlak van het gesplitste gedeelte ofwel de opvuibare kamer 150a in de lengterichting van het flexibele lichaam 150.

35 De fabrikage van een flexibel lichaam 150 met een dergelijk geruwd oppervlak kan worden uitgevoerd in een integraal vormpersproces zoals in het voorgaande reeds werd beschreven met uitzondering van het feit dat een ruw canvas wordt aangebracht tussen het boven - of onderoppervlak van 40 de ruwe rubber plaat en de oppervlakteplaat op een vooraf 7906713 34 bepaalde positie. Na het vormpersproces wordt het flexibele lichaam 150 met de uitstekende delen 151 en de uitsparingen 152 aan zijn buitenoppervlak verkregen door het verwijderen van het ruwe canvas, zoals getoond is in figuur 54 ver-5 dient het de voorkeur dat een groot aantal van dergelijke uitstekende delen 151 en uitsparingen 152 wordt aangebracht op tenminste een gedeelte van het buitenoppervlak van de opvulbare kamer 150a met inbegrip van het gebied waar dé damhoogte maximaal is in de opgevulde toestand.

10 Wanneer de uitstekende delen 151 en de uit sparingen 152 aan het buitenoppervlak van de opvulbare kamer 150a zijn gevormd dan zal een rekspanning uniform worden verdeeld over het totale oppervlak van de opvulbare kamer, en worden gedispergeerd in de uitstekende delen en uitsparingen 15 en in hoofdzaak in de uitsparingen worden geconcentreerd. Verder staafde meeste uitsparingen niet direct bloot aan zonnestraling als gevolg van de aanwezigheid van de uitstekende delen. In het algemeen is een glad buitenoppervlak van de opvulbare kamer onderhevig aan het ontstaan van 20 breuken en bartjes in het aan zonlicht blootgestelde gebied onder invloed van een rekspanning. Volgens de uitvinding kan nu het aan zonlicht blootgestelde geoied worden gereduceerd door de vorming van deze uitsparingen en uitstekende delen, omdat de rekspanning wordt geconcentreerd in de 25 niet blootgestelde oppervlaktedelen ofwel de uitsparingen, zodat het optreden van bartjes of scheurtjes in het rubber oppervlak als gevolg van de blootstelling aan zonlicht op effectieve wijze kan worden voorkomen met als gevolg dat de duurzaamheid en de weersbestendigheid aanzienlijk worden 50 verbeterd. Verder wordt het risico voor mensen die’ over de rubber dam in de gevulde toestand zoals getoond is in fig. 54b lopen, sterk verminderd zo niet uitgesloten.

In de uitvoeringsvorm van de figure 54a en 54b zijn de afmetingen van de uitstekende delen 151 en de uit-35 sparingen 152 als volgt gekozen: de breedte van de uitstekende delen is niet groter dan 10 mm en de breedte en de diepte van de uitsparingen is niet meer dan resp. 10 mm.

De breedte en de diepte van de uitstekende delen en uitsparingen is bij voorkeur respectievelijk 5 mm. Teneinde het 40 optreden van barstjes of scheurtjes op effectieve wijze te 79 0 67 1 j

Claims (10)

10 Volgens de uitvinding wordt het flexibele lichaam van de inklapbare rubber dam tevoren gevormd in een platte toestand corresponderend met de ingeklapte toestand van de rubber dam door middel van een integraal persvormproces, zodat de plaatselijke effecten zoals vouwen van 15 het plaatmateriaal en dergelijke bij de bevestiging niet zullen optreden. Verder kan het flexibele lichaam met een grotere wanddikte eenvoudiger worden vervaardigd dit in vergelijking met de conventionele rubber dam die wordt vervaardigd uit rubberachtig plaatmateriaal, zodat beschadiging van de 20 ruober dam nauwelijks optreedt en de duurzaamheid en de weersbestendigheid aanzienlijk worden verbeterd. Bovendien ontstaat er geen speciale spanningsconcentratie op enig punt van het flexibele lichaam in de lege toestand en wordt derhalve ook het optreden van scheurtjes of barstjes op 25 effectieve wijze voorkomen. Bij het bevestigen aan de rivierbedding en de rivieroevers kan het flexibele lichaam volgens de uitvinding direct en luchtdicht worden bevestigd aan de rivierbedding en de rivieroevers door middel van ankerbouten en 30 moeren, zodat de bevestigingsoperatie zeer eenvoudig is en de werkingsgraad van de bevestiging noB verder is verbeterd. Als verder het gesplitste gedeelte van het flexibele lichaam bestaat uit een hol gesplitst gedeelte dan kan de luchtdichtheid van het resulterende lichaam op 35 voldoende wijze in een fabrikage omgeving worden gecontroleerd zodat daardoor de bevestigingsoperatie aanzienlijk wordt verbeterd. G 0 N U L· U S I £ S.

1. Inklapbare rubber dam, gekenmerkt 4-0 d o o r een flexibel lichaam opgebouwd uit rubberachtig 7906713 elastomeer materiaal en voorzien van tenminste een gesplitst gedeelte op een vooraf bepaalde positie in de dikterich-ting en verlopend langs de lengterichting ervan, welk lichaam luchtdicht wordt bevestigd aan de rivierbedding en 5 rivieroevers door middel van bevestigingselementen zodanig dat het genoemde gesplitste gedeelte dienst doet als opvul-bare kamer welke opgevuld kan worden met een fluïdum.

2. Inklapbare rubber dam volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde gesplitste 10 gedeelte bestaat uit een hol gesplitst gedeelte.

3. Inklapbare rubber dam volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de genoemde opvul-bare kamer versterkt is door scheef gesneden weefsel.

4. Inklapbare rubber dam volgens een der voor_ 15 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de op- vulbare kamer voorzien is van een opvulbare hulpkamer waarvan de diameter kleiner is dan die van de opvulbare kamer welke opvulbare hulpkamer verloopt in de lengterichting van de opvulbare kamer. 20 5· Inklapbare rubber dam volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de genoemde opvulbare hulpkamer kan worden gevuld met een fluidiseerbaar materiaal dat bij kamertemperatuur een vaste vorm kan aannemen.

6. Opklapbare rubber dam volgens een der voor-25 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de genoemde opvulbare kamer voorzien is aan zijn binnenwand van tenminste een over de lengterichting ervan doorlopende groef.

7· Inklapbare rubber dam volgens conclusie 1, 3O met het kenmerk, dat tenminste een gedeelte van de genoemde opvulbare kamer waterdicht is gekoppeld door middel van een stevig koppelingsorgaan dat verloopt in de lengterichting van de dam.

8. Inklapbare rubber dam volgens conclusie 1, 35 met het kenmerk, dat de genoemde opvulbare kamer voorzien is van tenminste een scheidingswand verbonden met de binnenwand van de genoemde opvulbare kamer en verlopend in de lengterichting ervan.

9. Inklapbare rubber dam volgens conclusie 1, 40 met het kenmerk, dat tenminste een gedeelte van 7906713 het buitenoppervlak van de genoemde opvulbare kamer geruwd is in de lengterichting ervan.

10. Meertraps inklapbare dam gekenmerkt door een combinatie van tenminste twee flexibele op 5 elkaar geplaatste lichamen, waarbio elk van deze lichamen is vervaardigd uit rubberachtig elastomeer materiaal en voorzien is van tenminste een gespleten gedeelte op een vooraf bepaalde positie in de dikterichting en langs de lengterichting ervan. ********* 7906713