NL7906405A - Fotogevoelige materialen. - Google Patents

Fotogevoelige materialen. Download PDF

Info

Publication number
NL7906405A
NL7906405A NL7906405A NL7906405A NL7906405A NL 7906405 A NL7906405 A NL 7906405A NL 7906405 A NL7906405 A NL 7906405A NL 7906405 A NL7906405 A NL 7906405A NL 7906405 A NL7906405 A NL 7906405A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
image
photosensitive
sheet
material according
Prior art date
Application number
NL7906405A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Letraset International Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Letraset International Ltd filed Critical Letraset International Ltd
Publication of NL7906405A publication Critical patent/NL7906405A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B7/00Layered products characterised by the relation between layers; Layered products characterised by the relative orientation of features between layers, or by the relative values of a measurable parameter between layers, i.e. products comprising layers having different physical, chemical or physicochemical properties; Layered products characterised by the interconnection of layers
    • B32B7/04Interconnection of layers
    • B32B7/12Interconnection of layers using interposed adhesives or interposed materials with bonding properties
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B27/00Layered products comprising a layer of synthetic resin
    • B32B27/36Layered products comprising a layer of synthetic resin comprising polyesters
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B27/00Layered products comprising a layer of synthetic resin
    • B32B27/06Layered products comprising a layer of synthetic resin as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B27/00Layered products comprising a layer of synthetic resin
    • B32B27/30Layered products comprising a layer of synthetic resin comprising vinyl (co)polymers; comprising acrylic (co)polymers
    • B32B27/302Layered products comprising a layer of synthetic resin comprising vinyl (co)polymers; comprising acrylic (co)polymers comprising aromatic vinyl (co)polymers, e.g. styrenic (co)polymers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B27/00Layered products comprising a layer of synthetic resin
    • B32B27/32Layered products comprising a layer of synthetic resin comprising polyolefins
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B7/00Layered products characterised by the relation between layers; Layered products characterised by the relative orientation of features between layers, or by the relative values of a measurable parameter between layers, i.e. products comprising layers having different physical, chemical or physicochemical properties; Layered products characterised by the interconnection of layers
    • B32B7/04Interconnection of layers
    • B32B7/06Interconnection of layers permitting easy separation
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03FPHOTOMECHANICAL PRODUCTION OF TEXTURED OR PATTERNED SURFACES, e.g. FOR PRINTING, FOR PROCESSING OF SEMICONDUCTOR DEVICES; MATERIALS THEREFOR; ORIGINALS THEREFOR; APPARATUS SPECIALLY ADAPTED THEREFOR
    • G03F7/00Photomechanical, e.g. photolithographic, production of textured or patterned surfaces, e.g. printing surfaces; Materials therefor, e.g. comprising photoresists; Apparatus specially adapted therefor
    • G03F7/12Production of screen printing forms or similar printing forms, e.g. stencils
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03FPHOTOMECHANICAL PRODUCTION OF TEXTURED OR PATTERNED SURFACES, e.g. FOR PRINTING, FOR PROCESSING OF SEMICONDUCTOR DEVICES; MATERIALS THEREFOR; ORIGINALS THEREFOR; APPARATUS SPECIALLY ADAPTED THEREFOR
    • G03F7/00Photomechanical, e.g. photolithographic, production of textured or patterned surfaces, e.g. printing surfaces; Materials therefor, e.g. comprising photoresists; Apparatus specially adapted therefor
    • G03F7/26Processing photosensitive materials; Apparatus therefor
    • G03F7/34Imagewise removal by selective transfer, e.g. peeling away
    • G03F7/346Imagewise removal by selective transfer, e.g. peeling away using photosensitive materials other than non-macromolecular photopolymerisable compounds having carbon-to-carbon double bonds
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B2307/00Properties of the layers or laminate
    • B32B2307/70Other properties
    • B32B2307/748Releasability

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Spectroscopy & Molecular Physics (AREA)
  • Photosensitive Polymer And Photoresist Processing (AREA)

Description

- 1 - * * Ν.Ο. 28.169
Letraset International Limited te Londen.
Eotogevoelige materialen.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op fotogevoelige materialen en de toepassingen ervan en in het bijzonder op fotogevoelige materialen, die na beeldsgewijze belichting zeer eenvoudig behandeld kunnen worden voor het geven van gereproduceerde beelden, waarbij de ontwikkeling van het beeld mechanisch in plaats 5 van chemisch is.
In het Amerikaanse octrooischrift 5·353*955 wordt een uit drie lagen bestaand materiaal beschreven, dat twee buigzame films bevat, die gescheiden zijn door een zeer dunne film van een foto-polymeriseerbaar preparaat. De cohesie van dat preparaat, zowel 10 in niet belichte als belichte toestand, is groter dan de hechting ervan op elk van de buigzame films, maar in de niet belichte toestand ervan hecht het sterker op de ene film dan op de andere film en in de belichte toestand hecht het op de andere sterker dan op de ene. Dientengevolge kan een dergelijk materiaal ontwikkeld wor- 15 den na beeldsgewijze belichting door eenvoudig de twee substraten afzonderlijk af te strepen, waarbij de belichte gedeelten van de tussenlaag hechten op de ene film en de niet belichte gedeelten hechten op de andere film.
Een dergelijk systeem is niet zonder nadelen, die de prac- 20 tische toepassing ervan belemmeren. Vanneer het beeld zichtbaar dient te zijn, dient de fotopolymeriseerbare tussenlaag gekleurd te zijn, maar de opname van een kleurstof of pigment in die laag maakt het moeilijker fotopolymerisatie te bewerkstelligen in belichte gebieden ervan. Vanneer er te weinig kleurstof of pigment is, 23 zijn ook de gevormde beelden van een te geringe ondoorzichtigheid.
Vergroting van de kleurstof- of pigmentconcentratie om dit te neutraliseren leidt tot een afname in de snelheid van de fotogevoelige laag en tot onaanvaardbaar lange belichtingstijden. Aangezien 7j9 0 6 4 0 5 '* · - Λ 2 <fe laag dient af te. schuiven bij de grensvlakken tussen tussen niet belichte en belichte gebieden, dient deze niet te sterk, d.w.z.niet te cohesief te zijn. Het gevoelige evenwicht van adhesieve en cohe-sieve eigenschappen die vereist zijn voor een te verwerken materiaal is soms moeilijk te verkrijgen. Wanneer de laag te dik is 5 zal deze niet zeer zuiver afschuiven en is de randbëgrenzing van de voortgebrachte beelfen onbevredigend.
Een andere benadering is beschreven in het Amerikaanse oc-trooischrift 3.060.025· In dit octrooischrift wordt een werkwijze beschreven, waarbij een fotogevoelige kleverige laag met licht ge- 10 hard wordt in delen bij beeldsgewijze belichting en niet geharde delen ( die klevend of thermisch overdraagbaar blijven) en kan vervolgens een beeldvormende laag, bijvoorbeeld van gasroet op een substraat worden teweeg gebracht om een zichtbaar beeld te geven onder toepassing van een warmteoverdrachtstrap. De beschreven werk- 15 wijze is complex en leidt niet tot beelden met een grote optische dichtheid.
In het Amerikaanse octroischrift 3.615*435 wordt een verdere benadering beschreven, waarbij een fotohardbaar beeld reproducerend element bestaat uit een drager, een laag doorzichtig fotoherdbaar 20 materiaal op de drager en een laag gekleurd fotohardbaar materiaal boven op het doorzichtige fotohardbare materiaal. Een .ontvanger-laag bedekt de laag van gekleurd fotohardbaar materiaal en na beeldsgewijze belichting geeft de afzonderlijke afstroping van drager en ontvangerlaag aanleiding tot positieve en negatieve beelden. Gepig- 25 menteerde fotopolymeerlagen zijn moeilijk volledig te harden zonder een lange bestrdling, maar wanneer lange bestralingstijden bij de belichting worden gebruikt, wordt de beeldbegrenzing van dergelijke materialen onaanvaardbaar.
In het Britse octrooischrift 1.3-36.065 worden uit meer lagen 30 bestaande fotogevoelige materialen beschreven, die geconstrueerd kunnen zijn als een paar scheidbare dragerfilms, gescheiden door een veelvoud tussenlagen, waarvan één fotogevoelig is. Bij dat systeem kan de adhesie van een fotogevoelige laag tot de aangrenzende film ervan verlaagd worden door blootstelling aan licht ten ge- 35 volge van de aanwezigheid van een gas ontwikkelende verbinding in 7906405 * * 3 de fotogevoelige laag. Een dergelijk materiaal is niet rechtstreeks te vervaardigen of te gebruiken.
Gevonden werd, dat veel betere resultaten verkregen kunnen worden en een grote verscheidenheid van gebruiksmateriaal kan worden voortgebracht, wanneer gebruik gemaakt wordt van een sand- 5 wich- en afstrooptechniek, zoals beschreven in de hiervoor vermelde octrooischriften, maar waarbij: a) de fotogevoelige laag doorzichtig is en gescheiden is van een beeld of beeldvormende laag en b) blootstelling aan actinische bestraling de fotogevoelige laag 10 meer cohesief maakt en de adhesie ervan met betrekking tot een of beide aangrenzende lagen vergroot op een voldoende wijze, zodat een beeldsgewijze scheiding plaats heeft na afstropen van de substraten.
In het Britse octrooischrift 1.532.307 wordt een sandwich- 15 en afstrooptechniek beschreven, waarbij tussen de twee vellen, die kunnen worden afgestroopt twee lagen zijn, waarvan de eerste een fotopolymeriseerbaar materiaal en de tweede een brosse, niet foto-polymeriseerbare beeldvormende laag is. Voorafgaande aan de belichting resulteert de afstroping van de vellen in een cohesief tekort 20 van de fotopolymeriseerbare materiaallaag, waarbij het geheel van de beeldvormende laag op het dragervel blijft, die het dichtste bij is.Bij blootstelling aan actinische bestraling echter verandert de fotopolymeriseerbare laag onder vorming van een gehard gedeelte, dat bij afstroping van de dragervellen , het onderliggende gedeelte 25 van de beeldvormende laag wegtrekt.
Materialen zoals beschreven in het Britse octrooischrift 1.532.307, kunnen zonder grote moeilijkheden vervaardigd worden, maar zij lij.den aan een aantal nadelen bij gebruik. In het bijzonder leidt het cohesieve tekort van de niet belichte fotopolymeriseerbare 30 laag tot niet belicht fotopolymeriseerbaar materiaal op elk van de twee vellen, die verkregen worden door afstropen van het materiaal en elk ervan dient dientengevolge onderworpen te worden aan een nabehandeling om de kleverige fotopolymeriseerbare laag te harden, voordat deze kan worden gebruikt. Volgens de onderhavige uitvinding 55 wordt een fotogevoelig materiaal verschaft dat in volgorde bestaat uit een eerste dragervel, een fotogevoelige laag, een beeldvormende 7906405 i . % * 4 laag eneen tweede dragervel, waarin bij beeldsgewijze belichting van het material. en afstropen van de vellen, de beeldvormige laag beeldsgewijze wordt afgeschoven, en waarin na afstropen van de vellen, voorafgaande aan de belichting, de fotopolymeerlaag en de beeldvormende laag beide geheel behouden blijven op het tweede 5 dragervel, en na belichting de fotopolymeerlaag en ten minste een deel van de beeldvormende laag behouden blijven op het eerste dragervel.
Wanneer een dergelijk materiaal beeldsgewijze wordt belicht en ontwikkeld door afstropen van de eerste en tweede dragervellen, 10 heeft afschuiving beeldsgewijze plaats door het totaal van de foto-gevoelige laag en ten minste een deel van de beeldvormende laag .
Bij voorkeur heeft|afschuiving plaats door het totaal van de dikte van beide lagen.
In zowel de niet belichte als belichte gebieden is de foto- 15 gevoelige laag een coherente film, waarbij de film in de belichte gebieden enigszins sterker is dan in het niet belichte gebied.
Het fotogevoelige materiaal van de onderhavige uitvinding is^fëijzondere waarde bij de vervaardiging van droge overdrachts-materialen, die direct vervaardigd kunnen worden in één belichtings-/ 20 ontwikkelingsteap, wanneer de afschuifbare beeldvormende laag permanent relatief niet klevende kleefmiddelbestanddelen bevat, die voldoende zijn om het beeld gevormd op een gewenst substraat te doen kleven. In dat verband kan het aldus voortgebrachte droge overdrachtsmateriaal door geschikte formulering van de twee lagen 25 worden opgesteld om allen te werken krachtens de ontwikkelde adhesie op de gewenste ontvanger door de kleefmiddelbestanddelen in de beeldvormende laag, die fungeert om de binding ti^en de belichte fotogevoelige laag en het eerste dragervel te overstelpen, of kan de fotogevoelige laag op andere wijze zodanig worden geformuleerd, 30 dat na belichting ervan, tezamen met het afgeschoven gedeelte van de beeldvormige laag, die daarover ligt, een indicium vormt, die van het eerste dragervel kan worden losgemaakt door plaatselijke manipulatie, bijvoorbeeld door over het achteroppervlak van het eerste dragervel te wrijven met een naald, zoals beschreven in het Britse 35 octrooischrift 959·670·
Ook kan voor het opnemen van een klesfmateriaal in de beeld- 7906405 , 9 Λ 5 vormende laag, het kleefmiddel worden opgenomen in het fotogevoe-lige materiaal als een laag tussen de beeldvormende laag en het tweede dragervel, welke laag bij het afstropen van de dragervellen ten minste ten dele achterblijft op die gebieden van de beeldvormende laag, die met het eerste dragervel zijn weggetrokken. 5
Wanneer het niet gewenst is kleefmiddel op te nemen in het fotogevoelige materiaal zelf, na belichting en ontwikkeling door afstropen, kunnen de indices, waarvan het gewenst is dat deze worden overgebracht, op bekende wijze bekleed worden met een gebruikelijk droog overdrachtskieefmiddel, met geringe kleefdruk. Wanneer na be- 10 lichting lij het afstropen de beeldvormende laag volledig wordt afgeschoven bij de beeldgrenzen, worden zowel negatieve als positieve beelden, die overeenkomen met het oorspronkelijke beeld, waaraan het materiaal was blootgesteld, voortgebracht, een op elk dragervel. Wanneer anderzijds de beeldvormende laag ten dele op het tweede drager- 15 vel bij het afstropen achterblijft, draagt alleen het eerstee amb-straat een beeld en is het fotogevoelige materiaal negatief werkend.
Het verdient de voorkeur dat de dragervellen kunststoffilms zijn voor het gemak van hantering, hoewel in bepaalde speciale toepassingen één ervan stijf kan zijn. Bijvoorbeeld kan bij het voort- 20 brengen van tekens één dragervel zijn samegesteld uit een stijf doorzichtig of doorschijnend vel, dat een deel zal vormen van het uiteindelijke teken en het andere voor een verwijderbare kunst-stoffilm.
Be onderhavige uitvinding kan ook worden toegepast op andere 25 gebieden van grafische kunst, zoals het voortbrengen van droge overdracht smaterialen, kleurproefdrukmaterialen, zeefdrukstencils en lithografische platen. Yoor droge overdrachtsmaterialen kan een permanent klevend plakmiddel worden opgenomen in de beeldvormende laag of in een verdere laag tussen de twee dragervellen. Yoor kleurdruk- 30 proeven kunnen de afzonderlijke lagen van de proefdruk tezamen gelamineerd worden onder toepassing van gebruikelijke plakmiddelen.
Het fiet, dat het fotogevoelige materiaal zowel positief als negatief werkend kan zijn, is geschikt voor kleurdrukproeftoepassingen.
Bij kleurdrukproeftoepassingen verdient het in het bijzonder de 35 voorkeur een materiaal te gebruiken met na belichting een in ultraviolet licht hardhaar plakmiddel in de niet belichte gebieden.
7906405 •i » v 4 .
6
Een andere toepassing is bij de -vervaardiging van tekens. Een voorkeurswerkwijze is, waarbij een met ultraviolet licht hardend plakmiddel achterblijft op het beeld in niet belichte gebieden.
Een koude laminering maakt een innig contact mogelijk tussen dat beeld en een stijf transparant substraat, waarna bestraling door 5 het stijve substraat het kleefmiddel hardt, waardoor het buigzame dragervel kan worden afgestroopt, waarbij een teken achterblijft, dat hecht op het stijve transparante substraat, waardoor het kan worden waargenomen en waardoor het kan worden beschermd.
De fotogevoelige laag dient een laag te zijn, waarin de 10 inwerking van actinische straling grote veranderingen teweeg brengt in het grootste deel van de meèhanische eigenschappen van de laag door middel van polymerisatie en/of verknoping. Gewanlijk zal de laag een foto-initieermiddel en een onverzadigd monomeer bèvatten teneinde de gewenste verandering tot stand te brengen. De inwerking 15 van licht op het foto-initieermiddel geeft vrije radicalen, die de polymerisatie en verknoping van het monomeer initiëren, waardoor het grootste deel van de mechanische eigenschappen van de laag veranderd wordt. Het foto-initieermiddel kan gekozen worden uit een zeer groot aantal chemische verbindingen, die straling absorberen 20 onder vorming van reactieve fragmenten door directe splijting of latere reductie na bestraling met elektromagnetische stralen van geschikte golflengte. Bijzonder geschikt zijn aromatische carbonyl-verbindingen, zoals benzil of derivaten ervan, acetofenon en derivaten ervan, benzofenon, benzoine, benzoineethers, chloorthioxantho- 25 nen en antrachinonen. Een ander systeem van waarde is de opwekking van een polymerisatie ..teweeg gebracht door een Lewis-zuur·. aryl-diazoniumzouten kunnen als initieermiddelen gebruikt worden in lagen op epoxyharsbasis. Het voordeel van dit systeem is, dat Boei totaal ionogene mechanisme niet door zuurstof wordt geremd en ^0 polymerisatie enigszins voortgaat na de aanvankelijke blootstelling die een goed contrast geeft. Het foto-initieermiddel kan tevens groepen bevatten, die zelf onverzadigde moleculen verknopen; moleculen die de azidogroep bevatten, zijn voor dit doel bekend.
Onverzadigde monomeren voor gebruik in de fotogevoelige 35 laag kunnen gekozen worden uit de talloze bekende onverzadigde polyfunctionele acrylaten. Hun eigenschappen kunnen gemodificeerd 7906405 0 * 7 worden door de toevoeging van monomeren, die slechts één plaats van onverzadigdheid bevatten.
Andere verbindingen zoals voorpolymeren en oligomeren kunnen in de fotogevoelige lagen worden opgenomen. Een grote groep van dergelijke verbindingen is bekend vanwege hun toepassing in 5 met ultraviolette stralen hardende inkten. De fotogevoelige laag dient een vaste, halfvaste of gel van voldoende cohesieve sterkte te bezitten om als een geheel te blijven bestaan of het tweede dragervel na afstropen van niet belichte gebieden. Eet verdient de voorkeur dat het verschil tussen de cohesieve sterkte van de be- ' 10 lichte en onbelichte gebieden maximaal wordt gemaakt om het beeld zijn maximum begrenzing te doen verkrijgen. Andere toevoegsels zoals kleefmiddelen kunnen in de fotogevoelige laag worden opgenomen, afhankelijk van het eindgebruik ervan.
Derhalve zal de fotogevoelige laag bij voorkeur bestaan uit 15 een monomeer, foto-initieermiddel en een filmvormend bindmiddel en/of reactief oligomeer met de eventuele toevoeging van reactie-versnellers (bijvoorbeeld aminen en geperhalogeneerde alkanen) en thermische stabilisatoren ( bijvoorbeeld veelwaardige fenolen), die werken door remming van de polymerisatie. Het monomeer dient alleen 20 te worden to^: gevoegd voor zover het wordt vastgehouden door het filmvormende bindmiddel, waardoor het mogelijk wordt de laag volledig te verwijderen van het eerste dragervel bij afstopen in de niet belichte gebieden. In formuleringen, waarbij het monomeer kan worden toegevoegd in grote hoeveelheden ( d.w.z. waar het volledig ver- 25 enigbaar is met het bindmiddel in alle verhoudingen) dient op zodanige wijze ervoor te worden gezorgd, dat de cohesie van de fotogevoelige laag gehandhaafd wordt tijdens het afstropen. Op soortgelijke wijze dient de combinatie van initieermiddelmonomeer en oligomeer aan het bindmiddel te worden toegevoegd alleen voor het ont-wikkelen van foto-adhesieeigenschappen en riet in zodanige overmaat, dat een inwendig cohesief gebrek optreedt. De monomeren, ini-tieermiddel en oligomeren dienen geabsorbeerd te worden door het bindmiddel, op een zodanige wijze dat zij geheel verwijderd worden uit het eerste dragervel in de niet belichte gebieden. De fotogevoe- ^5 lige laag dient dus een zo klein mogelijke adhesie te bezitten op het eerste dragervel in de niét belichte toestand. 7oor de produk- 7906405 t. - -* 8 ί tie van droge overdrachtsbeelden dient de fotogevoelige laag te kleven op het eerste dragervel na belichting, maar dient eveneens lossing van het beeld mogelijk te maken indien in aanraking gebracht meteen ontvangend oppervlak. Be beste weg om deze schijnbare tegenspraak van de toename in adhesie te overwinnen, die aanleiding geeft 5 tot een beeld, dat uiteindelijk vereist is om afgegeven te worden uit het oppervlak van het eerste dragervel, waarop het onder toe-r gepaste druk, bijvoorbeeld met een naald,is gehecht, is de kleef-zijde van de beeldvormende laag te hebben bekleed op een los^papier, dat het tweede dragervel vormt, terwijl een fotogevoelige laag aan-*4. 10 wezig is, die het gebruik mogelijk maakt van het strék-losprincipe in de uiteindelijk geharde vorm.
Be monomeren, die gebruikt kunnen worden voor de onderhavige uitvinding, zijn talrijk en vele voorbeelden zijn in de hiervoor vermelde octrooischriften vermeld. Bijzonder geschikt zijn de poly- 15 functionele vloeibare acrylaten. Be initieermiddelen kunnen zijn zoals hiervoor vermeld. Verknoopbare oligomeren zijn bekend vanwege hun gebruik in door ultraviolette straling hardende inkten. Bindmiddelen kunnen gekozen worden uit een grote groep polymere· materialen, maar dienen zorgvuldig te passen bij de monomeren, oligomeren 20 het en initieermiddelen en bij de dragersubstraten, aangezien het bindmiddel is, dat de belangrijkste invloed heeft op de beeldbegrenzing en lossing. Polyvinylacetaten, polyvinylalcoholen, polyvinylpyrro-lidon en acrylmonomeren zijn toegepast bij de uitgewerkte voorbeelden die hierna meer in detail zijn beschreven. Be fotoinitieer- 25 middellaag dient .zo dun te zijn als doelmatig is voor de bereiding en dient te zijn aangepast aan een goede beeldlossing. Een dikte tussen 1 en 30yrum geeft de beste resultaten.
Be beeld vormende laag is bij voorkeur gepigmenteerd en bevat een bindmiddel zoals een hars, een polymere filmvormer of een gom. Inerte, minerale vaste stoffen zoals glas, siliciumoxide, aluminiumoxide en asbest kunnen in de beeldvormende laag worden opgenomen en polymeren en/of polymeer korrels kunnen worden opgenomen, waarbij een nabehandeling voor speciale doeleinden kan doen smelten of harden. De beeldvormende laag kan ook een metaallaag zijn, 55 die onder een verminderde druk is aangebracht. De beeldvormende laag dient een minimum cohesieve sterkte te bezitten, die verenig- 7906405 9 baar is met de afstroopfunctie ervan en kan worden samengesteld om e en klevend oppervlak te geven door de toevoeging van permanent klevende, polymere plakmiddelen. Er dient een sterke kleving te zijn op het tweede dragervel, die verenigbaar is met de kleefeigenschappen van de fotogevoelige laag. Het eerste dragervel dient transpa- 5 rant te zijn en kan gekozen worden nit elk van de buigzame kunst-stofmaterialen, die transparant zijn voor ultraviolet licht in het bijzonder polyethyleentereftalaat, polyetheen, polystyreen en ace-taatfilms. He oppervlaktekleefeigenschappen van deze transparante film kan worden ingesteld door gebruik van een vervangende laag. 10
Tweede dragervellen kunnen gekozen worden uit een groot aantal pa-persoorten en kunststoffen. Wanneer het eindmateriaal een droog overdrachtsmateriaal dient te zijn, is het tweede dragervel dat de voorkeur verdient een buigzaam papier of kunststoffilm bekleed met een niet overdraagbare loslaag, zoals een polymeer op polysiloxan- 15 basis.
De vervaardiging van de fotogevoelige materialen volgens de onderhavige uitvinding is rechtstreeks en gebruik kan worden gemaakt van elke geschikte bekledingstechniek om de geschikte bekledingen aan te brengen op de substraatmaterialen in de geschikte 20 volgorde. Het is bijzonder doelmatig gebleken de materialen te vervaardigen door beide dragervellen te bekleden en vervolgens de twee beklede vellen met elkaar te lamineren onder vorming van het uiteindelijke materiaal van vier of meer lagen. Derhalve wordt volgens de meest eenvoudige uitvoeringsvorm één dragervel bekleed met een 25 fotogevoelig preparaat en het andere vel met een beeldvormende laag.
De twee dragervellen worden vervolgens bij elkaar gebracht, bijvoorbeeld in een eenvoudige drukspleet tussen twee walsen om deze vellen met elkaar te lamineren.
De uitvinding wordt toegelicht en bepaalde specifieke sys- 30 temen worden meer gedetailleerd beschreven onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarin fig. 1 in het algemeen de constructie laat zien van een fotogevoelig materiaal volgens de uitvinding en schematisch laat zien wat kan gebeuren, wanneer het wordt belicht en ontwikkeld door af- 35 stroping van de dragervellen; 7906405 10 fig. 2 een fotogevoelig materiaal laat zien voor de vervaardiging van een droog overdrachtsmateriaal; fig. 3 de onderhavige uitvinding laat zien toegepaat bij de vervaardiging van een zeefdrukstencil; fig. 4 de onderhavige uitvinding laat zien toegepast bij de 5 vervaardiging van een gedrukt circuit en fig. 5 een indicatie is van hoe de onderhavige uitvinding kan orden toegepast bij de vervaardiging van een lithografische drukplaat .
In fig. 1 is een eenvoudig tweedragervel, twee tussenlaag- 10 constructie van een fotogevoelig materiaal volgens de onderhavige uitvinding getoond. Het fotogevoelige materiaal bestaat uit een eerste doorzichtig dragervel 01, bijvoorbeeld een polyethyleenterefta-laatfilm, die gelamineerd is op een tweede doorzichtig dragervel C2, bijvoorbeeld eveneens een polyethyleentereftalaatfilm, door middel 15 van een foto-polymeriseerbare laag PL en een afschuifbare beeldvormende laag IL. De laag IL kan zichtbaar worden gemaakt door bijvoorbeeld het opnemen van gasroet in de samenstelling ervan.
Het fotogevoelige materiaal is getoond beneden een fotografisch negatief PU met een paar niet lichtdoorlatende gebieden in 20 een in het algemeen lichtdoorlatend gebied. Het fotogevoelige materiaal wordt in contact daarmee bloot gesteld aan de bestraling van een in het algemeen evenwijdige lichtbundel. Ua belichting en afstropen is de zwakste binding van de keten, oorspronkelijk de kle-ving van de fotogevoelige laag PL op het eerste dragervel C1 sterker 25 geworden dan de kleving van de afschuifbare beeldlaag IL op de tweede drager C2 ( zoals getoond in het midden van fig. 1) of dan de cohesie van de afschuifbare beeldlaag IL (zoals aangegeven aan de onderzijde van fig. 1). Het kan duidelijk worden ingezien, dat het materiaal in het eerste geval een positief werkend en een negatief wer- 30 kend beeldmateriaal voortbrengt.
Pig. 2 toont een fotogevoelig materiaal zoals in fig. 1 aangegeven, evenwel met de insluiting van een extra tussenkleeflaag A tussen de beeldlaag IL en het tweede dragervel C2. Ua belichting en afstroping draagt drager C1 een veelvoud beelden, die elk bestaan 35 uit een belichte fotogevoelige laag, een beeldlaag en een buitenste 7906405 11 laag vaa plakmiddel. Door op geschikte wijze de kleefmiddel- en fotogevoelige lagen te formuleren is een dergelijk belicht materiaal een droog overdrachtsmateriaal en de afzonderlijke beelden kunnen selectief worden overgebracht naar een gewenst ontvanger-oppervlak, waarop zij worden vastgehouden door de kleefmiddellaag 5 A, door vel C1 plus beelden op de gewenste ontvanger te leggen en over de rugzijde van vel C1 met een naald te wrijven in het gebied van de beelden, die men wenst over te brengen·
Fig. 3 laat de toepassing zien van een soortgelijk systeem voor de vervaardiging van een zeefdrukgaas. De afschuifbare beeld- 10 vormende laag IL is nu ten dele opgenomen in het zeefgaas zoals aangegeven in deze figuur, welke zeefdrager C2 is# Bij belichting door een beeldtransparant PN neemt de cohesie van de fotopolymeer-laag tot vel C1 voldoende toe zodat, wanneer het doorzichtige sub- i straat C1 na belichting wordt afgestroopt, het beeldgebieden ach- 15 terlaat op het zeefgaas alleen in de niet-belichte gedeelten. Achtergebleven fotogévoelige laag FL kan op deze gaasgedeelten vervolgens op geschikte wijze worden bestraald om harding teweeg te brengen van de resten van die laag op het zeefgaas en dientengevolge de vorming teweeg te brengen van een volledig gehard, sterk 20 tegen slijtage bestand beeldbegrenzend gebied op het zeefgaas.
Fig. % laat de toepassing zien van de onderhavige uitvinding bij de vervaardiging van een gedrukt circuit. In dit geval is het tweede draagvel C2 samengesteld uit een met koper bekleed bord gevormd door een koperlaag Cu op een met glasvezel versterkt 25 kunststofbord GEP. Na belichting en afstroping van het buigzame, doorzichtige substraat C1, worden beeldgebieden achtergelaten op het koperoppervlak in de niet-belichte gedeelten en deze kunnen desgewenst worden göhard door daaropvolgende belichting en eventuele warmtebehandeling, voordat het bord geetst wordt ter verwij- 30 dering van niet gemaskeerde gebieden op de koperlaag.
Fig. 5 laat hetzelfde systeem zien, toegepast bij de vervaardiging van een lithografische drukplaat. In dit geval is de afschuifbare beeldlaag IL transparant en de fotopolymeriseerbare laag PL grenst aan het dragervel C1, dat de drukplaat zal vormen. 35 C1 kan bijvoorbeeld een metaalfoelie of een kunststoffilm zijn.
7906405 * « * 12
Na belichting hardt de fotogevoelige laag PL en houdt de doorzichtige beeldvormende laag IL op de plaat C1 in de gebieden waar blootstelling aan licht heeft plaatsgehad, dat wil zeggen de toegelichte plaat is een positief werkende plaat#
De volgende voorbeelden dienen ter toelichting van de 5 uitvinding.
Voorbeeld I
Drie voormengsels werden als volgt samengesteld:
Voormengsel A
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd: 10
Gew.dln 2-isopropylthioxanthon (Quantacure ITX van Ward Blenkinsop 20 gew.# oplossing in aceton) 30 13 gev*% 2-isopropylthioxanthon in 2-(dime- 15 thylamino)-ethylbenzoaat (Quantacure $59 van Ward Blenkinsop) 10 non-ionogeen oppervlak actief middel (HLB = 14; Span 80, van Honeywill Atlas) 1 non-ionogeen oppervlak actief middel 20 (HLB = 4-,5? Tween 80, van Honeywill Atlas) 2
Voormengsel B
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd:
Gew.dln emulsiepolymeer op acrylaatbasis, dat func- 25 tionele glycidylmethacrylaatgroepen bevat, die tot verknoping in staat zijn (Bevaloid 6464 van Bevaloid Ltd.) 150 water 70
Span 80 (als bij voormengsel A) 0,2 30
Tween 80 (als bij voormengsel A) 0,4 7906405 13
Voormengsel C
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd:
Gew.dln
Oligotriacrylaat (OTA 480 van UCB
n.v. chemische sector) 50 5
Span 80 (als bij voormengsel A) 0,2
Tween 80 (als bij voormengsel A) 0,½
Voormengsel B werd in zijn geheel geroerd met een roer-inlichting met grote afschuiving en 10 gew.dln voormengsel A werden langzaam toegevoegd· Onder handhaving van de roerbehandeling 10 werd voormengsel C vervolgens langzaam toegevoegd aan de emulsie van A in B. Dit emulsiemengsel werd aangebracht op een polysty-reenvel met een dikte van 100^-um onder toepassing van een staaf omwikkeld met een draad met een diameter van 0,5 mm en vervolgens in een oven bij 35°C gedroogd. 15
De volgende bestanddelen werden met elkaar gememgd onder toepassing van een Silverson-menginrichting met grote afschuiving:
Gew.dln
styreen-butadieen-copolymeer (Pliolite S5B
van Goodyear Chemicals Ltd) 45 20
TiC^ pigment (Runa RH472 van Laporte Industries Ltd) 270 tolueen 3^-5
Dit mengsel werd door bekleding aangebracht op een poly-etheenvel met een dikte van 100 .urn onder toepassing van een staaf 25
* O
omwikkeld met een draad met een diameter van 0,25 mm en bij 35 C
gedroogd* De bekledingen op het polystyreen en het polyetheen werden met elkaar gelamineerd door passage door een spleet tussen twee walsen* Het laminaat werd blootgesteld aan ultraviolet licht (2 kW kwik halogenide-bron op 1 meter gedurende 10 seconden) door 30 een beelddragend transparant, dat in contact is aangebracht met het polystyreenvel. De twee vellen werden vervolgens afgestroopt.
Het niet-belichte fotopolymeer werd geheel verwijderd van het polystyreen door kleving op de pigmentlaag, die zelf gebonden blijft aan het polyetheen. In de aan het licht blootgestelde ge- 35 bieden hechtte het fotopolymeer op het polystyreenvel en werd vol- 7906405 1if ledig door de ultraviolette bestraling gehard* Derhalve hechtte in de belichte gebieden het geharde fotopolymeer op het polystyreen, de gepigmenteerde laag hechtte op het geharde fotopolymeer en werd van het polyetheen verwijderd (zoals in het midden van fig. 1)· Op deze wijze werd een positief beeld van het transpa- 5 rant op het polystyreen voortgebracht·
Voorbeeld II
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd met een Silverson menginrichting:
Gew.dln 10
Thermoplastische acrylesterhars (Paraloid A10j 30 % oplossing van fiohm & Haas) 25
TiOg pigment (als in voorbeeld I) 30
Dit materiaal werd door bekleding aangebracht op een poly-ethyleentereftalaatvel van 75^um (5^2 Melinex van I.C.I.) onder 15 toepassing van een staaf omwikkeld met draad met een diameter van 0. 5 mm en werd na het drogen gelamineerd op het fotopolymeer op polystyreen beschreven in voorbeeld I* Blootstelling aan ultraviolet licht van een 2 kW kwikmetaal-halogenide-bron op 1 meter gedurende 10 seconden door een beeld dragend transparant, dat in 20 contact was aangebracht met het polystyreen, gevolgd door afstropen van de substraten gaf positieve en negatieve beelden zoals beschreven in voorbeeld I*
Voorbeeld III
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd onder 25 toepassing van een Silverson menginrichting:
Gew.dln gechloreerde rubber (Alloprene R10 van 1. C.I. Ltd.) 37,5 tolueen 292,5 30
Ti02 pigment (als in voorbeeld I) 225,0
De verkregen dispersie werd door bekleding aangebracht op een polyetheentereftalaatvel (zoals in voorbeeld II) onder toepassing van een staaf omwikkeld met draad met een diameter van 0,5 mm.
Na drogen werd deze bekleding gelamineerd op polystyreen bekleed 35 met het fotopolymeer beschreven in voorbeeld I. Blootstelling van 7906405 « w 15 het laminaat aan ultraviolet licht door een transparant gevolgd door afstropen van de substraten gaf beelden zoals beschreven in voorbeeld I*
Voorbeeld IV
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd onder 5 toepassing van een Silverson menginrichting:
Gew.dln etheen/vinylacetaat-copolymeer (Elvax 350 van Du Pont) 15»0 tolueen 125*0 10
TiO^ pigment (als voorbeeld I) 90,0
De verkregen dispersie werd door bekleden aangebracht op een polyetheenvel met een dikte van 100^um onder toepassing van een staaf omwikkeld met een draad met een diameter van 0,5 mm en vervolgens gedroogd· Onder toepassing van het met fotopolymeer 15 beklede polystyreen van voorbeeld I werd een laminaat gevormd, dat de beeldeigenschappen bezat zoals beschreven in voorbeeld I.
Voorbeeld V
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd onder toepassing van een Silverson menginrichting: 20
Gew.dln styreen-malexnehars (Suprapal AP van BASF (IJK) Ltd. 30,0
TiO^ pigment (als voorbeeld I) 150,0 technische gedenatureerde alcohol 150,0 25
De verkregen dispersie werd door bekleding aangebracht op een polyetheenvel met een dikte van 100^um onder toepassing van een staaf omwikkeld met een draad met een diameter van 0,5 mm en vervolgens gedroogd. Onder toepassing van het met fotopolymeer beklede polystyreen van voorbeeld I werd een laminaat gevormd, dat 30 beeldeigenschappen bezat soortgelijk aan die beschreven in voorbeeld I.
Voorbeeld VI
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd onder toepassing van een Silverson menginrichting: 35 7906405
Gew.dln 16 polystyreen-polymeer (Carinex 173 van
Shell Chemicals Ltd.) 45
Ti02 pigment (als voorbeeld I) 270 tolueen 5Ö5 5
De verkregen dispersie werd door bekleden aangebracht op een polyetheen-tereftalaatvel (zoals in voorbeeld II) onder toepassing van een staaf ontwikkeld met een draad met een diameter van 0,5 mm en vervolgens gedroogd. Onder toepassing van het met foto-polymeer beklede polystyreen van voorbeeld I werd een laminaat ge- 10 vorrad, dat beeldeigenschappen bezat soortgelijk aan de in voorbeeld I beschreven eigenschappen.
Voorbeeld VII
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd onder toepassing van een Silverson menginrichting: 15
Gew.dln
Ketonhars (CHF 115 van Laporte Industries) 75 technisch gedenatureerde alcohol 225
Ti02 pigment (als voorbeeld I) 450
Deze dispersie werd door bekleden aangebracht op een poly- 20 etheentereftalaatvel zoals in voorbeeld II onder toepassing van een staaf omwikkeld met een draad met een diameter van 0,5 mm.
Onder toepassing van met fotopolymeer bekleed polystyreen van voorbeeld I werd een laminaat 'gevormd, dat beeldvormende eigenschappen bezat soortgelijk aan de in voorbeeld I beschreven eigen- 25 schappen.
Voorbeeld VIII
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd onder toepassing van een Silverson menginrichting:
Gew.dln 30
Nitrocellulose (DMX 3/5 van I.C.I. Limited) 30
Ti02 pigment (als voorbeeld I) 180 methylethylketon 120
Deze dispersie werd door bekleden aangebracht op een poly-etheentereftalaatvel met een dikte van 100^um zoals in voorbeeld 35 II onder toepassing van een staaf omwikkeld met een draad met een 7906405 17 diameter Tan 0,5 mm en werd bij 55°C gedroogd· Onder toepassing van het met polymeer beklede polystyreen Tan Toorbeeld I werd een laminaat geTormd, dat beeldeigenschappen bezat soortgelijk aan de in Toorbeeld I beschreTen eigenschappen.
Voorbeeld IX 5
De Tolgende bestanddelen werden met elkaar gemengd onder toepassing Tan een SilTerson menginrichting:
Gew.dln
Methacrylpolymeeroplossing (Colacryl) 1209 Tan Cole Polymers Ltd.) 40,0 10 xyleen 35 »4
TiOg pigment (als Toorbeeld I) 40,0
Deze dispersie werd door bekleden aangebracht op een poly-etheentereftalaatTel zoals in Toorbeeld II onder toepassing Tan een staaf omwikkeld met een draad met een diameter van 0,5 mm en 15 werd bij 35°C gedroogd. Onder toepassing Tan het met fotopolymeer beklede polystyreen Tan Toorbeeld I werd een laminaat geTormd, dat beeldTormende eigenschappen bezat soortgelijk aan de in Toorbeeld I beschreTen eigenschappen.
Voorbeeld X 20
De Tolgende bestanddelen werden met elkaar gemengd onder toepassing Tan een SilTerson menginrichting:
Gew.dln
Hydroxypropylcellulose (Klucel E Tan
Hercules Powder Co. Ltd.) 30 25 pigment (als Toorbeeld I) 180 technische gedenatureerde alcohol 120
Deze dispersie werd door bekleden aangebracht op een poly-ethyleentereftalaatTel zoals in Toorbeeld II onder- toepassing Tan een staaf omwikkeld met een draad met een diameter Tan 0,5 mm en 30 werd Tervolgens gedroogd. Onder toepassing Tan het met fotopolymeer beklede polystyreen Tan Toorbeeld I werd een laminaat geTormd, dat beeldTormende eigenschappen bezat soortgelijk aan de in Toorbeeld I beschreTen eigenschappen.
Voorbeeld XI 35
De Tolgende bestanddelen werden met elkaar gemengd onder 7906405
Gew.dln 18 toepassing van een Silverson menginrichting:
Styreen-butadieen-copolymeer (Pliolite S5E van Goodyear Chemicals Limited) tolueen 225 5
TiOg pigment (als voorbeeld I) 2?0
Deze dispersie werd door bekleden aangebracht op een poly-ethyleentereftalaatvel zoals in voorbeeld II onder toepassing van een staaf omwikkeld met een draad met een diameter van 0,5 mm en werd gedroogd· Onder toepassing van een met fotopolymeer bekleed 10 polystyreen van voorbeeld I werd een laminaat gevormd, dat beeld, vormende eigenschappen bezat soortgelijk aan de in voorbeeld I beschreven eigenschappen.
Voorbeeld XII
Een laminaat werd vervaardigd zoals in voorbeeld I beschre- 15 ven en belicht zoals in dat voorbeeld beschreven.
Na afstropen werd het beeld, dat behouden bleef op het polyetheen (dat wil zeggen het beeld, dat niet gehard fotopolymeer bezat op het buitenste oppervlak ervan) gelamineerd op een Perspex-vel met een dikte van 3 mm met de fotopolymeerlaag in con- 20 tact met het Perspex. Dit laminaat werd vervolgens bestraal met ultraviolet licht van een 2 kW kwik metaal-halogenide-bron op een afstand van 1 meter gedurende 50 seconden. Verwijdering van de polyetheen-rugzijde liet het beeld stevig klevend op het Perspex-vel achter onder vorming van een teken, waarin het beeld zicht- 25
baar was door het vel en tegen beschadiging beschermd door het vel. Voorbeeld XIII
De volgende produkten werden gemengd en op een driwals gemalen tot Hegman kaliber 7*5:
Gew.dln 30
TiOj pigment (als voorbeeld I) 57»0
Silica (Aerosil 300 van Degussa Ltd.) 5,00 10 % oplossing van polyvinylalcohol (Móviol 3-83 van Harlow Chemicals Limited) 23*5 water 1^,5 35 35 g van dit mengsel werden gemengd met: 7906405
Gew.din 19
Polyvinylalcohol (Gohsenol GLQ3 ran Nippon Gohsei) 5,0 natuurhars derivaat emulsie (Dresinol 902 ran Hercules Powder Company Ltd.) 5,0 5 water 5,0
Een kleefmiddel werd samengesteld door mengen van de volgende bestanddelen in een kogelmolen:
Gew.dln polyvinylisobutylether met laag molecuul- 10 gewicht 35,0 polyvinylisobutylether met middelmatig molecuulgewicht 40,0 fijnverdeeld siliciumdioxide 25,0 en toevoeging aan de voortgebrachte dispersie van 15 terpentine/oxitol-mengsel (90 ; 10 gewichtsverhouding) 900,0
Dit kleefmiddel werd door bekleden aangebracht op een met polysiloxan behandeld, biaxiaal georienteerd polystyreen-butadieen-polymeervel onder toepassing van een staaf ontwikkeld met een draad 20 van 0,25 mm. De hiervoor beschreven dispersie werd door bekleden aangebracht op het gedroogde plakmiddel onder toepassing van een staaf, die omwikkeld is met een draad met een diameter van 0,5 mm.
Het in voorbeeld I beschreven fotopolymeer werd door bekleding aangebracht op het met polysiloxan behandelde, biaxiaal georiên- 25 teerde polystyreen-butadieen-polymeervel onder toepassing van een staaf, die omwikkeld is met een draad met een diameter van 0,5 mm.
De twee substraten werden nu bij omgevingstemperatuur gelamineerd met de pigmentlaag in contact met de fotopolymeerlaag. Het laminaat werd blootgesteld aan ultraviolet licht van een 2 kff kwikme- 30 taal-halogenide-bron op een afstand van 1 meter gedurende 10 seconden door een negatief in contact met het substraat, dat met het fotopolymeer is bekleed. Afstroping gaf een vel van droog over-drachtsmateriaal bestaande uit het substraat, dat oorspronkelijk bekleed was met fotopolymeer en indices daarop, elk bestaande uit 35 belicht fotopolymeer, een witte laag op basis van polyvinylalcohol en een laag kleefmiddel erover.
7906405 ·» ν 20
Voorbeeld XIV
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd onder vorming van een oplossing:
Gew.dln
Acryloligomeer (übecryl 600 van UCB 5 n.v. chemische sector) 40
Oligomeeracrylaat (OTA 480) 10
Quantacure 659 (als in voorbeeld i) 6 ethylacetaat 20 methanol 10 10 polyvinylpyrrolidon (30 gew.procents oplossing in methanol Luviskol K90 van BASF) 17 »2 40-procents oplossing van crodamide in methanol (een was van Croda Chemical Ltd) 3
Dit mengsel werd door bekleden aangebracht op een polyetheen- -)5 film van hoge dichtheid met een dikte van 100 yum onder toepassing van een staaf omwikkeld met draad met een diameter van 0,63 mm.
De volgende verbindingen werden met elkaar gemengd onder vorming van een homogene dispersie:
Gew.dln 20
Titaandioxide-pigment dispersie (30 gew.% Runa 972 gedispergeerd in water) 20 polyvinylalcohol (Gelvatol 40-10 van Monsanto) 6 polyvinylacetaat (Vinnapas ÏÏV 70H van
Wacker-Chemie 3 25 water 10
Ben plakmiddel werd bereid zoals in voorbeeld XIII en door bekleden aangebracht op 30/l11 lospapier (30/111 van Jointings Products Limited) onder toepassing van een staaf, die omwikkeld is met draad met een diameter van 0,5 mm en vervolgens werd de bekle- 30 ding gedroogd. De pigmentdispersie werd vervolgens door bekleden aangebracht op de gedroogde plakmiddellaag onder toepassing van een staaf omwikkeld met draad met een diameter van 0,5 mm. Ma droging werden deze lagen op het lospapier gelamineerd, op de foto-laag op polyetheen. Het gelamineerde materiaal werd vervolgens flaw 35 licht blootgesteld van een 2 kW kwikmetaal-halogenide-lamp gedurende 20 seconden door een negatief, dat in contact is geplaatst 7906405 » * & 21 met het polyetheen. Wanneer het materiaal vervolgens werd afge- stroopt werden beelden vastgehouden op het polyetheen, dat een plakkend oppervlak bezat. In de niet-belichte gebieden werd de fotolaag volledig verwijderd. De beelden op het polyetheen konden worden overgebracht vanaf het vel door de rugzijde van het vel te 5 wrijven met een naald in het gebied van het beeld, terwijl het beeld in contact was met een gewenst ontvanger-oppervlak.
7906405

Claims (5)

  1. 2, Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de fotogevoelige laag in cohesieve sterkte en in kleving op de lagen op elke zijde daarvan na blootstelling aan licht, toeneemt. 15 3* Materiaal volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat het materiaal alleen bestaat uit de twee dra-gervellen, de fotogevoelige laag en de beeldvormende laag. it·. Materiaal volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een laag plakmiddel tussen de beeldvormende laag en het 20 tweede dragervel, dat na afstroping van de belichte gebieden van het materiaal gehecht blijft op de beeldvormende laag.
  2. 5. Materiaal volgens conclusies 1 tot 4-, met het kenmerk, dat de beeldvormende laag permanent hechtende, in hoofdzaak niet kleverige bestanddelen bevat. 25
  3. 6. Materiaal volgens conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de beeldvormende laag gekleurd of gepigmen-teerd is.
  4. 7. Werkwijze voor het vormen van een beeld, met het kenmerk, dat men een fotogevoelig materiaal volgens een of 30 meer van de voorafgaande conclusies beeldsgewijze belicht en de eerste en tweede dragervellen afstroopt.
  5. 8. Werkwijze ter vervaardiging van een fotogevoelig materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men op een buigzaam doorschijnend of doorzichtig substraat, dat 35 het eerste dragervel vormt, een bekleding aanbrengt van een foto- 7906405 gevoelig preparaat, op een tweede buigzaam substraat, bestaande uit het tweede dragervel, een laag van een afschuifbaar, beeldvormend materiaal aanbrengt en de aldus beklede beide dragervel-len met elkaar lamineert via hun respectievelijke bekledingen door het toepassen van druk. 5 ********** 7906405
NL7906405A 1978-08-24 1979-08-24 Fotogevoelige materialen. NL7906405A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB7834531 1978-08-24
GB7834531 1978-08-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7906405A true NL7906405A (nl) 1980-02-26

Family

ID=10499260

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7906405A NL7906405A (nl) 1978-08-24 1979-08-24 Fotogevoelige materialen.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4288525A (nl)
JP (1) JPS5546748A (nl)
BE (1) BE878405A (nl)
CA (1) CA1144805A (nl)
DE (1) DE2934052A1 (nl)
FR (1) FR2434412A1 (nl)
IT (1) IT1125946B (nl)
NL (1) NL7906405A (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4458003A (en) * 1982-06-07 1984-07-03 Esselte Pendaflex Corp. Photosensitive materials for use in making dry transfers
US4640727A (en) * 1985-01-28 1987-02-03 Minnesota Mining And Manufacturing Company Graphic design article
JP2531712B2 (ja) * 1986-12-02 1996-09-04 キヤノン株式会社 画像形成方法及び記録媒体
JPH02123360A (ja) * 1987-12-28 1990-05-10 Toyo Ink Mfg Co Ltd 画像形成材料
US4935331A (en) * 1988-10-21 1990-06-19 Hoechst Celanese Corporation Pigment transfer to photopolymerizable positive-working imaging system
US4963462A (en) * 1990-01-08 1990-10-16 Hoechst Celanese Corporation Positive working, peel developable, color proofing system having two photosensitive layers
EP0487797A1 (en) * 1990-11-28 1992-06-03 Toyo Ink Manufacturing Co., Ltd. Image forming method
DE69205226T2 (de) * 1991-07-12 1996-05-15 Agfa Gevaert Nv Verfahren zur Herstellung von Bildern mittels einer photopolymerisierbaren Zusammensetzung.
US6020436A (en) * 1993-03-09 2000-02-01 The Chromaline Corporation Photosensitive resin composition
DE4311949A1 (de) * 1993-04-10 1994-10-13 Hoechst Ag Photopolymerisierbares Material und Verfahren zur Herstellung eines farbigen Bildes
EP0762214A1 (en) 1995-09-05 1997-03-12 Agfa-Gevaert N.V. Photosensitive element comprising an image forming layer and a photopolymerisable layer
US5856064A (en) * 1996-09-10 1999-01-05 Minnesota Mining And Manufacturing Company Dry peel-apart imaging or proofing system
US6013409A (en) * 1996-09-10 2000-01-11 3M Innovative Properties Company Dry peel-apart imaging process
EP0887704A1 (en) * 1997-06-26 1998-12-30 Agfa-Gevaert N.V. A method for producing a positive or negative colour-proof using the same materials
JPH1124252A (ja) * 1997-06-26 1999-01-29 Agfa Gevaert Nv 同じ材料を用いてポジテイブ又はネガテイブカラープルーフを作製するための方法
US20090004419A1 (en) * 2007-06-29 2009-01-01 Cok Ronald S Multi-layer masking film
JP6579423B2 (ja) * 2015-05-14 2019-09-25 大日本印刷株式会社 シート体と、オーバーシート体とのセットおよびそれを用いた意匠シートの作製方法

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3010390A (en) * 1954-06-29 1961-11-28 Buskes Willem Marie Planographic printing plates
US3091528A (en) * 1958-08-19 1963-05-28 Chem Fab L Van Der Grinten N V Process and light-sensitive sheets for the production of pigment images by transfer
BE596694A (nl) * 1959-11-03
US3353955A (en) * 1964-06-16 1967-11-21 Du Pont Stratum transfer process based on adhesive properties of photopolymerizable layer
US3615435A (en) * 1968-02-14 1971-10-26 Du Pont Photohardenable image reproduction element with integral pigmented layer and process for use
US3770438A (en) * 1971-12-09 1973-11-06 J Celeste Photopolymerizable transfer elements
BE794482A (fr) * 1972-01-25 1973-07-24 Du Pont Compositions photopolymerisables contenant des composes cis- alpha -dicarbonyliques cycliques et des sensibilisateurs choisis
US3975563A (en) * 1974-05-08 1976-08-17 Minnesota Mining And Manufacturing Company Image transfer sheet material
JPS6032173B2 (ja) * 1974-12-28 1985-07-26 富士写真フイルム株式会社 画像形成法
DE2623926C3 (de) * 1975-06-03 1981-10-29 E.I. du Pont de Nemours and Co., 19898 Wilmington, Del. Photographisches Aufzeichnungsmaterial und Bildreproduktionsverfahren
US4081282A (en) * 1975-11-03 1978-03-28 Seal Incorporated Dry transfer image systems with non-light sensitive frangible layer
NO774518L (no) * 1977-06-02 1978-12-05 Polychrome Corp Nye bildedannende systemer og produkter til bruk i disse
JPS5479034A (en) * 1977-12-06 1979-06-23 Fuji Photo Film Co Ltd Image formation method

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5546748A (en) 1980-04-02
US4288525A (en) 1981-09-08
DE2934052A1 (de) 1980-03-06
FR2434412B1 (nl) 1984-06-22
FR2434412A1 (fr) 1980-03-21
CA1144805A (en) 1983-04-19
DE2934052C2 (nl) 1988-08-11
BE878405A (fr) 1979-12-17
IT1125946B (it) 1986-05-14
IT7968710A0 (it) 1979-08-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7906405A (nl) Fotogevoelige materialen.
US3615435A (en) Photohardenable image reproduction element with integral pigmented layer and process for use
US4458003A (en) Photosensitive materials for use in making dry transfers
JP2982080B2 (ja) 光重合性、陽画処理、剥離現像、単シート色校正方法
JPS5933890B2 (ja) 乾式像複製積層物
JPS62160452A (ja) 色校正用プレセンシタイズド・シ−ト
NL8400381A (nl) Werkwijze voor het verkrijgen van drukplaten.
US5608441A (en) Thermal-transfer recording process
EP0585164B1 (en) Use of alkali soluble photopolymer in color proofing constructions
JPH0549979B2 (nl)
JP2645206B2 (ja) 紫外線硬化性、粘着非持続性調色材料を用いる転写方法
JP3028512B2 (ja) 張り合わせ接着層を備えた剥離現像、単シート色校正システム
GB2029039A (en) Photosensitive materials
JPS59218446A (ja) 印刷版用積層型感光組成物および印刷版の製造方法
EP0501397B1 (en) Curable, heat activable transfer toners
EP0495923B1 (en) Non-electroscopic prolonged tack toners
GB2053497A (en) Photosensitive Materials for Making Signs and Labels
JPS63147162A (ja) プル−フイングシ−トによる画像形成方法
JPH0258058A (ja) 画像形成材料
JPH04172352A (ja) 着色画像形成材料
JP4168318B2 (ja) 感光性印刷原版
JPH06332186A (ja) 画像形成材料
JPH0749565A (ja) 画像形成材料および画像形成方法
JPH06332187A (ja) 画像形成材料
JPS62115448A (ja) 写真による画像生成方法

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed