NL7905514A - Stijl voor een wielophanging van de macpherson-soort. - Google Patents
Stijl voor een wielophanging van de macpherson-soort. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7905514A NL7905514A NL7905514A NL7905514A NL7905514A NL 7905514 A NL7905514 A NL 7905514A NL 7905514 A NL7905514 A NL 7905514A NL 7905514 A NL7905514 A NL 7905514A NL 7905514 A NL7905514 A NL 7905514A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- housing
- wall
- top wall
- flange
- post according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G13/00—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or type of vibration dampers
- B60G13/001—Arrangements for attachment of dampers
- B60G13/005—Arrangements for attachment of dampers characterised by the mounting on the axle or suspension arm of the damper unit
- B60G13/006—Arrangements for attachment of dampers characterised by the mounting on the axle or suspension arm of the damper unit on the stub axle
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G15/00—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or type of combined spring and vibration damper, e.g. telescopic type
- B60G15/02—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or type of combined spring and vibration damper, e.g. telescopic type having mechanical spring
- B60G15/06—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or type of combined spring and vibration damper, e.g. telescopic type having mechanical spring and fluid damper
- B60G15/07—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or type of combined spring and vibration damper, e.g. telescopic type having mechanical spring and fluid damper the damper being connected to the stub axle and the spring being arranged around the damper
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2204/00—Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
- B60G2204/10—Mounting of suspension elements
- B60G2204/12—Mounting of springs or dampers
- B60G2204/129—Damper mount on wheel suspension or knuckle
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2204/00—Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
- B60G2204/40—Auxiliary suspension parts; Adjustment of suspensions
- B60G2204/43—Fittings, brackets or knuckles
- B60G2204/4304—Bracket for lower cylinder mount of McPherson strut
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2204/00—Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
- B60G2204/40—Auxiliary suspension parts; Adjustment of suspensions
- B60G2204/43—Fittings, brackets or knuckles
- B60G2204/4305—Bracket for mounting of hydraulic lines on a damper cylinder
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2206/00—Indexing codes related to the manufacturing of suspensions: constructional features, the materials used, procedures or tools
- B60G2206/01—Constructional features of suspension elements, e.g. arms, dampers, springs
- B60G2206/40—Constructional features of dampers and/or springs
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2206/00—Indexing codes related to the manufacturing of suspensions: constructional features, the materials used, procedures or tools
- B60G2206/01—Constructional features of suspension elements, e.g. arms, dampers, springs
- B60G2206/50—Constructional features of wheel supports or knuckles, e.g. steering knuckles, spindle attachments
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2206/00—Indexing codes related to the manufacturing of suspensions: constructional features, the materials used, procedures or tools
- B60G2206/01—Constructional features of suspension elements, e.g. arms, dampers, springs
- B60G2206/70—Materials used in suspensions
- B60G2206/72—Steel
- B60G2206/722—Plates
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2206/00—Indexing codes related to the manufacturing of suspensions: constructional features, the materials used, procedures or tools
- B60G2206/01—Constructional features of suspension elements, e.g. arms, dampers, springs
- B60G2206/80—Manufacturing procedures
- B60G2206/81—Shaping
- B60G2206/8103—Shaping by folding or bending
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Vehicle Body Suspensions (AREA)
- Body Structure For Vehicles (AREA)
Description
G.Travaglio 3/4/5 f > I.A.O. INDUSTRIE RIUNITE S.p.A., te Beinasco (Turin), Italië STIJL VOOR EEN WIELOPHANGING VAN DE iiACPHERS ON-SOORT.
De uitvinding heeft betrekking op een stijl voor een wielophanging van de MacPherson-soort voor motorvoertuigen welke voorzien is van een bovenste buisvormig orgaan van plaatmetaal, dat de cilinder van een telescopische schokdemper vormt en van een plaatmetalen huis 5 met een bovenwand met een cirkelvormige opening, een onderwand met een gat voor de bevestiging van een van de delen van een kogelgewricht-verbinding van een wieldraagarm, een zijeindwand welke een flens bepaalt voor de bevestiging van een legerbus of legerspil en een statisch deel van een wielrem en een paar tegenoverliggende vlakken, waar-10 bij het onderste gedeelte van het buisvormige orgaan opgenomen is in de cirkelvormige opening van de bovenwand van het huis en aan het huis door middel van lassen bevestigd is.
Een constructie van deze soort is bekend uit de gepubliceerde Franse octrooiaanvrage 2.299.982.
15 In bekende stijlen voor MacPherson ophangingen is het ver- bindingsorgaan doorgaans vervaardigd uit’smeedstaal of gietijzer. Delen van deze soort hebben het nadeel kostbaar te zijn en dat niet slechts wegens de vereiste smeed- of gietbewerkingen doch tevens en boven alles wegens de daarop volgende verspanende bewerkingen die nodig zijn op 20 het gesmede of gegoten deel. Een verder nadeel is dat een verbindings-orgaan van staal of ijzer een niet-afgeveerde massa van aanzienlijk gewicht vormt, hetgeen ongewenst is.
De in de Franse aanvrage 2.299.982 beschreven oplossing, welke gebruik maakt van een plaatmetalen huis, vermindert zowel de 25 vervaardigingskosten als het gewicht van het verbindingsorgaan. Een huis van plaatmetaal kan namelijk economischer en van geringer gewicht vervaardigd worden dan een overeenkomstig orgaan van smeedstaal of gietijzer.
Bij de Franse aanvrage nr. 2.299.982 is echter het onder-30 einde van het buisvormige orgaan eenvoudigweg bevestigd in en gelast aan de rand van een cirkelvormige opening in de bovenwand van het huis.
79055 14 * 2 £
Deze oplossing heeft het nadeel niet voldoende buigsterkte van de stijl ten opzichte van het huis te verzekeren. In feite kunnen de buigkrachten welke bij gebruik optreden tussen de stijl en het huis ongewenste elastische vervorming van de bovenwand van het huis bewerken 5 met daaruit voortkomende hoektrillingen van de as van het buisvormige orgaan ten opzichte van de tevorenbepaalde geprojecteerde stand van deze as. Indien de buigkrachten zeer hoog zijn, kan de bovenwand van het huis blijvend gedeformeerd worden met een daaruit voortvloeiende permanente hoekverplaatsing van de as van het buisvormige orgaan ten 10 opzichte van zijn tevorenbepaalde stand. Voorts is de las, welke het ondereinde van het buisvormige orgaan met de bovenwand van het huis verbindt onderhevig aan vermoeidheid tijdens gebruik en kan eventueel breken met de mogelijkheid van ernstige ongevallen welke voortkomen uit het daadwerkelijk bezwijken van de wielophanging van het voertuig. 15 Deze nadelen worden verminderd door gebruik te maken van plaatmetaal van aanzienlijke dikte (in de orde van 10 mm), zoals op te maken is uit de tekening van de betreffende Franse aanvrage. Het gebruik van zeer dik plaatmetaal vermindert de voordelen van kostprijs en gewicht welke zouden kunnen worden bereikt met gebruik van sterk 20 doch dunner plaatmetaal, dat wil zeggen met een dikte in de orde van 3-4 mm.
Het Britse octrooischrift 988.503 toont en beschrijft een stijl voor een MacPherson ophanging waarin het verbindingsorgaan gevormd wordt door een stevig deel van staal of gietijzer dat de bovenge-25 noemde nadelen wat betreft kostprijs en gewicht bezit. Het verbindingsorgaan heeft een paar boven- en onderarmen vergelijkbaar met de bovenen onderwand van een plaatmetalen huis. Een cirkelvormige opening is in de bovenste arm geboord terwijl een cirkelvormige zitting in de onderste arm is aangebracht. Het onderste deel van het buisvormige or-30 gaan is opgenomen zowel in de opening van de bovenste arm als in de zitting van de onderste arm en is bovendien hard-gesoldeerd aan de bovenste arm. Deze oplossing verzekert tengevolge van de dubbele opname daadwerkelijk een hogere buigsterkte van het buisvormige orgaan ten opzichte van het verbindingsorgaan.
35 Deze oplossing kan toegepast worden op de verbinding van een buisvormig orgaan met een verbindingsorgaan van plaatmetaal en wordt 7905514 ï
V
3 beschreven in de Duitse octrooiaanvrage 25 14 456. In deze aanvrage is het buisvormige orgaan gelast aan het inwendige van een overeenkomstig hulsvormig deel van een plaatmetalen verbindingsorgaan. Dezelfde aanvrage verschaft de mogelijkheid de huls lichter te maken door 5 een tussengedeelte daaruit te verwijderen. Als resultaat van deze verwijdering is het hulsgedeelte gereduceerd tot een paar bovenste en onderste busgedeelten welke beschouwd kunnen worden als equivalent aan de boven- en onderwand van een plaatmetalen huis of aan de boven- en onderarm van de inrichting volgens het Britse octrooischrift 988.503.
10 Echter voorziet de genoemde Duitse aanvrage niet in de axiale steun van het buisvormige orgaan ten opzichte van het plaatmetalen verbindingsorgaan.
De voorzieningen volgens zowel het Britse octrooischrift 988.503 als de Duitse aanvrage 25 14 456 hebben het nadeel dat het 15 buisvormige orgaan zich over de volle hoogte van het verbindingsorgaan uitstrekt. In het geval van een ophanging voor een aangedreven wiel sluit dit de doorvoer van een horizontale drijfas door het verbindingsorgaan uit, daar het gedeelte van het buisvormige orgaan dat zich verticaal door het verbindingsorgaan uitstrekt in conflict komt met 20 de aandrijfas.
Een verder nadeel van deze inrichtingen is, dat de aanwezigheid van contact tussen het onderste eindgedeelte van het buisvormige orgaan en de onderste opening van het huis het onmogelijk maakt binnen dit laatste een deel (de kogel of de komvormige zitting) van een kogel-25 gewricht voor de verbinding van de wieldraagarm te monteren. Zoals bekend is bij vele ophangingen van de MacPherson-soort is het gewenst dit kogelgewricht zo hoog mogelijk aan te brengen, dat wil zeggen zo dicht mogelijk bij de nagenoeg horizontale rotatieas van het wiel (zover dit toegelaten wordt door de aanwezigheid van een mogelijke aandrijfas in 30 het geval van een aangedreven wiel). Door het kogelgewricht zeer hoog aan te brengen, wordt in feite een vermindering bereikt van de moment-arm van de trekkrachten in het verbindingsorgaan, daar de lengte van deze momentarm gelijk is aan de afstand tussen de rotatieas van het wiel en het middelpunt van de kogelgewrichtverbinding. Op deze wijze 35 staat het samenstel van het huis en het buisvormige orgaan onder geringere spanning.
7905514 % 4
Het doel van de onderhavige uitvinding is deze nadelen weg te namen door een stijl voor een ophanging van de MacPherson-soort voor te stellen met lage productiekosten en laag gewicht, door zijn ver-bindingsorgaan of huis te vervaardigen van stevig doch niet bovenmatig 5 dik plaatmetaal en waarin enerzijds de verbinding tussen het buisvormige orgaan en het verbindingsorgaan uitermate bestand is tegen buigkrachten en anderzijds de inwendige ruimte van het huis nagenoeg vrij is, bijvoorbeeld voor de doorgang van een drijfas of voor het opnemen van één van de organen van een kogelgewrichtverbinding.
10 De stijl volgens de onderhavige uitvinding heeft het kenmerk dat een aanvullend versterkingsorgaan van plaatmetaal aan het huis gelast is om een aanvullende wand naburig aan de bovenwand van het huis te vormen, waarbij de aanvullende wand een cirkelvormige opening heeft die opgelijnd is en op afstand staat van de cirkelvormige opening in de 15 bovenwand en dat het onderste gedeelte van het buisvormige orgaan met een nauwe passing opgenomen is in de twee opgelijnde openingen en door lassen bevestigd is aan een rand van ten minste een der openingen.
Volgens deze oplossing wordt een stijl verschaft, waarvan een onderste deel stevig opgenomen is in een paar opgelijnde openingen 20 met de genoemde voordelen van een betere verdeling, vergeleken bij de bekende constructie, van de krachten tussen het buisvormige orgaan en het huis, welke krachten in de bekende constructies zeer geconcentreerd zijn. Niettegenstaande deze dubbele opname laat de nabijheid van de bovenwand van het huis aan de aanvullende wand bepaald door het aanvul-25 lende versterkingsorgaan binnen het huis voldoende ruimte toe voor een ongehinderde doorgang van een aandrijfas en/of voor het plaatsen van een kogelgewrichtverbinding in het onderste deel van de ruimte of zelfs op middenhoogte van de ruimte. De aanwezigheid van het aanvullende plaatmetalen orgaan draagt bovendien bij tot versterking van het huis, 30 hetgeen het mogelijk maakt een huis van relatief dun getrokken plaatmetaal te kiezen.
Bovendien draagt het feit dat het buisvormige orgaan zich niet tot de onderwand van het huis uitstrekt, bij tot een vermindering in het gewicht van de stijl daar het mogelijk is een buisvormig orgaan 35 toe te passen dat korter is dan dat in de bekende bovenaangehaalde constructies gebruikt wordt. Deze uitvoering is ook van voordeel wanneer 7905514 1? * 5 de stijl bedoeld is voor de ophanging van een achterwiel, dat wil zeggen een niet-gestuurd wiel.
Bij voorkeur heeft het buisvormige orgaan een schouder welke uitwendig stuit tegen een rand van de buitenste cirkelvormige 5 opening, dat wil zeggen de opening welke ten opzichte van het huis meer uitwendig is en is het buisvormige orgaan aan zijn ondereinde gelast aan een rand van de binnenste cirkelvormige opening, dat wil zeggen de opening welke ten opzichte van het huis meer inwendig is.
Deze oplossing is gunstig daar het lassen van het buisvormige orgaan 10 aan het huis uitgevoerd wordt in een zone van het buisvormige orgaan, welke, daar hij bij zijn einde gelegen is, nauwelijks belast is als resultaat waarvan eventuele schade aan het plaatmetaal van het buis-vormige orgaan door invloeden van de laswarmte geen schadelijke invloed heeft op de algehele sterkte van het orgaan. Voorts verhindert het 15 stuiten van de schouder tegen de rand van de buitenste cirkelvormige opening in gebruik het inzinken van het buisvormige orgaan in het huis onder het gewicht van het door het orgaan gesteunde deel van het motorvoertuig.
In een eerste te verkiezen uitvoeringsvorm omvat het aanvul-20 lende versterkingsorgaan een tussenwand van getrokken plaatmetaal welke binnen het huis gelegen is nagenoeg evenwijdig aan de bovenwand en die de binnenste cirkelvormige opening bezit, terwijl het aanvullende orgaan door lassen aan de zijeindwand en/of de vlakken van het huis is bevestigd.
25 In deze eerste te verkiezen uitvoeringsvorm is het huis vanaf de binnenzijde versterkt.
In de eerste uitvoeringsvorm bezit de tussenwand bij voorkeur, nagenoeg in zijn vlak, een gevormde arm welke vanuit een open vlak van het huis uitsteekt en zodanig gekromd of gebogen is, dat hij een vrij 30 einde zijwaarts ten opzichte van het huis bezit, welke arm een fusee-arm of een veranderingsarm voor de stijl vormt.
Het voordeel van deze oplossing is gelegen in het feit, dat gebruik gemaakt wordt van een enkel aanvullend orgaan voor het uitvoeren van de tweeledige functie van versterking van het huis en als 35 fuseearm of verankeringsarm.
In een tweede te verkiezen uitvoeringsvorm omvat het aanvul- 7905514 ν 6 ί lende versterkingsorganen een huls van nagenoeg afgeknotte kegelvorm van getrokken plaatmetaal welke bevestigd is aan de bovenwand van het huis, waarbij de grotere basis van de huls een omtreksflens heeft, welke gelast is aan de bovenwand rond de cirkelvormige opening in deze 5 laatste en waarbij de kleinste basis begrensd is door een cilindrisch busgedeelte, dat de andere cirkelvormige opening vormt welke opgelijnd is met de cirkelvormige opening in de bovenwand.
Deze tweede uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat geen ver-sterkingsorgaan binnenin het huis ingezet is tengevolge waarvan de in-10 wendige ruimte van dit laatste volledig vrij blijft en toegankelijk is voor de doorvoer van andere delen welke aan het uitwendige of het in-wnedige van het huis bevestigd zijn.
Bij voorkeur omvat in een variant van het tweede uitvoerings-voorbeeld de stijl een fuseearm of verankeringshefboom welke gevormd is 15 door een orgaan van stevig getrokken plaatmetaal met een verbindings-oog, waarvan de omtrek begrensd is door een cilindrische kraag welke nauwkeurig past op het busgedeelte van de versterkingshuls en die aan het busgedeelte gelast is.
In een andere variant van de eerste uitvoeringsvorm is de 20 bovenwand van het huis een dubbele wand welke de bovenwand en een aanvullende boven deze gelegen wand omvat, welke wanden respectievelijk opgelijnde cirkelvormige openingen hebben waarin het buisvormige orgaan opgenomen is, waarbij de schouder van het buisvormige orgaan rust tegen een rand van de aanvullende opening en de aanvullende wand deel uit-25 maakt van een fuseearm of verankeringshefboom die een orgaan omvat van stevig getrokken plaatmetaal, waarbij de arm door lassen aan het huis bevestigd is.
Deze beide oplossingen kunnen toegepast worden op een gestuurd wiel van een stuurstelsel waarin het stuurhuis op een hoog 30 niveau gelegen is. Deze uitvoering is zeer bruikbaar in bepaalde motor voertuigen waarin het stuurstelsel een stuurhuis bevat dat op een zeer hoog niveau gelegen is wanneer het praktisch is een respectievelijke spoorstang te verbinden aan een fuseearm welke gelegen is op een niveau hoger dan dat van het verbindingsorgaan of het huis. Deze oplossingen 35 kunnen toegepast worden op de verankering van de stijl in een hoge stand in geval van een niet-gestuurd wiel.
7905514 7 »
Bij bepaalde beleende stijlen omvat de fuseearm een orgaan van getrokken plaatmetaal dat direct is gelast op het buisvormige orgaan of de cilinder van de schokdemper van de ophanging. Op deze wijze worden de torsiekrachten van de besturing via het gedeelte van het 5 buisvormige orgaan tussen de fuseearm en het verbindingsorgaan gevoerd.
Een metalen buisvormig orgaan met de juiste structuur kan de torsiekrachten zonder enige moeilijkheid weerstaan. De las welke de arm met het buisvormige orgaan verbindt, verzwakt dit laatste voor zover het zijn structuur beschadigt en vatbaar maakt voor breuk niet alleen ten-10 gevolge van de torsiekrachten van de besturing doch tevens tengevolge van de axiale spanningen zowel tengevolge van het gewicht van het voertuig alsook wegens de versnellingskrachten welke veroorzaakt worden door het "veren" van de ophanging.
In de varianten welke voorzien in een "hoge" arm worden de 15 torsiekrachten overgebracht door de arm op het verbindingsorgaan via de versterkingshuls en niet via het buisvormige orgaan. Dit laatste behoudt zijn structurele zuiverheid daar het niet aan het busgedeelte van de versterkingshuls is gelast.
Deze oplossingen zijn niet slechts toepasbaar op die stuur-20 stelsels waarin het stuurhuis in een hoge stand gelegen is, daar het met een arm van geschikte vorm mogelijk is het einde voor de verbinding aan de spoorstang te plaatsen op een lager niveau dan het verbindings-oog en het betreffende busgedeelte van de versterkingshuls bijvoorbeeld op een niveau half zo hoog als het verbindingsorgaan of zelfs op een 25 niveau lager dan het verbindingsorgaan.
De uitvinding zal nu voor enkele uitvoeringsvormen aan de hand van de tekening nader toegelicht worden. Daarin toont: * fig. 1 een aanzicht gedeeltelijk in doorsnede van een bij een gestuurd wiel van een motorvoertuig behorende ophanging van de 30 MacPherson soort, die een stijl volgens een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bevat; fig. 2 een aanzicht op vergrote schaal van de stijl volgens fig. 1 gezien vanaf de wielzijde; fig. 3 een driekwart perspectivisch aanzicht op dezelfde 35 schaal als fig. 2 van de stijl gezien vanaf de zijde tegengesteld aan die van fig. 2; 7905514 8 fig. 4 een gedeeltelijke verticale doorsnede langs de lijn IV-IV van fig. 2; fig. 5 een aanzicht, soortgelijk aan dat van fig. 2 van een tweede uitvoeringsvorm van een stijl geschikt voor gebruik bij een op-5 hanging zonder fuseearm of verankeringshefboom en die toegepast kan worden voor een niet-gestuurd wiel; fig. 6 een zijaanzicht van het onderste gedeelte van de stijl volgens fig. 5; fig. 7 een verticale doorsnede langs de lijn VII-VII van 10 fig. 5; fig. 8 een aanzicht van een stijl volgens een variant van de tweede in fig. 5-7 getoonde uitvoeringsvorm gezien vanaf de wielzijde; fig. 9 een zijaanzicht van de stijl volgens fig. 8; fig. 10 een driekwart perspectivisch aanzicht van de stijl 15 gezien vanaf de zijde tegenovergelegen aan die van fig. 8; fig. 11 een doorsnede langs de lijn XI-XI van fig. 8; fig. 12 een doorsnede op vergrote schaal langs de gebroken lijn XII-XII van fig. 8; fig. 13 een langsdoorsnede van een fuseearm van de stijl 20 langs de gebroken lijn XIII-XIII van fig. 12; fig. 14 een doorsnede op vergrote schaal van een deel van fig. 11 zijnde een variant van de verbinding tussen een fuseearm en een buisvormig orgaan van de stijl volgens fig. 8-13; fig. 15 een doorsnede op vergrote schaal van een eerste vorm 25 van fixatie tussen de versterkingshuls en het huis van het verbindings-orgaan volgens fig. 8-13; fig. 16 en 17 doorsneden soortgelijk aan die volgens fig. 14 zijnde respectievelijke varianten van de fixatie; fig. 18 een gedeelte van een verticale doorsnede soortgelijk 30 aan die vólgens fig. 4 van een variant van de eerste uitvoeringsvorm volgens fig. 1-4 en fig. 19 en 20 doorsneden respectievelijk langs de gebroken lijnen XIX-XIX en XX-XX van fig. 18 waarin het buisvormige orgaan van de stijl niet getoond is.
35 Fig. 1 toont een stijl in het algemeen aangeduid met 10 van een MacPherson ophanging voor een aangedreven voorwiel 12 van een 7905514 J» 9 motorvoertuig. De stijl 10 bestaat uit een bovenste buisvormig orgaan 14 van plaatmateriaal dat de cilinder van een cilindrische telescopische schokdemper vormt, waarvan de zuigerstand 16 scharnierend bevestigd is aan de bovenwand van een in de carrosserie van het voertuig 5 aangebrachte uitsparing 18. Bij de schokdemper behoort de gebruikelijke schroefveer 20 welke aan zijn ondereinde rust tegen een op het buisvormige orgaan 14 gelaste kleine plaatmetalen ring 22.
Aan het onderste gedeelte van het buisvormige orgaan 14 is op nader te beschrijven wijze een verbindingsorgaan 24 omvat van 10 stevig' getrokken plaatmetaal.
Aan het verbindingsorgaan 24 is op nader te beschrijven wijze een bus 26 bevestigd, welke de lagers en het vaste gedeelte (remhuishouder of remschoenhouder) steunt van een bij het wiel 12 behorende rem. Een gangbare wielas 28 kan draaien in de bus 26 welke as 15 zich uitstrekt door het verbindingsorgaan 24 en verbonden is met een aandrijfas 30.
Het verbindingsorgaan 24 steunt aan zijn ondereinde tevens een kogelgewrichtverbinding 32 waaraan het einde van een wieldraagarm 34 scharnierend verbonden is.
20 Het verbindingsorgaan 24 is tevens voorzien van een fusee- arm 36 welke op hieronder te beschrijven wijze vervaardigd is en een vrij einde heeft met een oog 38 waarin een kogelgewricht bevestigd is voor een spoorstang 40.
Nu zal verwezen worden naar de fig. 2, 3 en 4 teneinde de 25 stijl 10 in detail te beschrijven. In deze figuren zijn de delen welke reeds aan de hand van fig. 1 beschreven zijn, met dezelfde verwijzings-nummers aangegeven.
Zoals reeds opgemerkt is, bestaat het huis 24 uit een enkel stuk van stevig getrokken plaatmetaal, bijvoorbeeld plaatstaal met een 30 dikte in de orde van 3-4 mm.
Het huis 24 omvat een bovenwand 43, een onderwand 44, zij-eindwand 46 en een paar tegenover elkaar gelegen gevormde vlakken 48 en 50 welke de wanden 42, 44 en 46 onderling verbinden.
In het huis 24 is een extra versterkingsorgaan aangebracht, 35 bestaande uit een tussenwand 52 van stevig getrokken plaatmetaal. De tussenwand 52 is nagenoeg evenwijdig aan de bovenwand 42 en heeft een 7905514 10 cantreksrand of kraag 54 door middel waarvan hij gelast is aan de eind-wand 46 en/of aan de twee vlakken 48 en 50.
Een geheel vormend met de tussenwand 52 is door middel van trekken de fuseearm 36 gevormd met zijn respectievelijk eindoog 38 5 voor verbinding met de spoorstang. Zoals de figuren tonen is de fuseearm 36 gevormd door een gevormde arm van de wand 52 welke uit het open vlak van het huis naar buiten steekt en zodanig gekromd of gebogen is dat zijn vrije einde met het oog 38 zo gelegen is, dat het een zijarm vormt voor verbinding door middel van het oog 38 met de spoorstang 40 10 (fig. 1). In geval van een niet-gestuurd wiel is de arm 36 gunstig voor verbinding aan een verankeringsstaaf. Voorts kan de arm 36 desgewenst een doosvorm hebben teneinde hem grotere sterkte te geven.
De weergegeven inrichting toont een stijl voor een linker gestuurd wiel, voor een rechter gestuurd wiel moet de arm 36 spiegel-15 beeldelijk ten opzichte van de getoonde arm aangebracht zijn.
In de bovenwand 42 van het huis 24 is een van een kraag voorziene cirkelvormige opening 58 aangebracht, waarin een ondereind-gedeelte 60 van het buisvormige orgaan 14 met perspassing-bevestigd is. De tussenwand 52 heeft tevens een van een kraag voorziene cirkelvormige 20 opening 62, welke opgelijnd is met de voorafgaande opening en waarin het onderste einde van het onderste gedeelte 60 van het buisvormige orgaan 14 opgenomen is. Dit ondereinde is aan de kraag of verhoogde rand van de opening 62 bevestigd door lassen, bij voorkeur een doorlopende kraallas. Het onderste gedeelte 60 van het buisvormige orgaan 25 14 heeft een enigszins kleinere diameter dan die van de rest van het orgaan teneinde een ringvormige draagschouder 64 op de rand van de opening 58 te vormen.
Zoals duidelijk is, verschaft de tussenwand 52 naast dat hij een geheel vormt met de arm 36, tevens een middenversteveging van 30 het huis 24. Bovendien is het onderste gedeelte 60 van het buisvormige orgaan 14, daar het opgenomen is in de twee openingen 58 en 62, stevig in het huis 24 bevestigd. Lassen van het buisvormige orgaan 14 aan het huis in verbinding met de rand van de opening 58 is niet nodig. Desalniettemin verhindert op deze plaats de aanwezigheid van de ringvormige 35 schouder 64 dat het buisvormige orgaan 14 in het huis 24 "naar binnen zinkt", terwijl het lassen op de rand van de opening 62 verhindert dat 7905514 11 het buisvormige orgaan 14 uit het huis 24 schuift.
De zijeindwand 46 heeft een onderste vlak gedeelte 66 met een grote cirkelvormige opening 68 omgeven door een krans van gaten 70. Het vlakke gedeelte 66 vormt een flens voor de bevestiging van de bus 5 26 volgens fig. 1, waarbij de bevestiging aan de flens plaats vindt door middel van bouten welke door de gaten 70 voeren. De opening 68 dient zowel voor het centreren van de bus 26 als uiteraard voor de doorgang van de as 28 van het wiel. De gaten 70 dienen tevens voor bevestiging van de remhuishouder op de remschoenhouderplaat respectie-10 velijk van een schijfrem of trommelrem.
Bij voorkeur wordt de zijwand of flens 46 met de centrale opening 68 en de gaten 70, na het trekken van het huis 28 gevormd, ofwel door een enkele perswerking ofwel door ten minste individueel persen van de legergebieden van de bevestigingsorganen van de flens 15 zelf, zodanig dat deze laatste nauwkeurig vlakke uit- en/of inwendige oppervlakken heeft en dat de centrale opening en de gaten zuiver zijn zowel in hun afmeting als hun plaats zodat ze geen verdere verspanende bewerkingen vereisen.
Tenslotte is een van een kraag voorzien cirkelvormig gat 72 20 in de onderwand 44 gemaakt, welke voor bevestiging de kogelgewricht- verbinding 32 van fig. 1 opneemt. Alternatief kan het gat 72 geen kogel-gewrichtverbinding 32 opnemen, doch een orgaan met een bolvormige zitting om de verbinding op te nemen of een conische of cilindrische zitting om de steel van de kogelgewrichtverbinding te fixeren.
25 Aan de hand van fig. 5, 6 en 7 zal nu een tweede uitvoeringsvorm van de stijl volgens de uitvinding beschreven worden. De stijl volgens fig. 5.
6 en 7 is bedoeld voor een ophanging zonder fuseearm en mist daarom de arm 36 van de vorige uitvoeringsvorm. In fig. 5, 6 en 7 zijn de delen soortgelijk aan die van fig. 1-3 aangegeven met dezelfde verwijzings-30 nummers verhoogd met 100 en zullen daarom niet in detail beschreven worden behoudens om eventuele verschillen ten opzichte van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1-4 aan te geven.
In de uitvoeringsvorm volgens fig. 5-7 omvat de bevestigings-flens 166 in wezen de gehele zijeindwand van het huis 124.
35 Op de bovenwand 142 van het huis 124 is een extra ver- sterkingsorgaan, gevormd door een huls 174 van stevig getrokken plaat- 790 5 5 14 12 metaal met een nagenoege vorm van een afgeknotte kegel, bevestigd. De grootste basis van de huls 174 heeft een omtrekflens 176 welke op de 1, bovenwand 142 gelast is rond de van een kraag voorziene opening 158 van de bovenwand. Het kleinere bovenvlak van de huls 174 wordt gevormd 5 door een cilindrisch busgedeelte 178 dat een cirkelvormige opening vormt welke is opgelijndmet de opening 158 en zich op afstand daarboven bevindt.
Het ondergedeelte 160 van het buisvormige orgaan 114 dat in dit geval ook weer een kleinere diameter heeft dan de rest van het 10 orgaan, steekt met een perspassing door het busgedeelte 178. Het ondereinde is opgenomen in de van een kraag voorziene cirkelvormige opening 158 en is aan de kraag of de rand van de opening 158 bevestigd door middel van een doorlopende kraallas 161. Ook in deze uitvoeringsvorm wordt het buisvormige orgaan 114 stevig in het huis 124 vastgehouden 15 en doordat de ringvormige schouders 164 stuiten tegen de bovenrand van het busgedeelte 178, kan het buisvormige orgaan 114 niet in het binnenste van het huis 124 "naar binnen zinken", terwijl het lassen van zijn ondereinde aan de rand van de opening 158 verhindert dat het buisvormige orgaan 114 uit het huis 124 schuift.
20 De in fig. 8-11 getoonde stijl is soortgelijk aan die in fig. 5-7 getoond is. Delen soortgelijk aan die van fig. 5-7 zijn aangegeven met dezelfde verwijzingsnummers verhoogd met nog weer 100 en zullen daarom niet in detail beschreven worden, behoudens om eventuele verschillen ten opzichte van de utivoeringsvorm volgens fig. 5-7 aan 25 te geven.
De in fig. 8-11 getoonde stijl omvat een bovenste buisvormig orgaan van plaatmetaal 214 waarop een kleine plaatmetalen ring 222 gelast is welke kan dienen als schouder voor het ondereinde van de schroef-veer (niet getekend) van de ophanging. In het geval van ophangingen 30 van een andere soort, bijvoorbeeld met torsiestaven, bladveren en dergelijke, is de ring 222 afwezig.
Het verbindingsorgaan 224 omvat wederom een huis, dat gevormd wordt door een enkel stuk van stevig getrokken plaatmetaal, bijvoorbeeld plaatstaal van een geschikte dikte in de orde van 3-4 mm.
35 Ook hier omvat het huis 224 een bovenwand 242, een onderwand 244, een zijeindwand 266 of verbindingsflens en een paar tegenover elkaar 7905514 13 gelegen gevormde vlakken 248 en 250.
De zijachterwand 266 heeft een grote door een krans van gaten 270 (vier in dit voorbeeld) omgeven cirkelvormige opening 268. De opening 268 kan met een perspassing een overeenkomstig deel van een 5 legerbus van het voertuigwiel opnemen, waarbij de gaten 270 dienen om de bus door middel van bouten te bevestigen. In het geval van een niet-aangedreven gestuurd wiel, kan de cirkelvormige opening 268 met een perspassing een overeenkomstig deel van een legerspil opnemen. De wand of flens 266 heeft bij zijn vier hoeken respectievelijke oren 269 en 10 269a. De oren 269 zijn voorzien van gaten 271 welke in dit voorbeeld bedoeld zijn voor de bevestiging door middel van bouten van de remhuis-houder van een schijfrem.
Fig. 8-11 toont een stijl van een ophanging voor een linker gestuurd wiel. In het geval'van een rechter gestuurd wiel zijn gaten 15 271 aanwezig in de oren 269 terwijl de andere twee oren 269a van gaten 271a voorzien zijn, welke met streeplijnen aangegeven zijn.
In het geval van een trommelrem kunnenalle vier oren 269, 269a gaten 271, 271a hebben voor de bevestiging van de remschoenhouder-plaat (ankerplaat) van de rem.
20 Bij voorkeur is ook in deze uitvoeringsvorm de zijwand of flens 266 met zijn centrale opening 268 en de gaten 270, 271 en/of 271a na het trekken van het huis 224 ofwel geheel gevormd door middel van een persbewerking of ten minste door persen in de legergebieden van de bevestigingsorganen van de flens zelf. In de onderwand 244 van het 25 huis 224 is een van een kraag voorzien cirkelvormig gat 272 aanwezig.
Een extra versterkingsorgaan of bovenste huls 274 van het huis 224 is analoog aan de huls 174 van fig. 5-7. Zijn verschillende delen zij aangegeven door dezelfde verwijzingsnummers nog weer verhoogd met 100 en zullen niet in detail beschreven worden.
30 Het ondergedeelte 260 van het buisvormige orgaan 214 heeft een enigszins kleinere diameter dan die van de rest van het orgaan en steekt met een perspassing door het busgedeelte 278. Ook in dit geval vormt het verschil in diameter tussen het ondergedeelte 260 en het bovengedeelte van het buisvormige orgaan 214 een ringvormige schouder 35 264 welke stuit tegen de bovenrand van het busgedeelte 278.
Het ondereinde 260a van het buisvormige orgaan 214 heeft een 790 5 5 14 ’ 14
V
diameter welke nog weer verminderd is ten opzichte van die van het gedeelte 260 en is opgenomen in de van een kraag voorziene cirkelvormige opening 258 waarbij het aan de kraag of de rand van de opening bevestigd is door middel van een doorlopende kraallas 261. In dit geval is even-5 als in de uitvoeringsvorm volgesn fig. 5-7 het buisvormige orgaan 214 stevig opgenomen in het huis 224 en geeft de dubbele opname aan het orgaan en hoge weerstand tegen buiging. Voorts kan, daar de ringvormige borst 264 stuit tegen de bovenrand van het busvormige gedeelte 278, het buisvormige orgaan 214 niet in het inwendige van het huis 224 "zinken”, 10 terwijl de las 261 van zijn ondereinde aan de kraag van de opening 268 verhindert dat het buisvormige orgaan 214 uit het huis 224 schuift.
Zoals fig. 8-11 tonen omvat een fuseearm of verankeringsarm een orgaan 280 van stevig getrokken plaatmetaal dat met de stijl verbonden is en in fig. 12 en 13 getoond is.
15 De als voorbeeld getoonde arm 280 kan bijvoorbeeld een arm 281 omvatten met een "offset" gedaante met een omgekeerd U-vormig profiel.
Binnen het gedeelte met het omgekeerde U-vormige profiel is een versterkingsklamp 282 gelast, die ook een U-profiel bezit. De arm 20 280 kan tevens versterkingsribben (niet getekend) bezitten aanvullend op of in plaats van de klamp 282 en de laatste kan een andere dan de getoonde vorm hebben.
Een vrij einde van de arm 280 is voorzien van een geledings-bus 284 welke één van de elementen van een kogelgewricht kan opnemen 25 voor verbinding met een spoorstang of een verankeringsstaaf.
Het andere einde van de arm 280 heeft een verbindingsoog 286 waarvan de omtrek bepaald is door een cirkelvormige flens 288 met een binnendiameter welke overeenkomt met de buitendiameter van het busgedeelte 278 van de huls 242. De flens 288 past nauw op het busge-30 deelte 278 en is daaraan bevestigd door middel van één of twee kraal-lassen (290 en 292 in fig. 11). Alternatief kan de flens 288 aan het busgedeelte 278 bevestigd zijn door middel van zogenoemd "elektrisch klinken", dat wil zeggen door het lassen van de flens 288 én de wand van het busvormige gedeelte 278 op afzonderlijke punten. Twee van deze 35 elektrische klinknagels 294 zijn getoond in fig. 14.
Zoals duidelijk is, leent de arm 280 zich tot een eenvoudige 7905514 15 verbinding aan een spoorstang in het geval dat het stuurhuis hoog geplaatst is, dat wil zeggen in een stand hoger dan het huis 224. Echter is het gebruik van een arm soortgelijk aan de getoonde doch naar omlaag versprongen voor verbinding aan een staaf die op het niveau van het 5 huis 224 of op een lager niveau gelegen is, niet uitgesloten. In het geval van een niet-gestuurd wiel kan de arm 280 dienen als een verankering voor de stijl.
De torsiekrachten van de besturing worden overgebracht door arm 280 op het huis 224 via de versterkingshuls 274 welke zo gedimen-10 sioneerd kan zijn dat hij gewenste sterkte bezit. Deze krachten hebben geen invloed op het onderste gedeelte 260 van het buisvormige orgaan 214.
Wanneer hoge torsiekrachten te verwachten zijn, is het om veiligheidsredenen geschikt de kraag 288 van de arm 280 op het busge-15 deelte 278 van de huls 242 te fixeren. De "elektrische klinknagels" 294 (fig. 14) kunnen hiertoe voldoende zijn, doch bij voorkeur zijn als in fig. 12 getoond is, de kraag 288 en het busgedeelte 278 door middel van een trekbewerking voorzien van respectievelijke zijuitsteeksels of fixeringsdelen 296 en 298 welke radiaal buitenwaarts gedeformeerd zijn 20 ten opzichte van de cirkelvormige vorm van de respectievelijke plaat-metalen delen. De gedeformeerde gedeelten 298 van het busgedeelte 278 vormen nokken terwijl de gedeformeerde gedeelten 296 van de kraag 288 zittingen vormen voor het opnemen van de nokken.
Voorts is het in het geval van hoge torsiekrachten wederom 25 geschikt om veiligheidsredenen de flens 276 van de huls 274 en de bovenwand 242 van het huis 244 te fixeren. Een geschikte vorm van fixatie is getoond in fig. 8-11 en op vergrote schaal in fig. 15.
Zoals uit de figuren blijkt zijn de flens 276 en de wand 242 door middel van een discontinue snijbewerking voorzien van respectievelijke 30 fixeringsgedeelten 300 en 302, welke uit het vlak van de respectievelijke plaatmetalen delen gedeformeerd zijn. Het gedeformeerde deel 300 van de flens 276 vormt een nok terwijl het gedeformeerde deel 302 van de bovenwand 242 een zitting voor het opnemen van de nok vormt.
Uiteraard zouden de fixeringsgedeelten in tegengestelde richting gedefor-35 meerd kunnen zijn, dat wil zeggen de wand 242 zou de nok kunnen hebben en de flens 276 het overeenkomstige gat. Alternatief kan het fixeren 79055 14
V
* 16 zoals in fig. 16 getoond is, ten minste één punt 304 van "elektrisch klinken" van de boven beschreven soort omvatten welke de flens 276 en de bovenwand 242 onderling verbindt. Volgens een andere variant (getoond in fig. 17) kan de fixering een pen of klinknagel 306 omvatten 5 welke in overeenkomstige gaten 308 en 310 van de bovenwand 242 en de flens 276 gestoken is. De in fig. 18-20 getoonde stijl is in delen soortgelijk aan die van fig. 1-3 en fig. 8-11. De delen soortgelijk aan die van fig. 1-3 zijn aangegeven met dezelfde verwijzingsnummers verhoogd met 300 en de delen soortgelijk aan die van fig. 8-11 zijn 10 aangegeven met dezelfde verwijzingsnummers verhoogd met nog weer 100.
Geen van deze soortgelijke delen zullen in detail beschreven worden behoudens om eventuele verschillen ten opzichte van overeenkomstige delen van de andere uitvoeringsvormen aan te geven.
Zo omvat de stijl van fig. 18-20 een bovenste buisvormig 15 orgaan van plaatmetaal 314 en een verbindingsorgaan 324. Het verbindings-orgaan 324 omvat weer een enkel deel van stevig getrokken plaatmetaal in de vorm van een huis van bijvoorbeeld plaatmetaal van een geschikte dikte, welke in de orde van 3-4 mm kan zijn.
Het huis 324 omvat wederom in dit geval een bovenwand 342, 20 een onderwand 344, een zijeindwand 366 of verbindingsflens en een paar tegenover elkaar gelegen gevormde vlakken 348 en 350.
De zijeindwand 366 is soortgelijk aan de overeenkomstige wanden 66, 166 of 266 van de voorafgaande uitvoeringsvormen en heeft ook weer een grote cirkelvormige opening 368 welke met een perspassing 25 een overeenkomstig deel van een bus of lagerspil van het voertuigwiel kan opnemen.
Een extra versterkingsorgaan of tussenwand 352, soortgelijk aan het orgaan 52 van de eerste in fig. 1-4 getekende uitvoeringsvorm is in het bovengedeelte van het huis 324 gelegen doch zonder een 30 onderste arm.
Het versterkingsorgaan 352 dat vervaardigd is van stevig getrokken plaatmetaal heeft de vorm van een bus in een plat vlak en heeft een ringvormige radiale wand 353. De omtrek van de ringvormige wand 353 heeft op het gedeelte tegenover de zijeindwand 366 een boven-35 waarts uitstekende gedeeltelijk cilindrische kraag 354. Het huis 324 heeft een paar wandgedeelten 355 overeenkomend met de kraag 354 waaraan 7905514 17 de kraag 354 door middel van een kraallas 356 gelast is.
Het versterkingsorgaan 352 heeft tevens een van een kraag voorziene cirkelvormige opening 362.
Een fuseearm of verankeringsarm omvat een orgaan van stevig 5 plaatmetaal algemeen aangegeven met 380 en is zoals uit fig. 19 blijkt, verbonden met de stijl.
De arm 380 welke als een voorbeeld weergegeven is, omvat een arm 381 met zogenoemd een "versprongen configuratie en een opbouw welke soortgelijk kan zijn aan die van de arm 280 van de voorafgaande uit-10 voeringsvorm.
Een vrij einde van de arm 380 is voorzien van een geledings-bus 384 welke een van de elementen van een kogelgewrichtverbinding kan opnemen voor verbinding met een spoorstang of een verankerings-staaf.
15 Het andere einde van de arm 380 heeft een cirkelvormige opening 386 waarvan de omtrek begrensd is door een nagenoeg cilindrische kraag 388 welke naar het binnenste van het huis 324 uitsteekt. De kraag 388 is gevormd door snijden en persen van een deel van de wand 399 van de arm 380.. Het deel van de wand 399 vormt een extra wand gelegen boven 20 de bovenwand 342 van het huis 324 zodat deze twee wanden 342 en 399 zogezegd een dubbele bovenwand van het huis vormen.
De wand 342 heeft een cirkelvormige opening 358 welke begrensd is door een nagenoeg cilindrische kraag 349 welke in de richting van het binnenste huis 342 uitsteekt en overeenkomt met de opening 386. 25 De twee openingen 358 en 386 zijn nauwkeurig opgelijnd met de opening 362 van het versterkingsorgaan 352. De kraag 388 past nauw in de kraag 359 en heeft bij voorkeur een enigszins grotere axiale lengte dan de kraag 359. De twee kragen 359 en 388 zijn langs de vrije rand van de kraag 359 aan elkaar gelast door middel van een doorlopende kraallas 30 392.
Een onderste gedeelte 360 van het buisvormige orgaan 314 is met perspassing opgenomen in de van een kraag voorziene opening 386.
Het onderste einde van het gedeelte 360 is opgenomen in de onderste opening 362 en gelast aan de kraag of de rand van de laatste door mid-35 del van een doorlopende kraallas 361.
Het onderste gedeelte 360 van het buisvormige orgaan 314 7905514 - 18 heeft een enigszins kleinere diameter dan de rest van het orgaan teneinde een ringvormige draagborst 364 af te grenzen op de rand van de opening 386.
De extra wand 399 is omgevouwen teneinde een zich naar omlaag 5 uitstrekkende omtreksschort 400 te vormen dat gedeeltelijk cilindrisch is en een overeenkomstig gedeeltelijk cilindrisch bovengedeelte van een wand 402 omgeeft, dat een bovenste uitbreiding van de zijeindwand 366 van het huis 324 vormt. Het schort 400 en het wandgedeelte 402 zijn nagenoeg coaxiaal met de cirkelvormige openingen 358 en 386.
10 Bij de in de fig. 18-20 getoonde variant worden evenals bij de variant volgens de fig. 8-11 de torsiekrachten door de arm 380 op het huis 324 overgebracht zonder via het onderste gedeelte 360 van het buisvormige orgaan 314 te voeren.
Wanneer hoge torsiekrachten te verwachten zijn, is het ge-15 schikt om veiligheidsredenen het schort 400 op het wandgedeelte 402 van het huis te fixeren. Dit fixeren omvat bij voorkeur ten minste een "elektrische klinknagel" 394 (fig. 18 en 19) welke soortgelijk is aan de "klinknagels" 294 van fig. 14.
De verbinding tussen het buisvormige orgaan en het huis 324 20 heeft soortgelijke voordelen als die beschreven zijn aan de hand van de eerste in de fig. 1-4 getoonde uitvoeringsvorm. Opgemerkt wordt echter dat de flens 358 een relatief grote axiale lengte kan hebben. In feite is het gemakkelijk vanaf de nagenoeg vlakke wand 399 van de arm 380 een grote hoeveelheid materiaal te verpersen om de flens 358 te vormen. De 25 vorm van het huis 24 volgens de fig. 1-4 en 324 volgens de fig. 18-20 is reeds op zichzelf ingewikkeld en de vervaardiging van een van een kraag voorziene opening, zoals de opening 58, met een kraag van grote axiale lengte zou een verdere complicatie bij de behandeling vari het huis vormen.
30 Zoals duidelijk is, is de opname van het onderste gedeelte 360 van het buisvormige orgaan 314 met de flens 358 welke een relatief lange bus vormt beter dan die verkregen zal worden indien het .onderste gedeelte 360 direct aan de relatief korte flens 359 bevestigd zou zijn.
7905514
Claims (23)
1. Stijl voor een wielophanging van de MacPherson soort voor motorvoertuigen welke voorzien is van een bovenste buisvormig orgaan van plaatmetaal, dat de cilinder van een telescopische schokdemper 5 vormt en van een plaatmetalen huis met een bovenwand met een cirkelvormige opening, een onderwand met een gat voor de bevestiging van een van de delen van een kogelgewrichtverbinding van een wieldraagarm, een zijeindwand welke een flens bepaalt voor de bevestiging van een leger-bus of legerspil en een statisch deel van een wielrem en een paar 10 tegenoverliggende vlakken, waarbij het onderste gedeelte van het buisvormige orgaan opgenomen is in de cirkelvormige opening van de bovenwand van het huis en aan het huis door middel van lassen bevestigd is, met het kenmerk, dat een aanvullend versterkingsorgaan (52, 174, 274, 374) van plaatmetaal aan het huis (24, 124, 224, 324) 15 gelast is om een aanvullende wand naburig aan de bovenwand (42, 142, 242, 342-399) van het huis (24, 124, 224, 324) te vormen, waarbij de aanvullende wand een cirkelvormige opening (62, 178, 278, 362) heeft die opgelijnd is en op afstand staat van de cirkelvormige opening (58, 158, 258, 386) in de bovenwand (42, 142, 242, 342-399) en dat het 20 onderste gedeelte (60, 160, 260, 360) van het buisvormige orgaan met een nauwe passing opgenomen is in de twee opgelijnde openingen eri door lassen bevestigd is aan een rand van ten minste een der openingen.
2. Stijl volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buisvormige orgaan (14, 114, 214, 314) een schouder 25 (64, 164, 264, 364) heeft welke uitwendig stuit tegen een rand van de buitenste cirkelvormige opening (58, 178, 278, 386) ten opzichte van het huis (24, 124, 224, 324) en het buisvormige orgaan (14, 114, 214, 314) aan zijn ondereinde gelast is aan een rand van de binnenste cirkelvormige opening (62, 158, 258, 362) ten opzichte van het huis.
3. Stijl volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat het aanvullende versterkingsorgaan een tussenwand (52, 352) van getrokken plaatmetaal omvat welke binnen het huis (24, 324) gelegen is nagenoeg evenwijdig aan de bovenwand (42, 342-399) en die de binnenste cirkelvormige opening (62, 362) bezit, terwijl het aan-35 vullende orgaan (52, 352) door lassen is bevestigd aan het binnenge-deelte van het huis (24, 324). 7905514
4. Stijl volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de tussenwand (52) bij voorkeur, nagenoeg in zijn vlak, een gevormde arm (36) bezit, welke vanuit een open vlak van het huis (24) uitsteekt en zodanig gekromd of gebogen is, dat hij een vrij 5 einde zijwaarts ten opzichte van het huis (24) bezit, welke arm (36) een fuseearm of een verankeringsarm vormt.
5. Stijl volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het aanvullende versterkingsorgaan een huls (174, 274) van nagenoeg afgeknotte kegelvorm van getrokken plaatmetaal omvat 10 welke bevestigd is aan de bovenwand (142, 242) van het huis (24, 224) waarbij de grotere basis van de huls een omtreksflens (176, 276) heeft, welke gelast is aan de bovenwand (142, 242) rond de cirkelvormige opening (158, 258) in deze laatste en waarbij de kleinste basis van de huls begrensd is door een cilindrisch busgedeelte (178, 278) dat de 15 andere cirkelvormige opening vormt welke opgelijnd is met de cirkelvormige opening (158, 258) in de bovenwand (142, 242).
6. Stijl volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de stijl een fuseearm (280) omvat welke gevormd is door een orgaan van stevig getrokken plaatmetaal met een verbindingsoog 20 (286), waarvan de omtrek begrensd is door een cilindrische kraag (288) welke nauwkeurig past op het busgedeelte (278) van de versterkingshuls (274) en die aan het busgedeelte (278) gelast is.
7. Stijl volgens conclusie 5, met het kenme rk, dat de omtreksflens (276) van de versterkingshuls (274) en de boven- 25 wand (242) van het huis (224) onderling verbonden zijn door fixerings-gedeelten (300, 302; 306, 310).
8. Stijl volgens conclusie 7, met het ken merk, dat de fixeringsgedeelten tussen de omtreksflens (276) en de bovenwand (242) ten minste een zitting (302) bevatten welke gevormd 30 is in het plaatmetaal van een van de samenwerkende delen welke de bovenwand (242) en de omtreksflens (276) vormen en ten minste een uitstekend gedeelte (300) van de complementaire vorm dat in het .andere gedeelte gevormd is en nauwkeurig in de zitting (302) past·.
9. Stijl volgens conclusie 8, met het kenmerk, 35 dat de respectievelijke zittingen (302) en uitstekende delen (300) gedeelten bevatten uit de respectievelijke plaatmetalen delen (242, 276) 7905514 welke uit het vlak van die delen gedeformeerd zijn.
10. Stijl volgens conclusie 7, met het ken merk, dat de fixeringsgedeelten tussen de omtreksflens (276) en de bovenwand (242) ten minste op één punt (304) elektrisch geklonken 5 zijn, zodat de omtreksflens (276) en de huls (274) en de bovenwand (242) onderling zijn verbonden.
11. Stijl volgens conclusie 7, met het ken merk, dat de fixeringsgedeelten tussen de omtreksflens (276) en de bovenwand (242) ten minste een klinknagel (306) bevatten welke aan- 10 gebracht is in de samenwerkende gaten (308, 310) in de bovenwand (242) en de omtreksflens (276).
12. Stijl volgens conclusie 6, met het ken merk, dat de flens (288) van het verbindingsoog (286) en het bus-gedeelte (278) van het versterkte busvormige gedeelte (274) door fixe- 15 ringsdelen (296, 298, 294) onderling verbonden zijn.
13. Stijl volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de fixeringsgedeelten tussen de flens (288) en het bus-gedeelte (278) ten minste een inwendig zijdelingse zitting (296) gevormd in de flens (288) bevat en ten minste een overeenkomend uitwendig zij- 20 delings uitsteeksel (298) dat in het busgedeelte gevormd is.
14. Stijl volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de zijdelingse zitting (296) en het zijdelingse uitsteeksel (298) gevormd zijn door het radiaal naar buiten deformeren van deze gedeelten.
15. Stijl volgens conclusie 12, met het ken merk, dat de fixeringsgedeelten tussen de flens (288) en het busgedeelte (278) ten minste één punt van elektrisch klinken (294) bevatten welke de flens (288) en het busgedeelte (278) onderling verbinden.
16. Stijl volgens conclusie 15, met het ken- 30 merk, dat een aantal punten van elektrisch klinken (294) aanwezig is welke de verbinding tussen het busgedeelte (278) en de flens (288) verbeteren.
17. Stijl volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in de bovenwand van het huis een dubbele wand (342-399) 35 aanwezig is, welke de bovenwand (342) en een aanvullende boven deze gelegen wand (399) omvat, welke wanden respectievelijke opgelijnde 790 5 5 14 * 22 cirkelvormige openingen (358, 386) hebben waarin het buisvormige orgaan (314) opgenomen is, waarbij de schouder (364) van het buisvormige orgaan (314) rust tegen een rand van de aanvullende opening (386) en de aanvullende wand (399) deel uitmaakt van een fuseearm of 5 verankeringshefboom (380) die een orgaan omvat van stevig getrokken plaatmetaal waarbij de arm door lassen (392) aan het huis (324) bevestigd is.
18. Stijl volgens conclusie 17, met het k e n -m e rk, dat de bovenwand (324) en de supplementaire wand (399) prak- 10 tisch cilindrische flenzen (359, 388) omvatten welke in het huis (324) steken waarbij de flens (388) van de supplementaire wand (399) stevig past in de flens (359) van de bovenwand (342) en het buisvormige or-gaan (314) stevig past in de flens (388) van de supplementaire wand (399).
19. Stijl volgens conclusie 18, met het ken merk, dat de flens (388) van de supplementaire wand (399) een axiale lengte heeft welke groter is dan die van de flens (359) van de bovenwand (342).
20. Stijl volgens conclusie 18 of 19, met het 20 kenmerk, dat de vrije rand van de flens (359) van de bovenwand (342) gelast is aan de flens (388) van de supplementaire wand (399) door middel van een kraallas (392).
21. Stijl volgens een der voorgaande conclusies 17-20, met het kenmerk, dat de supplementaire wand (399) een perifeer 25 schort (400) bevat dat het gedeelte van de bovenwand (402) van het huis (324) omgeeft en verbonden is met het gedeelte (402) van de wand door middel van fixeringsorganen (394).
22. Stijl volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de fixeringsorganen ten minste een punt van elektrisch 30 klinken (394) bevatten.
23. Stijl volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat het schort (400) en het gedeelte (402) van de bovenwand gedeeltelijk cilindrisch zijn en praktisch coaxiaal zijn met de ronde openingen (358, 386). 7905514
Applications Claiming Priority (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
IT6878278A IT1108679B (it) | 1978-07-26 | 1978-07-26 | Montature per sospensioni del tipo mac pherson per autoveicoli |
IT6878278 | 1978-07-26 | ||
IT6976178A IT1160984B (it) | 1978-12-01 | 1978-12-01 | Montante per sospensioni del tipo mac pherson pe autoveicoli |
IT6976178 | 1978-12-01 | ||
IT6752479 | 1979-03-13 | ||
IT6752479A IT1164950B (it) | 1979-03-13 | 1979-03-13 | Montante per sospensioni del tipo mac pherson per autoveicoli |
US06/120,852 US4274654A (en) | 1978-07-26 | 1980-02-11 | Strut for MacPherson-type suspensions for motor-vehicles |
US12085280 | 1980-02-11 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7905514A true NL7905514A (nl) | 1980-01-29 |
Family
ID=27452970
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7905514A NL7905514A (nl) | 1978-07-26 | 1979-07-16 | Stijl voor een wielophanging van de macpherson-soort. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4274654A (nl) |
JP (1) | JPS5559011A (nl) |
DE (1) | DE2928421A1 (nl) |
FR (1) | FR2432948A1 (nl) |
GB (1) | GB2026405B (nl) |
NL (1) | NL7905514A (nl) |
Families Citing this family (38)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
IT1118742B (it) * | 1979-05-28 | 1986-03-03 | Iao Industrie Riunite Spa | Montante per sospensioni del tipo mac pherson per autoveicoli |
FR2464837A1 (fr) * | 1979-09-13 | 1981-03-20 | Dangel Henry | Train avant de vehicule automobile |
JPS5715006A (en) * | 1980-07-01 | 1982-01-26 | Akebono Brake Ind Co Ltd | Support structure of driven wheel of vehicle |
DE3105170A1 (de) * | 1981-02-13 | 1982-09-02 | Fichtel & Sachs Ag, 8720 Schweinfurt | Schwingungsdaempfer oder federbein mit mindestens einem am behaelterrohr angeordneten beschlag |
IT1144176B (it) * | 1981-04-21 | 1986-10-29 | Iao Industrie Riunite Spa | Montante per sospensioni del tipo macpherson per autoveicoli |
IT1212651B (it) * | 1982-01-11 | 1989-11-30 | Iao Ind Riunite S P A Modifica | Montante per sospensioni del tipo macpherson per ruote motrici sterzanti di autoveicoli |
IT1156093B (it) * | 1982-10-26 | 1987-01-28 | Fiat Auto Spa | Montante per sospensioni mac pherson per autoveicoli |
US4491340A (en) * | 1982-12-13 | 1985-01-01 | Itt Industries, Inc. | Vehicle wheel axle and brake mounting assembly |
IT8353439V0 (it) * | 1983-06-07 | 1983-06-07 | Fiat Auto Spa | Unita integrale di supporto per una ruota posteriore di un veicolo |
CH659442A5 (de) * | 1983-06-24 | 1987-01-30 | Fischer Ag Georg | Schwenklager fuer achsaggregate in kraftfahrzeugen. |
EP0148825B1 (en) * | 1983-07-05 | 1988-01-07 | Ford Motor Company | Stamped strut and spindle support |
JPH0238125A (ja) * | 1988-07-29 | 1990-02-07 | Suzuki Motor Co Ltd | 車両用懸架装置 |
US5145204A (en) * | 1991-12-26 | 1992-09-08 | Chrysler Corporation | Stamped wheel support bracket for vehicle suspension |
DE9305633U1 (de) * | 1993-04-15 | 1993-06-17 | EC Engineering + Consulting Spezialmaschinen GmbH, 7900 Ulm | Vorrichtung zum Antreiben, Führen und Lenken eines Fahrzeugrades |
JP3520458B2 (ja) * | 1994-12-14 | 2004-04-19 | カヤバ工業株式会社 | ナックルブラケット |
GB2309947B (en) * | 1996-02-08 | 2000-04-19 | Rover Group | A vehicle suspension |
JP3876039B2 (ja) * | 1997-03-21 | 2007-01-31 | 本田技研工業株式会社 | 自動車の操舵装置 |
GB2347908B (en) * | 1999-03-15 | 2002-06-26 | Delphi Tech Inc | Steering knuckle and suspension module |
US7533747B2 (en) * | 2000-01-26 | 2009-05-19 | E-Traction Europe B.V. | Wheel provided with driving means |
NL1014182C2 (nl) * | 2000-01-26 | 2001-07-27 | Special Products For Industry | Wiel voorzien van aandrijfmiddelen. |
NL1017842C2 (nl) * | 2001-04-12 | 2002-10-15 | Skf Ab | Schokbrekermodule. |
JP5007872B2 (ja) * | 2005-03-24 | 2012-08-22 | 日立オートモティブシステムズ株式会社 | 単筒式油圧緩衝器および単筒式油圧緩衝器におけるブラケットの取付方法 |
DE102005037737A1 (de) * | 2005-08-10 | 2007-02-22 | Schaeffler Kg | Anbindung eines Federbeins an einen Radträger eines Kraftfahrzeuges |
ES2350082B1 (es) * | 2009-05-07 | 2011-11-18 | Kyb Suspensions Europe, S.A. | Union mejorada entre amarre y tubo de una suspension de vehiculos y proceso de fijacion de dicha union |
KR101092369B1 (ko) * | 2009-12-04 | 2011-12-09 | 평화산업주식회사 | 자동차의 엔진 마운트 |
US8408569B2 (en) * | 2011-01-17 | 2013-04-02 | Tenneco Automotive Operating Company Inc. | Damper tube reinforcement sleeve |
DE102011007831A1 (de) * | 2011-04-21 | 2012-10-25 | Zf Friedrichshafen Ag | Kraftfahrzeug mit zumindest einer radabstützenden Baueinheit |
DE102014007084B4 (de) | 2014-05-14 | 2023-05-17 | Man Truck & Bus Se | Spurhebel für eine Lenkmechanik eines Kraftfahrzeugs, Lenkmechanik mit dem Spur-hebel und Verfahren zum Herstellen eines Grundelements als oder für den Spurhebel |
DE102014213364B4 (de) * | 2014-07-09 | 2021-05-12 | Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft | Radträger eines Fahrzeugs mit einer Klemmsitz-Verbindung |
US9550401B2 (en) | 2015-04-13 | 2017-01-24 | Reyco Granning, Llc | IFS including strut pivotally secured to chassis through torque tube assembly |
US9475354B1 (en) | 2015-04-13 | 2016-10-25 | Reyco Granning, Llc | IFS including strut pivotally secured to chassis with clevis ring |
US9550402B2 (en) | 2015-04-13 | 2017-01-24 | Reyco Granning, Llc | Independent front suspension module for installation into a vehicle |
US9676240B2 (en) | 2015-04-13 | 2017-06-13 | Reyco Granning, Llc | IFS including control arm and strut supported by steering knuckle load arm |
US9475357B1 (en) | 2015-04-13 | 2016-10-25 | Reyco Granning, Llc | Strut and air spring IFS assembly maximizing available steering knuckle wheel cut |
CN112384385B (zh) * | 2018-07-05 | 2024-03-05 | 格鲁帕冲压有限责任公司 | 具有加强特征的车辆悬架部件 |
JP7185483B2 (ja) * | 2018-10-22 | 2022-12-07 | Kyb株式会社 | 緩衝器 |
KR102138687B1 (ko) * | 2019-05-27 | 2020-07-28 | 주식회사 센트랄 | 스트러트 현가장치 |
IT202100004076A1 (it) | 2021-02-23 | 2022-08-23 | Skf Ab | Modulo integrato di sospensione sterzante per veicolo |
Family Cites Families (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2435814A (en) * | 1944-10-23 | 1948-02-10 | William D Allison | Wheel supporting structure |
GB988503A (en) * | 1964-03-24 | 1965-04-07 | Ford Motor Co | Wheel spindle for a machpherson independent front suspension for a motor vehicle |
GB1120187A (en) * | 1965-12-03 | 1968-07-17 | Opel Adam Ag | Hydro-pneumatic suspension devices |
GB1145942A (en) * | 1967-09-09 | 1969-03-19 | Armstrong Patents Co Ltd | Improvements in or relating to hydraulic shock absorbers |
GB1254553A (en) * | 1968-05-02 | 1971-11-24 | British Motor Corp Ltd | Motor vehicle wheel mountings |
FR2028630A5 (nl) * | 1969-01-08 | 1970-10-09 | Simca Automobiles Sa | |
US3917308A (en) * | 1973-05-30 | 1975-11-04 | Volkswagenwerk Ag | Arrangement for setting the chamber of a pair of vehicle wheels |
US3954342A (en) * | 1974-03-28 | 1976-05-04 | Jan Boeke | Optical device for monitoring clarity of a fluid |
DE2433583C2 (de) * | 1974-07-12 | 1983-12-22 | Volkswagenwerk Ag, 3180 Wolfsburg | Aufhängung der lenkbaren Räder eines Kraftfahrzeuges |
GB1469722A (en) * | 1974-07-25 | 1977-04-06 | Gen Motors Corp | Suspension strut assemblies in motor vehicle suspensions |
US3940159A (en) * | 1974-10-31 | 1976-02-24 | United States Steel Corporation | Steering knuckle assembly |
DE2505550A1 (de) * | 1975-02-10 | 1976-08-19 | Volkswagenwerk Ag | Einzelradaufhaengung fuer kraftfahrzeuge |
DE2514456C3 (de) * | 1975-04-03 | 1978-09-14 | Audi Nsu Auto Union Ag, 7107 Neckarsulm | Achsschenkelträger für Kraftfahrzeuge |
DE2624704B1 (de) * | 1976-06-02 | 1978-04-27 | Georg Fischer Ag, Schaffhausen (Schweiz) | Einteiliges, als Gußteil ausgebildetes Schwenklager für ein gelenktes Fahrzeugrad |
JPS589766Y2 (ja) * | 1977-04-18 | 1983-02-22 | トヨタ自動車株式会社 | 車輛のホイ−ルキヤンバ調整装置 |
US4223903A (en) * | 1978-05-09 | 1980-09-23 | The Bendix Corporation | Integral suspension member |
-
1979
- 1979-07-04 FR FR7917346A patent/FR2432948A1/fr active Granted
- 1979-07-13 DE DE19792928421 patent/DE2928421A1/de not_active Withdrawn
- 1979-07-16 NL NL7905514A patent/NL7905514A/nl not_active Application Discontinuation
- 1979-07-24 GB GB7925697A patent/GB2026405B/en not_active Expired
- 1979-07-26 JP JP9434079A patent/JPS5559011A/ja active Pending
-
1980
- 1980-02-11 US US06/120,852 patent/US4274654A/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2026405A (en) | 1980-02-06 |
JPS5559011A (en) | 1980-05-02 |
GB2026405B (en) | 1982-06-16 |
DE2928421A1 (de) | 1980-04-03 |
US4274654A (en) | 1981-06-23 |
FR2432948A1 (fr) | 1980-03-07 |
FR2432948B1 (nl) | 1984-05-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL7905514A (nl) | Stijl voor een wielophanging van de macpherson-soort. | |
US4377298A (en) | Vehicle wheel suspension | |
CA1244492A (en) | Vehicle wheel with height adjustment | |
US9016704B2 (en) | Front-axle bracket, in particular for motor vehicles | |
US6866295B2 (en) | Modular cast independent front suspension subframe | |
US2756067A (en) | Independent wheel suspensions for power driven vehicles | |
US6994405B2 (en) | Axle assembly | |
GB2050968A (en) | Strut for suspensions for motor vehicles | |
US3990725A (en) | Independent front suspension for a motor vehicle | |
US20080143175A1 (en) | Beam axle system | |
US5979919A (en) | Independent wheel suspension for steered wheels of passenger motor vehicles and the like | |
JP2002539020A (ja) | ホイールサスペンションのショックアブソーバまたは空気ばねのためのサスペンションサポート | |
US3079137A (en) | Control arm for vehicle wheel suspension | |
JPH08169205A (ja) | 前輪駆動車軸アセンブリ及び車両の車軸アセンブリ用の一体の車軸管及びヨーク・アセンブリ | |
EP3121036B1 (en) | Pneumatic axle suspension for a rear axle of a vehicle | |
EP0752933B1 (en) | Trailing arm suspension | |
KR20080112917A (ko) | 차량용 현가 시스템 | |
US11207933B2 (en) | Golf cart front suspension lift kit | |
US2297901A (en) | Individual wheel suspension | |
US6161857A (en) | Steerable axle spring suspension for a two-wheeler | |
AU2002253142B2 (en) | Axle assembly | |
BE1020713A3 (nl) | Montageset voor het samenstellen van een wielophanging, wielophanging samengesteld met behulp van zulke montageset, evenals werkwijze voor het samenstellen van een wielophanging gebruik makende van zulke montageset. | |
EP3228485B1 (en) | Axle suspension system with panhard rod and vehicle with axle suspension system | |
EP0460423B1 (en) | Interconnected control arm suspension for a wheel of a vehicle | |
JPH11115429A (ja) | サスペンションアーム構造 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: EDILI S.P.A. SOCIETA IMPIANTI ELETTRICI TELEFONICI |
|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |