NL2025682B1 - Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig - Google Patents
Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig Download PDFInfo
- Publication number
- NL2025682B1 NL2025682B1 NL2025682A NL2025682A NL2025682B1 NL 2025682 B1 NL2025682 B1 NL 2025682B1 NL 2025682 A NL2025682 A NL 2025682A NL 2025682 A NL2025682 A NL 2025682A NL 2025682 B1 NL2025682 B1 NL 2025682B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- base shaft
- housing
- base
- spring
- drive gear
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R1/00—Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
- B60R1/02—Rear-view mirror arrangements
- B60R1/06—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
- B60R1/062—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
- B60R1/07—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators
- B60R1/074—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators for retracting the mirror arrangements to a non-use position alongside the vehicle
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R1/00—Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
- B60R1/02—Rear-view mirror arrangements
- B60R1/06—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
- B60R1/062—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
- B60R1/07—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R1/00—Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
- B60R1/20—Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
- B60R1/22—Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles for viewing an area outside the vehicle, e.g. the exterior of the vehicle
- B60R1/28—Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles for viewing an area outside the vehicle, e.g. the exterior of the vehicle with an adjustable field of view
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R2300/00—Details of viewing arrangements using cameras and displays, specially adapted for use in a vehicle
- B60R2300/10—Details of viewing arrangements using cameras and displays, specially adapted for use in a vehicle characterised by the type of camera system used
- B60R2300/101—Details of viewing arrangements using cameras and displays, specially adapted for use in a vehicle characterised by the type of camera system used using cameras with adjustable capturing direction
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60Y—INDEXING SCHEME RELATING TO ASPECTS CROSS-CUTTING VEHICLE TECHNOLOGY
- B60Y2410/00—Constructional features of vehicle sub-units
- B60Y2410/102—Shaft arrangements; Shaft supports, e.g. bearings
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Rear-View Mirror Devices That Are Mounted On The Exterior Of The Vehicle (AREA)
- Instrument Panels (AREA)
Abstract
De uitvinding heeft betrekking op een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig, omvattende een basisas en een behuizing die de basisas omgeeft en die om een langsas van de basisas heen in een verstelbereik zwenkaar is tussen ten minste een parkeerstand en een rijstand. Het verstelinstrument omvat verder een aandrijftandWiel, welk aandrijftandWiel een mantel omvat voorzien van een buitenvertanding die de basisas omgeeft, en een tandwiellichaam waarbij de mantel een mantelhoogte definieert waarbinnen zich een lijfdeel van het tandwiellichaam in hoofdzaak in een dwarsvlak ten opzichte van de basisas uitstrekt tussen de basisas en de mantel. Verder omvat het verstelinstrument een veer die de basisas omgeeft, welke veer op een steunvlak van het tandwiellichaam afsteunt voor het uitoefenen van een veerkracht op het aandrijftandWiel langs de langsas. Het steunvlak ligt in axiale richting verzonken ten opzichte van het dwarsvlak waarin het lijfdeel zich in hoofdzaak uitstrekt, zodanig dat de veer door het dwarsvlak heen reikt.
Description
P123976NL00 Titel: Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig De uitvinding heeft betrekking op een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid, zoals een buitenspiegel, buitendisplay en/of buitencamera, voor een voertuig, in het bijzonder een motorvoertuig.
Een buitenzichteenheid, zoals een buitenspiegel, buitendisplay en/of buitencamera, wordt toegepast op voertuigen, bijvoorbeeld auto’s van een motorvoertuig, en omvat gewoonlijk een draagframe voor het dragen van een buitenzichtelement, bijvoorbeeld een spiegel of camera.
Het verstelinstrument is met het draagframe verbonden en is bedoeld om het draagframe rond een met het voertuig te koppelen basisas van het verstelinstrument te verstellen. Het verstelinstrument omvat gewoonlijk een behuizing die ten opzichte van de basisas verzwenkbaar is in een verstelbereik, typisch tussen een parkeerstand en een rijstand. In de parkeerstand ligt het draagframe bijvoorbeeld in hoofdzaak langs het voertuig, en in geval van een buitenspiegeleenheid met een spiegelzijde naar het voertuig gericht. In de rijstand, strekt het draagframe zich bijvoorbeeld in hoofdzaak dwars op het voertuig uit, en in geval van een buitenspiegeleenheid met de spiegelzijde ten opzichte van de normale rijrichting achterwaarts gericht. Veelal is de behuizing via een actuator met de basisas verbindbaar, zodat de zwenkbeweging van de behuizing, waarmee het draagframe in- en uitgeklapt, aangedreven kan worden utgevoerd. Het draagframe draagt verder gewoonlijk een kap, die het draagframe omhult, en het buitenzichtelement gedeeltelijk omgeeft.
Bij andere buitenzichteenheden kan al of niet in combinatie met een buitenspiegel, een buitendisplay en/of cameralens genoemde standen aannemen. Een buitendisplay en/of cameralens kan daarbij bijvoorbeeld globaal op dezelfde positie in de buitenzichteenheid zijn voorzien als een buitenspiegel, maar kan ook op andere posities in de buitenzichteenheid zijn voorzien.
Het is gewenst om de buitenzichteenheid van een voertuig compact te construeren, om zijn bijdrage op de totale luchtweerstand van een voertuig te minimaliseren.
Digitale buitenzichteenheden zoals buitencamera’s en/of buitendisplays kunnen bijvoorbeeld bijzonder compact worden uitgevoerd, waardoor het verstelinstrument in toenemende mate de afmetingen van een buitenzichteenheid dicteert.
Een limiterende factor in de miniaturisering van het verstelinstrument is echter dat het verstelinstrument over voldoende robuuste en krachtbestendige eigenschappen moet blijven beschikken.
Het verstelinstrument omvat bijvoorbeeld doorgaans een krachtige veer die de behuizing continue op de basis vastdrukt voor het duurzaam trilling- en spelingsvrij definiëren van de rijstand.
Daarbij, moet het verstelinstrument bestand zijn tegen een impact zoals een aanrijding of handmatige bediening.
De uitvinding heeft daarom als doel een compact geconstrueerd verstelinstrument te voorzien, met behoud van robuuste en krachtbestendige eigenschappen.
Daartoe voorziet de uitvinding in een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig, omvattende een basisas en een behuizing die de basisas omgeeft en die om een langsas van de basisas heen in een verstelbereik zwenkbaar is tussen ten minste een parkeerstand en een rijstand.
Het verstelinstrument omvat verder een aandrijftandwiel, welk aandrijftandwiel een mantel omvat voorzien van een buitenvertanding die de basisas omgeeft, en een tandwiellichaam waarbij de mantel een mantelhoogte definieert waarbinnen zich een lijfdeel van het tandwiellichaam 1n hoofdzaak in een dwarsvlak ten opzichte van de basisas uitstrekt tussen de basisas en de mantel.
Verder omvat het verstelinstrument een veer die de basisas omgeeft, welke veer op een steunvlak van het tandwiellichaam afsteunt voor het uitoefenen van een veerkracht op het aandrijftandwiel langs de langsas.
Het steunvlak ligt in axiale richting verzonken ten opzichte van het dwarsvlak waarin het lijfdeel zich in hoofdzaak uitstrekt, zodanig dat de veer door het dwarsvlak heen reikt. Additioneel of alternatief is het steunvlak in axiale richting verzonken gelegen ten opzichte van het dwarsvlak waarin het lijfdeel zich in hoofdzaak uitstrekt zodanig dat een middelpunt van de veer binnen de mantelhoogte is gelegen. Het middelpunt kan bijvoorbeeld een zwaartepunt, massamiddelpunt of geometrisch middelpunt van de veer zijn. In het bijzonder kan het middelpunt van de veer althans nagenoeg samenvallen met een middelpunt van het aandrijftandwiel, wat voor een bijzonder stabiel samenstel zorgt.
Door de veer verzonken in het aandrijftandwiel te voorzien kan een afmeting van het verstelinstrument in axiale richting verkleind worden, terwijl de geometrie van de veer in hoofdzaak ongewijzigd kan blijven. De veer kan met name in axiale richting voldoende lengte behouden zodat de veer een gewenste veerweg kan worden gegeven met, 1n het geval van een schroefveer, een gewenst aantal wikkelingen. De veer kan aldus voldoende krachtig worden uitgevoerd, waarbij de veereigenschappen van de veer grotendeels behouden blijven.
De mantelhoogte geeft een afmetingbereik aan waarin de mantel zich in axiale richting uitstrekt. De mantel strekt zich bijvoorbeeld in een axiaal bereik uit tussen een ondervlak ter hoogte van een onderzijde van de mantel en een bovenvlak ter hoogte van een bovenzijde van de mantel, waarbij de mantelhoogte kan worden gedefinieerd tussen het ondervlak en het bovenvlak. Daarbij kan de vertanding van het tandwiel de gehele mantelhoogte bestrijken maar dit hoeft niet noodzakelijk zo te zijn.
Het steunvlak kan bijvoorbeeld binnen de mantelhoogte zijn gelegen, zoals in het axiale bereik tussen het bovenvlak en het ondervlak. In het bijzonder kan het steunvlak verzonken zijn ten opzichte van het bovenvlak, waarbij het steunvlak dichterbij het ondervlak is gelegen dan bij het bovenvlak. Meer in het bijzonder kan het steunvlak in axiale richting verzonken zijn gelegen ten opzichte van het bovenvlak tot voorbij de helft van mantelhoogte. De veer die afsteunt op het steunvlak reikt hierbij door het bovenvlak heen tot voorbij de halve mantelhoogte.
Het lijfdeel van het tandwiellichaam strekt zich in hoofdzaak transversaal uit, 1.e. in een vlak dwars op de basisas, bijvoorbeeld tussen een centrale doorsteekopening van het aandrijftandwiel en de mantel. In transversale richting is het steunvlak dan gelegen tussen de centrale doorsteekopening en de mantel.
De veer kan zijn voorzien in een verdieping in het tandwiellichaam van het aandrijftandwiel, waarbij een bodem van de verdieping het steunvlak definieert. Een inwaartse, aan een zijde van doorsteekopening gelegen wand van de verdieping kan bijvoorbeeld een lageringsoppervlak vormen dat de basisas omgeeft en een lagering voorziet tussen het aandrijftandwiel en de basis as. Van een uitwaartse, aan een zijde van mantel gelegen wand van de verdieping kan het lijfdeel uitgaan.
Verder kan het tandwiellichaam bijvoorbeeld zijn voorzien van tenminste een krachtdoorleidingsnok voor samenwerking met een nokkenring van het verstelinstrument.
Het steunvlak van het aandrijftandwiel, waarop de veer afsteunt, is voordeligerwijs buiten de mantelhoogte gelegen, bijvoorbeeld onder de mantelhoogte. De veer reikt in dat geval in wezen door het aandrijftandwiel heen, tot voorbij het axiale afmetingbereik van de mantelhoogte, bijvoorbeeld door zowel het bovenvlak als het ondervlak heen. Hierdoor wordt een bijzonder compacte inrichting van het verstelinstrument verkregen.
Het aandrijftandwiel kan een lageringsoppervlak omvatten dat de basisas omgeeft, waarbij een hoogte van het lageringsoppervlak, in axiale richting, groter is dan de mantelhoogte van het aandrijftandwiel. Dit zorgt voor een stabiele uitlijning van het aandrijftandwiel rondom de basisas. Het lageringsoppervlak wordt bijvoorbeeld gevormd door een tegen de basisas aan gelegen zijde van de verdieping.
Verder omvat het verstelinstrument voordeligerwijs twee of meer nokkenringen welke de basisas omgeven en die elk zijn voorzien van ten minste één krachtdoorleidingsnok die kunnen samenwerken onderling, met het aandrijftandwiel en/of met de behuizing, waarbij de twee of meer 5 nokkenringen radiaal ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd.
Het steunvlak 1s bij voorkeur tussen de basisas en de nokkenringen is gelegen.
Verder kan het verstelinstrument een met de behuizing gekoppelde elektrische motor met een uitgaande as omvatten, voor het verzwenken van de behuizing om de langsas van de basisas heen, waarbij de uitgaande as van de elektrische motor zich dwars op de langsas strekt.
Een verhouding tussen een diameter van de basisas en een diameter van het aandrijftandwiel kan bijvoorbeeld gelegen zijn tussen 0.15 en 0.5.
Een verhouding tussen een breedte van de behuizing en een hoogte van de behuizing kan bijvoorbeeld gelegen zijn tussen 0.15 en 0.5. De hoogte van de behuizing is hierbij bijvoorbeeld gedefinieerd als de hoogte langs de langsas van de basisas. De breedte van de behuizing is hierbij bijvoorbeeld gedefinieerd in een richting dwars op, en kruisend met, de langsas van de basisas.
De uitvinding heeft verder betrekking op een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig, omvattende een basisas; en een behuizing die de basisas omgeeft en die om een langsas van de basisas heen in een verstelbereik zwenkbaar is tussen ten minste een parkeerstand eneen rijstand; waarbij de basisas een opnamevoorziening omvat voor het in de basisas opnemen van een schroef. Het verstelinstrument kan aldus middels een schroefverbinding verbonden worden met het voertuig. De schroefverbinding omvat bijvoorbeeld slechts één enkele schroef welke axiaal in de basisas reikt. Hierdoor wordt een het aantal montagehandelingen geminimaliseerd, en wordt bovendien montageruimte bespaard, waardoor het verstelinstrument compacter kan worden ontworpen. De opnamevoorziening kan worden gevormd door een holte in de basisas. Optioneel is de binnenwand van de basisas voorzien van een inwendige schroefdraad voor samenwerking met een uitwendige schroefdraad van de schroef. Het moge duidelijk zijn dat onder de termen “schroef” en “schroefverbinding” eveneens bouten, pennen en anderszins staafvormige of equivalente verbindingsmiddelen en daarmee geassocieerde verbindingen verstaan worden. In bekende verstelinstrumenten wordt de basisas doorgaans hol uitgevoerd, zodanig dat bekabeling, bijvoorbeeld elektrische bekabeling voor het elektrisch verstellen van een door het draagframe gedragen spiegelplaat, door de holle basisas kan worden gevoerd. Het verstelinstrument wordt gewoonlijk op het basisdeel van het voertuig gemonteerd met drie schroeven die worden aangebracht door drie langs de omtrek van een voet van de basisas verdeelde gaten. Dit zorgt enerzijds voor een bedrijfszekere verbinding, maar anderzijds voor een groot aantal montagehandelingen en -onderdelen.
Voordeligerwijs is het verstelinstrument, en in het bijzonder de basisas, vrij van de bekabeling voor het elektrisch verstellen van een door het draagframe gedragen buitenzichtelement, bijvoorbeeld een spiegel of camera. De bekabeling kan bijvoorbeeld buitenom het verstelinstrument worden geleid waardoor een schroefverbinding tot stand gebracht kan worden door de basisas heen. Op deze wijze kan het verstelinstrument compacter worden uitgevoerd. In het bijzonder kan een diameter van de basisas worden verkleind, waardoor er in een radiale of breedterichting van het verstelinstrument een ruimtebesparing kan worden gerealiseerd. De bekabeling kan bovendien een databekabeling omvatten voor het tot stand brengen van een dataverbinding tussen bijvoorbeeld een door het draagframe gedragen buitencamera en een in een interieur van het voertuig verschaft display. Het is in veel gevallen ongewenst om de databekabeling door de basisas te geleiden vanwege de scherpe bochten die de bekabeling daarbij wordt opgelegd wat kan leiden tot signaalverstoring en —verlies. Hierbij kan bij de databekabeling zo rechtlijnig mogelijk langs het verstelinstrument worden aangelegd om te voorkomen.
Het verstelinstrument kan een of meer positioneringsnokken en/of positioneringsuitsparingen omvatten voor samenwerking met een of meer complementaire positioneringsuitsparingen en/of positioneringsnokken van een basisdeel van het voertuig waarop het verstelinstrument kan worden gemonteerd, voor het positioneren van het verstelinstrument ten opzichte van het basisdeel. De positioneringsnokken zorgen er in het bijzonder voor dat het verstelinstrument tenminste in lateraal en rotationeel wordt gefixeerd ten opzichte van het basisdeel waarop het verstelinstrument wordt gemonteerd.
In het bijzonder omvat het verstelinstrument ten minste drie positioneringsnokken en/of uitsparingen. Meer in het bijzonder omvat het verstelinstrument een cilindrische positioneringsnok of -uitsparingen, een in een radiale richting langgerekte positioneringsnok en/of -uitsparing, en een in een omtrekrichting langgerekte positioneringsnok of -uitsparingen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig, omvattende een basisas die zich, in gemonteerde toestand, vanaf een basis langs een langsas van de basisas uitstrekt tot een vrij uiteinde; en een behuizing die de basisas, althans in hoofdzaak, omgeeft en die om de langsas van de basisas heen in een verstelbereik zwenkbaar is tussen ten minste een parkeerstand en een rijstand; waarbij de behuizing met de basisas is gelagerd aan het vrij uiteinde van de basisas.
In het bijzonder strekt de basisas zich, in gemonteerde toestand, vanaf een basis langs de langsas van de basisas uit tot een open uiteinde, waarbij een lageringsdeel van de behuizing door het open uiteinde in de holle basisas reikt om zodanig de behuizing om de basisas te lageren aan een inwendige zijde van de basisas.
Het vrije uiteinde van de basisas kan zijn afgedekt door een deel van de behuizing, bijvoorbeeld door een dekseldeel van de behuizing. De basisas en de veer zijn hierdoor, althans grotendeels, omsloten door de behuizing waardoor een compact en eenvoudig te monteren verstelinstrument wordt verkregen. Bovendien worden interne delen van het verstelinstrument afgeschermd door de behuizing van de omgeving buiten het verstelinstrument.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een buitenzichteenheid voor een voertuig, omvattende een verstelinstrument en een met de behuizing gekoppelde spiegel, display en/of camera.
Het zal worden begrepen dat elk van de bovenstaande aspecten, kenmerken en opties gecombineerd kunnen worden. Het zal verder worden begrepen dat elk van de kenmerken beschreven ten aanzien van één de aspecten van de uitvinding gelijkelijk van toepassing is op ieder ander aspect van de uitvinding. Het zal ook duidelijk zijn dat alle aspecten, kenmerken en opties beschreven ten aanzien van het verstelinstrument gelijkelijk van toepassing zijn op de buitenzichteenheid.
De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een verstelinstrument dat is getoond in de tekeningen. In de tekeningen toont/tonen: Fig. 1 een schematische doorsnede van het verstelinstrument; Fig. 2 een schematisch perspectivisch uiteengenomen aanzicht van een verstelinstrument.
De figuren worden slechts getoond bij wijze van uitvoeringsvoorbeeld en dienen geenszins als beperkend te worden beschouwd.
Fig. 1 en 2 tonen een verstelinstrument 1 voor een buitenzichteenheid van een voertuig. Het verstelinstrument 1 omvat een basisas 2 die zich langs een langsas A uitstrekt, en een behuizing 3. De behuizing 3 is samengesteld uit ten minste een eerste en tweede behuizingsdeel 3a en 3b die met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld met behulp van schroeven 26a-26f.
De behuizing 3 is om de langsas A van de basisas 2 heen in een verstelbereik verzwenkbaar, tussen tenminste een parkeerstand en een rijstand.
Eventueel kan vanuit de rijstand nog verder worden verzwenkt naar een overvouwstand, waarbij het draagframe in hoofdzaak langs het voertuig ligt, in geval van een buitenspiegeleenheid met de spiegelzijde van het voertuig af gericht.
De behuizing 1 is gemonteerd op een basisdeel 8 van bijvoorbeeld een carrosserie van een motorvoertuig, bijvoorbeeld een auto.
De basisas 2 is hier uitgevoerd als een holle as die zich vanaf een voet 7 van de basisas 2 langs de langsas A uitstrekt tot een vrij open uiteinde 21. In gemonteerde toestand strekt de basisas zich althans in hoofdzaak dwars op een steunvlak van het basisdeel 8 uit.
Het tweede behuizingsdeel 3b vormt een deksel van het verstelinstrument 1 dat het vrije uiteinde 21 van de basisas 2 afdekt.
Het verstelinstrument 1 wordt aldus grotendeels door de behuizing 3 omsloten.
De veer 10 is bijvoorbeeld geheel binen de behuizing 3 gelegen.
Ook strekt de basisas 2 zich binnen de behuizing 3 uit vanaf de voet 7 tot het vrij uiteinde 21. Verder omvat het tweede behuizingsdeel 3b een lageringsdeel 22 dat door het open wteinde 21 van de basisas 2 reikt tot in het inwendige van de basisas 2, waarbij het lageringsdeel 22 een lageringsoppervlak 23 vormt dat tegen een binnenwand van de holle basisas 2 is gelagerd.
Deze lagering van de behuizing 3 binnenin de basisas 2 is bijzonder stabiel, en zorgt voor een bijzonder nauwkeurige uitlijning van de behuizing 3 rond de basisas 2. Het verstelinstrument 1 omvat verder een aandrijftandwiel 4 dat binnen de behuizing 3 is opgenomen, waarbij het aandrijftandwiel 4 een mantel 5 en een tandwiellichaam 20 omvat.
De mantel 5 is voorzien van een buitenvertanding 6 die de basisas 2 omgeeft, waarbij de mantel 5 een mantelhoogte H definieert waarbinnen zich een lijfdeel 6 van het tandwiellichaam 20 in hoofdzaak in een dwarsvlak ten opzichte van de basisas 2 uitstrekt tussen de basisas 2 en de mantel 5. Het aandrijftandwiel 4 omvat een centrale opening 9 waardoorheen de basisas 2 is voorzien.
Verder omvat het verstelinstrument 1 een veer 10, hier wtgevoerd als een schroefveer, die de basisas 2 omgeeft.
De veer 10 steunt af op een steunvlak 11 van het tandwiellichaam 20 en oefent een veerkracht uit op het aandrijftandwiel langs de langsas A.
De veer 10 is, in gemonteerde toestand van het verstelinstrument, gecomprimeerd tussen enerzijds het steunvlak 11 en anderzijds een bovenste bevestigingsring 12, hier uitgevoerd als een schrankring.
De veer 10 wordt in gecomprimeerde toestand gebracht tussen het steunvlak 11 en de bovenste bevestigingsring 12 door het eerste behuizingsdeel 3a en tweede behuizingsdeel 3b met elkaar te koppelen met behulp van de schroeven 264-26f.
Het verstelinstrument 1 kan als geheel op het basisdeel 8 gemonteerd worden middels een enkele schroef 24 die samenwerkt met een opnamevoorziening van de holle basisas 2. De opnamevoorziening wordt hier gevormd door de basisas 2 zelf.
De schroef 24 is axiaal in de holle basisas 2 aangebracht, zodanig dat de langsrichting van de schroef 24 overeen komt met de richting van de langsas A.
Het verstelinstrument 1 kan op eenvoudige wijze op het basisdeel 8 gemonteerd worden door de schroef 24 van onderaf door een opening in het basisdeel 8 en in de holle basisas 2 te steken, waarbij de schroef 24, met een uitwendige schroefdraad, een inwendige schroefdraad van de basisas 2 aangrijpt, zodat bij aandraaiing van de schroef 24, de basisas 2 tegen het basisdeel 8 trekt.
Een onderste bevestigingsring 27, hier een schrankring, is voorzien voor het koppelen van de basisas 2 met een basisring 28 van het verstelinstrument 1, zodanig dat de basisring 28, door aandraaiing van de schroef 24, tegen het basisdeel 8 van het voertuig wordt geklemd.
In gemonteerde toestand ligt de schroefkop 25 van de schroef 24 daarbij aan een onderzijde van het verstelinstrument 1 tegen het basisdeel 8 aan.
De basisring 28 is rotatiegeborgd met de de basisas 2, hier door middel van het opnemen van de driehoekig gevormde voet 7 van de basisas 2 in een complementaire opnamevoorziening in de basisring 28. De basisring 28 is aan een naar de het basisdeel 8 gerichte zijde verder voorzien van drie positioneringsuitsparingen die samenwerken met drie complementaire positioneringsnokken van het basisdeel 8. De positioneringsnokken en -uitsparingen zijn voorzien voor het positioneren en fixeren van het verstelinstrument 1 ten opzichte van het basisdeel 8. De positioneringsnokken en -uitsparingen zorgen er in het bijzonder voor om het verstelinstrument tenminste in laterale en rotationele richting te fixeren ten opzichte van het basisdeel 8 waarop het verstelinstrument 1 wordt gemonteerd. De basisring 28 is vervaardigd van een kuststof materiaal, zodat de positioneringsuitsparingen in de basisring 28 over de respectievelijke complementaire positioneringsnokken van het basisdeel 8 getrokken kunnen worden, waarbij het kunststof materiaal van de basisring 28 kan vervormen. Het basisdeel 8 is namelijk doorgaans vervaardigd van een gesinterd materiaal met een relatief grote hardheid. De ut kunststof vervaardigde basisring 28 kan aldus maattoleranties opvangen tussen de positioneringsnokken en -uitsparingen. In het bijzonder omvat de basisring 28 een cilindrische positioneringsuitsparingen, een in een radiale richting langgerekte positioneringsuitsparing, en een in een omtrekrichting langgerekte positioneringsuitsparingen; en het basisdeel 8 complementair een cilindrische positioneringsnok, een in een radiale richting langgerekte positioneringsnok, en een in een omtrekrichting langgerekte positioneringsnok.
Het steunvlak 11 is in axiale richting, langs de langsas A, verzonken gelegen ten opzichte van het dwarsvlak waarin het lijfdeel 6 van het tandwiellichaam 20 zich in hoofdzaak uitstrekt. Een middelpunt M van de veer 10 is binnen de mantelhoogte H gelegen. Het middelpunt M is in dit geval een geometrisch midden van de veer 10 in gemonteerde toestand. Het middelpunt M van de veer 10 ligt in het bijzonder althans nagenoeg op dezelfde locatie als een middelpunt N van het aandrijftandwiel 4. De veer 10 reikt hierbij door het dwarsvlak waarin het lijfdeel 6 zich in hoofdzaak utstrekt heen. Het steunvlak 11 ligt in de getoonde configuratie onder het dwarsvlak. Meer specifiek ligt het steunvlak 11 buiten de mantelhoogte H, zodat de veer 10 effectief door het aandrijftandwiel 4 heen reikt, voorbij de mantelhoogte H, waarmee een compact en stabiel verstelinstrument 1 wordt verkregen. In het bijzonder kan op deze wijze een aanzienlijke afmetingreductie van het verstelinstrument 1 in axiale richting worden gerealiseerd, ten opzichte van conventionele verstelinstrumenten waar de veer 10 niet verzonken is aangebracht in het aandrijftandwiel 4 maar bovenop de lijfdeel 6 van de veer afsteunt. De axiale afmeting reductie wordt bovendien gerealiseerd terwijl de geometrie van de veer 10 nagenoeg ongewijzigd kan blijven ten opzichte van de conventionele verstelinstrumenten, en dus voldoende krachtig kan worden uitgevoerd.
Het aandrijftandwiel 4 is voorzien van een verdieping 13 waarin de veer 10 1s opgenomen, waarbij de verdieping 13 aan een onderzijde daarvan het steunvlak 11 definieert. Tussen de veer 10 en het steunvlak 11 is bovendien een lagerring 19 aangebracht, voor het faciliteren van het draaien van het aandrijftandwiel 4 om de basisas 2 relatief ten opzichte van de veer 10. Een tegen de basisas 2 aan gelegen zijde van de verdieping 13 vormt een lageringsoppervlak 14. Het lageringsoppervlak 14 omgeeft de basisas 2, en heeft een lageringshoogte L die groter is dan de mantelhoogte H van de mantel 5, wat zorgt voor een stabiele geleiding en uitlijning van het aandrijftandwiel 4 om de basisas 2.
Het verstelinstrument 1 omvat verder twee of meer nokkenringen 15 welke de basisas 2 omgeven en die elk zijn voorzien van ten minste één krachtdoorleidingsnok die kunnen samenwerken onderling, met het aandrijftandwiel 4 en/of met de behuizing 3. De nokkenringen 15 zijn radiaal ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd, waardoor een verdere ruimtebesparing kan worden gerealiseerd. Meer in het bijzonder definiëren de nokkenringen 15 en de basisas 2 een onderlinge afstand, waarbij het steunvlak 11 tussen de nokkenringen 15 en de basisas 2 15 gelegen.
Het verstelinstrument 1, omvat verder een met de behuizing 3 gekoppelde elektrische motor 16 met een uitgaande as 17, voor het verzwenken van de behuizing 3 om de langsas A van de basisas 2 heen. Om een hoogte van de behuizing te minimaliseren is de elektrische motor 16 in een liggende configuratie met de behuizing 3 gekoppeld, waarbij de uitgaande as 17 van de elektrische motor 16 zich dwars op de langsas A uitstrekt. De wtgaande as 17 is via een aandrijflijn 18 verbonden met het aandrijftandwiel 4.
De wutvinding is niet beperkt tot de hier weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals weergegeven in de hiernavolgende conclusies.
Claims (15)
1. Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig, omvattende een basisas een behuizing die de basisas omgeeft en die om een langsas van de basisas heen in een verstelbereik zwenkbaar is tussen ten minste een parkeerstand en een rijstand; een aandrijftandwiel omvattende een mantel voorzien van een buitenvertanding die de basisas omgeeft, en een tandwiellichaam waarbij de mantel een mantelhoogte definieert waarbinnen zich een lijfdeel van het tandwiellichaam in hoofdzaak in een dwarsvlak ten opzichte van de basisas uitstrekt tussen de basisas en de mantel; een veer die de basisas omgeeft, welke veer op een steunvlak van het tandwiellichaam afsteunt voor het uitoefenen van een veerkracht op het aandrijftandwiel langs de langsas, waarbij het steunvlak in axiale richting verzonken is gelegen ten opzichte van het dwarsvlak waarin het lijfdeel zich in hoofdzaak uitstrekt, zodanig dat de veer door het dwarsvlak heen reikt.
2. Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig, omvattende een basisas een behuizing die de basisas omgeeft en die om een langsas van de basisas heen in een verstelbereik zwenkbaar is tussen ten minste een parkeerstand en een rijstand; een aandrijftandwiel omvattende een mantel voorzien van een buitenvertanding die de basisas omgeeft, en een tandwiellichaam waarbij de mantel een mantelhoogte definieert waarbinnen zich een lijfdeel van het tandwiellichaam in hoofdzaak in een dwarsvlak ten opzichte van de basisas uitstrekt tussen de basisas en de mantel; een veer die de basisas omgeeft, welke veer op een steunvlak van het tandwiellichaam afsteunt voor het uitoefenen van een veerkracht op het aandrijftandwiel langs de langsas, waarbij het steunvlak in axiale richting verzonken is gelegen ten opzichte van het dwarsvlak waarin het lijfdeel zich in hoofdzaak uitstrekt, zodanig dat een middelpunt van de veer binnen de mantelhoogte is gelegen.
3. Verstelinstrument volgens conclusie 1 of 2, waarbij het steunvlak buiten de mantelhoogte is gelegen, en de veer door het aandrijftandwiel heen reikt.
4. Verstelinstrument volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het aandrijftandwiel een lageringsoppervlak omvat dat de basisas omgeeft, waarbij een hoogte van het lageringsoppervlak, in axiale richting, groter is dan de mantelhoogte van het aandrijftandwiel.
5. Verstelinstrument volgens één der voorgaande conclusies, omvattende twee of meer nokkenringen welke de basisas omgeven en die elk zijn voorzien van ten minste één krachtdoorleidingsnok die kunnen samenwerken onderling, met het aandrijftandwiel en/of met de behuizing, waarbij de twee of meer nokkenringen radiaal ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd.
6. Verstelinstrument volgens conclusie 5, waarbij het steunvlak tussen de basisas en de nokkenringen is gelegen.
7. Verstelinstrument volgens één der voorgaande conclusies, omvattende een met de behuizing gekoppelde elektrische motor met een uitgaande as, voor het verzwenken van de behuizing om de langsas van de basisas heen, waarbij de uitgaande as van de elektrische motor zich dwars op de langsas strekt.
8. Verstelinstrument volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een verhouding tussen een diameter van de basisas en een diameter van het aandrijftandwiel is gelegen tussen 0.15 en 0.5.
9. Verstelinstrument volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een verhouding tussen een breedte van de behuizing en een hoogte van de behuizing is gelegen tussen 0.15 en 0.5.
10. Verstelinstrument volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de basisas een opnamevoorziening omvat voor het in de basisas opnemen van een schroef.
11. Verstelinstrument volgens één der voorgaande conclusies, omvattende een of meer positioneringsnokken en/of positioneringsuitsparingen voor samenwerking met een of meer complementaire positioneringsuitsparingen en/of positioneringsnokken van een basisdeel van het voertuig waarop het verstelinstrument kan worden gemonteerd, voor het positioneren van het verstelinstrument ten opzichte van het basisdeel.
12. Verstelinstrument volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de basisas zich, in gemonteerde toestand, vanaf een basisdeel langs een langsas van de basisas uitstrekt tot een vrij wteinde, waarbij de behuizing om de basisas 1s gelagerd aan het vrije uiteinde van de basisas.
13. Verstelinstrument volgens conclusie 12, waarbij het vrije uiteinde van de basisas een open uiteinde is, waarbij een lageringsdeel van de behuizing door het open uiteinde in de holle basisas reikt om zodanig de behuzing met de basisas te lageren aan een inwendige zijde van de basisas.
14. Verstelinstrument volgens conclusie 12 of 13, waarbij het vrije uiteinde van de basisas door een deel van de behuizing is afgedekt.
15. Buitenzichteenheid voor een voertuig, omvattende een verstelinstrument volgens één der voorgaande conclusies, en een met de behuizing gekoppelde spiegel, display en/of camera.
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2025682A NL2025682B1 (nl) | 2020-05-26 | 2020-05-26 | Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig |
PCT/NL2021/050333 WO2021242099A1 (en) | 2020-05-26 | 2021-05-26 | Adjusting instrument for an exterior vision unit for a vehicle |
EP21729052.7A EP4157675A1 (en) | 2020-05-26 | 2021-05-26 | Adjusting instrument for an exterior vision unit for a vehicle |
CN202180038180.0A CN115667017A (zh) | 2020-05-26 | 2021-05-26 | 用于车辆的外部视觉单元的调节设备 |
JP2022572766A JP7450768B2 (ja) | 2020-05-26 | 2021-05-26 | 乗物用外部視覚ユニットのための調整器具 |
KR1020227045329A KR20230015985A (ko) | 2020-05-26 | 2021-05-26 | 차량의 외부 시야 유닛을 위한 조정 기구 |
US17/926,784 US20230202391A1 (en) | 2020-05-26 | 2021-05-26 | Adjusting instrument for an exterior vision unit for a vehicle |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2025682A NL2025682B1 (nl) | 2020-05-26 | 2020-05-26 | Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2025682B1 true NL2025682B1 (nl) | 2021-12-13 |
Family
ID=71670376
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2025682A NL2025682B1 (nl) | 2020-05-26 | 2020-05-26 | Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20230202391A1 (nl) |
EP (1) | EP4157675A1 (nl) |
JP (1) | JP7450768B2 (nl) |
KR (1) | KR20230015985A (nl) |
CN (1) | CN115667017A (nl) |
NL (1) | NL2025682B1 (nl) |
WO (1) | WO2021242099A1 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS63195041A (ja) * | 1987-02-10 | 1988-08-12 | Koito Mfg Co Ltd | 電動格納型ドアミラ− |
JPS63284047A (ja) * | 1987-05-15 | 1988-11-21 | Koito Mfg Co Ltd | 電動格納型ドアミラ− |
EP0860323A2 (en) * | 1997-02-19 | 1998-08-26 | Britax (Geco) S.A. | Vehicle exterior rear view mirror |
EP3524474A1 (en) * | 2018-02-13 | 2019-08-14 | Ficomirrors, S.A.U. | Connector arrangement for a motor vehicle rear-view mirror |
WO2019209106A1 (en) * | 2018-04-24 | 2019-10-31 | Mci (Mirror Controls International) Netherlands B .V. | Adjusting instrument, in particular for adjusting an exterior vision unit of a vehicle |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH07117565A (ja) * | 1993-10-27 | 1995-05-09 | Sakae Riken Kogyo Kk | 電動可倒式ミラー装置 |
TWI232187B (en) | 2003-06-28 | 2005-05-11 | Chaw Khong Co Ltd | Electrical operable pivoting back-mirror device |
JP5488429B2 (ja) | 2010-11-26 | 2014-05-14 | 市光工業株式会社 | 車両用アウトサイドミラー装置 |
JP2016037234A (ja) | 2014-08-08 | 2016-03-22 | 株式会社東海理化電機製作所 | 車両用視認装置 |
-
2020
- 2020-05-26 NL NL2025682A patent/NL2025682B1/nl active
-
2021
- 2021-05-26 WO PCT/NL2021/050333 patent/WO2021242099A1/en unknown
- 2021-05-26 JP JP2022572766A patent/JP7450768B2/ja active Active
- 2021-05-26 KR KR1020227045329A patent/KR20230015985A/ko active Search and Examination
- 2021-05-26 CN CN202180038180.0A patent/CN115667017A/zh active Pending
- 2021-05-26 EP EP21729052.7A patent/EP4157675A1/en active Pending
- 2021-05-26 US US17/926,784 patent/US20230202391A1/en active Pending
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS63195041A (ja) * | 1987-02-10 | 1988-08-12 | Koito Mfg Co Ltd | 電動格納型ドアミラ− |
JPS63284047A (ja) * | 1987-05-15 | 1988-11-21 | Koito Mfg Co Ltd | 電動格納型ドアミラ− |
EP0860323A2 (en) * | 1997-02-19 | 1998-08-26 | Britax (Geco) S.A. | Vehicle exterior rear view mirror |
EP3524474A1 (en) * | 2018-02-13 | 2019-08-14 | Ficomirrors, S.A.U. | Connector arrangement for a motor vehicle rear-view mirror |
WO2019209106A1 (en) * | 2018-04-24 | 2019-10-31 | Mci (Mirror Controls International) Netherlands B .V. | Adjusting instrument, in particular for adjusting an exterior vision unit of a vehicle |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US20230202391A1 (en) | 2023-06-29 |
KR20230015985A (ko) | 2023-01-31 |
JP2023527405A (ja) | 2023-06-28 |
JP7450768B2 (ja) | 2024-03-15 |
WO2021242099A1 (en) | 2021-12-02 |
CN115667017A (zh) | 2023-01-31 |
EP4157675A1 (en) | 2023-04-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4981279A (en) | Adjustable rear view mirror | |
JP6618222B2 (ja) | カメラ装置を自動車に装着する装置 | |
US7275458B2 (en) | Tilt steering assembly | |
US8628200B2 (en) | Hinge construction | |
KR101676895B1 (ko) | 미러 조정 장치 | |
JP4116557B2 (ja) | 調節可能なハウジングのための保持装置 | |
NL2025682B1 (nl) | Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig | |
US20200244142A1 (en) | Small-sized motor apparatus for vehicle provided with improved shaft thrust gap prevention structure | |
CN112262061A (zh) | 特别是用于调节车辆的外部视觉单元的调节器械 | |
CN211667433U (zh) | 一种镜头角度调节机构及监测装置 | |
US7441910B1 (en) | Vehicular pivot mirror | |
EP0675023B2 (fr) | Support de commutateurs pour colonne de direction d'un véhicule automobile | |
US11110863B2 (en) | Connector arrangement for a motor vehicle rear-view mirror | |
EP0629027A1 (fr) | Contacteur électrique tournant | |
JPH01105401A (ja) | 自動車用前照灯 | |
US7303297B1 (en) | Vehicular mirror with improved bearing fit | |
KR100904146B1 (ko) | 리어뷰미러 조립체 | |
CN210941584U (zh) | 一种车载行车记录仪 | |
CN219592224U (zh) | 一种旋转驱动机构的传动结构 | |
CN210881881U (zh) | 汽车后视镜调节机构 | |
JP4707963B2 (ja) | 多重位置決め式のカバーを具備するランプ | |
US20220258668A1 (en) | Peripheral functional assembly for motor vehicles | |
JPH0649201U (ja) | 車両用バックミラー | |
WO2018219727A1 (en) | Wiper arm head for a windshield wiper system of a motor vehicle, and fastening device for a wiper arm head | |
JPH0578665U (ja) | ステアリングコラムカバー支持構造 |