NL2019893B1 - Kunstgrasmat en werkwijze voor het vervaardigen daarvan - Google Patents

Kunstgrasmat en werkwijze voor het vervaardigen daarvan Download PDF

Info

Publication number
NL2019893B1
NL2019893B1 NL2019893A NL2019893A NL2019893B1 NL 2019893 B1 NL2019893 B1 NL 2019893B1 NL 2019893 A NL2019893 A NL 2019893A NL 2019893 A NL2019893 A NL 2019893A NL 2019893 B1 NL2019893 B1 NL 2019893B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
artificial grass
threads
warp
artificial
backing
Prior art date
Application number
NL2019893A
Other languages
English (en)
Inventor
De Vries Hugo
Original Assignee
De Vries Hugo
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by De Vries Hugo filed Critical De Vries Hugo
Priority to NL2019893A priority Critical patent/NL2019893B1/nl
Priority to EP18839747.5A priority patent/EP3710637A1/en
Priority to CN201880080566.6A priority patent/CN111819330B/zh
Priority to CA3082562A priority patent/CA3082562A1/en
Priority to JP2020545211A priority patent/JP7374914B2/ja
Priority to PCT/NL2018/050760 priority patent/WO2019093900A1/en
Priority to US16/763,627 priority patent/US20200283965A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2019893B1 publication Critical patent/NL2019893B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C13/00Pavings or foundations specially adapted for playgrounds or sports grounds; Drainage, irrigation or heating of sports grounds
    • E01C13/08Surfaces simulating grass ; Grass-grown sports grounds
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D1/00Woven fabrics designed to make specified articles
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D15/00Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used
    • D03D15/50Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the properties of the yarns or threads
    • D03D15/567Shapes or effects upon shrinkage
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D15/00Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used
    • D03D15/50Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the properties of the yarns or threads
    • D03D15/587Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the properties of the yarns or threads adhesive; fusible
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D19/00Gauze or leno-woven fabrics
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2321/00Fibres made from polymers obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds
    • D10B2321/02Fibres made from polymers obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds polyolefins
    • D10B2321/022Fibres made from polymers obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds polyolefins polypropylene
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2401/00Physical properties
    • D10B2401/12Physical properties biodegradable
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2505/00Industrial
    • D10B2505/20Industrial for civil engineering, e.g. geotextiles
    • D10B2505/202Artificial grass
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C13/00Pavings or foundations specially adapted for playgrounds or sports grounds; Drainage, irrigation or heating of sports grounds
    • E01C13/08Surfaces simulating grass ; Grass-grown sports grounds
    • E01C2013/086Combination of synthetic and natural grass

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Woven Fabrics (AREA)
  • Carpets (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)
  • Multicomponent Fibers (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een kunstgrasmat die een geweven rug en een aantal daarmee verbonden kunstgrassprieten omvat. De geweven rug omvat een leno-weefsel van ketting- en inslagdraden waarin althans een deel van de kettingdraden en/of een deel van de inslagdraden gevormd worden door smeltdraden. Elke smeltdraad kan een temperatuurbestendige draadkern en een de draadkern omgevende, smeltbare coating omvatten. De kunstgrassprieten kunnen door tuften met de geweven rug verbonden zijn, maar kunnen ook met de geweven rug verweven zijn. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een kunstgrasmat door het weven van een rug en het daarmee verbinden van een aantal kunstgrassprieten, waarbij de rug geweven wordt door een aantal ketting- en inslagdraden door middel van leno-weven met elkaar te verweven, en waarbij althans een deel van de met elkaar verweven draden gevormd worden door smeltdraden.

Description

Kunstgrasmat en werkwijze voor het vervaardigen daarvan
De uitvinding heeft betrekking op een kunstgrasmat, omvattende een geweven rugen een aantal daarmee verbonden kunstgrassprieten. Een dergelijke kunstgrasmat is in i verschillende vormen bekend.
De bekende kunstgrasmat wordt gevormd door een vrij dicht weefsel, waar aan eenzijde kunstgrassprieten uit steken. Deze kunstgrassprieten zijn aan de rug bevestigd door middelvan tuften of weven. De van de uitstekende sprieten afgekeerde zijde van de rug is in het algemeengestabiliseerd door een laag latex of door een andere coating. Deze extra laag dient ook om de ) kunstgrassprieten stevig te fixeren in de rug.
De bekende kunstgrasmat heeft het nadeel, dat deze door de laag latex of de anderecoating aan de onderzijde geheel afgedicht wordt, waardoor de afwatering van het kunstgrasveldnegatief beïnvloed wordt.
De uitvinding heeft nu tot doel een kunstgrasmat van de hiervoor beschreven soort i te verschaffen, waarbij dit nadeel zich niet of althans in mindere mate voordoet. Volgens een eersteaspect van de uitvinding wordt dit bij een dergelijke mat bereikt, doordat de geweven rug een leno-weefsel van ketting- en inslagdraden omvat waarin althans een deel van de draden gevormdworden door smeltdraden. Door gebruik te maken van een leno-weefsel, dat een veel stevigerverband vormt dan een regulier weefsel doordat de kettingdraden bij een leno-weefsel paarsgewijs ) verdraaid om de inslagdraden zijn aangebracht, en door daarbij tevens smeltdraden toe te passenvoor extra hechting, wordt een geweven rug gevormd die van zichzelf voldoende stabiliteit heeftom in beginsel zonder latex of andere coating te kunnen worden gebruikt. Zo kan een kunstgrasmatworden gevormd die een zeer open structuur heeft en goede afwateringseigenschappen vertoont.
Daarbij kan ten minste een deel van de kettingdraden gevormd worden door > smeltdraden, en/of kan ten minste een deel van de inslagdraden gevormd worden doorsmeltdraden.
Om een goede hechting te combineren met voldoende stevigheid, verdient het devoorkeur dat elke smeltdraad een temperatuurbestendige draadkern en een de draadkernomgevende, smeltbare coating omvat. Daarbij kan door het smelten van de coating de smeltdraad) als het ware aan nabijgelegen draden worden gelast.
Daartoe kan de draadkern een kunststof met een relatief hoge smelttemperatuuromvatten, in het bijzonder polypropyleen, terwijl de coating een kunststof met een relatief lagesmelttemperatuur kan omvatten, in het bijzonder polyethyleen.
Om de stabiliteit van het weefsel verder te vergroten kan althans een deel van de > ketting- en/of inslagdraden gevormd worden door krimpgarens. Door de garens na het weven te doen krimpen, bijvoorbeeld door deze te verwarmen, worden omringende draden extra steviggefixeerd.
Daarnaast of in plaats daarvan kan althans een deel van de ketting- en/ofinslagdraden gevormd worden door spiraalgarens. Ook zo kunnen, door de garens te laten krulleni na het weven, de omringende draden extra worden gefixeerd.
Wanneer althans een deel van de ketting- en/of inslagdraden biologischafbreekbaar is, kunnen open plekken in de kunstgrasmat gevormd worden, waardoor natuurgraskan groeien. Zo kan een hybride grasmat worden gevormd.
Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding een kunstgrasmat van de ) hiervoor beschreven soort, waarbij dal althans een deel van de kunstgrassprieten van biologischafbreekbaar materiaal vervaardigd is. Zo kunnen de kunstgrassprieten in eerste instantie natuurlijkegrassprieten die door de kunstgrasmat groeien ondersteunen. Tegen de tijd dat die ondersteuningniet meer nodig is vergaan de biologisch afbreekbare kunstgrassprieten en blijven alleen de niet-afbreekbare kunstgrassprieten en het natuurlijke gras over, die tezamen een hybride veld vormen. i De kunstgrassprieten kunnen door tuften met de geweven rug verbonden zijn of kunnen met de geweven rug verweven zijn.
Wanneer de kunstgrasvezels met de rug verweven zijn, bijvoorbeeld als ketting- ofinslagdraden die pooldraden vormen, kunnen de kunstgrassprieten gevormd worden door dezevezels of pooldraden plaatselijk door te snijden. De vezels kunnen al tijdens het weven worden ) doorgesneden, bijvoorbeeld op de wijze als beschreven in WO 2010/120174. Het is daarbijdenkbaar dat de kunstgrasvezels zodanig worden doorgesneden, dat de daardoor gevormdekunstgrassprieten een puntvorm vertonen, die de vorm van natuurlijke grassprieten benadert.
Wanneer de kunstgrassprieten aan weerszijden uil de rug steken, wordt eentweezijdige kunstgrasmat verkregen die ook verticaal geplaatst kim worden om bijvoorbeeld als > scherm of afscheiding te fungeren.
Om de stabiliteit van de kunstgrasmat te vergroten kan deze voorzien zijn van tenminste één met de geweven rug verbonden secundaire rug. Deze secundaire rug kan ook eenweefsel zijn.
Daarbij kan de ten minste ene secundaire rug van een natuurlijk vezelmateriaal ) vervaardigd zijn, in het bijzonder jute of viscose. Dit natuurlijk vezelmateriaal kan vergaanwanneer de kunstgrasmat eenmaal gelegd is, omdat dan de stabiliteit door de ondergrond geleverdwordt.
De kunstgrasmat kan zelfs voorzien zijn van meerdere secundaire ruggen, die vanverschillende materialen vervaardigd zijn. Daarbij kan de buitenste secundaire rug vooral dienen > om de overige lagen te beschermen wanneer de kunstgrasmat verhit wordt om de smeltdraden tedoen smelten.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen vaneen kunstgrasmat. Een conventionele werkwijze omvat de stappen van het weven van een rug enhet daarmee verbinden van een aantal kunstgrassprieten.
De werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zich van de conventionele i werkwijze, doordat de rug geweven wordt door een aantal ketting- en inslagdraden door middelvan leno-weven met elkaar te verweven, waarbij althans een deel van de met elkaar verwevendraden gevormd worden door smeltdraden.
Bij voorkeur toegepaste varianten van de werkwijze volgens de uitvinding zijnbeschreven in de volgconclusies 18-29. ) De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naar de bij gevoegde tekeningen, w'aarin:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een kunstgrasmat volgens een eersteuitvoeringsvorm van de uitvinding op een ondergrond, w'aarbij een deel van de kunstgrassprieten isweggelaten, i Fig. 2 een schematisch bovenaanzicht is op een leno-weefsel als toegepast in de rug van de kunstgrasmat volgens de uitvinding,
Fig. 3 een doorsnede is door een smeltdraad voor toepassing in de kunstgrasmatvolgens de uitvinding,
Fig. 4A en 4B respectievelijk een zijaanzicht en een doorsnede-aanzichl lonen door) een als smeltdraad uitgevoerde inslagdraad en twee kettingdraden van het leno-weefsel voor en nahet smelten van de smeltdraad,
Fig. 5A en 5B schematische perspectivische aanzichten zijn die de verbindingtussen een inslagdraad en twee als krimpgarens uitgevoerde kettingdraden van het leno-weefseltonen, voor en na het verwarmen van de krimpgarens, > Fig. 6 een schematisch perspectivisch aanzicht toont van een inslagdraad en tweedaar omheen gewikkelde kettingdraden van een leno-weefsel, waarbij een aantal draden alsspiraalgarens zijn uitgevoerd, en
Fig. 7 een stroomdiagram toont met de belangrijkste stappen van de werkwijzevolgens de uitvinding. ) Een kunstgrasmat 1 (Fig. 1) omvat een geweven rug 2 en een groot aantal daarmee verbonden kunstgrassprieten 3, die aan één zijde - die bij gebruik de bovenzijde T vormt -uitsteken uit de rug 2. De rug 2 is geweven van draden of garens, die net als de kunstgrassprieten 3zelf van kunststof vervaardigd kunnen zijn. Teneinde een zeer stabiele rug 2 te vormen, zonder datdaartoe gebruik gemaakt hoeft te worden van een coating of een laag latex, is het w'eefsel van de > rug 2 volgens de uitvinding een leno-weefsel. In een dergelijk leno-w'eefsel zijn de kettingdraden7a, 7b paarsgewijs verdraaid om de inslagdraden 8 aangebracht (Fig. 2). Door deze paarsgewijze verdraaiing van de kettingdraden 7a, 7b worden de inslagdraden 8 daar stevig tussen vastgeklemd,waardoor onderlinge verschuiving van de draden wordt tegengegaan en een sterker verband in hetweefsel wordt bereikt dan met conventionele weeftechnieken mogelijk is.
Om de rug 2 nog verder te stabiliseren worden de kettingdraden 7a, 7b en/of dei inslagdraden 8 in elk geval voor een deel gevormd door smeltdraden. Door deze draden na hetweven te doen smelten wordt hel weefsel in feite “gelast”, waardoor dit nog verder verstevigdwordt. Doordat het weefsel van de rug 2 dus intrinsiek stabiel is, en gebruikt kan worden zondercoating of stabilisatielaag van latex, is de rug 2 lichter en eenvoudiger te hanteren dan eenconventionele rug met coating, terwijl daarnaast de uiteindelijke kunstgrasmat door het ontbreken) door de coating of de laag latex een open structuur zal hebben, en dus bijvoorbeeld luchtdoorlatenden waterdoorlatend is.
Elke smeltdraad kan gevormd worden door een temperatuurbestendige draadkern 9en een smeltbare coating 10 die de draadkern 9 omsluit (Fig. 3). Deze smeltbare coating 10 zorgtvoor de hechting, terwijl de draadkern 9 niet zal smelten en dus zo de sterkte en stabiliteit van heti weefsel garandeert. Als materiaal voor de draadkern 9 komt bijvoorbeeld een kunststof met relatiefhoge smelttemperatuur in aanmerking, zoals polypropyleen. Voor de coating 10 zou een kunststofmet een relatief lage smelttemperatuur gekozen kunnen worden, zoals bijvoorbeeld polyethyleen.Overigens hoeft het verschil in smelttemperatuur tussen de draadkern 9 en de coating 10 nietuitzonderlijk groot te zijn, zo lang dit maar voldoende is om te waarborgen dat de mechanische) eigenschappen van de draadkern 9 niet of nauwelijks beïnvloed worden wanneer de rug 2 zo ververwarmd wordt dat de coating 10 van de smeltdraad smelt.
Voor het verwarmen van de smeltdraden kan gebruik gemaakt worden van elkegewenste verwarmingstechniek, zoals bijvoorbeeld verwarmen door te bestralen met infraroodstraling. Het is ook denkbaar om het weefsel langs een verwarmde walsrol te leiden, om zo dei smeltdraden te verwarmen. In dat geval kan het een voordeel zijn om de rug 2 aan de zijde die naarde verwarmde walsrol gekeerd is te beschermen door een extra rug, die van een niet-smeltbaarmateriaal, bijvoorbeeld een natuurlijk vezelmateriaal of een biologisch afbreekbaar materiaal isvervaardigd.
Zoals te zien door vergelijking van Fig. 4A met Fig. 4B zullen, wanneer de ) inslagdraad 8 uitgevoerd is als smeltdraad, de kettingdraden 7a, 7b bij het smelten van de coating10 van de inslagdraad 8 daar enigszins in zakken, en de draadkern 9 nauw omsluiten. Het materiaalvan de smeltbare coating 10 zal daarbij om de kettingdraden 7a, 7b heen vloeien, zodat deze daaringeheel of gedeeltelijk worden ingebed. Wanneer de temperatuur vervolgens weer wordt verlaagden de smeltbare coating 10’ weer stolt zal een zeer vaste lasverbinding (weergegeven in i stippellijnen) ontstaan tussen de inslagdraad 8 en de kettingdraden 7a, 7b.
Hoewel in dit voorbeeld de inslagdraad 8 als smeltdraad is uitgevoerd, is hetnatuurlijk evengoed denkbaar dat een van de kettingdraden 7a, 7b of zelfs allebei de kettingdraden7a, 7b als smeltdraad uitgevoerd zou(den) worden, naast of in plaats van de inslagdraad 8.
Daarnaast of in plaats daarvan is het mogelijk om een bijzonder stevige verbinding i tussen de ketting- en inslagdraden 7, 8 te bereiken wanneer een deel van die draden gevormd wordtdoor krimpgarens. Wanneer bijvoorbeeld de kettingdraden 7a, 7b gevormd worden doorkrimpgarens, kunnen deze in eerste instantie verdraaid verweven worden met de inslagdraden 8 omzo een leno-weefsel te vormen (fig. 5A), waarna door verwarming de kettingdraden 7a, 7b, kunnenkrimpen en zo nog strakker om de inslagdraden 8 getrokken worden (fig. 5B). Wanneer de ) inslagdraden 8 hier weer als smeltdraden zijn uitgevoerd, wordt een nog steviger verband gevormd.
Een andere wijze om een aanvullende versteviging van het leno-weefsel tebereiken is getoond in fig. 6, waar de inslagdraad 8 en de kettingdraden 7a, 7b allen alsspiraalgarens zijn uitgevoerd. Door de spiraalvorm van de ketting- en/of inslagdraden 7, 8 grijpendeze nog steviger in elkaar dan bij gladde garens het geval is, aangezien de spiraalgarens als heti waren in elkaar haken. Zo wordt onderlinge verschuiving van de draden nog verder tegengegaan.
De als leno-weefsel gevormde rug 2 waarvan de ketting- en/of inslagdraden 7, 8als smeltdraden zijn uitgevoerd kan zoals gezegd op verschillende wijze worden toegepast voor hetvormen van een kunstgrasmat 1.
Enerzijds is het denkbaar dal de kunstgrassprieten 3 door tuften met de geweven ) rug 2 worden verbonden. Daarbij worden de getufte kunstgrassprieten 3 in de rug 2 verankerd doorde smeltdraden te doen smelten, waardoor zij als het ware aan de rug 2 gelast worden. Vooral inhet geval van getufte kunstgrassprieten 3 is het zinvol om het leno-weefsel van de rug 2 te makenop basis van krimpgarens, omdat daardoor de kunstgrassprieten 3 zeer vast worden omsloten ofingeklemd. In dat geval kan het verder zinvol zijn een secundaire rug 4 (Fig. 1) toe te passen om > vervorming van de primaire rug 2 te voorkomen wanneer de krimpgarens krimpen. De secundairerug 4 kan ervoor zorgen dat de primaire rug 2 vlak blijft. De secundaire rug 4 kan vervaardigd zijnvan een natuurlijk vezelmateriaal, zoals jute of viscose. Daarnaast kan, zoals gezegd, nog een extrasecundaire rug (hier niet getoond) voorzien zijn die vooral dient om de primaire rug 2 ensecundaire rug 4 te beschermen tegen oververhitting tijdens het verwarmen van de smeltdraden. ) Deze extra rug kan vervaardigd zijn van een biologisch afbreekbaar materiaal, zodat deze optermijn vergaat wanneer de kunstgrasmat 1 eenmaal op een ondergrond 5 gelegd is. De secundairerug 4 en/of de extra rug kunnen verder dienen om een hierna te bespreken vullaag te steunen en tefixeren wanneer op basis van de kunstgrasmat 1 een kunstgrasveld 11 wordt aangelegd.
De kunstgrassprieten 3 kunnen ook met de rug 2 meegeweven worden. In dat geval > wordt een deel van de ketting- of inslagdraden 7, 8 in lussen buiten een hoofdvlak van het weefselvan de rug 2 gebracht, om daar de kunstgrassprieten 3 te vormen. De lussen kunnen eventueel doorgesneden worden, zodat elke lus twee afzonderlijke kunstgrassprieten 3 vormt. Ditdoorsnijden lean al tijdens het weven plaatsvinden, zoals beschreven in WO 2010/120174. Doordatde combinatie van leno-weefsel en het gebruik van smeltdraden leidt tot een zeer stabiele rug 2 metdaarin meegeweven kunstgrassprieten 3, kan een maaswijdte van het weefsel relatief groot i gekozen worden. Zo wordt een relatief open structuur gevormd die zeer goed waterdoorlatend is endus leidt tot een kunstgrasveld met goede afwateringseigenschappen. De structuur is ookluchtdoorlatend en daardoor geschikt voor ventilatie en/of verwarming van he kunstgrasveld. Ookbij deze toepassing kan het gebruik van krimpgarens en/of spiraalgarens leiden tot een extraversteviging en daarmee tot de mogelijkheid om het w'eefsel nog ruimer op te zetten. Daarnaast kan) ook in dit geval een secundaire rug van biologisch afbreekbaar materiaal w'orden loegevoegd terondersteuning van de vullaag tijdens de aanleg van een kunstgrasveld 11.
Doordat de kunstgrasmat 1 ook zonder coating, latexlaag of secundaire rug alvoldoende sterkte en stabiliteit vertoont, is deze ook geschikt om verticaal opgehangen te worden,bijvoorbeeld ter vorming van een scherm of afscheiding. In dat geval kunnen de pooldraden aani weerszijden buiten het hoofdvlak van het weefsel gebracht en doorgesneden worden, zodat aanweerszijden van de rug 2 uitstekende kunstgrassprieten 3 gevormd w'orden. Er w'ordt dan dus infeite een tweezijdige kunstgrasmat 1 gevormd.
De verschillende stappen van de werkwijze voor het vervaardigen van dekunstgrasmat volgens de uitvinding zijn getoond in fig. 7. De werkwijze begint met hel verschaffen) van kettingdraden 7 (stap 100) en inslagdraden 8 (stap 101). Daarbij kunnen de kettingdraden (7)en/of de inslagdraden 8, of althans een deel van deze draden, uitgevoerd zijn als smeltdraden. Ookkunnen de ketting- en inslagdraden 7, 8 of een deel van deze draden uitgevoerd zijn alskrimpgarens en/of spiraalgarens. hi een volgende stap 102 worden de ketting- en inslagdraden 7, 8 met elkaar > verweven door gebruik te maken van een leno-weeftechniek, waarbij de kettingdraden 7 in elkaarw'orden gedraaid. Daarna kunnen in stap 103 de kunstgrassprieten 3 door tuften met de gew'evenrug 2 worden verbonden. Wanneer de kunstgrassprieten 3 met de rug 2 worden verbonden doorweven, vallen de stappen 102 en 103 in feite samen, zoals schematisch weergegeven door hetgestippelde blok 102a. ) Nadat de kunstgrassprieten 3 met de rug 2 zijn verbonden door tuften of weven, lean eventueel een secundaire rug 4 met de rug 2 in leno-w'eefsel w'orden verbonden (slap 104).Deze stap is optioneel, en zou overgeslagen kunnen worden. De secundaire rug 4 kan met deprimaire rug 2 worden verlijmd, maar het is ook denkbaar dat deze ruggen 2, 4 met elkaarverbonden worden door bijvoorbeeld dubbel weven of enigerlei andere verbindingstechniek. Naast > een secundaire rug 4, die zoals gezegd van natuurlijk vezelmateriaal vervaardigd zou kunnen zijn,kan nog een aanvullende rug worden aangebracht, bijvoorbeeld een rug die als beschermingslaag fungeert bij verwarming, en die vervaardigd kan zijn van een biologisch afbreekbaar materiaal.Ook deze rug kan op verschillende wijze met de andere ruggen worden verbonden.
In een volgende stap 105 wordt de in de voorgaande stappen gevormdekunstgrasmat 1 gefixeerd door deze te verwarmen. Daarbij zullen de smeltdraden voor een deeli smelten, waardoor lasverbindingen gevormd worden met de omringende draden, waaronder ook depooldraden die de kunstgrassprieten 3 vormen. Het verwarmen kan plaatsvinden door straling,bijvoorbeeld infraroodstraling, of door de kunstgrasmat 1 over een verwarmde rol te leiden. In hetlaatste geval is de extra rug vooral van belang.
Ten slotte wordt de kunstgrasmat 1 op een rol gewikkeld (stap 106) en is deze) klaar om naar een locatie getransporteerd te worden waar een kunstgrasveld 11 aangelegd moetworden.
Het kunstgrasveld 11 dat gevormd wordt met gebruikmaking de hiervoorbeschreven kunstgrasmat 1 omvat op conventionele wijze een ondergrond 5, waarop de rug 2 (inhet getoonde voorbeeld met de secundaire rug 4 daaronder) geplaatst wordt. De kunstgrassprieten 3i steken aan de bovenzijde T uit boven de rug 2. Vervolgens kan de ruimte tussen dekunstgrassprieten 3 opgevuld worden met een vulmateriaal of “infill” 6, dat er enerzijds voor zorgtdat de kunstgrassprieten gesteund worden, en dat daarnaast dient voor vering en demping. Alsvulmateriaal 6 komen rubberkorrels, kurk en andere materialen in aanmerking, in het algemeen incombinatie met zand. Wanneer de rug 2 en/of de kunstgrassprieten 3 ten dele van een biologisch) afbreekbaar materiaal zijn vervaardigd, en de kunstgrasmat 1 dus bedoeld is voor het vormen vaneen hybride veld, kan voorafgaand aan het leggen van de kunstgrasmat 1 de ondergrond 5 wordeningezaaid met graszaad (hier niet getoond). Het is ook denkbaar dat het graszaad in de laagvulmateriaal 6 wordt gezaaid, wanneer deze vullaag 6 een natuurlijk materiaal omvat waarin helgras kan groeien. > Zo verschaft dus de uitvinding een kunstgrasmat die lichter en goedkoper is dan bestaande kunstgrasmatten, en beter de hanteren is. Bovendien heeft de kunstgrasmat volgens deuitvinding sterk verbeterde mechanische eigenschappen, terwijl deze daarnaast een beterafwatering en ventilatie mogelijk maakt dan bestaande kunstgrasmatten.
Hoewel de uitvinding hiervoor beschreven is aan de hand van een aantal) voorbeelden, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt, maar op velerlei wijze kanworden gevarieerd. Zo kunnen bijvoorbeeld de ketting- en inslagdraden 7, 8 anderedoorsnedevormen hebben dan hier getoond. Ook kunnen andere materialen worden toegepast danhier genoemd, zowel voor de kunstvezels als voor de natuurlijke vezels. De omvang van deuitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.

Claims (29)

1. Kunstgrasmat, omvattende een geweven rug en een aantal daarmee verbondenkunstgrassprieten, met het kenmerk, dat de geweven rug een leno-weefsel van ketting- en i inslagdraden omvat waarin althans een deel van de draden gevormd worden door smeltdraden.
2. Kunstgrasmat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste een deelvan de kettingdraden gevormd worden door smeltdraden.
) 3. Kunstgrasmat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de inslagdraden gevormd worden door smeltdraden.
4. Kunstgrasmat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, datelke smeltdraad een temperatuurbestendige draadkem en een de draadkern omgevende, smeltbare i coating omvat.
5. Kunstgrasmat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de draadkern eenkunststof met een relatief hoge smelttemperatuur omvat, in het bijzonder polypropyleen.
) 6. Kunstgrasmat volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de coating een kunststof met een relatief lage smelttemperatuur omvat, in het bijzonder polyethyleen.
7. Kunstgrasmat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, datalthans een deel van de ketting- en/of inslagdraden gevormd worden door krimpgarens.
8. Kunstgrasmat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, datalthans een deel van de ketting- en/of inslagdraden gevormd worden door spiraalgarens.
9. Kunstgrasmat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat) althans een deel van de ketting- en/of inslagdraden biologisch afbreekbaar is.
10. Kunstgrasmat volgens één der voorgaande conclusies of volgens de aanhef vanconclusie 1, met het kenmerk, dat althans een deel van de kunstgrassprieten van biologischafbreekbaar materiaal vervaardigd is.
11. Kunstgrasmat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, datde kunstgrassprieten door tuften met de geweven rug verbonden zijn.
12. Kunstgrasmat volgens één der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de i kunstgrassprieten met de geweven rug verweven zijn.
13. Kunstgrasmat volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat dekunstgrassprieten aan weerszijden uitsteken uit de rug.
) 14. Kunstgrasmat volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door ten minste één met de geweven rug verbonden secundaire rug.
15. Kunstgrasmat volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de ten minste enesecundaire rug van een natuurlijk vezelmateriaal vervaardigd is, in het bijzonder jute of viscose.
16. Kunstgrasmat volgens conclusie 14 of 15, gekenmerkt door meerderesecundaire ruggen, die van verschillende materialen vervaardigd zijn.
17. Werkwijze voor het vervaardigen van een kunstgrasmat door het weven van ) een rug en het daarmee verbinden van een aantal kunstgrassprieten, met het kenmerk, dat de ruggeweven wordt door een aantal ketting- en inslagdraden door middel van leno-weven met elkaar teverweven, waarbij althans een deel van de met elkaar verweven draden gevormd worden doorsmeltdraden.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat smeltdraden als kettingdraden door leno-weven met de inslagdraden verweven worden.
19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de kettingdradendoor leno-weven met de als smeltdraden uitgevoerde inslagdraden verweven worden. )
20. Werkwijze volgens één der conclusies 17-19, met het kenmerk, dalkrimpgarens door leno-weven met de ketting- en/of inslagdraden verweven worden.
21. Werkwijze volgens één der conclusies 17-20, met het kenmerk, dat i spiraalgarens door leno-weven met de ketting- en/of inslagdraden verweven worden.
22. Werkwijze volgens één der conclusies 17-21 of volgens de aanhef vanconclusie 16, met het kenmerk, dat althans een deel van de kunstgrassprieten van biologischafbreekbaar materiaal vervaardigd wordt.
23. Werkwijze volgens één der conclusies 17-22, met het kenmerk, dat de kunstgrassprieten door tuften met de geweven rug verbonden worden.
24. Werkwijze volgens één der conclusies 17-22, met het kenmerk, dat dekunstgrassprieten met de geweven rug verweven worden. )
25. Werkwijze volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat kunstgrasvezels metde rug verweven worden en plaatselijk worden doorgesneden ter vorming van dekunstgrassprieten.
26. Werkwijze volgens conclusie 24 of 25, met het kenmerk, dat de kunstgrassprieten zodanig met de rug verweven worden, dat zij daar aan weerszijden uitsteken.
27. Werkwijze volgens één der conclusies 17-26, met het kenmerk, dat ten minsteéén secundaire rug met de geweven rug verbonden wordt. )
28. Werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de ten minste enesecundaire rug van een natuurlijk vezelmateriaal vervaardigd wordt, in het bijzonder jute ofviscose.
> 29. Werkwijze volgens conclusie 27 of 28, met het kenmerk, dat meerdere secundaire ruggen met de geweven rug verbonden worden, waarbij de secundaire ruggen vanverschillende materialen vervaardigd worden.
NL2019893A 2017-11-13 2017-11-13 Kunstgrasmat en werkwijze voor het vervaardigen daarvan NL2019893B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019893A NL2019893B1 (nl) 2017-11-13 2017-11-13 Kunstgrasmat en werkwijze voor het vervaardigen daarvan
EP18839747.5A EP3710637A1 (en) 2017-11-13 2018-11-13 Artificial turf mat and method for manufacture thereof
CN201880080566.6A CN111819330B (zh) 2017-11-13 2018-11-13 人造草皮垫以及用于制造人造草皮垫的方法
CA3082562A CA3082562A1 (en) 2017-11-13 2018-11-13 Artificial turf mat and method for manufacture thereof
JP2020545211A JP7374914B2 (ja) 2017-11-13 2018-11-13 人工芝生マット及びその製造方法
PCT/NL2018/050760 WO2019093900A1 (en) 2017-11-13 2018-11-13 Artificial turf mat and method for manufacture thereof
US16/763,627 US20200283965A1 (en) 2017-11-13 2018-11-13 Artificial turf mat and method for manufacture thereof

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019893A NL2019893B1 (nl) 2017-11-13 2017-11-13 Kunstgrasmat en werkwijze voor het vervaardigen daarvan

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2019893B1 true NL2019893B1 (nl) 2019-05-17

Family

ID=60451152

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019893A NL2019893B1 (nl) 2017-11-13 2017-11-13 Kunstgrasmat en werkwijze voor het vervaardigen daarvan

Country Status (7)

Country Link
US (1) US20200283965A1 (nl)
EP (1) EP3710637A1 (nl)
JP (1) JP7374914B2 (nl)
CN (1) CN111819330B (nl)
CA (1) CA3082562A1 (nl)
NL (1) NL2019893B1 (nl)
WO (1) WO2019093900A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH718764B1 (it) * 2021-06-24 2023-09-29 Flexgrass Sagl Manto erboso ibrido.
CN114013127B (zh) * 2022-01-06 2022-04-29 天津工业大学 非织造布增强复合材料及其制备方法

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20030099787A1 (en) * 2001-10-23 2003-05-29 Fink Wilbert E. Sports surface
JP2005015972A (ja) * 2003-06-27 2005-01-20 Diatex Co Ltd 耐久性人工芝用基布及び人工芝生
EP3029198A1 (en) * 2014-12-02 2016-06-08 Sports & Leisure Group Hybrid grass
US20160265170A1 (en) * 2015-03-09 2016-09-15 Nexxfield Inc. (4427017 Canada Inc.) Artificial turf system
WO2017004494A1 (en) * 2015-07-01 2017-01-05 Shaw Industries Group, Inc. Carpet with fluid barrier properties

Family Cites Families (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US484537A (en) * 1892-10-18 Arthur e
US1513885A (en) * 1924-04-11 1924-11-04 Godfrey S Bloch Textile fabric and method of fabricating the same
US2355789A (en) * 1941-12-30 1944-08-15 Benjamin S Faber Method of making fabric
GB780978A (en) * 1954-04-06 1957-08-14 British Belting & Asbestos Ltd Improvements in packing or lagging material, in bolted joints using such material, and in a method of forming such joints
JPS58115502U (ja) * 1982-01-26 1983-08-06 泉株式会社 人工芝生
DE3729267A1 (de) * 1987-01-29 1988-08-11 Adolff J F Ag Verfahren zur herstellung einer sportstaetten-kunststoffrasenbahn
JPH05214660A (ja) * 1992-02-03 1993-08-24 Mitsubishi Yuka Badische Co Ltd 置き敷きカーペット
NL1004656C2 (nl) * 1996-11-29 1998-07-02 Hugo De Vries Combinatiegrasveld.
JP3093683B2 (ja) * 1997-02-13 2000-10-03 静岡濾布有限会社 パイル織物およびその製造方法
JP3418334B2 (ja) * 1998-04-14 2003-06-23 萩原工業株式会社 人工芝生用基布
GB9819288D0 (en) * 1998-09-04 1998-10-28 Don & Low Ltd Improvements in or relating to woven products
JP2001214407A (ja) 2000-02-01 2001-08-07 Sumitomo Rubber Ind Ltd 天然芝入り人工芝およびその施工方法
JP3626389B2 (ja) * 2000-02-29 2005-03-09 Ykk株式会社 面ファスナー
KR200261531Y1 (ko) * 2001-08-16 2002-01-24 김여일 골프 타격 연습용 양면 매트
JP2004143637A (ja) 2002-10-25 2004-05-20 Diatex Co Ltd 熱可塑性樹脂製タフティングマット及びその製造方法
DK1579076T3 (da) * 2002-12-19 2011-09-05 Greenfields B V Kunstgræsmåtte
NL1028626C2 (nl) * 2005-03-24 2006-09-27 Heek Scholco Entpr B V Van Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van kunstgras.
EA014341B1 (ru) * 2006-06-02 2010-10-29 Тен Кейт Тиобак Б.В. Системы и способ создания усовершенствованной системы искусственного газона
CA2775083C (en) * 2007-11-05 2014-09-02 Ibco Srl Antislip sheet material with twisted tapes
NL1036870C2 (nl) 2009-04-17 2010-10-19 Ten Cate Itex B V Inrichting voor het door middel van weven vervaardigen van een vezelmat.
EP2374917B1 (en) * 2010-04-07 2013-02-13 Dow Global Technologies LLC Artificial turf yarn
PL400399A1 (pl) * 2012-08-14 2014-02-17 Dywilan Spólka Akcyjna Mata na hybrydowa murawe sportowa lub dekoracyjna
EP2940212A1 (en) 2014-05-02 2015-11-04 Polytex Sportbeläge Produktions-GmbH Artificial Turf production using a nucleating agent
CN205320643U (zh) * 2015-12-31 2016-06-22 广州傲胜人造草股份有限公司 一种人造草与天然草混合的景观草坪
CN110029553B (zh) * 2019-05-21 2021-07-20 常州市首佳人造草坪科技有限公司 一种经编人造滑雪草坪的制造方法

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20030099787A1 (en) * 2001-10-23 2003-05-29 Fink Wilbert E. Sports surface
JP2005015972A (ja) * 2003-06-27 2005-01-20 Diatex Co Ltd 耐久性人工芝用基布及び人工芝生
EP3029198A1 (en) * 2014-12-02 2016-06-08 Sports & Leisure Group Hybrid grass
US20160265170A1 (en) * 2015-03-09 2016-09-15 Nexxfield Inc. (4427017 Canada Inc.) Artificial turf system
WO2017004494A1 (en) * 2015-07-01 2017-01-05 Shaw Industries Group, Inc. Carpet with fluid barrier properties

Also Published As

Publication number Publication date
US20200283965A1 (en) 2020-09-10
CN111819330A (zh) 2020-10-23
CN111819330B (zh) 2023-08-08
EP3710637A1 (en) 2020-09-23
WO2019093900A9 (en) 2019-11-28
JP2021502510A (ja) 2021-01-28
JP7374914B2 (ja) 2023-11-07
WO2019093900A1 (en) 2019-05-16
CA3082562A1 (en) 2019-05-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1892331B1 (en) Synthetic grass turf and related manufacturing method
RU2166019C2 (ru) Текстильная сетка для армирования слоев, связанных с помощью битумов (варианты)
NL2019893B1 (nl) Kunstgrasmat en werkwijze voor het vervaardigen daarvan
KR20090004478A (ko) 인조 잔디와 같은 플로어링용 기판과 이에 상응하는 인조잔디 제조 방법
JP6606094B2 (ja) スペーサファブリック及びスペーサファブリックを製造するための方法
DK2757869T3 (en) GREENHOUSE SCREEN
US3142611A (en) Non-woven pile fabrics and methods of their manufacture
RU97120512A (ru) Клееные композитные сетчатые строительные текстильные материалы
EP0726843B1 (en) Composite material and a composite structure based on a three-dimensional textile structure
US2226631A (en) Pile fabrics
ES2531429T3 (es) Refuerzo con mechas de hilos de vidrio paralelos
EP0193479B1 (fr) Armature textile utilisable pour la réalisation de complexes stratifiés et procédé pour son obtention
JP5637590B2 (ja) 人工芝および同人工芝の製造方法
EP0672776B1 (fr) Armature textile utilisable pour la réalisation de complexes stratifiés
JPH02243407A (ja) ワイヤキャリア及びその製造方法
JP2001514980A (ja) 密閉マット
NL7904906A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een bodembekleding, de bodembekleding en het halfprodukt daarvoor.
ES2581769T3 (es) Césped artificial para paisaje y deportes
JPH04347203A (ja) 砂入れ人工芝生
US20240003080A1 (en) Carpet in synthetic grass and method of making of said carpet in synthetic grass
NL1025077C1 (nl) Kunstgrasmat en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
BR112014022176B1 (pt) Tela de estufa