NL2016038B1 - Asfaltconstructie omvattende een topgebied voorzien van een sleuf. - Google Patents

Asfaltconstructie omvattende een topgebied voorzien van een sleuf. Download PDF

Info

Publication number
NL2016038B1
NL2016038B1 NL2016038A NL2016038A NL2016038B1 NL 2016038 B1 NL2016038 B1 NL 2016038B1 NL 2016038 A NL2016038 A NL 2016038A NL 2016038 A NL2016038 A NL 2016038A NL 2016038 B1 NL2016038 B1 NL 2016038B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
asphalt
light line
flexible
partitions
Prior art date
Application number
NL2016038A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2016038A (nl
Inventor
Cornelis Petrus Heerkens Josephus
Gijsbertus Van Bochove Gerrit
Original Assignee
Heijmans N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heijmans N V filed Critical Heijmans N V
Priority to NL2016038A priority Critical patent/NL2016038B1/nl
Priority to PCT/NL2016/050913 priority patent/WO2017111596A1/en
Publication of NL2016038A publication Critical patent/NL2016038A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2016038B1 publication Critical patent/NL2016038B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C23/00Auxiliary devices or arrangements for constructing, repairing, reconditioning, or taking-up road or like surfaces
    • E01C23/06Devices or arrangements for working the finished surface; Devices for repairing or reconditioning the surface of damaged paving; Recycling in place or on the road
    • E01C23/09Devices or arrangements for working the finished surface; Devices for repairing or reconditioning the surface of damaged paving; Recycling in place or on the road for forming cuts, grooves, or recesses, e.g. for making joints or channels for markings, for cutting-out sections to be removed; for cleaning, treating, or filling cuts, grooves, recesses, or fissures; for trimming paving edges
    • E01C23/0993Devices or arrangements for working the finished surface; Devices for repairing or reconditioning the surface of damaged paving; Recycling in place or on the road for forming cuts, grooves, or recesses, e.g. for making joints or channels for markings, for cutting-out sections to be removed; for cleaning, treating, or filling cuts, grooves, recesses, or fissures; for trimming paving edges for forming or installing surface markings or signals in the paving, e.g. grooving for striping or for producing rumble strips, forming marker-receiving recesses
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01FADDITIONAL WORK, SUCH AS EQUIPPING ROADS OR THE CONSTRUCTION OF PLATFORMS, HELICOPTER LANDING STAGES, SIGNS, SNOW FENCES, OR THE LIKE
    • E01F11/00Road engineering aspects of Embedding pads or other sensitive devices in paving or other road surfaces, e.g. traffic detectors, vehicle-operated pressure-sensitive actuators, devices for monitoring atmospheric or road conditions
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01FADDITIONAL WORK, SUCH AS EQUIPPING ROADS OR THE CONSTRUCTION OF PLATFORMS, HELICOPTER LANDING STAGES, SIGNS, SNOW FENCES, OR THE LIKE
    • E01F9/00Arrangement of road signs or traffic signals; Arrangements for enforcing caution
    • E01F9/50Road surface markings; Kerbs or road edgings, specially adapted for alerting road users
    • E01F9/576Traffic lines
    • E01F9/582Traffic lines illuminated
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21SNON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
    • F21S8/00Lighting devices intended for fixed installation
    • F21S8/02Lighting devices intended for fixed installation of recess-mounted type, e.g. downlighters
    • F21S8/022Lighting devices intended for fixed installation of recess-mounted type, e.g. downlighters intended to be recessed in a floor or like ground surface, e.g. pavement or false floor
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G9/00Installations of electric cables or lines in or on the ground or water
    • H02G9/02Installations of electric cables or lines in or on the ground or water laid directly in or on the ground, river-bed or sea-bottom; Coverings therefor, e.g. tile
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21SNON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
    • F21S4/00Lighting devices or systems using a string or strip of light sources
    • F21S4/20Lighting devices or systems using a string or strip of light sources with light sources held by or within elongate supports
    • F21S4/22Lighting devices or systems using a string or strip of light sources with light sources held by or within elongate supports flexible or deformable, e.g. into a curved shape
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO THE FORM OR THE KIND OF THE LIGHT SOURCES OR OF THE COLOUR OF THE LIGHT EMITTED
    • F21Y2103/00Elongate light sources, e.g. fluorescent tubes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Road Signs Or Road Markings (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een asfaltconstructie omvattende een topgebied waarin een sleuf, omvattende twee zijwanden en een onderzijde, is aangebracht, in welke sleuf zich ten minste een lichtlijn bevindt. Voornoemde lichtlijn is opgenomen in een in voornoemde sleuf gepositioneerde behuizing, welke behuizing ten minste twee van de langszijden van voornoemde lichtlijn omgeeft en aan de bovenzijde open is.

Description

Korte aanduiding: Asfaltconstructie omvattende een topgebied voorzien van een sleuf Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een asfaltconstructie omvattende een topgebied waarin een sleuf, omvattende twee zijwanden en een onderzijde, is aangebracht, in welke sleuf zich ten minste een lichtlijn bevindt. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een behuizing en op de toepassing daarvan in een ondergrond, in het bijzonder in een van een sleuf voorziene asfaltconstructie.
Asfalt is altijd al voor de constructie van verkeerswegen gebruikt, maar dit materiaal is ook de norm geworden voor de aanleg van wegverhardingen in gebieden zoals containerterminals en havenwegen blootgesteld aan langzaam rijdend zeer zwaar verkeer. Asfalt is een mengsel van zand, grind (of steenslag) en een zeer fijne vulstof dat met bitumen, een product uit de aardolie-industrie, aan elkaar wordt gekleefd. Asfaltcentrales kunnen door de verhouding tussen en de samenstelling van de verschillende componenten aan het asfalt verschillende eigenschappen meegeven. Afhankelijk van de toepassing kan bijvoorbeeld worden gekozen voor een vloeistofdicht asfaltmengsel of voor een waterdoorlatend en geluid reducerend zeer open asfaltbeton (ZOAB); voor flexibele mengsels of voor mengsels die bestand zijn tegen hoge geconcentreerde belastingen.
Van bitumen is het bekend dat bitumen zich viskeus en elastisch gedragen, in tegenstelling tot star elastisch cementbeton. Elastisch materiaal wordt gekenmerkt door de reactie op belasting. Het materiaal vervormt onder belasting en wordt ofwel uitgerekt ofwel gecomprimeerd. Zodra de belasting wordt verwijderd, keert het materiaal onmiddellijk terug naar de originele vorm. In werkelijkheid gedraagt het asfalt zich op een veel complexere manier. Asfalt is visco-elastisch en dit is een eigenschap die wordt beïnvloed door de werkomgeving. Zowel de temperatuur als de mate van belasting is van invloed op de materiaalrespons. Een hogere temperatuur en langzaam rijdend of stationair verkeer verlagen de elastische respons en stimuleren een viskeuze respons, die kan leiden tot een permanente vervorming (spoorvorming). De belasting door het verkeer dat over het wegdek rijdt, veroorzaakt rekken en spanningen in het wegdek. De verticale drukspanning wordt door alle lagen heen gevoeld en als de maximale comprimerende spanning van de ongebonden steen- of zandlaag wordt overschreden, wordt hierin blijvende vervorming veroorzaakt. De asfaltlagen zijn ook onderworpen aan trekspanningen, die in sommige omstandigheden voor een zijdelingse verschuiving kunnen zorgen, waardoor er ook weer blijvende vervormingen worden veroorzaakt. Aldus doen zich asfaltwegverhardingen twee specifieke defecten voor: functioneel (beschadigingen aan het oppervlak) en structureel (de verharding is niet meer bestand tegen de belasting).
Indien men dus sleuven in een dergelijke asfaltlaag wenst aan te brengen, dan zullen die sleuven na verloop van tijd hun oorspronkelijke afmetingen verliezen vanwege het visco-elastisch gedrag hiervan.
Op of in wegdekken worden veelal wegmarkeringen aangebracht. Wegen, waarover auto’s, vrachtwagens, bussen en (motor)fietsen zich verplaatsen, maar ook andere weggebruikers, bijvoorbeeld voetgangers, dienen aan een aantal veiligheidseisen te voldoen. Een belangrijk onderdeel daarvan is de wegmarkering, bijvoorbeeld in de vorm van belijning, strepen en stroken. Aldus is er sprake van een veelvoud aan wegmarkeringen die elk bepaalde informatie vertegenwoordigen. Wegmarkeringen kunnen derhalve worden opgevat als tekens die op het wegdek staan aangegeven en het verkeer door middel van visuele informatie geleiden. Wegmarkeringen of belijningen zijn in vele uitvoeringsvormen bekend. Een bekende wegmarkering is bijvoorbeeld een doorgetrokken streep die aangeeft dat de weggebruiker die streep niet mag overschrijden. Wanneer er echter naast een doorgetrokken streep een onderbroken streep ligt, dan mag de weggebruiker vanaf de rijstrook naast de onderbroken streep wel inhalen, maar niet vanaf de rijstrook naast de doorgetrokken streep. Verder zijn er ook zogenaamde haaientanden, die aangeven dat er een voorrangsweg wordt genaderd. Ook kent men zogenaamde verdrijvingsvakken waarmee wordt aangegeven dat een rijstrook wordt beëindigd. Daarnaast worden op autosnelwegen ook blokstrepen gebruikt op plaatsen waar het verkeer in- of uit kan voegen. Wegmarkeringen omvatten aldus onder meer pijlen, strepen, doorgetrokken en onderbroken lijnen, maar ook haaientanden.
Om voornoemde wegmarkering ook in schemer en in het donker voor de gebruiker zichtbaar te maken, wordt aan de wegmarkering in bepaalde toepassingen een luminescent bestanddeel of ook wel een licht reflecterend materiaal, zoals glasparels, toegevoegd, welk laatst genoemd bestanddeel oplicht nadat het bijvoorbeeld wordt beschenen met behulp van een koplamp van een auto. Het nadeel van een luminescent bestanddeel is dat de markering na verloop van tijd niet meer visueel waarneembaar is in een schemerachtige of nachtelijke situatie.
Uit de Internationale aanvraag WO2014-175732 ten name van de onderhavige aanvrager is een wegmarkering bekend, omvattende een in het wegdek aan te brengen profiel waarin zich een luminescent bestanddeel bevindt, waarbij zich in het profiel verder een of meer lichtbronnen bevinden en voornoemd luminescent bestanddeel zich boven de een of meer lichtbronnen bevindt, met het kenmerk, dat het profiel uit een elastisch materiaal is vervaardigd, waarbij het profiel aan het aan het oppervlak van het wegdek gelegen deel translucent is uitgevoerd.
De Belgische publicatie BE 1007825 openbaart een uniforme houder, omvattende een U-profiel van metaal waarin zich een C-profiel van aluminium bevindt, in welk C-profiel aan de bovenzijde daarvan openingen zijn aangebracht waardoor Ledlampen uitsteken. De Ledlampen zijn ingebed in een voor LED-licht doorschijnend harsmateriaal, welk harsmateriaal het loopvlak van de houder vormt.
De Britse publicatie GB 266,394 openbaart een lichtlijn om te worden toegepast in een kanaal dat in een wegoppervlak is aangebracht, welke lichtlijn dient voor het geleiden van verkeer. De lichtlijn is samengesteld uit een aantal transparante of semi-transparante blokken die achter elkaar in het kanaal zijn geplaatst waarbij elk blok een doorgaand gat bevat om de lichtbron daarin op te nemen. De transparante of semi-transparante blokken zijn in het kanaal steeds van elkaar gescheiden door rubberen tussenblokken, welk rubberen tussenblokken dienen voor het opvangen van externe krachten en zijn tevens voorzien van een doorgaand gat om de lichtbron daarin op te nemen.
Het Amerikaans octrooi US 6 076 779 heeft betrekking op een systeem voor het beheer en routeren van kabels, zoals telecommunicatiekabels, omvattende een buigbare kabelgoot voor gebruik in een trogsysteem. De troggedeelte bevat ten minste één segment dat het mogelijk maakt om één einde van de troggedeelte ten opzichte van het andere uiteinde te buigen, zodat het troggedeelte geen lineair pad definieert.
De Internationale aanvrage WO 99/06759 heeft betrekking op een stripverlichtingsinrichting omvattende een langwerpige behuizing die tenminste gedeeltelijk doorschijnend is waarbij een veelvoud van lichtbronnen op bepaalde onderlinge afstand in de behuizing zijn aangebracht.
Het Amerikaans octrooi US 6 354 714 heeft betrekking op een ingebed LED-verlichtingssysteem voor het markeren van vloeren, loopbruggen, wegen en vliegvelden waarbij een strip van licht emitterende diodes is aangebracht op een l-profiel en ingekapseld in een transparant of reflecterend harsmateriaal. Het ingebouwde LED verlichtingssysteem kan worden aangestuurd door bewegingssensoren of druksensoren.
Het Amerikaans octrooi US 5 520 056 heeft betrekking op een verkeerssensor die draden omvat, waarbij de draden stevig zijn ingebed met de sensor in een uitgeharde samenstelling die een polymeriseerbaar bindmiddel omvat.
De Duitse publicatie DE 102 42 939 betreft een inrichting voor het opnemen van ten minste een lichtgolfgeleider in een door een afdeklaag en daar onder gerangschikte laag gevormde weg- of straatachtige ondergrond.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een asfaltconstructie waarin zich een of meer sleuven bevinden, waarbij zich in ten minste een sleuf een lichtlijn bevindt, welke lichtlijn zodanig in het visco-elastisch asfalt is aangebracht dat het optreden van beschadigingen aan de lichtlijn, veroorzaakt door dat visco-elastisch gedrag, tot een minimum is beperkt.
Nog een ander doel van de onderhavige vinding is het verschaffen van asfaltconstructie waarin zich een of meer sleuven bevinden, waarbij zich in ten minste een sleuf een lichtlijn bevindt, welke lichtlijn een goede zichtbaarheid voor de weggegebruikers bezit en die niet gemakkelijk door het over de sleuf heen rijdende wegverkeer zal worden beschadigd.
Nog een ander doel van de onderhavige vinding is het verschaffen van asfaltconstructie waarin zich een of meer sleuven bevinden, welke sleuven zodanig zijn uitgevoerd dat er ook krommingen, afbuigingen of bochten aanwezig zijn, waarbij zich in ten minste een sleuf een lichtlijn bevindt die dergelijke krommingen, afbuigingen of bochten zal volgen.
De onderhavige uitvinding heeft aldus betrekking op een asfaltconstructie omvattende een topgebied waarin een sleuf, omvattende twee zijwanden en een onderzijde, is aangebracht, in welke sleuf zich ten minste een lichtlijn bevindt, gekenmerkt doordat voornoemde lichtlijn is opgenomen in een in voornoemde sleuf gepositioneerde behuizing, welke behuizing ten minste twee van de langszijden van voornoemde lichtlijn omgeeft en aan de bovenzijde open is.
Onder toepassing van een dergelijke behuizing zullen de door het asfalt uitgeoefende krachten, veroorzaakt door het visco-elastisch gedrag van het asfalt, door de behuizing worden opgevangen. Aldus zal de in de behuizing gepositioneerde lichtlijn niet door voornoemde krachten worden beschadigd. Het moge duidelijk zijn dat de onderhavige vinding in geen geval is beperkt tot het aantal of de bijzondere geometrische vorm van de sleuf. Sleuven, groeven, spleten of ook wel inkepingen genaamd, kunnen in een bijzondere uitvoeringsvorm enigszins “rond” of “bol” zijn uitgevoerd waarbij aldus de hiervoor genoemde termen “zijwanden en onderzijde” niet eenduidig zijn aan te geven. Echter, dergelijke bijzondere geometrische vormen van de sleuf behoren ook tot de beschermingsomvang van de onderhavige vinding. Sleuven kunnen volgens een gebruikelijke manier in het asfalt worden aangebracht, bijvoorbeeld door middel van frezen, zagen of boren. Verder moet het duidelijk zijn dat de onderhavige vinding met name geschikt is om in asfaltconstructies te worden toegepast. De onderhavige behuizing zou in een bijzondere uitvoeringsvorm ook in een ander type ondergrond kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld in een ondergrond van beton, cement, dan wel een combinatie hiervan, eventueel met asfalt, of een verharding bestaande uit betonelementen, straatstenen of klinkers.
Het materiaal waaruit de onderhavige behuizing is vervaardigd is bijvoorbeeld metaal, zoals ijzer of aluminium. Maar ook kunststof is mogelijk, net zoals epoxy(beton) of GVK(Glasvezelversterkte kunststof).
Vanuit het oogpunt van het opvangen of absorberen van de door het asfalt uitgeoefende krachten, die mogelijk door de behuizing heen worden doorgegeven, is het wenselijk dat de ruimte tussen voornoemde lichtlijn en behuizing is voorzien van een vulmateriaal. Ook dient een dergelijk vulmiddel om de lichtlijn duurzaam in de behuizing te fixeren. Als voorbeeld van een dergelijk vulmateriaal wordt een flexibel harsmateriaal genoemd, in het bijzonder een flexibel thermoplastisch kunsthars of een flexibele polyurethaan. Als vulmiddel om te worden toegepast in de behuizing kunnen worden genoemd: een kunsthars, zoals een blanke polyurethaan of een flexibele epoxy. Het is hierbij wenselijk dat het toegepaste vulmateriaal voor licht doorlaatbaar is om aldus het door de lichtlijn uit te zenden licht zichtbaar te maken.
Het is ook wenselijk dat voornoemde behuizing aan de onderzijde gesloten is zodat voornoemde behuizing de beide langszijden en de onderzijde van voornoemde lichtlijn omgeeft. Een dergelijke uitvoeringsvorm maakt het mogelijk om de behuizing als een zogenaamde prefab te construeren. Bovendien kunnen zo eventuele onregelmatigheden in de bodem van de sleuf door de behuizing zelf worden opgevangen.
De onderhavige asfaltconstructie is volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zodanig uitgevoerd dat de ruimte tussen voornoemde sleuf en voornoemde behuizing is voorzien van een opvulmiddel. In een dergelijke constructie zal niet alleen de behuizing de lichtlijn tegen schade beschermen maar ook het buiten de behuizing aangebrachte vulmateriaal. Bovendien zal bij het aanbrengen van de sleuven in het asfalt veelal een sleuf met een afmeting worden verkregen die enigszins groter is dan de te plaatsen behuizing. Om nu te voorkomen dat de behuizing “losjes” in de sleuf komt te liggen, is het wenselijk dat de ruimte tussen de behuizing en de sleuf wordt opgevuld met vulmateriaal, welk materiaal ook als hechtmiddel tussen de behuizing en de sleuf is te beschouwen. Als vulmiddel voor buiten de behuizing, in het bijzonder voor de ruimte tussen de sleuf en de behuizing, kan ook een kunsthars worden toegepast, te weten een polyurethaan, epoxy of acrylaat waarbij de laatstgenoemde de voorkeur vanwege de snelle uitharding verdient. Vanuit het oogpunt van de sterkte van dit materiaal zal het vulmateriaal in bepaalde uitvoeringsvormen een kunstharsmortel zijn, bij voorkeur gevuld met minerale delen, zoals zand en vulstof. Ook is het in bepaalde uitvoeringsvormen mogelijk flexibele cementmortels toe te passen.
Het verdient in een bijzondere uitvoeringsvorm de voorkeur dat voornoemde behuizing, in de lenterichting daarvan, is opgedeeld in afwisselend starre partities en flexibele partities. Dergelijke opdeling is wenselijk om bijvoorbeeld bochten in de asfaltconstructie kunnen aanleggen. De toepassing van dergelijke starre partities en flexibele partities maakt niet alleen rechte stukken mogelijk maar dus ook krommingen of afbuigingen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de lengte waarover voornoemde starre partities zich over de lengte van voornoemde behuizing uitstrekken groter is dan de lengte waarover voornoemde flexibele partities zich uitstrekken. De langer in lengte uitgevoerde starre partities zullen voor de “rechte” delen van de sleuf zullen worden toegepast terwijl de flexibele partities voor het vormen van bochten met name geschikt zijn.
Om het optreden van ongewenste spanning in de behuizing zelf te voorkomen verdient het de voorkeur dat voornoemde flexibele partities zich bevinden in alle zijden van voornoemde behuizing. Deze ongewenste spanningen kunnen het gevolg zijn van temperatuurwisselingen en ten gevolge daarvan lengteveranderingen van de starre partities van de behuizing.
Als bijzondere uitvoeringsvormen van dergelijke flexibele partities kunnen een gevouwen of geribbelde structuur worden genoemd.
De behuizing kan een vaste lengte bezitten maar het is ook mogelijk dat voornoemde behuizing, in de lenterichting daarvan, is opgedeeld in afzonderlijke bakvormige elementen. En dergelijke bakvormige elementen worden in een sleuf achter elkaar geplaatst om de voor de lichtlijn gewenste bescherming tegen het visco-elastisch gedrag van het asfalt te verschaffen.
Vanuit het oogpunt van de weggebruikers is het wenselijk dat voornoemde behuizing zodanig in voornoemde sleuf is aangebracht dat de hoogte van voornoemde behuizing nagenoeg overeenkomt met het loopvlak van voornoemde asfaltconstructie. Aldus zal de behuizing in de sleuf zijn verzonken zodat geen ongewenste ribbels of verhogingen in het loopvlak van het wegdek ontstaan, welke ribbels of verhogingen voor ongewenste verkeerssituaties kunnen zorgen, met name voor motorrijders.
Voor het verhogen van de zichtbaarheid is het wenselijk dat voornoemde lichtlijn aan de bovenzijde daarvan is voorzien van luminescentie bestanddelen. Dergelijke luminescentie bestanddelen verschaffen licht nadat ze eerder zijn “aangestraald” zodat de lichtlijn ook in donkere omstandigheden zelf licht kan geven.
Als voorbeeld van een geschikte lichtlijn wordt een langgerekt lichtelement of een lint met bijvoorbeeld LED’s, in beide gevallen elektrisch gevoed, genoemd. Lichtlijn kan zijn samengesteld uit EL, LED, OLED.
De onderhavige asfaltconstructie is aldus bijzonder geschikt om de sleuf volgens een boogvormige uitvoering te construeren.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een behuizing, omvattende twee langszijden en een onderzijde, die, in de lenterichting daarvan, afwisselend starre partities en flexibele partities omvat. Een dergelijke behuizing is als een U-profiel op te vatten. Het is met name wenselijk dat de lengte waarover voornoemde starre partities zich over de lengte van voornoemde behuizing uitstrekken groter is dan de lengte waarover voornoemde flexibele partities zich uitstrekken. Ook verdient het de voorkeur dat voornoemde flexibele partities zich bevinden in alle zijden van voornoemde behuizing. Als de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen van flexibele partities worden een gevouwen of geribbelde structuur genoemd.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op behuizing, omvattende twee langszijden en een onderzijde, welke behuizing, in de lenterichting daarvan, is opgedeeld in afzonderlijke bakvormige elementen, welke bakvormige elementen onderling zijn gescheiden door een voeg. Een dergelijke behuizing van afzonderlijke bakvormige elementen, gescheiden door een voeg, is als een U-profiel op te vatten. Om een boogvormige constructie met voornoemde behuizing te kunnen realiseren is het in bepaalde uitvoeringsvormen wenselijk dat voornoemde voeg een flexibel harsmateriaal omvat. Ook heeft een dergelijk flexibel harsmateriaal als gunstige eigenschap dat het goed vormbaar is en onregelmatigheden in de in de asfaltconstructie aangebrachte sleuf kan opvullen. De voeg is aldus als een “flexibel deel” op te vatten. De starre delen, in het bijzonder de afzonderlijke bakvormige elementen, worden in een dergelijke uitvoeringsvorm onderbroken door een voeg, welke voeg in tweede instantie gevuld wordt met een flexibel vulmiddel. Als geschikt vulmiddel kan voornoemd flexibel hars worden genoemd, te weten het hars waarmee de lichtlijn in de behuizing wordt gefixeerd. In een dergelijke uitvoeringsvorm worden de flexibele delen tegelijk gevormd uit het flexibele hars bij het prefabriceren van het samenstel van lichtlijn en bakvormige elementen. Aldus ontstaat er in feite een “slinger” van afzonderlijke bakvormige elementen, waarbij de afzonderlijke bakvormige elementen steeds van elkaar zijn gescheiden door een flexibel hars. Volgens een andere uitvoeringsvorm is het ook mogelijk om, nadat een sleuf in de asfaltconstructie is aangebracht, de afzonderlijke bakvormige elementen op enige onderlinge afstand in de sleuf te plaatsen, waarna de lichtlijn in de afzonderlijke bakvormige elementen wordt aangebracht. Vervolgens wordt de lichtlijn in de afzonderlijke bakvormige elementen gefixeerd door het flexibel harsmateriaal daarin aan te brengen. Het flexibel harsmateriaal zal zich dan in de sleuf gaan verspreiden en de ruimte tussen de lichtlijn en de afzonderlijke bakvormige elementen opvullen, alsmede de onderlinge ruimte tussen de afzonderlijke bakvormige elementen en de ruimte tussen de afzonderlijke bakvormige elementen en de sleuf. Aldus wordt samenstel van lichtlijn + afzonderlijke bakvormige elementen in de asfaltverharding gefixeerd.
De behuizing volgens de onderhavige uitvinding is met name voorzien van ten minste een lichtlijn.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op de toepassing van een behuizing zoals hiervoor omschreven in een ondergrond, in het bijzonder in een van een sleuf voorziene asfaltconstructie.
De onderhavige uitvinding zal hierna aan de hand van een aantal figuren worden toegelicht waarbij moet worden opgemerkt dat de uitvinding in geen geval tot dergelijke bijzondere figuren is beperkt.
Figuur 1 toont een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige behuizing.
Figuur 2 toont een nog een andere bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige behuizing.
Figuur 3 toont een ondergrond met daarin opgenomen een behuizing volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 4 toont een ondergrond met daarin opgenomen een behuizing volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 5 toont een nog een andere bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige behuizing.
In figuur 1 is een behuizing 1 getoond, omvattende twee zijwanden 2, 4 en een onderzijde 3. Hoewel de behuizing 1 in deze figuur 1 als een rechthoekige vorm is weergegeven, is het ook mogelijk dat de wanden enigszins bol zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld in de vorm van een over de breedte “doorgesneden” bal (niet weergegeven), waarbij dus de zijwanden en de onderzijde enigszins samenvallen. Ook is het mogelijk dat zijwanden 2, 4 en onderzijde 3 onder een andere hoek, dan hier weergegeven, ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd. Ook is het mogelijk dat de afmetingen van zijwanden 2, 4 van elkaar verschillen. Ook is het mogelijk dat de afstand tussen de zijwanden 2, 4, bepaald door de breedte van onderzijde 3, afwijkt van de getoonde uitvoeringsvorm, bijvoorbeeld dat er sprake is van behuizing 1 waarvan de breedte kleiner is dan de hoogte van de zijwanden. De in figuur 1 getoonde behuizing 1 voornoemde behuizing is opgedeeld, in de lenterichting daarvan, in afwisselend starre partities 5 en flexibele partities 6. De lengte waarover voornoemde starre partities 5 zich over de lengte van voornoemde behuizing 1 uitstrekken is bij voorkeur groter dan de lengte waarover voornoemde flexibele partities 6 zich uitstrekken. Vanuit productie technisch oogpunt is het wenselijk dat de hoogte van de zijwanden van zowel de starre partities 5 als de flexibele partities 6 nagenoeg gelijk is, in het bijzonder wat betreft de zijwanden aan een bepaalde zijde, bijvoorbeeld de zijde aangeduid met verwijzingscijfer 4. Behuizing 1 is bijvoorbeeld uit een kunststof vervaardigd. Starre partities 5 kunnen uit een ander materiaal zijn vervaardigd dan flexibele partities 6. Starre partities 5 en flexibele partities 6 kunnen via een hechtverbinding, bijvoorbeeld via een hechtmiddel of via een mechanische koppeling, met elkaar zijn verbonden ter vorming van een behuizing. De lengte van de behuizing is niet beperkt tot een bijzondere grootte. In de ruimte gevormd door zijwanden 2, 4 en onderzijde 3 is een lichtlijn (niet weergegeven) positioneerbaar.
In figuur 2 is een bijzondere behuizing 10 getoond, omvattende twee zijwanden 2, 4 en een onderzijde 3. De in figuur 2 getoonde behuizing 10 is opgedeeld, in de lenterichting daarvan, in afwisselend starre partities 9 en flexibele partities 8. De lengte waarover voornoemde starre partities 9 zich over de lengte van voornoemde behuizing 10 uitstrekken is bij voorkeur groter dan de lengte waarover voornoemde flexibele partities 8 zich uitstrekken. In figuur 2 zijn voornoemde flexibele partities 8 weergegeven als een gevouwen of geribbelde structuur. Behuizing 10 is bijvoorbeeld uit een kunststof vervaardigd. Starre partities 9 kunnen uit een ander materiaal zijn vervaardigd dan flexibele partities 8. Starre partities 9 en flexibele partities 8 kunnen via een hechtverbinding, bijvoorbeeld via een hechtmiddel of via een mechanische koppeling, met elkaar zijn verbonden ter vorming van een behuizing. De lengte van de behuizing is niet beperkt tot een bijzondere grootte. Hoewel behuizing 10 als een rechthoekige vorm is getoond, zijn ook andere geometrische uitvoeringsvormen mogelijk, zoals hiervoor bij de bespreking van figuur 1 genoemd. In de ruimte gevormd door zijwanden 2, 4 en onderzijde 3 is een lichtlijn (niet weergegeven) positioneerbaar.
In figuur 3 is een vooraanzicht van een ondergrond met daarin opgenomen een behuizing volgens de onderhavige uitvinding getoond. De behuizing 12 is opgenomen in een ondergrond 11, voorzien van een sleuf, omvattende twee zijwanden 16, 23 en een onderzijde 17. Behuizing 12 omvat twee zijwanden 2, 4 en een onderzijde 3. In behuizing 12 is een lichtlijn 14 schematisch weergegeven. Lichtlijn 14 is in behuizing 12 omgeven door een vulmiddel 13, in het bijzonder een transparant hars. Vulmiddel 13 kan verder zijn voorzien van aanvullende bestanddelen, zoals luminescentie bestanddelen, glasparels, pigmenten, middelen voor het verstrooien dan wel richten van licht uitgezonden door de lichtlijn en middelen die de stroefheid van loopvlak 21 bevorderen. De hoogte van het vulmiddel 13 in behuizing 12 is zodanig dat die hoogte nagenoeg samenvalt met loopvlak 21 van ondergrond 11, in het bijzonder asfalt. De ruimte 18 tussen de behuizing 12 en de sleuf wordt bij voorkeur opgevuld met een vulmiddel (niet weergegeven). De wijze van aanbrengen van de behuizing in de ondergrond omvat het in ondergrond tot stand brengen van een sleuf, bijvoorbeeld door middel van frezen, het in de aldus verkregen sleuf plaatsen van de behuizing en aansluitend het eventueel opvullen van de ruimte tussen de sleuf en de behuizing met een vulmiddel. Het verdient de voorkeur dat de behuizing reeds is voorzien van de lichtlijn en de bijbehorende elektronica.
In figuur 4 is een vooraanzicht van een ondergrond met daarin opgenomen een behuizing volgens de onderhavige uitvinding getoond. De behuizing 12 is opgenomen in een ondergrond 11, voorzien van een sleuf, omvattende twee zijwanden 16, 23 en een onderzijde 17. Behuizing 12 omvat twee zijwanden 2, 4 en een onderzijde 3. In behuizing 12 is een lichtlijn 14 schematisch weergegeven. Lichtlijn 14 is in behuizing 12 in het bijzonder omgeven door een vulmiddel 22, bij voorkeur een transparant hars. Vulmiddel 22 kan verder zijn voorzien van aanvullende bestanddelen, zoals luminescentie bestanddelen, glasparels, pigmenten, middelen voor het verstrooien dan wel richten van licht uitgezonden door de lichtlijn en middelen die de stroefheid van loopvlak 21 bevorderen. De hoogte van vulmiddel 22 in behuizing 12 is zodanig dat die hoogte nagenoeg samenvalt met loopvlak 21 van ondergrond 11, in het bijzonder asfalt. De ruimte tussen de behuizing 12 en de sleuf, in het bijzonder de ruimte tussen zijwanden 2, 4 en onderzijde 3 van behuizing 12 en zijwanden 16, 23 en onderzijde 17 van de sleuf, wordt bij voorkeur opgevuld met een vulmiddel 19. De wijze van aanbrengen van de behuizing in de ondergrond omvat het in ondergrond tot stand brengen van een sleuf, bijvoorbeeld door middel van frezen, het in de aldus verkregen sleuf aanbrengen van een vulmiddel en vervolgens het plaatsen van de behuizing in de van vulmiddel voorziene sleuf. Door nu de behuizing in het vulmiddel te drukken zal de ruimte tussen de sleuf en de behuizing zich gaan vullen met vulmiddel. Het verdient de voorkeur dat de behuizing reeds is voorzien van de lichtlijn en de bijbehorende elektronica.
In figuur 5 is een bijzondere behuizing 50 getoond, omvattende afzonderlijke bakvormige elementen 51, elk omvattende twee zijwanden 2, 4 en een onderzijde 3. De in figuur 5 getoonde behuizing 50 omvat vanuit het oogpunt van de duidelijkheid slechts drie opeenvolgende afzonderlijke bakvormige elementen 51 maar het is duidelijk dat de onderhavige uitvinding tot een dergelijk aantal niet is beperkt. De behuizing 50 is aldus, in de lenterichting daarvan, opgedeeld in bakvormige elementen 51 gescheiden door een voeg, welke voeg is gevuld met een flexibel vulmiddel. Als geschikt vulmiddel kan voornoemd flexibel hars worden genoemd, te weten het hars waarmee de lichtlijn in de behuizing wordt gefixeerd. In de getoonde uitvoeringsvorm is er in feite sprake van een “slinger” van afzonderlijke bakvormige elementen 51, waarbij de afzonderlijke bakvormige elementen 51 van elkaar zijn gescheiden dooreen flexibel hars.
Vanuit het oogpunt van de leesbaarheid is de lichtlijn, die zich bevindt in de ruimte bepaald door twee zijwanden 2, 4 en onderzijde 3, weggelaten, net zoals de bijbehorende elektronica die ook niet is getoond. Ook is de sleuf waarin de “slinger” van afzonderlijke bakvormige elementen 51 is aangebracht, weggelaten. Bakvormige elementen 51 zijn bijvoorbeeld uit een kunststof vervaardigd. De lengte van de behuizing is niet beperkt tot een bijzondere grootte. Hoewel behuizing 50 als een rechthoekige vorm is getoond, zijn ook andere geometrische uitvoeringsvormen mogelijk, zoals hiervoor bij de bespreking van figuur 1 genoemd.

Claims (22)

1. Asfaltconstructie omvattende een topgebied waarin een sleuf, omvattende twee zijwanden en een onderzijde, is aangebracht, in welke sleuf zich ten minste een lichtlijn bevindt, met het kenmerk, dat voornoemde lichtlijn is opgenomen in een in voornoemde sleuf gepositioneerde behuizing, welke behuizing ten minste twee van de langszijden van voornoemde lichtlijn omgeeft en aan de bovenzijde open is.
2. Asfaltconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ruimte tussen voornoemde lichtlijn en behuizing is voorzien van een vulmateriaal.
3. Asfaltconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voornoemde behuizing aan de onderzijde gesloten is zodat voornoemde behuizing de beide langszijden en de onderzijde van voornoemde lichtlijn omgeeft.
4. Asfaltconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ruimte tussen voornoemde sleuf en voornoemde behuizing is voorzien van een opvulmiddel.
5. Asfaltconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voornoemde behuizing, in de lenterichting daarvan, is opgedeeld in afwisselend starre partities en flexibele partities.
6. Asfaltconstructie volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de lengte waarover voornoemde starre partities zich over de lengte van voornoemde behuizing uitstrekken groter is dan de lengte waarover voornoemde flexibele partities zich uitstrekken.
7. Asfaltconstructie volgens een of meer van de conclusies 5-6, met het kenmerk, dat voornoemde flexibele partities zich bevinden in alle zijden van voornoemde behuizing.
8. Asfaltconstructie volgens een of meer van de conclusies 5-7, met het kenmerk, dat voornoemde flexibele partities een gevouwen of geribbelde structuur omvatten.
9. Asfaltconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voornoemde behuizing, in de lenterichting daarvan, is opgedeeld in afzonderlijke bakvormige elementen.
10. Asfaltconstructie volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat voornoemde bakvormige elementen zich op enige onderlinge afstand in voornoemde asfaltconstructie bevinden, waarbij zich tussen voornoemde, op enige afstand van elkaar gepositioneerde bakvormige elementen een voeg bevindt.
11. Asfaltconstructie volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat voornoemde voeg is opgevuld met een flexibel harsmateriaal.
12. Asfaltconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voornoemde behuizing zodanig in voornoemde sleuf is aangebracht dat de hoogte van voornoemde behuizing nagenoeg overeenkomt met het loopvlak van voornoemde asfaltconstructie.
13. Asfaltconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voornoemde lichtlijn aan de bovenzijde daarvan is voorzien van luminescentie bestanddelen.
14. Asfaltconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voornoemde sleuf een boogvormige uitvoering omvat.
15. Behuizing, omvattende twee langszijden en een onderzijde, verder omvattende, in de lenterichting daarvan, afwisselend starre partities en flexibele partities.
16. Behuizing volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de lengte waarover voornoemde starre partities zich over de lengte van voornoemde behuizing uitstrekken groter is dan de lengte waarover voornoemde flexibele partities zich uitstrekken.
17. Behuizing volgens een of meer van de conclusies 15-16, met het kenmerk, dat voornoemde flexibele partities zich bevinden in alle zijden van voornoemde behuizing.
18. Behuizing volgens een of meer van de conclusies 15-17, met het kenmerk, dat voornoemde flexibele partities een gevouwen of geribbelde structuur omvatten.
19. Behuizing, omvattende twee langszijden en een onderzijde, welke behuizing, in de lenterichting daarvan, is opgedeeld in afzonderlijke bakvormige elementen, welke bakvormige elementen onderling gescheiden door een voeg.
20. Behuizing volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat voornoemde voeg een flexibel harsmateriaal omvat.
21. Behuizing volgens een of meer van de conclusies 15-20, met het kenmerk, dat voornoemde behuizing is voorzien van ten minste een lichtlijn.
22. Toepassing van een behuizing volgens een of meer van de conclusies 15-21 in een ondergrond, in het bijzonder in een van een sleuf voorziene asfaltconstructie.
NL2016038A 2015-12-24 2015-12-24 Asfaltconstructie omvattende een topgebied voorzien van een sleuf. NL2016038B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016038A NL2016038B1 (nl) 2015-12-24 2015-12-24 Asfaltconstructie omvattende een topgebied voorzien van een sleuf.
PCT/NL2016/050913 WO2017111596A1 (en) 2015-12-24 2016-12-22 Asphalt structure comprising a surface course provided with a trench

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016038A NL2016038B1 (nl) 2015-12-24 2015-12-24 Asfaltconstructie omvattende een topgebied voorzien van een sleuf.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2016038A NL2016038A (nl) 2017-06-29
NL2016038B1 true NL2016038B1 (nl) 2017-07-21

Family

ID=57966072

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016038A NL2016038B1 (nl) 2015-12-24 2015-12-24 Asfaltconstructie omvattende een topgebied voorzien van een sleuf.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2016038B1 (nl)
WO (1) WO2017111596A1 (nl)

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB266394A (en) 1925-08-22 1927-02-22 Henry William Burgoyne Pring An illuminated or luminous line or sign let into the road-way for the guidance of traffic
US5520056A (en) * 1993-04-01 1996-05-28 Etat Francais Process for conditioning and for placing a traffic sensor
BE1007825A5 (fr) 1993-12-15 1995-10-31 Niezen Michel Dispositif lumineux.
CN1279755A (zh) * 1997-07-28 2001-01-10 拉米尔德斯照明设备美国有限公司 条状照明装置
US6076779A (en) * 1999-08-04 2000-06-20 Adc Telecommunications, Inc. Cable guiding trough
US6354714B1 (en) * 2000-04-04 2002-03-12 Michael Rhodes Embedded led lighting system
DE10242939B3 (de) * 2002-09-16 2004-07-29 CCS Technology, Inc., Wilmington Verfahren und Vorrichtung zum Einbringen einer Anordnung zur Aufnahme mindestens einer optischen Ader in einen weg- oder straßenartigen Verlegegrund, sowie Verlegeanordnung mit einer derartigen Anordnung
SG11201508455RA (en) 2013-04-24 2015-11-27 Heijmans N V Road marking

Also Published As

Publication number Publication date
NL2016038A (nl) 2017-06-29
WO2017111596A1 (en) 2017-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20100055374A1 (en) Retroflective pavement markers for wet weather
EP1270820A3 (en) Surface marking for roadways
US10347161B2 (en) Road sign plate
NL2016038B1 (nl) Asfaltconstructie omvattende een topgebied voorzien van een sleuf.
US10968582B2 (en) Horizontal road surface marking
US2366754A (en) Highway construction and method
JP2011226135A (ja) 舗装道路のライン表示構造およびライン形成方法
RU98014U1 (ru) Изделие для дорожной разметки
KR101478817B1 (ko) 경계석용 줄눈밴드 및 이를 구비하는 도로경계석 조립체
KR101622766B1 (ko) 과속방지턱
US20100272510A1 (en) Illuminated groove seals for pathways
KR101145816B1 (ko) 요철을 갖는 재귀반사형 포장재 및 그 시공방법
KR101252539B1 (ko) 엘자형 측구와 경계석이 일체로 제공되는 도로경계석 및 그 제조방법
KR200419650Y1 (ko) 융착식 도료를 이용한 도로 표지병
CN113767198A (zh) 道路障碍物警示系统
KR20200112366A (ko) 고휘도 반사 부재를 이용한 차선 시공방법
KR100939536B1 (ko) 차선 표시구
KR101172440B1 (ko) 비노출식 도로라인 시선유도 반사체 및 그 시공방법
KR102464303B1 (ko) 유압기계를 이용한 황토 포함 친환경 세라믹 중합 도로 표지병의 시공방법
CN216789945U (zh) 一种抗压发光结构及地面光源
EP4290013A1 (en) Luminous system for horizontal roadway marking and method for installing said system
KR200252633Y1 (ko) 폐타이어 고무칩을 이용한 야광 유도 경계블럭
KR20100132186A (ko) 경계석
JP4395432B2 (ja) 景観舗装
KR200327724Y1 (ko) 도로경계블록

Legal Events

Date Code Title Description
RF Pledge or confiscation terminated

Free format text: RIGHT OF PLEDGE, REMOVED

Effective date: 20220228