NL2003476C2 - Gietbouwdoos met bevestigingspen. - Google Patents

Description

NL 2003476

Gietbouwdoos met bevestigingspen

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een gietbouwdoos.

5 Gietbouwdozen worden gebruikt in de gietbouw, waarbij muurdelen of plafondelen worden gevormd door middel van het storten van beton tussen bekistingswanden. Hierbij worden voorafgaand aan het storten van het beton de gietbouwdozen en de buizen die de dozen met elkaar verbinden 10 tussen de bekistingswanden aangebracht. De gietbouwdozen worden daarbij tijdelijk vastgezet tegen de bekistingswanden, met de installatierand naar de bekistingswand gekeerd zodat na het verwijderen van de bekistingswanden het schakelmateriaal op de installatierand 15 kan worden vastgezet.

Een bekende gietbouwdoos omvat twee bevestigingspennen die uitsteken vanaf de installatierand van de gietbouwdoos. Een installateur dient in de bekistingswand twee gaten te boren met dezelfde 20 tussenafstand als de bevestigingspennen om deze daarin te kunnen steken. Hiervoor is het gebruik van een gatenmal onvermijdelijk. De diameter van de gaten dient nauwkeurig te zijn afgestemd op de diameter van de bevestigingspennen, dit om enerzijds het gelijktijdig insteken van de 2 bevestigingspennen mogelijk te maken en anderzijds om voldoende klemkracht te verzorgen zodat de gietbouwdoos ook tijdens het storten van het beton op zijn plaats blijft.

Een doel van de uitvinding is een gietbouwdoos te 5 verschaffen die eenvoudig kan worden vastgezet op een bekistingswand.

Een doel van de uitvinding is een gietbouwdoos te verschaffen die met zekerheid kan worden vastgezet op een bekistingswand.

10

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding verschaft vanuit een aspect een 15 gietbouwdoos voor de opbouw van elektrische installaties, omvattend een bodemwand en een omtrekswand die een inbouwholte begrenzen die via een tegenover de bodemwand gelegen installatieopening toegankelijk is voor het aanbrengen van elektrische aansluitingen, een 20 installatierand ter plaatse van de installatieopening voor bevestiging van schakelmateriaal op de gietbouwdoos, een deksel die de installatieopening afsluit, een uitwendige bevestigingspen voor het vastzetten van de gietbouwdoos in een bevestigingsgat in een bekistingswand, waarbij de 25 bevestigingspen vanuit een zich in het midden van de installatieopening gelegen centrumgedeelte van het deksel uitsteekt van het deksel, en een zich door de inbouwholte uitstrekkende steun tussen het centrumgedeelte van het deksel en de bodemwand, waarbij de steun met het deksel is 30 verbonden en los op de bodemwand staat.

De uitwendige bevestigingspen steekt uit vanuit het centrumgedeelte van het deksel, en vormt daarmee een centrale bevestigingspen voor de gietbouwdoos. De bevestigingspen vormt een symmetrische maat voor de 35 toekomstige positie van het schakelmateriaal nadat de bekistingswand is verwijderd. Derhalve kan worden volstaan met het boren van slechts één bevestigingsgat in de 3 bekistingswand in het hart van de positie van het toekomstige schakelmateriaal. Deze positie kan eenvoudig zonder aanvullende hulpmiddelen worden bepaald. De steun vormt een middel voor het overbrengen van slagkrachten 5 tussen de bodemwand en de bevestigingspen. Daarmee kan de installateur de bevestigingspen stevig in het bevestigingsgat verankeren door vanaf de buitenzijde op de bodemwand te slaan. De steun is met het deksel verbonden en staat los op de bodemwand, zodat de gietbouwdoos van de 10 bevestigingspen en de steun kan worden voorzien door deze van dit deksel te voorzien.

In een uitvoeringsvorm is de bevestigingspen verbonden met het deksel, zodat de gietbouwdoos van de bevestigingspen kan worden voorzien door deze van dit deksel 15 te voorzien. De overige delen van de gietbouwdoos kunnen daarmee standaard delen blijven.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm vormt de bevestigingspen één geheel met het deksel.

In een uitvoeringsvorm spant de installatierand 20 een recht montagevlak op, waarbij de bevestigingspen dwars op het rechte montagevlak is gericht. Alternatief geformuleerd strekt de bevestigingspen zich uit langs de hartlijn van de omtrekswand. Daardoor kan worden volstaan met het boren van een bevestigingsgat dwars op de 25 bekistingswand, hetgeen voor de installateur relatief eenvoudig is.

In een uitvoeringsvorm is de steun met het deksel en met de bodemwand verbonden, waarbij de verbinding met de bodemwand bij voorkeur losneembaar is, bij voorkeur met een 30 klikverbinding, hetgeen de steun een grote stijfheid geeft om slagkrachten door te kunnen leiden naar de bevestigingspen.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm vormt de steun één geheel met het deksel.

35 In een uitvoeringsvorm bezit de steun dwars op zijn lengterichting een kruisvormige doorsnede, hetgeen de steun een grote buigstijfheid geeft om slagkrachten door te 4 kunnen leiden naar de bevestigingspen.

In een uitvoeringvorm omvat de gietbouwdoos een van de omtrekswand uitstekende tuit voor opname van een buis en doorvoer van bekabeling naar de inbouwholte, waarbij de 5 hartlijn van de bevestigingspen en de hartlijn van de tuit elkaar in hoofdzaak snijden. Een voordeel hiervan is dat de gietbouwdoos daarmee geringe drukkrachten die onbedoeld kunnen worden uitgeoefend op de buis tijdens de installatie daarvan kan opvangen zonder om de bevestigingspen te gaan 10 roteren.

In een uitvoeringsvorm vormt de installatierand onderdeel van een aan de binnenzijde van de omtrekswand bevestigde installatiering, welke een los onderdeel kan zijn.

15 In een uitvoeringsvorm is de installatiering verdraaibaar ten opzichte van de omtrekswand, zodat het schakelmateriaal in de gewenste oriëntatie ten opzichte van het gestorte muurdeel kan worden gemonteerd ook als de gietbouwdoos een afwijkende rotatiestand heeft verkregen in 20 de muur.

In een uitvoeringsvorm is de installatiering opgesloten in een omtreksgroef in de omtrekswand.

In een uitvoeringsvorm is het deksel bevestigd op de installatiering, zodat het deksel de installatiering 25 rondom kan afschermen tegen uithardend beton.

In een uitvoeringsvorm daarvan is het deksel voorzien van bevestigingsdelen die losneembaar aangrijpen op de installatiering, zodat het deksel op de installatiering kan worden vastgezet, bijvoorbeeld door klikken, en na het 30 uitharden van het beton samen met de bekistingwand kan worden weggenomen om een montagegerede, vrij toegankelijke installatierand te verkrijgen.

In een uitvoeringsvorm vormt de installatierand onderdeel van het deksel, waarbij het deksel is voorzien van 35 een zich rondom het centrumgedeelte uitstrekkende streefbreukverbinding voor het scheiden van de installatierand van het centrumgedeelte door middel van het 5 breken van de streefbreukverbinding. Het centrumgedeelte en daarmee de bevestigingspen kunnen worden weggenomen door de streefbreukverbinding te verbreken. Dit kan bijvoorbeeld na het wegnemen van de bekistingswand geschieden.

5 In een uitvoeringsvorm vormt de installatierand onderdeel van een aan de binnenzijde van de omtrekswand bevestigde installatiering, welke achterblijft na het verbreken van de streefverbinding.

In een uitvoeringsvorm is de installatiering 10 verdraaibaar ten opzichte van de omtrekswand, zodat het schakelmateriaal in de gewenste oriëntatie ten opzichte van de doos kan worden gemonteerd ook als de doos een afwijkende rotatiestand heeft verkregen in bijvoorbeeld een muur.

In een uitvoeringsvorm is de installatiering 15 opgesloten in een omtreksgroef in de omtrekswand.

Het centrumgedeelte kan eenvoudig door inslag worden verwijderd, in het bijzonder door de streefbreukverbinding te verbreken, indien het deksel is vervaardigd van een stijf breekbaar kunststof, bij voorkeur 20 acrylonitril butadieen styreen of polystyreen.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die 25 afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

30

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven 35 voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuur 1 een isometrisch zijaanzicht van een gietbouwdoos met deksel volgens een eerste uitvoeringsvorm 6 van de uitvinding;

Figuur 2 de gietbouwdoos volgens figuur 1, waarvan het deksel is afgenomen;

Figuur 3 een uiteengenomen aanzicht van de 5 gietbouwdoos volgens figuur 1;

Figuren 4 en 5 een zijaanzicht en een doorsnede van de gietbouwdoos volgens figuur 1;

Figuur 6 een bovenaanzicht van de gietbouwdoos volgens figuur 1; 10 Figuur 7 een uiteengenomen aanzicht van een gietbouwdoos met deksel volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; en

Figuur 8 een isometrisch aanzicht van de gietbouwdoos volgens figuur 7, na verwijdering van een 15 gedeelte van het deksel.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

20 Figuren 1-6 tonen een gietbouwdoos 1 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. De gietbouwdoos 1 omvat een kunststof behuizing 2 die is opgebouwd met een bodemwand 4 en een om een hartlijn S omlopende omtrekswand 3 die een inbouwholte 5 begrenzen. De behuizing 2 is aan de 25 van de bodemwand 4 afgekeerde buitenzijde voorzien van twee van de omtrekswand uitstekende bevestigingslippen 6 voor opname van een bevestigingsdraad waarmee de gietbouwdoos 1 kan worden vastgezet.

De behuizing 2 omvat een eerste tuit 7 en een 30 tweede tuit 8 die vast met de omtrekswand 3 zijn verbonden voor de opname van een verder niet getoonde kunststof installatiebuis voor de doorvoer van elektrische bedradingen naar de inbouwholte 5. De hartlijn T van de eerste tuit 7 snijdt in hoofdzaak de hartlijn S van de omtrekswand 3. De 35 omtrekswand 3 is voorts voorzien van drie openingen 11 waarvan er een aantal met verder niet getoonde uitbreekschotten zijn afgesloten. De openingen 11 en de 7 eerste tuit 8 zijn regelmatig over de omtrek verdeeld. Langs de openingen 11 zijn in de omtrekswand inzetrails 12 gevormd waarin in richting R een inzetstuk 10 met een derde tuit 9 kan worden geschoven om de behuizing 2 optioneel van een 5 extra tuit te voorzien.

De gietbouwdoos 1 omvat een kunststof installatiering 14 die is vastgezet in een omtreksgroef 13 in de aan de van de bodemwand 4 afgekeerde binnenzijde van de omtrekswand 3. De installatiering 14 omvat een omlopende 10 installatierand 15 die gelegen is op de koprand 30 van de behuizing 2, een omlopende positioneerwand 16 die gelegen is aan de binnenzijde van de behuizing 2, en meerdere over de omtrek verdeelde borgranden 17 die radiaal uitsteken van de positioneerwand 16. De borgranden 17 steken in de 15 omtreksgroef 13 om de installatiering 14 op zijn plaats te houden en maken een rotatie van de ring in richting U om de hartlijn S mogelijk. De rotatiestand van de installatiering 14 wordt geborgd door een verder niet getoonde nok die op een reeks borgtanden 19 aangrijpt. De installatiering 14 is 20 aan de binnenzijde voorzien van vier rondom regelmatig verdeelde schroefbussen 18 waarmee schakelmateriaal op de installatiering 14 kan worden vastgezet.

De gietbouwdoos 1 omvat een deksel 20 van een stijf, bros breekbaar kunststof, in dit voorbeeld 25 acrylonitril butadieen styreen. Het deksel 20 omvat een rechte afdekplaat 21 waaraan een omlopende aanligwand 27 is gevormd. De aanligwand 27 is voorzien van vier bevestigingslippen 28 met aan het vrije uiteinde een weerhaak 29. In geplaatste toestand van het deksel 20 dekt 30 de afdekplaat 21 de installatierand 15 af, ligt de aanligwand 27 aan tegen de binnenzijde van de installatiering 14 en grijpen de weerhaken 29 aan achter de installatiering 14.

Het deksel 20 is voorzien van een ten opzichte van 35 de afdekplaat 21 verlaagd gelegen centrumgedeelte 22. In het centrumgedeelte 22 zijn kruisschotten 23 gevormd waarvan het kruispunt op de hartlijn S is gelegen. Vanuit het kruispunt 8 van het centrumgedeelte 22 steekt een rechte, langwerpige borgstift of bevestigingspen 24 met een conisch uiteinde 25 omhoog waarvan de hartlijn samenvalt met de hartlijn S van de behuizing 2. Het conische uiteinde 25 is afgestemd voor 5 opname in een bevestigingsgat met een voor dit vakgebied gebruikelijke boordiameter van ongeveer 4,8mm. De bevestigingspen 24 heeft een toenemende diameter in de richting van het deksel 20, teneinde nabij het deksel 20 klemmend te passen in het bevestigingsgat. Het deksel 20 is 10 aan de tegengestelde zijde voorzien van een zich vanuit het centrumgedeelte 22 uitstrekkende steun 26 waarvan de hartlijn samenvalt met de hartlijn S van de behuizing 2. De steun 2 6 bezit dwars op de hartlijn S een kruisvormige doorsnede die samenvalt met de kruisschotten 23. In 15 geplaatste toestand van het deksel 20 strekt de steun zich vrij uit door de inbouwholte 5, en staat los op de bodemwand 4. De steun 26 maakt het mogelijk slagkrachten die vanaf de buitenzijde van de behuizing 2 op de bodemwand 4 worden uitgeoefend door te leiden naar de bevestigingspen 24.

20 Figuren 7 en 8 tonen een gietbouwdoos 100 volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding. De gietbouwdoos 100 omvat de kunststof behuizing 2 zoals hiervoor besproken, en een alternatieve kunststof deksel 120 van een stijf, bros breekbaar kunststof, in dit voorbeeld 25 polyetheen. Het deksel 120 omvat een rechte afdekplaat 121 waaraan een omlopende positioneerwand 116 is gevormd, en meerdere over de omtrek verdeelde borgranden 117 die radiaal uitsteken van de positioneerwand 116. In geplaatste toestand van het deksel 120 is de afdekplaat 121 gelegen op de 30 koprand 30 en steken de borgranden 117 in de omtreksgroef 13 van de behuizing 2.

Het deksel 120 is voorzien van twee schroefbussen 118 die deels zijn opgenomen in de positioneerwand 116. In de schroefbussen is een bevestigingsschroef 131 geplaatst. 35 Het deksel 20 is voorzien van een ten opzichte van de afdekplaat 121 verlaagd gelegen centrumgedeelte 22, kruischotten 23, bevestigingspen 24 en steun 26 zoals 9 hiervoor besproken. Zoals weergegeven in figuur 7 is het deksel 120 voorts voorzien van een in de afdekplaat 122 gevormde omlopende streefbreukverzwakking 126 die langs de positioneerwand 116 loopt. Zoals weergegeven in figuur 8 5 bezwijkt door het inslaan van het deksel 120 ter plaatse van het centrumgedeelte 122 slechts de streefbreukverzwakking 126 waardoor een installatiering 14 zoals hiervoor beschreven overblijft.

Bij het vormen van een muur door middel van de 10 gietbouwmethode worden de naar elkaar gerichte bekistingswanden voorzien van het bevestigingsgat daar waar montage van schakelmateriaal op de te vormen muur gewenst is. Daarna wordt daar een gietbouwdoos 1, 100 gemonteerd door de bevestigingspen 24 in het bevestigingsgat te steken 15 en op de bodemwand 4 te slaan. Daarbij komt de afdekplaat 21 vlak tegen de bekistingswand aan te liggen. Na het storten en uitharden van beton worden de bekistingswanden verwijderd. Hierbij kan het deksel 20, 120 nog achterblijven op de behuizing 2. Het deksel 20 volgens de eerste 20 uitvoeringsvorm kan in zijn geheel worden afgenomen om de installatiering 14 vrij te maken. Het deksel 120 volgens de tweede uitvoeringsvorm kan ter plaatse van het centrumgedeelte worden ingeslagen om de installatiering 14 te vormen.

25 De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder 30 de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (20)

1. Gietbouwdoos voor de opbouw van elektrische installaties, omvattend een bodemwand en een omtrekswand die een inbouwholte begrenzen die via een tegenover de bodemwand gelegen installatieopening toegankelijk is voor het 5 aanbrengen van elektrische aansluitingen, een installatierand ter plaatse van de installatieopening voor bevestiging van schakelmateriaal op de gietbouwdoos, een deksel die de installatieopening afsluit, een uitwendige bevestigingspen voor het vastzetten van de gietbouwdoos in 10 een bevestigingsgat in een bekistingswand, waarbij de bevestigingspen vanuit een zich in het midden van de installatieopening gelegen centrumgedeelte van het deksel uitsteekt van het deksel, en een zich door de inbouwholte uitstrekkende steun tussen het centrumgedeelte van het 15 deksel en de bodemwand, waarbij de steun met het deksel is verbonden en los op de bodemwand staat.

2. Gietbouwdoos volgens conclusie 1, waarbij de bevestigingspen is verbonden met het deksel.

3. Gietbouwdoos volgens conclusie 1 of 2, waarbij 20 de bevestigingspen één geheel vormt met het deksel.

4. Gietbouwdoos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de installatierand een recht montagevlak opspant, waarbij de bevestigingspen dwars op het rechte montagevlak is gericht.

5. Gietbouwdoos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingspen zich uitstrekt langs de hartlijn van de omtrekswand.

6. Gietbouwdoos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steun één geheel vormt met het 30 deksel.

7. Gietbouwdoos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steun dwars op zijn lengterichting een kruisvormige doorsnede bezit.

8. Gietbouwdoos volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een van de omtrekswand uitstekende 5 tuit voor opname van een buis en doorvoer van bekabeling naar de inbouwholte, waarbij de hartlijn van de bevestigingspen en de hartlijn van de tuit elkaar in hoofdzaak snijden.

9. Gietbouwdoos volgens een der voorgaande 10 conclusies, waarbij de installatierand onderdeel vormt van een aan de binnenzijde van de omtrekswand bevestigde installatiering.

10. Gietbouwdoos volgens conclusie 9, waarbij de installatiering verdraaibaar is ten opzichte van de 15 omtrekswand.

11. Gietbouwdoos volgens conclusie 9 of 10, waarbij de installatiering is opgesloten in een omtreksgroef in de omtrekswand.

12. Gietbouwdoos volgens een der conclusies 9-11, 20 waarbij het deksel is bevestigd op de installatiering.

13. Gietbouwdoos volgens conclusie 12, waarbij het deksel is voorzien van bevestigingsdelen die losneembaar aangrijpen op de installatiering.

14. Gietbouwdoos volgens een der conclusies 1-11, 25 waarbij de installatierand onderdeel vormt van het deksel, waarbij het deksel is voorzien van een zich rondom het centrumgedeelte uitstrekkende streefbreukverbinding voor het scheiden van de installatierand van het centrumgedeelte door middel van het breken van de streefbreukverbinding.

15. Doos volgens conclusie 14, waarbij de installatierand onderdeel vormt van een aan de binnenzijde van de omtrekswand bevestigde installatiering.

16. Doos volgens conclusie 15, waarbij de installatiering verdraaibaar is ten opzichte van de 35 omtrekswand.

17. Doos volgens conclusie 15 of 16, waarbij de installatiering is opgesloten in een omtreksgroef in de omtrekswand.

18. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het deksel is vervaardigd van een stijf breekbaar kunststof, bij voorkeur acrylonitril butadieen styreen of 5 polystyreen.

19. Doos voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

20. Werkwijze voorzien van een of meer van de in 10 de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- FG/HZ