NL1025856C2 - Samenstel van een doos voor elektrische installaties en een deksel daarvoor. - Google Patents

Description

Samenstel van een doos voor elektrische installaties en een deksel daarvoor

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een doos voor elektrische installaties, voorzien van een deksel. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het tot stand brengen van een betonnen wand 5 met daarin een samenstel van een dergelijke doos met deksel .

Bekend zijn gietbouwdozen (inbouwdozen voor toepassing in de gietbouw) met aan het buitenvlak van de wand van de doos aangebrachte penvormige uitsteeksels. Om 10 een betonnen wand met daarin een gietbouwdoos met deksel tot stand te brengen wordt de gietbouwdoos aan een wand van een bekisting vastgelegd door de penvormige uitsteeksels in in de bekistingwand aangebrachte gaten te steken. Op de spruitstukken van de gietbouwdoos worden buizen aangesloten 15 voor (latere) doorvoer van bekabeling/bedrading. Vervolgens wordt beton tussen de bekistingwanden gestort. Nadat het beton uitgehard is worden de bekistingwanden verwijderd waarna de penvormige uitsteeksels van de gietbouwdoos worden verwijderd. Na verwijdering van het deksel is de 20 gietbouwdoos gereed voor verdere installatie.

De bekende gietbouwdozen hebben als nadeel dat door de aard en uitvoering daarvan de toepassing voornamelijk beperkt is tot de gietbouw. Dit is enerzijds het gevolg van de aanwezigheid. van radiaal van de dooswand 25 uitstekende elementen, de pennen, hetgeen de gietbouwdoos minder geschikt maakt voor andere toepassingen, bijvoor- 1025856 2 beeld toepassing als een holle wanddoos. Anderzijds zijn andere inbouwdozen dan gietbouwdozen ongeschikt om toegepast te worden in de gietbouw omdat deze niet zijn voorzien van penvormige uitsteeksels.

5 Het is een doel van de uitvinding hierin verbe tering te verschaffen.

Hiertoe verschaft de uitvinding een samenstel van een inbouwdoos met een deksel, waarbij het samenstel voorts is voorzien van middelen voor het vastleggen van de doos 10 aan een wand van een bekisting, welke vastlegmiddelen vóór gebruik op het deksel gelegen zijn. Bij voorkeur zijn de vastlegmiddelen althans deels gevormd aan het deksel, bij voorkeur in meervoud.

De doos van het samenstel volgens de uitvinding 15 kan behalve in de gietbouw ook gemakkelijk worden toegepast als inbouwdoos danwel als holle-wanddoos, en daarbij ingevoerd worden in een standaardgat in de voor een inbouwdoos bestemde wand danwel een standaardgat in een voor een holle-wanddoos bestemde holle wand. Het is daarbij mogelijk 2 0 gebruik te maken van een doos die gevormd is door een gebruikelijke inbouwdoos of holle-wanddoos, in het bijzonder bij toepassing op stalen bekistingswanden. Voorts is er meer ruimte vrij voor eventuele andere voorzieningen op de dooswand.

25 Bij voorkeur zijn de vastlegmiddelen gevormd als van het deksel opstaande uitsteeksels, bij voorkeur penvormige uitsteeksels, zodat zij makkelijk door enkel axiaal insteken in te voeren zijn in plaatsingsgaten voorzien in de bekistingwand. Indien de uitsteeksels taps 30 toelopen kunnen zij gemakkelijk klemvast worden geplaatst in die plaatsingsgaten. In een uitvoering zijn de uiteinden van de uitsteeksels voorzien van een zoekrand.

Het vormen van de uitsteeksels wordt vergemakkelijkt indien de uitsteeksels aan een van hun uiteinden open 35 zijn en hol gevormd zijn.

Bij voorkeur zijn de uitsteeksels geschikt om van het deksel te worden afgebroken, waardoor op het deksel 1025856 _:_ 3 geen latere afwerking van de wand, in het bijzonder door pleisteren, bemoeilijkende uitsteeksels aanwezig zijn. Voorts wordt de verwijdering van de bekistingwand vergemakkelijkt. Doordat de eventueel penvormige uitsteeksels 5 vastgeklemd worden in gaten in de bekistingwand kunnen de uitsteeksels bij verwijdering van de bekistingwand vanzelf van het deksel worden losgetrokken. De afgebroken uitsteeksels blijven daarbij achter in de bekistingwand. Anderzijds kunnen de uitsteeksels welke na wegneming van de 10 bekistingwanden toch zijn achtergebleven op het deksel handmatig daarvan worden afgebroken.

Het afbreken wordt bevorderd indien het deksel verzwakte zones heeft om het afbreken van de uitsteeksels te vergemakkelijken. Deze verzwakte zones worden bij voor-15 keur gevormd door verdunde wandgedeelten van het deksel ter plaatse van de verbinding met de uitsteeksels.

De verdunde wandgedeelten kunnen in het deksel gevormd zijn door verdiepingen in de deksel, beschouwd vanaf de zijde van de uitsteeksels, waarbij de tegengestel-20 de zijde van het deksels aldaar in hoofdzaak ononderbroken is. Het heeft daarbij de voorkeur dat de rand van de doos een in hoofdzaak omlopende steunstrook voor de deksel vormt, waarbij de verzwakte zones gelegen zijn in een gebied van de deksel dat tegenover de steunstrook gelegen 25 is. Aldus zal het deksel de doos voldoende tegen specie en dergelijke afdichten, ook wanneer de uitsteeksels van het deksel verwijderd zijn. Hierdoor wordt voorkomen dat bijvoorbeeld water of specie in het inwendige van de doos van het samenstel kan dringen.

30 In een uitvoering is het deksel aan de dooszijde voorzien van een plaatsingskraag, die met de hoofdplaat van het deksel een aan de omtrek uitstekende omtreksrand bepaalt. Deze omtreksrand van het deksel kan op voornoemde steunstrook aanliggen en zo de afdichting bevorderen.

35 Opgemerkt wordt dat uit de Nederlandse octrooi aanvrage 70.03802 een aansluitdoos bekend is, die met behulp van een vanaf de bodem van de doos, door de doos en 1025856 4 door de deksel reikende, samengestelde pen bevestigd kan worden aan een bekistingswand, waarbij een pendeel dat door de deksel reikt geschroèfd is in een schroefgat dat gemaakt is in de bekistingswand.

5 Uit de Nederlandse octrooiaanvrage -81.02423 . is een inbouwlasdoos bekend, die voorzien is van aan de om-trekswand van de doos gevormde plaatsingspennen.

In een andere uitvoering bezit de doos een om-trekswand, waarbij de omtrekswand binnen de contour van de 10 omtrekswand voorzien is van doorgangen voor toegevoegde langwerpige vastlegmiddelen. Hiermee is het samenstel (ook) geschikt voor toepassing op houten bekistingswanden. In een verdere ontwikkeling hiervan omvatten de toegevoegde langwerpige vastlegmiddelen twee delen, die ten opzichte van 15 elkaar verplaatsbaar zijn om radiaal uit te zetten, zoals bijvoorbeeld, op zich bekend, een spreiddeel alsmede een in het spreiddeel in te voeren plugdeel of schuifpennen waarvan het ene langsdeel voor klemwerking verschoven kan worden ten opzichte van het andere langsdeel. De omtreks-2 0 wand van de doos in de doorgangen kan voorzien zijn van aanslagen voor de in te voeren vastlegmiddelen.

Ook het deksel kan voorzien zijn van doorgangen voor de toegevoegde langwerpige vastlegmiddelen, welke doorgangen in lijn liggen met de voomoemde doorgangen in 25 de omtrekswand van de doos.

Vanuit een ander aspect voorziet de uitvinding in een samenstel van een doos voor elektrische installaties, met een deksel, waarbij het deksel is voorzien van middelen voor het vastleggen van de doos aan een wand van een bekis-30 ting. Doordat de vastlegmiddelen op het deksel zijn aangebracht zijn er geen voorzieningen op de dooswand nodig voor het op de bekistingwand houden van de doos; de doos behoeft hierdoor niet langer speciaal geschikt te zijn voor toepassing in de gietbouw. Daardoor kunnen dozen van uiteenlopend I

35 type (inbouwdoos, holle-wanddoos, centraaldoos, e.d.) ge- J

bruikt worden in het samenstel hetgeen het toepassings- 1 gebied van die dozen in het algemeen vergroot. Voorts is 1025856 5 meer ruimte vrij voor eventuele andere voorzieningen op de dooswand.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een samenstel van een doos voor electrische installa-5 ties, met een deksel, waarbij de doos een omtrekswand bezit, waarbij de omtrekswand binnen de contour van de omtrekswand voorzien is van doorgangen voor het vastleggen van de doos met deksel aan een bekistingswand.

In een uitvoering is de doos een inbouwdoos.

10 In een andere uitvoering is de doos een holle- wanddoos.

De uitvinding voorziet verder in een deksel en in een doos kennelijk geschikt en bestemd voor een samenstel zoals hiervoor beschreven.

15 De uitvinding voorziet voorts in. een werkwijze voor het tot stand brengen van een betonnen wand met daarin een samenstel van een doos voor een elektrische installatie, met een deksel, waarbij het deksel is voorzien van middelen voor het vast leggen van de doos aan een wand van 20 een bekisting, door het opstellen van bekistingwanden, door het middels de vastlegmiddelen van het deksel vastleggen van het samenstel aan de bekistingwand, door het vervolgens storten van beton in de ruimte tussen de bekistingwanden, en door na uitharding van het beton de bekistingwanden te 25 verwijderen.

Bij voorkeur worden bij het verwijderen van de bekistingwand de vastlegmiddelen verbroken met achterlating van de doos met deksel in de gevormde betonnen wand.

In een alternatieve uitvoeringsvorm worden de 30 penvormige uitsteeksels van het deksel losgetrokken nadat de bekistingwanden verwijderd zijn.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het tot stand brengen van een betonnen wand met daarin een samenstel van een doos voor een 35 electrische installatie, met een deksel, waarbij de doos voorzien is van middelen voor het vastleggen van een doos aan een wand van een in het bijzonder houten bekisting, 1025856 L __ 6 waarbij vastlegmiddelen gebruikt worden omvattende die radiaal uitzetbaar zijn, waarbij de bekisting wordt opgesteld, de vastlegmiddelen althans deels -zoals het voornoemde spreiddeel of een deel van de schuif pen- worden 5 ingevoerd in daarvoor voorziene doorgangen binnen de om-trekswand van de doos om opstaand uit te steken van het deksel, de doos met deksel met de vastlegmiddelen wordt geplaatst op de bekistingswand, waarbij de vastlegmiddelen althans deels reiken in daarvoor in de bekistingswand 10 voorziene gaten, waarbij de vastlegmiddelen radiaal worden uitgezet in de gaten de gaten om de doos met deksel vast te leggen aan de bekistingswand, waarbij vervolgens beton in de ruimte tussen de bekistingswanden gestort wordt en na uitharding van het beton de bekistingswanden worden verwij-15 derd.

Indien gebruik gemaakt wordt van het hiervoor beschreven samenstel met op het deksel voorziene, afbreekbare pennen e.d., heeft het de voorkeur dat de met de deksel vaste vastlegmiddelen voorafgaand aan het plaatsen 20 van het samenstel op de bekistingswand daarvan worden afgebroken.

Een aantal uitvoeringsvoorbeelden zullen hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de figuren beschreven worden.

25 Figuur IA toont in perspectief in losgenomen toestand een samenstel van een inbouwdoos met deksel volgens de uitvinding.

Figuur 1B en zijaanzicht op de doos van figuur 1, met andere tuit.

30 Figuren 2A en 2B tonen het samenstel uit figuur 1 in samengebouwde toestand, respectievelijk in perspectief en bovenaanzicht.

Figuur 3 toont het samenstel van figuren 2A,B in op een bekistingwand vastgelegde toestand.

35 Figuur 4 toont het samenstel van figuren 2A,B na storten van een betonwand en het verwijderen van de bekis-tingwanden.

1025856 7

Figuur 4A toont het samenstel van figuren 2A,B in bovenaanzicht, in de toestand van figuur 4.

Figuren 5A en 5B tonen een alternatieve uitvoering van een samenstel volgens de uitvinding, respectieve-5 lijk in perspectief en in zijaanzicht.

Het in figuur IA getoonde samenstel 1 omvat een inbouwdoos 10 met een deksel 30. De inbouwdoos 10 is door spuitgieten van kunststof gevormd. De inbouwdoos 10 heeft een cilindervormige omtrekswand 16 met een enkele tuit of 10 spruit stuk 11 voor het aansluiten van een buis voor doorvoer van bekabeling. In de wand 16 zijn aan weerszijden twee kanalen 20 uitgespaard, die voorzien zijn van heugels 21 voor niet weergegeven bevestigingsmiddelen voor de doos, wanneer deze ook als holle-wanddoos kan worden gebruikt. 15 Naast kanalen 20 is een parallel kanaal 22 uitgespaard, dat echter eindigt bij rand 27 maar met een boring 23 doorloopt tot in de omlopende omtreksrand of -flens 15, die de ope-ning 14 van de doos 10 begrenst, en uitmondt in opening 13. Verder heeft de inbouwdoos 10 aan weerszijden gelegen 20 schroef gaten 12 om het deksel 30 met schroeven 31 daarop vast te kunnen schroeven. Daartoe kan iri sparing 26 een moer geplaatst worden.

Het deksel 3 0 is door spuitgieten van kunststof gevormd. Het deksel 30 is gevormd met aan de -op de teke-25 ning gezien bovenzijde- diametraal tegenover elkaar gelegen tapse, penvormige, holle uitsteeksels 32, met zoekeinden 32a, welke uitsteeksels zijn aangebracht op een vlakke rand 36, ter plaatse van verdiept gelegen gedeelten 33 met een verkleinde wanddikte. De uitsteeksels 32 zijn aan de onder-30 zijde open, in verband met het vormproces. Verder heeft het deksel 30 gaten 34 voor doorvoer van de schroeven 31, en doorvoeropeningen 35 waarvan de functie later, bij figuren 5A en 5B, zal worden besproken. Aan de onderzijde is met de deksel 30 een plaatsingskraag 37 meegevormd, die enigszins 35 radiaal teruggelegen is zodat de rand 36 een omlopende flens 38 vormt.

In figuur 1B is de doos 10 getoond in zij aan- 1025856 8 zicht, maar daarbij is de tuit 11 vervangen door een tuit-stuk 11', dat losneembaar geplaatst is in opening 11a in de wand/bodem van de doos 10.

In de in figuren 2A en 2B getoonde samengebouwde 5 inbouwdoos 10 met deksel 30 ligt het deksel met·flens 38 op de steunrand of flens 15.

Het samenstel 1 van figuren 2A en 2B wordt geplaatst op de binnenzijde van een -in dit voorbeeld stalen-wand 41 van een bekisting 40 (figuur 3) . Het samenstel 1 10 wordt daarbij met de licht tapse penvormige uitsteeksels 32 met zoekrand 32a van het deksel 30 in gaten 42 in de wand —.......- 41 gedrukt, totdat het deksel 30 tegen de binnenzijde van de wand 41 aanligt. Door de dimensionering van de penvormige uitsteeksels 32 en de gaten in de bekistingwand 15 komt daartussen een klemverbinding tot stand. Vervolgens wordt beton 44 in de ruimte 43 tussen de bekistingwanden gestort. Na uitharding van het beton worden de bekistingwanden verwijderd (figuur 4), er is zo een betonnen wand 45 gerealiseerd met daarin de inbouwdoos 10 met deksel 30. 20 Doordat de penvormige uitsteeksels 32 in de bekistingwand geklemd worden, kunnen bij verwijdering van de bekisting tevens de penvormige uitsteeksels 32 van het deksel 30 losgetrokken worden door breken van de wandgedeelten 33 met verkleinde wanddikte (de wandgedeelten 33 vormen verzwakte 25 zones van deksel 30). Het deksel 30 steekt dan niet uit van het oppervlak van de betonwand. In figuur 4A is het aanzicht op het deksel 30 weergegeven.

Alternatief kunnen de penvormige uitsteeksels 32 welke niet af breken bij het verwijderen van de bekisting 30 later handmatig van het deksel 30 worden losgebroken.

Door de ligging van de breekplaatsen voor de penvormige uitsteeksels 32 zal na afbreken van die uitsteeksels 32 een voldoende afsluiting van het inwendige van de doos 10 aanwezig zijn, door de samenwerking van flenzen 35 38 en 15, alsmede door de. passing van dekselkraag 37 en dooswand 16.

Bij een alternatieve wijze van bevestiging van 1025856 9 het samenstel 1 aan een bekistingwand worden eerst de penvormige uitsteeksels 32 van deksel 30 verwijderd (figuur 5A) . Dan worden in de kanalen 22 en in de doorgangen 23 hulzen 132 gestoken, die hol en langsgedeeld zijn en een 5 zoekeind 132a bezitten, dat boven het deksel 30 reikt. De hulzen of spreiddelen 132 reiken hierbij door de doorvoer-openingen 35 in het deksel 30. Vervolgens wordt het aldus verkregen samenstel op de bekistingewand geplaatst, onder invoering van de pluggen in daarvoor gemaakte gaten. Ver-10 volgens worden via het kanaal 22 pennen 134 ingevoerd in de holte van de huls 132, en daarin aangeduwd door opschuiven van einddeel 135, totdat de aanslag 133 op de pen 134 aankomt tegen de schouder 27. Dan is de huls 132 radiaal uitgezet en is het doossamenstel vast bevestigd op de wand. 15 Wanneer na harding van het beton de wand wordt verwijderd zijn de pennen 133 niet bereikbaar om gelost te worden. De huilzen 132 en pennen 133 zijn echter door- of afbreekbaar. Eventueel kan de huls 132 voorzien zijn van een verzwakking voor vergemakkelijking van dergelijk breken. In plaats van 20 de hulzen 132 en de pennen 133 kunnen andere vastlegmidde-len gebruikt worden, die althans deels vooraf ingevoerd kunnen worden en dan onderling axiaal verschoven kunnen worden (zoals de pen ten opzichte van de huls of zoals het ene langsdeel van een schuifpen ten opzichte van het andere 25 langsdeel daarvan) om radiaal uit te zetten en dan in het gat te klemmen.

Deze wijze van bevestiging van het samenstel 1 is geschikt voor toepassing bij houten bekistingen. Het middels in holtes van een inbouwdoos gestoken pennen vastleg-30 gen van een inbouwdoos met deksel .aan een bekistingwand is op zich bekend, maar daarbij reiken de pennen radiaal buiten de doos/deksel.

Doordat de uitsteeksels in het samenstel volgens de uitvinding verwijderbaar zijn van het deksel kan het 35 samenstel volgens de uitvinding ook eenvoudig geschikt gemaakt worden voor de omschreven toepassing bij houten bekistingswanden.

1025856 10

Doordat de penvormige uitsteeksels 32 op het deksel 30 zijn aangebracht kunnen inbouwdozen 10 van uiteenlopend type gebruikt worden voor het samenstel 1. Hierdoor wordt een brede reeks van verschillende typen dozen 10 5 geschikt voor toepassing in de gietbouw. Door van het samenstel 1 in een gevormde betonnen wand de penvormige uitsteeksels 32 af te breken wordt een betonwandoppervlak zonder uitstekende delen verkregen; dit laatste is van voordeel wanneer de betonwand van bijvoorbeeld een (stuc)-10 laag moet worden voorzien.

1025856

Claims (30)

1. Samenstel van een inbouwdoos met een deksel, waarbij het samenstel voorts is voorzien van middelen voor het vastleggen van de doos aan een wand van een bekisting, welke vastlegmiddelen vóór gebruik op het deksel gelegen 5 zijn.

2. Samenstel volgens conclusie 1 waarbij de vastlegmiddelen althans deels gevormd zijn aan het deksel, bij voorkeur in meervoud.

3. Samenstel volgens conclusie 2, waarbij de 10 vastlegmiddelen gevormd zijn als van het deksel opstaande uitsteeksels, bij voorkeur penvormige uitsteeksels, die taps kunnen toelopen.

4. Samenstel volgens een conclusie 3, waarbij de uitsteeksels aan een van hun uiteinden open zijn en hol 15 gevormd zijn.

5. Samenstel volgens conclusie 3 of 4, waarbij de uitsteeksels geschikt zijn om van het deksel te worden afgebroken.

6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij het 2. deksel verzwakte zones heeft om het afbreken van de uitsteeksels te vergemakkelijken.

7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij de verzwakte zones gevormd worden door verdunde wandgedeelten van het deksel ter plaatse van de verbinding met de uit- 25 steeksels.

8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij de verdunde wandgedeelten in het deksel gevormd zijn door verdiepingen in de deksel, beschouwd vanaf de zijde van de uitsteeksels, waarbij de tegengestelde zijde van het dek- 30 seis aldaar in hoofdzaak ononderbroken is.

9. Samenstel volgens conclusie 7 of 8, waarbij de 1025856 rand van de doos een in hoofdzaak omlopende steunstrook voor het deksel vormt, waarbij de verzwakte zones gelegen zijn in een gebied van het deksel dat tegenover de steunstrook gelegen is.

10. Samenstel volgens een der voorgaande conclu sies waarbij het deksel is ingericht om af te dichten tegen de inbouwdoos, ook wanneer de uitsteeksels van het deksel verwijderd zijn.

11. Samenstel volgens een der voorgaande conclu- 10 sies, waarbij het deksel aan de dooszijde voorzien is van een plaatsingskraag, die met de hoofdplaat van het deksel een aan de omtrek uitstekende omtreksrand bepaalt.

12. Samenstel volgens conclusies 11 en 9, waarbij de omtreksrand van het deksel op de steunstrook aanligt.

13. Samenstel volgens één der voorgaande conclu sies, waarbij de doos een omtrekswand bezit, waarbij de omtrekswand binnen de contour van de omtrekswand voorzien is van doorgangen voor toegevoegde langwerpige vastlegmid-delen. 20

.14. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij de toegevoegde langwerpige vastlegmiddelen twee delen omvatten, die ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn om radiaal uit te zetten, zoals bijvoorbeeld een spreiddeel alsmede een in het spreiddeel in te voeren plugdeel of 25 schuifpennen waarvan het ene langsdeel voor klemwerking verschoven kan worden ten opzichte van het andere langsdeel .

15. Samenstel volgens conclusie 14, waarbij de omtrekswand van de doos in de doorgangen voorzien is van 30 aanslagen voor de toegevoegde vastlegmiddelen.

16. Samenstel volgens conclusie 13, 14 of 15, waarbij het deksel voorzien is van doorgangen voor de toegevoegde langwerpige vastlegmiddelen, welke doorgangen in lijn liggen met de voornoemde doorgangen in de omtreks- 3. wand van de doos.

17. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de, al dan niet toegevoegde, vastlegmiddelen 1025856 binnen de contour van de omtrekswand van de doos gelegen zijn.

18. Samenstel van een doos voor elektrische installaties, met een deksel, waarbij het deksel is voor- 5 zien van middelen voor het vastleggen van de doos aan een wand van een bekisting.

19. Samenstel van een doos voor electrische installaties, met een deksel, waarbij de doos een omtrekswand bezit, waarbij de omtrekswand binnen de contour van de 10 omtrekswand voorzien is van doorgangen voor het vastleggen van de doos met deksel aan een bekistingswand.

20. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies waarbij de doos een inbouwdoos is.

21. Samenstel volgens een der conclusies 1-19, 15 waarbij de doos een holle-wanddoos is.

22. Deksel kennelijk geschikt en bestemd voor een samenstel volgens een der voorgaande conclusies.

23. Doos kennelijk geschikt en bestemd voor een samenstel volgens één der conclusies 13-16.

24. Werkwijze voor het tot stand brengen van een betonnen wand met daarin een samenstel van een doos voor een elektrische installatie, met een deksel, waarbij het deksel is voorzien van middelen voor het vastleggen van de doos aan een wand van een bekisting, omvattend het opstel-25 len van bekistingwanden, het middels de vastlegmiddelen van het deksel vastleggen van het samenstel aan de bekisting-wand, door het vervolgens storten van beton in de ruimte tussen de bekistingwanden, en door na uitharding van het beton de bekistingwanden te verwijderen.

25. Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij bij het verwijderen van de bekistingwand de vastlegmiddelen verbroken worden met achterlating van de doos met deksel in de gevormde betonnen wand.

26. Werkwijze voor het tot stand brengen van een 35 betonnen wand met daarin een samenstel van een doos voor een electrische installatie, met een deksel, waarbij de doos voorzien is van middelen voor het vastleggen van een 1025856 doos aan een wand van een in het bijzonder houten bekisting, waarbij vastlegmiddelen gebruikt worden omvattende die radiaal uitzetbaar zijn, waarbij de bekisting wordt opgesteld, de vastlegmiddelen althans deels -zoals het 5 voornoemde spreiddeel of een deel van de schuifpen- worden ingevoerd in daarvoor voorziene doorgangen binnen de omtrekswand van de doos om opstaand uit te steken van het deksel, de doos met deksel met de vastlegmiddelen wordt geplaatst op de bekistingswand, waarbij de vastlegmiddelen 10 althans deels reiken in daarvoor in de bekistingswand voorziene gaten, waarbij de vastlegmiddelen radiaal worden uitgezet in de gaten om de doos met deksel vast te leggen aan de bekistingswand, waarbij vervolgens beton in de ruimte tussen de bekistingswanden gestort wordt en na 15 uitharding van het beton de bekistingswanden worden verwijderd.

27. Werkwijze volgens conclusie 26, waarbij vastlegmiddelen gebruikt worden omvattende een spreiddeel en een daarin in te voeren plugdeel, waarbij de bekisting 20 wordt opgesteld, de spreiddelen worden ingevoerd in daarvoor voorziene doorgangen binnen de omtrekswand van de doos, de doos met deksel met de spreiddelen wordt geplaatst op de bekistingswand, waarbij de spreiddelen reiken in daarvoor in de bekistingswand voorziene gaten, waarbij de 25 pludelen ingevoerd worden in de voornoemde doorgangen en in de spreiddelen om de spreiddelen uit te doen zetten in de gaten om de doos met deksel vast te leggen aan de bekistingswand, waarbij vervolgens beton in de ruimte tussen de bekistingswanden gestort wordt en na uitharding van het 30 beton de bekistingwanden worden verwijderd.

28. Werkwijze volgens conclusie 26 of 27, waarbij gebruik wordt gemaakt van een samenstel met een deksel voorzien van daarmee vaste vastlegmiddelen, waarbij de met de deksel vaste vastlegmiddelen vooraf gaan aan het plaat- 35 sen van het samenstel op de bekistingswand daarvan worden afgebroken.

29. Samenstel voorzien van een of meer van de in 1025856 de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

30. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbeho-5 rende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1025856