BE1021732B1 - Samenstel en werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module - Google Patents

Samenstel en werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module Download PDF

Info

Publication number
BE1021732B1
BE1021732B1 BE2013/0576A BE201300576A BE1021732B1 BE 1021732 B1 BE1021732 B1 BE 1021732B1 BE 2013/0576 A BE2013/0576 A BE 2013/0576A BE 201300576 A BE201300576 A BE 201300576A BE 1021732 B1 BE1021732 B1 BE 1021732B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
plate
tubular part
opening
wall
tubular
Prior art date
Application number
BE2013/0576A
Other languages
English (en)
Inventor
Paul Cornelius Gerard Ameloot
Original Assignee
Delta Light Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Delta Light Nv filed Critical Delta Light Nv
Priority to BE2013/0576A priority Critical patent/BE1021732B1/nl
Priority to ATA670/2014A priority patent/AT514767B1/de
Priority to DE102014013103.3A priority patent/DE102014013103A1/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1021732B1 publication Critical patent/BE1021732B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/02Wall, ceiling, or floor bases; Fixing pendants or arms to the bases
    • F21V21/04Recessed bases
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21SNON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
    • F21S8/00Lighting devices intended for fixed installation
    • F21S8/02Lighting devices intended for fixed installation of recess-mounted type, e.g. downlighters
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V19/00Fastening of light sources or lamp holders
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/14Adjustable mountings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Dowels (AREA)
  • Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)
  • Details Of Indoor Wiring (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Abstract

Samenstel voor het inbouwen van een elektrische module, typisch een verlichtingsmodule in een wand met een opening, omvattende: een plaat met een opening bedoeld voor bevestiging tegen een zijde van de wand W; waarbij de opening in de plaat kleiner is dan de opening in de wand; een eerste kokervormig deel dat aan een uiteinde daarvan, langs zijn omtrek voorzien is van ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel; waarbij het eerste kokervormig deel ingericht is om klemmend opneembaar te zijn in de opening in de plaat; een tweede kokervormig deel waarin de elektrische module opneembaar is.

Description

Samenstel en werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel en een werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module, typisch een verlichtingsmodule of een luidsprekermodule, in een wand met een opening. De wand kan elke type wand zijn, bijvoorbeeld een betonwand, een gipsplaatwand, een wand opgebouwd uit holle of volle blokken, een houten wand, etc. De term wand verwijst zowel naar een plafond, als naar een zijwand of een vloer.
Samenstellen voor het inbouwen van een elektrische module zoals een verlichtingsmodule zijn bekend. Zo beschrijft DE 10257540 bijvoorbeeld om een gespleten ring aan te brengen door een opening in een gipsplaat tegen een bovenzijde van de gipsplaat, waarna een buitenring wordt vastgeklipst in de gespleten ring. Een dergelijke uitvoering heeft het nadeel weinig flexibel te zijn en enkel geschikt te zijn voor bepaalde types gipsplaten. Ook zijn uitvoeringen bekend waarin gebruik gemaakt wordt van een montageplaat waarin een cilindrisch deel draaibaar is. Dergelijke uitvoeringen hebben het nadeel dat de montageplaat een complexe vormgeving dient te hebben teneinde een dergelijke rotatie toe te laten.
De onderhavige uitvinding heeft als doel een samenstel en werkwijze te verschaffen voor het inbouwen van een elektrische module in een wand, welk samenstel opgebouwd is uit eenvoudig te vervaardigen onderdelen, en bij voorkeur geschikt is voor gebruik in combinatie met verschillende types wanden, en in het bijzonder met zowel gipsplaatwanden als met betonwanden.
Daartoe is het samenstel drieledig, en omvat het samenstel een plaat, een eerste kokervormig deel en een tweede kokervormig deel. De plaat heeft een opening en is bedoeld voor bevestiging tegen een zijde van de wand waarin een opening is aangebracht. De opening in de plaat kleiner is dan de opening in de wand. Het eerste kokervormig deel is aan een uiteinde daarvan, langs zijn omtrek, voorzien van ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel. Verder is het eerste kokervormig deel ingericht om klemmend opneembaar te zijn in een opening in de plaat, één en ander zodanig dat het ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel zich in de gemonteerde stand uitstrekt tegen een eerste zijde van de plaat, rondom de opening in de plaat. Het tweede kokervormig deel is bedoeld voor het daarin opnemen van de elektrische module. Het eerste en het tweede kokervormig deel zijn zodanig ingericht dat het tweede kokervormig deel in verschillende standen klembaar (klipsbaar) is in het eerste kokervormig deel.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn inter alia gebaseerd op het inventief inzicht dat een eenvoudig, gemakkelijk te monteren samenstel gevormd wordt door enerzijds een plaat, en anderzijds twee kokervormige delen. Het eerste kokervormig deel is eenvoudig aanbrengbaar in de plaat. Op die manier kan de plaat een eenvoudige vorm aannemen en zal deze bij voorkeur geschikt zijn om zowel tegen een voorzijde van een wand, bijvoorbeeld een betonwand gemonteerd te worden als tegen een achterzijde van een wand zoals een gipsplaat, nadat de plaat door een opening in de wand is gestoken.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm wordt het ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel gevormd door een al dan niet onderbroken omtreksflens. Dit zal typisch een platte flens zijn die in hoofdzaak loodrecht gericht is op de mantel van het eerste kokervormig deel. In de gemonteerde stand komt deze omtreksflens dus tegen een zijde van de plaat te liggen.
Het eerste kokervormig deel is bij voorkeur voorzien van ten minste één naar buiten uitstekend indrukbaar klemdeel, zodanig dat de plaat vastgeklemd wordt tussen het ten minste één aanslagdeel (bijvoorbeeld een omtreksflens) en het ten minste één klemdeel. Bij het inbrengen van het eerste kokervormig deel door de opening in de plaat, dat dit ten minste één klemdeel naar binnen gedrukt worden om vervolgens terug uit te veren in de montagestand van het eerste kokervormig deel. In een voordelige uitvoeringsvorm wordt het ten minste één naar buiten uitstekend indrukbaar klemdeel gevormd door twee naar buiten uitstekende verende klemlippen. Deze ten minste twee verende klemlippen kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door ten minste twee U-vormige uitsparingen aan te brengen rond schuin naar buiten uitstekende delen van de omtrekswand van het eerste kokervormig deel, waarbij de U-vormige uitsparingen met hun ondereinde grenzen aan het uiteinde van het eerste kokervormig deel. Een dergelijke uitvoering heeft het voordeel dat de verende lippen eenvoudig voorzien kunnen worden door het aanbrengen van U-vormige uitsparingen in de kokervormige delen, en dat geen bijzondere vormen en/of materialen vereist zijn.
Verder is het eerste kokervormig deel bij voorkeur voorzien van ten minste één naar binnen uitstekend indrukbaar positioneringsdeel dat voorzien is van een eerste profilering voor het definiëren van verschillende standen. Het tweede kokervormig deel is dan bij voorkeur aan de buitenzijde voorzien van een tweede profilering die in verschillende standen koppelbaar is met de eerste profilering. Het ten minste één naar binnen uitstekend indrukbaar positioneringsdeel kan bijvoorbeeld gevormd worden door ten minste twee verende positioneringslippen.
Ook deze kunnen gevormd zijn door ten minste twee U-vormige uitsparingen aan te brengen in een omtrekswand van het eerste kokervormig deel. In een voordelige uitvoeringsvorm waarin het eerste en tweede kokervormig deel cilindrisch zijn, wordt de tweede profilering gevormd door een schroefdraad te voorzien langs een buitenwand van het tweede kokervormig deel. Op die manier zal het tweede kokervormig deel na klemmend opgenomen (geklipst) te zijn in het eerste kokervormig deel, verder verdraaid kunnen worden voor het fijnregelen van de positie van het tweede kokervormig deel ten opzichte van het eerste kokervormig deel.
De plaat is bij voorkeur voorzien van perforaties die ingericht zijn om samen te werken met schroeven voor het bevestigen van de plaat tegen de wand. Bij voorkeur is de plaat voorzien van een groot aantal gaten, zodanig dat de schroeven op veel verschillende locaties aangebracht kunnen worden voor het bevestigen van de plaat tegen de wand, en de schroeven als het ware een weg kunnen zoeken naar één van de gaten. Daarnaast zorgen deze gaten voor een goede hechting van het pleister op de plaat.
In een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm kan de plaat voorzien zijn van twee breuklijnen gelegen aan weerszijden van de opening in de plaat, op een afstand van de opening die bij voorkeur kleiner is dan 10 mm, voor het afbreken van zijstukken van de plaat, in functie van de toepassing. De breuklijnen kunnen volledig uitgespaarde delen omvatten die evenwijdig lopen aan de randen van de opening, om over te gaan in rechte breuklijnen die tot aan de rand van de plaat lopen. Zo zal de plaat voor gebruik in combinatie met een gipsplaat of andere dunne wand typisch door een opening in de wand aangebracht moeten worden, en dient de plaat dus zodanig afgemeten te zijn dat deze door de opening aanbrengbaar is tegen een achterzijde van de wand. Om die reden kan het voordelig zijn om te werken met afbreekbare zijstukken. Deze zijstukken zullen echter wel nuttig zijn wanneer het samenstel gebruikt wordt voor andere typische wanden, zoals bijvoorbeeld voor een montage tegen een betonwand, zie verder.
De dikte van de plaat is bij voorkeur kleiner dan 3 mm. Wanneer een dergelijke plaat bevestigd wordt tegen bijvoorbeeld een betonwand, kan deze eenvoudig bedekt worden met een laag plaaster.
In een mogelijke uitvoeringsvorm zijn het eerste en het tweede kokervormige deel cilindrisch. Dit kan een ronde cilindervorm zijn, maar kan ook een prismavorm zijn. Het eerste en/of het tweede kokervormig deel is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof. De plaat is bij voorkeur vervaardigd uit metaal.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het monteren van een hierboven beschreven samenstel in een wand. Volgens een uitvoeringsvorm die bijvoorbeeld bruikbaar is voor het monteren van een samenstel in een gipsplaatwand, gaat men als volgt tewerk. In de wand met een voorzijde en een achterzijde wordt een opening aangebracht die doorloopt vanaf de voorzijde tot de achterzijde. Men gebruikt een plaat met een opening die enigszins kleiner is dan de opening in de wand, en met een eerste afmeting die kleiner is dan een afmeting van de opening in de wand, en een tweede afmeting die groter is dan een afmeting van de opening in de wand. De plaat wordt vanaf de voorzijde van de wand door de opening bewogen, waarbij de plaat in de richting van de tweede afmeting een hoek maakt ten opzichte van de voorzijde van de wand, voor het zodanig aanbrengen van de plaat tegen de achterzijde van de wand dat de opening in de plaat volledig in de opening van de wand gelegen is. Vervolgens wordt de plaat bevestigd tegen deze achterzijde, bijvoorbeeld met behulp van schroeven. Vervolgens wordt het eerste kokervormig deel klemmend in de opening van de plaat aangebracht, zodanig dat het ten minste één aanslagdeel van het eerste kokervormig deel contact maakt met een voorzijde van de plaat. Vervolgens wordt het tweede kokervormig deel in een geschikte stand aangebracht in het eerste kokervormig deel, waarbij de hoogte instelbaar is in functie van de dikte van de pleisterlaag.
Volgens een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze die bijvoorbeeld geschikt is voor het aanbrengen van een hierboven beschreven samenstel in een wand uit beton, gaat men als volgt tewerk. In de wand wordt een opening aangebracht die zich uitstrekt vanaf de voorzijde van de wand. Een plaat met een opening die enigszins kleiner is dan de opening in de wand wordt tegen de voorzijde van de wand bevestigd, zodanig dat de opening in de plaat volledig voor de opening in de wand gelegen is. Vervolgens wordt het eerste kokervormig deel in de opening in de plaat aangebracht, zodanig dat het ten minste één aanslagdeel van het eerste kokervormig deel contact maakt met een voorzijde van de plaat. Ten slotte wordt het tweede kokervormig deel in een geschikte stand aangebracht in het eerste kokervormig deel.
Het tweede kokervormig deel wordt bij voorkeur aangebracht door dit in een gewenste stand te clipsen in het eerste kokervormig deel. Eventueel kan de positie van het tweede kokervormig deel, na geclipst te zijn in het eerste kokervormig deel, verder bijgeregeld worden door het tweede kokervormig deel te verdraaien ten opzichte van het eerste kokervormig deel.
De onderhavige uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een aantal geenszins beperkende uitvoeringsvoorbeelden van samenstellen volgens de uitvinding met verwijzing naar de tekeningen in bijlage, waarin:
Figuur IA een opengewerkt perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding illustreerte;
Figuur 1B het samenstel van figuur IA illustreert in de gemonteerde stand;
Figuur IC het eerste kokervormig deel van het samenstel van figuur IA in detail illustreert;
Figuur 2A een opengewerkt perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding illustreert, bijvoorbeeld voor gebruik met een gipsplaatwand;
Figuren 2B en 2C het samenstel van figuur 2A illustreren in de gemonteerde stand, gezien vanaf respectievelijk de onderzijde en de bovenzijde van de wand; en
Figuren 3A-3C het samenstel van figuur 2A illustreren in de gemonteerde stand, met een daarin ingebouwde verlichtingsmodule.
Figuren 1A-1C illustreren een eerste uitvoeringsvorm van een inbouwsamenstel voor het inbouwen van een elektrische module, typisch een verlichtingsmodule of een luidspreker in een wand W, bijvoorbeeld een betonwand. In het geïllustreerde voorbeeld is de wand een wand van een plafond, maar dit kan evengoed een opstaande zijwand of een bodemwand zijn. De wand W is voorzien van een voorzijde V, hier de onderzijde, waarin een opening 02 is aangebracht.
Dit kan een opening 02 met een dicht of een open achtereinde zijn. In het geval dat de wand bijvoorbeeld opgebouwd is uit holle bouwblokken, zal de opening typische een open achtereinde hebben. Het samenstel omvat een plaat 10 met een opening 11, een eerste kokervormig deel 20, een tweede kokervormig deel 30, en een stel schroeven 40 voor het bevestigen van de plaat 10 tegen de voorzijde V van de wand W. In de geïllustreerde uitvoering is de plaat 10 een zogenaamde perfoplaat die voorzien is van een groot aantal gaten waardoor de schroeven 40 kunnen aangrijpen in de wand W. De plaat 10 kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit metaal.
Het eerste kokervormig deel 20 is bij een uiteinde daarvan voorzien van een volledig doorlopende omtreksflens 22. Deze omtreksflens 22 zou echter ook onderbroken kunnen zijn en aldus bestaan uit meerdere flensdelen. De omtreksflens 22 of de meerdere flensdelen hebben als functie om een aanslag te vormen wanneer het eerste kokervormig deel 20 aangebracht wordt in de opening 11 van de plaat 10. Het eerste kokervormig deel 20 is zodanig gevormd dat het klemmend opneembaar is in de opening 11 van de plaat 10. Daartoe heeft het kokervormig deel afmetingen die nauw aansluiten op deze van de opening 11. In het geïllustreerde voorbeeld heeft het eerste kokervormig deel 20 in hoofdzaak de vorm van een ronde cilinder met een diameter die in hoofdzaak overeenstemt met de diameter van de opening 11. De vakman begrijpt dat het eerste kokervormig deel 20 ook de vorm kan hebben van een prisma, waarbij de opening 11 dan de vorm zal hebben van een corresponderende veelhoek. Het eerste kokervormig deel 20 is verder voorzien van ten minste twee naar buiten verende klemlippen 23. In het geïllustreerde voorbeeld zijn vier regelmatig langs de omtrek verspreide klemlippen 23 voorzien, maar de vakman begrijpt dat ook meer of minder klemlippen 23 kunnen worden voorzien die niet noodzakelijk regelmatig verspreid zijn. Daar waar de omtreksflens 22 bedoeld is om aan te grijpen tegen een onderzijde van de plaat 10, zijn de klemlippen voorzien om aan te grijpen tegen een bovenzijde van de plaat 10, zodanig dat wanneer het eerste kokervormig deel 20 in de opening 11 in de plaat 10 is opgenomen, de plaat wordt vastgeklemd tussen de omtreksflens 22 en de klemlippen 23.
In de geïllustreerde uitvoering is elke verende klemlip 23 gevormd door het aanbrengen van een U-vormige uitsparing 24 die met het ondereinde van de U grenst aan de omtreksflens 22. Een dergelijke uitvoering laat toe om de verende lippen 23 op een zeer eenvoudige wijze te realiseren in het eerste kokervormig deel 20. Volgens een variant zouden in plaats van verende lippen 23 ook elastisch samendrukbare uitstekende delen voorzien kunnen worden op de buitenmantel van het kokervormig deel 20. Dergelijke elastische samendrukbare delen kunnen dan net zoals de verende lippen 23 naar buiten veren nadat deze door de opening 11 in de plaat 10 zijn gebracht om aan te grijpen tegen de bovenzijde van de plaat 10.
Het eerste kokervormig deel 20 is optioneel voorzien van een aantal positioneringslippen 26 die elk voorzien zijn van een eerste profilering 27 welke zich uitstrekt aan een binnenkant van het kokervormig deel 20 en bedoeld is om samen te werken met een tweede profilering 37 die aangebracht is aan een buitenzijde van het tweede kokervormig deel 30. De eerste profilering 27 definieert verschillende standen en de tweede profilering 37 is zodanig dat deze in de verschillende standen koppelbaar is met de eerste profilering 27. In de geïllustreerde variant wordt de eerste profilering 27 gevormd door een aantal zich in de omtreksrichting uitstrekkende eerste ribben die kunnen samenwerken met corresponderende tweede ribben 37 die gevormd zijn op de buitenmantel van het tweede kokervormig deel 30. Meer in het bijzonder kunnen de tweede ribben 37 gevormd zijn als een schroefdraad, waarbij de eerste ribben 27 complementair zijn aan de schroefdraad 37. Op die manier zal het tweede kokervormig deel 30 in verschillende standen clipsbaar zijn in het eerste kokervormig deel 20 (ruwe regeling van de positie daarvan), waarbij verder een fijnregeling mogelijk is door het verdraaien van het tweede kokervormig deel 30 ten opzichte van het eerste kokervormig deel 20. De vakman begrijpt dat in plaats van het voorzien van verende lippen 26, het ook mogelijk is om de eerste profilering 27 te voorzien in een elastisch zacht vervormbaar materiaal dat aangebracht is tegen een binnenwand van het eerste kokervormig deel 20.
Het tweede kokervormig deel 30 is bij een uiteinde 31 voorzien van naar buiten uitstekende nokken 39 welke bedoeld zijn om aan te grijpen tegen de omtreksflens 22, zodanig dat het tweede kokervormig deel 30 wordt tegengehouden wanneer dit zijn verste stand bereikt, en dat wordt vermeden dat het tweede kokervormig deel volledig door het eerste kokervormig deel drukbaar is. Verder kan het tweede kokervormig deel 20 optioneel voorzien zijn van uitsparingen 29 in de omtreksflens 22 welke bedoeld zijn om samen te werken met de nokken 39 voor het rotatievast bevestigen van het tweede kokervormig deel 30 in het eerste kokervormig deel 20. Ook kunnen langs de omtrek van het eerste kokervormig deel 20 positioneringsnokken 29' voorzien zijn welke bedoeld zijn om samen te werken met overeenstemmende uitsparingen 19a, 19b, 19c langs de omtrek van de opening 11 in de plaat 10, teneinde het tweede kokervormig deel rotatievast te kunnen bevestigen in de plaat 10. Uitsparingen 19a, 19b en 19d hebben verder een centreerfunctie, en zullen toelaten dat de plaat 10 eenvoudig uitgericht kan worden in een bepaalde richting. Opgemerkt wordt dat uitsparingen 19a, 19b dus een dubbele functie hebben, maar dat het ook mogelijk is om afzonderlijke indicaties te voorzien om het centreren van de plaat 10 te vergemakkelijken.
Verder kan de plaat 10, langs de omtrek van de opening 11, voorzien zijn van schuin omhoog gerichte geleidevlakken 13 voor het geleiden van een bij voorkeur platte elektrische kabel E vanaf de voorzijde van de wand V in de opening 02 om aangesloten te worden aan de achterzijde van een elektrische module die aangebracht is in het tweede kokervormig deel 30. In figuur IA is de elektrische kabel E schematisch getekend in het wanddeel, maar de vakman begrijpt dat deze kabel over de plaat 10 dient te lopen in de gemonteerde toestand van de plaat, zie ook figuur 1B. De elektrische kabel E loopt meer in het bijzonder over het geleidevlak 13, en vervolgens tussen de binnenwand van de opening 02 en de buitenwand van het eerste kokervormig deel 20. Het gebruik van een platte kabel E heeft als voordeel dat de aan te brengen pleisterlaag minder dik kan zijn.
De eerste en tweede kokervormige delen 20, 30 zijn typisch vervaardigd uit kunststof, maar zouden bijvoorbeeld ook uit metaal vervaardigd kunnen zijn. De perfoplaat 10 is typisch vervaardigd uit metaal.
Nu zal een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding toegelicht worden aan de hand van de in figuren IA-IC uitvoeringsvorm van het samenstel. In een eerste stap wordt de plaat 10 bevestigd tegen de voorzijde V van de wand. De opening 11 in de plaat is enigszins kleiner dan de opening 02 in de wand, en de plaat 10 wordt zodanig aangebracht dat de opening 11 in de plaat 10 volledig voor de opening 02 in de wand W gelegen is. Indien de plaat 10 voorzien is van oplopende geleidevlakken 13 voor een kabel, kunnen optioneel bijkomende sleuven S voorzien worden langs de omtrek van de opening 02. Volgens een alternatief kan de opening 02 ruim groter zijn dan de opening 11 in de plaat 10, zodat de opening 02 ook ruimte biedt voor de oplopende geleidevlakken 13. De plaat 10 wordt tegen de wand bevestigd met behulp van een stel schroeven 40. In een tweede stap wordt het eerste kokervormig deel 20 aangebracht in de plaat 10, zodanig dat de omtreksflens 22 contact maakt met de voorzijde (hier de onderzijde) van de plaat 10. Tijdens deze handeling zullen de verende lippen 23 eerst naar binnen gedrukt worden om vervolgens naar buiten te veren in de gemonteerde stand van het eerste kokervormig deel 20, waarbij de verende lippen 23 aangrijpen tegen de achterzijde van de plaat 10. Op die manier wordt het eerste kokervormig deel 20 dus stevig vastgezet in de plaat 10. In een derde stap wordt het kokervormig deel 30 in geschikte stand aangebracht in het eerste kokervormig deel 20.
Figuren 2A-2C illustreren een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding, dat bedoeld is voor montage in een dunne wand zoals een gipsplaat. Het samenstel omvat een perfoplaat 10', een eerste kokervormig deel 20, een tweede kokervormig deel 30 en een stel schroeven 40. Het eerste en tweede kokervormig deel zijn identiek aan het eerste en tweede kokervormig deel die beschreven werden aan de hand van figuren IA-IC, en zullen bijgevolg niet opnieuw in detail worden beschreven. De plaat 10' is gevormd door het afbreken van zijstukken 14 van de plaat 10 van figuren 1A-1C, langs breuklijnen 12. Echter, de vakman begrijpt dat de plaat 10' ook gevormd kan zijn zoals getekend, en niet noodzakelijk het resultaat moet zijn van het afbreken van zijstukken 13.
In de tweede uitvoeringsvorm is de wand W gevormd door een dunne plaat, zoals een gipsplaat waarin een opening 01 is aangebracht. De plaat 10' wordt hier door de opening 01 aangebracht tegen een achterzijde A van de wand W. Doordat de perfoplaat 10' voorzien is van een groot aantal gaten, kunnen de schroeven 40 vanaf de voorzijde V van de wand aangebracht worden om door een gat van de perfoplaat 10 te steken, zie ook figuur 2C. Het aanbrengen van het eerste en het tweede kokervormig deel 20, 30 gebeurt op dezelfde manier als hierboven beschreven werd in het kader van figuren 1A-1C, en zal bijgevolg niet verder worden toegelicht. Voor deze variant zullen eventuele elektrische kabels langs de achterzijde A van de wand aangesloten worden aan de elektrische module, en zijn dus geen geleidevlakken 13 nodig.
Zoals beste te zien is in figuur 2C, is het tweede kokervormig deel 30 bij zijn achtereinde voorzien van een aantal naar binnen uitstekende flenzen 32 die bedoeld zijn om een aanslag te vormen voor een in te bouwen elektronisch module. Deze flenzen 32 kunnen zodanig gevormd en afgemeten zijn dat tussen aangrenzende flenzen 32 ruimten gevormd zijn waarin een werktuig kan aangrijpen voor het aanbrengen of verwijderen van het tweede kokervormig deel 30.
Ten slotte illustreren figuren 3A-3C het inbouwsamenstel van figuur 2A met een daarin ingebouwde verlichtingsmodule 50.
De verlichtingsmodule 50 omvat een montagering 53 met een achtereinde waarmee de functionele eenheid 54 van de verlichtingsmodule 50 is verbonden. De geïllustreerde functionele eenheid 54 is slechts een voorbeeld en de vakman begrijpt dat deze ook anders gevormd kan zijn. De montagering 53 is voorzien van een aanslag 51 en klemmen 52. In de gemonteerde stand steunt de aanslag 51 tegen de flenzen 32 van het tweede kokervormig deel 30, en wordt de verlichtingsmodule 50 vastgehouden in het tweede kokervormig deel door de klemmen 52.
Hoewel de hierboven beschreven uitvoeringsvormen ronde cilindrische kokervormige eerste en tweede delen illustreren, begrijpt de vakman dat deze delen eveneens prismavormig kunnen zijn. Daarnaast begrijpt de vakman dat vele modificaties en varianten denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding dat enkel bepaald wordt door de hiernavolgende conclusies.

Claims (21)

  1. Conclusies
    1. Samenstel voor het inbouwen van een elektrische module, typisch een verlichtingsmodule in een wand met een opening, omvattende: - een plaat (10) met een opening (11) bedoeld voor bevestiging tegen een zijde van de wand W; waarbij de opening in de plaat kleiner is dan de opening in de wand; - een eerste kokervormig deel (20) dat aan een uiteinde daarvan, langs zijn omtrek voorzien is van ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel (22); waarbij het eerste kokervormig deel ingericht is om klemmend opneembaar te zijn in de opening in de plaat, zodanig dat het ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel zich in de gemonteerde stand uitstrekt tegen een eerste zijde van plaat, rondom de opening (11) in de plaat; - een tweede kokervormig deel (30) waarin de elektrische module opneembaar is; waarbij het eerste en het tweede kokervormig deel (20, 30) zodanig ingericht zijn dat het tweede kokervormig deel in verschillende standen klemmend opneembaar is in het eerste kokervormig deel.
  2. 2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede kokervormig deel (20, 30) zodanig ingericht zijn dat het tweede kokervormig deel in een geschikte stand van de verschillende standen aanbrengbaar is in het eerste kokervormig deel, zodanig dat de hoogte van het tweede kokervormig deel instelbaar is in functie van de dikte van een tegen de wand aan te brengen pleisterlaag.
  3. 3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel de vorm heeft van een al dan niet onderbroken omtreksflens (22).
  4. 4. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste kokervormig deel (20) nabij het ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel (22) voorzien is van ten minste één naar buiten uitstekend indrukbaar klemdeel (23), zodanig dat de plaat (10) is vastgeklemd tussen het ten minste één aanslagdeel (22) en het ten minste één klemdeel (23) in de gemonteerde toestand van het eerste kokervormig deel (20).
  5. 5. Samenstel volgens conclusie 4, waarbij het ten minste één naar buiten uitstekend indrukbaar klemdeel ten minste twee naar buiten uitstekende verende klemlippen (23) omvat.
  6. 6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij de ten minste twee verende klemlippen (23) gevormd zijn door te minste twee U-vormige uitsparingen (24) aan te brengen rond schuin naar buiten uitstekende delen, welke U-vormige uitsparingen met hun onderzijde grenzen aan het uiteinde, en aangebracht zijn in een omtrekswand (25) van het eerste kokervormig deel (20) .
  7. 7. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste kokervormig deel (20) voorzien is van ten minste één naar binnen uitstekend indrukbaar positioneringsdeel (26) dat voorzien is van een eerste profilering (27) voor het definiëren van verschillende standen; en een buitenwand (31) van het tweede kokervormig deel (30) voorzien is van een tweede profilering (37) die in verschillende standen koppelbaar is met de eerste profilering (27).
  8. 8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij het ten minste één naar binnen uitstekend indrukbaar positioneringsdeel ten minste twee verende positioneringslippen (26) omvat.
  9. 9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de ten minste twee positioneringslippen gevormd zijn door het aanbrengen van te minste twee U-vormige uitsparingen (28) in een omtrekswand (25) van het eerste kokervormig deel.
  10. 10. Samenstel volgens één der conclusies 7-9, waarbij de tweede profilering (37) gevormd is door een schroefdraad te voorzien langs een buitenwand (31) van het tweede kokervormig deel.
  11. 11. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de plaat voorzien is van perforaties die ingericht zijn om samen te werken met schroeven (40) voor het bevestigen van de plaat tegen de wand.
  12. 12. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de plaat voorzien is van twee evenwijdige breuklijnen (12) gelegen aan weerszijden van de opening (11) op een afstand D van de opening (11) die kleiner is van 10 mm, voor het afbreken van stukken van de plaat (10) in functie van de toepassing.
  13. 13. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dikte van de plaat kleiner is dan 3 mm.
  14. 14. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede kokervormig deel cilindrisch zijn.
  15. 15. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en/of het tweede kokervormig deel vervaardigd zijn uit kunststof.
  16. 16. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de plaat vervaardigd is uit metaal.
  17. 17. Werkwijze voor het monteren van een samenstel volgens één der voorgaande conclusies in een wand W met een voorzijde V en een achterzijde A, en met een opening 01 die doorloopt vanaf de voorzijde tot de achterzijde, omvattende: - het voorzien van een plaat (10) met een opening (11) die enigszins kleiner is dan de opening 01 in de wand W, en met een eerste afmeting Dl die kleiner is dan een afmeting van de opening in de wand, en een tweede afmeting D2 die groter is dan een afmeting van de opening in de wand; - het vanaf de voorzijde V door de opening 01 bewegen van de plaat (10), waarbij de plaat (10) in de richting van de tweede afmeting D2 een hoek maakt ten opzichte van de voorzijde van de wand, voor het zodanig aanbrengen van de plaat tegen de achterzijde A van de wand dat de opening (11) in de plaat volledig in de opening 01 in de wand gelegen is; - het aanbrengen van het eerste kokervormig deel (20) in de opening 11 in de plaat, zodanig dat het ten minste één aanslagdeel 22 van het eerste kokervormig deel (20) contact maakt met een voorzijde van de plaat (10); - het in een geschikte stand aanbrengen van het tweede kokervormig deel (30) in het eerste kokervormig deel (20).
  18. 18. Werkwijze voor het monteren van een samenstel volgens één der conclusies 1-16 in een wand W met een voorzijde V, en met een opening 02 die zich uitstrekt vanaf de voorzijde, omvattende : - het bevestigen van een plaat (10) met een opening (11) die enigszins kleiner is dan de opening 02 in de wand W, tegen de voorzijde V van de wand; waarbij de opening in de plaat volledig vóór de opening in de wand gelegen is; - het aanbrengen van het eerste kokervormig deel (20) in de opening (11) in de plaat, zodanig dat het ten minste één aanslagdeel (22) van het eerste kokervormig deel (20) contact maakt met een voorzijde van de plaat (10); - het in een geschikte stand aanbrengen van het tweede kokervormig deel (30) in het eerste kokervormig deel (20).
  19. 19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, waarbij het tweede kokervormig deel aangebracht wordt door dit in een gewenste stand te klipsen in het eerste kokervormig deel.
  20. 20. Werkwijze volgens één der conclusies 17-19, waarbij de positie van het tweede kokervormig deel, na geklipst te zijn in het eerste kokervormig deel, verder bijgeregeld wordt door het tweede kokervormig deel te verdraaien ten opzichte van het eerste kokervormig deel.
  21. 21. Werkwijze volgens één der conclusies 17-20, waarbij de hoogte van het tweede kokervormig deel ingesteld wordt in functie van de dikte van een aan te brengen pleisterlaag, waarna de pleisterlaag aangebracht wordt tegen de wand.
BE2013/0576A 2013-09-04 2013-09-04 Samenstel en werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module BE1021732B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0576A BE1021732B1 (nl) 2013-09-04 2013-09-04 Samenstel en werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module
ATA670/2014A AT514767B1 (de) 2013-09-04 2014-09-01 Montageeinheit und Verfahren für das Einbauen eines elektrischen Moduls
DE102014013103.3A DE102014013103A1 (de) 2013-09-04 2014-09-03 Montageeinheit und Verfahren für das Einbauen eines elektrischen Moduls

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0576A BE1021732B1 (nl) 2013-09-04 2013-09-04 Samenstel en werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021732B1 true BE1021732B1 (nl) 2016-01-14

Family

ID=49484048

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0576A BE1021732B1 (nl) 2013-09-04 2013-09-04 Samenstel en werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module

Country Status (3)

Country Link
AT (1) AT514767B1 (nl)
BE (1) BE1021732B1 (nl)
DE (1) DE102014013103A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP6952291B2 (ja) * 2016-03-29 2021-10-20 パナソニックIpマネジメント株式会社 照明器具
DE102018101384A1 (de) 2018-01-23 2019-07-25 Schott Ag Halterung für eine Leuchte und Beleuchtungselement

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1083617A (en) * 1965-03-23 1967-09-20 Courtney Pope Electrical Ltd Improvements in or relating to recessed light fittings
JPH07296623A (ja) * 1994-04-25 1995-11-10 Matsushita Electric Works Ltd 埋め込み型照明器具
DE202010001902U1 (de) * 2010-02-05 2010-07-22 Kölper, Roland Vorrichtung zur Halterung einer Leuchte an der Unterseite einer Deckenverkleidung
WO2012026420A1 (ja) * 2010-08-25 2012-03-01 パナソニック株式会社 照明器具

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT413592B (de) 2001-12-13 2006-04-15 Hierzer Andreas Einrichtung zur befestigung einer leuchte
JP2004207191A (ja) * 2002-12-20 2004-07-22 Hitachi Lighting Ltd 天井埋込穴アダプター
NL1029397C2 (nl) * 2005-07-01 2007-01-04 Joseph Spanjers Systeem voor een verlaagd plafond.
US7902459B2 (en) * 2008-05-16 2011-03-08 Harold Lehr Junction box cover assembly
AT507567B1 (de) * 2008-12-23 2010-06-15 Hierzer Andreas Montagevorrichtung für einbauleuchten
DE102010013656A1 (de) * 2010-04-01 2011-10-06 Siteco Beleuchtungstechnik Gmbh Einputzscheibe für Downlights

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1083617A (en) * 1965-03-23 1967-09-20 Courtney Pope Electrical Ltd Improvements in or relating to recessed light fittings
JPH07296623A (ja) * 1994-04-25 1995-11-10 Matsushita Electric Works Ltd 埋め込み型照明器具
DE202010001902U1 (de) * 2010-02-05 2010-07-22 Kölper, Roland Vorrichtung zur Halterung einer Leuchte an der Unterseite einer Deckenverkleidung
WO2012026420A1 (ja) * 2010-08-25 2012-03-01 パナソニック株式会社 照明器具

Also Published As

Publication number Publication date
AT514767B1 (de) 2017-10-15
AT514767A3 (de) 2015-11-15
AT514767A2 (de) 2015-03-15
DE102014013103A1 (de) 2015-03-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10584837B2 (en) Bar hanger system for recessed fixtures
US9825446B2 (en) Mounting bracket with far side support
US8933331B1 (en) Reversible electrical box assembly with extensions to match various reveals
US9091106B2 (en) Panel hardware system and associated methods
US8748744B2 (en) Electrical box extender assembly
EP2472020A2 (en) Tangential non-dimensional Interface Module
US20120061137A1 (en) Electrical Accessories and Associated Methods of Use and Manufacture
US7025314B1 (en) Multi-functional mounting bracket with integral electrical box
BE1021732B1 (nl) Samenstel en werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module
US10411450B2 (en) Prefabricated electrical box
US9611879B2 (en) Rapid mount wall anchoring system with cable pass through
US7170003B2 (en) Cut-in box
US9942637B2 (en) L-brackets for mounting with extended mobility range
US20150096239A1 (en) In-wall enclosure
US20160141852A1 (en) Self-aligning box and sleeve assembly
US8933350B1 (en) Electrical box with extensions to match various reveals
US20210156512A1 (en) Bracket for adjustable-depth mounting of electrical boxes
US9531175B2 (en) Method and apparatus for an electrical box block bracket
CA3071463C (en) Cable support bracket
US9270099B1 (en) Slidably adjustable electrical box
US10406674B2 (en) Removable/re-usable bracket
BE1021746B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het inbouwen van een elektrische module
BE1024579A1 (nl) Bevestigingssysteem voor plafond- of wandinrichting
US20090095861A1 (en) Wall mounting bracket with slidable wing
AU2006228079B2 (en) Mounting assembly for an electrical power outlet or alike