BE1021732B1

BE1021732B1 - COMPOSITION AND METHOD FOR FITTING AN ELECTRIC MODULE

Info

Publication number: BE1021732B1
Application number: BE2013/0576A
Authority: BE
Inventors: Paul Cornelius Gerard Ameloot
Original assignee: Delta Light Nv
Priority date: 2013-09-04
Filing date: 2013-09-04
Publication date: 2016-01-14
Also published as: AT514767A2; AT514767B1; DE102014013103A1; AT514767A3

Abstract

Samenstel voor het inbouwen van een elektrische module, typisch een verlichtingsmodule in een wand met een opening, omvattende: een plaat met een opening bedoeld voor bevestiging tegen een zijde van de wand W; waarbij de opening in de plaat kleiner is dan de opening in de wand; een eerste kokervormig deel dat aan een uiteinde daarvan, langs zijn omtrek voorzien is van ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel; waarbij het eerste kokervormig deel ingericht is om klemmend opneembaar te zijn in de opening in de plaat; een tweede kokervormig deel waarin de elektrische module opneembaar is.Assembly for mounting an electrical module, typically a lighting module, in a wall with an opening, comprising: a plate with an opening intended for mounting against one side of the wall W; wherein the opening in the plate is smaller than the opening in the wall; a first tubular part which is provided at one end thereof along its circumference with at least one outwardly projecting stop part; wherein the first tubular part is adapted to be received in a clamping manner in the opening in the plate; a second tubular part in which the electrical module can be accommodated.

Description

Samenstel en werkwijze voor het inbouwen van een elektrische moduleAssembly and method for installing an electrical module

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel en een werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module, typisch een verlichtingsmodule of een luidsprekermodule, in een wand met een opening. De wand kan elke type wand zijn, bijvoorbeeld een betonwand, een gipsplaatwand, een wand opgebouwd uit holle of volle blokken, een houten wand, etc. De term wand verwijst zowel naar een plafond, als naar een zijwand of een vloer.The present invention relates to an assembly and a method for incorporating an electrical module, typically a lighting module or a speaker module, into a wall with an opening. The wall can be any type of wall, for example a concrete wall, a plasterboard wall, a wall made up of hollow or full blocks, a wooden wall, etc. The term wall refers to both a ceiling and a side wall or floor.

Samenstellen voor het inbouwen van een elektrische module zoals een verlichtingsmodule zijn bekend. Zo beschrijft DE 10257540 bijvoorbeeld om een gespleten ring aan te brengen door een opening in een gipsplaat tegen een bovenzijde van de gipsplaat, waarna een buitenring wordt vastgeklipst in de gespleten ring. Een dergelijke uitvoering heeft het nadeel weinig flexibel te zijn en enkel geschikt te zijn voor bepaalde types gipsplaten. Ook zijn uitvoeringen bekend waarin gebruik gemaakt wordt van een montageplaat waarin een cilindrisch deel draaibaar is. Dergelijke uitvoeringen hebben het nadeel dat de montageplaat een complexe vormgeving dient te hebben teneinde een dergelijke rotatie toe te laten.Assemblies for installing an electrical module such as a lighting module are known. For example, DE 10257540 describes how to provide a split ring through an opening in a plasterboard against an upper side of the plasterboard, after which an outer ring is clipped into the split ring. Such an embodiment has the disadvantage of being little flexible and only being suitable for certain types of drywall. Embodiments are also known in which use is made of a mounting plate in which a cylindrical part is rotatable. Such embodiments have the drawback that the mounting plate must have a complex design in order to allow such a rotation.

De onderhavige uitvinding heeft als doel een samenstel en werkwijze te verschaffen voor het inbouwen van een elektrische module in een wand, welk samenstel opgebouwd is uit eenvoudig te vervaardigen onderdelen, en bij voorkeur geschikt is voor gebruik in combinatie met verschillende types wanden, en in het bijzonder met zowel gipsplaatwanden als met betonwanden.The present invention has for its object to provide an assembly and method for mounting an electrical module in a wall, which assembly is made up of parts that are easy to manufacture, and is preferably suitable for use in combination with different types of walls, and in the particularly with both drywall and concrete walls.

Daartoe is het samenstel drieledig, en omvat het samenstel een plaat, een eerste kokervormig deel en een tweede kokervormig deel. De plaat heeft een opening en is bedoeld voor bevestiging tegen een zijde van de wand waarin een opening is aangebracht. De opening in de plaat kleiner is dan de opening in de wand. Het eerste kokervormig deel is aan een uiteinde daarvan, langs zijn omtrek, voorzien van ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel. Verder is het eerste kokervormig deel ingericht om klemmend opneembaar te zijn in een opening in de plaat, één en ander zodanig dat het ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel zich in de gemonteerde stand uitstrekt tegen een eerste zijde van de plaat, rondom de opening in de plaat. Het tweede kokervormig deel is bedoeld voor het daarin opnemen van de elektrische module. Het eerste en het tweede kokervormig deel zijn zodanig ingericht dat het tweede kokervormig deel in verschillende standen klembaar (klipsbaar) is in het eerste kokervormig deel.To this end the assembly is threefold, and the assembly comprises a plate, a first tubular part and a second tubular part. The plate has an opening and is intended for mounting against a side of the wall in which an opening is provided. The opening in the plate is smaller than the opening in the wall. The first tubular part is provided at one end thereof, along its circumference, with at least one outwardly projecting stop part. Furthermore, the first tubular part is adapted to be clampingly accommodated in an opening in the plate, such that the at least one outwardly projecting stop part extends in the mounted position against a first side of the plate, around the opening in the plate. The second tubular part is intended for receiving the electrical module therein. The first and the second tubular part are arranged such that the second tubular part can be clamped (clippable) in different positions in the first tubular part.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn inter alia gebaseerd op het inventief inzicht dat een eenvoudig, gemakkelijk te monteren samenstel gevormd wordt door enerzijds een plaat, en anderzijds twee kokervormige delen. Het eerste kokervormig deel is eenvoudig aanbrengbaar in de plaat. Op die manier kan de plaat een eenvoudige vorm aannemen en zal deze bij voorkeur geschikt zijn om zowel tegen een voorzijde van een wand, bijvoorbeeld een betonwand gemonteerd te worden als tegen een achterzijde van een wand zoals een gipsplaat, nadat de plaat door een opening in de wand is gestoken.Embodiments of the invention are inter alia based on the inventive insight that a simple, easy-to-assemble assembly is formed on the one hand by a plate and on the other hand by two tubular parts. The first tubular part can easily be fitted in the plate. In this way the plate can take on a simple form and will preferably be suitable for mounting both against a front side of a wall, for example a concrete wall, and against a rear side of a wall such as a plasterboard, after the plate has been opened through an opening. the wall is inserted.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm wordt het ten minste één naar buiten uitstekend aanslagdeel gevormd door een al dan niet onderbroken omtreksflens. Dit zal typisch een platte flens zijn die in hoofdzaak loodrecht gericht is op de mantel van het eerste kokervormig deel. In de gemonteerde stand komt deze omtreksflens dus tegen een zijde van de plaat te liggen.According to an advantageous embodiment, the at least one outwardly projecting stop part is formed by a circumferential flange, which may or may not be interrupted. This will typically be a flat flange that is substantially perpendicular to the jacket of the first tubular member. In the mounted position, this circumferential flange thus comes to lie against one side of the plate.

Het eerste kokervormig deel is bij voorkeur voorzien van ten minste één naar buiten uitstekend indrukbaar klemdeel, zodanig dat de plaat vastgeklemd wordt tussen het ten minste één aanslagdeel (bijvoorbeeld een omtreksflens) en het ten minste één klemdeel. Bij het inbrengen van het eerste kokervormig deel door de opening in de plaat, dat dit ten minste één klemdeel naar binnen gedrukt worden om vervolgens terug uit te veren in de montagestand van het eerste kokervormig deel. In een voordelige uitvoeringsvorm wordt het ten minste één naar buiten uitstekend indrukbaar klemdeel gevormd door twee naar buiten uitstekende verende klemlippen. Deze ten minste twee verende klemlippen kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door ten minste twee U-vormige uitsparingen aan te brengen rond schuin naar buiten uitstekende delen van de omtrekswand van het eerste kokervormig deel, waarbij de U-vormige uitsparingen met hun ondereinde grenzen aan het uiteinde van het eerste kokervormig deel. Een dergelijke uitvoering heeft het voordeel dat de verende lippen eenvoudig voorzien kunnen worden door het aanbrengen van U-vormige uitsparingen in de kokervormige delen, en dat geen bijzondere vormen en/of materialen vereist zijn.The first tubular part is preferably provided with at least one outwardly projecting clamping part, such that the plate is clamped between the at least one stop part (for example a circumferential flange) and the at least one clamping part. When inserting the first tubular part through the opening in the plate, at least one clamping part is pressed inwardly to subsequently spring back into the mounting position of the first tubular part. In an advantageous embodiment, the at least one outwardly projecting compressible clamping part is formed by two outwardly projecting resilient clamping lips. These at least two resilient clamping lips can for instance be formed by arranging at least two U-shaped recesses around obliquely outwardly projecting parts of the circumferential wall of the first tubular part, the U-shaped recesses having their lower end adjacent the end of the first tubular part. Such an embodiment has the advantage that the resilient lips can simply be provided by providing U-shaped recesses in the tubular parts, and that no special shapes and / or materials are required.

Verder is het eerste kokervormig deel bij voorkeur voorzien van ten minste één naar binnen uitstekend indrukbaar positioneringsdeel dat voorzien is van een eerste profilering voor het definiëren van verschillende standen. Het tweede kokervormig deel is dan bij voorkeur aan de buitenzijde voorzien van een tweede profilering die in verschillende standen koppelbaar is met de eerste profilering. Het ten minste één naar binnen uitstekend indrukbaar positioneringsdeel kan bijvoorbeeld gevormd worden door ten minste twee verende positioneringslippen.Furthermore, the first box-shaped part is preferably provided with at least one inwardly protruding positioning part that is provided with a first profiling for defining different positions. The second tubular part is then preferably provided on the outside with a second profiling that can be coupled in different positions to the first profiling. The at least one inwardly projecting positioning part can be formed, for example, by at least two resilient positioning lips.

Ook deze kunnen gevormd zijn door ten minste twee U-vormige uitsparingen aan te brengen in een omtrekswand van het eerste kokervormig deel. In een voordelige uitvoeringsvorm waarin het eerste en tweede kokervormig deel cilindrisch zijn, wordt de tweede profilering gevormd door een schroefdraad te voorzien langs een buitenwand van het tweede kokervormig deel. Op die manier zal het tweede kokervormig deel na klemmend opgenomen (geklipst) te zijn in het eerste kokervormig deel, verder verdraaid kunnen worden voor het fijnregelen van de positie van het tweede kokervormig deel ten opzichte van het eerste kokervormig deel.These can also be formed by providing at least two U-shaped recesses in a circumferential wall of the first tubular part. In an advantageous embodiment in which the first and second tubular part are cylindrical, the second profiling is formed by providing a screw thread along an outer wall of the second tubular part. In this way, after being clamped in (clamped) in the first tubular part, the second tubular part can be further rotated to fine-tune the position of the second tubular part relative to the first tubular part.

De plaat is bij voorkeur voorzien van perforaties die ingericht zijn om samen te werken met schroeven voor het bevestigen van de plaat tegen de wand. Bij voorkeur is de plaat voorzien van een groot aantal gaten, zodanig dat de schroeven op veel verschillende locaties aangebracht kunnen worden voor het bevestigen van de plaat tegen de wand, en de schroeven als het ware een weg kunnen zoeken naar één van de gaten. Daarnaast zorgen deze gaten voor een goede hechting van het pleister op de plaat.The plate is preferably provided with perforations adapted to cooperate with screws for fixing the plate to the wall. The plate is preferably provided with a large number of holes, such that the screws can be fitted at many different locations for fixing the plate to the wall, and the screws can, as it were, find a way to one of the holes. In addition, these holes ensure good adhesion of the plaster to the plate.

In een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm kan de plaat voorzien zijn van twee breuklijnen gelegen aan weerszijden van de opening in de plaat, op een afstand van de opening die bij voorkeur kleiner is dan 10 mm, voor het afbreken van zijstukken van de plaat, in functie van de toepassing. De breuklijnen kunnen volledig uitgespaarde delen omvatten die evenwijdig lopen aan de randen van de opening, om over te gaan in rechte breuklijnen die tot aan de rand van de plaat lopen. Zo zal de plaat voor gebruik in combinatie met een gipsplaat of andere dunne wand typisch door een opening in de wand aangebracht moeten worden, en dient de plaat dus zodanig afgemeten te zijn dat deze door de opening aanbrengbaar is tegen een achterzijde van de wand. Om die reden kan het voordelig zijn om te werken met afbreekbare zijstukken. Deze zijstukken zullen echter wel nuttig zijn wanneer het samenstel gebruikt wordt voor andere typische wanden, zoals bijvoorbeeld voor een montage tegen een betonwand, zie verder.In a further developed embodiment the plate can be provided with two fault lines located on either side of the opening in the plate, at a distance from the opening which is preferably smaller than 10 mm, for breaking off side pieces of the plate, as a function of the application. The fault lines may comprise fully recessed portions that run parallel to the edges of the opening to merge into straight fault lines that extend to the edge of the plate. Thus, for use in combination with a plasterboard or other thin wall, the plate will typically have to be provided through an opening in the wall, and the plate must therefore be dimensioned such that it can be applied through the opening against a rear side of the wall. For that reason it can be advantageous to work with degradable side pieces. These side pieces will, however, be useful when the assembly is used for other typical walls, such as, for example, for mounting against a concrete wall, see further.

De dikte van de plaat is bij voorkeur kleiner dan 3 mm. Wanneer een dergelijke plaat bevestigd wordt tegen bijvoorbeeld een betonwand, kan deze eenvoudig bedekt worden met een laag plaaster.The thickness of the plate is preferably less than 3 mm. When such a plate is mounted against, for example, a concrete wall, it can simply be covered with a layer of plaster.

In een mogelijke uitvoeringsvorm zijn het eerste en het tweede kokervormige deel cilindrisch. Dit kan een ronde cilindervorm zijn, maar kan ook een prismavorm zijn. Het eerste en/of het tweede kokervormig deel is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof. De plaat is bij voorkeur vervaardigd uit metaal.In a possible embodiment, the first and the second tubular part are cylindrical. This can be a round cylindrical shape, but can also be a prism shape. The first and / or the second tubular part is preferably made of plastic. The plate is preferably made of metal.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het monteren van een hierboven beschreven samenstel in een wand. Volgens een uitvoeringsvorm die bijvoorbeeld bruikbaar is voor het monteren van een samenstel in een gipsplaatwand, gaat men als volgt tewerk. In de wand met een voorzijde en een achterzijde wordt een opening aangebracht die doorloopt vanaf de voorzijde tot de achterzijde. Men gebruikt een plaat met een opening die enigszins kleiner is dan de opening in de wand, en met een eerste afmeting die kleiner is dan een afmeting van de opening in de wand, en een tweede afmeting die groter is dan een afmeting van de opening in de wand. De plaat wordt vanaf de voorzijde van de wand door de opening bewogen, waarbij de plaat in de richting van de tweede afmeting een hoek maakt ten opzichte van de voorzijde van de wand, voor het zodanig aanbrengen van de plaat tegen de achterzijde van de wand dat de opening in de plaat volledig in de opening van de wand gelegen is. Vervolgens wordt de plaat bevestigd tegen deze achterzijde, bijvoorbeeld met behulp van schroeven. Vervolgens wordt het eerste kokervormig deel klemmend in de opening van de plaat aangebracht, zodanig dat het ten minste één aanslagdeel van het eerste kokervormig deel contact maakt met een voorzijde van de plaat. Vervolgens wordt het tweede kokervormig deel in een geschikte stand aangebracht in het eerste kokervormig deel, waarbij de hoogte instelbaar is in functie van de dikte van de pleisterlaag.According to another aspect of the invention, a method is provided for mounting an assembly described above in a wall. According to an embodiment which is useful, for example, for mounting an assembly in a plasterboard wall, the procedure is as follows. An opening is made in the wall with a front and a back that extends from the front to the rear. A plate is used with an opening slightly smaller than the opening in the wall, and with a first dimension that is smaller than a dimension of the opening in the wall, and a second dimension that is larger than a dimension of the opening in the wall. The plate is moved from the front side of the wall through the opening, the plate making an angle in relation to the front side of the wall in the direction of the second dimension, in order to arrange the plate against the rear side of the wall such that the opening in the plate is completely located in the opening of the wall. The plate is then secured against this rear side, for example with the aid of screws. Subsequently, the first tubular part is clamped in the opening of the plate, such that the at least one stop part of the first tubular part makes contact with a front side of the plate. The second tubular part is then arranged in a suitable position in the first tubular part, the height being adjustable as a function of the thickness of the plaster layer.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze die bijvoorbeeld geschikt is voor het aanbrengen van een hierboven beschreven samenstel in een wand uit beton, gaat men als volgt tewerk. In de wand wordt een opening aangebracht die zich uitstrekt vanaf de voorzijde van de wand. Een plaat met een opening die enigszins kleiner is dan de opening in de wand wordt tegen de voorzijde van de wand bevestigd, zodanig dat de opening in de plaat volledig voor de opening in de wand gelegen is. Vervolgens wordt het eerste kokervormig deel in de opening in de plaat aangebracht, zodanig dat het ten minste één aanslagdeel van het eerste kokervormig deel contact maakt met een voorzijde van de plaat. Ten slotte wordt het tweede kokervormig deel in een geschikte stand aangebracht in het eerste kokervormig deel.According to another embodiment of the method which is suitable, for example, for mounting an assembly described above in a concrete wall, the procedure is as follows. An opening is provided in the wall that extends from the front of the wall. A plate with an opening slightly smaller than the opening in the wall is fixed against the front side of the wall, such that the opening in the plate is completely in front of the opening in the wall. Subsequently, the first tubular part is arranged in the opening in the plate, such that the at least one stop part of the first tubular part makes contact with a front side of the plate. Finally, the second tubular part is arranged in a suitable position in the first tubular part.

Het tweede kokervormig deel wordt bij voorkeur aangebracht door dit in een gewenste stand te clipsen in het eerste kokervormig deel. Eventueel kan de positie van het tweede kokervormig deel, na geclipst te zijn in het eerste kokervormig deel, verder bijgeregeld worden door het tweede kokervormig deel te verdraaien ten opzichte van het eerste kokervormig deel.The second tube-shaped part is preferably arranged by clip it in a desired position in the first tube-shaped part. Optionally, after being clipped into the first tubular member, the position of the second tubular member can be further adjusted by rotating the second tubular member relative to the first tubular member.

De onderhavige uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een aantal geenszins beperkende uitvoeringsvoorbeelden van samenstellen volgens de uitvinding met verwijzing naar de tekeningen in bijlage, waarin:The present invention will be further elucidated on the basis of a number of by no means limiting exemplary embodiments of assemblies according to the invention with reference to the attached drawings, in which:

Figuur IA een opengewerkt perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding illustreerte;Figure 1A illustrates a cut-away perspective view of a first embodiment of an assembly according to the invention;

Figuur 1B het samenstel van figuur IA illustreert in de gemonteerde stand;Figure 1B illustrates the assembly of Figure IA in the mounted position;

Figuur IC het eerste kokervormig deel van het samenstel van figuur IA in detail illustreert;Figure 1C illustrates in detail the first tubular part of the assembly of Figure 1A;

Figuur 2A een opengewerkt perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding illustreert, bijvoorbeeld voor gebruik met een gipsplaatwand;Figure 2A illustrates a cut-away perspective view of a second embodiment of an assembly according to the invention, for example for use with a plasterboard wall;

Figuren 2B en 2C het samenstel van figuur 2A illustreren in de gemonteerde stand, gezien vanaf respectievelijk de onderzijde en de bovenzijde van de wand; enFigures 2B and 2C illustrate the assembly of Figure 2A in the mounted position, viewed from the bottom and the top of the wall, respectively; and

Figuren 3A-3C het samenstel van figuur 2A illustreren in de gemonteerde stand, met een daarin ingebouwde verlichtingsmodule.Figures 3A-3C illustrate the assembly of Figure 2A in the mounted position, with a lighting module built into it.

Figuren 1A-1C illustreren een eerste uitvoeringsvorm van een inbouwsamenstel voor het inbouwen van een elektrische module, typisch een verlichtingsmodule of een luidspreker in een wand W, bijvoorbeeld een betonwand. In het geïllustreerde voorbeeld is de wand een wand van een plafond, maar dit kan evengoed een opstaande zijwand of een bodemwand zijn. De wand W is voorzien van een voorzijde V, hier de onderzijde, waarin een opening 02 is aangebracht.Figures 1A-1C illustrate a first embodiment of a mounting assembly for mounting an electrical module, typically a lighting module or a loudspeaker in a wall W, for example a concrete wall. In the illustrated example, the wall is a wall of a ceiling, but this can just as well be an upright side wall or a bottom wall. The wall W is provided with a front side V, here the bottom side, in which an opening 02 is provided.

Dit kan een opening 02 met een dicht of een open achtereinde zijn. In het geval dat de wand bijvoorbeeld opgebouwd is uit holle bouwblokken, zal de opening typische een open achtereinde hebben. Het samenstel omvat een plaat 10 met een opening 11, een eerste kokervormig deel 20, een tweede kokervormig deel 30, en een stel schroeven 40 voor het bevestigen van de plaat 10 tegen de voorzijde V van de wand W. In de geïllustreerde uitvoering is de plaat 10 een zogenaamde perfoplaat die voorzien is van een groot aantal gaten waardoor de schroeven 40 kunnen aangrijpen in de wand W. De plaat 10 kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit metaal.This can be an opening 02 with a closed or open rear end. For example, in the case that the wall is constructed from hollow building blocks, the opening will typically have an open rear end. The assembly comprises a plate 10 with an opening 11, a first tubular part 20, a second tubular part 30, and a set of screws 40 for securing the plate 10 to the front V of the wall W. In the illustrated embodiment, the plate 10 is a so-called perfo plate which is provided with a large number of holes through which the screws 40 can engage in the wall W. The plate 10 can for instance be manufactured from metal.

Het eerste kokervormig deel 20 is bij een uiteinde daarvan voorzien van een volledig doorlopende omtreksflens 22. Deze omtreksflens 22 zou echter ook onderbroken kunnen zijn en aldus bestaan uit meerdere flensdelen. De omtreksflens 22 of de meerdere flensdelen hebben als functie om een aanslag te vormen wanneer het eerste kokervormig deel 20 aangebracht wordt in de opening 11 van de plaat 10. Het eerste kokervormig deel 20 is zodanig gevormd dat het klemmend opneembaar is in de opening 11 van de plaat 10. Daartoe heeft het kokervormig deel afmetingen die nauw aansluiten op deze van de opening 11. In het geïllustreerde voorbeeld heeft het eerste kokervormig deel 20 in hoofdzaak de vorm van een ronde cilinder met een diameter die in hoofdzaak overeenstemt met de diameter van de opening 11. De vakman begrijpt dat het eerste kokervormig deel 20 ook de vorm kan hebben van een prisma, waarbij de opening 11 dan de vorm zal hebben van een corresponderende veelhoek. Het eerste kokervormig deel 20 is verder voorzien van ten minste twee naar buiten verende klemlippen 23. In het geïllustreerde voorbeeld zijn vier regelmatig langs de omtrek verspreide klemlippen 23 voorzien, maar de vakman begrijpt dat ook meer of minder klemlippen 23 kunnen worden voorzien die niet noodzakelijk regelmatig verspreid zijn. Daar waar de omtreksflens 22 bedoeld is om aan te grijpen tegen een onderzijde van de plaat 10, zijn de klemlippen voorzien om aan te grijpen tegen een bovenzijde van de plaat 10, zodanig dat wanneer het eerste kokervormig deel 20 in de opening 11 in de plaat 10 is opgenomen, de plaat wordt vastgeklemd tussen de omtreksflens 22 en de klemlippen 23.The first tubular part 20 is provided at one end thereof with a fully continuous peripheral flange 22. However, this peripheral flange 22 could also be interrupted and thus consist of several flange parts. The circumferential flange 22 or the plurality of flange parts have the function of forming a stop when the first tubular part 20 is arranged in the opening 11 of the plate 10. The first tubular part 20 is formed such that it can be clampingly received in the opening 11 of the plate 10. To that end, the tubular part has dimensions that closely match those of the opening 11. In the illustrated example, the first tubular part 20 is substantially in the form of a round cylinder with a diameter substantially corresponding to the diameter of the opening 11. The person skilled in the art understands that the first box-shaped part 20 can also have the shape of a prism, wherein the opening 11 will then have the shape of a corresponding polygon. The first box-shaped part 20 is further provided with at least two outwardly clamping lips 23. In the illustrated example, four clamp lips 23 regularly distributed around the circumference are provided, but the person skilled in the art understands that more or fewer clamp lips 23 can also be provided which are not necessarily necessary. regularly distributed. Where the circumferential flange 22 is intended to engage against a bottom side of the plate 10, the clamping lips are provided to engage against an upper side of the plate 10, such that when the first tubular part 20 enters the opening 11 in the plate 10 is included, the plate is clamped between the circumferential flange 22 and the clamping lips 23.

In de geïllustreerde uitvoering is elke verende klemlip 23 gevormd door het aanbrengen van een U-vormige uitsparing 24 die met het ondereinde van de U grenst aan de omtreksflens 22. Een dergelijke uitvoering laat toe om de verende lippen 23 op een zeer eenvoudige wijze te realiseren in het eerste kokervormig deel 20. Volgens een variant zouden in plaats van verende lippen 23 ook elastisch samendrukbare uitstekende delen voorzien kunnen worden op de buitenmantel van het kokervormig deel 20. Dergelijke elastische samendrukbare delen kunnen dan net zoals de verende lippen 23 naar buiten veren nadat deze door de opening 11 in de plaat 10 zijn gebracht om aan te grijpen tegen de bovenzijde van de plaat 10.In the illustrated embodiment, each resilient clamping lip 23 is formed by providing a U-shaped recess 24 which, with the lower end of the U, borders on the circumferential flange 22. Such an embodiment makes it possible to realize the resilient lips 23 in a very simple manner. in the first tubular part 20. According to a variant, instead of resilient lips 23, elastically compressible projecting parts could also be provided on the outer casing of the tubular part 20. Such elastic compressible parts can then spring out just like the resilient lips 23 after these have been introduced through the opening 11 into the plate 10 to engage the top of the plate 10.

Het eerste kokervormig deel 20 is optioneel voorzien van een aantal positioneringslippen 26 die elk voorzien zijn van een eerste profilering 27 welke zich uitstrekt aan een binnenkant van het kokervormig deel 20 en bedoeld is om samen te werken met een tweede profilering 37 die aangebracht is aan een buitenzijde van het tweede kokervormig deel 30. De eerste profilering 27 definieert verschillende standen en de tweede profilering 37 is zodanig dat deze in de verschillende standen koppelbaar is met de eerste profilering 27. In de geïllustreerde variant wordt de eerste profilering 27 gevormd door een aantal zich in de omtreksrichting uitstrekkende eerste ribben die kunnen samenwerken met corresponderende tweede ribben 37 die gevormd zijn op de buitenmantel van het tweede kokervormig deel 30. Meer in het bijzonder kunnen de tweede ribben 37 gevormd zijn als een schroefdraad, waarbij de eerste ribben 27 complementair zijn aan de schroefdraad 37. Op die manier zal het tweede kokervormig deel 30 in verschillende standen clipsbaar zijn in het eerste kokervormig deel 20 (ruwe regeling van de positie daarvan), waarbij verder een fijnregeling mogelijk is door het verdraaien van het tweede kokervormig deel 30 ten opzichte van het eerste kokervormig deel 20. De vakman begrijpt dat in plaats van het voorzien van verende lippen 26, het ook mogelijk is om de eerste profilering 27 te voorzien in een elastisch zacht vervormbaar materiaal dat aangebracht is tegen een binnenwand van het eerste kokervormig deel 20.The first tubular part 20 is optionally provided with a number of positioning lips 26 which are each provided with a first profiling 27 which extends on an inside of the tubular part 20 and is intended to co-act with a second profiling 37 arranged on a outside of the second tubular part 30. The first profiling 27 defines different positions and the second profiling 37 is such that it can be coupled in the different positions to the first profiling 27. In the illustrated variant the first profiling 27 is formed by a number of circumferential first ribs that can co-operate with corresponding second ribs 37 formed on the outer sheath of the second tubular member 30. More particularly, the second ribs 37 may be formed as a screw thread, the first ribs 27 being complementary to the thread 37. That way the second tubular dee 30 can be clipable in different positions in the first tubular part 20 (rough control of its position), wherein further fine adjustment is possible by rotating the second tubular part 30 relative to the first tubular part 20. The person skilled in the art understands that instead of providing resilient lips 26, it is also possible to provide the first profiling 27 with an elastically soft deformable material which is arranged against an inner wall of the first tubular part 20.

Het tweede kokervormig deel 30 is bij een uiteinde 31 voorzien van naar buiten uitstekende nokken 39 welke bedoeld zijn om aan te grijpen tegen de omtreksflens 22, zodanig dat het tweede kokervormig deel 30 wordt tegengehouden wanneer dit zijn verste stand bereikt, en dat wordt vermeden dat het tweede kokervormig deel volledig door het eerste kokervormig deel drukbaar is. Verder kan het tweede kokervormig deel 20 optioneel voorzien zijn van uitsparingen 29 in de omtreksflens 22 welke bedoeld zijn om samen te werken met de nokken 39 voor het rotatievast bevestigen van het tweede kokervormig deel 30 in het eerste kokervormig deel 20. Ook kunnen langs de omtrek van het eerste kokervormig deel 20 positioneringsnokken 29' voorzien zijn welke bedoeld zijn om samen te werken met overeenstemmende uitsparingen 19a, 19b, 19c langs de omtrek van de opening 11 in de plaat 10, teneinde het tweede kokervormig deel rotatievast te kunnen bevestigen in de plaat 10. Uitsparingen 19a, 19b en 19d hebben verder een centreerfunctie, en zullen toelaten dat de plaat 10 eenvoudig uitgericht kan worden in een bepaalde richting. Opgemerkt wordt dat uitsparingen 19a, 19b dus een dubbele functie hebben, maar dat het ook mogelijk is om afzonderlijke indicaties te voorzien om het centreren van de plaat 10 te vergemakkelijken.The second tubular part 30 is provided at one end 31 with outwardly projecting cams 39 which are intended to engage with the circumferential flange 22, such that the second tubular part 30 is retained when it reaches its furthest position, and it is avoided that the second tubular part can be fully pressed through the first tubular part. Furthermore, the second tubular part 20 can optionally be provided with recesses 29 in the circumferential flange 22 which are intended to cooperate with the cams 39 for rotationally fastening the second tubular part 30 in the first tubular part 20. Also along the circumference provided with first tubular part 20 positioning cams 29 'which are intended to cooperate with corresponding recesses 19a, 19b, 19c along the circumference of the opening 11 in the plate 10, so that the second tubular part can be fixedly rotated in the plate 10. Recesses 19a, 19b and 19d further have a centering function, and will allow the plate 10 to be easily aligned in a certain direction. It is noted that recesses 19a, 19b thus have a dual function, but that it is also possible to provide separate indications to facilitate the centering of the plate 10.

Verder kan de plaat 10, langs de omtrek van de opening 11, voorzien zijn van schuin omhoog gerichte geleidevlakken 13 voor het geleiden van een bij voorkeur platte elektrische kabel E vanaf de voorzijde van de wand V in de opening 02 om aangesloten te worden aan de achterzijde van een elektrische module die aangebracht is in het tweede kokervormig deel 30. In figuur IA is de elektrische kabel E schematisch getekend in het wanddeel, maar de vakman begrijpt dat deze kabel over de plaat 10 dient te lopen in de gemonteerde toestand van de plaat, zie ook figuur 1B. De elektrische kabel E loopt meer in het bijzonder over het geleidevlak 13, en vervolgens tussen de binnenwand van de opening 02 en de buitenwand van het eerste kokervormig deel 20. Het gebruik van een platte kabel E heeft als voordeel dat de aan te brengen pleisterlaag minder dik kan zijn.Furthermore, the plate 10 may be provided, along the circumference of the opening 11, with guide surfaces 13 that are inclined upwards for guiding a preferably flat electrical cable E from the front of the wall V into the opening 02 to be connected to the rear side of an electrical module arranged in the second tubular part 30. In Fig. IA, the electric cable E is schematically drawn in the wall part, but the person skilled in the art understands that this cable must run over the plate 10 in the mounted condition of the plate , see also figure 1B. More specifically, the electric cable E runs over the guide surface 13, and then between the inner wall of the opening 02 and the outer wall of the first tubular part 20. The use of a flat cable E has the advantage that the plaster layer to be applied is less can be fat.

De eerste en tweede kokervormige delen 20, 30 zijn typisch vervaardigd uit kunststof, maar zouden bijvoorbeeld ook uit metaal vervaardigd kunnen zijn. De perfoplaat 10 is typisch vervaardigd uit metaal.The first and second tubular parts 20, 30 are typically made of plastic, but could, for example, also be made of metal. The perfo plate 10 is typically made of metal.

Nu zal een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding toegelicht worden aan de hand van de in figuren IA-IC uitvoeringsvorm van het samenstel. In een eerste stap wordt de plaat 10 bevestigd tegen de voorzijde V van de wand. De opening 11 in de plaat is enigszins kleiner dan de opening 02 in de wand, en de plaat 10 wordt zodanig aangebracht dat de opening 11 in de plaat 10 volledig voor de opening 02 in de wand W gelegen is. Indien de plaat 10 voorzien is van oplopende geleidevlakken 13 voor een kabel, kunnen optioneel bijkomende sleuven S voorzien worden langs de omtrek van de opening 02. Volgens een alternatief kan de opening 02 ruim groter zijn dan de opening 11 in de plaat 10, zodat de opening 02 ook ruimte biedt voor de oplopende geleidevlakken 13. De plaat 10 wordt tegen de wand bevestigd met behulp van een stel schroeven 40. In een tweede stap wordt het eerste kokervormig deel 20 aangebracht in de plaat 10, zodanig dat de omtreksflens 22 contact maakt met de voorzijde (hier de onderzijde) van de plaat 10. Tijdens deze handeling zullen de verende lippen 23 eerst naar binnen gedrukt worden om vervolgens naar buiten te veren in de gemonteerde stand van het eerste kokervormig deel 20, waarbij de verende lippen 23 aangrijpen tegen de achterzijde van de plaat 10. Op die manier wordt het eerste kokervormig deel 20 dus stevig vastgezet in de plaat 10. In een derde stap wordt het kokervormig deel 30 in geschikte stand aangebracht in het eerste kokervormig deel 20.An embodiment of the method according to the invention will now be explained with reference to the embodiment of the assembly shown in figures 1A-IC. In a first step, the plate 10 is mounted against the front V of the wall. The opening 11 in the plate is slightly smaller than the opening 02 in the wall, and the plate 10 is arranged such that the opening 11 in the plate 10 is completely in front of the opening 02 in the wall W. If the plate 10 is provided with ascending guide surfaces 13 for a cable, additional slots S can optionally be provided along the circumference of the opening 02. According to an alternative, the opening 02 can be considerably larger than the opening 11 in the plate 10, so that the opening 02 also offers space for the ascending guide surfaces 13. The plate 10 is fixed to the wall with the aid of a set of screws 40. In a second step, the first tubular part 20 is arranged in the plate 10 such that the peripheral flange 22 makes contact with the front side (here the underside) of the plate 10. During this operation, the resilient lips 23 will first be pressed inwardly to subsequently spring out into the mounted position of the first tubular part 20, the resilient lips 23 engaging the rear side of the plate 10. In this way the first tubular part 20 is thus firmly secured in the plate 10. In a third step the tubular part 30 is inserted arranged in the first tubular part 20.

Figuren 2A-2C illustreren een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding, dat bedoeld is voor montage in een dunne wand zoals een gipsplaat. Het samenstel omvat een perfoplaat 10', een eerste kokervormig deel 20, een tweede kokervormig deel 30 en een stel schroeven 40. Het eerste en tweede kokervormig deel zijn identiek aan het eerste en tweede kokervormig deel die beschreven werden aan de hand van figuren IA-IC, en zullen bijgevolg niet opnieuw in detail worden beschreven. De plaat 10' is gevormd door het afbreken van zijstukken 14 van de plaat 10 van figuren 1A-1C, langs breuklijnen 12. Echter, de vakman begrijpt dat de plaat 10' ook gevormd kan zijn zoals getekend, en niet noodzakelijk het resultaat moet zijn van het afbreken van zijstukken 13.Figures 2A-2C illustrate a second embodiment of an assembly according to the invention, which is intended for mounting in a thin wall such as a plasterboard. The assembly comprises a perfo plate 10 ', a first tubular part 20, a second tubular part 30 and a set of screws 40. The first and second tubular parts are identical to the first and second tubular parts described with reference to Figs. IC, and will therefore not be described in detail again. The plate 10 'is formed by breaking off side pieces 14 of the plate 10 of figures 1A-1C, along fault lines 12. However, the person skilled in the art understands that the plate 10' can also be shaped as drawn, and does not necessarily have to be the result of breaking off side pieces 13.

In de tweede uitvoeringsvorm is de wand W gevormd door een dunne plaat, zoals een gipsplaat waarin een opening 01 is aangebracht. De plaat 10' wordt hier door de opening 01 aangebracht tegen een achterzijde A van de wand W. Doordat de perfoplaat 10' voorzien is van een groot aantal gaten, kunnen de schroeven 40 vanaf de voorzijde V van de wand aangebracht worden om door een gat van de perfoplaat 10 te steken, zie ook figuur 2C. Het aanbrengen van het eerste en het tweede kokervormig deel 20, 30 gebeurt op dezelfde manier als hierboven beschreven werd in het kader van figuren 1A-1C, en zal bijgevolg niet verder worden toegelicht. Voor deze variant zullen eventuele elektrische kabels langs de achterzijde A van de wand aangesloten worden aan de elektrische module, en zijn dus geen geleidevlakken 13 nodig.In the second embodiment, the wall W is formed by a thin plate, such as a plasterboard in which an opening 01 is provided. The plate 10 'is arranged here through the opening 01 against a rear side A of the wall W. Because the perfo plate 10' is provided with a large number of holes, the screws 40 can be arranged from the front side V of the wall to pass through a hole from the perfo plate 10, see also figure 2C. The application of the first and the second tubular part 20, 30 takes place in the same manner as described above in the context of Figures 1A-1C, and will therefore not be further explained. For this variant, any electrical cables along the rear side A of the wall will be connected to the electrical module, and thus no guide surfaces 13 are required.

Zoals beste te zien is in figuur 2C, is het tweede kokervormig deel 30 bij zijn achtereinde voorzien van een aantal naar binnen uitstekende flenzen 32 die bedoeld zijn om een aanslag te vormen voor een in te bouwen elektronisch module. Deze flenzen 32 kunnen zodanig gevormd en afgemeten zijn dat tussen aangrenzende flenzen 32 ruimten gevormd zijn waarin een werktuig kan aangrijpen voor het aanbrengen of verwijderen van het tweede kokervormig deel 30.As can best be seen in figure 2C, the second tubular part 30 is provided at its rear end with a number of inwardly projecting flanges 32 which are intended to form a stop for an electronic module to be installed. These flanges 32 can be shaped and measured in such a way that spaces are formed between adjacent flanges 32 in which a tool can engage for fitting or removing the second tubular part 30.

Ten slotte illustreren figuren 3A-3C het inbouwsamenstel van figuur 2A met een daarin ingebouwde verlichtingsmodule 50.Finally, Figures 3A-3C illustrate the built-in assembly of Figure 2A with a lighting module 50 built into it.

De verlichtingsmodule 50 omvat een montagering 53 met een achtereinde waarmee de functionele eenheid 54 van de verlichtingsmodule 50 is verbonden. De geïllustreerde functionele eenheid 54 is slechts een voorbeeld en de vakman begrijpt dat deze ook anders gevormd kan zijn. De montagering 53 is voorzien van een aanslag 51 en klemmen 52. In de gemonteerde stand steunt de aanslag 51 tegen de flenzen 32 van het tweede kokervormig deel 30, en wordt de verlichtingsmodule 50 vastgehouden in het tweede kokervormig deel door de klemmen 52.The lighting module 50 comprises a mounting ring 53 with a rear end to which the functional unit 54 of the lighting module 50 is connected. The functional unit 54 illustrated is only an example and those skilled in the art understand that it may also be shaped differently. The mounting ring 53 is provided with a stop 51 and clamps 52. In the mounted position, the stop 51 supports against the flanges 32 of the second tubular part 30, and the lighting module 50 is held in the second tubular part by the clamps 52.

Hoewel de hierboven beschreven uitvoeringsvormen ronde cilindrische kokervormige eerste en tweede delen illustreren, begrijpt de vakman dat deze delen eveneens prismavormig kunnen zijn. Daarnaast begrijpt de vakman dat vele modificaties en varianten denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding dat enkel bepaald wordt door de hiernavolgende conclusies.Although the embodiments described above illustrate round cylindrical tubular first and second parts, those skilled in the art understand that these parts may also be prism-shaped. In addition, the person skilled in the art understands that many modifications and variants are conceivable within the scope of the invention which is only determined by the following claims.

Claims

Conclusions

An assembly for installing an electrical module, typically a lighting module in a wall with an opening, comprising: - a plate (10) with an opening (11) intended for mounting against a side of the wall W; wherein the opening in the plate is smaller than the opening in the wall; - a first tubular part (20) which is provided at one end thereof, along its circumference with at least one outwardly projecting stop part (22); the first tubular part being adapted to be clampingly accommodated in the opening in the plate, such that the at least one outwardly projecting stop part extends in the mounted position against a first side of plate, around the opening (11) in the plate; - a second tubular part (30) in which the electrical module can be received; wherein the first and the second tubular part (20, 30) are arranged such that the second tubular part can be clampingly received in different positions in the first tubular part.

An assembly according to claim 1, characterized in that the first and the second tubular part (20, 30) are arranged such that the second tubular part can be arranged in a suitable position of the different positions in the first tubular part such that the height of the second tubular part is adjustable as a function of the thickness of a plaster layer to be applied against the wall.

An assembly according to claim 1 or 2, characterized in that at least one outwardly projecting stop part has the shape of a circumferential flange (22), which may or may not be interrupted.

Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first tubular part (20) is provided near at least one outwardly projecting stop part (22) with at least one outwardly projecting compressible clamping part (23), such that the plate (10) ) is clamped between the at least one stop member (22) and the at least one clamp member (23) in the mounted state of the first tubular member (20).

An assembly according to claim 4, wherein the at least one outwardly protruding clamping part comprises at least two outwardly projecting resilient clamping lips (23).

Assembly according to claim 5, wherein the at least two resilient clamping lips (23) are formed by arranging at least two U-shaped recesses (24) around parts projecting obliquely outwards, which U-shaped recesses adjoin their underside the end and are arranged in a peripheral wall (25) of the first tubular part (20).

An assembly according to any one of the preceding claims, wherein the first tubular part (20) is provided with at least one inwardly protruding positioning part (26) provided with a first profiling (27) for defining different positions; and an outer wall (31) of the second tubular part (30) is provided with a second profiling (37) which can be coupled in different positions to the first profiling (27).

An assembly according to claim 7, wherein the at least one inwardly projecting depressible positioning member comprises at least two resilient positioning lips (26).

Assembly according to claim 8, wherein the at least two positioning lips are formed by providing at least two U-shaped recesses (28) in a peripheral wall (25) of the first tubular part.

An assembly according to any one of claims 7-9, wherein the second profiling (37) is formed by providing a screw thread along an outer wall (31) of the second tubular part.

An assembly according to any one of the preceding claims, wherein the plate is provided with perforations adapted to cooperate with screws (40) for fixing the plate to the wall.

Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the plate is provided with two parallel fault lines (12) located on either side of the opening (11) at a distance D from the opening (11) that is smaller than 10 mm, for breaking off of pieces of the plate (10) depending on the application.

An assembly according to any one of the preceding claims, wherein the thickness of the plate is less than 3 mm.

Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and second tubular part are cylindrical.

Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and / or the second tubular part are manufactured from plastic.

An assembly according to any one of the preceding claims, wherein the plate is made of metal.

17. Method for mounting an assembly according to any one of the preceding claims in a wall W with a front side V and a rear side A, and with an opening 01 extending from the front side to the rear side, comprising: - providing a plate ( 10) with an opening (11) that is slightly smaller than the opening 01 in the wall W, and with a first dimension D1 that is smaller than a dimension of the opening in the wall, and a second dimension D2 that is larger than a size of the opening in the wall; - moving the plate (10) from the front V through the opening 01, wherein the plate (10) makes an angle with respect to the front of the wall in the direction of the second dimension D2, so as to arrange the plate against the rear side A of the wall that the opening (11) in the plate is completely located in the opening 01 in the wall; - arranging the first tubular part (20) in the opening 11 in the plate, such that the at least one stop part 22 of the first tubular part (20) makes contact with a front side of the plate (10); - arranging the second tubular part (30) in a suitable position in the first tubular part (20).

A method for mounting an assembly according to any one of claims 1-16 in a wall W with a front side V, and with an opening 02 extending from the front side, comprising: - fixing a plate (10) with a opening (11) somewhat smaller than the opening 02 in the wall W, against the front side V of the wall; wherein the opening in the plate is completely in front of the opening in the wall; - arranging the first tubular part (20) in the opening (11) in the plate, such that the at least one stop part (22) of the first tubular part (20) contacts a front side of the plate (10) ; - arranging the second tubular part (30) in a suitable position in the first tubular part (20).

A method according to claim 17 or 18, wherein the second tubular part is arranged by clipping it into a desired position in the first tubular part.

The method of any one of claims 17-19, wherein the position of the second tubular member, after being clipped into the first tubular member, is further adjusted by rotating the second tubular member relative to the first tubular member.

A method according to any one of claims 17-20, wherein the height of the second tubular part is adjusted as a function of the thickness of a plaster layer to be applied, after which the plaster layer is applied against the wall.