BE1021746B1

BE1021746B1 - METHOD AND DEVICE FOR FITTING AN ELECTRIC MODULE

Info

Publication number: BE1021746B1
Application number: BE2013/0673A
Authority: BE
Inventors: Paul Cornelius Gerard Ameloot
Original assignee: Delta Light Nv
Priority date: 2013-10-09
Filing date: 2013-10-09
Publication date: 2016-01-14

Abstract

Werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module, zoals een verlichtingsmodule, in een opening van een wand, waarbij gebruik wordt gemaakt van een elektriciteitskabel met een aansluituiteinde voor het daarop aansluiten van de elektrische module, met als bijzonderheid dat de elektriciteitskabel wordt gevormd door een platte kabel die op een oppervlak van de wand wordt aangebracht en die vanaf het wandoppervlak met diens aansluituiteinde in de wandopening wordt aangebracht.Method for building in an electrical module, such as a lighting module, in an opening in a wall, wherein use is made of an electricity cable with a connection end for connecting the electrical module thereto, with the special feature that the electricity cable is formed by a flat cable that is applied to a surface of the wall and that is inserted from the wall surface with its connection end into the wall opening.

Description

Werkwijze en inrichting voor het inhouwen van een elektrische moduleMethod and device for mounting an electrical module

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het inbouwen van een elektrische module, zoals een verlichtingsmodule, in een opening van een wand, waarbij gebruik wordt gemaakt van een elektriciteitskabel met een aansluituiteinde voor het daarop aansluiten van de elektrische module. De uitvinding is eveneens gerelateerd aan een montageplaat voor toepassing bij de werkwijze overeenkomstig de uitvinding.The invention relates to a method and a device for installing an electrical module, such as a lighting module, in an opening of a wall, wherein use is made of an electricity cable with a connection end for connecting the electrical module thereto. The invention is also related to a mounting plate for use in the method according to the invention.

Een dergelijke werkwijze is algemeen bekend. Bij de bekende werkwijze worden sleuven in de wand gefreesd, waarna de elektriciteitskabels in de sleuven worden gemonteerd. Vervolgens wordt de wand afgewerkt door daarop een afdeklaag, zoals een pleisterlaag, aan te brengen. De elektriciteitskabels kunnen daarbij zowel horizontaal als verticaal in de wand worden ingewerkt om vervolgens naar een montagedoos voor de verlichtingsmodule te worden geleid.Such a method is generally known. In the known method, slots are milled in the wall, after which the electricity cables are mounted in the slots. The wall is then finished by applying a covering layer, such as a plaster layer, on it. The electrical cables can be inserted both horizontally and vertically into the wall to be subsequently routed to a mounting box for the lighting module.

Een bezwaar van de bekende werkwijze is dat deze omslachtig en daardoor economisch onaantrekkelijk is. Het frezen van de sleuven, het daarin monteren van de elektriciteitskabels en het vervolgens afwerken van de wand door het aanbrengen van bijvoorbeeld een pleisterlaag kost namelijk veel tijd en moeite.A drawback of the known method is that it is cumbersome and therefore economically unattractive. Milling the slots, mounting the electrical cables therein and subsequently finishing the wall by applying, for example, a plaster layer takes a lot of time and effort.

Het is het doel van de uitvinding de stand van de techniek te verbeteren, meer in het bijzonder een minder tijdrovende werkwijze voor het in een wand inbouwen van een elektrische module, zoals een verlichtingsmodule, te verschaffen, waarbij elektriciteitskabels eenvoudiger, doch op veilige wijze op de verlichtingsmodule kunnen worden aangesloten.It is the object of the invention to improve the state of the art, more in particular to provide a less time-consuming method for mounting an electrical module, such as a lighting module, into a wall, wherein electricity cables are simpler, but in a safe manner. the lighting module can be connected.

Hiertoe heeft een werkwijze van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat de elektriciteitskabel wordt gevormd door een platte kabel die op een oppervlak van de wand wordt aangebracht en die vanaf het wandoppervlak met diens aansluituiteinde in de wandopening wordt aangebracht. Met andere woorden, volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van een elektriciteitskabel met een niet cirkelvormige dwarsdoorsnede, waarbij de elektriciteitskabel in zijn geheel op (en niet in) de wand wordt aangebracht, en waarbij het aansluiteinde daarvan van buitenaf in de wandopening wordt aangebracht teneinde op de elektrische module te worden aangesloten. Bij voorkeur wordt het aansluiteinde aan de achterzijde van de elektrische module daarop aangesloten.To this end, a method according to the invention of the type mentioned in the preamble has the special feature that the electric cable is formed by a flat cable which is arranged on a surface of the wall and which is arranged from the wall surface with its connection end in the wall opening. In other words, according to the invention use is made of an electricity cable with a non-circular cross-section, wherein the electricity cable is fitted in its entirety on (and not in) the wall, and in which the connecting end thereof is provided from outside in the wall opening in order to the electrical module to be connected. The connection end at the rear of the electrical module is preferably connected thereto.

De onderhavige werkwijze is geschikt voor elk type wand en kan derhalve bij bijvoorbeeld betonwanden of elke andere wand worden toegepast.The present method is suitable for any type of wall and can therefore be applied to, for example, concrete walls or any other wall.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt de elektriciteitskabel op het wandoppervlak gehecht. Bijvoorkeur is daarbij sprake van verlijming.In a preferred embodiment of a method according to the invention, the electricity cable is attached to the wall surface. Preferably, bonding is involved.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding heeft de elektriciteitskabel een dikte die kleiner is dan 7 mm, bij voorkeur inliggend tussen 2 mm en 6 mm, typisch tussen 5,0 mm en 6,0 mm, bijvoorbeeld tussen 5,1 mm en 5,3 mm. De platte elektriciteitskabel omvat bij voorkeur meerdere geleiders die elk omgeven zijn door een elektrisch isolerende binnenhuis en die naast elkaar aangebracht zijn in een elektrisch isolerende buitenhuis. De platte kabel omvat bijvoorbeeld 2 of 3 geleiders voor het aansluiten van een eenvoudige verlichtingsmodule of 5 geleiders voor het aansluiten van een verlichtingsmodule met dimmer. In het bijzonder wordt een afdeklaag, zoals een pleisterlaag, aangebracht over het deel van de elektriciteitskabel dat op het wandoppervlak is aangebracht teneinde de elektriciteitskabel van buitenaf aan het oog te ontrekken. Dit geeft niet alleen een esthetisch uiterlijk, doch door de geringe dikte van de platte elektriciteitskabel is eveneens een minder dikke pleisterlaag nodig.In a further preferred embodiment of a method according to the invention, the electricity cable has a thickness that is smaller than 7 mm, preferably lying between 2 mm and 6 mm, typically between 5.0 mm and 6.0 mm, for example between 5.1 mm and 5.3 mm. The flat electricity cable preferably comprises a plurality of conductors which are each surrounded by an electrically insulating inner housing and which are arranged next to each other in an electrically insulating outer housing. The flat cable comprises, for example, 2 or 3 conductors for connecting a simple lighting module or 5 conductors for connecting a lighting module with dimmer. In particular, a covering layer, such as a plaster layer, is applied over the part of the electricity cable that is arranged on the wall surface in order to conceal the electricity cable from the outside. This not only gives an aesthetic appearance, but due to the small thickness of the flat electricity cable, a less thick layer of plaster is also required.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt nabij de wandopening een geleidingsgroef voor de elektriciteitskabel aangebracht. De geleidingsgroef kan bijvoorbeeld gefreesd worden of met behulp van hamer en beitel aangebracht worden.In a further preferred embodiment of a method according to the invention, a guide groove for the electricity cable is provided near the wall opening. The guide groove can, for example, be milled or made with the help of a hammer and bit.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding wordt eerst een montageplaat met een opening op de wand aangebracht, waarbij de elektriciteitskabel vanaf het wandoppervlak langs de montageplaat met diens aansluituiteinde in de wandopening wordt aangebracht. De montageplaat dient in het bijzonder om andere onderdelen ter montage van de elektrische module tegen de wand te bevestigen.In a further preferred embodiment of a method according to the invention, a mounting plate with an opening is first arranged on the wall, wherein the electricity cable is arranged from the wall surface along the mounting plate with its connection end in the wall opening. The mounting plate serves in particular for fixing other components to the wall for mounting the electrical module.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt de montageplaat gevormd door een plaat met perforaties die zijn ingericht om samen te werken met schroeven voor het bevestigen van de montageplaat op de wand. In het bijzonder is de montageplaat voorzien van een groot aantal perforaties, zodanig dat de schroeven op veel verschillende locaties kunnen worden aangebracht voor het bevestigen van de montageplaat tegen de wand. Daarnaast zorgen de perforaties voor een goede hechting van de pleisterlaag op de montageplaat.In a further preferred embodiment of a method according to the invention, the mounting plate is formed by a plate with perforations adapted to cooperate with screws for fixing the mounting plate to the wall. In particular, the mounting plate is provided with a large number of perforations, such that the screws can be arranged at many different locations for attaching the mounting plate to the wall. In addition, the perforations ensure good adhesion of the plaster layer to the mounting plate.

Zoals eerder aangegeven, ziet de uitvinding eveneens toe op een inrichting voor het inbouwen van een elektrische module, zoals een verlichtingsmodule, in een opening van een wand, waarbij de inrichting is voorzien van een elektriciteitskabel met een aansluituiteinde voor het daarop aansluiten van de elektrische module, met als bijzonderheid dat de elektriciteitskabel een platte kabel is die op een oppervlak van de wand is aangebracht en die vanaf het wandoppervlak met diens aansluituiteinde in de wandopening is aangebracht.As previously indicated, the invention also provides a device for installing an electrical module, such as a lighting module, in an opening of a wall, the device being provided with an electricity cable with a connection end for connecting the electrical module thereto with the special feature that the electricity cable is a flat cable which is arranged on a surface of the wall and which is arranged from the wall surface with its connection end in the wall opening.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is de elektriciteitskabel vanaf het wandoppervlak langs een montageplaat met diens aansluituiteinde in de wandopening aangebracht. De dikte van de montageplaat is bij voorkeur kleiner dan 3 mm.In a preferred embodiment of a device according to the invention, the electricity cable is arranged from the wall surface along a mounting plate with its connection end in the wall opening. The thickness of the mounting plate is preferably less than 3 mm.

Zoals gezegd, refereert de uitvinding eveneens aan een montageplaat voor toepassing in een werkwijze volgens de uitvinding, waarbij de montageplaat is voorzien van ten minste een geleidevlak ingericht voor het geleiden van de platte elektrische kabel vanaf het oppervlak van de wand in de wandopening teneinde aangesloten te worden op een elektrische module.As stated, the invention also refers to a mounting plate for use in a method according to the invention, wherein the mounting plate is provided with at least one guide surface adapted to guide the flat electric cable from the surface of the wall into the wall opening in order to be connected. be on an electrical module.

De onderhavige uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een aantal geenszins beperkende uitvoeringsvoorbeelden van samenstellen volgens de uitvinding met verwijzing naar de tekeningen in bijlage, waarin:The present invention will be further elucidated on the basis of a number of by no means limiting exemplary embodiments of assemblies according to the invention with reference to the attached drawings, in which:

Figuur IA een opengewerkt perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding illustreert;Figure 1A illustrates a cut-away perspective view of a first embodiment of an assembly according to the invention;

Figuur 1B het samenstel van figuur IA illustreert in de gemonteerde stand;Figure 1B illustrates the assembly of Figure IA in the mounted position;

Figuur IC het eerste kokervormig deel van het samenstel van figuur IA in detail illustreert; enFigure 1C illustrates in detail the first tubular part of the assembly of Figure 1A; and

Figuur 2 correspondeert met figuur IA, doch betrekking heeft op een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding.Figure 2 corresponds to Figure IA, but relates to a second embodiment of an assembly according to the invention.

Figuren 1A-1C illustreren een eerste uitvoeringsvorm van een inbouwsamenstel voor het inbouwen van een elektrische module, typisch een verlichtingsmodule of een luidspreker in een wand W, bijvoorbeeld een betonwand. In het geïllustreerde voorbeeld is de wand een wand van een plafond, maar dit kan evengoed een opstaande zijwand of een bodemwand zijn. De wand W is voorzien van een voorzijde V, hier de onderzijde, waarin een opening 02 is aangebracht.Figures 1A-1C illustrate a first embodiment of a mounting assembly for mounting an electrical module, typically a lighting module or a loudspeaker in a wall W, for example a concrete wall. In the illustrated example, the wall is a wall of a ceiling, but this can just as well be an upright side wall or a bottom wall. The wall W is provided with a front side V, here the bottom side, in which an opening 02 is provided.

Dit kan een opening 02 met een dicht of een open achtereinde zijn. In het geval dat de wand bijvoorbeeld opgebouwd is uit holle bouwblokken, zal de opening typische een open achtereinde hebben. Het samenstel omvat een plaat 10 met een opening 11, een eerste kokervormig deel 20, een tweede kokervormig deel 30, en een stel schroeven 40 voor het bevestigen van de plaat 10 tegen de voorzijde V van de wand W. In de geïllustreerde uitvoering is de plaat 10 een zogenaamde perfoplaat die voorzien is van een groot aantal gaten waardoor de schroeven 40 kunnen aangrijpen in de wand W. De plaat 10 kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit metaal.This can be an opening 02 with a closed or open rear end. For example, in the case that the wall is constructed from hollow building blocks, the opening will typically have an open rear end. The assembly comprises a plate 10 with an opening 11, a first tubular part 20, a second tubular part 30, and a set of screws 40 for securing the plate 10 to the front V of the wall W. In the illustrated embodiment, the plate 10 is a so-called perfo plate which is provided with a large number of holes through which the screws 40 can engage in the wall W. The plate 10 can for instance be manufactured from metal.

Het eerste kokervormig deel 20 is bij een uiteinde daarvan voorzien van een volledig doorlopende omtreksflens 22. Deze omtreksflens 22 zou echter ook onderbroken kunnen zijn en aldus bestaan uit meerdere flensdelen. De omtreksflens 22 of de meerdere flensdelen hebben als functie om een aanslag te vormen wanneer het eerste kokervormig deel 20 aangebracht wordt in de opening 11 van de plaat 10. Het eerste kokervormig deel 20 is zodanig gevormd dat het klemmend opneembaar is in de opening 11 van de plaat 10. Daartoe heeft het kokervormig deel afmetingen die nauw aansluiten op deze van de opening 11. In het geïllustreerde voorbeeld heeft het eerste kokervormig deel 20 in hoofdzaak de vorm van een ronde cilinder met een diameter die in hoofdzaak overeenstemt met de diameter van de opening 11. De vakman begrijpt dat het eerste kokervormig deel 20 ook de vorm kan hebben van een prisma, waarbij de opening 11 dan de vorm zal hebben van een corresponderende veelhoek. Het eerste kokervormig deel 20 is verder voorzien van ten minste twee naar buiten verende klemlippen 23. In het geïllustreerde voorbeeld zijn vier regelmatig langs de omtrek verspreide klemlippen 23 voorzien, maar de vakman begrijpt dat ook meer of minder klemlippen 23 kunnen worden voorzien die niet noodzakelijk regelmatig verspreid zijn. Daar waar de omtreksflens 22 bedoeld is om aan te grijpen tegen een onderzijde van de plaat 10, zijn de klemlippen voorzien om aan te grijpen tegen een bovenzijde van de plaat 10, zodanig dat wanneer het eerste kokervormig deel 20 in de opening 11 in de plaat 10 is opgenomen, de plaat wordt vastgeklemd tussen de omtreksflens 22 en de klemlippen 23. *The first tubular part 20 is provided at one end thereof with a fully continuous peripheral flange 22. However, this peripheral flange 22 could also be interrupted and thus consist of several flange parts. The circumferential flange 22 or the plurality of flange parts have the function of forming a stop when the first tubular part 20 is arranged in the opening 11 of the plate 10. The first tubular part 20 is formed such that it can be clampingly received in the opening 11 of the plate 10. To that end, the tubular part has dimensions that closely match those of the opening 11. In the illustrated example, the first tubular part 20 is substantially in the form of a round cylinder with a diameter substantially corresponding to the diameter of the opening 11. The person skilled in the art understands that the first box-shaped part 20 can also have the shape of a prism, wherein the opening 11 will then have the shape of a corresponding polygon. The first box-shaped part 20 is further provided with at least two outwardly clamping lips 23. In the illustrated example, four clamp lips 23 regularly distributed around the circumference are provided, but the person skilled in the art understands that more or fewer clamp lips 23 can also be provided which are not necessarily necessary. regularly distributed. Where the circumferential flange 22 is intended to engage against a bottom side of the plate 10, the clamping lips are provided to engage against an upper side of the plate 10, such that when the first tubular part 20 enters the opening 11 in the plate 10 is included, the plate is clamped between the circumferential flange 22 and the clamping lips 23. *

In de geïllustreerde uitvoering is elke verende klemlip 23 gevormd door het aanbrengen van een U-vormige uitsparing 24 die met het ondereinde van de U grenst aan de omtreksflens 22. Een dergelijke uitvoering laat toe om de verende lippen 23 op een zeer eenvoudige wijze te realiseren in het eerste kokervormig deel 20. Volgens een variant zouden in plaats van verende lippen 23 ook elastisch samendrukbare uitstekende delen voorzien kunnen worden op de buitenmantel van het kokervormig deel 20. Dergelijke elastische samendrukbare delen kunnen dan net zoals de verende lippen 23 naar buiten veren nadat deze door de opening 11 in de plaat 10 zijn gebracht om aan te grijpen tegen de bovenzijde van de plaat 10.In the illustrated embodiment, each resilient clamping lip 23 is formed by providing a U-shaped recess 24 which, with the lower end of the U, borders on the circumferential flange 22. Such an embodiment makes it possible to realize the resilient lips 23 in a very simple manner. in the first tubular part 20. According to a variant, instead of resilient lips 23, elastically compressible projecting parts could also be provided on the outer casing of the tubular part 20. Such elastic compressible parts can then spring out just like the resilient lips 23 after these have been introduced through the opening 11 into the plate 10 to engage the top of the plate 10.

Het eerste kokervormig deel 20 is optioneel voorzien van een aantal positioneringslippen 26 die elk voorzien zijn van een eerste profilering 27 welke zich uitstrekt aan een binnenkant van het kokervormig deel 20 en bedoeld is om samen te werken met een tweede profilering 37 die aangebracht is aan een buitenzijde van het tweede kokervormig deel 30. De eerste profilering 27 definieert verschillende standen en de tweede profilering 37 is zodanig dat deze in de verschillende standen koppelbaar is met de eerste profilering 27. In de geïllustreerde variant wordt de eerste profilering 27 gevormd door een aantal zich in de omtreksrichting uitstrekkende eerste ribben die kunnen samenwerken met corresponderende tweede ribben 37 die gevormd zijn op de buitenmantel van het tweede kokervormig deel 30. Meer in het bijzonder kunnen de tweede ribben 37 gevormd zijn als een schroefdraad, waarbij de eerste ribben 27 complementair zijn aan de schroefdraad 37. Op die manier zal het tweede kokervormig deel 30 in verschillende standen clipsbaar zijn in het eerste kokervormig deel 20 (ruwe regeling van de positie daarvan), waarbij verder een fijnregeling mogelijk is door het verdraaien van het tweede kokervormig deel 30 ten opzichte van het eerste kokervormig deel 20. De vakman begrijpt dat in plaats van het voorzien van verende lippen 26, het ook mogelijk is om de eerste profilering 27 te voorzien in een elastisch zacht vervormbaar materiaal dat aangebracht is tegen een binnenwand van het eerste kokervormig deel 20.The first tubular part 20 is optionally provided with a number of positioning lips 26 which are each provided with a first profiling 27 which extends on an inside of the tubular part 20 and is intended to co-act with a second profiling 37 arranged on a outside of the second tubular part 30. The first profiling 27 defines different positions and the second profiling 37 is such that it can be coupled in the different positions to the first profiling 27. In the illustrated variant the first profiling 27 is formed by a number of circumferential first ribs that can co-operate with corresponding second ribs 37 formed on the outer sheath of the second tubular member 30. More particularly, the second ribs 37 may be formed as a screw thread, the first ribs 27 being complementary to the thread 37. That way the second tubular dee 30 can be clipable in different positions in the first tubular part 20 (rough control of its position), wherein further fine adjustment is possible by rotating the second tubular part 30 relative to the first tubular part 20. The person skilled in the art understands that instead of providing resilient lips 26, it is also possible to provide the first profiling 27 with an elastically soft deformable material which is arranged against an inner wall of the first tubular part 20.

Het tweede kokervormig deel 30 is bij een uiteinde 31 voorzien van naar buiten uitstekende nokken 39 welke bedoeld zijn om aan te grijpen tegen de omtreksflens 22, zodanig dat het tweede kokervormig deel 30 wordt tegengehouden wanneer dit zijn verste stand bereikt, en dat wordt vermeden dat het tweede kokervormig deel volledig door het eerste kokervormig deel drukbaar is. Verder kan het tweede kokervormig deel 20 optioneel voorzien zijn van uitsparingen 29 in de omtreksflens 22 welke bedoeld zijn om samen te werken met de nokken 39 voor het rotatievast bevestigen van het tweede kokervormig deel 30 in het eerste kokervormig deel 20. Ook kunnen langs de omtrek van het eerste kokervormig deel 20 positioneringsnokken 29' voorzien zijn welke bedoeld zijn om samen te werken met overeenstemmende uitsparingen 19a, 19b, 19c langs de omtrek van de opening 11 in de plaat 10, teneinde het tweede kokervormig deel rotatievast te kunnen bevestigen in de plaat 10. Uitsparingen 19a, 19b en 19d hebben verder een centreerfunctie, en zullen toelaten dat de plaat 10 eenvoudig uitgericht kan worden in een bepaalde richting. Opgemerkt wordt dat uitsparingen 19a, 19b dus een dubbele functie hebben, maar dat het ook mogelijk is om afzonderlijke indicaties te voorzien om het centreren van de plaat 10 te vergemakkelijken.The second tubular part 30 is provided at one end 31 with outwardly projecting cams 39 which are intended to engage with the circumferential flange 22, such that the second tubular part 30 is retained when it reaches its furthest position, and it is avoided that the second tubular part can be fully pressed through the first tubular part. Furthermore, the second tubular part 20 can optionally be provided with recesses 29 in the circumferential flange 22 which are intended to cooperate with the cams 39 for rotationally fastening the second tubular part 30 in the first tubular part 20. Also along the circumference provided with first tubular part 20 positioning cams 29 'which are intended to cooperate with corresponding recesses 19a, 19b, 19c along the circumference of the opening 11 in the plate 10, so that the second tubular part can be fixedly rotated in the plate 10. Recesses 19a, 19b and 19d further have a centering function, and will allow the plate 10 to be easily aligned in a certain direction. It is noted that recesses 19a, 19b thus have a dual function, but that it is also possible to provide separate indications to facilitate the centering of the plate 10.

Verder kan de plaat 10, langs de omtrek van de opening 11, voorzien zijn van schuin omhoog gerichte geleidevlakken 13 voor het geleiden van een platte elektrische kabel E vanaf de voorzijde van de wand V in de opening 02 om aangesloten te worden aan de achterzijde van een elektrische module die aangebracht is in het tweede kokervormig deel 30. In figuur IA is de elektrische kabel E schematisch getekend in het wanddeel, maar de vakman begrijpt dat deze kabel over de plaat 10 dient te lopen in de gemonteerde toestand van de plaat, zie ook figuur 1B. De elektrische kabel E loopt meer in het bijzonder over het geleidevlak 13, en vervolgens tussen de binnenwand van de opening 02 en de buitenwand van het eerste kokervormig deel 20. Het gebruik van een platte kabel E heeft als voordeel dat de aan te brengen pleisterlaag minder dik kan zijn, en dat een dergelijke kabel beter plooibaar is, i.e. een scherpere plooiradius kan hebben.Furthermore, the plate 10 can be provided, along the circumference of the opening 11, with guide surfaces 13 which are inclined upwards for guiding a flat electric cable E from the front of the wall V into the opening 02 to be connected at the rear of an electrical module arranged in the second tubular part 30. In Fig. IA, the electric cable E is schematically shown in the wall part, but the person skilled in the art understands that this cable must run over the plate 10 in the mounted condition of the plate, see also figure 1B. More specifically, the electric cable E runs over the guide surface 13, and then between the inner wall of the opening 02 and the outer wall of the first tubular part 20. The use of a flat cable E has the advantage that the plaster layer to be applied is less can be thick, and that such a cable is more flexible, ie it can have a sharper pleat radius.

De eerste en tweede kokervormige delen 20, 30 zijn typisch vervaardigd uit kunststof, maar zouden bijvoorbeeld ook uit metaal vervaardigd kunnen zijn. De perfopiaat 10 is typisch vervaardigd uit metaal.The first and second tubular parts 20, 30 are typically made of plastic, but could, for example, also be made of metal. The perfopiate 10 is typically made from metal.

Nu zal een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding toegelicht worden aan de hand van de in figuren 1A-1C uitvoeringsvorm van het samenstel. In een eerste stap wordt de plaat 10 bevestigd tegen de voorzijde V van de wand. De opening 11 in de plaat is enigszins kleiner dan de opening 02 in de wand, en de plaat 10 wordt zodanig aangebracht dat de opening 11 in de plaat 10 volledig voor de opening 02 in de wand W gelegen is. Indien de plaat 10 voorzien is van oplopende geleidevlakken 13 voor een kabel, kunnen optioneel bijkomende sleuven S voorzien worden langs de omtrek van de opening 02. Volgens een alternatief kan de opening 02 ruim groter zijn dan de opening 11 in de plaat 10, zodat de opening 02 ook ruimte biedt voor de oplopende geleidevlakken 13. De plaat 10 wordt tegen de wand bevestigd met behulp van een stel schroeven 40. In een tweede stap wordt het eerste kokervormig deel 20 aangebracht in de plaat 10, zodanig dat de omtreksflens 22 contact maakt met de voorzijde (hier de onderzijde) van de plaat 10. Tijdens deze handeling zullen de verende lippen 23 eerst naar binnen gedrukt worden om vervolgens naar buiten te veren in de gemonteerde stand van het eerste kokervormig deel 20, waarbij de verende lippen 23 aangrijpen tegen de achterzijde van de plaat 10. Op die manier wordt het eerste kokervormig deel 20 dus stevig vastgezet in de plaat 10. In een derde stap wordt het kokervormig deel 30 in geschikte stand aangebracht in het eerste kokervormig deel 20.An embodiment of the method according to the invention will now be explained with reference to the embodiment of the assembly shown in figures 1A-1C. In a first step, the plate 10 is mounted against the front V of the wall. The opening 11 in the plate is slightly smaller than the opening 02 in the wall, and the plate 10 is arranged such that the opening 11 in the plate 10 is completely in front of the opening 02 in the wall W. If the plate 10 is provided with ascending guide surfaces 13 for a cable, additional slots S can optionally be provided along the circumference of the opening 02. According to an alternative, the opening 02 can be considerably larger than the opening 11 in the plate 10, so that the opening 02 also offers space for the ascending guide surfaces 13. The plate 10 is fixed to the wall with the aid of a set of screws 40. In a second step, the first tubular part 20 is arranged in the plate 10 such that the peripheral flange 22 makes contact with the front side (here the underside) of the plate 10. During this operation, the resilient lips 23 will first be pressed inwardly to subsequently spring out into the mounted position of the first tubular part 20, the resilient lips 23 engaging the rear side of the plate 10. In this way the first tubular part 20 is thus firmly secured in the plate 10. In a third step the tubular part 30 is inserted arranged in the first tubular part 20.

Hoewel de hierboven beschreven uitvoeringsvormen ronde cilindrische kokervormige eerste en tweede delen illustreren, begrijpt de vakman dat deze delen eveneens prismavormig kunnen zijn.Although the embodiments described above illustrate round cylindrical tubular first and second parts, those skilled in the art understand that these parts may also be prism-shaped.

Figuur 2 correspondeert met figuur IA, doch heeft betrekking op een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een afzonderlijke montageplaat 10. Delen die met die van figuur IA corresponderen, zijn met dezelfde verwijzingstekens aangeduid. In figuur 2 onderscheidt men een montagedeel 120 uit één stuk kunststof of metaal dat bestaat uit een kokervormig deel 121 en een nabij een uiteinde daarvan aangebrachte omtreksflens 122. Deze omtreksflens 122 loopt volledig door, doch zou echter ook onderbroken kunnen zijn en aldus bestaan uit meerdere flensdelen. De omtreksflens 122 of de meerdere flensdelen heeft/hebben als functie om een aanslag te vormen wanneer het montagedeel 120 aangebracht wordt in de opening 02 van de wand W. Nadat het montagedeel 120 in de opening 02 van de wand W is aangebracht, zodanig dat de omtreksflens 122 contact maakt met de voorzijde van de wand W, wordt het montagedeel 120 tegen de wand W bevestigd met behulp van een stel schroeven 140. Een verlichtingsmodule 150 in het montagedeel 120 wordt aangesloten op een platte elektriciteitskabel E. De elektriciteitskabel E werd daartoe reeds tevoren op het oppervlak van de wand W aangebracht, waarbij de elektriciteitskabel E vanaf het wandoppervlak met diens aansluituiteinde in de wandopening 02 werd aangebracht.Figure 2 corresponds to Figure IA, but relates to a second embodiment of an assembly according to the invention, in which no use is made of a separate mounting plate 10. Parts corresponding to those of Figure IA are indicated with the same reference signs. In figure 2 a mounting part 120 is distinguished from one piece of plastic or metal consisting of a tubular part 121 and a circumferential flange 122 arranged near one end thereof. This circumferential flange 122 extends completely, but could also be interrupted and thus consist of several flange parts. The circumferential flange 122 or the plurality of flange parts has the function of forming a stop when the mounting part 120 is arranged in the opening 02 of the wall W. After the mounting part 120 is arranged in the opening 02 of the wall W, such that the circumferential flange 122 makes contact with the front of the wall W, the mounting part 120 is secured to the wall W by means of a set of screws 140. A lighting module 150 in the mounting part 120 is connected to a flat electricity cable E. To this end, the electricity cable E has already been previously arranged on the surface of the wall W, the electrical cable E being laid from the wall surface with its connection end in the wall opening 02.

Daarnaast begrijpt de vakman dat vele modificaties en varianten denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding dat enkel bepaald wordt door de hiernavolgende conclusies.In addition, the person skilled in the art understands that many modifications and variants are conceivable within the scope of the invention which is only determined by the following claims.

Claims

Conclusions

A method for installing an electrical module, such as a lighting module, into an opening (02) of a wall (W), wherein use is made of an electricity cable (E) with a connection end for connecting the electrical module thereto, characterized in that the electricity cable (E) is formed by a flat cable which is arranged on a surface of the wall (W) and which is laid from the wall surface with its connection end in the wall opening (02).

The method according to claim 1, wherein the electricity cable (E) is attached to the wall surface.

Method according to claim 2, wherein the electricity cable (E) is glued to the wall surface.

Method according to claim 1, 2 or 3, wherein the electricity cable (E) has a thickness that is smaller than 7 mm, preferably lying between 2 mm and 6 mm, typically between 5.0 mm and 6.0 mm, for example between 5.1 mm and 5.3 mm.

A method according to any one of the preceding claims 1 to 4, wherein a cover layer is applied over the part of the electricity cable (E) which is arranged on the wall surface in order to conceal the electricity cable (E) from the outside.

Method according to one of the preceding claims 1 to 5, wherein a guide groove for the electrical cable (E) is provided near the wall opening (02).

Method according to one of the preceding claims 1 to 6, wherein first a mounting plate (10) with an opening (11) is provided on the wall (W), and wherein the electricity cable (E) from the wall surface along the mounting plate ( 10) is arranged with its connection end in the wall opening (02).

The method of claim 7, wherein the mounting plate (10) is formed by a plate with perforations adapted to cooperate with screws (40) for mounting the mounting plate (10) on the wall (W).

Device for installing an electrical module, such as a lighting module, into an opening (02) of a wall (W), the device being provided with an electricity cable (E) with a connection end for connecting the electrical module thereto , characterized in that the electricity cable (E) is a flat cable which is arranged on a surface of the wall (W) and which is arranged from the wall surface with its connection end in the wall opening (02).

Device as claimed in claim 9, wherein the electricity cable (E) is arranged from the wall surface along a mounting plate (10) with its connection end in the wall opening (02).

The device of claim 10, wherein the thickness of the mounting plate (10) is less than 3 mm.

Device according to claim 10 or 11, wherein the mounting plate (10) is provided with at least one guide surface (13) along which the flat electrical cable (E) is guided from the surface of the wall (W) into the wall opening (02) to be connected to an electrical module.

Device as claimed in any of the claims 10-12, wherein the guide surface is formed by a bendable valve (13) near the opening in the mounting plate.

14. Mounting plate (10) for use in a method according to claim 7 or 8, wherein the mounting plate (10) is provided with at least one guide surface (13) adapted to guide the flat electrical cable (E) from the surface of the wall (W) in the wall opening (02) in order to be connected to an electrical module.

The mounting plate according to claim 14, wherein the mounting plate is provided with an opening for mounting therein a mounting piece for a lighting module, and wherein the guide surface is formed by a bendable valve (13) near the opening in the mounting plate.