NL1019776C2

NL1019776C2 - Inbouwdoos.

Info

Publication number: NL1019776C2
Application number: NL1019776A
Authority: NL
Inventors: Johannes Adrianus Ma Nieuwhart
Original assignee: Abb Bv
Priority date: 2002-01-18
Filing date: 2002-01-18
Publication date: 2003-09-30
Also published as: NL1019776A1; EP1330002A1

Description

Inbouwdoos

De uitvinding heeft betrekking op het gebied van inbouwdozen voor elektrische (huis-)installaties.

Na het plaatsen van de inbouwdoos en na het aanleggen van leidingen in de wand wordt vervolgens de 5 inbouwdoos voorzien van een deksel afgedekt met een stuc-laag bij het bestucen van de wand. Wanneer op een later tijdstip de installateur vervolgens de inbouwdoos wil gebruiken, zal hij de inbouwdoos in de wand moeten zien terug te vinden. Dit kan gebeuren door bijvoorbeeld tegen 10 de wand te tikken en te luisteren waar de inbouwdoos zich bevindt. Hieraan is als nadeel verbonden dat het geluid van de bestuucte, massieve wand moeilijk te onderscheiden is van het geluid van de bestuucte wand ter plaatse van de inbouwdoos. Nog een nadeel is dat het op verschillende 15 plaatsen tegen de wand tikken arbeidsintensief en tijdrovend is. Bovendien kan er bij het tegen de bestuucte wand tikken schade aan de wand optreden.

Het is een doel van de uitvinding hierin verbetering te brengen.

20 Hiertoe verschaft de uitvinding een inbouwdoos voorzien van metaalhoudende detectiemiddelen, welke metaalhoudende detectiemiddelen een, in hoofdzaak aaneengesloten, detectieoppervlak vormen. Door het toepassen van metaalhoudende detectiemiddelen is de doos eenvoudig terug 25 te vinden met een metaaldetector, bijvoorbeeld een (bij ί i , 1 ' 2 installatiewerkzaamheden veel gebruikte) leidingdetector. Bij het langs de wand bewegen van de detector wordt bij -voorbeeld een geluid- of lichtsignaal afgegeven ter plaatse van de metaalhoudende detectiemiddelen. Doordat de 5 detectiemiddelen een in hoofdzaak aaneengesloten detec-tieoppervlak vormen kan de positie van de inbouwdoos (bij voorkeur het midden van de inbouwdoos) gemakkelijk vastge-steld worden: in tegenstelling tot een niet-aaneengesloten detectieoppervlak waar men de afzonderlijke detectiepunten 10 moet detecteren om de positie van de inbouwdoos te bepalen, kan men nu volstaan met één keer detecteren. Eén signaal van de detector geeft direct de positie van de inbouwdoos aan.

Onder inbouwdozen worden ook gietbouwdozen 15 verstaan: dit zijn inbouwdozen die bij het gieten van beton tegen de bekisting worden bevestigd om zo in een betonnen wand te worden opgenomen.

Opgemerkt wordt dat inbouwdozen gewoonlijk voorzien zijn van metalen schroefjes voor bevestiging van 20 schakelmateriaal aan de inbouwdoos. Wanneer men deze schroefjes wil detecteren dient echter een metaaldetector gebruikt te worden met een verhoogde gevoeligheid. Bovendien dient, wanneer één schroefje gedetecteerd is, ook nog het andere schroefje gedetecteerd te worden om de ligging 2 5 van de inbouwdoos te kunnen vaststellen. Dit is omslachtig, ook omdat men de positie van het eerst gedetecteerde schroefje, bij het zoeken naar het tweede schroefje, moet onthouden. Bovendien is deze werkwijze niet zodanig dat van een schroefje met grote nauwkeurigheid de positie kan 30 worden bepaald. De uitvinding brengt hierin verbetering.

Bij voorkeur zijn de detectiemiddelen verbonden met het deksel van de inbouwdoos, bijvoorbeeld in de vorm van een metaalfolie welke als een sticker is geplakt op het deksel. Dit is gunstig omdat enerzijds het deksel 35 zich, bij ingebouwde toestand van de inbouwdoos, relatief dicht bij de stuclaag bevindt en omdat anderzijds een groot oppervlak van de detectiemiddelen mogelijk is.

3

Hierdoor wordt detectie vergemakkelijkt. Bovendien laten de detectiemiddelen zich door de vorm en hoedanigheid van het deksel zich gemakkelijk daarmee verbinden. Nog een voordeel is dat de detectiemiddelen, om direct het midden 5 van de inbouwdoos aan te geven, gemakkelijk kunnen worden aangebracht ter plaatse van het midden van de inbouwdoos. Het deksel is in principe wegneembaar en herplaatsbaar.

Op voordelige wijze worden de detectiemiddelen gevormd door een inzetstuk. Een spuitgietproces voor de 10 inbouwdoos en het deksel kan relatief eenvoudig zodanig worden ingericht dat het inzetstuk bij het spuitgietproces wordt meegevormd, of later in de inbouwdoos of in het deksel kan worden ingezet (en hergebruikt).

In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de detec-15 tiemiddelen gevormd door een aangeklikt of aangeschroefd deel, aan de inbouwdoos of aan het deksel. Aanklikken of aanschroeven heeft het voordeel dat de verbinding eenvoudig tot stand kan worden gebracht en dat hergebruik van de detectiemiddelen mogelijk is.

20 De detectiemiddelen bij de vervaardiging van de inbouwdoos en/of het deksel kunnen meegespoten metaaldeel-tjes omvatten. Het vervaardigingsproces voor de inbouwdoos, het deksel en de detectiemiddelen blijft relatief eenvoudig terwijl het aantal onderdelen (die de inbouw-25 doos, het deksel en de detectiemiddelen vormen) minimaal blij ft.

De detectiemiddelen kunnen opgedampte metaal-deeltjes omvatten, metaalverf of metaalsnippers. Ook dan blijft het aantal onderdelen minimaal.

30 In een andere uitvoeringsvorm omvatten de detec tiemiddelen een draad of ring in de inbouwdoos of in het deksel. Door het midden van de draad en het middelpunt van de ring te positioneren ter plaatse van het midden van de inbouwdoos kan door met de detector het midden van de 3 5 draad op te zoeken of de baan van de ring te volgen, vlot het midden van de inbouwdoos bepaald worden.

Bij voorkeur is het metaal aluminium.

4

De uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor het detecteren van een, met een stuclaag af gedekte, ingebouwde inbouwdoos, door het met een metaaldetector, bijvoorbeeld een leidingdetector, langs de stuclaag bewe-5 gen waarbij een door de metaaldetector afgegeven signaal de plaats weergeeft van de inbouwdoos, in het bijzonder het midden van de inbouwdoos.

Op voordelige wijze is het signaal voor het weergeven van het midden van de inbouwdoos een continu 10 signaal. Dit heeft het voordeel dat de detectie van het midden van de inbouwdoos eenvoudiger kan plaatsvinden ten opzichte van het geval dat de detectiemiddelen geen in hoofdzaak aaneengesloten oppervlak vormen en waarbij dus met behulp van meerdere afzonderlijke signalen de positie 15 van de inbouwdoos bepaald moet worden.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de figuren beschreven worden.

Figuren 1 en 2 tonen een aanzicht van de inbouw-20 doos met deksel, met een metaalfolie aan de binnenzijde van het deksel.

Figuur 3 toont de in figuur 1 getoonde inbouwdoos met deksel, ingebouwd in een, met een stuclaag afge-dekte, wand.

25 In figuur 1 is getoond een inbouwdoos 1 met een deksel 2. De inbouwdoos 1 is van een gebruikelijk type met een bodem 6, een doorgang 4 voor aansluiting op installa-tiebuizen, koppelvlakken 5 en uitbreekpoorten 8. Op de binnenzijde van het deksel 2 is een metaalfoliesticker 3 3 0 van aluminium geplakt (alternatief kan ook een sticker op de buitenzijde van het deksel 2 geplakt worden) . Het deksel 2 heeft een aangrijpingsvlak 7 om het deksel 2 van de inbouwdoos 1 los te kunnen nemen en is verder voorzien van pootjes 9 voor positionering van het deksel 2 in de 35 inbouwdoos 1. De metaal-foliesticker 3 heeft een cirkelvorm waarbij het midden van de metaal-foliesticker 3 in hoofdzaak overeenkomt met het midden S van de inbouwdoos 1.

5

Figuur 3 toont de inbouwdoos 1 met het deksel 2 uit figuur 1, ingebouwd in een gat 12 met sleuf 13 in een wand 11. De gehele wand 11 is hierbij afgedekt met een 5 stuclaag 10; het is voor een waarnemer niet mogelijk te zien waar de inbouwdoos 1 zich in de wand 11 bevindt. Zoals uit figuur 3 blijkt bevindt de metaalfoliesticker 3 zich relatief dicht bij het buitenoppervlak van de stuclaag 10. Door nu met een metaaldetector langs de stuclaag 10 10 te bewegen wordt een signaal afgegeven wanneer de metaaldetector over de metaalfoliesticker 3 beweegt. Doordat de metaalfoliesticker 3 is aangebracht ter plaatse van het midden van de inbouwdoos 1, is het af gegeven signaal direct een indicatie voor het midden van de in-15 bouwdoos 1. Het midden van de inbouwdoos 1 kan dus snel en eenvoudig worden gedetecteerd aan de hand van één enkel, continu, signaal. Hierna kan de stuclaag 10 die over de inbouwdoos 1 heenligt, voor zover nodig, worden verwijderd om toegang tot de inbouwdoos 1 te verkrijgen. Hierbij kan 20 het deksel 2 ingeslagen en verwijderd worden, waarna draden getrokken kunnen worden en schakelmateriaal gemonteerd kan worden. Beschadiging aan het overige deel van de stuclaag 10 en/of de wand 11 wordt dus voorkomen.

Claims

1. Inbouwdoos voorzien van metaalhoudende detec-tiemiddelen, welke metaalhoudende detectiemiddelen een, in hoofdzaak aaneengesloten, detectieoppervlak vormen.

2. Inbouwdoos volgens conclusie 1, met het 5 kenmerk, dat de detectiemiddelen gecentreerd zijn ten opzichte van de inbouwdoos.

3. Inbouwdoos volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen zijn verbonden met het deksel van de inbouwdoos.

4. Inbouwdoos volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen gevormd worden door een inzetstuk.

5. Inbouwdoos volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen gevormd worden door 15 een aangeklikt of aangeschroefd deel.

6. Inbouwdoos volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen bij de vervaardiging van de inbouwdoos en/of het deksel meegespoten metaaldeel-tjes omvatten.

7. Inbouwdoos volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen opgedampte me-taaldeeltjes omvatten.

8. Inbouwdoos volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen metaalverf omvat- 25 ten.

9. Inbouwdoos volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen metaalsnippers omvatten.

10. Inbouwdoos volgens een der conclusies 1-5, 3. met het kenmerk, dat de detectiemiddelen een metaalfolie omvatten.

11. Inbouwdoos volgens conclusie 10 wanneer ^ - ·· y 't , ‘J afhankelijk van conclusie 3, met het kenmerk, dat de metaalfolie als een sticker is geplakt aan het deksel.

12. Inbouwdoos volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen een draad of ring 5 omvatten.

13. Inbouwdoos volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het metaal aluminium is.

14. Werkwijze voor het detecteren van een, met een stuclaag afgedekte, ingebouwde inbouwdoos volgens een 10 der voorgaande conclusies, gekenmerkt door het met een metaaldetector, bijvoorbeeld een leidingdetector, langs de stuclaag bewegen waarbij een door de metaaldetector afgegeven signaal de plaats weergeeft van de inbouwdoos, in het bijzonder het midden van de inbouwdoos.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, gekenmerkt doordat het signaal voor het weergeven van het midden van de inbouwdoos een continu signaal is. -o-o-o-o-o-o-o-o- i J