NL2001381C2 - Werkwijze voor het aanbrengen van een in hoofdzaak uit fotopolymeer vervaardigde flexibele drukplaat op een drager, en inrichting voor toepassing van een dergelijke werkwijze. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het aanbrengen van een in hoofdzaak uit fotopolymeer vervaardigde flexibele drukplaat op een drager, en inrichting voor toepassing van een dergelijke werkwijze 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het aanbrengen van een in hoofdzaak uit fotopolymeer vervaardigde drukplaat op een drager.

Dergelijke drukplaten vinden toepassing bij de zogenaamde flexodruk, een vorm van 10 hoogdruk, die in toenemende mate wordt toegepast. Hierbij wordt op de van een fotopolymeer vervaardigde drukplaat door inwerking van licht een reliëf aangebracht, waarvan slechts de verhoogde delen de inkt op het de bedrukken substraat overbrengen. Het reliëf kan worden aangebracht door de veelal slappe, van fotopolymeer vervaardigde plaat afzonderlijk te bewerken en de aldus verkregen plaat op een 15 drukcilinder aan te brengen, hetgeen met de nodige nauwkeurigheid dient te geschieden, in het bijzonder bij meerkleurendruk. Het is echter eveneens mogelijk voorafgaand aan het aanbrengen van het reliëf op de drukplaat deze reeds op een drukcilinder of op een cilindrische zogenaamde sleeve aan te brengen. Het reliëf wordt dan aangebracht op de drukplaat terwijl deze zich al op de drukcilinder of op de sleeve bevindt.

20

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op deze laatste, op zichzelf bekende werkwijze. Hierbij wordt de nog vlakke flexibele drukplaat op een cilindrische drager aangebracht. Oneffenheden in het oppervlak van de cilindrische drukplaat, welke reeds in het oppervlak zaten of het gevolg zijn van het aanbrengen van de drukplaat op de 25 cilindrische drager, vindt men echter direct terug op het vervaardigde drukwerk.

Om de vereiste vlakheid te bereiken is het bekend dergelijke, op een cilindrische drager aangebrachte fotopolymeerlaag te slijpen na het aanbrengen ervan. Dit betreft in het bijzonder de naad, waar de twee randen van de om de cilindrische drager gewikkelde 30 fotopolymere plaat elkaar raken.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde werkwijze en een verbeterde inrichting voor het aanbrengen van een drukplaat op een cilindrische 2 drager, waarbij de vlakheid van de aangebrachte fotopolymeer voldoende groot is voor het vervaardigen van drukwerk van voldoende kwaliteit.

De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een werkwijze voor het aanbrengen van 5 een in hoofdzaak uit fotopolymeer vervaardigde flexibele drukplaat op een cilindrische drager, omvattende de bewerkingsstappen van het op een tafel plaatsen van de drukplaat, het met een richtingscomponent parallel aan de as van de cilindrische drager met een snij-inrichting een eerste keer doorsnijden van de drukplaat, het naar elkaar toe bewegen en met elkaar in contact brengen van de drukplaat en de cilindrische drager, 10 het over een bekend eerste boogdeel roteren van de cilindrische drager waarbij, door hechting van de drukplaat aan de cilindrische drager, de drukplaat op de cilindrische drager wordt gewikkeld en daarmee de drukplaat over de tafel wordt verplaatst, het met dezelfde richtingscomponent met een snij-inrichting een tweede keer doorsnijden van de op de tafel verplaatste drukplaat, en het over een tweede boogdeel roteren van de 15 cilindrische drager en daarmee het verder om de cilindrische drager wikkelen van de drukplaat, waarbij de twee verkregen snijranden van de aldus op de cilindrische drager aangebrachte drukplaat elkaar raken.

Door de drukplaat twee keer door te snijden waarbij de snijlijnen evenwijdig zijn en de 20 plaat een juiste lengte heeft, liggen de snijranden van de op de cilindrische drager aangebrachte drukplaat tegen elkaar aan. Door het afstemmen van het eerste boogdeel en de positie van de tweede snijlijn ten opzichte van de dmkplaat wordt immers gegarandeerd dat de drukplaat een dusdanige lengte heeft dat de snijranden aanliggen.

In het bijzonder liggen de twee snijranden over hun gehele lengte aan. Deze 25 maatregelen hebben als voordeel dat de op de cilindrische drager aangebrachte drukplaat een homogener oppervlak heeft. Dit resulteert in een betere drukkwaliteit.

De uitvinding verschaft eveneens een inrichting voor het aanbrengen van een in hoofdzaak uit fotopolymeer vervaardigde flexibele drukplaat op een cilindrische drager, 30 omvattende: een frame, een met het frame verbonden tafel voor het dragen van de op de cilindrische drager aan te brengen drukplaat, met het frame verbonden lagermiddelen voor het gelagerd houden van de cilindrische drager, waarbij de tafel en de lagermiddelen onderling verplaatsbaar zijn, een met het frame verbonden snij-inrichting voor het met een richtingscomponent parallel aan de as van een op de lagermiddelen 3 geplaatste cilindrische drager doorsnijden van de op de tafel geplaatste drukplaat, eerste aandrijfmiddelen voor het in rotatie aandrijven van de cilindrische drager, tweede aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de onderlinge verplaatsing van de lagemiiddelen en de tafel. Hierbij omvatten de lagermiddelen een as, wanneer 5 bijvoorbeeld de cilindrische drager een holle sleeve is en kunnen zij door een aslager worden gevormd wanneer de cilindrische drager een drukcilinder is. In het bijzonder zijn de cilindrische drager en de tafel in verticale richting ten opzichte van elkaar verplaatsbaar.

10 Voor een nauwkeurige lengte van de drukplaat is het essentieel dat de posities ten opzichte van de drukplaat voor het een eerste en tweede keer doorsnijden van de drukplaat nauwkeurig bekend zijn. De uitvinding verschaft de maatregel van het op elkaar afstemmen van de mate van rotatie van de cilindrische drager en de posities ten opzichte van de drukplaat voor het een eerste en tweede keer doorsnijden van de 15 drukplaat doordat de inrichting besturingsmiddelen omvat die zijn ingericht voor invoer van de diameter van de cilindrische drager en voor aansturing van de aandrijfmiddelen.

Het is mogelijk om voorafgaand aan het maken van de eerste snede de drukplaat tot in aanleg met een op de tafel geplaatste eerste, met een richtingscomponent in hoofdzaak 20 loodrecht op de as van de cilindrische drager, aanslag te brengen. In het bijzonder strekt de aanslag zich loodrecht uit op de as van de cilindrische drager.

Naast dat hiermee de positie van de drukplaat op de tafel hierdoor beter wordt bepaald en tijdens het op de cilindrische drager wikkelen van drukplaat de oriëntatie van de drukplaat beter behouden blijft, vindt ook geen verspringing plaats van de rand van de 25 op de cilindrische drager aangebrachte drukplaat. Dit laatste levert een materiaalbesparing op. Door de drukplaat tegen een aanslag te plaatsen welke zich loodrecht op de as van de cilindrische drager uitstrekt, wordt tevens de positie van de drukplaat ten opzichte van de cilindrische drager bepaald. Dit heeft voordelen voor het verdere gebruik van de drukplaat. Dezelfde voordelen vinden we terug in een inrichting, 30 waarbij de inrichting een met het frame verbonden zich in hoofdzaak loodrecht op de cilindrische drager uitstrekkende eerste aanslag omvat voor het bepalen van de positie in dwarsrichting van de drukplaat ten opzichte van de cilindrische drager.

4

Tevens kan, voor het met elkaar in contact brengen van de drukplaat en de cilindrische drager, de drukplaat tot in aanleg met een op de tafel geplaatste, met een richtingscomponent in hoofdzaak parallel aan de as van de cilindrische drager, tweede aanslag worden gebracht, waarbij de snij-inrichting de drukplaat op een ten opzichte 5 van de tafel vaste positie doorsnijdt. In het bijzonder strekt de tweede aanslag zich hierbij parallel uit aan de as van de cilindrische drager. Door deze maatregel is de positie van de snijrand ten opzicht van de cilindrische drager bekend, waardoor slechts het eerste boogdeel waarover de cilindrische drager roteert en daarmee de drukplaat over de tafel verplaatst bepalend is voor de uiteindelijke lengte van de drukplaat. Dit 10 vereenvoudigt de werkwijze aanzienlijk, waardoor het proces van het op de cilindrische drager aanbrengen van de drukplaat niet alleen sneller maar ook nauwkeuriger plaatsvindt. Deze uitvoeringvorm wordt eveneens uitgedrukt in de maatregel dat de inrichting tevens een met het frame verbonden zich in hoofdzaak parallel aan de cilindrische drager uitstrekkende tweede aanslag omvat voor het bepalen van de positie 15 in lengterichting van de drukplaat ten opzichte van de cilindrische drager en dat de snij-inrichting star met het frame is verbonden en is ingericht voor het volgens een rechte snijlijn in hoofdzaak parallel aan de cilindrische drager doorsnijden van de drukplaat.

In het bijzonder strekt de tweede aanslag zich parallel uit aan de as van de cilindrische drager, wat een materiaal besparing oplcvert, en is de tweede aanslag ten opzichte van 20 de tafel beweegbaar verbonden, waardoor zonder de drukplaat te moeten verplaatsen verdere handelingen moeiteloos kunnen plaatsvinden.

Om het proces verder te vereenvoudigen wordt de drukplaat onder de as van de cilindrische drager tot in aanleg met de tweede aanslag gebracht. Door nu slechts de 25 cilindrische drager en de tafel in verticale richting naar elkaar toe te bewegen, wordt de cilindrische drager eenvoudigweg met de drukplaat in contact gebracht. Tevens kan de drukplaat om de cilindrische drager gewikkeld worden waarbij de cilindrische drager slechts in een rotatierichting hoeft te worden geroteerd. Dit vereenvoudigt zowel de aansturing als de bewegingen en daarmee verder de nauwkeurigheid van het aanbrengen 30 van de cilinder.

Bij het aanbrengen van de drukplaat op de cilindrische drager ontstaat - wanneer de snede zich loodrecht op de tafel uitstrekt - op de naad waar de twee snij randen van de drukplaat elkaar raken veelal een V-vormige groef, die ook na eventuele nabewerking 5 kan leiden tot een oneffenheid in de aangebrachte drukplaat. Om dit nadeel te vermijden stelt een voorkeursuitvoeringsvorm voor dat de drukplaat volgens een zich onder een van 90° verschillende hoek met de tafel uitstrekkende vlak doorgesneden wordt. Hierdoor overlappen de aanliggende snij randen van de op de cilindrische drager 5 aangebrachte drukplaat elkaar, waardoor een homogenere overgang tussen de snijranden verkregen wordt. Deze voorkeursuitvoeringsvorm verschaft voorts de maatregel dat de snij-inrichting van een mes is voorzien en dat het mes zich onder een van 90° verschillende hoek met de tafel uitstrekt.

10 Het doorsnijden van de drukplaat dient onder gecontroleerde omstandigheden te gebeuren, teneinde risico’s voor de gebruiker van de inrichting zo klein mogelijk te houden. De snij-inrichting is in een volgende uitvoeringsvorm dan ook voorzien van een aandrijfinrichting voor het onder besturing van de besturingsmiddelen aandrijven van het mes van de snij-inrichting. Doordat er gebruik wordt gemaakt van 15 besturingsmiddelen is de gebruiker niet alleen op afstand van de omgeving waar de drukplaat wordt doorgesneden, maar gebeurt het doorsnijden ook op een voorspelbare en betrouwbare wijze.

Het zal duidelijk zijn dat de drukplaat goed aan de cilindrische drager moet zijn 20 bevestigd. Er bestaan verschillende mogelijkheden voor het hechten van de drukplaat aan de cilindrische drager. Veelal wordt gebruik gemaakt van dubbelzijdig klevende folie die op de drager wordt aangebracht en waarbij de dekfolie van deze dubbelzijdig klevende folie wordt verwijderd voordat de drukplaat wordt aangebracht. Het is echter ook mogelijk de drukplaat vooraf te voorzien van hechtmiddelen in de vorm van een 25 kleeflaag. Om de drukplaat voorafgaand aan het hechten aan de cilinder hanteerbaar te houden is een verwijderbare film op deze hechtlaag geplaatst. Voorafgaand aan het plaatsen van deze film op de cilindrische drager moet deze hechtlaag worden verwijderd. Een voorkeursuitvoeringsvorm verschaft dan ook de maatregel dat de drukplaat aan een eerste zijde is voorzien van een door een eerste film afgedekte 30 hechtlaag en dat voorafgaand aan het aan de cilindrische drager hechten van de drukplaat de eerste film tenminste gedeeltelijk wordt verwijderd.

Een andere principiële mogelijkheid ligt in het verhitten van de cilindrische drager voorafgaand aan het aanbrengen van de drukplaat. Wanneer de in hoofdzaak uit 6 polymeer vervaardigde drukplaat de verhitte cilindrische drager raakt, zal deze enigszins visceus worden en aan de cilindrische drager hechten. Een andere uitvoeringsvorm verschaft dan ook de maatregel van het voorafgaande van het op de cilindrische drager hechten van de drukplaat, verhitten van cilindrische drager. Bij 5 voorkeur omvat de inrichting een warmte bron voor het verhitten van de cilindrische drager.

Het biedt voordelen de cilindrische drager over tenminste de breedte van de aan te brengen drukplaat te verhitten. In nog een andere voorkeursuitvoering strekt de 10 warmtebron zich dan ook tenminste over de breedte van de op de cilindrische drager aan te brengen drukplaat uit. Hierdoor wordt een betere hechting verkregen tussen cilindrische drager en de drukplaat.

In nog weer een andere voorkcursuitvoering omvat de warmtebron een infraroodlamp.

15 Een dergelijke warmtebron zorgt voor een homogene verhitting van de cilindrische drager, wat de hechting van de drukplaat op de cilindrische drager ten goede komt.

Tijdens de diverse handelingen van de op de cilindrische drager aan te brengen drukplaat kan deze beschadigen. Zo kunnen door het op de tafel plaatsen en verplaatsen 20 van de drukplaat bijvoorbeeld krassen op het oppervlak van de drukplaat komen. Een andere voorkcursuitvoeringsvorm verschaft dan ook de maatregel dat de drukplaat aan een tegenover de eerste zijde gelegen tweede zijde is voorzien van een tweede film en dat na het op de cilindrische drager aanbrengen van de drukplaat de tweede film tenminste gedeeltelijk wordt verwijderd. Deze tweede zijde van de op de cilindrische 25 drager aangebrachte drukplaat is van de cilindrische drager afgericht.

Het is wenselijk de op de cilindrische drager aangebrachte drukplaat een oppervlaktebehandeling geven, voor het verkrijgen van een homogener oppervlak. Dit kan praktisch worden gerealiseerd door het na het op de cilindrische drager aanbrengen 30 van de drukplaat verhitten van het aldus verkregen geheel. Door verhitting zal het polymeer enigszins visceus worden en gaan vloeien. Met name bij de overgang van de snijranden wordt hiermee een homogener oppervlak verkregen, waarbij eventueel nog aanwezige oneffenheden worden verwijderd.

7

De gladheid kan nog verder worden verbeterd wanneer na het aanbrengen van de drukplaat op de cilindrische drager het aldus verkregen geheel wordt gekalanderd. Deze voorkeursuitvoeringsvorm verschaft voorts de maatregel dat de inrichting een ten opzichte van de tafel beweegbare kalander omvat, voor het kalanderen van de op de 5 cilindrische drager aangebrachte drukplaat. In het bijzonder is de kalander nabij de warmte bron geplaatst.

De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: 10 figuur 1: een perspectivisch, deels opengewerkt, aanzicht op een inrichting volgens onderhavige uitvinding voor het aanbrengen van een drukplaat op een cilindrische drager, waarin een drukplaat op een vlakke drager is geplaatst; figuur 2a: een schematische doorsnedeaanzicht van de inrichting waarbij een eerste keer de drukplaat wordt doorgesneden; 15 figuur 2b: een met figuur 2a overeenkomend beeld, waarbij de drukplaat tot in aanleg met de eerste aanslag is gebracht; figuur 2c: een met figuur 2a overeenkomend beeld waarbij de cilindrische drager en de drukplaat juist met elkaar in contact zijn gebracht; figuur 2d: een met figuur 2c overeenkomend beeld, waarbij de cilindrische drager 20 over een eerste boogdeel is geroteerd; figuur 2e: een met figuren 2c en 2d overeenkomend beeld waarbij de drukplaat een tweede keer wordt doorgesneden; en figuur 2f: een met figuur 2c, 2d en 2e overeenkomend beeld waarbij de drukplaat volledig om de cilindrische drager is gewikkeld en een beschermfolie wordt verwijderd. 25

Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het aanbrengen van een flexibele drukplaat 10 op een cilindrische drager 20. De drukplaat 10 is voorzien van hechtmiddelen in de vorm van een kleeflaag 11 op de zijde 10a en is tevens voorzien van een folie 12 aan de zijde 10a over de hechtmiddelen 11 en een niet in figuur 1 zichtbare beschermfolie 13 aan de 30 tegenover zijde 10a liggende zijde 10b van de drukplaat 10.

De inrichting 1 omvat een frame 2 waarmee een zich in horizontale richting uitstrekkende tafel 3 is verbonden. Onder de tafel 3 is een zich parallel aan een cilindrische drager 20 uitstrekkende balk 21 door middel van zich in verticale richting 8 uitstrekkende schroefspindels 22 aan het frame 2 bevestigd. Aan de schroefspindels 22 is een niet weergegeven elektromotor 23 verbonden voor het in verticale richting bewegen van de balk 21. Aan beide uiteinden van de balk 21 zijn tevens twee zich in verticale richting uitstrekkende stijlen 24 bevestigd. Tussen de stijlen 24 is een as 25 5 door middel van niet weergegeven lagers geplaatst. Op deze as 25 is de cilindrische drager 20 verbonden. In het verlengde van de as 25 is aan een van de stijlen een elektromotor 30 bevestigd, die voor aandrijving is gekoppeld met de as 25.

De tafel 3 omvat een zich parallel aan de as 25 uitstrekkende gleuf 41. Onder de tafel 3 10 bevindt zich een star met de tafel 3 verbonden snij-inrichting, voorzien van een mes 42 welke verplaatsbaar is door gleuf 41, waarbij het mes 42 zich van een loodrecht afwijkende hoek richting de tafel 3 uitstrekt. Verder is boven de tafel 3 een beschermkap 44 geplaatst, welke door middel van geleiderails 45 loodrecht ten opzichte van de as 25 verplaatsbaar is. Nabij de gleuf 41 is een zich over parallel aan de as 25 15 uitstrekkende eerste aanslag 46 roteerbaar met de tafel 3 verbonden. Aan de bovenkant nabij een rand 3a van de tafel 3 is een tweede aanslag 47 star met de tafel 3 verbonden, welke zich in een richting loodrecht ten opzichte van de as 25 uitstrekt.

Een gedeeltelijk geopende kap 50 is beweegbaar met het frame 2 verbonden door 20 middel van niet weergegeven zich in horizontale richting uitstrekkende geleiderails. De kap 50 omvat een eerste kapdccl 51 en een met dit eerste kapdeel 51 scharnierend verbonden tweede kapdeel 52. Binnen de kap 50 is een langgerekte infraroodlamp 53 geplaatst, welke zich over de gehele breedte van de kap 50 uitstrekt. Tevens is binnen de kap 50 een kalander 54 door middel van niet weergegeven lagers bevestigd. Een 25 elektromotor 55 drijft de kalander aan, die daarvoor is gekoppeld met een as 56 van de kalander 54.

Een besturingsinrichting in de vorm van een computer 60 is met het frame 2 verbonden, welke computer 60 is verbonden met de elektromotor 23, het mes 42, elektromotor 30 30 en de infraroodlamp 53.

Vervolgens zal de werking van de inrichting worden toegelicht. Eerst wordt de diameter van de cilindrische drager 20 in de besturingsinrichting 60 ingevoerd. Na het op de tafel 3 tegen de tweede aanslag 47 plaatsen van de drukplaat 10 en het over de gleuf 41 en 9 met lichte voorspanning tegen de drukplaat 10 plaatsen van de beschermkap 44, stuurt de besturingsinrichting 60 het mes 42 dusdanig aan dat de drukplaat 10 wordt doorgesneden. Deze situatie is weergegeven in figuur 2a.

5 Na het doorsnijden van de drukplaat 10, wordt de beschermkap 44 over geleiderails 45 verplaatst. Het afgesneden deel van de drukplaat 10 wordt nu verwijderd. De drukplaat 10 wordt dusdanig langs de tweede aanslag 47 over de tafel 3 verplaatst, dat de verkregen snijrand aanligt tegen de eerste aanslag 46, zoals door pijl PI is weergegeven. Het gedeelte van de folie 12 van de zijde 10a van de drukplaat 10 dat zich 10 onder de cilindrische drager 20 bevindt wordt nu verwijderd, zoals in figuur 2b getoond is.

Na eventuele verhitting door de binnen de kap 50 geplaatste infraroodlamp 53, wordt de eerste aanslag 46 geroteerd in een richting van de drukplaat af, waarna de cilindrische 15 drager 20, door middel van aansturing van de elektromotor 23 naar beneden wordt bewogen en de cilindrische drager 20 onder een lichte voorspanning contact maakt met de drukplaat 10. Hierbij zal de drukplaat 10 hechten aan de cilindrische drager 20. Deze situatie is weergegeven in figuur 2c.

20 Vervolgens zal de elektromotor 30 de cilindrische drager 20 over een eerste hoek overeenkomstig pijl P2 roteren, waarbij de cilindrische drager 20 de drukplaat 10 over de tafel 3 richting de cilindrische drager verplaatst overeenkomstig pijl P3. Deze situatie is weergegeven in figuur 2d.

25 Wanneer de cilindrische drager 20 over een vooraf bepaalde hoek is geroteerd, wordt de beschermkap 44 weer over de gleuf 41 en met lichte voorspanning op de drukplaat 10 geplaatst en zal de besturing 60 het mes 42 weer aansturen zodat de drukplaat 10 een tweede keer wordt doorgesneden op een gewenste nauwkeurige Deze situatie is weergegeven in figuur 2e.

30

Na het voor de tweede keer doorsnijden van de drukplaat 10, wordt de beschermkap 44 weer verplaatst. Na het verwijderen van de film 12, zal de elektromotor 30 de cilindrische drager 20 over een tweede hoekovereenkomstig pijl P2 laten roteren.

Hierbij zal de drukplaat 10 over een toenemende lengte hechten aan de cilindrische 10 drager 20 en zal, na voldoende grote rotatie, met zijn volledige lengte op de cilindrische drager 20 zijn gehecht. Nadat de drukplaat 10 over zijn volledige lengte op de cilindrische drager is geplaatst, kan de niet weergegeven zich op zijde 10b bevindende bescherm folie 13 worden verwijderd. Deze situatie is weergegeven in figuur 2f.

5

Hierna kan de kap 50 in de richting van de drukplaat 10 voorziene cilindrische drager 20 verplaatst en vervolgens het kapdeel 52 in de richting van het kapdeel 51 wordt gedraaid opdat de kap 50 wordt gesloten. De besturingsinrichting 60 zal de infraroodlamp 53 dusdanig aansturen dat gedurende een gewenste tijdsperiode en 10 gewenste temperatuur de drukplaat 10 wordt verhit. Tijdens dit proces zal de elektromotor 30 eveneens de van de drukplaat 10 voorziene cilindrische drager 20 roteren opdat de infraroodlamp 53 het gehele oppervlak van de drukplaat kan verwarmen. Als gevolg van deze verwarming vindt een tenminste gedeeltelijke smelting plaats van de fotopolymeer, waardoor in het bijzonder de naad tussen de twee 15 snijranden van de drukplaat 10 versmelt en deze glad wordt. Voorts kan de drukplaat 10 aan een kalanderbewerking worden onderworpen door de kalander 54, waardoor de drukplaat 10 nog gladder kan worden afgewerkt.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding van de hierboven 20 beschreven constructie kan worden afgeweken.

Claims (20)

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een in hoofdzaak uit fotopolymeer vervaardigde flexibele drukplaat op een cilindrische drager, omvattende de 5 bewerkingsstappen: - het op een tafel plaatsen van de drukplaat; - het met een richtingscomponent parallel aan de as van de cilindrische drager met een snij-inrichting een eerste keer doorsnijden van de drukplaat; - het naar elkaar toe bewegen en met elkaar in contact brengen van de drukplaat en de 10 cilindrische drager; - het over een bekend eerste boogdeel roteren van de cilindrische drager waarbij, door hechting van de drukplaat aan de cilindrische drager, de drukplaat op de cilindrische drager wordt gewikkeld en daarmee de drukplaat over de tafel wordt verplaatst; - het met dezelfde richtingscomponent met een snij-inrichting een tweede keer 15 doorsnijden van de op de tafel verplaatste drukplaat; en - het over een tweede boogdeel roteren van de cilindrische drager en daarmee het verder om de cilindrische drager wikkelen van de drukplaat, waarbij de twee verkregen snijranden van de aldus op de cilindrische drager aangebrachte drukplaat elkaar raken. 20

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat voorafgaand aan het maken van de eerste snede de drukplaat tot in aanleg met een op de tafel geplaatste eerste, zich met een richtingscomponent in hoofdzaak loodrecht op de as van de cilindrische drager uitstrekkende, aanslag wordt gebracht. 25

3. Werkwijze volgens een der conclusies 1-2, met het kenmerk dat, voor het met elkaar in contact brengen van de drukplaat en de cilindrische drager, de drukplaat tot in aanleg met een op de tafel geplaatste, met een richtingscomponent in hoofdzaak parallel aan de as van de cilindrische drager, tweede aanslag wordt gebracht en dat de snij- 30 inrichting de drukplaat op een ten opzichte van de tafel vaste positie doorsnijdt.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de drukplaat onder de as van de cilindrische drager tot in aanleg met de tweede aanslag wordt gebracht.

5. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de drukplaat volgens een zich onder een van 90° verschillende hoek met de tafel uitstrekkende vlak doorgesneden wordt.

6. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de drukplaat aan een eerste zijde is voorzien van een door een eerste film afgedekte hechtlaag en dat voorafgaand aan het aan de cilindrische drager hechten van de drukplaat de eerste film tenminste gedeeltelijk wordt verwijderd.

7. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, gekenmerkt door de stap van het voorafgaande van het op de cilindrische drager hechten van de drukplaat verwarmen van cilindrische drager.

8. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de 15 drukplaat op een tegenover de eerste zijde gelegen tweede zijde is voorzien van een tweede film en dat na het op de cilindrische drager aanbrengen van de dmkplaat de film tenminste gedeeltelijk wordt verwijderd.

9. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, gekenmerkt door het na 20 het aanbrengen van de drukplaat op de cilindrische drager verwarmen van het aldus verkregen geheel.

10. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, gekenmerkt door het na het aanbrengen van de drukplaat op de cilindrische drager kalanderen van het aldus 25 verkregen geheel.

11. Inrichting voor het aanbrengen van een in hoofdzaak uit fotopolymeer vervaardigde flexibele drukplaat op een cilindrische drager, omvattende: - een frame; 30. een met het frame verbonden tafel voor het dragen van de op de cilindrische drager aan te brengen drukplaat; - met het frame verbonden lagermiddelen voor het gelagerd houden van de cilindrische drager; - waarbij de tafel en de lagermiddelen onderling verplaatsbaar zijn; - een met het frame verbonden snij-inrichting voor het met een richtingscomponent parallel aan de as van een op de lagermiddelen geplaatste cilindrische drager doorsnijden van de op de tafel geplaatste drukplaat; - eerste aandrijfmiddelen voor het in rotatie aandrijven van de cilindrische drager; en 5. tweede aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de onderlinge verplaatsing van de lagermiddelen en de tafel.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de inrichting besturingsmiddelen omvat die zijn ingericht voor invoer van de diameter van de 10 cilindrische drager en voor aansturing van de aandrijfmiddelen.

13. Inrichting volgens een der conclusies 11-12, met het kenmerk dat de inrichting tevens een met het frame verbonden zich in hoofdzaak loodrecht op de cilindrische drager uitstrekkende eerste aanslag omvat voor het bepalen van de positie 15 in dwarsrichting van de drukplaat ten opzichte van de cilindrische drager.

14. Inrichting volgens een der conclusies 11 - 13, met het kenmerk dat de inrichting tevens een met het frame verbonden zich in hoofdzaak parallel aan de cilindrische drager uitstrekkende tweede aanslag omvat voor het bepalen van de positie 20 in lengterichting van de drukplaat ten opzichte van de cilindrische drager en dat de snij-inrichting star met het frame is verbonden en is ingericht voor het volgens een rechte snijlijn in hoofdzaak parallel aan de cilindrische drager doorsnijden van de drukplaat.

15. Inrichting volgens een der conclusies 11 - 14, met het kenmerk dat de snij-25 inrichting van een mes is voorzien en dat het mes een zich onder een van 90° verschillende hoek met de tafel uitstrekt

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de snij-inrichting van een aandrijfinrichting is voorzien voor het onder besturing van de besturingsmiddelen 30 aandrijven van het mes van de snij-inrichting.

17. Inrichting volgens een der conclusies 11 - 16, gekenmerkt door een warmtebron die is ingericht voor het verhitten van de cilindrische drager.

18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk dat de warmtebron een zich over tenminste de breedte van de op de cilindrische drager aan te brengen drukplaat uitstrekkende lijnvormige warmtebron is.

19. Inrichting volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de warmtebron een infrarood lamp omvat.

20. Inrichting volgens een der conclusies 11-19, met het kenmerk dat deze een ten opzichte van de tafel beweegbare kalander omvat, voor het kalanderen van de op de 10 cilindrische drager aangebrachte drukplaat.