NL2024281B1 - Opbrenginrichting - Google Patents

Opbrenginrichting Download PDF

Info

Publication number
NL2024281B1
NL2024281B1 NL2024281A NL2024281A NL2024281B1 NL 2024281 B1 NL2024281 B1 NL 2024281B1 NL 2024281 A NL2024281 A NL 2024281A NL 2024281 A NL2024281 A NL 2024281A NL 2024281 B1 NL2024281 B1 NL 2024281B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
substrate
contact surface
delivery
edge
Prior art date
Application number
NL2024281A
Other languages
English (en)
Inventor
Kappel Sjoerd
Van Der Meulen Michiel
Wind Robbert
Original Assignee
Contiweb B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Contiweb B V filed Critical Contiweb B V
Priority to NL2024281A priority Critical patent/NL2024281B1/nl
Priority to US17/776,850 priority patent/US20220388021A1/en
Priority to EP20839379.3A priority patent/EP4061640A1/en
Priority to PCT/IB2020/060967 priority patent/WO2021100008A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2024281B1 publication Critical patent/NL2024281B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05CAPPARATUS FOR APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05C1/00Apparatus in which liquid or other fluent material is applied to the surface of the work by contact with a member carrying the liquid or other fluent material, e.g. a porous member loaded with a liquid to be applied as a coating
    • B05C1/04Apparatus in which liquid or other fluent material is applied to the surface of the work by contact with a member carrying the liquid or other fluent material, e.g. a porous member loaded with a liquid to be applied as a coating for applying liquid or other fluent material to work of indefinite length
    • B05C1/08Apparatus in which liquid or other fluent material is applied to the surface of the work by contact with a member carrying the liquid or other fluent material, e.g. a porous member loaded with a liquid to be applied as a coating for applying liquid or other fluent material to work of indefinite length using a roller or other rotating member which contacts the work along a generating line
    • B05C1/0826Apparatus in which liquid or other fluent material is applied to the surface of the work by contact with a member carrying the liquid or other fluent material, e.g. a porous member loaded with a liquid to be applied as a coating for applying liquid or other fluent material to work of indefinite length using a roller or other rotating member which contacts the work along a generating line the work being a web or sheets
    • B05C1/0834Apparatus in which liquid or other fluent material is applied to the surface of the work by contact with a member carrying the liquid or other fluent material, e.g. a porous member loaded with a liquid to be applied as a coating for applying liquid or other fluent material to work of indefinite length using a roller or other rotating member which contacts the work along a generating line the work being a web or sheets the coating roller co-operating with other rollers, e.g. dosing, transfer rollers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05DPROCESSES FOR APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05D1/00Processes for applying liquids or other fluent materials
    • B05D1/28Processes for applying liquids or other fluent materials performed by transfer from the surfaces of elements carrying the liquid or other fluent material, e.g. brushes, pads, rollers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F19/00Apparatus or machines for carrying out printing operations combined with other operations
    • B41F19/001Apparatus or machines for carrying out printing operations combined with other operations with means for coating or laminating
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F23/00Devices for treating the surfaces of sheets, webs, or other articles in connection with printing
    • B41F23/08Print finishing devices, e.g. for glossing prints
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J11/00Devices or arrangements  of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, for supporting or handling copy material in sheet or web form
    • B41J11/0015Devices or arrangements  of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, for supporting or handling copy material in sheet or web form for treating before, during or after printing or for uniform coating or laminating the copy material before or after printing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41MPRINTING, DUPLICATING, MARKING, OR COPYING PROCESSES; COLOUR PRINTING
    • B41M7/00After-treatment of prints, e.g. heating, irradiating, setting of the ink, protection of the printed stock
    • B41M7/0036After-treatment of prints, e.g. heating, irradiating, setting of the ink, protection of the printed stock using protective coatings or layers dried without curing

Abstract

_15_ Uittreksel: Opbrenginrichting 5 Een opbrenginrichting voor het afgeven van een vloeistof aan een substraat (1), in het bijzonder een al of niet bedrukte baan, strook of vel van papier, omvat een afgiftewals (10), met over een omtrek daarvan een eerste contactvlak, en een tegenover de afgiftewals geplaatste tegenwals (20), met over een omtrek daarvan een tweede contactvlak in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste contactvlak. De contactvlakken zijn tenminste een substraatbreedte breed zijn en 10 bewaren onderling een spleet bewaren om daarin het substraat in contact met beide contactvlakken te ontvangen. De afgiftewals (10) en tegenwals (20) zijn elk om hun hartlijn roteerbaar zijn en afgiftemiddelen (11,12,15) zijn voorzien om een vloeistof aan het contactvalk van de afgiftewals (10) af te geven. Althans het contactvlak van tenminste één van de afgiftewals (10) en de tegenwals (20) is volgens de hartlijn daarvan axiaal verstelbaar. 15 Stelmiddelen zijn voorzien om een rand van het contactvlak van de tenminste ene van de afgiftewals en de tegenwals op een eerste rand van het substraat uit te richten, waarbij een tegenoverliggende rand van de andere van de afgiftewals en de tegenwals op een overstaande, tweede rand van het substraat is uitgericht. 20 Fig. 2

Description

Opbrenginrichting De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een opbrenginrichting voor het afgeven van een vloeistof aan een substraat, in het bijzonder in de vorm van een al of niet bedrukte baan, folie strook of vel, omvattende een afgiftewals met over een omtrek daarvan een eerste contactvlak, en een tegenover de afgiftewals geplaatste tegenwals met over een omtrek daarvan een tweede contactvlak in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste contactvlak, welke contactviakken tenminste een substraatbreedte breed zijn en onderling een spleet bewaren om daarin het substraat in contact met beide contactvlakken te ontvangen, waarbij de afgiftewals en tegenwals elk om hun hartlijn roteerbaar zijn en afgiftemiddelen zijn voorzien om een vloeistof aan het contactvlak van de afgiftewals af te geven.
Daarbij heeft de uitvinding in het bijzonder betrekking op een dergelijke opbrenginrichting, hierna ook aangeduid als coater, voor toepassing op een substraat van bij voorbeeld papier, karton, textiel of kunststof voor, of van, een bedrukkingsinrichting om, enkelzijdig dan wel dubbelzijdig, over een volledig oppervlak van het substraat een uniforme coating van de betreffende vloeistof af te zetten. Met name digitale druktechnieken, zoals inkjet printen, die gebruik maken van water gedragen inkten vergen een daarop toegesneden behandeling van het papier met een specifieke primer om een aanvaardbare printkwaliteit te behalen en te behouden bij een aanvaardbaar inktverbruik.
Drukkerijen kunnen met het oog daarop voorbehandeld int-jet papier rechtstreeks van hun papierleverancier betrekken, maar zien zich in dat geval vaak geconfronteerd met een aanzienlijke meerprijs. Bovendien is een dergelijk min of meer uniform voorbehandeld inkjet-jet papier vaak niet optimaal afgestemd op het toe te passen drukproces, hetgeen ten koste van de printkwaliteit kan gaan.
Een alternatief is om kaal, onbehandeld papier voorafgaand aan het drukproces van een uniforme bedekking te voorzien, die in dat geval optimaal op het drukwerk kan worden afgestemd en wat tot een belangrijke besparing op de papierkosten kan leiden. Hiertoe kan een opbrenginrichting van de in de aanhef beschreven soort worden ingezet. Het gebruik van een dergelijke opbrenginrichting, gewoonlijk aangeduid als coater, staat het gebruik van nauwkeurig geselecteerde vloeistoffen toe om daarmee het papier voor of na het drukproces over het volledige oppervlak te voorzien van een geschikte primer respectievelijk glanslaag. In het algemeen resulteert dit in een optimale printkwaliteit en geringere inktconsumptie.
-2- Vooral commercieel drukwerk, zoals glossy tijdschriften, productbrochures en ander commercieel drukwerk voor het hogere segment, vraagt om een hoogglans, luxe uitstraling die aldus rechtstreeks aansluitend aan het drukproces kan worden gegeven door bedekking met een geschikte glanslaag {vernis}. Dit beperkt zich niet tot louter drukwerk op basis van water- gedragen inkten, maar kan ongeacht de toegepaste druktechniek, bijvoorbeeld ook voor offset printen, worden toegepast. Een dergelijke achteraf aangebrachte glans coating beschermt het papier bovendien tegen mechanische belasting, bijvoorbeeld bij vouwen, en tegen de invloed van atmosferische/klimatologische omstandigheden waaraan het drukwerk wordt blootgesteld.
Een daartoe strekkende inrichting van de in de aanhef beschreven soort is bijvoorbeeld bekend uit Internationale octrooiaanvrage WO 2013/160289. De daarin beschreven opbrenginrichting is met name bedoeld voor vellen of stroken van een gewenst substraatmateriaal, veelal papier, kunststof of karton, die althans aanvankelijk in een vlakke toestand zijn en in die toestand van een geschikte glanslaag of andere coating worden voorzien. Daartoe omvat de bekende opbrenginrichting een wals-samenstel van een opbrengwals en een tegenwals waar het substraat tussendoor wordt geleid in een drukcontact met de omtreksvlakken van beide walsen die als contactvlakken dienen. Tenminste de opbrengwals is daarbij van afgiftemiddelen voorzien waarmee een gecontroleerde hoeveelheid van de op te brengen vloeistof op het contactviak van de opbrengwals wordt gebracht opdat die hoeveelheid in een uniforme laag aan de aangrenzende vlakke zijde van het substraat althans ten dele zal worden afgegeven.
De afgiftemiddelen worden in de bekende inrichting gevormd door een doseereenheid die voor de afgiftewals is voorzien. De doseereenheid omvat een reservoir met de op te brengen vloeistof, die daarbij in contact is met een opnamewals (fountain roller). De opnamewals is in roterend contact met een tussen-wals en neemt steeds een overmaat hoeveelheid vloeistof uit het reservoir op. De tussen-wals is een zogenaamde anilox wals en is in staat en ingericht om op zijn beurt steeds een nauwkeurig gedoseerde hoeveelheid vloeistof van de opnamewals af te nemen. De anilox wals is op zijn beurt in roterend contact met het contactvlak van de afgiftewals om de vloeistof daarop in de vorm van een continue laag met een uniforme laagdikte over te brengen.
Steeds vaker omvat de drukinrichting een digitale printer voor vellen die flexibel en in korte series kan produceren. Een opkomende markt is daarbij die voor het bedrukken van
_3- verpakkingen. De printer dient daarbij snel wijzigingen in tenminste delen van de afgedrukte patronen te kunnen aanbrengen, soms zelfs telkens na elke drukgang. In vergelijking met de relatief lange en regelmatige oplagen met traditionele web-gevoede drukpersen, wordt drukwerk van een vellen-gevoede digitale printer dan ook vaak gekenmerkt door een onregelmatige uitvoer en relatief korte series. Dit leidt tot regelmatige onderbrekingen van het drukproces voor afstelling van de printer, wat niet zelden tevens een in meer of minder mate gewijzigde afstelling van de voor en/of na de printer toegepaste apparatuur noodzakelijk maakt. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld een gewijzigde substraatbreedte, waarop in dat geval tevens de opbrenginrichting dient te worden afgestemd door een overeenkomstige aanpassing van een breedte van de contactvlakken. Dit beperkt zich niet louter tot digitale druk op losse vellen, maar dient zich ook aan bij rollendruk op een continue baan substraatmateriaal.
Bij de bekende opbrenginrichting vergt dit een wisseling van de daarin aanwezige walsen, of tenminste een mantel daarvan, om een lengte van een contactvlak daarvan af te stemmen op een gewijzigde substraatbreedte. Dit is bijzonder tijdrovend wat reeds daardoor tot verlies aan productiviteit en efficiëntie leidt. Bovendien dienen verschillende rollen-samenstellen, elk voor een andere substraatbreedte, in opslag te worden gehouden. Niet alleen dient daarvoor een voorziening te worden getroffen; bovendien leidt dit tot aanzienlijke kosten, vooral als daarin relatief kostbare anilox walsen zijn betrokken. Al met al geeft dit aanleiding tot een aanzienlijke stijging van de drukkosten.
Met de onderhavige uitvinding wordt ondermeer beoogd te voorzien in een opbrenginrichting die een relatief snelle een eenvoudige omstelling van een contactvlak-breedte toelaat.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een opbrenginrichting van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat althans het contactvlak van tenminste één van de afgiftewals en de tegenwals volgens de hartlijn daarvan axiaal verstelbaar is en dat stelmiddelen zijn voorzien om een rand van het contactvlak van de tenminste ene van de afgiftewals en de tegenwals op een eerste rand van het substraat uit te richtenen, waarbij en tegenoverliggende rand van de andere van de afgiftewals en de tegenwals op een overstaande, tweede rand van het substraat is uitgericht. Aldus ligt het substraat ingeklemd tussen opbrengwals en de tegenwals, louter waar hun contactvlakken elkaar overlappen. De mate (i.e. breedte} van deze overlap kan worden ingesteld door instelling van de axiale positie van het contactvlak van
A- tenminste één van de opbrengwals en de tegenwals, waarbij tevens de overstaande rand van het substraat en die van de andere wals onderling zijn uitgericht. Daarbij zij opgemerkt dat waar in de onderhavige aanvrage wordt gesproken van “uitrichten”, daarmee zowel op een exact uitlijnen wordt gedoeld, waarbij de betreffende randen precies samenvallen, als op een uitrichten, waarbij weliswaar een positionele relatie wordt opgelegd tussen de ligging van betreffende randen maar daartussen intentioneel een zekere tussen-afstand kan worden aangehouden. Met nam kan de rand van het substraat in de praktijk een weinig, bijvoorbeeld van de orde van één of enkele millimeter, buiten de rand van het betreffende contactvlak liggen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de uitvinding daarbij gekenmerkt doordat van elk van de afgiftewals en de tegenwals althans het contactvlak axiaal verstelbaar is, en dat tweede stelmiddelen zijn voorzien om een rand van het contactviak van de andere van de afgiftewals en de tegenwals op een tegenover de eerste rand gelegen, tweede rand van het substraat uit te richten. In dat geval kan niet alleen de mate, maar ook de positie van de overlap worden ingesteld door zowel de opbrengwals als de tegenwals met hun contactvlak op de respectieve randen van het substraat uit te richtenen. Hierdoor kan niet alleen de breedte, maar ook de ligging van de overlap tussen de contactvlakken op die van het substraat worden afgestemd. Hiermee wordt een uitermate flexibele en praktische opbrenginrichting verkregen, waarvan een werkzame opbrengbreedte zonder noodzakelijke verwisseling van de walsen steeds op het substraat in kwestie kan worden afgestemd door eenvoudigweg een correcte instelling van een breedte van de overlap van hun contactvlakken. De opbrenginrichting volgens de uitvinding kan steeds op één actuele substraatbreedte worden afgesteld door een overeenkomstige overlap tussen de contactvlakken van de afgiftewals en de tegenwals in te stellen. Dit kan handmatig, maar ook gemotoriseerd. De overlap wordt gecreëerd door een axiale verstelling van de contactvlakken ten opzichte van elkaar. Daarbij kan het te verstellen contactvlak ten opzichte van de wals waarvan het uitgaat worden versteld, bijvoorbeeld door daarop een axiaal over een kern van de wals verplaatsbare mantel toe te passen. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de opbrenginrichting heeft evenwel volgens de uitvinding als kenmerk dat tenminste de tenminste ene, en bij voorkeur elk, van de afgiftewals en de tegenwals tezamen met het contactvlak daarvan axiaal verstelbaar is om een rand van het contactvlak een rand van het substraat uit te richten. Een dergelijke verstelling, waarbij de
-5- betreffende wals in zijn geheel de gevraagde axiale verstelling uitvoert, blijkt constructief goed uitvoerbaar, waarbij bovendien een uitermate hoge precisie in de uitlijning tussen de rand van het contactvlak en de betreffende rand van de substraat haalbaar is.
Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de opbrenginrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de tenminste ene van de afgiftewals en de tegenwals tenminste de afgiftewals omvat en dat de afgiftemiddelen tezamen met de afgiftewals axiaal verplaatsbaar zijn. In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is de opbrenginrichting volgens de uitvinding daarbij gekenmerkt doordat de afgiftemiddelen tezamen met de daardoor gevoede afgiftewals zijn ondergebracht in een gemeenschappelijk frame, welk frame is gekoppeld met de stelmiddelen voor het uitvoeren van een axiale verplaatsing evenwijdige aan de hartlijn van de afgiftewals. Aldus zijn de afgiftemiddelen tezamen met de afgiftewals axiaal verplaatsbaar, waardoor een vloeistoftransport naar de afgiftewals onveranderd kan blijven. Het vloeistoftransport verplaatst in dit geval namelijk althans ten dele met de afgiftewals mee waardoor interfaces tussen opeenvolgende onderdelen bij een axiale verstelling van het geheel onderling niet wijzigen, Met het oog op een gelijktijdige tweezijdige bedekking van het substraat heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van de opbrenginrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de tegenwals een tweede afgiftewals omvat en is voorzien van tweede afgiftemiddelen om een al of niet van de eerste vloeistof afwijkende, tweede vloeistof aan het tweede contactvlak af te geven, Hierbij kan het afgiftesysteem aan weerszijden van het substraat als het ware worden gespiegeld zodat beide vlakke zijden van het substraat eenzelfde behandeling kunnen krijgen, dan wel ieder een afzonderlijke vloeistof-bedekking zullen ontvangen, al naar gelang de concrete eisen van het geval. Van belang is tevens dat daarbij een rechtstreeks contact tussen natte contactvlakken wordt vermeden. Gebleken is dat het deel van de film van de vloeistof dat zich buiten de overlap op het contactviak bevindt, daarop in een stabiele toestand verblijft en geen aanleiding geeft to sprayen of spatten gedurende de rotatie van de wals. Dit zou anders zijn indien de natte contactvlakken elkaar zouden kunnen ‘zien’ of zelfs fysiek raken.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de opbrenginrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de afgiftemiddelen een doseereenheid omvatten, welke tezamen met de daardoor gevoede afgiftewals is ondergebracht in het daarmee gedeelde frame, omvattende
-6- een reservoir voor het houden van een hoeveelheid van een af te geven vloeistof, en een opnamewals, welke roteerbaar om een hartlijn daarvan is aangebracht, en over een omtrek daarvan een opnamevlak omvat en in staat en ingericht is om daarmee in contact te treden met een in het reservoir gehouden vloeistof, waarbij de opnamewals en de afgiftewals onderling zijn gekoppeld voor een tenminste ten dele overbrengen van de vloeistof van het opnamevlak van de opnamewals op althans in hoofdzaak het volledige contactvlak van de afgiftewals. Hierbij wordt een relevant deel van het afgiftesysteem gevormd door een doseereenheid die als zodanig tezamen met de afgiftewals in een gemeenschappelijk frame is aangebracht.
Een verdere uitvoeringsvorm heeft daarbij als kenmerk dat de doseereenheid tenminste één overbrengwals tussen de opnamewals en de afgiftewals omvat, welke roteerbaar om een hartlijn daarvan is aangebracht, en dat de opnamewals en de afgiftewals door tussenkomst van de tenminste ene overbrengwals onderling zijn gekoppeld voor het overbrengen van de vloeistof van het opnamevlak van de opnamewals op althans in hoofzaak het volledige contactvlak van de afgiftewals. Een dergelijke overbrengwals omvat in het bijzonder een contactvlak dat is voorzien van een regelmatig patroon van depresssies (cellen of dimples) waarvan een dichtheid, diepte, vorm en doorsnede nauwkeurig werden bepaald om daarmee een uitermate nauwkeurige vloeistof-overname te waarborgen, wat tot een gecontroleerde en uniforme filmdikte op het contactvlak leidt en uiteindelijk een dito coating op het subsraat levert. Gewoonlijk wordt een dergelijke wals aangeduid als anilox wals of rol.
De axiale verstelling en afstemming van het contactvlak of de contactvlakken op de randen van het substraat kan op zichzelf handmatig worden uitgevoerd. Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting heeft evenwel als kenmerk dat de stelmiddelen één of meer actuatoren en een besturingsinrichting omvatten, welke actuatoren door de besturingsinrichting individueel aanstuurbaar zijn. Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is daarbij gekenmerkt doordat de actuatoren één of meer lineaire actuatoren omvatten met een lineair uitstuurbare drijfstang die met de betreffende wals al of niet rechtstreeks is gekoppeld, in het bijzonder genomen uit een groep van schroefspindel/schroefholte samenstellen en drukcilinders, in het bijzonder hydraulisch of pneumatisch gevoede drukcilinders.
ys Aldus kan de afstelling volledig bekrachtigd (gemotoriseerd) plaatsvinden, waarbij de actuatoren worden uitgestuurd totdat de rand van het betreffende contactviak nauwkeurig samenvalt met de betreffende rand van het substraat.
De besturingsinrichting kan in het bijzonder zijn voorzien van een gebruikersinterface, in het bijzonder een gebruikersinterface voorzien van een beeldscherm en invoermiddelen, waarmee een operator eventuele instellingen kan opgeven en een controle over de afstelling heeft.
Met het oog op een volledig automatische uitlijning van de randen van de contactvlakken op de betreffende randen van het substraat heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de besturingsinrichting is gekoppeld met één of meer opnemers, in het bijzonder één of meer optische opnemers, die in staat en ingericht zijn om de eerste- respectievelijk tweede rand van het substraat te registreren, en dat de besturingsinrichting in staat en ingericht is op basis van de door een opnemer geregistreerde rand één of meer actuatoren uit te sturen teneinde de rand van het contactvlak van de desbetreffende wals op de door de opnemer geregistreerde rand van het substraat uit te richten.
De optische, akoestische of anderszins geschikte opnemers registreren hierbij voortdurend de ligging van de randen van het substraat en sturen deze informatie naar de besturingsinrichting.
Deze kan hierop reageren door indien nodig de actuatoren aan te sturen teneinde een correctie op de uitlijning van de randen van de contactvlakken uit te voeren dan wel, bij een gewijzigd substraat, een nieuw daarop afgestemde instelling op te leggen.
De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening.
In de tekening toont: Figuur 1 in zijaanzicht, een schematische weergave van een walsstelsel in een uitvoeringsvoorbeeld van opbrenginrichting volgens uitvinding; Figuur 2 een bovenaanzicht van de afgiftewalsen van het stelsel van figuur 1; en Figuur 3 een bovenaanzicht van het doseer- en afgifte systeem van figuur 1. Overigens zij daarbij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet steeds op (eenzelfde) schaal zijn getekend.
Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven.
Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
-8- In figuur 1 is schematisch een algemene opzet van een opbrenginrichting volgens de uitvinding weergegeven. De opbrenginrichting, ook wel aangeduid als coater, kan worden toegepast op een substraat 1 in de vorm van afzonderlijke stroken of vellen, maar is ook toepasbaar in een continue drukproces waarbij het substraat 1 wordt gevormd door een lange baan substraatmateriaal die van een rol werd afgewikkeld. Het substraat 1 wordt met daartoe voorziene in- en doorvoermiddelen 31,32 in de inrichting geleid en passeert daartussen een stel roterende walsen 10,20. Tenminste één van de walsen 10,20 is daarbij een afgiftewals en is voorzien van afgiftemiddelen 11,12,15 waarmee een op te brengen vloeistof aan aan vlakke zijde van het substraat kan worden opgebracht.
In dit voorbeeld omvatten de afgiftemiddelen een reservoir 15 om daarin een hoeveelheid van de op te brengen vloeistof te houden, waarbij een opnamewals 12, gewoonlijk aangeduid als fountain roll, in contact met de vloeistof treedt. De opnamewals 12 neemt een overmaat aan vloeistof uit het reservoir 15 op en is op zijn beurt in contact met een tussen-wals 11 die een gecontroleerde hoeveelheid vloeistof van de opnamewals 12 afneemt. De tussen-wals kan daartoe zijn uitgevoerd met een zorgvuldig gekozen reliëf-patroon van depressies (dimples), waarvan een vorm, diepte, grootte en dichtheid een opnamecapaciteit bepalen. Een dergelijke wals wordt gewoonlijk aangeduid als anilox wals. De onderhavige uitvinding leent zich evenwel ook voor een walsstelsel waarbij voor de tussen-wals is uitgegaan van een vlakke cilinder.
Eventueel kan ook van een tussen-wals worden afgezien, waarbij bijvoorbeeld voor de opnamewals van een anilox wals is uitgegaan. Een eventueel surplus aan vloeistof kan in dat geval worden afgestreken met een blad dat juist na het contact met de vloeistof in glijdend contact met de betreffende cilinder is aangebracht, eventueel aangevuld met een overeenkomstig blad juist voor het contact met de vloeistof. Ook kan desgewenst meer dan één tussen-wals worden toegepast.
Alle walsen 10,11,12,20 zijn roterend opgehangen en motorisch aangedreven. De rotatierichtingen zijn in de figuur schematisch weergegeven. Een omtreksnelheid van de walsen zal gewoonlijk zijn afgestemd op een baan- of doorvoersnelheid van het substraat 1, hoewel daarbij tussen opeenvolgende contactvlakken een zekere slip kan worden opgelegd door een iets grotere dan wel kleinere omtreksnelheid dan het aangrenzende contactvlak te kiezen. Gewoonlijk zijn de walsen in staal uitgevoerd, waarbij aan het contactvlak een specifieke
-9- gemodificeerde laag kan zijn voorzien in de vorm van een zorgvuldig gekozen relief en/of een afwijkende samenstelling en/of materiaal.
Uiteindelijk wordt de vloeistof in de vorm van een dunne film met een uniforme dikte op het contactvlak van de afgiftewals 10 overgebracht. De afgiftewals bewaart een nauwe spleet met een tegenwals 20 zodanig dat het substraat 1, in het bijzonder papier, karton of kunststof, daartussen onder een zekere druk wordt ontvangen en de vloeistof film van de afgiftewals 10 althans nagenoeg volledig en over het volledige vlak op het substraat wordt overgebracht. De vloeistof biedt bijvoorbeeld een glanslaag en omvat daartoe een water- of oplosmiddel gedragen vernis die na een drukgang wordt aangebracht. De vloeistof kan evenwel ook een primer omvatten die voorafgaand aan een drukgang op het substraat wordt voorzien, in het bijzonder bij papier of karton, om het substraatmateriaal en de toe te passen inkt beter op elkaar af te stemmen. Hierbij kan het printresultaat worden verbeterd en het inktverbruik beperkt. Ook kan de getoonde inrichting bij voorbeeld na een droger van het drukwerk worden toegepast voor een {her)bevochtiging en siliconering van het substraat. En ook in andere stadia van een drukproces is de inrichting met voordeel inzetbaar.
Hoewel voor de tegenwals 20 in beginsel een solitaire vlakke plaatrol volstaat om een tegendruk aan de afgiftewals 10 te verschaffen, wordt met voordeel zoals in het getoonde voorbeeld daarvoor een tweede afgiftewals toegepast. Deze is op soortgelijke wijze als de eerste afgiftewals 10 voorzien van afgiftemiddelen 21,22,25, voor een omschrijving waarvan dan ook naar de eerste afgiftemiddelen 11,12,15 zij verwezen. Daarbij kan voor de tweede afgiftemiddelen worden uitgegaan van eenzelfde vloeistof, maar kan daarvoor desgewenst ook een andere vloeistof of vloeistofsamenstelling worden toegepast. Het afgiftewals-samenstel 10,20 biedt aldus de mogelijkheid om het substraat 1 in een enkele doorvoer tweezijdig met een uniforme vloeistof film te bedekken. Daarbij kan met name voor een bedrukte of te bedrukken zijde een andere vloeistof (samenstelling) worden toegepast als voor een onbedrukte, dan wel meer of minder bedrukte, zijde.
Om de inrichting in staat te stellen zich in te stellen op een concrete substraat breedte is tenminste één van de afgiftewals 10 en de tegenwals 20 met zijn contactvlak zijdelings, axiaal verstelbaar volgens een hartlijn van de betreffende wals. In dit voorbeeld zijn beide afgiftewalsen 10,20 als zodanig axiaal verstelbaar uitgevoerd, hetgeen schematisch in figuur 2 is
-10- weergegeven. Dit biedt de mogelijkheid om een linker rand 10L van de eerste afgiftewals 10 adequaat uit te richten op de overeenkomstige linker rand 1L van het substraat, en evenzo de rechter rand 20R van de tweede afgiftewals idem dito uit te richten op de rechter rand 1R van het substraat. De aldus gecreëerde overlap tussen de contactvlakken van beide afgiftewalsen 10,20 kan aldus qua breedte en ligging steeds worden afgestemd op een concrete substraatbreedte, zonder dat daarvoor onderdelen uit behoeve te worden genomen en verwisseld. In de praktijk blijkt het daarbij wenselijk een geringe marge van de orde van één of enkele millimeter van het contactvlak binnen de rand van het substraat aan te houden. De rand 1L1R van het substraat 1 ligt aldus (net) vrij van het contactvlak, 10 respectievelijk 20, waardoor de randen 1L,1R geen druk van de walsen zullen ondervinden en niet op de contactvlak 10,20 zullen insnijden. Van belang is daarbij tevens dat aldus een rechtstreeks contact of zicht tussen de natte contactvlakken van beide afgiftewalsen 10,20 wordt vermeden, wat anders aanleiding zou kunnen geven tot een rechtstreeks vloeistof-vloeistof contact met een ongewenst sprayen of spatten tot gevolg. Waar de walsen 10,20 elkaar ‘zien’, bevindt zich het substraat 1 en waar het substraat 1 niet ligt, ‘zien’ de walsen 10,20 elkaar niet. Dit biedt een bijzonder praktische en flexibele opstelling waarmee snel en eenvoudig kan worden ingespeeld op een variërende substraatbreedte.
De afgiftemiddelen, 11,12,15 respectievelijk 21,22,25, voor elk van beide afgiftewalsen 10,20 vormen in dit voorbeeld een zelfstandige doseereenheid en zijn als zodanig tezamen met de daardoor te voeden afgiftewals 10,20 in een gemeenschappelijk frame 110,120 onder gebracht, zie figuur 3. Dit frame 110,120 vormt als het ware een cassette met daarin de doseereenheid en de afgiftewals voor de betreffende zijde van het substraat 1. Door middel! van een daartoe voorziene lineaire actuator 115,125 is de betreffende cassette 110,120 in zijn geheel zijdelings verplaatsbaar. Aldus kan de overlap tussen beide afgifterollen 10,20 worden ingesteld door een daarmee overeenstemmende zijdelingse verplaatsing van de betreffende cassette 110,120 ten opzichte van het aangrenzende, vaste frame 100 van inrichting.
De actuatoren 115,125 zijn bijvoorbeeld hydraulisch of pneumatisch gestuurde drukcilinders, maar kunnen bijvoorbeeld ook worden gevormd door schroefspindels die werkzaam aangrijpen binnen daartoe voorzienen schroefholtes. Desgewenst kan één en ander worden gestuurd op
-11- basis van vooraf bepaalde voorkeursposities. Deze kunnen bijvoorbeeld door een niet nader getoonde besturingsinrichting worden opgelegd en door een operator worden ingegeven. De besturingsinrichting kan daartoe aan een gebruikerinterface zijn gekoppeld in de vorm van een beeldscherm met invoermiddelen waarmee een instelling van een concrete substraatbreedte en de daarmee corresponderende overlap tussen te walsen 10,20 kan worden ingegeven.
Eventueel kunnen daarbij optische-, akoestische op anderszins opnemers 35 zijn voorzien die een correcte uitlijning van de randen, 1L,10L respectievelijk 1R,20R, voortdurend bewaken en een signaal aan de besturingsinrichting afgeven op basis waarvan deze bij een gesignaleerde afwijking, indien nodig, kan bijsturen.
Al met al biedt de uitvinding daarmee een uitermate praktische en waardevolle extra functionaliteit aan een opbrenginrichting die zich bijzonder universeel laat inzetten. Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkele uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. Zo is in het voorbeeld uitgegaan van een doseereenheid waarbij de vloeistof door middel van een tussen-wals van de opnamewals naar de afgiftewals wordt overgebracht. Het gaat daarbij in het bijzonder om wat gewoonlijk wordt aangeduid als een ‘metering’ systeem. De opnamewals omvat daarbij een fountain rol en de tussen-wals een anilox rol, terwijl voor de afgifte wals een vlakke plaatcilinder wordt toegepast. In de praktijk kan evenwel ook van een tussen-wals worden afgezien, waarbij er een rechtstreeks contact zal zijn tussen de opnamewals en de afgiftewals. Het gaat daarbij in het bijzonder om wat gewoonlijk wordt aangeduid als een ‘doctoring’ systeem, waarbij de opnamewals een anilox rol omvat en de afgiftewals een vlakke plaatcilinder. En ook kunnen meer dan één tussen-wals worden toegepast. In plaats van een tweezijdig systeem, zoals beschreven aan de hand van het uitvoeringsvoorbeeld, kan de uitvinding ook met voordeel voor een eenzijdige bedekking worden toegepast, waarbij de tegenwals dan gewoonlijk een vlakke plaatcilinder zal zijn zonder verdere doseer- en afgifte middelen voor een vloeistof.

Claims (11)

-12- Conclusies:
1. Opbrenginrichting voor het afgeven van een vloeistof aan een substraat, in het bijzonder in de vorm van een al of niet bedrukte baan, strook of vel, omvattende een afgiftewals met over een omtrek daarvan een eerste contactvlak, en een tegenover de afgiftewals geplaatste tegenwals met over een omtrek daarvan een tweede contactvlak in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste contactviak, welke contactvlakken tenminste een substraatbreedte breed zijn en onderling een spleet bewaren om daarin het substraat in contact met beide contactvlakken te ontvangen, waarbij de afgiftewals en tegenwals elk om hun hartlijn roteerbaar zijn en afgiftemiddelen zijn voorzien om een vloeistof aan het contactvlak van de afgiftewals af te geven, met het kenmerk dat althans het contactvlak van tenminste één van de afgiftewals en de tegenwals volgens de hartlijn daarvan axiaal verstelbaar is en dat stelmiddelen zijn voorzien om een rand van het contactvlak van de tenminste ene van de afgiftewals en de tegenwals op een eerste rand van het substraat uit te richten, waarbij een tegenoverliggende rand van de andere van de afgiftewals en de tegenwals op een overstaande, tweede rand van het substraat is uitgericht.
2. Opbrenginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat van elk van de afgiftewals en de tegenwals althans het contactvlak axiaal verstelbaar is, en dat tweede stelmiddelen zijn voorzien om een rand van het contactvlak van de andere van de afgiftewals en de tegenwals op een tegenover de eerste rand gelegen, tweede rand van het substraat uit te richten.
3. Opbrenginrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat tenminste de tenminste ene, en bij voorkeur elk, van de afgiftewals en de tegenwals tezamen met het contactvlak daarvan axiaal verstelbaar is om een rand van het contactvlak een rand van het substraat uit te richten.
4. Opbrenginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tenminste ene van de afgiftewals en de tegenwals tenminste de afgiftewals omvat en dat de afgiftemiddelen tezamen met de afgiftewals axiaal verplaatsbaar zijn.
5. Opbrenginrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de afgiftemiddelen tezamen met de daardoor gevoede afgiftewals zijn ondergebracht in een gemeenschappelijk
-13- frame, welk frame is gekoppeld met de stelmiddelen voor het uitvoeren van een axiale verplaatsing evenwijdige aan de hartlijn van de afgiftewals.
6. Opbrenginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tegenwals een tweede afgiftewals omvat en is voorzien van tweede afgiftemiddelen om een al of niet van de eerste vloeistof afwijkende, tweede vloeistof aan het tweede contactvlak af te geven.
7. Opbrenginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afgiftemiddelen een doseereenheid omvatten, welke tezamen met de daardoor gevoede afgiftewals is ondergebracht in het daarmee gedeelde frame, de doseereenheid omvattende een reservoir voor het houden van een hoeveelheid van een af te geven vloeistof, en een opnamewals, welke roteerbaar om een hartlijn daarvan is aangebracht, en over een omtrek daarvan een opnamevlak omvat en in staat en ingericht is om daarmee in contact te treden met een in het reservoir gehouden vloeistof, waarbij de opnamewals en de afgiftewals onderling zijn gekoppeld voor een tenminste ten dele overbrengen van de vloeistof van het opnamevlak van de opnamewals op althans in hoofdzaak het volledige contactvlak van de afgiftewals.
8. Opbrenginrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de doseereenheid tenminste één overbrengwals tussen de opnamewals en de afgiftewals omvatten, welke roteerbaar om een hartlijn daarvan is aangebracht, en dat de opnamewals en de afgiftewals door tussenkomst van de tenminste ene overbrengwals onderling zijn gekoppeld voor het overbrengen van de vigeistof van het opnamevlak van de opnamewals op althans in hoofzaak het volledige contactvlak van de afgiftewals.
9. Opbrenginrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de stelmiddelen één of meer actuatoren en een besturingsinrichting omvatten, welke actuatoren door de besturingsinrichting individueel aanstuurbaar zijn.
10. Opbrenginrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de actuatoren één of meer lineaire actuatoren omvatten met een lineair uitstuurbare drijfstang die met de betreffende wals al of niet rechtstreeks is gekoppeld, in het bijzonder genomen uit een groep van
-14- schroefspindel/schroefholte samenstellen en drukcilinders, in het bijzonder hydraulisch of pneumatisch gevoede drukcilinders.
11. Opbrenginrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk dat de besturingsinrichting is gekoppeld met één of meer opnemers, in het bijzonder één of meer optische opnemers, die in staat en ingericht zijn om de eerste- respectievelijk tweede rand van het substraat te registreren, en dat de besturingsinrichting in staat en ingericht is op basis van de door een opnemer geregistreerde rand één of meer actuatoren uit te sturen teneinde de rand van het contactvlak van de desbetreffende wals op de door de opnemer geregistreerde rand van het substraat uit te richten.
NL2024281A 2019-11-21 2019-11-21 Opbrenginrichting NL2024281B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024281A NL2024281B1 (nl) 2019-11-21 2019-11-21 Opbrenginrichting
US17/776,850 US20220388021A1 (en) 2019-11-21 2020-11-20 Coating Device and Method Using Rollers
EP20839379.3A EP4061640A1 (en) 2019-11-21 2020-11-20 Coating device and method using rollers
PCT/IB2020/060967 WO2021100008A1 (en) 2019-11-21 2020-11-20 Coating device and method using rollers

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024281A NL2024281B1 (nl) 2019-11-21 2019-11-21 Opbrenginrichting

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2024281B1 true NL2024281B1 (nl) 2021-08-18

Family

ID=68807361

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2024281A NL2024281B1 (nl) 2019-11-21 2019-11-21 Opbrenginrichting

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20220388021A1 (nl)
EP (1) EP4061640A1 (nl)
NL (1) NL2024281B1 (nl)
WO (1) WO2021100008A1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013160289A1 (en) 2012-04-24 2013-10-31 Tresu A/S On-demand operation of a flexographic coating unit
US20140023791A1 (en) * 2012-07-23 2014-01-23 Eyal Peleg Coating apparatus
WO2014063731A1 (en) * 2012-10-24 2014-05-01 Hewlett-Packard Indigo B.V. Media treatment apparatus
EP2749359A1 (en) * 2012-12-28 2014-07-02 Gambini International S.A. Adjustable glue distribution device of an embossing-lamination group, relative group and adjusting method
EP3132860A1 (en) * 2015-08-07 2017-02-22 Paper Converting Machine Company Italia S.p.A. Glue distribution device and embossing-lamination assembly provided therewith
EP3476494A1 (en) * 2017-10-27 2019-05-01 Goss Contiweb B.V. Coating device, corresponding coating unit, machine and use

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS4942351A (nl) * 1972-08-29 1974-04-20
JPH0630296Y2 (ja) * 1987-11-30 1994-08-17 大日本スクリーン製造株式会社 ロールコーティング装置
KR920007701A (ko) * 1990-10-05 1992-05-27 이시다 아키라 균일한 두께의 박막을 형성하기 위한 롤 코팅장치
US5709747A (en) * 1994-04-25 1998-01-20 Avgol Nonwoven Industries Coating selective zones of thin webs to change the pervious character thereof, using a cover
US6706118B2 (en) * 2002-02-26 2004-03-16 Lexmark International, Inc. Apparatus and method of using motion control to improve coatweight uniformity in intermittent coaters in an inkjet printer
JP2013198997A (ja) * 2012-03-23 2013-10-03 Fujifilm Corp 塗布装置及びインクジェット記録装置
JP6326962B2 (ja) * 2014-05-21 2018-05-23 株式会社リコー 液体塗布装置
JP7225839B2 (ja) * 2019-01-24 2023-02-21 株式会社リコー 塗布装置及び画像形成システム
KR102658307B1 (ko) * 2019-03-26 2024-04-16 엘지전자 주식회사 강판 코팅 장치 및 그 장치를 이용한 강판 코팅 방법

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013160289A1 (en) 2012-04-24 2013-10-31 Tresu A/S On-demand operation of a flexographic coating unit
US20140023791A1 (en) * 2012-07-23 2014-01-23 Eyal Peleg Coating apparatus
WO2014063731A1 (en) * 2012-10-24 2014-05-01 Hewlett-Packard Indigo B.V. Media treatment apparatus
EP2749359A1 (en) * 2012-12-28 2014-07-02 Gambini International S.A. Adjustable glue distribution device of an embossing-lamination group, relative group and adjusting method
EP3132860A1 (en) * 2015-08-07 2017-02-22 Paper Converting Machine Company Italia S.p.A. Glue distribution device and embossing-lamination assembly provided therewith
EP3476494A1 (en) * 2017-10-27 2019-05-01 Goss Contiweb B.V. Coating device, corresponding coating unit, machine and use

Also Published As

Publication number Publication date
EP4061640A1 (en) 2022-09-28
WO2021100008A1 (en) 2021-05-27
US20220388021A1 (en) 2022-12-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1005525C2 (nl) Drukmachine met verwisselbare inktopbrengmiddelen.
RU2367574C2 (ru) Система нанесения краски для печатной машины глубокой печати
US4878427A (en) Printing station with toolless changeable plate cylinder
US7971619B2 (en) Stamping cylinder
JP2008155644A (ja) インキ装置内のインキ給送を制御するための装置
RU2684662C2 (ru) Красочное устройство печатной машины, печатная машина, содержащая это красочное устройство, и способ изготовления передаточного валика
CN104487251B (zh) 在旋转印刷中用不同墨水制成的压印的精确对准的方法
CN101249745B (zh) 纸张处理设备
US5088407A (en) Rotary printer for an envelope machine
NL2024281B1 (nl) Opbrenginrichting
CN111065519B (zh) 用于涂覆印张的装置、印刷机以及用于涂覆印张的方法
US20090324818A1 (en) Silicone applicator for a printing press
EP3240690B1 (en) Application of coating fluid
NL2024775B1 (nl) Opbrenginrichting
US20160052258A1 (en) Method and device for printing on a substrate
CZ299854B6 (cs) Dávkovací systém k barvení válcu v tiskarském stroji
JP2011522718A (ja) 接着剤塗布を含むコールドフィルムユニットの運転
KR100504374B1 (ko) 윤전식 점착 용지용 옵셋 인쇄기
JP3659815B2 (ja) 塗料塗布装置
JP3929605B2 (ja) 塗装装置
JP3450162B2 (ja) 印刷機の調色確認補助装置
JPH06293124A (ja) 枚葉グラビア印刷機
JP4784848B2 (ja) グラビア印刷装置
JP2009160934A (ja) 短縮インキ装置を備える箔押し装置
JP2571164B2 (ja) シートの塗布方法及び装置

Legal Events

Date Code Title Description
RC Pledge established

Free format text: DETAILS LICENCE OR PLEDGE: RIGHT OF PLEDGE, ESTABLISHED

Name of requester: COOEPERATIEVE RABOBANK U.A.

Effective date: 20240424