NL2001205C2 - Transporteur voorzien van zijgeleiding, alsmede zijgeleidingselement. - Google Patents
Transporteur voorzien van zijgeleiding, alsmede zijgeleidingselement. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2001205C2 NL2001205C2 NL2001205A NL2001205A NL2001205C2 NL 2001205 C2 NL2001205 C2 NL 2001205C2 NL 2001205 A NL2001205 A NL 2001205A NL 2001205 A NL2001205 A NL 2001205A NL 2001205 C2 NL2001205 C2 NL 2001205C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- conveyor
- wall parts
- conveying direction
- side guide
- conveying
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G17/00—Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
- B65G17/06—Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface having a load-carrying surface formed by a series of interconnected, e.g. longitudinal, links, plates, or platforms
- B65G17/08—Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface having a load-carrying surface formed by a series of interconnected, e.g. longitudinal, links, plates, or platforms the surface being formed by the traction element
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Chain Conveyers (AREA)
- Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)
- Packaging Of Machine Parts And Wound Products (AREA)
- Packaging Frangible Articles (AREA)
Description
P82957NL00
Titel: Transporteur voorzien van zij geleiding, alsmede zijgeleidingselement
De uitvinding heeft betrekking op een transporteur, omvattende een transportvlak met een zij geleiding die is gevormd met een zich in een transportrichting uitstrekkende reeks in hoofdzaak dwars op het transportvlak opstaande wanddelen, waarbij telkens tenminste twee 5 wanddelen elkaar in transportrichting aan een van het transportvlak af gekeerde bovenzijde althans gedeeltelijk als een waaier overlappen.
Een dergelijke transporteur met zijgeleiding is algemeen bekend. De zijgeleiding wordt toegepast om tegen te gaan dat producten in zijwaartse richting het transportvlak verlaten. Door het transportvlak te 10 voorzien van een zijgeleiding wordt bereikt dat deze meebeweegt met de transporteur. Ten opzichte van een stationair opgestelde zijgeleiding treedt hierdoor minder relatieve beweging op ten opzichte van de te transporteren producten, hetgeen de kans op beschadiging en verlies van de producten verkleint. De opstaande wanddelen zijn dikwijls uitgevoerd als plaatvormige 15 elementen. Wanneer de transporteur is uitgevoerd als een modulaire transportmat, zijn de plaatvormige elementen dikwijls voorzien van scharnierogen die samenwerken met de scharnierpennen van de transportmat. Dergelijke wanddelen zijn de vakman bekend onder de naam “side guards”. De bekende zij geleidingen worden gevormd door een reeks 20 wandddelen die althans aan hun bovenzijden gelijk zijn, in het bijzonder door een reeks in transportrichting met gelijke tussenafstand uiteen geplaatste, identieke wanddelen die met gelijke afstand en oriëntatie ten opzichte van een zijrand van de transporteur zijn opgesteld.
Zij geleidingen op het transportvlak worden veelal toegepast in 25 combinatie met zich tussen twee zij geleidingen uitstrekkende dwarsschotten, ook wel “flights” genoemd, waarmee vrije verplaatsing van 2 de te transporteren producten in transportrichting kan worden belemmerd. Met behulp van een combinatie van zij geleiding en dwarsschotten kan worden bereikt dat de te transporteren producten goed op het transportvlak blijven liggen wanneer met de transporteur een hoogteverschil wordt 5 overbrugd.
Bij het overbruggen van een hoogteverschil, doorloopt het transportvlak van de transporteur soms een opwaartse bocht om een draaias dwars op de transportrichting. Deze beweging wordt door de vakman aangeduid met de term “back flexen”. Voorts doorloopt het 10 transportvlak van de transporteur soms een neerwaartse bocht om een draaias dwars op de transportrichting. Deze beweging wordt door de vakman aangeduid met de term “sprocket flexen”. Wanneer te transporteren producten bijvoorbeeld met een transporteur omhoog worden gevoerd om te worden gestort, maakt de transporteur veelal een back-flexende beweging 15 bij het overgaan van een vlak haandeel naar een schuin opwaarts haandeel van de baangeleiding. Bij het storten van de producten maakt de transporteur vaak een sprocket-flexende beweging doordat de transporteur aan het einde van een schuin opwaarts haandeel overgaat naar een in hoofdzaak vlak baandeel van de baangeleiding of om een omloopwiel terug 20 wordt geleid.
Bij het back flexen moeten in transportrichting opeenvolgende wanddelen elkaar verder kunnen overlappen om door ineenschuiving de opwaartse bocht mogelijk te maken. Bij het sprocket flexen zullen de opeenvolgende wanddelen elkaar juist in mindere mate moeten kunnen 25 overlappen om de neerwaartse bocht mogelijk te maken. Hierbij is het echter gewenst om toch enige overlapping van de wanddelen te behouden, zodat kan worden tegengegaan dat er openingen ontstaan waardoor de zijgeleidingsfunctie wordt verminderd. Met name wanneer de zijgeleidingselementen dwars op het transportvlak een relatief grote hoogte 30 dienen te hebben, is het moeilijk gebleken om deze eisen met elkaar te 3 verenigen. Voorts wordt nog een groot aantal andere eisen aan de zijgeleiding gesteld, zoals reinigbaarheid, bedrijfszekerheid en veiligheid. De bekende transporteurs met zijgeleiding kunnen derhalve niet zowel goed back flexen als bij het sprocket flexen de zij geleidingsfunctie behouden.
5 Voorts zijn deze in onvoldoende mate reinigbaar, bedrijfszeker en veilig.
De uitvinding beoogt te voorzien in een transporteur met zijgeleiding waarin genoemde nadelen worden tegengegaan.
Daartoe voorziet de uitvinding in een transporteur, omvattende een transportvlak met een zijgeleiding die is gevormd met een zich in een 10 transportrichting uitstrekkende reeks in hoofdzaak dwars op het transportvlak opstaande wanddelen, waarbij telkens tenminste twee wanddelen elkaar in transportrichting aan een van het transportvlak af gekeerde bovenzijde althans gedeeltelijk als een waaier overlappen, en waarbij wanddelen in de reeks althans aan hun bovenzijden onderling 15 verschillen.
Door de reeks te vormen met wanddelen die althans aan hun bovenzijden onderling verschillen, kan kunnen de back flex en sprocket flex eigenschappen van een zijgeleiding worden verbeterd. Door bijvoorbeeld wanddelen in de reeks althans aan hun bovenzijden ten opzichte van elkaar 20 te laten verschillen in oriëntatie en/of afstand ten opzichte van een langsrand van de transporteur, kan tussen opeenvolgende wanddelen bijvoorbeeld meer ruimte worden gecreëerd om te back flexen, of kan juist de overlap in transportrichting worden behouden bij het sproket flexen. Als alternatief of in toevoeging daarop kan men wanddelen in de reeks althans 25 aan hun bovenzijde ten opzichte van elkaar laten verschillen van vorm en/of afmeting. De wanddelen kunnen daarmee van verschillend typen zijn. Op elegante wijze verschillen in transportrichting opeenvolgende wanddelen in de reeks althans aan hun bovenzijde ten opzichte van elkaar.
Door te voorzien in een zijgeleiding waarbij telkens ten minste 30 twee althans aan hun bovenzijde overlappende wanddelen onder insluiting 4 van een met de dikte van ten minste een bovenzijde van een wanddeel corresponderende spieetvormige tussenruimte zijn opgesteld, wordt bereikt dat de wanddelen bij het back flexen elkaar in voldoende mate kunnen overlappen om bij het sprocket flexen hun overlap goed te behouden, terwijl 5 de wanddelen bij het back flexen ook nog in voldoende mate verder ineen kunnen schuiven. De wanden kunnen daarbij althans nabij een uiteinde met ten minste één zijvlak in hoofdzaak evenwijdig met een zijrand van de transporteur verlopen.
Door genoemde opstaande wanddelen in transportrichting gezien 10 elk te voorzien van twee uiteinden die via een in hoofdzaak schuin verlopend tussenstuk zijn verbonden, wordt een geometrie bereikt die zeer voordelig is voor zowel back- als sprocket flexen, terwijl voorts een bijzonder bedrijfszekere en veilige zij geleiding wordt gerealiseerd. Door genoemde opstaande wanddelen elk te voorzien van twee uiteinden die via een in 15 hoofdzaak getrapt verlopend tussenstuk zijn verbonden, kan met behoud van een goede geleidingsfunctie dwars op de transportrichting een relatief grote afstand worden overbrugd, waardoor tussen de opstaande wanddelen nog meer ruimte aanwezig is, zodat het back flexen kan worden vergemakkelijkt. De spieetvormige tussenruimte is daarbij op voordelige 20 wijze zo geconfigureerd dat één of meer ander wanddelen uit de reeks althans gedeeltelijk in de tussenruimte accommodeert)aar is of daarin zelfs zijn geaccommodeerd. Hierdoor kunnen de back flex eigenschappen verder worden verbeterd, en kan zelfs wanneer genoemde twee opeenvolgende wanddelen hun overlap verliezen bij het tand flexen, dwars op de 25 transportrichting met geringe tussenafstand een wanddeel aanwezig zijn dat de zijgeleidingsfunctie waarborgt.
Eventueel kunnen genoemde wanddelen elk deel uitmaken van een deelreeks wanddelen, waarbij de deelreeksen samen een meervoudig uitgevoerde zijgeleiding vormen. Met behulp van een dergelijke meervoudig 30 uitgevoerde zijgeleiding kan worden bereikt dat wanneer twee op een 5 transportrichting opeenvolgende wanddelen uit één deelreeks hun overlap verliezen bij het tand flexen, dwars op de transportrichting met geringe tussenafstand in een ander deelreeks een wanddeel aanwezig kan zijn dat de zij geleidingsfunctie waarborgt. Opgemerkt wordt, dat een transporteur, 5 omvattende een transportvlak met een zij geleiding die is gevormd met een meervoudig aantal zich in transportrichting uitstrekkende deelreeksen in hoofdzaak dwars op het transportvlak opstaande wanddelen, waarbij telkens ten minste twee wanddelen in een reeks elkaar in transportrichting aan een van het transportvlak afgekeerde bovenzijde althans gedeeltelijk 10 als een waaier overlappen, eveneens als uitvinding kan worden gezien.
Eventueel kan de transporteur een aantal in transportrichting opeenvolgende modules omvatten, die elk zijn voorzien van een zich dwars op de transportrichting uitstrekkend lijfdeel met in transportrichting voorwaarts en achterwaarts reikende scharnierogen, waarbij scharnierogen 15 van opeenvolgende modules samenwerken en met behulp van scharnierpennen zijn gekoppeld. Een dergelijk type transporteur is de vakman bekend en wordt aangeduid met de term modulaire transportmat. Een dergelijke modulaire transportmat leent zich door zijn modulaire opbouw zeer goed voor het op bepaalde plaatsen opnemen van 20 zijgeleidingselementen waarmee een zijgeleiding kan worden gevormd. Bij modulaire transportmatten kunnen dwars op de transportrichting één of meerdere modules zijn aangebracht. Opeenvolgende modules kunnen voorts in transportrichting met elkaar corresponderen of in een baksteenpatroon versprongen ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. Een modulaire 25 transportmat kan voorts zijn opgebouwd uit matmodules van verschillende afmetingen en verschillende typen, zoals bijvoorbeeld zogenoemde eindmodules voor opname aan de rand van de transportmat waarmee de scharnierpennen dwars op de transportrichting kunnen worden opgesloten en zogenoemde middenmodules die dwars op de transportrichting een 30 relatief grote afmeting hebben.
6
Bij een modulaire transportmat kan de steek van opeenvolgende wanddelen kleiner worden gekozen dan de steek van opeenvolgende modules. Hierdoor kan worden bereikt dat de mate van overlap van in transportrichting opeenvolgende wanddelen relatief makkelijk kan worden 5 vergroot. De steek van de wanddelen kan ook groter of gelijk worden gekozen aan de steek van de modules.
Wanneer bij een modulaire transportmat genoemde tussenruimte in transportrichting nabij een midden van een lijfdeel de grootste spleetbreedte heeft, kan worden bereikt dat de breedste spleet zo ver 10 mogelijk verwijderd is van plaats waar opeenvolgende modules ten opzichte van elkaar scharnieren. Hierdoor kan bij sprocket flexen de zijgeleidingsfunctie beter behouden blijven.
Wanneer genoemd zijvlak in transportrichting nabij een midden van een lijfdeel is gelegen kan een goede aansluiting worden gerealiseerd 15 met een zich dwars op de transportrichting uitstrekkend dwarsschot. Bij voorkeur loopt het zijvlak door tot nabij een onderzijde van het wanddeel.
Door het transportvlak nabij een midden van een lijfdeel althans ter plaatse van een onder de tussenruimte gelegen gebied te voorzien van een uitsparing, kan worden bereikt dat de zijgeleidingsvlakken goed 20 reinigbaar zijn. Bij voorkeur wordt de uitsparing dwars op het transportvlak voortgezet als een door de wanddelen omgeven vrije ruimte. Een dergelijke uitsparing kan de vervaardiging van de matmodule vergemakkelijken en de veiligheid vergroten.
Door de overlappende wanddelen integraal te vormen met een 25 gemeenschappelijke drager, kan worden bereikt dat de overlappende wanddelen een zeer stabiele positionering hebben. Dit komt de bedrijfszekerheid en de veiligheid van de zijgeleiding ten goede. Door de wanddelen via een gemeenschappelijk voetstuk met de drager te verbinden kunnen de wanddelen worden voorzien van een relatief stevige, stabiele \ 7 basis. De hiervoor genoemde uitsparing in de module wordt daarbij bij voorkeur voortgezet als een door het voetstuk omgeven vrije ruimte.
Door de gemeenschappelijke drager te voorzien van één of meer scharnierogen, kunnen de wanddelen relatief eenvoudig in een modulaire 5 transportmat worden opgenomen. De gemeenschappelijke drager kan eventueel deel uitmaken van een matmodule. Het is ook mogelijk om een gemeenschappelijke drager zonder scharnierogen en op het transportvlak van bijvoorbeeld een module vast te zetten. Door althans een aantal modules te voorzien van ten minste twee wanddelen kan op elegante wijze 10 een bedrijfszekere en veilige zijgeleiding worden gerealiseerd.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een zijgeleidingselement voor een transportmat, omvattende een gemeenschappelijke drager met een transportvlak dat is voorzien van ten minste twee opstaande wanddelen die elkaar aan een van het transportvlak 15 afgekeerde bovenzijde althans gedeeltelijk als een waaier overlappen onder insluiting van een met de dikte van ten minste een bovenzijde van een wanddeel corresponderende spieetvormige tussenruimte. De wanddelen kunnen daarbij eventueel een gemeenschappelijk voetstuk hebben, en/of de gemeenschappelijke drager kan zijn voorzien van één of meer 20 scharnierogen. Het zijgeleidingselement kan eventueel deel uitmaken van een module voor een modulaire transportmat. De overlappende wanddelen kunnen althans nabij één uiteinde met ten minste een zijvlak in hoofdzaak evenwijdig met een zijrand van de module verlopen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een transporteur, 25 omvattende een transportvlak met een zijgeleiding die is gevormd met een zich in een transportrichting uitstrekkende reeks in hoofdzaak dwars op het transportvlak opstaande wanddelen, waarbij telkens tenminste twee wanddelen elkaar in transportrichting aan een van het transportvlak af gekeerde bovenzijde althans gedeeltelijk als een waaier overlappen, onder 30 insluiting van een met de dikte van ten minste een bovenzijde van een 8 wanddeel corresponderende tussenafstand zijn opgesteld, en althans nabij een uiteinde met ten minste een zijvlak in hoofdzaak evenwijdig met een zijrand van de transporteur verlopen. Door wanddelen althans nabij een uiteinde met ten minste één zijvlak in hoofdzaak evenwijdig met een zijrand 5 van de transporteur te laten verlopen, wordt bereikt dat de wanddelen bij het back flexen elkaar in voldoende mate kunnen overlappen om bij het sprocket üexen hun overlap goed te behouden, terwijl de wanddelen bij het back flexen ook nog in voldoende mate verder ineen kunnen schuiven.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn 10 weergegeven in de volgconclusies.
Opgemerkt wordt, dat binnen deze context steeds de toestand van de transporteur beschreven wordt in een plat vlak, tenzij wordt vermeld dat de transporteur zich in een back- of sprocketflexende stand bevindt. Bijvoorbeeld betreft de in conclusie 1 beschreven overlapping van de 15 wanddelen dus een toestand van de transporteur in een plat vlak.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven.
In de tekening toont:
Fig. IA een schematisch perspectivisch aanzicht van een stuk 20 transporteur met zijgeleiding die zich in een plat vlak bevindt;
Fig. 1B een schematisch bovenaanzicht van de transporteur van Fig. IA, met een doorsnede langs de lijn 1B-1B in Fig. IA;
Fig. 2A een schematisch perspectivisch aanzicht van de transporteur van Fig. IA bij het doorlopen van een opwaartse bocht; 25 Fig. 2B een schematisch bovenaanzicht van de transporteur van
Fig. 2A, met een doorsnede langs de lijn 2B-2B in Fig. 2A;
Fig. 3A een schematisch perspectivisch aanzicht van de transporteur van Fig. IA bij het doorlopen van een neerwaartse bocht;
Fig. 3B een schematisch bovenaanzicht van de transporteur van 30 Fig. 3A, met een doorsnede langs de lijn 3B-3B in Fig. 3A; 9
Fig. 4A een schematisch perspectivisch aanzicht van een module van de transporteur van Fig. IA;
Fig. 4B een bovenaanzicht van de module van Fig. 4A;
Fig. 4C een vooraanzicht van de module van Fig. 4A; 5 Fig. 4D een zijaanzicht van de module van Fig. 4A; en
Fig. 5A-5G schematisch in bovenaanzicht telkens een alternatieve uitvoeringsvorm van de transporteur met zijgeleiding. Opgemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven betreffen van vóórdelige uitvoeringsvormen die zijn weergegeven bij wijze van niet-limiterend 10 uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers weergegeven.
Figuur 1 toont een transporteur 1, omvattende een transportvlak 2 met een zijgeleiding 20. De transporteur kan een modulaire transportmat zijn, zoals hier weergegeven, maar kan ook bijvoorbeeld een niet-modulair 15 uitgevoerde transportband zijn. In figuur 1 is getoond dat de transporteur'l zich in een plat vlak bevindt, zoals bij het doorlopen van een vlak haandeel van een transporttraject. In figuur 1 is slechts een deel van de transporteur 1 weergegeven. De transporteur 1 is veelal eindloos uitgevoerd, waarbij een bovenpart van de transporteur met behulp van aandrijfwielen langs een 20 transportbaan wordt gevoerd, via retourwielen wordt omgeleid en via een retourgeleiding wordt teruggeleid. De transporteur 1 is in dit I i . .
uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een modulaire transportmat en omvat een aantal in transportrichting P opeenvolgende modules 11. De modules 11 zijn elk voorzien van een zich dwars op de transportrichting P uitstrekkend 25 lijfdeel 12 met scharnierogen 13A die in transportrichting voorwaarts reiken en met scharnierogen 13B die in transportrichting achterwaarts reiken. De scharnierogen 13A, 13B van opeenvolgende modules 11 werken samen en zijn met behulp van in de figuur niet weergegeven scharnierpennen 14 gekoppeld.
10
In het uitvoeringsvoorbeeld is slechts één zijgeieiding 20 weergegeven. Gebruikerlijkerwijs is transporteur 1 aan beide lange zijranden 8 voorzien van een zijgeieiding 20, zodat tussen de twee zij geleidingen 20 met aanzienlijke tussenafstand uiteen zijn geplaatst en 5 het merendeel van de breedte van het transportvlak tussen de zijgeleidingen 20 in is gelegen. Zoals in de beschrijvingsinleiding reeds uiteengezet, kunnen dwars op de transportrichting P eventueel dwarsschotten zijn aangebracht (in de figuur niet weergegeven).
In figuur 1 is slechts een enkele rij modules 11 weergegeven. Het 10 moge duidelijk zijn dat een modulaire transportmat dwars op de transportrichting uit meerdere modules 11 kan zijn opgebouwd, bijvoorbeeld een reeks modules zonder wanddelen 3 die dwars op de transportrichting P aan de zijranden 8 van de mat is ingesloten door randmodules met één of meer wanddelen 3A, 3B. De zijgeieiding 20 is gevormd met een zich in een 15 met dubbele pijl P aangegeven transportrichting uitstrekkende reeks 10 in hoofdzaak dwars op het transportvlak 2 opstaande wanddelen 3. In de reeks 10 overlappen, zoals bijvoorbeeld bij pijlen PI en P2 aangegeven, telkens twee wanddelen 3 elkaar in transportrichting P aan een van het transportvlak 2 afgekeerde bovenzijde 4 althans gedeeltelijk als een waaier. 20 Wanddelen 3 in de reeks 10 verschillen althans aan hun bovenzijden 4 onderling. In transportrichting P opeenvolgende wanddelen 3 in de reeks 10 verschillen aan hun bovenzijden 4 ten opzichte van elkaar in hun afstand ten opzichte van een langsrand 8 van de transporteur 1. Deze overlappende wanddelen 3 zijn onder insluiting van een met de dikte van ten minste een 25 bovenzijde 4 van een wanddeel 3 corresponderende spieetvormige tussenruimte 5 opgesteld.
De elkaar met een spieetvormige tussenruimte 5 overlappende wanddelen 3 zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld in transportrichting P niet opeenvolgend, maar telkens gescheiden door een verder wanddeel. Zoals 30 verderop aan de hand van figuur 5 nader zal worden toegelicht, kunnen de 11 telkens ten minste twee elkaar aan de bovenzijde 4 onder insluiting van een spieetvormige tussenruimte 5 althans gedeeltelijk als een waaier overlappende wanddelen 3 eventueel ook in transportrichting P opeenvolgend zijn. De spleetbreedte van de tussenruinte 5 correspondeert 5 met de dikte van ten minste een bovenzijde 4 van een wanddeel 3. Nabij althans één uiteinde 6 verlopen de overlappende wanddelen 3 mèt ten minste één zijvlak 7 in hoofdzaak evenwijdig met een zijrand 8 van de transporteur 1.
De overlappende wanddelen 3 zijn in transportrichting P gezien elk 10 voorzien van twee uiteinden 6 die via een in hoofdzaak schuin verlopend tussenstuk 9 zijn verbonden. In de in figuur 1 weergegeven vlakke stand is één ander wanddeel 3A’ uit de reeks 10 althans gedeeltelijk in de spieetvormige tussenruimte 5 geaccommodeerd. De overlappende wanddelen 3A, 3B zijn hier met verschillende afstand ten opzichte van de 15 zijrand 8 van de transporteur 1 opgesteld. De wanddelen 3A, 3B maken elk deel uit van een deelreeks 10A, 10B van wanddelen 3, waarbij de deelreeksen 10A, 10B een meervoudig uitgevoerde zijgeleiding 20 vormen.
In transportrichting P is de steek van opeenvolgende wanddelen 3, in dit uitvoeringsvoorbeeld kleiner dan de steek van opeenvolgende modules 20 11. De tussenruimte 5 heeft in transportrichting P hier nabij een midden 15 van het lijfdeel 12 de grootste spleetbreedte, en het zijvlak 7 is in transportrichting P nabij het midden 15 van het lijfdeel 12 gelegen. Het transportvlak 2 is hier nabij het midden van het lijfdeel 12 althans ter plaatse van een onder de tussenruimte 5 gelegen gebied voorzien van een 25 uitsparing 16. De uitsparing 16 zet zich in dit voorbeeld dwars op het transportvlak 2 voort als een door de wanddelen 3A, 3B omgeven vrije ruimte. De overlappende wanddelen 3A, 3B zijn integraal gevormd met een gemeenschappelijke drager, die in dit uitvoeringsvoorbeeld is gevormd door het lijfdeel van een module 11. De wanddelen 3A, 3B zijn via een 30 gemeenschappelijk voetstuk 17 met de drager verbonden, en de 12 gemeenschappelijke drager is voorzien van scharnierogen 13. In de figuren zijn alle modules 11 voorzien van twee wanddelen 3A, 3B.
Refererend aan figuur 4 is daarin in detail een module 11 getoond uit de transporteur 1 van figuur 1. De getoonde module 11 is voorzien van 5 ten minste twee wanddelen 3A, 3B. De module vormt een zijgeleidingselement voor een transportmat 1, omvattende een gemeenschappelijke drager, in dit geval het lijfdeel 12 van de module 11’, met een transportvlak 2. Het transportvlak 2 is voorzien van twee opstaande wanddelen 3A, 3B die elkaar aan een van het transportvlak 2 10 afgekeerde bovenzijde 4 althans gedeeltelijk als een waaier overlappen onder insluiting van een met de dikte van ten minste een bovenzijde 4 van een wanddeel 3 corresponderende spieetvormige tussenruimte 5. In dit uitvoeringsvoorbeeld verlopen de wanddelen 3 althans nabij een uiteinde 6 met ten minste één zijvlak 7 in hoofdzaak evenwijdig met een zijrand 8’ van 15 de module 11.
Refererend aan figuur 2 is weergegeven dat het transportvlak 2 van de transporteur 1 een opwaartse bocht doorloopt om een draaias Al dwars op de transportrichting P. De transporteur 1 voert hierbij een back flexende beweging uit. Zoals in figuur 2 is weergegeven, overlappen 20 opeenvolgende wanddelen 3A, 3A’, 3A” respectievelijk 3B, 3B’, 3B” in de deelreeksen 10A, 10B elkaar verder dan in figuur 1, zodat door ineenschuiving van de wanddelen de opwaartse bocht mogelijk wordt gemaakt. Doordat de in hoofdzaak evenwijdig met de zijrand 8 van de transporteur 1 verlopende zijvlakken 7 nabij de uiteinden 6 van de 25 overlappende wanddelen 3A, 3B een relatief grote spieetvormige tussenruimte 5 hebben, kan een in transportrichting P opeenvolgend wanddeel 3A’, worden geaccommodeerd.
In figuur 3 is getoond dat het transportvlak 2 van de transporteur 1 een neerwaartse bocht om een draaias A2 dwars op de transportrichting P 30 maakt. De transporteur 1 voert hierbij een sprocket flexende beweging uit.
13
De in transportrichting opeenvolgende wanddelen 3A, 3A’ overlappen elkaar in mindere mate dan in de situatie getoond in figuur 1. Dwars op de transportrichting P is echter met geringe tussenafstand een wanddeel 3B aanwezig, dat de zij geleidingsfunctie waarborgt.
5 In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de wanddelen 3 elk aan beide uiteinden 6 voorzien van één zijvlak 7 dat in hoofdzaak evenwijdig verloopt met een zijrand 8 van de transporteur 1. Dit hoeft niet altijd zo te zijn. In een andere uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld één of beide uiteinden 6 zijn voorzien van twee evenwijdig met de zijrand 8 verlopende zijvlakken 7, of 10 zelfs van vlakken die niet evenwijdig zijn.
Op gemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot het in figuren 1 tot en met 4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Vele varianten zijn mogelijk. Zo kunnen wanddelen in de reeks althans aan hun bovenzijden ten opzichte van elkaar verschillen in oriëntatie en/of afstand 15 ten opzichte van een langsrand van de transporteur. Ook kunnen wanddelen in de reeks althans aan hun bovenzijde ten opzichte van elkaar verschillen van vorm en/of afmeting. Zo is in Fig. 5A een uitvoeringsvariant weergegeven waarbij de zijgeleiding 20 is opgebouwd met behulp van twee typen modules 11 die elkaar in transportrichting P afwisselen. Beide typen 20 zijn voorzien van twee elkaar onder insluiting van een spieetvormige tussenruimte 5 in transportrichting althans gedeeltelijk als een waaier overlappende wanddelen 3. De wanddelen 3 strekken zich hier in hun geheel in hoofdzaak evenwijdig met een zijrand 8 van de transporteur 1 uit, en zijn elk met een verschillende afstand ten opzichte van de zijrand 8 van 25 de transporteur 1 opgesteld, terwijl hun oriëntatie gelijk is. Bij deze uitvoeringsvorm is de zijgeleiding 20 op gebouwd met een aantal parallel verlopende reeksen van wanddelen 3, waarbij de wanddelen 3 per rij in transportrichting een tussenruimte hebben die groter is dan een wanddeel 3. In Fig. 5B is een variant getoond, waarbij één van de typen modules 30 slechts één wanddeel 3 draagt. In Fig. 5C is een andere variant getoond, 14 waarbij de wanddelen 3 via een getrapt verlopend stuk zijn verbonden. In figuur 5D is schematisch de uitvoeringsvariant van de figuren 1 tot en met 4 weergegeven. Bij deze variant is voorzien in één type module 11 dat is voorzien van twee schuin opgestelde wanddelen 3A. De wanddelen 3 zijn 5 hier met verschillende afstand tot de zijrand 8 geplaatst. In Fig. 5E is een uitvoeringsvorm getoond waarbij is voorzien in twee typen modules 11 die elk één wanddeel 3 dragen. De wanddelen 3 van de verschillende typen zijn met verschillende afstand tot de zijrand op gesteld. In deze uitvoeringsvorm zijn de wanddelen elk voorzien van twee uiteinden 6 die via een in 10 hoofdzaak schuin verlopend tussenstuk 9 zijn verbonden. De wanddelen 3 zijn aan de uiteinden 6 elk voorzien van een in hoofdzaak langs de langsrand verlopend zijvlak 7. De zijvlakken 7 zijn bij deze uitvoeringsvorm in transportrichting P in vier parallelle rijen gelegen. In Fig. 5F is een uitvoeringsvoorbeeld getoond waarin is voorzien in één type module 11, 15 waarbij is voorzien in telkens één wanddeel 3 dat met dezelfde stand en oriëntatie ten opzichte van de zijrand 8 is opgenomen. Het wanddeel 3 is nabij beide uiteinden 6 voorzien van een zijvlak 7 dat in hoofdzaak evenwijdig met een zijrand van de transporteur verloopt. In transportrichting opeenvolgende wanddelen overlappen elkaar aan een van 20 het transportvlak 2 afgekeerde bovenzijde 4 althans gedeeltelijk als een waaier, en sluiten een met de dikte van ten minste één bovenzijde van een wanddeel corresponderende spieetvormige tussenruimte 5 in. De spieetvormige tussenruimte 5 is in deze uitvoeringsvorm een aantal maal de dikte van de bovenzijde 4 van een wanddeel 3. In het uitvoeringsvoorbeeld 25 van Fig. 5F zijn de twee uiteinden via een in hoofdzaak schuin verlopend tussenstuk 9 verbonden. In de uitvoeringsvorm van Fig. 5G zijn de uiteinden via een in hoofdzaak getrapt verlopende tussenstuk verbonden.
Bij de in Fig. 5E, 5F en 5G getoonde uitvoeringsvormen is de steek van de wanddelen gelijk aan de steek van de modules, en is de grootste 30 spleetbreedte bij een scharnieroog van de module gelegen. Het moge 15 duidelijk zijn dat de in figuur 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeelden eveneens kunnen worden toegepast bij een niet*modulaire transporteur.
Deze en andere varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord 5 in de hiernavolgende conclusies.
16 1. transporteur 2 transportvlak 3A, 3B; 3A’, 3B’; 3A”, 3B”wanddelen 5 4 bovenzijde wanddelen 5 spieetvormige tussenruimte 6 uiteinde wanddeel 7 zijvlak 8 zijrand mat 10 8’ zijrand module 9 schuin tussenstuk tussen uiteinden 10A, 10B reeks wanddelen 11 modules 12 lijfdeel 15 13A, 13B scharnierogen 14 scharnierpen 15 midden lijfdeel 16 uitsparing 17 gemeenschappelijk voetstuk 20 20 zij geleiding dubbele pijl P transportrichting PI voorbeeldlocatie twee overlappende wanddelen P2 verder voorbeeld locatie twee overlappende wanddelen 25 Al draaias figuur 2 A2 draaias figuur 3
Claims (32)
1. Transporteur, omvattende een transportvlak met een zijgeleiding die is gevormd met een zich in een transportrichting uitstrekkende reeks in hoofdzaak dwars op het transportvlak opstaande wanddelen, waarbij telkens tenminste twee wanddelen elkaar in transportrichting aan een van 5 het transportvlak af gekeerde bovenzijde althans gedeeltelijk als een waaier overlappen, en waarbij wanddelen in de reeks althans aan hun bovenzijden onderling verschillen.
2. Transporteur volgens conclusie 1, waarin wanddelen in de reeks 10 althans aan hun bovenzijden ten opzichte van elkaar verschillen in oriëntatie en/of afstand ten opzichte van een langsrand van de transporteur.
3. Transporteur volgens conclusie 1 of 2, waarin wanddelen in de reeks althans aan hun bovenzijde ten opzichte van elkaar verschillen in 15 vorm en/of afmeting.
4. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarin in transportrichting opeenvolgende wanddelen in de reeks althans aan hun bovenzijde ten opzichte van elkaar verschillen. 20
5. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij telkens tenminste twee wanddelen elkaar in transportrichting aan een van het transportvlak af gekeerde bovenzijde althans gedeeltelijk als een waaier overlappen en onder insluiting van een met de dikte van ten minste een 25 bovenzijde van een wanddeel corresponderende spieetvormige tussenruimte zijn opgesteld.
6. Transporteur volgens conclusie 5, waarbij de overlappende wanddelen nabij een uiteinde met ten minste een zijvlak in hoofdzaak evenwijdig met een zijrand van de transporteur verlopen.
7. Transporteur volgens conclusie 5 of 6, waarbij genoemde overlappende wanddelen in transportrichting gezien elk zijn voorzien van twee uiteinden die via een in hoofdzaak schuin verlopend tussenstuk zijn verbonden.
8. Transporteur volgens conclusie 5 of 6, waarbij genoemde opstaande wanddelen in transportrichting gezien elk zijn voorzien van twee uiteinden die via een in hoofdzaak getrapt verlopend verlopend tussenstuk zijn verbonden.
9. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies 5-8, waarbij één of meer andere wanddelen uit de reeks althans gedeeltelijk in de spieetvormige tussenruimte accommodeerbaar zijn.
10. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies 5-9, waarbij 20 één of meer andere wanddelen uit de reeks althans gedeeltelijk in de spieetvormige tussenruimten zijn geaccommodeerd.
11. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies 5-10, waarbij genoemde overlappende wanddelen met verschillende oriëntatie en/of 25 afstand ten opzichte van een zijrand van de transporteur zijn opgesteld.
12. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies 5-11, waarbij de reeks is gevormd met verschillende typen wanddelen.
13. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies 5-12, waarbij 30 genoemde wanddelen elk deel uitmaken van een deelreeks wanddelen, waarbij de deelreeksen samen een meervoudig uitgevoerde zijgeleiding vormen.
14. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies 5-13, 5 omvattende een aantal in transportrichting opeenvolgende modules, elk voorzien van een zich dwars op de transportrichting uitstrekkend lijfdeel met in transportrichting voorwaarts en achterwaarts reikende scharnierogen, waarbij de scharnierogen van opeenvolgende modules samenwerken en met behulp van schamierpennen zijn gekoppeld. 10
15. Transporteur volgens conclusie 14, waarbij in transportrichting de steek van opeenvolgende wanddelen kleiner is dan de steek van opeenvolgende modules. r
16. Transporteur volgens conclusies 14 of 15, waarbij genoemde tussenruimte in transportrichting nabij een midden van een lijfdeel de grootste spleetbreedte heeft.
17. Transporteur volgens een der conclusies 14-16, waarbij genoemd 20 zijvlak in transportrichting nabij een midden van een lijfdeel is gelegen.
18. Transporteur volgens een der conclusies 14-17, waarbij het transportvlak nabij een midden van een lijfdeel althans ter plaatse van een onder de tussenruimte gelegen gebied is voorzien van en uitsparing, welke 25 uitsparing zich bij voorkeur voortzet als een door de wanddelen en/of een gemeenschappelijk voetstuk omgeven vrije ruimte.
19. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde overlappende wanddelen integraal zijn gevormd met een 30 gemeenschappelijke drager.
20. Transporteur volgens conclusie 19, waarbij de wanddelen via een gemeenschappelijk voetstuk met de drager zijn verbonden.
21. Transporteur volgens conclusie 14 en conclusies 19 of 20, waarbij de gemeenschappelijke drager is voorzien van een of meer scharnierogen.
22. Transporteur volgens conclusie 14 en een der conclusies 19-21, waarbij de gemeenschappelijke drager deel uitmaakt van een module. 10
23. Transporteur volgens een der conclusies 14-22, waarbij althans een aantal modules is voorzien van ten minste twee wanddelen.
24. Zijgeleidingselement voor een transportmat, omvattende een 15 gemeenschappelijke drager met een transportvlak dat is voorzien van ten minste twee opstaande wanddelen die elkaar aan een van het transportvlak af gekeerde bovenzijde althans gedeeltelijk als een waaier overlappen onder insluiting van een met de dikte van ten minste een bovenzijde van een wanddeel corresponderende spieetvormige tussenruimte.
25. Zijgeleidingselement volgens conclusie 24, waarbij de wanddelen een gemeenschappelijk voetstuk hebben.
26. Zijgeleidingselement volgens conclusie 24 of 25, waarbij de 25 gemeenschappelijke drager is voorzien van een of meer scharnierogen.
27. Zijgeleidingselement volgens conclusie 26, waarbij de gemeenschappelijke drager deel uitmaakt van een module voor een modulaire transportmat, omvattende een lijfdeel dat aan zich dwars op een 30 transportrichting uitstrekkende voor- en achterzijden is voorzien van rijen dwars op de transportrichting met onderlinge tussenruimten uiteen geplaatste scharnierogen met zich dwars op de transportrichting uitstrekkende scharniergaten, zodanig dat voor- en achterzijden van opeenvolgende modules onder ingrijping van de scharnierogen met behulp 5 van een zich dwars op de transportrichting uitstrekkende scharnierpen koppelbaar zijn zodat bovenvlakken van de gekoppelde modules een transportvlak vormen.
28. Zijgeleidingselement volgens conclusie 27, waarbij genoemde 10 tussenruimte in transportrichting nabij een midden van het lijfdeel de grootste spleetbreedte heeft.
29. Zijgeleidingselement volgens Conclusie 27 of 28, waarbij genoemd zijvlak in transportrichting nabij een midden van het lijfdeel is gelegen. 15
30. Zijgeleidingselement volgens een der conclusies 27-29, waarbij het transportvlak in transportrichting nabij een midden van een lijfdeel althans ter plaatse van een onder de tussenruimte gelegen gebied is voorzien van een uitsparing, welke uitsparing zich bij voorkeur voortzet als een door de 20 wanddelen en/of een gemeenschappelijk voetstuk omgeven vrije ruimte.
31. Zijgeleidingselement volgens een der conclusies 27-30, waarbij genoemde overlappende wanddelen met verschillende oriëntatie en/of stand ten opzichte van een zijrand van de module zijn op gesteld. 25
32. Transporteur, omvattende een transportvlak met een zijgeleiding die is gevormd met een zich in een transportrichting uitstrekkende reeks in hoofdzaak dwars op het transportvlak opstaande wanddelen, waarbij telkens tenminste twee wanddelen elkaar in transportrichting aan een van 30 het transportvlak af gekeerde bovenzijde althans gedeeltelijk als een waaier overlappen, onder insluiting van een met de dikte van ten minste een bovenzijde van een wanddeel corresponderende tussenafstand zijn opgesteld, en althans nabij een uiteinde met ten minste een zijvlak in hoofdzaak evenwijdig met een zijrand van de transporteur verlopen. 5
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001205A NL2001205C2 (nl) | 2008-01-21 | 2008-01-21 | Transporteur voorzien van zijgeleiding, alsmede zijgeleidingselement. |
AU2009206818A AU2009206818B2 (en) | 2008-01-21 | 2009-01-19 | Conveyor provided with side guard, and side guard element |
CN2009801026650A CN101925524B (zh) | 2008-01-21 | 2009-01-19 | 设有侧护装置的运输机、以及侧护元件 |
PCT/NL2009/050021 WO2009093897A2 (en) | 2008-01-21 | 2009-01-19 | Conveyor provided with side guard, and side guard element |
US12/863,783 US8371436B2 (en) | 2008-01-21 | 2009-01-19 | Conveyor provided with side guard, and side guard element |
EP09704605A EP2242709B1 (en) | 2008-01-21 | 2009-01-19 | Conveyor provided with side guard, and side guard element |
MX2010007933A MX2010007933A (es) | 2008-01-21 | 2009-01-19 | Transportador acondicionado con proteccion lateral, y elemento de proteccion lateral. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001205A NL2001205C2 (nl) | 2008-01-21 | 2008-01-21 | Transporteur voorzien van zijgeleiding, alsmede zijgeleidingselement. |
NL2001205 | 2008-01-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2001205C2 true NL2001205C2 (nl) | 2009-07-22 |
Family
ID=39689396
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2001205A NL2001205C2 (nl) | 2008-01-21 | 2008-01-21 | Transporteur voorzien van zijgeleiding, alsmede zijgeleidingselement. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US8371436B2 (nl) |
EP (1) | EP2242709B1 (nl) |
CN (1) | CN101925524B (nl) |
AU (1) | AU2009206818B2 (nl) |
MX (1) | MX2010007933A (nl) |
NL (1) | NL2001205C2 (nl) |
WO (1) | WO2009093897A2 (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN103057905B (zh) * | 2013-01-25 | 2015-11-18 | 世林(漯河)冶金设备有限公司 | 一种链带托盘装置 |
US9156620B2 (en) * | 2013-03-14 | 2015-10-13 | Illinois Tool Works Inc. | Conveyor belt and platform for conveyor belt |
CN104261053A (zh) * | 2014-08-14 | 2015-01-07 | 天地科技股份有限公司 | 一种板式快速定量输送机的承载板 |
CN107438572B (zh) * | 2015-04-15 | 2020-12-29 | 莱特拉姆有限责任公司 | 具有中间支撑的自堆叠盘旋式模块化塑料输送带 |
US10155625B1 (en) | 2015-09-01 | 2018-12-18 | Laitram, L.L.C. | Conveyor belts and modules with twist-lock accessories |
US11840401B2 (en) * | 2021-07-21 | 2023-12-12 | Forjas Bolivar S.A.S. | Plate chain with self-supported mechanism |
CN115924352B (zh) * | 2023-02-13 | 2023-10-10 | 广东源憬健康科技有限公司 | 垃圾自动处理系统 |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1367156A (en) * | 1971-11-15 | 1974-09-18 | Laitram Corp | Modlue for constructing linked structures |
EP0019028A1 (en) * | 1978-09-15 | 1980-11-26 | Andersson, Kurt Göran | A conveyor arrangement |
EP0113909A2 (en) * | 1983-01-12 | 1984-07-25 | The Laitram Corporation | Lightweight modular conveyer belt |
EP0175483A1 (en) * | 1984-08-20 | 1986-03-26 | The Laitram Corporation | Conveyor belt having insertable & selectable conveying members |
US20040011627A1 (en) * | 2002-07-18 | 2004-01-22 | Palmaer Eric K. | Stacked spiral modular plastic conveyor belt system |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4840269A (en) * | 1988-03-28 | 1989-06-20 | Rexnord Inc. | Apron type conveyor |
JPH0543026A (ja) * | 1989-09-22 | 1993-02-23 | Eretsutsu:Kk | コンベヤ装置 |
US6840371B2 (en) * | 2001-06-29 | 2005-01-11 | Rexnord Industries, Inc. | Link having a twisted side guard |
US6766901B2 (en) * | 2001-07-19 | 2004-07-27 | Habasit Ag | Snap-on side guards |
US6811021B1 (en) * | 2003-11-06 | 2004-11-02 | Laitram, L.L.C. | Plastic conveyor belt modules with unitary sideguards |
US7270231B2 (en) * | 2005-05-26 | 2007-09-18 | Heber Gerald J | Self-stacking spiral conveyor belt |
US7556145B2 (en) * | 2006-12-08 | 2009-07-07 | Habasit Ag | Gapless side guard |
US7500555B1 (en) * | 2008-06-20 | 2009-03-10 | Miaw Yeou Metal Industry Co., Ltd | Link plate for a metal waste conveyer |
-
2008
- 2008-01-21 NL NL2001205A patent/NL2001205C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2009
- 2009-01-19 CN CN2009801026650A patent/CN101925524B/zh active Active
- 2009-01-19 AU AU2009206818A patent/AU2009206818B2/en active Active
- 2009-01-19 MX MX2010007933A patent/MX2010007933A/es active IP Right Grant
- 2009-01-19 EP EP09704605A patent/EP2242709B1/en active Active
- 2009-01-19 WO PCT/NL2009/050021 patent/WO2009093897A2/en active Application Filing
- 2009-01-19 US US12/863,783 patent/US8371436B2/en active Active
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1367156A (en) * | 1971-11-15 | 1974-09-18 | Laitram Corp | Modlue for constructing linked structures |
EP0019028A1 (en) * | 1978-09-15 | 1980-11-26 | Andersson, Kurt Göran | A conveyor arrangement |
EP0113909A2 (en) * | 1983-01-12 | 1984-07-25 | The Laitram Corporation | Lightweight modular conveyer belt |
EP0175483A1 (en) * | 1984-08-20 | 1986-03-26 | The Laitram Corporation | Conveyor belt having insertable & selectable conveying members |
US20040011627A1 (en) * | 2002-07-18 | 2004-01-22 | Palmaer Eric K. | Stacked spiral modular plastic conveyor belt system |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2242709A2 (en) | 2010-10-27 |
CN101925524B (zh) | 2013-06-05 |
CN101925524A (zh) | 2010-12-22 |
AU2009206818B2 (en) | 2013-09-19 |
AU2009206818A1 (en) | 2009-07-30 |
EP2242709B1 (en) | 2012-08-01 |
MX2010007933A (es) | 2010-11-30 |
WO2009093897A2 (en) | 2009-07-30 |
US8371436B2 (en) | 2013-02-12 |
US20110000767A1 (en) | 2011-01-06 |
WO2009093897A3 (en) | 2009-09-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2001205C2 (nl) | Transporteur voorzien van zijgeleiding, alsmede zijgeleidingselement. | |
US3939964A (en) | Apron or plate belt conveyor | |
US6401914B1 (en) | Curved path multiple chain link conveyor modules and belts | |
EP1647515B1 (en) | Non-skid modular plastic conveyor belt | |
US6644466B2 (en) | Platform-top radius belt and modules | |
NL2005789C2 (nl) | Module voor een modulaire transportmat en modulaire transportmat. | |
CN106132850B (zh) | 传送装置、包括传送装置的输送系统及传送输送物的方法 | |
DK2945888T3 (en) | articulation | |
NL9201999A (nl) | Uit kunststof modules opgebouwde transportmat en modules voor een dergelijke transportmat. | |
NL2002344C2 (en) | Conveyor chain module, conveyor chain, conveyor and conveyor system. | |
US8127957B2 (en) | Suspended receptacle for at least one piece of dough and set consisting of a plurality of suspended receptacles of this type | |
NL2005790C2 (nl) | Modulaire transportmat en module daarvoor. | |
DK200400339U3 (da) | Transportsystem med en overförings- eller glideanordning mellem to transportbånd, en overförings- eller glideanordning og et mellemelement med en overförings- eller glideflade | |
NL2002829C2 (nl) | Inrichting voor het vullen van eiertrays. | |
NL1030625C2 (nl) | Modulaire transportmat en transportmatmodule. | |
US9540177B1 (en) | Conveyor belt and modules with flights at the hinge | |
NL1010040C2 (nl) | Uit kunststofmodules opgebouwde transportmat en een module voor een dergelijke transportmat. | |
CA2904617C (en) | Conveyor belt and platform for conveyor belt | |
NL2003487C2 (nl) | Transportsysteem. | |
BE1009599A6 (nl) | Uit kunststof modules opgebouwde transportmat en een module voor een dergelijke transportmat. | |
NL1008600C2 (nl) | Transportsysteem, alsmede een transportmat. | |
NL2000035C2 (nl) | Werkwijze en transporteur voor het transporteren en bufferen van producten. | |
NL2025273B1 (nl) | Modulaire transportmat en module daarvoor | |
GB2138376A (en) | Conveyor chains | |
NL1023107C2 (nl) | Continue verticale transporteur met kromme geleidingsbanen. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140801 |