NL9201999A - Uit kunststof modules opgebouwde transportmat en modules voor een dergelijke transportmat. - Google Patents

Description

Titel: Uit kunststof modules opgebouwde transportmat en modules voor een dergelijke transportmat.

De uitvinding heeft betrekking op een transportmat die is opgebouwd uit eerste en tweede modules, die in een geheel uit kunststof vervaardigd zijn, waarbij de breedte van de eerste modules in hoofdzaak tweemaal de breedte van de tweede modules is, waarbij, gezien in de langsrichting van de mat, de modules ten opzichte van elkaar versprongen zijn aangebracht, waarbij iedere module bestaat uit een aantal in hoofdzaak op onderling gelijke afstand gelegen scharnierplaten, die zich elk over in hoofdzaak de gehele lengte van de module uitstrekken en elk aan beide uiteinden voorzien zijn van scharnierogen, waarbij de scharnierplaten van een module met elkaar gekoppeld zijn door ten minste een tussen de beide uiteinden gelegen ribbe, waarbij de uiteinden van de scharnierplaten aan een langszijde van een module gelegen zijn tussen de uiteinden van de scharnierplaten van een in langsrichting van de mat aangrenzende module, met de scharnierogen van de beide modules in hoofdzaak in een lijn, en met elkaar gekoppeld zijn door een zich door de scharnierogen uitstrekkende scharnierpen en waarbij voorzien is in middelen om de scharnierpen ten opzichte van de modules te borgen.

Een dergelijke uit modules opgebouwde transportmat is bekend uit US-A-3.870.141 en wordt bijvoorbeeld gebruikt in de verpakkingsindustie, in bottelarijen en dergelijke, waarbij de mat een relatief grote breedte, tot enkele meters toe, kan hebben en uitgevoerd is als een eindeloze transportmat, die aan het begin en het einde van een transporttraject geleid is over kettingwielen die over de breedte van de transporteur zijn aangebracht.

In de praktijk is het dikwijls gewenst dat afzonderlijke transportmatten naast elkaar kunnen lopen om een transportvlak te vormen. De naast elkaar gelegen matten kunnen dan dezelfde snelheid, maar ook verschillende snelheden hebben. Om in een dergelijk geval een storingvrij transport te waarborgen, dient de overgang van de ene mat naar een naastgelegen mat zo min mogelijk onderbrekingen van het transportvlak te vertonen en dient de zijkant van de mat zo vlak mogelijk te zijn om het in langsrichting van de matten ten opzichte van elkaar bewegen mogelijk te maken. De bekende mat voldoet hieraan niet, doordat de scharnierpennen waarmee de modules met elkaar gekoppeld zijn een kop bezitten die uitsteekt buiten de zijkant van de mat, zodat bij naast elkaar gelegen matten, de koppen van de scharnierpennen van aangrenzende matten achter elkaar kunnen blijven haken, terwijl ook het door beide matten gevormde transportvlak ongewenste onregelmatigheden vertoont.

De uitvinding beoogt te voorzien in een transportmat die de voornoemde bezwaren van de bekende mat niet heeft en waarvan de zijkant geen uitstekende delen toont, terwijl tevens bij naast elkaar gelegen matten het transportvlak geheel regelmatig van opbouw blijft.

De uitvinding beoogt tevens te voorzien in een transportmat van het zogenaamde "raised rib" type, die tevens aan de bovengenoemde vereisten voldoet.

Verder beoogt de uitvinding te voorzien in een transportmat die met zo weinig mogelijk handelingen en met een minimale kans op vergissingen, bijvoorkeur automatisch kan worden samengesteld uit slecht twee verschillende modules.

Tenslotte beoogt de uitvinding te voorzien in een transportmat waarvan de modules zo licht mogelijk van opbouw zijn, hetgeen gunstig is voor het benodigde aandrijfvermogen voor de mat en voor de kostprijs, terwijl de modules van de mat toch een grote stevigheid bezitten en in het bijzonder een zo regelmatig mogelijk gesloten transportvlak bepalen, hetgeen gunstig is voor het storingvrij in langs- en dwarsrichting over de mat verschuiven van te transporteren producten.

De uitvinding voorziet hiertoe in een transportmat van voornoemde soort, met het kenmerk, dat de tweede modules zich uitsluitend aan de beide zijkanten van de transportmat bevinden, waarbij tussen twee opeenvolgende tweede modules aan een zijkant steeds een eerste module is gelegen, dat van iedere tweede module de aan de zijkant van de mat gelegen scharnierplaat voorzien is van de middelen voor het borgen van de beide scharnierpennen die deze tweede module koppelt met beide in langsrichting van de mat aangrenzende eerste modules en dat de eerste en tweede modules een zodanige breedte bezitten ,dat aan de zijkanten van de mat de eindvlakken van de eerste modules en tweede modules in hoofdzaak op een lijn gelegen zijn.

In het geval van een transportmat van het "raised rib" type wordt de transportmat volgens de uitvinding tevens gekenmerkt doordat iedere eerste module een oneven aantal scharnierplaten bezit en de breedte van de middelste scharnierplaat van een eerste module in hoofdzaak het dubbele is van de breedte van de overige scharnierplaten van de eerste en tweede modules en doordat iedere scharnierplaat voorzien is van een zich in het vlak van die scharnierplaat, over in hoofdzaak de gehele lengte daarvan naar boven uitstrekkend eerste plaatvormig deel, waarbij de bovenzijden van de eerste plaatvormige delen een transportvlak vormen en dat bij iedere module steeds aan weerszijden van een scharnierplaat voorzien is in een tweede plaatvormig deel dat zich evenwijdig aan het eerste plaatvormig deel van die scharnierplaat uitstrekt over in hoofdzaak de afstand tussen de beide ribben, dat met beide ribben van de module gekoppeld is en waarvan de bovenzijde in hoofdzaak in een vlak gelegen is met de bovenzijden van de eerste plaatvormige delen.

De uitvinding voorziet ook in een eerste of een tweede module bestemd voor een transportmat volgens de uitvinding.

Om het aantal onderdelen dat nodig is voor het uit de twee typen modules samenstellen van een transportmat verder te verminderen, heeft de transportmat volgens de uitvinding het kenmerk, dat de middelen voor het borgen van de twee zich door een tweede module uitstrekkende scharnierpennen bestaan uit een tweetal plaatvormige blokkeerorganen die elk geschoven zijn in een sleuf die zich in de eindscharnierplaat van de tweede module aan de zijkant van de mat dwars ten opzichte van elk van beide scharnierpennen uitstrekt, welke plaatvormige blokkeerorganen voorzien zijn van middelen om losneembaar vast te klikken op een langseinde van een sleuf.

In het geval van een transportmat van het "raised rib" type biedt dit de mogelijkheid om het bovenvlak van de mat zo regelmatig mogelijk gesloten te houden doordat de beide plaatvormige blokkeerorganen die bij een enkele tweede module behoren met elkaar verbonden zijn om een n-vormig deel te vormen, waarbij de bovenzijde van het n-vormige deel uit maakt van het transportvlak van de mat. ‘

Opgemerkt wordt nog dat uit ÜS-A- 4.893.710 een transportmat van het "raised rib" type bekend is, waarbij een scharnierpen geborgd wordt door een plaatvormige blokkeerorgaan, dat geschoven kan worden in een in de laatste scharnierplaat van een aan de zijkant van de mat gelegen module gevormde sleufvormige opening, waarbij het zijvlak van het plaatvormige deel voorzien is van een nokvormige verdikking, die door middel van een klikverbinding aangrijpt op het gat voor de scharnierpen. Deze bekende mat heeft als nadeel, dat iedere aan de zijkant van de mat gelegen module voorzien is van een blokkeerorgaan voor een scharnierpen, zodat de mat opgebouwd moet worden uit vijf verschillende modules, hetgeen het samenstellen van een mat omslachtig maakt met veel kans op vergissingen, Een verder nadeel is dat ter plekke van de plaatvormige blokkeerorganen het transportvlak is onderbroken en dat de transportmat geen gladde zijkant heeft doordat het gedeelte van de laatste scharnierplaat van een aan de zijkant van de mat gelegen module waarin de blokkeerorganen zijn aangebracht zijwaarts uitsteekt ten opzichte van de rest van die scharnierplaat.

De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, hierin toont:

Fig. 1 a-d: Respectievelijk een bovenaanzicht, een onderaanzicht, een zijaanzicht en een eindaanzicht van een eerste module.

Fig. 2 a-c: Respectievelijk een bovenaanzicht, een onderaanzicht en een zijaanzicht van een tweede of eindmodule.

Fig. 3: Een doorsnede langs de lijn III-III in figuur la en 2a.

Fig. 4: Een zijaanzicht van een blokkeerorgaan voor een tweetal scharnierpennen.

Fig. 5a: Een doorsnede langs de lijn V-V in figuur 2a.

Fig. 5b: Een doorsnede langs de lijn V-V in figuur 2a met een in de module geplaatst blokkeerorgaan volgens figuur 4.

Fig. 6: Een bovenaanzicht van een gedeelte van een uit modules volgens figuur 1 en 2 samengestelde transportmat.

Fig. 7: Een bovenaanzicht van een eerste module voor een tweede uitvoeringsvorm van de transportmat volgens de uitvinding.

Fig. 8: Een bovenaanzicht van een tweede module voor een tweede uitvoeringsvorm van de transportmat volgens de uitvinding.

Fig. 9: Een aanzicht in perspectief van een eindgedeelte van de module volgens figuur 8, met de eindscharnierplaat daarvan en het blokkeerorgaan voor de scharnierpennen dat in deze plaat geplaatst kan worden.

De figuur 1 en 2 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van respectievelijk een eerste en een tweede of eindmodule voor een transportmat volgens de uitvinding, welke mat van het zogenaamde "raised rib" type is. Er wordt echter met nadruk op gewezen dat de voordelen van de transportmat volgens de uitvinding ook blijven bestaan wanneer de mat van het zogenaamde "flush grid" type is, waarbij de modules van de mat niet zijn voorzien van opstaande plaatvormige delen voor het ondersteunen van te transporteren producten.

In de figuren 1 en 2 zijn gelijke onderdelen aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers, echter in figuur 1 voorafgegaan door het cijfer 1 en in figuur 2 door het cijfer 2. De eerste en tweede modules, respectievelijk 10 en 20, vormen elk een geheel en zijn bijvoorbeeld door middel van spuitgieten vervaardigd. De modules omvatten elk een aantal in hoofdzaak identieke scharnierplaten, 12 en 22, die op onderling gelijke afstanden zijn gelegen en waarbij iedere scharnierplaat aan beide uiteinden aan weerszijden van het lichaam van de scharnierplaat is voorzien van verdikte scharnierogen 13', 13'' en 23',23'', waarin een opening 14 of 24 voor een scharnierpen is gevormd. De scharnierogen en openingen zijn zodanig geconfigureerd dat alle openingen van de modules op een lijn liggen, ook wanneer de scharnierplaten van een tweetal in langsrichting van de mat aangrenzende modules in elkaar grijpen doordat de scharnierplaten van een module steeds tussen de scharnierplaten van de andere module gelegen zijn. Op deze wijze wordt de breedte van een module bepaalde door het aantal scharnierplaten waaruit deze bestaat en de lengte van een module door de lengte van een scharnierplaat.

Aan weerszijden van de scharnierplaten van een module, op steeds gelijke afstanden daarvan is steeds een plaatgedeelte 15 of 25 aangebracht, dat ertoe dient om bij een uit eerste en tweede modules samengebouwde mat een zo regelmatig mogelijk gesloten transportvlak te creëren, met een zo licht mogelijke constructie, hetgeen van belang is voor een gering benodigd aandrijfvermogen en voor een lage kostprijs.

De eerste module bezit een oneven aantal scharnierplaten, waarbij de middelste scharnierplaat, die in de figuur is aangegeven met het verwijzingscijfer 12', een breedte bezit die in hoofdzaak tweemaal de breedte van de overige scharnierplaten is. De scharnierplaat 12' omvat een tweetal plaatgedeelten 16' en 16'', die beide op dezelfde wijze als de scharnierplaten 12 voorzien zijn van scharnierogen en openingen voor scharnierpennen, maar waarbij de naar elkaar gekeerde scharnierogen aan weerszijden van de plaatvormige delen 16' en 16'’ een enkel, dubbel scharnieroog 17 vormen.

De scharnierplaten 12 en 12' en de plaatgedeelten 15 bij een eerste module en de scharnierplaten 22 en de plaatgedeelten 25 bij en tweede module zijn met elkaar verboden en worden op onderling gelijke afstand gehouden door een tweetal dwarsribben respectievelijk 18', 18'' en 28’, 281 *. Deze ribben vormen tevens een aangrijpvlak voor de kettingwielen die de mat aandrijven. Aangezien de aandrijving van een transportmat geen onderdeel van de uitvinding vormt en tevens aan vakmensen welbekend is, is deze verder in de figuren niet getoond. Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat er ook matten bestaan waarin iedere module slechts een dwarsribbe voor het aandrijven van de mat bezit. Ook dergelijke modules kunnen volgens het principe van de uitvinding worden vervaardigd..

Aan de onderzijde van de eerste en tweede modules kan, zoals getoond is in de figuren lb en 2b, voorzien zijn in extra langsribben respectievelijk 19 en 29, ter versteviging van de modules, waarbij deze ribben tussen de uiteinden van een module in een vlak liggen met een plaatgedeelte 15 of 25 en aan de uiteinden van een module ten opzichte van een dergelijk plaatgedeelte enigszins naar buiten versprongen zijn aangebracht .

Figuur 6 toont ter verdere toelichting van de uitvinding een gedeelte van een transportmat die is opgebouwd uit een drietal eerste modules 10 en een tweetal tweede of eindmodules 20. De modules zijn met elkaar gekoppeld door middel van scharnierpennen 11. De hartafstand tussen twee opeenvolgende scharnierpennen vormt de steek T van de mat. De tweede modules hebben een breedte die in wezen de helft is van die van een eerste module. Het zal duidelijk zijn dat een transportmat, waarvan figuur 6 een deel toont, iedere gewenste lengte kan hebben die een veelvoud is van de steek T van een scharnierplaat 12 of 22 en dat de transportmat een breedte kan bezitten die minimaal de breedte van een tweede module is en verder ieder geheel veelvoud van de breedte van een tweede module kan bedragen. De breedte van een eerste module kan bijvoorbeeld 6" en die van een tweede module 3" bedragen. Een van de grote voordelen van de transportmat volgens de uitvinding bestaat daarin dat de gehele mat uit slechts twee typen modules wordt opgebouwd, waarbij deze modules verder het voordeel bezitten dat de eerste modules, gezien in het vlak van de tekening van figuur 6, geen specifieke voor- of achterkant hebben en dat de tweede modules zowel aan de linker als aan de rechter zijkant van de mat te gebruiken zijn. Hierdoor is het assembleren van een mat uiterst eenvoudig en is daarbij de kans op vergissingen minimaal.

In het geval een relatief smalle mat gewenst is, kan deze uit uitsluitend tweede modules zijn opgebouwd, waarbij de mat uit een enkele rij tweede modules is opgebouwd, van welke modules de eindscharnierplaten 31 afwisselend aan de ene en de andere zijkant van de mat zijn gelegen. De blokkeerorganen 32 die in deze eindscharnierplaten zijn geplaatst borgen steeds voor twee opeenvolgende modules de scharnierpennen afwisselend aan de ene en de andere zijde van de mat., .

Zoals figuur 6 duidelijk toont is de zijkant van de transportmat die gevormd wordt door de opeenvolgende eerste en tweede modules geheel vlak zonder zijwaarts uitstekende delen. Dit biedt niet alleen de mogelijkheid om met meerdere in de breedterichting naast elkaar gelegen matten, die met eenzelfde snelheid worden aangedreven, een groot transportvlak te vormen zonder enige onregelmatigheid in het patroon van de opstaande ribben die gezamelijk het draagvlak voor producten vormen, maar tevens om de naast elkaar gelegen matten met verschillende snelheden aan te drijven, zonder dat de kans bestaat dat de zijkanten in elkaar haken of elkaar de voortgang belemmeren.

De eindscharnierplaat 31 die bij een tweede module bestemd is om de zijkant van de transportmat te vormen heeft een vorm die in grote lijnen overeenkomt met die van de overige scharnierplaten, maar bezit ten minste aan de buitenzijde een geheel vlak zijvlak 35. De eindscharnierplaat 31 bezit een in het vlak daarvan gevormde sleufvormige opening 30, die bestemd is voor het opnemen van het in figuur 4 in zijaanzicht getoonde blokkeerorgaan 32, dat in hoofdzaak een n-vorm bezit, waarbij de benen van de n bestemd zijn om de beide openingen 24 voor de scharnierpennen in een tweede module zodanig af te sluiten dat deze pennen in bedrijf niet zijwaarts uit de openingen kunnen schuiven.

Figuur 5a toont gedeeltelijk in zijaanzicht en gedeeltelijk in doorsnede de eindscharnierplaat 31 wanneer het blokkeerorgaan 32 nog niet is geplaatst en figuur 5b geeft eenzelfde aanzicht, maar nu met een in de sleuf 30 geplaatst blokkeerorgaan 32. De beide benen van het n-vormige blokkeerorgaan 32 zijn elk voorzien van een terugspringend gedeelte 33 dat kan samenwerken met een nokvormig uitstekend gedeelte 34 in de sleufvormige opening 30, om zo het orgaan 32 door middel van een klikverbinding in de eindscharnierplaat 31 te borgen. Bij demontage van de mat kan het orgaan 32 op zeer eenvoudige wijze worden verwijderd, door met bijvoorbeeld een schroevendraaier die vanaf de zijkant van de mat in een scharnieroog 24 gebracht wordt het orgaan 32 omhoog te drukken en daardoor de klikverbinding te lossen.

Tenslotte is de vorm van het bovengedeelte van het blokkeerorgaan 32 alsook de vorm van het bovengedeelte van de eindscharnierplaat 31 bijvoorkeur zo gekozen dat vorm van de bovenzijde van de scharnierplaat 31 met daarin geplaatst een orgaan 32 zowel in de lengte als in de breedte volledig gelijk is aan de vorm van de bovenzijde van de overige scharnierplaten 22, zodat het draagvlak van de mat volledig regelmatig van opbouw is, ook wanneer meerdere matten naast elkaar worden aangebracht.

De dwarsribben 18' en 18'' van de eerste modules hebben een zodanige breedte dat de uiteinden van de ribben, zoals getoond in figuur 6 in een vlak liggen met de zijvlakken 35 van de tweede modules. Bijvoorkeur zijn ook de uiteinden van de ribben 18' en 18'1 aan beide zijkanten van een module met elkaar verbonden door een langsribbe 19, die ervoor zorgt dat ook het uiteinde van een eerste module aan de zijkant van de mat zo vlak mogelijk is.

Bijvoorkeur zijn ook de dwarsribben 28’ en 28" van een tweede module aan de van de zijkant van de mat afgekeerde zijde met elkaar verbonden door een langsribbe 29.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat door de relatief grote breedte waarover de ribben 18' en 18'' aan de zijkanten van een eerste module uitsteken, hetgeen nodig is om de vlakke zijkant van de mat te realiseren, bij in de breedte van de mat aangrenzende eerste modules een grote tussenruimte ontstaat tussen respectievelijk een eerste en een laatste scharnierplaat van de beide modules. Dit probleem wordt bij de mat volgens de uitvinding echter opgelost doordat de middelste scharnierplaat van een eerste module een dubbele breedte bezit.

De figuren 7 en 8 tonen respectievelijk een eerste en een tweede module voor een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de transportmat volgens de uitvinding. Deze modules zijn opgebouwd uit scharnierplaten 42 die met elkaar zijn gekoppeld door een enkele dwarsribbe 43. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de mat van het "flush grid" type en kunnen alle scharnierplaten 42 van zowel de eerste als de tweede modules eenzelfde breedte hebben, terwijl daarbij toch een vlakke zijkant aan beide zijden van de mat gewaarborgd blijft. De eindscharnierplaat 44 van de tweede module is, zoals getoond in figuur 9, voorzien van een opening 45 in het verlengde van de dwarsribbe 43, welke opening kan samenwerken met een haakvormig orgaan 46, dat is aan gebracht aan een blokkeerorgaan 48, dat in zijaanzicht een M-vorm heeft, waarbij de buitenste benen van de "M" plaatvormige blokkeerorganen 47 vormen voor de scharnierpennen waarmee de modules gekoppeld kunnen worden.

Claims (11)

1. Transportmat die is opgebouwd uit eerste en tweede modules, die in een geheel uit kunststof vervaardigd zijn, waarbij de breedte van de eerste modules in hoofdzaak tweemaal de breedte van de tweede modules is, waarbij, gezien in de langsrichting van de mat, de modules ten opzichte van elkaar versprongen zijn aangebracht, waarbij iedere module bestaat uit een aantal in hoofdzaak op onderling gelijke afstand gelegen scharnierplaten, die zich elk over in hoofdzaak de gehele lengte van de module uitstrekken en elk aan beide uiteinden voorzien zijn van scharnierogen, waarbij de scharnierplaten van een module met elkaar gekoppeld zijn door ten minste een tussen de beide uiteinden gelegen ribbe, waarbij de uiteinden van de scharnierplaten aan een langszijde van een module gelegen zijn tussen de uiteinden van de scharnierplaten van een in langsrichting van de mat aangrenzende module, met de scharnierogen van de beide modules in hoofdzaak in een lijn, en met elkaar gekoppeld zijn door een zich door de scharnierogen uitstrekkende scharnierpen en waarbij voorzien is in middelen om de scharnierpen ten opzichte van de modules te borgen, met het kenmerk, dat de tweede modules zich uitsluitend aan de beide zijkanten van de transportmat bevinden, waarbij tussen twee opeenvolgende tweede modules aan een zijkant steeds een eerste module is gelegen, dat van iedere tweede module de aan de zijkant van de mat gelegen eindscharnierplaat voorzien is van de middelen voor het borgen van de beide scharnierpennen die deze tweede module koppelt met beide in langsrichting van de mat aangrenzende eerste modules en dat de eerste en tweede modules een zodanige breedte bezitten, dat aan de zijkanten van de mat de eindvlakken van de eerste modules en tweede modules in hoofdzaak op een lijn gelegen zijn.

2. Transportmat volgens conclusie 1, waarbij iedere module voorzien is van een tweetal op afstand van elkaar evenwijdig aan elkaar verlopende ribben, met het kenmerk, dat iedere eerste module een oneven aantal scharnierplaten bezit en de breedte van de middelste scharnierplaat van een eerste module in hoofdzaak het dubbele is van de breedte van de overige scharnierplaten van de eerste en tweede modules, dat iedere scharnierplaat voorzien is van een zich in het vlak van die scharnierplaat, over in hoofdzaak de gehele lengte daarvan naar boven uitstrekkend eerste plaatvormig deel, waarbij de bovenzijden van de eerste plaatvormige delen een transportvlak vormen en dat bij iedere module steeds aan weerszijden van een scharnierplaat voorzien is in een tweede plaatvormig deel dat zich evenwijdig aan het eerste plaatvormig deel van die scharnierplaat uitstrekt over in hoofdzaak de afstand tussen de beide ribben, dat met beide ribben van de module gekoppeld is en waarvan de bovenzijde in hoofdzaak in een vlak gelegen is met de bovenzijden van de eerste plaatvormige delen.

3. Transportmat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het borgen van de twee zich door een tweede module uitstrekkende scharnierpennen bestaan uit een tweetal plaatvormige blokkeerorganen die elk geschoven zijn in een sleuf die zich in de eindscharnierplaat van de tweede module aan de zijkant van de mat dwars ten opzichte van elk van beide scharnierpennen uitstrekt.

4. Transportmat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elk van de plaatvormige organen voorzien is van middelen om losneembaar vast te klikken op een langseinde van een sleuf.

5. Transportmat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de plaatvormige organen met elkaar verbonden zijn om een M-vormig blokkeerelement te vormen, waarbij het middelste been van dit element voorzien is van een orgaan om losneembaar vast te klikken in een in de eindscharnierplaat tussen de beide scharnierogen gevormde opening.

6. Transportmat volgens conclusie 2 en 3, met het kenmerk, dat de beide plaatvormige blokkeerorganen die bij een enkele tweede module behoren met elkaar verbonden zijn om een n-vormig deel te vormen, waarbij de bovenzijde van het n-vormige deel deel uit maakt van het transportvlak van de mat.

7. Transportmat volgens conclusie 1, waarbij iedere module voorzien is van een tweetal op afstand van elkaar evenwijdig aan elkaar verlopende ribben, met het kenmerk, dat de beide ribben aan beide uiteinden van een eerste module en aan een uiteinde van een tweede module met elkaar verbonden zijn door een langsribbe.

8. Transportmat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de beide ribben aan beide uiteinden van een eerste module en aan een uiteinde van een tweede module met elkaar verbonden zijn door een plaatvormig gedeelte.

9. Eerste module bestemd voor een transportmat volgens een der conclusies 1, 2, 7 of 8.

10. Tweede module bestemd voor een transportmat volgens een der conclusies 1, 2, 7 of 8.

11. Transportmat opgebouwd uit uitsluitend modules volgens conclusie 10, waarbij de mat uit een enkele rij modules is opgebouwd, van welke modules de eindscharnierplaten afwisselend aan de ene en de andere zijkant van de mat zijn gelegen.