NL1008600C2 - Transportsysteem, alsmede een transportmat. - Google Patents

Transportsysteem, alsmede een transportmat. Download PDF

Info

Publication number
NL1008600C2
NL1008600C2 NL1008600A NL1008600A NL1008600C2 NL 1008600 C2 NL1008600 C2 NL 1008600C2 NL 1008600 A NL1008600 A NL 1008600A NL 1008600 A NL1008600 A NL 1008600A NL 1008600 C2 NL1008600 C2 NL 1008600C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport
hinge
module
mat
width
Prior art date
Application number
NL1008600A
Other languages
English (en)
Inventor
Franciscus Josephus Maria Esch
George Johannes Van Zijderveld
Original Assignee
Mcc Nederland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mcc Nederland filed Critical Mcc Nederland
Priority to NL1008600A priority Critical patent/NL1008600C2/nl
Priority to NL1010042A priority patent/NL1010042C2/nl
Priority to US09/268,184 priority patent/US6227356B1/en
Priority to DE69905644T priority patent/DE69905644T3/de
Priority to EP99200797A priority patent/EP0953522B2/en
Priority to DK99200797.1T priority patent/DK0953522T4/da
Priority to CA002263628A priority patent/CA2263628C/en
Priority to ES99200797T priority patent/ES2194419T5/es
Priority to FR9903248A priority patent/FR2775965B3/fr
Priority to DE29905223U priority patent/DE29905223U1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1008600C2 publication Critical patent/NL1008600C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G17/00Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
    • B65G17/06Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface having a load-carrying surface formed by a series of interconnected, e.g. longitudinal, links, plates, or platforms
    • B65G17/08Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface having a load-carrying surface formed by a series of interconnected, e.g. longitudinal, links, plates, or platforms the surface being formed by the traction element
    • B65G17/086Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface having a load-carrying surface formed by a series of interconnected, e.g. longitudinal, links, plates, or platforms the surface being formed by the traction element specially adapted to follow a curved path
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G17/00Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
    • B65G17/06Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface having a load-carrying surface formed by a series of interconnected, e.g. longitudinal, links, plates, or platforms
    • B65G17/08Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface having a load-carrying surface formed by a series of interconnected, e.g. longitudinal, links, plates, or platforms the surface being formed by the traction element
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)
  • Purses, Travelling Bags, Baskets, Or Suitcases (AREA)

Description

VO 2058
Titel: Transportsysteem, alsmede een transportmat
De uitvinding heeft betrekking op een transportsysteem, omvattende een tussen twee omloopwielen verlopende eindloze transportmat voor het tussen de omloopwielen in een transportrichting transporteren van 5 producten, welke transportmat een aantal in transportrichting opeenvolgende, dwars op de transportrichting verlopende kunststof modules omvat die in transportrichting gezien, elk aan hun voor- en achterzijde voorzien zijn van scharnierogen, waarbij de scharnierogen 10 van in transportrichting opeenvolgende modules samenwerken en door dwars op de transportrichting verlopende scharnierpennen gekoppeld zijn, en welke modules voorts nabij de onderzijde voorzien zijn van tenminste een ten opzichte van de module binnenwaarts reikende kamer die twee 15 overstaande, door de module gevormde en in hoofdzaak dwars op de transportrichting verlopende kamerwanden omvat, welk transportsysteem voorts tenminste een tandwiel omvat voor het met de tanden daarvan door samenwerking met de kamers aandrijven van de transportmat.
20 Dergelijke transportsystemen zijn bekend en worden toegepast voor het transporteren van allerlei producten in een groot aantal verschillende omgevingen. De wens bestaat om dergelijke transportsystemen toe te passen in situaties waarin hoge eisen worden gesteld aan de belastbaarheid en 25 de slijtvastheid van de transportsystemen als geheel en aan de in het transportsysteem toegepaste transportmat in het bijzonder. Voorbeelden hiervan zijn situaties waarin producten met behulp van de transportmat over een grote lengte getransporteerd moeten worden en/of waarin de 30 transportmat zwaar beladen is. Met name bestaat de wens om genoemde transportsystemen met modulaire kunststof transportmatten toe te passen in situaties waarin tot nu toe transportsystemen met stalen of kunststof scharnierbandkettingen toegepast worden.
10 0 8 6 0 0 2
Bij het toepassen van transportsystemen met modulaire kunststof transportmatten in de hierboven genoemde situaties blijkt echter de bestaande aandrijving dikwijls niet te voldoen.
5 Bij de bekende transportsystemen zijn de modules van de transportmat ten behoeve van de aandrijving aan de onderzijde voorzien van tenminste een kamer die kan samenwerken met de tand van een tandwiel. De kamer reikt daarbij ten opzichte van de module binnenwaarts, zodat de -10 werklijn van de over te brengen aandrijfkracht in hoofdzaak door de hartlijn van de scharnierogen verloopt, waardoor kantelen van de module bij het aandrijven voorkomen wordt. De kamer is in de module tussen twee dwars op de transportrichting opeenvolgende scharnierogen gelegen of is 1 15 in een scharnieroog uitgespaard. De kamer strekt zich derhalve gebruikelijkerwijs uit over maximaal de breedte van een scharnieroog.
De breedte van de scharnierogen dwars op de transportrichting en de ruimte tussen dwars op de 20 transportrichting opeenvolgende scharnierogen kan bij modules voor zwaar belaste transportmatten in de praktijk niet vrij worden gekozen. De maximale breedte van de scharnierogen wordt in de praktijk namelijk beperkt door de sterkte van de scharnierpen. Teneinde de scharnierpen, die 25 bij voorkeur uit kunststof is vervaardigd, een trekkracht te kunnen laten weerstaan die in dezelfde grootte orde ligt als de trekkracht die de modules kunnen weerstaan, dient het aantal plaatsen waar de kracht via de scharnierpen wordt doorgeleid, dat wil zeggen het totale op afschuiving 30 belaste oppervlak, zo groot mogelijk te zijn. Hierdoor is bij de gebruikelijke transportsystemen de breedte waarover een tand tijdens het aandrijven met de kamer kan samenwerken, eveneens beperkt. Met oog op het evenwichtig belasten van de scharnierpen is het niet wenselijk ter 35 plaatse van de aandrijving een scharnieroog toe te passen met een grotere breedte.
» ·· 'y. t\ Λ ! · · ·..·· i,i ( y "i ...
3
Om toch een voldoende grote aandrijfkracht over te kunnen brengen zijn bij de bekende transportsystemen de modules voorzien van een groot aantal dwars op de transportrichting op onderlinge tussenafstand geplaatste, 5 relatief smalle kamers. Voor het aandrijven worden, met name bij transportsystemen die een hoge belasting moeten weerstaan, dwars op de transportrichting per module een groot aantal coaxiale tandwielen toegepast die corresponderend met de kamers uiteengeplaatst zijn. Ook is 10 het bekend om tandwielen toe te passen die zich dwars op de transportrichting walsvormig uitstrekken en die aan de omtrek voorzien zijn van een aantal, dwars op de transportrichting op onderlinge tussenafstand gelegen rijen tanden.
15 Nadelig bij de bekende transportsystemen is dat de kamers van de modules gemakkelijk vervuild kunnen raken en dat de tanden van de tandwielen gemakkelijk beschadigd kunnen raken. Voorts is dwars op de transportrichting de voor het inbouwen van de bekende tandwielen benodigde 20 ruimte groot. Met name is dit een probleem wanneer men uit standaardcomponenten een transportbaan wil opbouwen die met een gering aantal aanpassingen zowel geschikt te maken is voor een transportsysteem met een aantal parallel verlopende sporen scharnierbandkettingen als voor een 25 transportsysteem met een modulaire transportmat.
De uitvinding beoogt te voorzien in een transportsysteem van de in de aanhef genoemde soort dat bovengenoemde nadelen niet bezit. Daartoe heeft het transportsysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat 30 althans een deel van de kamers zich dwars op de transportrichting uitstrekt langs tenminste de gehele breedte van een scharnieroog en/of dat althans een deel van de kamers zich dwars op de transportrichting uitstrekt langs tenminste de gehele breedte van een tussen twee 35 opeenvolgende scharnierogen gelegen tussenruimte.
IOC 8 6 0 0 4
Hierdoor wordt bereikt dat vanwege de grootte van de kamer vervuiling daarvan minder snel op zal treden, hetgeen de bedrijfszekerheid verhoogt. Bovendien kan de voor het aandrijven benodigde ruimte op een kleiner deel van de 5 lengte van de module geconcentreerd worden, waardoor per I module minder ruimte nodig is voor het inbouwen van met de kamers corresponderende tandwielen. Hierdoor wordt bereikt dat de tandwielen en hun onderlinge verdeling dwars op de transportrichting grote overeenkomst kunnen vertonen met de 10 tandwielen en de onderlinge verdeling zoals bij de aandrijving van een aantal parallelle sporen scharnierbandkettingen toegepast wordt. Dit maakt het mogelijk een transportbaan uit standaardcomponenten op te opbouwen die met een gering aantal aanpassingen zowel 15 geschikt is voor een transportsysteem met scharnierbandkettingen als voor een transportsysteem met een modulaire transportmat. Wanneer beide kamerwanden voorzien worden van een aandrijfvlak voor samenwerking met een flank van een tand van het tandwiel wordt bereikt dat 20 de module in twee richtingen aangedreven kan worden.
De uitvinding berust op het inzicht dat in het deel van de module dat tussen de scharnierogen aan de voor- en achterzijde gelegen is, op een plaats naar keuze een kamer opgenomen kan worden waarvan de breedte onafhankelijk is 25 van de breedte van de scharnierogen zonder dat de sterkte van de module in transportrichting noemenswaardig verminderd wordt. Gebleken is namelijk dat in de meeste gevallen het zwakste gedeelte van de modules gelegen is ter plaatse van de scharnierogen, zodat verzwakking van de rug 30 van de module mogelijk is zonder de sterkte van de module als geheel nadelig te beïnvloeden. Met name bij de recentelijk ontwikkelde modules voor transportsystemen die een zware belasting moeten kunnen weerstaan bevat het centrale deel relatief veel materiaal, waardoor in de rug 35 van de module een dergelijke kamer opgenomen kan worden I 10 0 8 6 Ö 0 - 5 zonder de stijfheid van de module in transportrichting te veel te verminderen.
In een verdere uitvoering heeft het transportsysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat althans een deel van 5 kamers zich dwars op de transportrichting uitstrekt langs tenminste twee dwars op de transportrichting opeenvolgende scharnierogen en/of langs tenminste twee dwars op de transportrichting opeenvolgende tussenruimten. Hierdoor worden bovengenoemde voordelen versterkt.
10 In weer een andere uitvoering heeft het transport systeem volgens de uitvinding het kenmerk dat de modules elk een rugdeel omvatten dat de scharnierogen aan de voor-en achterzijde van de module met elkaar verbindt, in welk rugdeel tenminste een kamer is uitgespaard. Hierdoor wordt 15 bereikt dat de stijfheid van de modules in transportrichting vergroot wordt.
In nog een uitvoering heeft het transportsysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat de breedte van althans een deel van de kamers dwars op de 20 transportrichting groter is dan 1,5 maal de breedte van een scharnieroog dwars op de transportrichting, bij voorkeur groter dan 2 maal de breedte van een scharnieroog dwars op de transportrichting, in het bijzonder groter dan 2,5 maal de breedte van een scharnieroog dwars op de 25 transportrichting. Hierdoor wordt bereikt dat de door te leiden aandrijfkracht in toenemende mate over een groter oppervlak verdeeld wordt.
In een andere uitvoering heeft het transportsysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat het voorzien is van 30 een aantal dwars op de transportrichting coaxiaal op afstand uiteengeplaatse tandwielen, waarbij de hartafstand tussen de tandwielen telkens in ligt tussen 80 en 90 mm, bij voorkeur tussen 84 en 86 mm. Hierdoor wordt bereikt dat een transportsysteem ontstaat dat door nagenoeg alleen de 35 tandwielen te verwisselen toegepast kan worden op een transportbaan voor een aantal parallel verlopende i 0 0 3 6 o o - 6 scharnierbandkettingen met een spoorbreedte van 3 M inch. Dergelijke scharnierbandkettingen hebben een breedte van 82,6 en zijn in verband met de benodigde tussenruimte op een steek van 84-86 mm, bij voorkeur 85 mm geplaatst.
5 In nog een andere uitvoering heeft het ï transportsysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat het tandwiel is uitgevoerd als een aandrijvend omloopwiel respectievelijk een terugleidend omloopwiel waarvan de breedte van de tanden in hoofdzaak correspondeert met de 10 breedte van een kamerwand. Hierdoor wordt niet alleen bereikt dat de tanden van het tandwiel zwaarder kunnen worden uitgevoerd, maar ook dat het tandwiel eenvoudiger kan worden vervaardigd. Bovendien wordt bereikt dat de breedte van de kamer optimaal benut wordt voor het 15 doorleiden van de aandrijfkracht.
In een verdere uitvoering heeft het transportsysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat het tandwiel is uitgevoerd als een terugleidend omloopwiel waarvan de tanden bij het terugleiden samenwerken met een kamerwand 20 over minder dan 75% van de diepte waarmee de kamerwand ten opzichte van de module binnenwaarts reikt, bij voorkeur over minder dan 50% van genoemde diepte, in het bijzonder over minder dan 25% van genoemde diepte. Hierdoor wordt bereikt dat de kans dat de tanden van het terugleidende 25 omloopwiel een vervuilde kamer beschadigen, kleiner is.
Bovendien is de kans dat de samenwerking tussen een tand en een vervuilde kamer verstoord wordt kleiner. Met name is de kans op overspringen van een tand naar een in transportrichting volgende kamer kleiner. Genoemde 30 maatregelen zijn vooral voordelig wanneer tijdens het terugleiden van de retourzijde van de transportmat abrasief materiaal, zoals glas, in de kamers kan vallen. Vergeleken met een gladde terugleidende walsvormige rol bestaat het j voordeel dat de transportmat met behulp van de tanden dwars j 35 op de transportrichting opgesloten wordt. Opgemerkt wordt ] dat een dergelijk tandwiel eveneens met voordeel toegepast 100B 60 0, 7 kan worden als terugleidend omloopwiel bij gebruikelijke transportsystemen.
In een andere uitvoering heeft het transportsysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat in de transportmat op 5 gelijke afstand van de zijkant een aantal modules zijn opgenomen die elk aan de onderzijde voorzien zijn van twee dwars op de transportrichting uiteengeplaatste nokken voor het daarlangs geleiden van een op een transportbaan aangebrachte rail, in het bijzonder een slijtstrip, zodat 10 de nokken een aan een zijde van de transportmat verlopende langsgeleiding vormen. Hierdoor wordt bereikt dat de transportmat dwars op de transportrichting geleid wordt, terwijl eveneens uitzetting van de transportmat dwars op de transportrichting mogelijk is. Met name is dit van belang 15 vanwege de relatief hoge uitzettingscoëfficiënt van de kunststof modules. Opgemerkt wordt dat een dergelijke langsgeleiding eveneens met voordeel kan worden toegepast bij de gebruikelijke transportsystemen.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een 20 transportmat voor het in een transportrichting tussen ten minste twee omloopwielen transporteren van producten, omvattende een aantal in transportrichting opeenvolgende, dwars op de transportrichting verlopende kunststof modules die, in transportrichting gezien, elk aan hun voor- en 25 achterzijde voorzien zijn van scharnierogen die ten opzichte van de module buitenwaarts reiken, van welke transportmat de scharnierogen van in transportrichting opeenvolgende modules samenwerken en door dwars op de transportrichting verlopende scharnierpennen gekoppeld 30 zijn, welke modules voorts aan de onderzijde voorzien zijn van tenminste een vanaf de onderzijde van de module binnenwaarts reikende kamer die kan samenwerken met een tand van een tandwiel, welke tenminste ene kamer twee overstaande, door de module gevormde en in hoofdzaak dwars 35 op de transportrichting verlopende kamerwanden omvat.
; ü y η π n o - 8
Volgens de uitvinding is de transportmat gekenmerkt doordat de tenminste ene kamer zich dwars op de transportrichting uitstrekt langs tenminste de gehele breedte van een scharnieroog en/of dat de tenminste ene 5 kamer zich dwars op de transportrichting uitstrekt langs tenminste de gehele breedte van een tussen twee opeenvolgende scharnierogen gelegen tussenruimte. Hierdoor wordt een transportmat verkregen met de voordelen als hiervoor in verband met conclusie 1 uiteengezet.
10 In een andere uitvoering heeft de transportmat volgens de uitvinding het kenmerk dat de tenminste ene kamer symmetrisch is aangebracht ten opzichte van een dwars op de transportrichting, door het midden van de module verlopend symmetrievlak dat loodrecht staat op de 15 onderzijde van de module. Bij voorkeur zijn de modules aan de voor- en achterzijde voorzien van een gelijk aantal scharnierogen, welke scharnierogen dwars op de transportrichting een gelijke breedte hebben en zijn aangebracht met een onderlinge tussenruimte die in 20 hoofdzaak correspondeert met de breedte van een scharnieroog en dat de modules voorzien zijn van twee tegenover elkaar geplaatste, elk nabij een zijkant van de module gelegen uitsparingen waarin een opsluitorgaan opgenomen kan worden voor het opsluiten van een 25 scharnierpen.
Hierdoor wordt onder meer bereikt dat het aantal verschillende typen modules dat nodig is voor het samenstellen van een modulaire transportmat kleiner is dan gebruikelijk voor een dergelijk type transportmat. Het is 30 namelijk mogelijk om een dergelijke module, wanneer geen opsluitorgaan in de module is opgenomen of wanneer het opsluitorgaan geopend is, bij het samenstellen van de transportmat te gebruiken als een niet nabij de rand, maar in het middendeel van de transportmat gelegen module. Dit i 3 5 verlaagt de kosten van het vervaardigen van de voor de 1 transportmat benodigde modules en vereenvoudigt het 4 : ioo e 6 o o 9 samenstellen van de transportmat in aanzienlijke mate. Wanneer beide kamerwanden voorzien zijn van een aandrijfvlak kan de module in twee richtingen aangedreven worden zonder dat er een voorkeursrichting bestaat.
5 In weer een andere uitvoering heeft de transportmat volgens de uitvinding het kenmerk dat de modules elk tenminste een scharnieroog omvatten dat ter plaatse van het scharniergat nabij de onderzijde van de module voorzien is van een verjongd gedeelte waarvan de breedte dwars op de 10 transportrichting verminderd is. Verrassenderwijs is gebleken dat hierdoor belemmerd wordt dat zich nabij de onderzijde van de transportmat vuil afzet tussen de scharnierogen van opeenvolgende modules. Met name kan hierdoor in aanzienlijke mate voorkomen worden dat door het 15 aankoeken van vuil het ten opzichte van elkaar scharnieren van twee in transportrichting opeenvolgende modules belemmerd wordt. Opgemerkt wordt dat een dergelijke verjonging eveneens met voordeel toegepast kan worden bij modules voor gebruikelijke transportmatten en gebruikelijke 20 transportsystemen zoals in de aanhef omschreven.
In een verdere uitvoering heeft de transportmat volgens de uitvinding het kenmerk dat het verjongde gedeelte vanaf de onderzijde van de module om het scharniergat verloopt tot aan een begrenzing die gevormd 25 wordt door het snijvlak van het scharnieroog en een hulpvlak, in welk hulpvlak de hartlijn van het scharniergat gelegen is en welk hulpvlak ten opzichte van de hartlijn is geroteerd vanuit een stand waarin het hulpvlak loodrecht staat op de onderzijde van de module naar een stand waarin 30 het ten opzichte van de module buitenwaarts reikt, bij voorkeur over een hoek van minder dan 60°, meer bij voorkeur over een hoek van minder dan 45°, in het bijzonder over een hoek van circa 30°. Hierdoor wordt bereikt dat bovengenoemd effect optreedt terwijl het scharnieroog zo 35 min mogelijk verzwakt is met betrekking tot de in transportrichting door te leiden kracht. Opgemerkt wordt 'i: · 6 Γ Λ 10 dat onder de woorden "tot aan begrenzing" eveneens het raken van de verjonging aan genoemde begrenzing dient te worden verstaan en dat de verjonging derhalve niet noodzakelijkerwijs gelijkvormig hoeft te zijn aan de door 5 het hulpvlak gevormde begrenzing.
Nadere uitwerkingen van voordelige uitvoeringsvormen van de module zijn beschreven in de volgconclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een 10 transportsysteem en een transportmat volgens de uitvinding. In de tekening toont: fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een transportsysteem volgens de uitvinding; fig. 2 een schematisch perspectivisch onderaanzicht 15 van een deel van een transportmat volgens de uitvinding; fig. 3 een schematisch perspectivisch onderaanzicht van een module van de transportmat van fig. 2; fig. 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van een tandwiel voor toepassing in het transportsysteem 20 volgens de uitvinding; en fig. 5 een detail van de transportmat van fig. 2 waarin het samenwerken van de scharnierogen zichtbaar is.
Opgemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven zijn van een voorkeursuitvoeringsvorm van de 25 uitvinding.
Figuur 1 toont een transportsysteem 1 met een tussen respectievelijk als aandrijvende en terugleidende omloopwielen 2 en 3 uitgevoerde tandwielen verlopende eindloze transportmat 4 voor het in een met een pijl 30 aangegeven transportrichting 5 transporteren van producten.
Het transportsysteem 1 wordt ondersteund door een transportbaan, bestaand uit een frame 20 dat in hoogte verstelbaar op poten 21 is geplaatst. In het frame 20 zijn een aangedreven as 22 en een vrije, gelagerde as 23 35 opgenomen waarop dwars op de transportrichting 5 met een onderlinge hartafstand van 84-86, bij voorkeur 85 mm 10 0 8 6 0 0 11 respectievelijk de aandrijvende omloopwielen 2 en de terugleidende omloopwielen 3 bevestigd zijn. Tussen de omloopwielen 2, 3 zijn in transportrichting 5 parallel verlopende slijtstrippen 24 aangebracht, via welke de 5 transportmat 4 op het frame 20 steunt. De slijtstrippen 24 zijn dwars op de transportrichting 5 eveneens met een onderlinge hartafstand van 84-86, bij voorkeur 85 mm aangebracht en strekken zich nabij de bovenzijden van de omloopwielen 2, 3 uit van de hartlijn van de as 22 naar de 10 hartlijn van de as 23.
Refererend aan figuur 2 omvat de transportmat 4 een aantal in transportrichting 5 opeenvolgende, dwars op de transportrichting 5 verlopende kunststof modules 6. De modules 6 zijn, in transportrichting 5 gezien, elk aan hun 15 voorzijde 7 en hun achterzijde 8 voorzien van scharnierogen 9. De scharnierogen 9 van in transportrichting 5 opeenvolgende modules 6 werken samen en zijn door dwars op de transportrichting 5 verlopende, in de figuur niet zichtbare scharnierpennen gekoppeld. De modules 6 die nabij 20 de zijkant 10 in de transportmat 4 zijn opgenomen, zijn voorzien van een opsluitorgaan 11 voor het dwars op de transportrichting 5 opsluiten van de scharnierpennen. De opsluitorganen 11 zijn stuk voor stuk aangebracht in een uitsparing 12 in de zijkant 13 van een module 6. De tanden 25 van de omloopwielen 2, 3 werken samen met vanaf de onderzijde 14 van de modules 6 binnenwaarts reikende kamers 15. De modules 6 zijn derhalve zodanig in de transportmat 4 opgenomen dat zich aan de onderzijde van de transportmat 4 een aantal rijen kamers 15 bevindt die, corresponderend met 30 de omloopwielen 2, 3, dwars op de transportrichting 5 uiteengeplaatst zijn met een steek van 84-86, bij voorkeur 85 mm en die, corresponderend met de tanden van het tandwiel, in transportrichting met een steek van tussen 0,5 en 2,5 inch, bij voorkeur 1 inch uiteengeplaatst zijn.
35 Nabij de zijkant 10 van de transportmat 4 zijn een aantal modules 6 opgenomen die voorzien zijn van ten -* < „ - r Λ
* t' ^ 'J V
12 opzichte van de module 6 buitenwaarts reikende geleidingsnokken 19. Opgemerkt wordt dat met "de zijkant 10 van de transportmat 4" het nabij de rand van de transportmat 4 gelegen gebied bedoeld wordt. De 5 geleidingsnokken 19 zijn elk aan weerszijden van een kamer 15 geplaatst. De geleidingsnokken 19 werken elk samen met een slijtstrip 24, zodanig dat de nokken 19 tussen twee dwars op de transportrichting opeenvolgende slijtstrippen 24 opgesloten zijn en de nokken 19 een aan één zijde van de 10 transportmat 4 verlopende langsgeleiding vormen.
Refererend aan figuur 3 is daarin in detail een module 6 getoond. De module 6 is aan de onderzijde 14 voorzien van een kamer 15. De kamer 15 is symmetrisch aangebracht ten opzichte van een loodrecht op de onderzijde 15 14 van de module 6, door het midden van de module 6 verlopend symmetrievlak. De module 6 is aan de voorzijde 7 en aan de achterzijde 8 voorzien van een gelijk aantal scharnierogen 9 die dwars op de transportrichting 5 zijn aangebracht met een onderlinge tussenruimte 25 die in 20 hoofdzaak gelijk is aan de breedte van een scharnieroog 9. De scharnierogen 9 hebben in het uitvoeringsvoorbeeld elk dwars op de transportrichting 5 dezelfde breedte. De module 6 is voorts voorzien van twee, elk nabij een overstaande zijkant 13 van de module 6 gelegen uitsparingen 12 waarin 25 een opsluitorgaan 11 opgenomen kan worden voor het opsluiten van een scharnierpen. Hierdoor wordt bereikt dat de transportmat 4 in principe kan worden opgebouwd uit slechts twee typen modules, hetgeen de voor het vervaardigen van de transportmat 4 benodigde 30 investeringskosten sterk verlaagt en het samenstellen van de transportmat 4 vereenvoudigt. De modules 6 kunnen derhalve zowel aan of nabij de zijkant 10 als in het midden van de transportmat 4 opgenomen worden. Slechts de modules aan de zijkanten 10 van de transportmat 4 worden voorzien 35 van een opsluitorganen 11. De modules 6 hebben door de symmetrie van de kamer 15 geen voorkeurslooprichting.
10 0 8 6 0 0 13
De module 6 omvat een rugdeel 2 6 dat de scharnierogen 9 aan de voorzijde 7 en de achterzijde van de module 6 met elkaar verbindt. In het rugdeel 26 is aan de onderzijde 14 van de module 6 een kamer 15 uitgespaard.
5 De kamer 15 omvat twee overstaande, door de module 14 gevormde en in hoofdzaak dwars op de transportrichting 5 verlopende kamerwanden 27, 28 voor het, afhankelijk van de transportrichting, samenwerken met tandflank van een tandwiel. De kamer 15 reikt ten opzichte van de module 6 10 binnenwaarts.
De kamer 15 verloopt dwars op de transportrichting 5 langs een scharnieroog 9 van de module 6 en strekt zich uit over tenminste de gehele breedte van dat scharnieroog 9. Tevens strekt de kamer 15 zich uit langs tenminste een 15 dwars op de transportrichting tussen twee opeenvolgende scharnierogen 9 van de module 6 gelegen tussenruimte 25. De breedte van de kamerwanden 27, 28 is groter dan 1,5 maal de breedte van een scharnieroog 9 dwars op de transportrichting 5, bij voorkeur groter dan 2 maal de 20 breedte van een scharnieroog 9 dwars op de transportrichting 5, in het bijzonder groter dan 2,5 maal de breedte van een scharnieroog 9 dwars op de transportrichting 5. De breedte van de kamer 15 en de plaatsing van de kamer 15 dwars op de transportrichting 5 25 ten opzichte van de scharnierogen 9 is volgens de uitvinding onafhankelijk van de breedte van de scharnierogen 9 dwars op de transportrichting 5.
De afstand tussen de hartlijn 17 van de scharnierogen 9 aan de voorzijde 7 van de module 6 en de 30 hartlijn 18 van de scharnierogen 9 aan de achterzijde 8 van de module is in het uitvoeringsvoorbeeld 1 inch. Uiteraard kan eveneens een andere afstand worden gekozen. Bij voorkeur is de afstand niet kleiner dan 0,5 inch in verband met de afmetingen van het opsluitorgaan 11 en de benodigde 35 ruimte voor het opnemen van de kamer 15. De maximale afstand is bij voorkeur niet groter dan 2,5 inch in verband j ; . ' . * . ;. j I ’ ’ 14 met het ter plaatse van het omloopwiel als een polygoon vervormen van de transportmat 4. De breedte van de kamer 15 ligt bij voorkeur tussen de 22 en 35 of 45 mm. De dikte van de module 6 ligt bijvoorbeeld tussen de 10 en 20 mm en is 5 in het uitvoeringsvoorbeeld 12,7 mm. De diepte waarmee de kamerwanden 27, 28 ten opzichte van de module 6 binnenwaarts reiken is afhankelijk van de geometrie van de module 6 en varieert bijvoorbeeld tussen 0,5 en 0,8 maal de dikte van de module 6 en is in het uitvoeringsvoorbeeld 0,7 10 maal 12,7 mm (= 8,7 mm).
Opnieuw refererend aan figuur 2 is daarin zichtbaar ; dat de transportmat 4 in het uitvoeringsvoorbeeld volgens een baksteenvormig patroon is opgebouwd uit 3 typen modules, een type module met twee kamers 15 dat is 15 aangegeven met verwijzingscijfer I, een type module met één kamer 15 dat is aangegeven met II en een type met één kamer dat is voorzien van geleidingsnokken 19 en dat is aangegeven met verwijzingscijfer III.
Refererend aan figuur 4 is daarin een tandwiel 29 20 getoond dat is opgebouwd uit twee tandwielhelften 30 en 31. Bij het bevestigen worden de tandwielhelften 30, 31 om een as, bijvoorbeeld de aandrijvende as 22, geplaatst en vervolgens met elkaar verbonden. De tanden 32 van het tandwiel 29 hebben in het uitvoeringsvoorbeeld dwars op de 25 transportrichting 5 een breedte die 2,5 maal de breedte is van de breedte van de scharnierogen 9 van de modules 6 dwars op de transportrichting 5. Het tandwiel 29 wordt in het uitvoeringsvoorbeeld toegepast als aandrijvend omloopwiel 2. De steekcirkel van het tandwiel ligt bij 30 voorkeur tussen 100 en 250 mm, terwijl de naafbreedte bijvoorbeeld inligt tussen 30 en 50 mm. In het uitvoeringsvoorbeeld is dit 180 en 40 mm respectievelijk.
Het tandwiel 29 kan eveneens toegepast worden als terugleidend omloopwiel 3. Bij voorkeur worden echter de 35 tanden 32 van het tandwiel 29 overeenkomstig de streeplijn j 34 verlaagd uitgevoerd zodat zij bij het terugleiden I 10 ο ε 6 o o 15 telkens samenwerken met een kamerwand 27, 28 over minder dan 75% van de diepte waarmee de kamerwand 27, 28 ten opzichte van de module 6 binnenwaarts reikt. Hierdoor ontstaat bij het samenwerken in de kamer 15 een vrije 5 ruimte, waardoor voorkomen wordt dat vuil dat zich in de kamer 15 bevindt door de tanden 32 in de rug 26 van de module 6 gedrukt wordt en de module 6 beschadigd wordt.
Refererend aan fig. 5 is daarin getoond dat de samenwerkende scharnierogen 9 elk voorzien zijn van een 10 verjongd gedeelte 33 waarvan de breedte dwars op de transportrichting 5 geringer is dan de breedte van de rest van het scharnieroog 9. In het uitvoeringsvoorbeeld verloopt het verjongde gedeelte 33 vanaf de onderzijde 14 van de module 6 ten opzichte de hartlijn 17, 18 van het 15 scharnieroog 9 omhoog over een cirkelboog van circa 30°.
In het bijzonder loopt het verjongde gedeelte vanaf de onderzijde 14 van de module 6 om het scharniergat omhoog tot aan een begrenzing die gevormd wordt door het snijvlak van het scharnieroog 9 en een hulpvlak h, in welk hulpvlak 20 h de hartlijn 17 van het scharniergat gelegen is en welk hulpvlak h ten opzichte van de hartlijn 17 is geroteerd over een hoek van circa 30° vanuit een stand H' waarin het hulpvlak h loodrecht staat op de onderzijde 14 van de module naar een stand H'' waarin het ten opzichte van de 25 module 9 buitenwaarts reikt. Hierdoor wordt in aanzienlijke mate voorkomen dat zich nabij de onderzijde van de transportmat 4 vuil afzet tussen de scharnierogen 9 van opeenvolgende modules 6, terwijl het scharnieroog 9 zo min mogelijk verzwakt is met betrekking tot de in 30 transportrichting 5 door te leiden kracht.
De maten in dit uitvoeringsvoorbeeld zijn zodanig dat het transportsysteem 1 zo veel mogelijk aansluit bij een transportsysteem met een scharnierbandketting. De beschreven transportbaan kan geschikt gemaakt worden voor 35 een transportsysteem met een scharnierbandketting door verwisseling van de tandwielen 22, 23 met op dezelfde 1 ï' ' 16 posities geplaatste tandwielen voor het aandrijven van een scharnierbandketting en door verwisseling van de transportmat 4 door een aantal parallel verlopende scharnierbandkettingen. Eventueel dient de hoogte van het 5 frame 20 met behulp van de poten 21 aangepast te worden ter compensatie van het verschil in dikte tussen de transportmat 4 en de scharnierbandketting en/of de steekcirkel van de toegepaste tandwielen.
Opgemerkt wordt, dat de uitvinding niet beperkt is 10 tot de hier besproken voorkeursuitvoeringsvorm en dat binnen het raam van de uitvinding zoals verwoord in de conclusies vele varianten mogelijk denkbaar zijn.
Zo kan een transportmat volgens de uitvinding eveneens uit een ander aantal typen modules worden 15 samengesteld, bijvoorbeeld uit een, twee, vier of meer typen. Bovendien kan binnen het kader van de conclusies het aantal kamers per module, de onderlinge plaatsing van de kamers in de module en de onderlinge verhouding van de afmetingen van de kamers gevarieerd worden.
i 10 0 6 60 0

Claims (20)

1. Transportsysteem, omvattende een tussen twee omloopwielen verlopende eindloze transportmat voor het 5 tussen de omloopwielen in een transportrichting transporteren van producten, welke transportmat een aantal in transportrichting opeenvolgende, dwars op de transportrichting verlopende kunststof modules omvat die in transportrichting gezien, elk aan hun voor- en achterzijde 10 voorzien zijn van scharnierogen, waarbij de scharnierogen van in transportrichting opeenvolgende modules samenwerken en door dwars op de transportrichting verlopende scharnierpennen gekoppeld zijn, en welke modules voorts nabij de onderzijde voorzien zijn van tenminste een ten 15 opzichte van de module binnenwaarts reikende kamer die twee overstaande, door de module gevormde en in hoofdzaak dwars op de transportrichting verlopende kamerwanden omvat, welk transportsysteem voorts tenminste een tandwiel omvat voor het met de tanden daarvan door samenwerking met de kamers 20 aandrijven van de transportmat, met het kenmerk, dat althans een deel van de kamers zich dwars op de transportrichting uitstrekt langs tenminste de gehele breedte van een scharnieroog en/of dat althans een deel van de kamers zich dwars op de transportrichting uitstrekt 25 langs tenminste de gehele breedte van een tussen twee opeenvolgende scharnierogen gelegen tussenruimte.
2. Transportsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat althans een deel van de kamers zich dwars op 30 de transportrichting uitstrekt langs tenminste twee dwars op de transportrichting opeenvolgende scharnierogen en/of langs tenminste twee dwars op de transportrichting opeenvolgende tussenruimten.
3. Transportsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de modules elk een rugdeel omvatten dat de scharnierogen aan de voor- en achterzijde van de module met «f ;· ,-· /· C* - *· \ Γ I . . ; ' ’ elkaar verbindt, in welk rugdeel tenminste één kamer is uitgespaard.
4. Transportsysteem volgens een der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van althans een deel van de kamers dwars op de transportrichting groter is dan 1,5 maal de breedte van een scharnieroog dwars op de transportrichting, bij voorkeur groter dan 2 maal de breedte van een scharnieroog dwars op de transportrichting, 10 in het bijzonder groter dan 2,5 maal de breedte van een scharnieroog dwars op de transportrichting.
5. Transportsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voorzien is van een 15 aantal dwars op de transportrichting coaxiaal op afstand uiteengeplaatse tandwielen, waarbij de hartafstand tussen de tandwielen telkens in ligt tussen 80 en 90 mm, bij voorkeur tussen 84 en 86 mm.
6. Transportsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,_dat het tandwiel is uitgevoerd als een aandrijvend omloopwiel en dat de breedte van de tanden in hoofdzaak correspondeert met de breedte van een kamerwand en/of dat het tandwiel is uitgevoerd als een 25 terugleidend omloopwiel en dat de breedte van de tanden in hoofdzaak correspondeert met de breedte van een kamerwand.
7. Transportsysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat indien het tandwiel is uitgevoerd als een 30 terugleidend omloopwiel, de tanden bij het terugleiden samenwerken met een kamerwand over minder dan 75% van de diepte waarmee de kamerwand ten opzichte van de module binnenwaarts reikt, bij voorkeur over minder dan 50% van genoemde diepte, in het bijzonder over minder dan' 25% van 35 genoemde diepte. j 1 o o ε e o o.
8. Transportsysteem volgens een der voorgaande • conclusies, met het kenmerk, dat in de transportmat op gelijke afstand van de zijkant een aantal modules zijn opgenomen die elk aan de onderzijde voorzien zijn van twee 5 dwars op de transportrichting uiteengeplaatste nokken voor het daarlangs geleiden van een op een transportbaan aangebrachte rail, in het bijzonder een slijtstrip, zodanig dat de nokken een aan een zijde van de transportmat verlopende langsgeleiding vormen. 10
9. Transportmat voor het in een transportrichting tussen ten minste twee omloopwielen transporteren van producten, omvattende een aantal in transportrichting opeenvolgende, dwars op de transportrichting verlopende 15 kunststof modules die, in transportrichting gezien, elk aan hun voor- en achterzijde voorzien zijn van scharnierogen die ten opzichte van de module buitenwaarts reiken, van welke transportmat de scharnierogen van in transportrichting opeenvolgende modules samenwerken en door 20 dwars op de transportrichting verlopende scharnierpennen gekoppeld zijn, welke modules voorts aan de onderzijde voorzien zijn van tenminste één vanaf de onderzijde van de module binnenwaarts reikende kamer die kan samenwerken met een tand van een tandwiel, welke kamer twee overstaande, 25 door de module gevormde en in hoofdzaak dwars op de transportrichting verlopende kamerwanden omvat, met het kenmerk, dat de tenminste ene kamer zich dwars op de transportrichting uitstrekt langs tenminste de gehele breedte van een scharnieroog en/of dat de tenminste ene 30 kamer zich dwars op de transportrichting uitstrekt langs tenminste de gehele breedte van een tussen twee opeenvolgende scharnierogen gelegen tussenruimte.
10. Transportmat volgens conclusie 9, met het kenmerk, 35 dat de tenminste ene kamer zich dwars op de transportrichting uitstrekt langs tenminste twee dwars op * Γ- Γ; », λ ' v y n q o ij - de transportrichting opeenvolgende scharnierogen en/of langs tenminste twee dwars op de transportrichting opeenvolgende, elk met een scharnieroog corresponderende tussenruimten. 5
11. Transportmat volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de modules een rugdeel omvatten dat de scharnierogen aan de voor- en achterzijde van de module met elkaar verbindt, in welk rugdeel de tenminste ene kamer is 10 uitgespaard.
12. Transportmat volgens een der conclusies 9-11, met het kenmerk, dat de breedte van de tenminste ene kamer dwars op de transportrichting groter is dan 1,5 maal de 15 breedte van een scharnieroog dwars op de transportrichting, bij voorkeur groter dan 2 maal de breedte van een scharnieroog dwars op de transportrichting, in het bijzonder groter dan 2,5 maal de breedte van een scharnieroog dwars op de transportrichting.
13. Transportmat volgens een der conclusies 9-12, met het kenmerk, dat de modules zodanig in de transportmat zijn opgenomen dat de kamers dwars op de transportrichting een steek hebben die in ligt tussen 80 en 90 mm, bij voorkeur 25 tussen 84 en 86 mm.
14. Transportmat volgens een der conclusies 9-13, met het kenmerk, dat de kamer symmetrisch is aangebracht ten opzichte van een dwars op de transportrichting, door het 30 midden van de module verlopend symmetrievlak dat loodrecht staat op de onderzijde van de module.
15. Transportmat volgens een der conclusies 10-14, met het kenmerk, dat de modules aan de voor- en achterzijde 35 voorzien zijn van een gelijk aantal scharnierogen, welke scharnierogen dwars op de transportrichting een gelijke ' 10 0 8 6 0 0 breedte hebben en zijn aangebracht met een onderlinge tussenruimte die in hoofdzaak correspondeert met de breedte van een scharnieroog en dat de modules voorzien zijn van twee tegenover elkaar geplaatste, elk nabij een zijkant van 5 de module gelegen uitsparingen waarin een opsluitorgaan opgenomen kan worden voor het opsluiten van een scharnierpen.
16. Transportmat volgens een der conclusies 9-15, met 10 het kenmerk, dat de modules elk tenminste één scharnieroog omvatten dat ter plaatse van het scharniergat nabij de onderzijde van de module voorzien is van een verjongd gedeelte waarvan de breedte dwars op de transportrichting verminderd is. 15
17. Transportmat volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het verjongde gedeelte vanaf de onderzijde van de module om het scharniergat verloopt tot aan een begrenzing die gevormd wordt door het snijvlak van het scharnieroog en 20 een hulpvlak, in welk hulpvlak de hartlijn van het scharniergat is gelegen en welk hulpvlak ten opzichte van de hartlijn is geroteerd vanuit een stand waarin het hulpvlak loodrecht staat op de onderzijde van de module naar een stand waarin het ten opzichte van de module 25 buitenwaarts reikt, bij voorkeur over een hoek van minder dan 60°, meer bij voorkeur over een hoek van minder dan 45°, in het bijzonder over een hoek van ongeveer 30°.
18. Transportmat volgens een der conclusies 9-17, met 3. het kenmerk,_dat in de transportmat op gelijke afstand van de zijkant een aantal modules zijn opgenomen die elk aan de onderzijde voorzien zijn van twee dwars op de transportrichting uiteengeplaatste nokken voor het daarlangs geleiden van een op een transportbaan 35 aangebrachte rail, in het bijzonder een slijtstrip, zodanig ' i. f\ ,7 fi f> <- '*· v v j- w dat de nokken een aan een zijde van de transportmat verlopende langsgeleiding vormen.
19. Module kennelijk bestemd voor gebruik in een ! 5 transportsysteem volgens een der conclusies 1-8 • respectievelijk een transportmat volgens een der conclusies 9-18.
20. Tandwiel kennelijk bestemd voor gebruik als 10 terugleidend omloopwiel voor een transportsysteem volgens conclusie 7. ] ] xf f Λ '* . l V. ·; / . >··.· /· ’λ ·
NL1008600A 1998-03-16 1998-03-16 Transportsysteem, alsmede een transportmat. NL1008600C2 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008600A NL1008600C2 (nl) 1998-03-16 1998-03-16 Transportsysteem, alsmede een transportmat.
NL1010042A NL1010042C2 (nl) 1998-03-16 1998-09-09 Transportmat, alsmede transportinrichting.
DE69905644T DE69905644T3 (de) 1998-03-16 1999-03-15 Fördermatte und Fördervorrichtung
EP99200797A EP0953522B2 (en) 1998-03-16 1999-03-15 Conveyor mat and conveying apparatus
US09/268,184 US6227356B1 (en) 1998-03-16 1999-03-15 Conveyor mat and conveying apparatus
DK99200797.1T DK0953522T4 (da) 1998-03-16 1999-03-15 Transportbånd og transportapparat
CA002263628A CA2263628C (en) 1998-03-16 1999-03-15 Conveyor mat and conveying apparatus
ES99200797T ES2194419T5 (es) 1998-03-16 1999-03-15 Cinta transportadora y aparato de transporte
FR9903248A FR2775965B3 (fr) 1998-03-16 1999-03-16 Systeme de transport a tapis sans fin
DE29905223U DE29905223U1 (de) 1998-03-16 1999-03-16 Transportsystem, sowie Transportmatte

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008600A NL1008600C2 (nl) 1998-03-16 1998-03-16 Transportsysteem, alsmede een transportmat.
NL1008600 1998-03-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008600C2 true NL1008600C2 (nl) 1999-09-17

Family

ID=19766747

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008600A NL1008600C2 (nl) 1998-03-16 1998-03-16 Transportsysteem, alsmede een transportmat.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE29905223U1 (nl)
FR (1) FR2775965B3 (nl)
NL (1) NL1008600C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2012090C2 (nl) * 2014-01-15 2015-07-16 Rexnord Flattop Europe Bv Modulaire transportmat en module daarvoor, alsmede kettingwiel en transportsysteem.

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6330941B1 (en) 2000-05-25 2001-12-18 Habasit Ag Radius conveyor belt
EP4298038A1 (en) * 2021-02-26 2024-01-03 Laitram, L.L.C. Conveyor belt and modules

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0459301A2 (en) * 1990-05-29 1991-12-04 The Laitram Corporation Conveyor system

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0459301A2 (en) * 1990-05-29 1991-12-04 The Laitram Corporation Conveyor system

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2012090C2 (nl) * 2014-01-15 2015-07-16 Rexnord Flattop Europe Bv Modulaire transportmat en module daarvoor, alsmede kettingwiel en transportsysteem.
WO2015108416A1 (en) * 2014-01-15 2015-07-23 Rexnord Flattop Europe B.V. Modular conveyor mat and module therefor, and sprocket wheel and conveyor system
CN106170450A (zh) * 2014-01-15 2016-11-30 莱克斯诺弗莱托普欧洲有限公司 模块化传送垫及其模块,以及链轮和传送系统
US9938085B2 (en) 2014-01-15 2018-04-10 Rexnord Flattop Europe B.V. Modular conveyor mat and module therefor, and sprocket wheel and conveyor system
CN106170450B (zh) * 2014-01-15 2018-06-05 莱克斯诺弗莱托普欧洲有限公司 模块化传送垫及其模块,以及链轮和传送系统

Also Published As

Publication number Publication date
FR2775965B3 (fr) 2000-02-11
FR2775965A3 (fr) 1999-09-17
DE29905223U1 (de) 1999-10-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1316519B1 (en) Split belt modules in modular conveyor belts
US5096050A (en) Low backline pressure chain
EP0631950B1 (en) Conveyor apparatus
US9751694B2 (en) Side-flexing conveyors
US6494312B2 (en) Modular roller-top conveyor belt with obliquely-arranged rollers
NL2012090C2 (nl) Modulaire transportmat en module daarvoor, alsmede kettingwiel en transportsysteem.
EP2877413B1 (en) Modular conveyor belt with extended raised ribs
US5330045A (en) Low backline pressure chain
EP1277676A1 (en) Snap-on side guards
EP2483180B1 (en) Belt conveyor with a modular intermediate drive belt
EP0369569A1 (en) Chain conveyor
US5101966A (en) End-to-end molded conveyor belt modules
US20120048677A1 (en) Positive displacement sorter
DE69905644T3 (de) Fördermatte und Fördervorrichtung
US5305869A (en) Chain link conveyor
EP0066530B1 (en) Platform conveyor element for low backline pressure platform-chain conveyor
NL9201999A (nl) Uit kunststof modules opgebouwde transportmat en modules voor een dergelijke transportmat.
NL2002344C2 (en) Conveyor chain module, conveyor chain, conveyor and conveyor system.
NL1008600C2 (nl) Transportsysteem, alsmede een transportmat.
EP2170744B1 (en) Module for a modular belt and a driving sprocket for easy cleaning
NL2001205C2 (nl) Transporteur voorzien van zijgeleiding, alsmede zijgeleidingselement.
EP0333309A1 (en) Wide chain conveyor assembly
US6142295A (en) Curved path chain link conveyor modules and belts
NL2025758B1 (nl) Modulaire transportmat en transportmatmodule daarvoor
US6634491B1 (en) Conveyor chain

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20091001