NL194553C

NL194553C - Inrichting voor de geluidsisolatie van een spoorbaan.

Info

Publication number: NL194553C
Application number: NL9400910A
Authority: NL
Inventors: Pieter Johannes Wasserval
Original assignee: Veldhoen Raalte B V
Priority date: 1994-06-06
Filing date: 1994-06-06
Publication date: 2002-07-02
Also published as: NL9400910A; NL194553B

Description

¥ 1 194553

Inrichting voor de geluidsisolatie van een spoorbaan

De uitvinding betreft een inrichting voor de geluidsisolatie van een met bielzen en spoorstaven uitgeruste spoorbaan, voorzien van ter weerszijden van de spoorstaven van een spoorbaan aanbrengbare geluids-5 absorberende elementen, om het spoorbed over de door de bielzen bepaalde breedte althans nagenoeg geheel te bedekken.

Een inrichting van deze soort is bekend uit DE-A 3.737.567. Bij deze bekende inrichting eindigen de geluidsabsorberende elementen, die als met schuimmateriaal gevulde huizen zijn uitgevoerd, op korte afstand van de spoorstaven.

10 Met deze inrichting wordt als gevolg van dit laatste de geluidsoverlast niet afdoende bestreden, omdat resonantie van de spoorstaven, die optreedt wanneer een voertuig passeert, geluid veroorzaakt. Derhalve blijft, ondanks dat de bielzen wel afgedekt zijn, een probleem van geluidsoverlast bestaan.

Het doel van de uitvinding is derhalve een samenstel voor de geluidsisolatie van een spoorbaan te verschaffen, dat dit probleem verkleint.

15 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat de tussen de spoorstaven van een spoorbaan te plaatsen geluidsabsorberende elementen tot tegen de binnenzijde van spoorstaven aan te brengen binnenblokken en tussen paren binnenblokken in te brengen positioneerblokken omvatten, waarbij de positioneerblokken en de binnenblokken zodanig schuin lopende samenwerkende wigvlakken bezitten, dat een positioneerblok bij het inbrengen tussen twee binnenblokken deze uiteen kan drukken tegen de zijkant van spoorstaven aan, 20 met de binnenblokken onder voorspanning.

Een voordeel hiervan is dat nu ook geluid afkomstig van de spoorstaven wordt geabsorbeerd, waar het aandrukken onder voorspanning van de binnenblokken tegen de binnenzijde van de spoorstaven, als gevolg van de door de positioneerblokken uitgeoefende wigwerking, in hoge mate toe bijdraagt. De blokvormige uitvoering is hierbij wezenlijk. Hierdoor wordt de geluidsemissie wezenlijk gereduceerd en de geluidsoverlast 25 geminimaliseerd of zelfs geheel teniet gedaan.

De montage van de geluidsabsorberende elementen tussen de spoorstaven kan op eenvoudige wijze worden uitgevoerd: de binnenblokken worden als eerste aangebracht, waarna de positioneerblokken worden geplaatst die zorgen voor de juiste positionering van de binnenblokken. De vorm van de binnenblokken is telkens aangepast aan het respectievelijke type spoorstaven; de positioneerblokken kunnen daarentegen 30 steeds hetzelfde zijn.

Uit DE-A 3.602.313 is een geluidsisolatie-inrichting voor een spoorbaan, waarbij bielzen ontbreken en waarbij binnenblokken tegen de binnenzijde van spoorstaven aansluiten en positioneerblokken zich tussen de binnenblokken uitstrekken. Deze blokken hebben geen samenwerkende wigvlakken om de binnenblokken onder voorspanning te houden. Er zijn verder op de buitenzijde van spoorstaven aansluitende 35 buitenblokken.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een aantal uitvoerings-voorbeelden toont van de inrichting voor de geluidsisolatie van een spoorbaan volgens de uitvinding.

Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van de inrichting in gemonteerde toestand.

40 Figuur 2 is een dwarsdoorsnede van de in figuur 1 getoonde inrichting.

Figuur 3 is een vergrote uitsnede uit figuur 2.

Figuur 1 toont een met bielzen 1 en spoorstaven 2 uitgeruste spoorbaan met de inrichting voor geluidsisolatie, die geluidsabsorberende elementen omvat, in de vorm van buiten de spoorstaven 2 gelegen en op 45 de spoorstaven 2 aansluitende buitenblokken 3 en tussen de spoorstaven 2 gelegen binnenblokken 4 en positioneerblokken 5. De buitenblokken 3, de binnenblokken 4 en de positioneerblokken 5 bedekken in gemonteerde toestand het spoorbed over de door de bielzen bepaalde breedte volledig. Uiteraard kunnen de buitenblokken 3 zich ook in meer of mindere mate over de door de bielzen 2 bepaalde breedte uitstrekken. Verder is een voor het verplaatsen van een voertuig noodzakelijke vrije ruimte nabij de 50 bovenzijde van de spoorstaven 2 in de geluidsabsorberende elementen vrijgelaten (zie ook figuur 3).

Figuur 2 toont het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in een dwarsdoorsnede. Zowel de buitenblokken 3 als de binnenblokken 4 sluiten met hun naar de spoorstaven 2 toegekeerde zijden 6 respectievelijk 7 direct of indirect op het lijf van de spoorstaven 2 aan. De van de spoorstaven 2 afgekeerde zijden 9 van de binnenblokken 4 verlopen vanaf de bovenzijde van de binnenblokken 4 naar beneden 55 schuin buitenwaarts. Deze zijden 9 van de binnenblokken 4 werken samen met corresponderend gevormde zijvlakken 10 van het positioneerblok 5. In de gemonteerde toestand, maar ook reeds tijdens het monteren, drukt het positioneerblok 5 hierdoor de binnenblokken 4 tegen het lijf van de spoorstaven 2. Voorts kunnen

Claims

194553 2 * in het positioneerblok'5 in hoofdzaak verticaal uitstrekkende doorgangen 11 aanwezig zijn. Met behulp van deze doorgangen 11 kan het grindbed dat zich onder de spoorbaan bevindt, worden geïnspecteerd. Tevens kunnen de uitsparingen 11 fungeren als koppelpunt voor een hijswerktuig. Figuur 3 toont, dat in het buitenblok 3 zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende doorgangen 12 zijn 5 gevormd, die zich vanaf het van de spoorstaven 2 afgekeerde zijvlak van het buitenblok 3 tot aan het tegenovergelegen zijvlak 6 van het buitenblok 3 uitstrekken. De doorgangen 12 sluiten in hoofdzaak aan op de spoorstaven 2. In de doorgangen 12 kunnen niet zichtbare bevestigingsorganen worden aangebracht die met één uiteinde om de spoorstaven 2 grijpen en met het andere uiteinde op het van de spoorstaven 2 afgekeerde zijvlak van het buitenblok 3 aangrijpen. 10 In figuur 3 zijn verder absorberende stroken 14, bijvoorbeeld uit rubber, weergegeven, die zich tussen de spoorstaaf 2 en het buitenblok 3 respectievelijk het binnenblok 4 bevinden. 15

1. Inrichting voor de geluidsisolatie van een met bielzen en spoorstaven uitgeruste spoorbaan, voorzien van ter weerszijden van de spoorstaven van een spoorbaan aanbrengbare geluidsabsorberende elementen, om het spoorbed over de door de bielzen bepaalde breedte althans nagenoeg geheel te bedekken, met het kenmerk, dat de tussen de spoorstaven van een spoorbaan te plaatsen geluidsabsorberende elementen tot 20 tegen de binnenzijde van spoorstaven aan te brengen binnenblokken (4) en tussen paren binnenblokken (4) in te brengen positioneerblokken (5) omvatten, waarbij de positioneerblokken (5) en de binnenblokken (4) zodanig schuin lopende samenwerkende wigvlakken bezitten, dat een positioneerblok (5) bij het inbrengen tussen twee binnenblokken (4) deze uiteen kan drukken tegen de zijkant van spoorstaven aan, met de binnenblokken (4) onder voorspanning.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de positioneerblokken (5) door hun gewicht de binnenblokken (4) in hun voorspanningstoestand kunnen houden.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in binnenblokken (4) en of tot tegen de buitenzijde van de spoorstaven aan te brengen buitenblokken (3) zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende montagedoorgangen zijn gevormd, die zich vanaf het naar een spoorstaaf toe te keren zijoppervlak 30 tot aan het tegenovergelegen zijoppervlak uitstrekken.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in het bovenoppervlak van de buitenblokken (3) en van de binnenblokken (4) doorgaande uitsparingen voor wielen van railvoertuigen langs de rand van het naar een spoorstaaf toe te keren zijoppervlak zijn aangebracht.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de bovenzijde en de 35 onderzijde van buitenblokken (3), binnenblokken (4) en/of positioneerblokken (5) inspectiedoorgangen (11) aanwezig zijn.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat meegevende stroken (6) zoals van rubber voor plaatsing tussen buitenblokken (3) en spoorstaven respectievelijk tussen binnenblokken (4) en spoorstaven aanwezig zijn.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenblokken (3), binnenblokken (4) en positioneerblokken (5) uit houtvezelbeton zijn vervaardigd. Hierbij 2 bladen tekening