NL194505C - Werkwijze ter bereiding van gemodificeerd polyethyleentereftalaat en uit het zo gemodificeerde polymeer verkregen vezels, die vrij van pluisvorming zijn. - Google Patents

Werkwijze ter bereiding van gemodificeerd polyethyleentereftalaat en uit het zo gemodificeerde polymeer verkregen vezels, die vrij van pluisvorming zijn. Download PDF

Info

Publication number
NL194505C
NL194505C NL9100593A NL9100593A NL194505C NL 194505 C NL194505 C NL 194505C NL 9100593 A NL9100593 A NL 9100593A NL 9100593 A NL9100593 A NL 9100593A NL 194505 C NL194505 C NL 194505C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fibers
fabric
break
modified
polyethylene terephthalate
Prior art date
Application number
NL9100593A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194505B (nl
NL9100593A (nl
Inventor
Denis Jehl
Bernard Millaud
Jean Staron
Original Assignee
Rhone Poulenc Fibres
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rhone Poulenc Fibres filed Critical Rhone Poulenc Fibres
Publication of NL9100593A publication Critical patent/NL9100593A/nl
Publication of NL194505B publication Critical patent/NL194505B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194505C publication Critical patent/NL194505C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08GMACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED OTHERWISE THAN BY REACTIONS ONLY INVOLVING UNSATURATED CARBON-TO-CARBON BONDS
    • C08G63/00Macromolecular compounds obtained by reactions forming a carboxylic ester link in the main chain of the macromolecule
    • C08G63/68Polyesters containing atoms other than carbon, hydrogen and oxygen
    • C08G63/695Polyesters containing atoms other than carbon, hydrogen and oxygen containing silicon
    • C08G63/6954Polyesters containing atoms other than carbon, hydrogen and oxygen containing silicon derived from polxycarboxylic acids and polyhydroxy compounds
    • DTEXTILES; PAPER
    • D01NATURAL OR MAN-MADE THREADS OR FIBRES; SPINNING
    • D01FCHEMICAL FEATURES IN THE MANUFACTURE OF ARTIFICIAL FILAMENTS, THREADS, FIBRES, BRISTLES OR RIBBONS; APPARATUS SPECIALLY ADAPTED FOR THE MANUFACTURE OF CARBON FILAMENTS
    • D01F6/00Monocomponent artificial filaments or the like of synthetic polymers; Manufacture thereof
    • D01F6/78Monocomponent artificial filaments or the like of synthetic polymers; Manufacture thereof from copolycondensation products
    • D01F6/84Monocomponent artificial filaments or the like of synthetic polymers; Manufacture thereof from copolycondensation products from copolyesters

Description

1 1945(½
Werkwijze ter bereiding van gemodificeerd polyethyleentereftalaat en uit het zo gemodificeerde polymeer verkregen vezels, die vrij van pluisvorming zijn
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de continue bereiding van gemodifi-ceerd polyethyleentereftalaat door directe veresteringsreactie tussen tereftaalzuur en ethyleenglycol, gevolgd 5 door polycondensatie op gebruikelijke wijze.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op uit dit polymeer verkregen vezels, die vrij van pluisvorming zijn en verbeterde eigenschappen bezitten.
Vezels op basis van polyethyleentereftalaat (PET) zijn zeer bekend vanwege de eigenschappen en het gemak van het onderhoud en gebruik ervan. De toepassing ervan voor het maken van textiele voortbreng-10 seis wordt evenwel beperkt door het verschijnsel van "pluisvorming". Onder "pluizen" of "pluisvorming” verstaat men de vorming van kleine verdikkingen aan het oppervlak van vervaardigde textiele voortbreng· seis. Dit is het gevolg van het feit, dat de uiteinden van de vezels, die uit het oppervlak naar buiten steken, of vrije uiteinden van vezels propjes vormen en dankzij de goede sterkte van de vezels niet losraken, maar aan het oppervlak gehecht blijven. Een mechanische verwijdering van de verdikkingen, zoals borstelen en 15 scheren, is zeer omslachtig en kostbaar en heeft bovendien slechts een gering resultaat, omdat zich voortdurend nieuwe "pluizen" vormen.
Talrijke pogingen zijn ondernomen om dit nadeel te ondervangen.
Eén de meest gangbare middelen voor het maken van discontinue vezels, die vrij van pluisvorming zijn, bestaat in het verzwakken van de vezels. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door de vorming van 20 microscopische onregelmatigheden in de vezel, maar de meestal toegepaste manier is zeker het verminderen van de lengte van de tegen elkaar gelegen macromoleculaire ketens. Dit leidt evenwel tot een vermindering van de smeltviscositeit van het polymeer, hetgeen problemen bij het spinnen tot gevolg heeft, die men op verschillende manieren heeft getracht op te lossen. Het verzwakken van de vezels veroorzaakt eveneens een achteruitgang van de verwerkbaarheid van de verkregen vezels tijdens de bewerkingen van 25 het spinnen en weven.
Eén van de meest bekende en meest toegepaste manieren bestaat volgens het Franse octrooischrift nr.
1.603.030 in het invoeren in de macromoleculaire ketens van tri- of tetrafunctionele producten, die het mogelijk maken, terwijl gelijktijdig een aanzienlijke viscositeit in gesmolten toestand in stand wordt gehouden, de lengte van de tegen elkaar gelegen moleculaire ketens te verminderen. Deze vermindering 30 neemt toe met het gehalte aan vertakkend middel en de functionaliteit daarvan. Deze oplossing geeft in het algemeen een aanvaardbaar pluizend tegengaand karakter, dat na het verven van de voortbrengsels behouden blijft. Voor de verwerkbaarheid met katoenvezels bezitten de vezels van polyethyleentereftalaat (PET), dat met vertakkende middelen is gemodificeerd, evenwel een te grote rek en te geringe treksterkten om bij het weven van uit vezels gesponnen draden te worden gebruikt.
35 Een andere eveneens reeds toegepaste methode bestaat in het opnemen in de macromoleculaire keten van zwakke chemische bindingen, die door latere behandeling, bij aanwezigheid van water of stoom, verbroken worden.
Zo wordt bijvoorbeeld in het Franse octrooischrift nr. 2.290.511 voorgesteld vóór de herestering 0,01 tot 2 gew.% difenylsilaandiol op te nemen, betrokken op het dimethyltereftalaat (DMT). De verlengingen bij breuk 40 zijn evenwel te hoog om de verwerkbaarheid met katoenvezels mogelijk te maken en de treksterkten zijn te klein voor de verwerking tot een weefsel van uit vezels gesponnen draden.
In het Franse octrooischrift nr. 1.589.057 wordt voorgesteld bij de polycondensatie een verbinding op te nemen met de formule:
0 OH
45 t I
HO - P - CH2 - CH2 - Si - OH -xH20 met x< 1,5
1 I
OH OH
50 die in staat is de pluisvorming van de vezels te verbeteren, terwijl in het Amerikaanse octrooischrift nr.
3.335.211 de bereiding van vezels wordt beschreven, die verbeterde pluisvorming vertonen, uit een watervrij PET met een smeltviscositeit (ΜV) van 1000-6000 poise (gemeten bij 275°C), dat 0,1-0,75 gramatoom Si op 100 mol glycol bevat, door bij de polycondensatie een verbinding op te nemen met de formule: 194505 2
OR OR OR
III
R - (OSi) „-OR, of R’n-Si (OR)(2_n) of R’„-Si (OR) {2^
I I I
5 OR OR ZCOOR" waarin R, R', R" koolstofhoudende of oxykoolwaterstof zijn, die 1 tot 6 koolstofatomen bevatten, Z een verzadigde tweewaardige koolwaterstofgroep is, die 1 tot 6 koolstofatomen bevat, x gelijk aan 1-20 is en η gelijk aan 0-2 is.
10 Na een behandeling onder vochtige omstandigheden bezitten dergelijke vezels evenwel te hoge verlengingen om de verwerkbaarheid gemengd met katoenvezels mogelijk te maken en/of hebben de uit de vezels gesponnen draden te kleine treksterkten om dergelijke draden bij het weven te gebruiken.
Gevonden werden nu vezels van gemodificeerd polyethyleentereftalaat, die zowel een geringe rek, die vrijwel gelijk is aan die van katoenvezels, hetgeen de verwerkbaarheid van de vezels als zodanig of 15 gemengd met katoenvezels mogelijk maakt, als een hoge treksterkte bezitten, hetgeen het mogelijk maakt uit de vezels gesponnen draden te verkrijgen, die geschikt zijn voor verwerking door weven en goede pluisvorming tegengaande eigenschappen vertonen, welke vezels bereid zijn uit een gemodificeerd polyethyleentereftalaat (PET), dat direct uit tereftaalzuur (TZ) en ethyleenglycol (EG) wordt verkregen.
De in de aanhef omschreven werkwijze is volgens de onderhavige uitvinding hierdoor gekenmerkt, dat 20 men op continue wijze methoxyethyl- of propylsilicaat in een hoeveelheid van 300 tot 700 gewichts-dpm silicium toevoert op een moment, dat het vootpolymeer een gemiddelde molecuulmassa naar het gewicht Mw tussen 9000 en 16000 en een ongelijkheidsindex I = Mw/Mn tussen 1,5 en 2 bezit en dat het op een temperatuur tussen 260 en 290°C en onder een druk tussen 1,5 en 2,5 bar verkeert, waarbij de reactietijd tussen silicaat en voorpolymeer ten minste 5 min is. Deze reactietijd is bij voorkeur ten minste 7 min.
25 Door de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding verkrijgt men een PET, dat gemodificeerd is door chemisch aan de macromoleculaire ketens geboden -SiO-groepen, die aanwezig zijn in een hoeveelheid van 300 tot 700 gewichts-dpm silicium, dat vrij van katalysatorresten voor de herestering is. De uitvinding heeft voorts betrekking op vrij van pluizenvorming zijnde vezels, gemengd met katoenvezels voor toepassing bij het weven, op basis van volgens de uitvinding bereid polyethyleentereftalaat, met het kenmerk, dat 30 het polyethyleentereftalaat gemodificeerd is door -SiO-groepen die chemisch aan de macromoleculaire ketens zijn gebonden in een hoeveelheid van 300-700 dpm silicium en de vezels eigenschappen bezitten van een rek bij breuk van <25%, bij voorkeur <20%, een treksterkte bij breuk van >40 cN/tex, bij voorkeur £45 cN/tex, een krimp in kokend water tussen 1,5 en 6% en een flex-abrasion index (FAI), na het verven bij 130°C en onder druk, van <6500.
35 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze ter bereiding van vrij van pluisvorming zijnde, gemodificeerde PET-vezels met een viscositeit in gesmolten toestand tussen 600 en 1000 poise (gemeten bij 290°C en een afschuifgradiënt van minder dan 100 s-1) door het op bekende wijze verspinnen uit de smelt, een eerste strekken in een waterig bad, dat op een temperatuur tussen 40 en 70°C wordt gehouden in een strekverhouding tussen 2,9 en 4,6x, een tweede strekken bij aanwezigheid van stoom op 40 een temperatuur tussen 100 en 110°C in een strekverhouding van 1,05-1,2x, fixeren bij een temperatuur tussen 160 en 190°C, bij voorkeur 170-180°C onder een zodanige spanning, dat de elementairdraden krimpen in een verhouding van 0,95-1 x, gevolgd door appretering, drogen, kroezen en snijden op een lengte van 3-5 cm.
Het gemodificeerde PET wordt verkregen bij de continue omzetting door directe verestering op bekende 45 wijze tussen tereftaalzuur (TZ) en ethyleenglycol (EG) bij een temperatuur tussen 270 en 300°C en onder druk, eventueel bij aanwezigheid van een katalysator voor de directe verestering, zoals triethanolamine-orthotitanaat, gevolgd door continue polycondensatie bij aanwezigheid van bekende katalysatoren, zoals antimoonoxide, in vacuo bij een temperatuur tussen 270 en 300°C; de opname van methoxyethyl- of propylsilicaat wordt uitgevoerd op het moment, dat de molecuulmassa naar het gewicht van het voor-50 polymeer tussen 9000 en 16000, bij voorkeur tussen 11000 en 14000, ligt, de ongelijkheidsindex Mw/Mn tussen 1,5 en 2, bij voorkeur 1,7 tot 1,9 ligt en dat de temperatuur van het reactiemengsel tussen 260 en 290°C en de druk tussen 1,5 en 2,5 bar ligt.
De directe veresteringsreactie tussen TZ en EG wordt uitgevoerd onder verwijdering van water tijdens de gehele duur van de veresterings- en polycondensatiereacties en het is volkomen verrassend, dat men een 55 PET kan verkrijgen, dat 300-700 dpm silicium, bij voorkeur 400 tot 600 dpm, in de vorm van macromoleculaire ketens gebonden -SiO-eenheden kan verkrijgen zonder dat het hydrolyseverschijnsel optreedt, dat absoluut vóór het spinnen moet worden vermeden, zoals volgt uit US-A-3.335.211, kolom 3, regels 50-70.
3 194505
Het is, nog steeds volgens dit octrooischrift, duidelijk, dat dit verschijnsel gemakkelijk wordt vermeden indien het PET verkregen wordt door herestering van een ester, d.w.z. uitgaande van dimethyltereftalaat (DMT) en EG, daar deze omzetting uitgevoerd wordt met alleen het vrijkomen van ethanol; het is daarentegen volkomen verrassend, dat het gemodificeerde PET zonder hydrolyse te ondergaan kan worden 5 verkregen volgens een werkwijze voor de directe verestering en polycondensatie, waarbij water vrijkomt, welke werkwijze, die bovendien een betere kinetiek bezit, minder gevaren van afbraak van het polymeer vertoont en daardoor een werkwijze is, die ver de voorkeur verdient, omdat deze technisch en economisch gunstiger is.
Anderzijds is het van essentieel belang, dat het toevoegen van methoxyethyl- of propylsilicaat uitgevoerd 10 wordt, wanneer de polyester een gemiddelde molecuulmassa naar het gewicht Mw tussen 9000 en 16000, bij voorkeur 11000 tot 14000, bezit. Indien het toevoegen plaatsvindt, terwijl de Mw te laag is, doet het tijdens de continue polymerisatie aanwezige water het silicaat overgaan in siliciumdioxide en alcohol, belet het zo de vorming van -SiO-groepen in macromoleculaire ketens en belet het de polycondensatiereactie door de zure keteneinden te blokkeren, omdat de vrijgekomen alcohol monofunctioneel is. Indien de Mw 15 daarentegen te hoog is, bezit het silicaat niet de tijd met de zich vormende polyester te reageren in verband met de heersende omstandigheden van een continu proces.
Op eenzelfde wijze vindt de reactie niet plaats, indien de temperatuur van het reactiemengsel te laag is; indien de temperatuur te hoog is, neemt men een afbraak van het polymeer waar.
Op eenzelfde wijze is de toegevoegde hoeveelheid silicaat kritisch: 20 - beneden 300 dpm silicium is het pluizenvorming tegengaande effect van de gerede vezels en tenslotte van de geweven of gebreide voortbrengsels onvoldoende, - boven 700 dpm silicium treedt een omkering van de veresterings- en polycondensatiereactie op en is het niet mogelijk een verspinbaar PET te verkrijgen.
Het zo verkregen gemodificeerde PET bevat: 25 - chemisch aan het polymeer gebonden -SiO-groepen in een hoeveelheid van 300 tot 700 dpm berekend als silicium, betrokken op de polyester, bij voorkeur 400 tot 600 dpm Si, - en is vrij van resten van katalysatoren voor de heresteringsreacties van tereftaalzuuresters.
Bovendien bezit het een gehalte aan eindstandige COOH-groepen van <20 g per ton, bij voorkeur <12 g per ton en een viscositeit in gesmolten toestand van in het algemeen tussen 600 en 1000 poise bij 290°C, 30 bij voorkeur tussen 700 en 900 poise, gemeten bij een afschuifgradiënt van £100 s-1.
Na de polycondensatie wordt de gemodificeerde polyester met een gemiddelde molecuulmassa naar het gewicht tussen 25000 en 35000 continu versponnen via een spinmondstuk van het vezeltype, dat een groot aantal openingen (bijvoorbeeld 800-1500) omvat, waarvan het debiet wisselt afhankelijk van de gewenste titer. De elementairdraden, die met een snelheid tussen in het algemeen 800-1500 m/min worden 35 afgenomen, worden eerst in een waterig bad, dat op 40-70°C, bij voorkeur 50-60°C, wordt gehouden, gestrekt in een verhouding van 2,9-4,6 X, bij voorkeur tussen 3,5 en 4,5 X, en vervolgens opnieuw bij aanwezigheid van stoom op 100-110°C in een verhouding van 1,05-1,2 X onder toepassing van enige op dit gebied bekende inrichting op een zodanige wijze, dat een totale strekgraad tussen 3,5 en 4,8 X, bij voorkeur tussen 4-4,8 X wordt bereikt. De elementairdraden worden vervolgens onder een zodanige 40 spanning gefixeerd, dat zij onderhevig zijn aan een geringe krimp van 0,95 tot 1 X, waarna zij worden geappreteerd en op een zeef bij ongeveer 100°C worden gedroogd, vervolgens gekroesd en op een lengte van 3-5 cm gesneden.
De zo verkregen vezels bezitten: - een rek bij breuk van <25%, bij voorkeur van £20% 45 - een krimp tussen 1,5 en 6%, bij voorkeur 4 tot 6% - een treksterkte bij breuk van >40 cNAex, bij voorkeur van £45 cN/tex en, na het verven: - flex-abrasion-index (FAI) £6500, bij voorkeur £6000.
De FAI maakt het mogelijk de pluisvorming tegengaande eigenschap van de vezels te evalueren.
50 Onder FAI verstaat men de mate van bestandheid tegen flex-abrasion, die vastgesteld wordt door bepaling van de treksterkte bij breuk van vezels, die onder spanning worden gehouden op een staaldraad, waarvan de diameter een functie is van de titer van de vezel onder een buighoek van 110° en onderhevig zijn aan een heen- en weergaande beweging in een geconditioneerde atmosfeer (T=22°C ±2°C - relatieve vochtigheid: 65% ±2%), waarbij de flex-abrasion index, FAI, gelijk is aan het aantal cycli vóór breuk. De 55 FAI-waarden zijn gebaseerd op de elementairdraadtiter van de vezels en zijn daarom des te hoger naarmate de titer kleiner is.
Voor katoen bezitten de vezels in het algemeen een titer van £2 dtex/elementairdraad. De verkregen 194505 4 vezels bezitten een rek, die de rek benadert van die van katoenvezels, hetgeen zo een goede verwerkbaar-heid met katoenvezels mogelijk maakt, alsmede een hoge treksterkte, hetgeen de verwerking tot weefsel mogelijk maakt zonder gevaren van breuk van de uit vezels gesponnen draden en een voldoend geringe pluisvorming na verven aan zo verkregen voortbrengsels, in het bijzonder weefsels. De vezels maken het 5 mogelijk de latere afwerkbehandelingen, zoals zengen of borstelen/scheren, hetgeen rigoureuze en kostbare behandelingen zijn, te vermijden, zoals noodzakelijkerwijs moeten worden toegepast voor weefsels, die uit gebruikelijke vezels worden verkregen. De zo verkregen vezels kunnen gemakkelijk tot uit vezels gesponnen draden worden verwerkt volgens gangbare technieken van het spinnen met ringen of open-end spinnen, hetzij ais zodanig, hetzij gemengd met katoenvezels volgens een eenvoudig en technisch 10 goedkoop procédé.
In de onderstaande voorbeelden zijn de mechanische eigenschappen bepaald volgens gangbare krachtmetingstechniek, met een met de hand bediende of automatische dynamometer bij een constante verlengingsgradiënt aan een proefstuk van vezels, dat in lengterichting tot breuk met trek wordt belast, waarbij de dynamometer verbonden is met een computer. Hierbij werden getalswaarden van de volgende 15 eigenschappen verkregen. Deze zijn het gemiddelde van 30 metingen: - aanvankelijke titer in dtex - de kracht bij breuk
- de treksterkte A
- de rek bij breuk
* T— A
Het meten van de krimp van een draad bestaat in het bepalen van het verschil in lengte van een draad-proefstuk onder een gestandaardiseerde voorspanning (50 mg/dtex) na een thermische behandeling. In het geval van het bepalen van de krimp in kokend water is de thermische behandeling ais volgt: 25 - 15 min in kokend water
- 10 min in een droogstoof op 80°C
- 1 h in een geklimatiseerde atmosfeer Berekening van de krimp: „ 0, Aanvankelijke lengte - lengte na thermische behandeling 3Q Krimp,/o- Aanvankelijke lengte xioo
De weefsels, die in ketting en inslag volgens de uitvinding worden vervaardigd, behouden de goede pluisvorming tegengaande eigenschappen, geëvalueerd volgens de R.T.P.T.-test, en een goede dynamome-trie van draden en weefsel, wat betreft de treksterkte bij breuk en rek bij breuk in vergelijking met uit de handel bekende draden en weefsels.
35 De R.T.P.T.-test is van toepassing op weefsels (of breisels) op basis van vezels volgens de methode, beschreven in de AFNOR-norm G 07-121. De test wordt op de volgende wijze uitgevoerd: - drie cirkelvormige proefstukken van 100 cm2, waarvan de omtrek door een afzetting van lijm op basis van neopreen is verhard, worden gedurende een gegeven tijd aan een beweging onderworpen in een R.T.P.T.-kamer, waarvan de binnenzijde met een neopreenband is bedekt. De cijferwaardering van de pluizen- 40 vorming van de proefstukken wordt visueel uitgevoerd door vergelijking met standaardfoto’s (1 :zeer grote aantallen pluizen —> 5:geen enkele pluis).
Krachtmetingen aan gesponnen draden:
Deze worden uitgevoerd met behulp van een automatische dynamometer van het handelsmerk USTER en proefstukken van 50 cm onder een voorspanning van 400 g. Men stelt de dynamometer vooraf in op een 45 breektijd van 20 seconden. De inrichting geeft 1 meting van de rek bij breuk. r,.x.. breukbelasting (g) x gemiddeld metrisch nummer RKM“ 1000
Totale weerstand = breukbelasting in g.
De waarden zijn gemiddelden van 120 metingen.
50 Krachtmetingen aan weefsels:
De tests worden uitgevoerd in de ketting- en inslaginrichtingen. Een proefstuk van uitgerafeld weefsel met een breedte van 5 cm wordt in lengterichting op trek belast, totdat het breekt.
De kracht in daN en de rek in % pp het moment van breken worden genoteerd.
Meting van het aantal eindstandige groepen: 55 De meting van het aantal eindstandige groepen van het gemodificeerde PET volgens de uitvinding wordt op de volgende wijze uitgevoerd: - men lost precies ongeveer 3 g polymeer in korrelvorm bij 90°C op in 50 ml ortho-cresol en voert een 5 194505 acidimetrische bepaling uit met 0,02 N natriumhydroxide in water.
Voorbeeld 1
Men bereidt op continue wijze een gemodificeerd PET door directe verestering en polycondensatie van TZ 5 en EG in een molaire verhouding TZ/EG = 1,15 door achtereenvolgens de volgende stappen toe te passen: 1. aanmaken van TZ met ethyleenglycol in een eerste, van een roerder voorzien reactievat bij aanwezigheid van triethanolamine-orthotitanaat, dat in de handel bekend is onder het merk Natol S, in een hoeveelheid van 4 dpm Ti, 2. in een tweede reactievat wordt het aangemaakte mengsel op 275°C verhit onder een druk van 6,6 bar 10 onder verwijdering van water, 3. men verhit het voorpolymeer in een derde reactievat op 278°C onder 1 bar, 4. het product gaat naar een vierde reactievat bij aanwezigheid van een glycoloplossing van antimoonoxide in een hoeveelheid van 17,4 l/h (200 dpm Sb) en 5,9 kg/h Ti02 als een suspensie in 19 l/h EG, waarin het product op 282°C wordt verhit onder een druk van 4666 Pa (35 Torr), 15 5. men voegt bij het verlaten van het vierde reactievat methoxyethylsilicaat continu toe in een hoeveelheid van 8,3 l/h (dat is 500 dpm Si), wanneer het PET een molecuulmassa naar het gewicht van 11570 en een ongelijkheidsindex van 1,51 bezit en de druk ongeveer 2 bar en de temperatuur 280°C is, 6. het mengsel wordt in een laatste, van een roerder voorzien reactievat geleid, dat op 283°C wordt verhit onder een druk van 267 Pa (2 Torr) om de polycondensatie te beëindigen. De reactietijd tussen het silicaat 20 en het voorpolymeer is ongeveer 6 minuten.
Het gemodificeerde PET met een viscositeit in gesmolten toestand (van 1000 poise), dat op 280°C wordt gehouden, wordt direct naar een spininrichting geleid, die 30 spinmondstukken met een diameter van 156 mm omvat, welke doorboord zijn met 1226 openingen met een diameter van 0,28 mm, met een debiet van 790 g/min per spinmondstuk. De elementairdraden worden afgekoeld met twee miniblaasmondstukken, die 25 zich aan weerszijden van het spinmondstuk bevinden en ten opzichte van elkaar verplaatst zijn; de lucht wordt in dwarsrichting ten opzichte van de bundel elementairdraden toegevoerd op een temperatuur van 23°C. De elementairdraden worden dan verzameld onder vorming van een lont; de 30 lonten worden afzonderlijk geappreteerd, vervolgens bijeengebracht en over 6 rollen geleid, die de snelheid regelen, vervolgens over twee gekartelde rollen met een snelheid van 1100 m/min en worden in een spinpot 30 opgevangen.
Men voegt 40 lonten, zoals bovenstaand verkregen, bijeen en de kabel wordt geappreteerd, vervolgens een eerste maal gestrekt in een waterig bad met een lengte van 4 m, dat op ongeveer 50°C wordt gehouden, in een strekverhouding van 3,6 X, daarna een tweede maal in een buis met een lengte van 8 m, die stoom op 110°C bevat, in een verhouding van 1,14 X. De totale verhouding is 4,10 X.
35 De kabel van elementairdraden wordt vervolgens onder spanning in een krimpverhouding van 0,98 X gefixeerd over 12 rollen, die op 175°C zijn verhit, met een snelheid van 200 m/min, geappreteerd, in een kroeskast gekroesd en daarna bij 100°C door hoogfrequentverhitting gedroogd.
De kabel wordt in de vorm van vezels met een gemiddelde lengte van 35-45 mm gesneden.
De eigenschappen van de verkregen vezels zijn als volgt: 40 - titer, dtex/elementairdraad 1,61 - treksterkte bij breuk in cN/tex 44,1 - rek in % 24,8 - krimp in % 4,7 - FAI: vóór het verven 5700 45 na het verven 4800
Het verven wordt gedurende 30 min bij een temperatuur van 130°C en onder druk uitgevoerd.
Uit de bovenstaand verkregen vezels bereidt men uit vezels gesponnen draden met een mengsel van gekaarde katoenvezels 50/50 van een metriek nummer 50/1 (50 m op 1 g) volgens het open-end proces met een rotorsnelheid van 65000 opm.
50 De verkregen uit vezels gesponnen draad, die voor het weven bestemd is, bezit de volgende eigenschappen: - twijn, draaiingen/meter 919 Z-richting - rek bij breuk, % 8,9 - metriek nummer (Nm) 48,9 55 - totale weerstand tegen breuk (g) 260
Uit de bovenstaand verkregen, uit vezels gesponnen draden wordt een weefsel vervaardigd, waarvan de ketting en de inslag beide bestaan uit de bovenvermelde uit vezels gesponnen draden 50/50 op een 194505 6 lancégetouw (handelsmerk SAURER 400) onder de volgende omstandigheden: - linnen binding - op gebruikelijke wijze gelijmde ketting - weefselbinding:. ketting 30 draden/cm 5 . inslag 27 einden/cm - gewicht per m2: 118 g
Het weefsel is geverfd bij 125°C voor de polyester en 80°C voor het katoen na thermische behandeling bij 180°C.
Het zo verkregen weefsel bezit voor het weefsel de volgende dynamometrie: 10
Breukvastheid (kg) Rek bij breuk, % ketting inslag ketting inslag 46,5 41,4 14,2 20,1 15 R.T.P.T.-test op pluizenvorming aan het weefsel (AFNOR-norm G-07-121) 5' 15' 30' 45' 55' 4 3 3 3 4 20
Indien men het weefsel een gewone toegepaste borstei/scheer-behandeling doet ondergaan voor het verbeteren van de eigenschappen van de weefsels met betrekking tot pluizenvorming, levert de R.T.P.T.-test de volgende resultaten: 25 5' 15' 30' 45' 55' 4 4 4 4 4 30 Een dergelijke, technisch kostbare borstei/scheer-behandeling wordt overbodig.
Voorbeeld 2 (vergelijkend)
Men herhaalt voorbeeld 1 afgezien daarvan, dat de behandeling voor het fixeren met stoom bij 140°C zonder spanning wordt uitgevoerd.
35 De eigenschappen van de verkregen elementairdraden zijn als volgt: - titer, dtex/elementairdraad 1,80 - treksterkte bij breuk in cN/tex 33,3 - rek in % 65 - krimp in % 3,6 40 - FAI: vóór het verven 5900 na het verven 5050
De verkregen vezels worden tot uit vezels gesponnen draden verwerkt gemengd met gekaarde katoenvezels 50/50, metriek nummer 48,9 volgens het open-end proces.
De verkregen, uit de vezels gesponnen draden vertonen de volgende eigenschappen: 45 - metrieknummer (Nm) 48,9 - Rek bij breuk, % 7,9 - Totale weerstand tegen breuk (g) 225
De uit de vezels gesponnen draden vertonen zwakke eigenschappen, In het bijzonder de treksterkte, ten gevolge van het te zwakke karakter van de vezel als zodanig.
50 De draden worden tot weefsels verwerkt met middelmatige gedragseigenschappen van het weefsel en een slechte opbrengst, hetgeen dergelijke vezels en draden technisch oninteressant maakt.
Kenmerken van de weefsels:
Breukvastheid (kg) Rek bij breuk, % 55 ketting inslag ketting inslag 39,2 35,3 11,9 19,5 7 194505
Voorbeeld 3 (vergelijkend) \ Men herhaalt voorbeeld 1 zonder opname van silicaat en door bij hogere polycondensatietemperaturen in de orde van 290°C te werken.
Het PET bezit een viscositeit in gesmolten toestand van ongeveer 2000 poise, ί 5 De werkwijze voor het bereiden van de elementairdraden is gelijk afgezien van de wegtreksnelheid: 1650 m/min, het strekken in een waterig bad in een strekverhouding van 2,59 en de temperatuur voor het thermisch fixeren van 185°C.
Eigenschappen van de verkregen elementairdraden: - titer, dtex/elementairdraad 1,57 10 - treksterkte bij breuk in cN/tex 57,2 - rek in % 23 - krimp in % 4,2 - FAI: vóór en na het verven 35000
De uit vezels gesponnen draden konden zonder probleem worden verkregen volgens het in voorbeeld 1 15 beschreven proces als een 50/50-mengsel met katoenvezels.
Eigenschappen van de gesponnen draden: - Metriek nummer (Nm) 48,9 - Rek bij breuk, % 9,4 - Totale weerstond (g) 303 20 Een weefsel is eveneens verkregen, zoals aangegeven in voorbeeld 1.
Breukvastheid (kg) Rek bij breuk, % ketting inslag ketting inslag 39,2 35,3 11,9 19,5 25 R.T.P.T.-test aan het weefsel (AFNOR-norm G-07-121) 5' 15' 30' 45' 55' 30 zonder borstelen/scheren 3/4 2 1 1 1 met borstelen/scheren 4 3 2 2 2
De FAI-tests aan de vezels zijn zeer slecht en hoewel de weefsels met een goede sterkte worden 35 verkregen, blijven de tests op de pluisvorming aan de weefsels zelfs met hun borstel/scheer-behandeling volkomen onvoldoende.
Voorbeeld 4 (vergelijkend TMP)
Men herhaalt voorbeeld 1, maar vervangt het methoxyethylsilicaat door trimethylolpropaan (TMP), dat 40 tussen het derde en het vierde reactievat wordt toegevoerd in een hoeveelheid van 0,6 mol.%, betrokken op het tereftaalzuur (volgens FR-A-1 603 030).
Het PET, dat met dezelfde smeltviscositeit als in voorbeeld 1 wordt verkregen, wordt op de in voorbeeld 1 aangegeven wijze verkregen, afgezien van de volgende parameters: 45 - spinmondstukdebiet 650 g/min
- strekken in bad verhouding: 2,7 X temperatuur: 50°C
- strekken in stoom verhouding: 1,1 X temperatuur: 110°C
- fixeren onder spanning, totale verhouding: temperatuur: 170°C
2,97 X, 50
De strekverhouding is een grensverhouding: hierboven treedt een breuk van elementairdraden op. Mechanische eigenschappen: - titer, dtex/elementairdraad 1,62 55 - treksterkte bij breuk in cN/tex 33,5 - rek in % 32,8 - krimp in % 3,6 194505 8 - FAI vóór en na het verven 5000
De treksterkte- en rekeigenschappen, die buiten de uitvinding liggen, hebben het niet mogelijk gemaakt uit vezels gesponnen draden, als zodanig of gemengd met katoenvezels, te verkrijgen volgens het open-end proces onder technische omstandigheden.
5
Voorbeeld 5
Voorbeeld 1 wordt herhaald wat betreft de bereiding van polyethyleentereftalaat onder toepassing van 600 dpm Si in de vorm van methoxyethylsilicaat, dat continu in een hoeveelheid van 10,2 l/h wordt toegevoerd. Het verspinnen en strekken worden zoals in voorbeeld 1 uitgevoerd in een strekverhouding van 3,33 in een 10 waterig bad, dat op 65°C wordt gehouden, en vervolgens bij aanwezigheid van stoom in een strekverhouding van 1,23, zodat de totale strekverhouding 4,1 X is. De kabel van elementairdraden wordt vervolgens onder spanning bij een krimpverhouding van 0,98 x gefixeerd over 12 rollen, die op 170°C zijn verhit, geappreteerd, gekroesd en gedroogd onder de omstandigheden, die beschreven zijn in voorbeeld 1. De kabel wordt gesneden in de vorm van vezels met een gemiddelde lengte van 35-45 mm. De 15 eigenschappen van de vezels zijn als volgt: - titer, dtex/draad 1,52 - treksterkte bij breuk in cN/tex 40 - rek in % 19,8 - krimp in % 4,2 20 - FAI vóór het verven 5400 - FAI na het verven 4400
Het verven wordt zoals in voorbeeld 1 uitgevoerd.
Uit de bovenstaand verkregen vezels bereidt men gesponnen draden gemengd met gekaarde katoenvezels 50/50 volgens een open-end proces, de ene met een snelheid van de rotor van 72000 opm (5A) en 25 de andere met een snelheid van de rotor van 92000 opm (5B).
De verkregen uit vezels gesponnen draden, die bestemd zijn voor het weven, bezitten de volgende eigenschappen:
5A 5B
30 - Metriek nummer 50,4 50,2 - Bestandheid, g 260 236 - Rek bij breuk, % 7,8 6,4
- Twijn, draaiingen/m 919 Z 919 Z
35
Uit de bovenbeschreven uit vezels gesponnen draden worden twee weefsels A en B vervaardigd, waarvan de ketting en de inslag uit de bovenvermelde uit vezels gesponnen draden 50/50 bestaan.
De weefsels worden vervaardigd op een lancégetouw (handelsmerk SAURER) onder de volgende omstandigheden: 40 - linnen binding - op gebruikelijke wijze vastgeplakte ketting - weefselstructuur:. ketting 30 draden/cm . inslag 26 einden/cm - gewicht per m2:115 g 45 Het weefsel is geverfd bij 125°C voor de polyester en bij 80°C voor het katoen na een thermische behandeling bij 180°C.
R.T.P.T.-test aan het weefsel (AFNOR-norm G-07-121) 5' 15' 30' 45' 55' 50 A 4/5 3 3/4 4 4/5 B 4 3 4 4 5
Het is belangwekkend vast te stellen, dat de uit vezels gesponnen draden volgens de uitvinding bestand zijn 55 tegen de aanzienlijke snelheden volgens het open-end proces, hetgeen een belangrijk economisch technisch belang vormt. Bovendien blijkt uit de bovenstaande tests op de pluisvorming, dat de borstel/ scheer-behandeling niet noodzakelijk is voor weefsels, die uit vezels volgens de uitvinding worden 9 194505 verkregen.
Voorbeeld 6
Men bereidt op continue wijze een gemodificeerd PET door directe verestering en polycondensatie van TZ 5 en EG met een molaire TZ/EG-verhouding van 1,15 door achtereenvolgens de volgende stappen toe te passen: 1. aanmaken van het TZ met ethyleenglycoi in een eerste, van een roerder voorzien reactievat bij aanwezigheid van triethanolamine-orthotitanaat, dat in de handel bekend is onder het merk Natol S, in een hoeveelheid van 4 dpm Ti, 10 2. het aangemaakte mengsel wordt in een tweede reactievat op 275°C verhit onder een druk van 6,6 bar onder verwijdering van water, 3. men verhit het voorpolymeer in een derde reactievat op 278°C onder 1 bar, 4. het product wordt overgebracht in een vierde reactievat bij aanwezigheid van een glycoloplossing van antimoonoxide in een hoeveelheid van 17,4 l/h (200 dpm Sb) en 5,9 kg/h Ti02 als een suspensie in EG in 15 19 l/h, waarin het product op 282°C wordt verhit onder een druk van 4666 Pa (35 Torr), 5. bij het verlaten van het vierde reactievat voegt men continu propylsilicaat toe in een hoeveelheid van 7,3 kg/h (dat is 545 dpm Si), wanneer het PET een molecuulmassa naar het gewicht van 11570 en een ongelijkheidsindex van 1,51 bezit en de druk ongeveer 2 bar en de temperatuur 280°C is, 6. het mengsel wordt aan een laatste, van een roerder voorzien reactievat toegevoerd, dat op 283°C is 20 verhit onder een druk van 267 Pa (2 Torr) om de polycondensatie te beëindigen.
De reactietijd tussen het silicaat en het voorpolymeer bedraagt ongeveer 6 minuten.
Het gemodificeerde PET met een viscositeit in gesmolten toestand van 850 poise, dat op 280°C wordt gehouden, wordt direct aan een spininrichting, die 30 spinmondstukken met een diameter van 156 mm omvat, welke doorboord zijn met 1226 openingen met een diameter van 0,28 mm, toegevoerd met een 25 debiet van 790 g/min per spinmondstuk. De elementairdraden worden afgekoeld met twee miniblaas-inrichtingen, die zich aan weerszijden van het spinmondstuk bevinden en ten opzichte van elkaar zijn geplaatst; de lucht wordt toegevoerd in dwarsrichting ten opzichte van de bundel elementairdraden op een temperatuur van 23°C. De elementairdraden worden dan verenigd onder vorming van een lont; de 30 lonten worden afzonderlijk geappreteerd, vervolgens verenigd en over 6 rollen geleid, die de snelheid regelen, 30 daarna tussen 2 gekartelde rollen door met een snelheid van 1100 m/min en worden verzameld in een spinpot.
Men verzamelt 40 lonten, zoals bovenstaand worden verkregen en de kabel wordt geappreteerd, vervolgens een eerste maal gestrekt in een waterig bad met een lengte van 4 m, dat op ongeveer 50°C wordt gehouden, in een strekverhouding van 3,29 X en vervolgens een tweede maal in een buis met een 35 lengte van 8 m, die stoom op 110°C bevat, in een verhouding van 1,23 X. De totale strekverhouding is 4,05 X.
De kabel van elementairdraden wordt vervolgens onder spanning met een krimpverhouding van 0,98 X, over 12 rollen, die op 175°C zijn verhit, met een snelheid van 200 m/min gefixeerd, geappreteerd, in een kroeskast gekroest en vervolgens bij 100°C door hoogfrequentverhitting gedroogd.
40 De kabel wordt in de vorm van vezels met een gemiddelde lengte van 35-45 mm gesneden.
De eigenschappen van de verkregen vezels zijn als volgt: - titer, dtex/draad 1,56 - treksterkte bij breuk in cN/tex 41 - rek in % 22 45 - krimp in % 4,1 - FAI: vóór het verven 7000 na het verven 4800
Het verven wordt gedurende 30 min en onder druk uitgevoerd bij een temperatuur van 130°C.
Uit de bovenverkregen vezels bereidt men uit vezels gesponnen draden gemengd met gekaarde 50 katoenvezels 50/50 met het metrieke nummer 50/1 (50 m op 1 g) volgens het open-end proces met een snelheid van de rotor van 65000 opm.
De verkregen uit vezels gesponnen draden, die voor het weven zijn bestemd, bezitten de volgende eigenschappen: - twijn, draaiingen/meter 919 Z-richting 55 - rek bij breuk, % 8,5 - metriek nummer (Nm) 49 - totale weerstand tegen breuk (g) 245

Claims (2)

0 194505 10 Uit de bovenvermelde uit vezels gesponnen draden wordt een weefsel vervaardigd, waarvan de ketting en de inslag beide samengesteld zijn uit de bovenvermelde uit vezels gesponnen draden 50/50 op een lancégetouw (handelsmerk SAURER 400) onder de volgende omstandigheden: - linnen binding 5. op gebruikelijke wijze vastgeplakte ketting - weefselstructuur:. ketting 30 draden/cm . inslag 27 einden/cm - gewicht per m2:118 g Het weefsel is bij 125°C voor de polyester en bij 80°C voor het katoen geverfd na een thermische 10 behandeling bij 180°C. Het zo verkregen weefsel bezit de volgende dynamometrie aan het weefsel: Breukvastheid (kg) Rek bij breuk, % ketting inslag ketting inslag 15 45 40,9 14,2 20,1 R.T.P.T.-test op pluisvorming van het weefsel (AFNOR-norm G-07-121) 20 5' 15' 30' 45' 55' 4 4 4 4 4 Indien men een weefsel aan een borstel/scheer-behandeling onderwerpt, die gewooniijk wordt toegepast 25 voor het verbeteren van de eigenschappen van pluisvorming van weefsels, levert de R.T.P.T.-test de volgende resultaten: 5' 15' 30' 45' 55' 4 4 4 4 4 30 Een dergelijke technische kostbare borstel/scheer-behandeling wordt overbodig. 35 Conclusies
1. Werkwijze voor de continue bereiding van gemodificeerd polyethyleentereftalaat door directe vereste-ringsreactie tussen tereftaalzuur en ethyleenglycol, gevolgd door polycondensatie op gebruikelijke wijze, met het kenmerk, dat men op continue wijze methoxyethyl- of propylsilicaat in een hoeveelheid van 300 tot 700 40 gewichts-dpm silicium toevoert op een moment, dat het voorpolymeer een gemiddelde molecuulmassa naar het gewicht Mw tussen 9000 en 16000 en een ongelijkheidsindex I = Mw/Mn tussen 1,5 en 2 bezit en dat het op een temperatuur tussen 260 en 290°C en onder een druk tussen 1,5 en 2,5 bar verkeert, waarbij de reactietijd tussen silicaat en voorpolymeer ten minste 5 min is.
2. Vrij van pluizenvorming zijnde vezels, gemengd met katoenvezels voor toepassingen bij het weven, op 45 basis van gemodificeerd polyethyleentereftalaat bereid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het polyethyleentereftalaat gemodificeerd is door -SiO-groepen die chemisch aan de marcromeleculaire ketens zijn gebonden in een hoeveelheid van 300-700 dpm silicium en de vezels eigenschappen bezitten van: - een rek bij breuk van <25% - een treksterkte bij breuk van >40 cN/tex 50. een krimp in kokend water tussen 1,5 en 6% - een flex-abrasion index, FAI, na het verven bij 130°C en onder druk, van <6500.
NL9100593A 1990-04-05 1991-04-05 Werkwijze ter bereiding van gemodificeerd polyethyleentereftalaat en uit het zo gemodificeerde polymeer verkregen vezels, die vrij van pluisvorming zijn. NL194505C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR9004621 1990-04-05
FR9004621A FR2660663B1 (fr) 1990-04-05 1990-04-05 Procede pour l'obtention de polyterephtalate d'ethylene modifie, fibres exemptes de boulochage issues du polymere ainsi modifie.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9100593A NL9100593A (nl) 1991-11-01
NL194505B NL194505B (nl) 2002-02-01
NL194505C true NL194505C (nl) 2002-06-04

Family

ID=9395641

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100593A NL194505C (nl) 1990-04-05 1991-04-05 Werkwijze ter bereiding van gemodificeerd polyethyleentereftalaat en uit het zo gemodificeerde polymeer verkregen vezels, die vrij van pluisvorming zijn.

Country Status (15)

Country Link
US (2) US5300626A (nl)
JP (2) JP3129754B2 (nl)
AT (1) AT400569B (nl)
BE (1) BE1006532A3 (nl)
BR (1) BR9101455A (nl)
CA (1) CA2039776C (nl)
CH (1) CH682491A5 (nl)
DE (1) DE4111066B4 (nl)
ES (1) ES2048610B1 (nl)
FR (1) FR2660663B1 (nl)
GB (1) GB2245275B (nl)
IT (1) IT1245705B (nl)
LU (1) LU87911A1 (nl)
NL (1) NL194505C (nl)
PT (1) PT97270B (nl)

Families Citing this family (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4328800A1 (de) * 1993-08-27 1995-03-02 Hoechst Ag Pillarm und schwer entflammbar modifizierte Polyester, Verfahren zu ihrer Herstellung und daraus geformte Gebilde
US6113656A (en) * 1995-01-17 2000-09-05 Milliken & Company Method of dyeing low pill polyester
US5817740A (en) * 1997-02-12 1998-10-06 E. I. Du Pont De Nemours And Company Low pill polyester
US6037055A (en) * 1997-02-12 2000-03-14 E. I. Du Pont De Nemours And Company Low pill copolyester
US6051034A (en) * 1998-09-30 2000-04-18 Springs Industries, Inc. Methods for reducing pilling of towels
DE19951067B4 (de) * 1999-10-22 2004-04-08 Inventa-Fischer Ag Polyesterfasern mit verminderter Pillingneigung sowie Verfahren zu ihrer Herstellung
AU2002243291A1 (en) * 2000-12-07 2002-06-18 Eastman Chemical Company Low cost polyester process using a pipe reactor
US6906164B2 (en) * 2000-12-07 2005-06-14 Eastman Chemical Company Polyester process using a pipe reactor
DE10129688C1 (de) 2001-06-22 2003-01-30 Trevira Gmbh & Co Kg Pillarme Polyesterfaser
US6407194B1 (en) * 2001-07-17 2002-06-18 E. I. Du Pont De Nemours And Company Temporarily crosslinked polyester polymers
US6706842B1 (en) 2003-02-06 2004-03-16 Jiwen F. Duan Crosslinked polyester copolymers
US7074879B2 (en) * 2003-06-06 2006-07-11 Eastman Chemical Company Polyester process using a pipe reactor
US7135541B2 (en) * 2003-06-06 2006-11-14 Eastman Chemical Company Polyester process using a pipe reactor
US7332548B2 (en) * 2004-03-04 2008-02-19 Eastman Chemical Company Process for production of a polyester product from alkylene oxide and carboxylic acid
CH697009A5 (de) * 2004-07-08 2008-03-14 Zeev Ofer Kristallisiertes Polyethylenterephthalat, welches Silizium enthält, und Verfahren zu dessen Herstellung.
US20080139780A1 (en) * 2006-12-07 2008-06-12 Debruin Bruce Roger Polyester production system employing short residence time esterification
US7943094B2 (en) * 2006-12-07 2011-05-17 Grupo Petrotemex, S.A. De C.V. Polyester production system employing horizontally elongated esterification vessel
US7649109B2 (en) * 2006-12-07 2010-01-19 Eastman Chemical Company Polyester production system employing recirculation of hot alcohol to esterification zone
US7863477B2 (en) * 2007-03-08 2011-01-04 Eastman Chemical Company Polyester production system employing hot paste to esterification zone
US7872090B2 (en) * 2007-07-12 2011-01-18 Eastman Chemical Company Reactor system with optimized heating and phase separation
US7868129B2 (en) * 2007-07-12 2011-01-11 Eastman Chemical Company Sloped tubular reactor with spaced sequential trays
US7868130B2 (en) * 2007-07-12 2011-01-11 Eastman Chemical Company Multi-level tubular reactor with vertically spaced segments
US7829653B2 (en) * 2007-07-12 2010-11-09 Eastman Chemical Company Horizontal trayed reactor
US7858730B2 (en) * 2007-07-12 2010-12-28 Eastman Chemical Company Multi-level tubular reactor with dual headers
US7847053B2 (en) * 2007-07-12 2010-12-07 Eastman Chemical Company Multi-level tubular reactor with oppositely extending segments
US7872089B2 (en) 2007-07-12 2011-01-18 Eastman Chemical Company Multi-level tubular reactor with internal tray
US7842777B2 (en) * 2007-07-12 2010-11-30 Eastman Chemical Company Sloped tubular reactor with divided flow

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3335211A (en) * 1959-06-26 1967-08-08 Du Pont Process for melt spinning linear polyester modified with an oxysilicon compound
LU55826A1 (nl) * 1967-04-19 1969-11-13
US3475371A (en) * 1968-03-25 1969-10-28 Fmc Corp Polyesters stabilized with aliphatic orthosilicates
FR1603030A (nl) * 1968-06-04 1971-03-15
US3917648A (en) * 1971-01-18 1975-11-04 G D Mcleod & Sons Inc Galvanic coating compositions comprising polyol silcates and zinc dust
DD104089A1 (nl) * 1973-04-17 1974-02-20
DD104307A1 (nl) * 1973-06-12 1974-03-05
DE2453231A1 (de) * 1974-11-09 1976-05-13 Bayer Ag Pillingarme polyesterfasern
DE2614523C3 (de) * 1976-04-03 1979-11-29 Hoechst Ag, 6000 Frankfurt Vorgarn
US4092299A (en) * 1976-06-23 1978-05-30 Monsanto Company High draw ratio polyester feed yarn and its draw texturing
DD227710A1 (de) * 1983-02-11 1985-09-25 Guben Chemiefaserwerk Verfahren zur herstellung von polyethylenterephthalat
CA1295800C (en) * 1986-09-12 1992-02-18 Cecil Everett Reese Texturing yarns
US4833032A (en) * 1986-09-12 1989-05-23 E. I. Du Pont De Nemours And Company Texturing polyester yarns
IN168956B (nl) * 1987-02-11 1991-07-27 Du Pont

Also Published As

Publication number Publication date
NL194505B (nl) 2002-02-01
CH682491A5 (fr) 1993-09-30
US5478909A (en) 1995-12-26
GB2245275A (en) 1992-01-02
CA2039776C (fr) 2001-06-05
BR9101455A (pt) 1991-12-03
ITMI910909A1 (it) 1992-10-03
FR2660663B1 (fr) 1993-05-21
US5300626A (en) 1994-04-05
PT97270A (pt) 1992-01-31
ATA72091A (de) 1995-06-15
ES2048610A1 (es) 1994-03-16
ES2048610B1 (es) 1994-09-01
GB9107022D0 (en) 1991-05-22
DE4111066A1 (de) 1991-10-10
FR2660663A1 (fr) 1991-10-11
JP3129754B2 (ja) 2001-01-31
NL9100593A (nl) 1991-11-01
AT400569B (de) 1996-01-25
GB2245275B (en) 1993-09-01
IT1245705B (it) 1994-10-14
DE4111066B4 (de) 2006-05-18
PT97270B (pt) 1998-07-31
JPH05209046A (ja) 1993-08-20
ITMI910909A0 (it) 1991-04-03
LU87911A1 (fr) 1992-03-03
JP3267602B2 (ja) 2002-03-18
CA2039776A1 (fr) 1991-10-06
BE1006532A3 (fr) 1994-10-11
JP2001146653A (ja) 2001-05-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194505C (nl) Werkwijze ter bereiding van gemodificeerd polyethyleentereftalaat en uit het zo gemodificeerde polymeer verkregen vezels, die vrij van pluisvorming zijn.
JP4612717B2 (ja) ストレッチ性及び後加工性に優れた複合繊維
JP3630662B2 (ja) 共重合ポリトリメチレンテレフタレート
CA2085541A1 (en) Flame resistant, low pilling polyester fiber
JP2003526023A (ja) ポリ(トリメチレンテレフタラート)の微細デニール糸
JP2021529895A (ja) ポリエステルステープルファイバーを含む紡績糸及びポリエステルステープルファイバーを含む布帛
JP5254708B2 (ja) 異形異繊度混繊糸
JP4027806B2 (ja) ポリエステル混繊糸
JP2009007683A (ja) 撥水性ポリエステル混繊糸
JPH0351804B2 (nl)
JPS6163768A (ja) 絹紡調の風合を有する布帛の製造方法
JP3998672B2 (ja) 共重合ポリトリメチレンテレフタレート繊維
JP3837827B2 (ja) 芯鞘型複合紡績糸および布帛
US4150081A (en) Process for producing polyester fibers having wool-like hand
JPH0984685A (ja) ポリエステル繊維製ラグ
JP2021188175A (ja) ポリエステル複合繊維
JPS6131233B2 (nl)
JPH10168687A (ja) ポリエステル異収縮混繊糸およびその製造方法
JPS63120110A (ja) 抗ピル性ポリエステル繊維
JPS62110914A (ja) ポリエステル系繊維およびポリエステル系異収縮混繊糸
JPH09268479A (ja) ポリエステル繊維製玄関マット
JP2000239931A (ja) フィブリル化可能な芯鞘型複合異収縮混繊糸
JPH04136219A (ja) 抗ピル性ポリエステル複合繊維
JPS6257981A (ja) 絹紡調の風合を有するポリエステル布帛の製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
BC A request for examination has been filed
BK Erratum

Free format text: PAT. BUL. 08/2002: THE TITLE ON PAGE 1 SHOULD READ: WERKWIJZE TER BEREIDING VAN GEMODIFICEERD POLYETHYLEENTEREFTALAAT EN UIT HET ZO GEMODIFICEERDE POLYMEER VERKREGEN VEZELS, DIE VRIJ VAN PLUISVORMING ZIJN.

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20091101