NL194402C

NL194402C - Steuninrichting voor een golfplaat-overkapping.

Info

Publication number: NL194402C
Application number: NL9200853A
Authority: NL
Inventors: Alain Remy
Original assignee: Ondex
Priority date: 1991-05-28
Filing date: 1992-05-14
Publication date: 2002-03-04
Also published as: PT100495A; NL194402B; NL9200853A; GR920100209A; ES2063640B1; BE1006842A3; DE4216917A1; ES2063640R; ITMI921094A0; IT1255145B; ITMI921094A1; ES2063640A2; FR2677064B1; PT100495B; GB2256212A; GR1002837B; GB9211280D0; FR2677064A1; GB2256212B

Description

1 194402

Steuninrichting voor een golfplaat-overkapping

De uitvinding heeft betrekking op een steuninrichting voor toepassing in een golfplaat-overkapping, voorzien van een op een draag balk bevestigbare langwerpige drager met platte onderzijde en met vormvaste 5 uitsteeksels aan de bovenzijde, om afzonderlijk te steken in langshoiten van golfplaten.

Een dergelijke steuninrichting is bekend uit US-A-4.401.705. Deze bekende steuninrichting wordt gevormd door een relatief stijf en langgerekt uit kunststof gespuitgiet monolichaam, dat aan de bovenzijde gegolfd is en aldus uitsteeksels heeft. Van het doorlopend golfprofiel sluit de vorm aan op het golfprofiel van de te ondersteunen golfplaten. Voor het tot stand brengen van de golfplaat-overkapping wordt een aantal 10 steuninrichtingen op de dwarsbalken of langsliggers voor de overkapping bevestigd, waarna de golfplaten op de steuninrichtingen worden geplaatst en daarop worden vastgezet. Daarbij zorgen de vulblokken voor een goede ondersteuning van de golfplaten en wordt vervorming van de golven ervan verhinderd.

Een nadeel van deze bekende steuninrichting is dat deze met het oog op de handelbaarheid slechts in beperkte afmetingen, in het bijzonder met een beperkte lengte, kan worden vervaardigd. Deze lengte is 15 doorgaans kleiner dan de voor een dakoverspanning benodigde lengte. Derhalve moet op de bouwlocatie meerdere steuninrichtingen aan elkaar worden gekoppeld, waartoe deze steuninrichtingen van speciale arbeidsintensieve verbindingsmiddelen moeten worden voorzien. Verder is het profiel vanwege het gegolfde bovenoppervlak relatief lastig op de draagbalken te monteren. Bovendien dient de bekende steuninrichting zeer nauwkeurig te worden vervaardigd, teneinde over het gehele lengte een passende aansluiting op de te 20 ondersteunen golfplaat te garanderen.

De uitvinding beoogt een steuninrichting van de in de aanhef beschreven soort, waarbij de nadelen van de bekende steuninrichting zijn opgeheven met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een steuninrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de drager gevormd wordt door een flexibele strook en dat de vormvaste uitsteeksels gevormd worden door afzonderlijke vulblokken die vooraf op de 25 drager zijn aangebracht.

Doordat de drager flexibel is, kan deze worden opgerold. Hierdoor kan de steuninrichting in grote lengten worden vervaardigd en op locatie op maat worden gesneden. Dit voorkomt dat gecompliceerde verbindingsmiddelen nodig zijn om de steuninrichtingen aan elkaar te koppelen. Bovendien neemt de steuninrichting in opgerolde toestand relatief weinig ruimte in beslag, hetgeen gunstig is tijdens opslag en transport. De 30 vulblokken kunnen relatief eenvoudig worden vervaardigd en eveneens eenvoudig op exact de gewenste onderlinge afstand op de drager worden bevestigd, zodat een perfecte aansluiting op de te ondersteunen golfplaat wordt verkregen. De flexibele drager kan eenvoudig op een draagbalk worden bevestigd.

Overigens is uit EP-B-0.225.931 een steuninrichting bekend voor het ondersteunen van in elkaar grijpende dakplaten, waarbij de steuninrichting een flexibele drager omvat, in de vorm van een oprolbare 35 band, en op deze drager te bevestigen metalen steunelementen. De drager is voorzien van speciale markeringen, bijvoorbeeld aanslagen, kleefmiddelen, uitsparingen, noppen, e.d. met behulp van welke markeringen de steunelementen eenvoudig op de gewenste onderlinge afstand kunnen worden aangebracht. Bij deze bekende steuninrichting worden de steunelementen echter alle afzonderlijk op de bouwlocatie op de drager gemonteerd, hetgeen arbeidsintensief en tijdrovend is.

40 De vulblokken kunnen uit ieder materiaal worden vervaardigd. In een voordelige uitvoeringsvorm worden de vulblokken gespuitgiet uit een kunststof, in het bijzonder polyethyleen. Kunststof is non corrosief en heeft een hardheid die aansluit bij die van de te ondersteunen golfplaten, die veelal ook uit kunststof zijn vervaardigd. Bovendien is kunststof, in het bijzonder polyethyleen, zeer eenvoudig te verwerken zodat vulblokken van elke gewenste vorm eenvoudig kunnen worden vervaardigd. Kunststof is bovendien 45 verhoudingsgewijs licht, waardoor de totale steuninrichting relatief licht zal zijn en de draagbalken niet onnodig worden belast.

De strook van de flexibele drager is bij voorkeur uitgevoerd om weerstand te bieden tegen verlenging onder trekspanning. Hierdoor wordt verhinderd dat tijdens het uitrollen, vlak leggen en bevestigen van de steuninrichting op een draagbalk ongewenste verlengingen daarin optreden.

50 De flexibele drager kan worden gevormd door een veelvoud van vezelstrengen in een matrix van een kunststof. Vezelstrengen kunnen in een een dergelijke matrix een bijzonder goede weerstand tegen trekspanningen bieden. Bij voorkeur wordt de flexibele drager gevormd door parallelle strengen glasvezel, bekleen met polyethyleen, omdat een dergelijke strook een uitstekende weerstand heeft tegen verlenging onder trekspanning, en weinig gevoelig is voor de effecten van veranderende temperatuur.

55 Dergelijke stroken zijn op zich bekend.

De steuninrichting volgens de uitvinding en zijn toepassingswijze zal in detail worden beschreven in één van

Claims

194402 2 de voorkeursuitvoeringen onder verwijzing naar de tekening, waarin: figuur 1 een doorgesneden gedeelte van de steuninrichting in zijaanzicht toont; en figuur 2 een bovenaanzicht toont van de steuninrichting volgens figuur 1.

1. Steuninrichting voor toepassing in een golfplaat-overkapping, voorzien van een op een draagbalk bevestigbare langwerpige drager met platte onderzijde en met vormvaste uitsteeksels aan de bovenzijde, om afzonderlijk te steken in langsholten van golfplaten, met het kenmerk, dat de drager gevormd wordt door een flexibele strook en dat de vormvaste uitsteeksels gevormd worden door afzonderlijke vulblokken die 50 vooraf op de drager zijn aangebracht.

2. Steuninrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vulblokken zijn gespuitgiet uit kunststof.

3. Steuninrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vulblokken zijn gespuitgiet uit polyethyleen.

4. Steuninrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de strook van de flexibele drager is uitgevoerd om weerstand te bieden tegen verlenging onder trekspanning.

5. Steuninrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de flexibele drager wordt gevormd door een veelvoud van vezelstrengen in een kunststof matrix.

5 Zoals blijkt uit de tekening wordt de steuninrichting gevormd door een flexibele drager bestaande uit een strook 1 van grote lengte waarop, door middel van ultrasoon lassen, vulblokken 2 zijn aangebracht op een constante onderlinge, axiale afstand corresponderend met de gewenste steekafstand ”p” voor de vervaardiging van een golfplaat-overkapping. De strook 1, met een breedte van 30 mm en een dikte van 1 mm, is vervaardigd uit een samenstel van 10 parallelle strengen glasvezel, overtrokken met een polyethyleen. De geprofileerde vulblokken 2 zijn vervaardigd door middel van gieten van polyethyleen en deze zijn, in de hier weergegeven situatie, aangepast aan de erop te bevestigen golfplaten van polyvenylchloride met in doorsnede een polygoon profiel. De vulblokken 2 zijn bovendien voorzien van een axiale doorboring 3 voor het doorvoeren van de bevestigingsmiddelen voor het vastzetten van de golfplaten.

15 De lengte van de strook 1 is zodanig gekozen dat het eerste en het laatste geprofileerde vulblok zich op een afstand van de respectieve uiteinden van de strook bevinden, die overeenkomt met de halve steekafstand ”p". De strook 1 is verder voorzien van door middel van inkt-jet aangebrachte bevestigings-merktekens 4, aangebracht aan weerszijde van, en dichtbij de geprofileerde vulblokken.

20 Teneinde een overkapping te vervaardigen met behulp van de steuninrichting zoals hiervoor beschreven, kunnen: - steuninrichtingen zoals beschreven over de lengte van de draagbalken voor de golfplaat-overkapping worden bevestigd; - vervolgens de golfplaten worden geplaatst, zodanig dat de geprofileerde vulblokken 2 in aanraking komen 25 met de golven van de golfplaat; en - ten slotte de golfplaten definitief worden vastgezet, door middel van geschikte bevestigingsmiddelen, via de doorboringen 3 die daartoe zijn aangebracht in de vulblokken 2. Het positioneren van de steuninrichtingen op de draagbalken vindt plaats vóór de plaatsing van de golfplaten. Het volstaat om één uiteinde van een steuninrichting op elke draagbalk te bevestigen, zodanig 30 dat het eerste geprofileerde vulblok in de juiste positie geplaatst is. De verdere bevestiging van een steuninrichting op een respectieve draagbalken kan eenvoudig geschieden door gebruik te maken van de merktekens 4 voor het automatisch correct plaatsen van de opéénvolgende geprofileerde vulblokken 3. Het volstaat verder dat wanneer één steuninrichting korter is dan de lengte van de draagbalk, om een volgende steuninrichting tegen het einde van de eerste steuninrichting te plaatsen.

35 Feitelijk kan worden volstaan met het correct positioneren van elk eerste vulblok op elke respectieve draagbalk teneinde automatisch een correcte positionering te verkrijgen van alle verdere successieve vulblokken bij gebruik van de steuninrichting. Zodra de draagbalken zijn voorzien van steuninrichtingen kan worden overgegaan op het plaatsen van de golfplaten voor het vormen van de gewenste overkapping met in acht neming van de gebruikelijke 40 voorwaarden welke worden gesteld aan het vervaardigen van een samengestelde vlakke, bolle of hellende golfplaat-overkapping. 45

6. Steuninrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de flexibele drager wordt gevormd door een 3 194402 veelvoud van parallelle strengen glasvezel, bekleend met polyethyleen.

• 7. Steuninrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geprofileerde vulblokken op de flexibele drager zijn gehecht door lijmen of door lassen.

8. Steuninrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de flexibele drager is voorzien van merktekens 5 die corresponderen met de gewenste bevestigingspunten voor de flexibele drager op een draagbalk. Hierbij 2 bladen tekening