NL193733C - Vlinderklep. - Google Patents
Vlinderklep. Download PDFInfo
- Publication number
- NL193733C NL193733C NL8703162A NL8703162A NL193733C NL 193733 C NL193733 C NL 193733C NL 8703162 A NL8703162 A NL 8703162A NL 8703162 A NL8703162 A NL 8703162A NL 193733 C NL193733 C NL 193733C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- throttle
- plane
- angle
- valve
- throttle valve
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K1/00—Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces
- F16K1/16—Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces with pivoted closure-members
- F16K1/18—Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces with pivoted closure-members with pivoted discs or flaps
- F16K1/22—Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces with pivoted closure-members with pivoted discs or flaps with axis of rotation crossing the valve member, e.g. butterfly valves
- F16K1/226—Shaping or arrangements of the sealing
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K1/00—Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces
- F16K1/16—Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces with pivoted closure-members
- F16K1/18—Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces with pivoted closure-members with pivoted discs or flaps
- F16K1/22—Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces with pivoted closure-members with pivoted discs or flaps with axis of rotation crossing the valve member, e.g. butterfly valves
- F16K1/226—Shaping or arrangements of the sealing
- F16K1/2263—Shaping or arrangements of the sealing the sealing being arranged on the valve seat
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Lift Valve (AREA)
- Taps Or Cocks (AREA)
Description
1 193733
Vlinderklep
De uitvinding heeft betrekking op een vlinderklep welke een klephuis bevat met een kanaal voor het fluïdum, welk kanaal een eerste as bezit, een klepzitting in de vorm van een zittingsring, waarbij de zittingsring 5 verplaatsbaar is in een radiale richting ten opzichte van de eerste as, in een sleuf in het klephuis en welke elastisch vervormbaar is voor wat betreft zijn vorm in de genoemde radiale richting, een smoorklep met evenwijdige zijden welk draaibaar is om de draaiingsas door middel van een steel tussen een open positie en een gesloten positie, welke smoorklep een afdichtvlak bezit aan de omtrek van de smoorklep die wordt gedrukt tegen de zittingsring als de smoorklep zich in gesloten positie bevindt, en middelen voor het houden 10 van de zittingsring in zijn positie in de sleuf als de smoorklep wordt gedraaid vanuit zijn gesloten positie naar de genoemde open positie en voor het tegelijkertijd handhaven van de vorm die is aangepast aan het genoemde afdichtvlak van de smoorklep als de smoorklep zich in gesloten positie bevindt, waarbij de snijlijnen tussen het afdichtvlak en een eerste snijvlak door de smoorklep bestaan uit cirkelvormige bogen met een eerste straal met een voetpunt op de draaiingsas, waarbij dat eerste snijvlak samenvalt met de 15 genoemde draaiingsas en loodrecht staat op een symmetrievlak door de smoorklep, en waarbij de straal naar een eerste van de twee snijpunten tussen een omtreksmiddenlijn van die omtrek en dat symmetrievlak een eerste hoek vormt ten opzichte van een nul-vlak, dat een vlak is evenwijdig aan die zijde van de smoorklep, en waarbij de straal naar het tweede van die twee snijpunten, een tweede hoek vormt ten opzichte van dat nul-vlak, waarbij een hellingshoek van een buigingsstraal naar het genoemde nul-vlak 20 on-onderbroken toeneemt op een helft van de genoemde smoorklep vanaf de genoemde hoek naar de genoemde eerste hoek, terwijl op de overeenkomstige andere helft van de smoorklep deze hoek afneemt van de genoemde hoek naar de genoemde tweede hoek, en waarbij de snijlijnen tussen dat afdichtvlak en alle andere snijvlakken die samenvallen met de middenlijn van de smoorklep tussen dat eerste snijvlak en dat symmetrievlak, cirkelbogen zijn met stralen, waarvan de lengte vanaf dat eerste vlak naar dat 25 symmetrievlak ononderbroken toeneemt.
Een smoorklep van de hierboven genoemde soort is bekend uit en beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.284.264. Deze smoorklep kan samenwerken met klepzittingsringen die verschillende uitvoeringen kunnen bezitten. De zittingsring kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd op de wijze als weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift of zoals beschreven in het SE-B-445.382. Andere uitvoeringsvormen zijn 30 geschikt als middelen om de zittingsring te houden in de positie die de ring heeft aangenomen als de smoorklep vanaf de open positie naar de gesloten positie is gedraaid als de klep is geassembleerd, dat wil zeggen bij de zogenaamde ’’maagdelijke sluitbeweging”. Een gemeenschappelijk kenmerk van deze zittingsringen is dat zij een gebogen afdichtoppervlak bezitten dat is gekeerd naar de fluïdumdoorgang. Het afdichtingscontact tussen de twee afdichtoppervlakken in de afgedichte positie zal daarom plaatsvinden 35 langs een smalle zone en met een praktisch lijnvormige contact. Om tegelijkertijd een vast aanhalen tussen de smoorklep en de zitting rondom de omtrek te verkrijgen, bezit de bekende smoorklep in het vlak evenwijdig aan de zijvlakken van de smoorklep, hierna aangeduid als het nul-vlak, een ovaalvormige vorm, waarbij de grote as loodrecht staat op de draaiingsas van de smoorklep waardoor ook wordt voorkomen dat de smoorklep de zitting raakt bij een beginfase van de sluitbeweging alsmede ook in hoofdzaak een 40 schuivende beweging plaatsvindt tussen de oppervlakken. Voor hetzelfde doel is aan de omtrek van de smoorklep een complexe dubbelgebogen vorm gegeven, die is gekenmerkt doordat de snijlijnen tussen de omtrek van de smoorklep en een eerste snijvlak door de smoorklep samenvallen met de draaiingsas en loodrecht op een symmetrievlak door de smoorklep bestaan uit cirkelbogen waarvan het middelpunt in hoofdzaak ligt op de draaiingsas, terwijl de snijlijnen tussen de omtrek van de smoorklep en een tweede 45 snijvlak begrensd door het genoemde symmetrievlak door de smoorklep, loodrecht op de draaiingsas, bestaan uit rechte lijnen, waarvan de verlengingen zullen samenkomen, terwijl de buiging van het afdichtvlak van de smoorklep achtereenvolgens vanafde eerstgenoemde cirkel in het genoemde eerste snijvlak overloopt in oneindig grote cirkels, dat wil zeggen rechte lijnen in het genoemde symmetrievlak. Deze bekende vlinderklep heeft in vergelijking met vroegere ontwerpen een aanzienlijk technisch vooruitgang 50 gebracht en is tegenwoordig de meest toegepaste vlinderklep in de Scandinavische landen, ten minste in de papier- en pulpindustrie.
De hierboven genoemde klep heeft echter enige gebreken. Zo is de geometrie van het oppervlak van de smoorklep moeilijk te vervaardigen met een mathematisch juiste vorm ten gevolge van het feit dat de vorm moeilijk is te programmeren voor een gecomputeriseerde productie. Enige benaderingen moeten worden 55 gemaakt in het computerprogramma, hetgeen betekent dat de mathematisch nauwkeurige vorm niet zal worden bereikt. In de praktijk betekent dit dat het afdichtoppervlak aan de omtrek van de smoorklep enige bulten zal bezitten welke inwerken tegen een gelijktijdige afdichtaanraking tussen de zitting en de smoorklep 193733 2 rondom de gehele omtrek. Theoretisch zouden de problemen kunnen worden opgelost als zou kunnen worden gegarandeerd dat het afdichtcontact tussen de smoorklep en de zitting nauwkeurig in het nul-vlak zou plaatsvinden. In de praktijk echter kunnen dergelijke garanties niet worden gegeven ten gevolge van de vervaardigingstoleranties, slijtage door het medium dat wordt getransporteerd door de klep, variaties in 5 temperatuur en torsie, enz. Daarom moet het afdichtvlak aan de omtrek van de smoorklep een grotere breedte bezitten dat de breedte van de aanrakingszone in een bepaalde afdichtpositie, zodat het vlak dat samenvalt met de aanrakingslijn of de contactzone in een bepaalde afdichtpositie een hoek kan vormen met het nul-vlak. In eerste instantie is deze hoek negatief, hetgeen betekent dat de sluitpositie iets voor het nul-vlak zal worden bereikt als de smoorklep wordt gesloten voor de eerste keer. Ook zal in deze positie 10 absolute dichtheid worden bereikt zonder de steel van de smoorklep te onderwerpen aan hoge torsie-krachten. Een goed afdichtresultaat kan worden bereikt in deze positie als er een hoge verhouding bestaat tussen enerzijds de oppervlaktedruk tussen de smoorklep en de zitting en anderzijds het draaimoment dat wordt uitgeoefend op de steel, terwijl tegelijkertijd de smoorklep een perfecte of nagenoeg mathematisch perfecte elliptische vorm bezit in het vlak dat samenvalt met de contactlijn of contactzone in elke afdicht-15 positie. Deze ideale omstandigheden bestaan niet in de hierboven genoemde, bekende klep die is gekenmerkt doordat de snijlijnen tussen het symmetrievlak en de omtrek van de smoorklep worden gevormd door rechte lijnen. De rechte lijn in de genoemde sectie zal een lagere verhouding tussen oppervlaktedruk-en draaimoment veroorzaken dan gewenst is, terwijl de vórm van de contactlijn of contactzone in het genoemde vlak een hoek zal vormen met het nul-vlak die min of meer zal worden vervormd, gelijkend op de 20 vorm van een lengtedoorsnede door een ei.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een vlinderklep van de aan het begin genoemde soort, waarbij de verhouding tussen enerzijds de door de smoorklep op de zitting uitgeoefende druk en anderzijds het op de steel uitgeoefende draaimoment groot is, waarbij de aanrakingslijn of -zone met het afdichtvlak van de smoorklep een elliptische vorm heeft, waarbij rondom de omtrek gelijktijdig een afdichtende 25 aanraking mogelijk is, en waarbij de geometrie van de vlinderklep is over te brengen in een computerprogramma voor gecomputeriseerde productie.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de snijlijnen tussen het afdichtvlak en het symmetrievlak een buigingsstraal hebben, die 2 è 4 x zo groot is als die eerste straal, waarbij die eerste hoek meer dan 8° en niet meer dan 16° groter is dan een hoek tussen de genoemde straal en één van de 30 overeenkomstige snijpunten in een axiale doorsnede loodrecht op het symmetrievlak, waarbij die tweede hoek ten minste 8° en niet meer dan 16° kleiner is dan de genoemde hoek in die axiale doorsnede. Bij de vlinderklep volgens de uitvinding zijn alle vlakken door de smoorklep en evenwijdig aan het nul-vlak elliptisch en hebben alle andere ten opzichte van het nul-vlak hellende vlakken door de smoorklep en binnen het gebied van het afdichtvlak van de smoorklep een contour, welke mathematisch beschouwd die 35 van een ellips zeer dicht benadert. Dit maakt het programmeren van de geometrie eenvoudig. Voorts is ten gevolge van deze geometrie de verhouding tussen de contactdruk en het draaimoment gunstig.
Teneinde ondanks de invloed van vervaardigingstoleranties, slijtage en vervormingen ten gevolge van temperatuursvariaties toch een betrouwbare afdichting te kunnen verzekeren, is het bij een vlinderklep volgens de uitvinding, waarbij een afdichtende aanrakingslijn of -zone tussen de zittingsring en de 40 smoorklep in het gebied van het afdichtvlak van de smoorklep bestaat uit een ovaal, voordelig wanneer dat afdichtvlak een in hoofdzaak elliptische vorm heeft, wanneer een grote as van die elliptische vorm samenvalt met het genoemde symmetrievlak door de smoorklep, en wanneer dat afdichtvlak aan de omtrek van de smoorklep een grotere breedte heeft dan de breedte van de genoemde aanrakingszone, in elke positie van afdichtende aanraking, zodat een vlak dat samenvalt met de aanrakingslijn of -zone een hoek 45 kan vormen met het nulvlak, dat bestaat uit een vlak evenwijdig aan de evenwijdige zijde van de smoorklep, en waarbij afdichtende aanraking tussen de smoorklep en de zitting wordt bereikt bij de genoemde hoek.
Opgemerkt wordt dat een afdichtvlak met een in hoofdzaak elliptische vorm bekend is uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-20.239 en uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-4.254.U37. Een met betrekking tot vervaardigingstoleranties, slijtage en temperatuursvervormingen betrouwbare afdichting wordt in het 50 bijzonder verkregen wanneer de smoorklep een mate van ovaalheid bezit van 0,5 tot 1,6 mm.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding zal in bijzonderheden worden uiteengezet aan de hand van de tekeningen.
Figuur 1 geeft een aanzicht weer van een gesloten klep gezien in de richting van die zijde van de 55 smoorklep die is afgekeerd van de steel van de smoorklep.
Figuur 2 geeft op vergrote schaal een doorsnede weer langs de lijn II—II, loodrecht op de draaiingsas van de smoorklep in een vlak dat samenvalt met het symmetrievlak van de smoorklep, waarbij de afmetingen in 3 193733 de stromingsrichting van het fluïdum door de klep iets is overdreven.
Figuur 3 geeft een doorsnede weer langs de lijn 111—III in figuur 1 in een vlak dat samenvalt in het gebied van het klephuis met de draaiingsas van de smoorklep en in het gebied van de smoorklep samenvalt met de middenlijn van de smoorklep, hierna aangeduid als het axiale vlak van de smoorklep.
5 Figuur 4 geeft schematisch een aanzicht weer van een smoorklep in dezelfde richting als figuur 1.
Figuren 5-9 geven schematisch doorsneden weer langs de lijn V-V .... IX—IX in figuur 4 volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, en
Figuur 10 geeft schematisch een perspectivisch aanzicht weer van de geometrie van de smoorklep volgens de voorkeursuitvoeringsvorm.
10
Eerst verwijzende naar figuren 1-3, is een klephuis in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingsgetal 1. Het klephuis bestaat uit een hoofdgedeelte 2 en een afdekring 3. Een doorgang door de klep is aangeduid met 4. Een smoorklep 5 kan worden gedraaid vanuit een gesloten positie, zoals weergegeven in figuur 2, naar een open positie en omgekeerd door middel van een steel 6 die draaiend is bevestigd in het 15 hoofdgedeelte 2 van het klephuis 1. Voor het draaien van de steel 6 zijn bedieningsmiddelen aangebracht die in de tekeningen niet zijn weergegeven.
Een zittingsring 8 is aangebracht in een ringvormige spleet 7 in het klephuis 1 tussen het hoofdgedeelte 2 en de afdichtring 3. De zittingsring bestaat normaal uit roestvrij, zuurbestendig staal of een zeer stijf kunststofmateriaal en is in andere opzichten uitgevoerd volgens het genoemde SE-B-445.382. De ring 8 kan 20 ook bestaan uit een samengesteld materiaal of kan zijn samengesteld uit verscheidene materialen. De ring 8 heeft een deel dat de vorm heeft dat lijkt op een ’’schepsel”, met een langwerpig lijfgedeelte De twee zijden 10 zijn volledig vlak en evenwijdig. Aan het einde van de ring, dat is gericht naar de smoorklep 5, bezit het lijfgedeelte een ’’hoofd” gedeelte met een stomp afgerond oppervlak 12, dat het afdichtoppervlak vormt van de klepzitting, waartegen de smoorklep 7 kan worden gedrukt. Vanaf de ’’heup” 13 van het 25 lijfgedeelte, dat wil zeggen vanaf het buitenste omtreksdeel van de ring 8 strekt zich een paar ringvormige flenzen radiaal uit, symmetrisch naar buiten toe. In het weergegeven gedeelte vormen de flenzen 14 de benen van de op de ”schepsel”-lijkende figuur. Aan elk van de flenzen 14 strekt zich een naar buiten gerichte rand 16 uit. De twee randen 16 worden door veerwerking verend in axiale richting gedrukt tegen de wanden van de spleet 7. De vorm van de zitting 8 en ook de keuze van een geschikt materiaal in de 30 zittingsring 8 zorgen voor de gewenste combinatie van radiale stijfheid, axiale flexibiliteit en afdichtingsver-mogen tegen de zijde van de spleet in axiale richting.
Om een afdichtingswerking te verkrijgen behoeft daarom de zittingsring 8 niet in radiale richting tegen de bodem van de spleet 7 te worden gedrukt. In tegendeel, de spleet 7 is zo diep dat de ring 8 in radiale richting kan worden verplaatst, dat wil zeggen dat de diameter van de spleet 7 aanzienlijk groter is dan de 35 maximale buitendiameter van de zittingsring 8. De positie en de vorm van de zittingsring 8 kan dus worden aangepast aan de smoorklep 5 als de klep eerst wordt gesloten, de zogenaamde ’’maagdelijke sluitings”-werking. De flenzen 14 zijn tegelijkertijd zo stijf, met andere woorden, hun veerwerking is zo groot, dat dit er voor zorgt dat de zittingsring 8 zijn positie zal behouden en in wezen ook de wijziging van vorm zal houden welke deze heeft verkregen bij de maagdelijke sluitingswerking. Meer in het bijzonder heeft de zittingsring 8 40 een elliptische vorm gekregen bij de maagdelijke sluitingswerking, welke hierna verder uiteen zal worden gezet. Een zekere terugvering vanuit deze elliptische vorm van de ring naar de oorspronkelijke cirkelvormige vorm zal plaatsvinden als de klep opnieuw wordt geopend maar het hoofdgedeelte van de elastische vervorming die de zittingsring verkreeg bij de maagdelijke sluitingswerking zal worden behouden.
De omtrek van de smoorklep 5 is aangeduid met het verwijzingsgetal 18. Een langs de omtrek lopende 45 middenlijn aan de omtrek 18 is aangeduid met het verwijzingsgetal 19. Een vlak dat samenvalt met deze middenlijn 19 vormt het hiervoor vermelde nul-vlak, dat is aangeduid met het verwijzingsgetal 20. In het ideale geval is de middenlijn 19 de aanrakingslijn tussen de smoorklep en de zitting bij afdichtende aanraking met de zittingsring 8. Er wordt echter op gewezen dat de aanraking tussen de smoorklep en de zittingsring niet plaatsvindt langs een lijn in de mathematische betekenis, maar langs een smalle zone. Ook 50 wordt erop gewezen dat de aanrakingslijn of -zone zelden plaatsvindt op de middenlijn 19 (het nul-vlak 20) tengevolge van de invloed van vervaardigingstoleranties, slijtage, variërende temperaturen en vervormingen veroorzaakt door dergelijke variaties, enz. Om deze reden moet gebruik worden gemaakt van een groter gebied van de omtrek 18 van de smoorklep. Dit gebied dat kan worden gebruikt voor de afdichtwerking is in figuur 2 met streeplijnen aangegeven en zal hierna worden aangeduid als het afdichtvlak 21 van de 55 smoorklep. De breedte van dit afdichtvlak 21 kan van geval tot geval verschillen. Als praktische regel is de breedte van het afdichtvlak 21 2/3 van de breedte van de omtrek 18 van de smoorklep. Een reden waarom de omtrek 18 van de smoorklep iets breder is dan het afdichtvlak 21 is dat de buitenoppervlakken van de 193733 4 omtrek aan beide zijden van het afdichtvlak 21 een veiligheidszone vormen tegen een ’’overdraaiing" van de smoorklep, dat wil zeggen een draaiing van de smoorklep tot voorbij de zitting bij het sluiten van de klep, hetgeen, als dit zou plaatsvinden, zou maken dat de klep onwerkzaam zou worden.
De vorm van de omtrek 18 van de smoorklep 5 volgens de uitvoeringsvorm zal nu nader worden 5 uiteengezet aan de hand van figuren 4-10. Zoals in de inleiding van deze beschrijving is vermeld, is de uitvinding bedoeld om een klep te verschaffen met een hoge verhouding tussen de druk die wordt uitgeoefend door de smoorklep op de zitting en het draaimoment dat wordt uitgeoefend op de steel; een elliptische vorm van de aanrakingslijn of -zone in elke aanrakingspositie tegen het afdichtvlak 21 van de smoorklep; een gelijktijdig afdichtingsaanraking rondom de omtrek en een mogelijkheid om de geometrie 10 over te brengen op een computerprogramma voor gecomputeriseerde productie van de omtrek van de smoorklep, welke doeleinden kunnen worden bereikt door de nieuwe uitvoering van de geometrie van de smoorklep.
Figuur 9 geeft het symmetrievlak van de smoorklep 5 weer in een doorsnede IX—IX in figuur 4. Figuur 5 geeft de smoorklep in axiale doorsnede weer volgens de lijn V-V in figuur 4 bij een hoekpositie β - 90°; 15 270°, waarbij de hoek β tegen de wijzers van het uurwerk wordt beschouwd vanaf een verticale lijn die begint vanaf een middenlijn 22 loodrecht op nul-vlak 20. Figuur 6, figuur 7 en figuur 8 geven een doorsnede weer in de hoekposities β = 67,5°; 247,5°, β = 45°; 225° en β = 22,5°; 202,5° respectievelijk. De andere onderdelen van de smoorklepschijf vormen omgekeerde kopieën van de eerstgenoemde delen.
In de axiale doorsnede volgens figuur 5 bezit de smoorklep een omtreksprofiel dat wordt gevormd door 20 een straal R waarvan het voetpunt ligt op de middenlijn 22 van de smoorklep. De punten x1 en x2 zijn snijpunten tussen de middenlijn 19 en de axiale doorsnede. Overeenkomstige punten in de doorsnede in figuur 6 zijn aangeduid met c.,; c2 en fn; f2, respectievelijk; in figuur 7 met respectievelijk bn; b2 en g.,; g2; in figuut 8 met a,; a2 respectievelijk h,; h2 en in figuur 9 met respectievelijk z en y. In de doorsnede van figuur 6 heeft de omtrek van de smoorklep - of meer in het bijzonder de beschrijvende lijn daarvan - een 25 buigingsstraal = 1,5R; in de doorsnede in figuur 7 heeft deze een buigingsstraal = 2R, in de doorsnede in figuur 8 is dit toegenoemen tot 2,5R en in het symmetrievlak heeft de omtrek 18 van de smoorklep een buigingsstraal = 3R. Tussen de genoemde doorsneden neemt de buigingsstraal continu toe vanaf R in de axiale doorsnede (β = 90°; 270°) tot de buigingsstraal = 3R in het symmetrievlak, waarbij β = 0; 180°, figuur 9. In elke gekozen hoekpositie βη tussen 0 en 90° geldt de volgende uitdrukking voor de lengte van de 30 overeenkomstige straal Rn.
Rn = R . (2 - cos26n) (1)
De straal R wordt bepaald door de axiale excentriciteit m, dat wil zeggen de afstand tussen de draaiing-sas 23 en het nul-vlak 20 zodat R = Ut) + mJ (2)
In de hierboven genoemde uitdrukking is D, de diameter, of juister de lengte van de kleine as van de middenlijn 19. De hellingshoek a1 tussen de straal R en het nul-vlak 20 wordt bepaald door de uitdrukking 40 D, tan = mz-g- (3)
In het symmetrievlak, figuur 9, heeft de smoorklep de diameter, of juister de lengte van de grote as aangeduid met D5 in het nul-vlak 20. Het verschil tussen de grote as D5 en de kleine as D, hangt af van de 45 afmeting van de klep. In het geval van de kleinste kleppen, dat betekent kleppen met een diameter van ongeveer 75 mm, is de mate van ovaalheid 0,5 tot 0,6 mm, hetgeen betekent dat de grote as D5 0,5 tot 0,6 mm groter is dan de kleine as Dv In het geval van de grootste kleppen, hetgeen betekent kleppen met smoorklepdiameters in de orde van grootte van 1200 mm, is de mate van ovaalheid 1,5 tot 1,6 mm. Voor tussenliggende afmetingen neemt de mate van ovaalheid continu toe vanaf een bereik van 0,5 tot 0,6 mm 50 tot een bereik van 1,5 tot 1,6 mm.
In het symmetrievlak, figuur 9, helt de buigingsstraal 3R in de richting van het punt y met een hoek a5 met het nul-vlak, die niet minder dan 8° en niet meer dan 16° groter is dan de hoek o, terwijl de straal 3R naar het punt z helt naar nul-vlak 20 toe met de hellingshoek Og die niet minder dan 8° en niet meer dan 16° kleiner is dan de hoek a,. Tussen de punten z en y <0°-180° resp. 180°-360°) geldt de uitdrukking (4) 55 voor zover het de hellingshoek van de buigingsstraal ten opzichte van het nul-vlak 20 betreft. De hoek βη is zoals hiervoor de hoek van het deel van het symetrievlak beginnend bij het punt z.
Claims (3)
1. Vlinderklep welke een klephuis bevat met een kanaal voor het fluïdum, welk kanaal een eerste as bezit, een klepzitting in de vorm van een zittingsring, waarbij de zittingsring verplaatsbaar is in een radiale richting ten opzichte van de eerste as, in een sleuf in het klephuis en welke elastisch vervormbaar is voor wat betreft zijn vorm in de genoemde radiale richting, een smoorklep met evenwijdige zijden welk draaibaar is om de draaiingsas door middel van een steel tussen een open positie en een gesloten positie, welke 35 smoorklep een afdichtvlak bezit, aan de omtrek van de smoorklep die wordt gedrukt tegen de zittingsring als de smoorklep zich in gesloten positie bevindt, en middelen voor het houden van de zittingsring in zijn positie in de sleuf als de smoorklep wordt gedraaid van uit zijn gesloten positie naar de genoemde open positie en voor het tegelijkertijd handhaven van de vorm die is aangepast aan het genoemde afdichtvlak van de smoorklep als de smoorklep zich in gesloten positie bevindt, waarbij de snijlijnen tussen het afdichtvlak en 40 een eerste snijvlak door de smoorklep bestaan uit cirkelvormige bogen met een eerste straal met een voetpunt op de draaiingsas, waarbij dat eerste snijvlak samenvalt met de genoemde draaiingsas en loodrecht staat op een symmetrievlak door de smoorklep, en waarbij de straal naar een eerste (y) van de twee snijpunten (z, y) tussen een omtreksmiddenlijn van die omtrek en dat symmetrievlak een eerste hoek (a5) vormt ten opzichte van een nul-vlak, dat een vlak is evenwijdig aan die zijde van de smoorklep, en 45 waarbij de straal naar het tweede (z) van die twee snijpunten (z, y), een tweede hoek (0¾) vormt ten opzichte van dat nul-vlak, waarbij een hellingshoek van een buigingsstraal naar het genoemde nul-vlak (an) ononderbroken toeneemt op een helft van de genoemde smoorklep vanaf de genoemde hoek (cx,) naar de genoemde eerste hoek (a5), terwijl op de overeenkomstige andere helft van de smoorklep deze hoek (an) afneemt van de genoemde hoek (aj naar de genoemde tweede hoek (c^), en waarbij de snijlijnen tussen 50 dat afdichtvlak en alle andere snijvlakken, die samenvallen met de middenlijn van de smoorklep tussen dat eerste snijvlak en dat symmetrievlak, cirkelbogen zijn met stralen, waarvan de lengte vanaf dat eerste vlak naar dat symmetrievlak ononderbroken toeneemt, met het kenmerk, dat de snijlijnen tussen het afdichtvlak (21) en het symmetrievlak een buigingsstraal (3R) hebben, die 2 a 4 x zo groot is als die eerste straal (R), waarbij die eerste hoek (a5) meer dan 8° en niet meer dan 16° groter is dan een hoek (<*,) tussen de 55 genoemde straal en één van de overeenkomstige snijpunten in een axiale doorsnede loodrecht op het symmetrievlak, waarbij die tweede hoek (α<,) ten minste 8° en niet meer dan 16° kleiner is dan de genoemde hoek (o,) in die axiale doorsnede. 193733 6
1. COSBn “η = α9 +-2-' ~ (4) De andere helft van de smoorklepschijf (180°-360°) is een omgekeerde kopie van de eerste helft.
5 De zijdelingse excentriciteit s van de smoorklep beschreven aan de hand van figuur 10 is maximaal 0,5 m voor de kleinste smoorklep diameters en maximaal 3 mm voor de grootste kleppen. Het is echter voor alle afmetingen mogelijk om de zijdelingse excentriciteit s volledig te elimineren, maar een zekere zijdelingse excentriciteit, niet meer dan die welke hierboven is genoemd, verdient de voorkeur om een extra garantie te geven dat aanraking zal plaatsvinden tussen de smoorklep en de zitting alleen maar via 10 gelijktijdige aanraking van de smoorklep tegen de zitting in omtreksrichting bij het sluiten van de klep, en ook dat de aanraking tegelijkertijd wordt onderbroken als de klep opnieuw wordt geopend, als de zittingsring 8 eenmaal zich heeft aangepast aan de geometrie van het afdichtoppervlak 21 bij de genoemde ’’maagdelijke sluitbeweging”. Alle vlakken door een smoorklep met de smoorklep-geometrie beschreven aan de hand van figuur 1 t/m 15 figuur 10, die evenwijdig met het nul-vlak, zijn elliptisch. Ook hebben alle andere vlakken door de smoorklep binnen het gebied van het afdichtvlak 21 van de smoorklep, die hellen ten opzichte van het nul-vlak 20, een contour die zeer dicht een ellips in de mathematische betekenis van het woord benadert. Zelfs als de smoorklep gedurende de sluitwerking wordt gedraaid tot voorbij het nul-vlak 20 over een bepaalde hoek γ-figuur 2 - zal aldus een aanrakingslijn of -zone worden verkregen welke een gewenste elliptische vorm 20 bezit. Dankzij de buiging in het vlak van symmetrie, figuur 9, is er tegelijkertijd met de genoemde draaiing overeenkomstig de hoek γ een voordelige verhouding tussen de aanrakingsdruk en het draaimoment dat wordt uitgeoefend op de steel. In de uitvoeringsvorm volgens figuren 5-10, snijdt de buigingsstraal van de smoorklep altijd de middenlijn 22 van smoorklep, behalve in axiale doorsnede, figuur 5. In het axiale vlak, figuur 5, heeft de straal zijn 25 voetpunt op de middenlijn 22.
2. Klep volgens conclusie 1, waarbij een afdichtende aanrakingslijn of -zone tussen de zittingsring en de smoorklep in het gebied van het afdichtvlak van de smoorklep bestaat uit een ovaal, met het kenmerk, dat de ovaal een in hoofdzaak elliptische vorm heeft en waarbij een grote as van die elliptische vorm samenvalt met het genoemde symmetrievlak door de smoorklep, en dat dat afdichtvlak aan de omtrek van de 5 smoorklep een grotere breedte heeft dan de breedte van de genoemde aanrakingszone, in elke positie van afdichtende aanraking, zodat een vlak dat samenvalt met de aanrakingslijn of -zone een hoek kan vormen met het nul-vlak (20), dat bestaat uit een vlak evenwijdig aan de evenwijdige zijde van de smoorklep, en waarbij afdichtende aanraking tussen de smoorklep en de zitting wordt bereikt bij de genoemde hoek.
3. Klep volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de smoorklep een mate van ovaalheid bezit van 0,5 tot 10 1,6 mm. Hierbij 6 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
SE8700003A SE456112C (sv) | 1987-01-02 | 1987-01-02 | Vridspjällsventil |
SE8700003 | 1987-01-02 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8703162A NL8703162A (nl) | 1988-08-01 |
NL193733B NL193733B (nl) | 2000-04-03 |
NL193733C true NL193733C (nl) | 2000-08-04 |
Family
ID=20367078
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8703162A NL193733C (nl) | 1987-01-02 | 1987-12-30 | Vlinderklep. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4770393A (nl) |
JP (1) | JP2694956B2 (nl) |
AU (1) | AU610543B2 (nl) |
CA (1) | CA1292462C (nl) |
DE (2) | DE8717109U1 (nl) |
FI (1) | FI89407C (nl) |
FR (1) | FR2609319B1 (nl) |
GB (1) | GB2199641B (nl) |
NL (1) | NL193733C (nl) |
NO (1) | NO177614C (nl) |
SE (1) | SE456112C (nl) |
Families Citing this family (37)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH01188772A (ja) * | 1988-01-21 | 1989-07-28 | Akira Oshima | バタフライ弁の正逆両圧シール装置 |
US4944489A (en) * | 1989-08-10 | 1990-07-31 | Gebruder Adams Armaturen U. Apparate Gmbh & Co., K.G. | Rotary valve and seal |
US5531205A (en) * | 1995-03-31 | 1996-07-02 | Siemens Electric Limited | Rotary diesel electric EGR valve |
US6029949A (en) * | 1995-04-17 | 2000-02-29 | Flowserve Corporation | High performance butterfly valve |
US6206376B1 (en) | 1998-12-08 | 2001-03-27 | Thomas A. Hartman | Apparatus and method of sealing a valve against increasing fluid pressure |
US7243901B2 (en) * | 1998-12-21 | 2007-07-17 | Fisher Controls International Llc | Rotary valve apparatus and associated methods |
US6213141B1 (en) * | 1998-12-21 | 2001-04-10 | Philip W. Eggleston | Rotary valve apparatus and associated methods |
JP2000250635A (ja) * | 1999-02-26 | 2000-09-14 | Smc Corp | レギュレーター |
DE19918128A1 (de) * | 1999-04-21 | 2000-10-26 | Dieter Moellmann | Absperrklappe für Rohrleitungen und Verfahren zur Herstellung derselben |
US7080820B2 (en) | 1999-11-16 | 2006-07-25 | Fisher Controls International Llc. | Elliptical sealing surface for butterfly valve |
IT246930Y1 (it) * | 1999-12-09 | 2002-04-10 | Bonomi Bresciane Rubinetterie | Valvola di intercettazione per fluidi con organo otturatore a farfalla ad elevata affidabilita' di funzionamento |
DE10128292B4 (de) * | 2001-06-12 | 2017-06-08 | Frank Wenig | Drehklappenventil |
US6726176B2 (en) | 2002-01-02 | 2004-04-27 | Fisher Controls International, Inc. | Stepped butterfly valve |
US20030209683A1 (en) * | 2002-05-08 | 2003-11-13 | Tsai Chi-Lung | Handle-type butterfly valve |
US6726177B2 (en) * | 2002-07-02 | 2004-04-27 | Value Valves Co., Ltd. | Valve with improved junk ring structure |
US6793197B2 (en) | 2003-01-30 | 2004-09-21 | Fisher Controls International, Inc. | Butterfly valve |
CN1300494C (zh) * | 2004-04-09 | 2007-02-14 | 浙江大学 | 单偏心硬密封蝶阀 |
US7225825B1 (en) | 2005-12-15 | 2007-06-05 | Hartman Brian T | Valve seal and method of installing a valve seal |
DE102006045420A1 (de) * | 2006-09-26 | 2008-04-10 | Pierburg Gmbh | Drosselklappenvorrichtung für eine Verbrennungskraftmaschine |
US7887025B2 (en) * | 2007-12-06 | 2011-02-15 | Hartman Thomas A | Ball valve housing seat and method of securing the same to a ball valve |
FR2933469B1 (fr) * | 2008-07-01 | 2013-01-11 | Valeo Sys Controle Moteur Sas | Ensemble d'un corps de vanne et d'un joint d'etancheite, ensemble d'un corps de vanne,d'un joint d'etancheite et d'une canalisation,joint pour l'ensemble |
DE102009015183B4 (de) * | 2009-03-31 | 2014-04-17 | Pierburg Gmbh | Klappenventil |
DE102009015184B4 (de) * | 2009-03-31 | 2011-07-21 | Pierburg GmbH, 41460 | Klappenventil |
EP2249067A1 (de) | 2009-05-04 | 2010-11-10 | Johann Zwick | Klappenscheibenventil |
US8540210B2 (en) * | 2009-07-29 | 2013-09-24 | Hans D Baumann | Low friction and gradually opening butterfly valve vane |
US20110024660A1 (en) * | 2009-07-29 | 2011-02-03 | Baumann Hans D | Angle-seating butterfly vane and method for producing the same |
PT2751454T (pt) * | 2011-11-01 | 2017-06-05 | Ab Somas Ventiler | Válvula de borboleta |
US8991415B1 (en) * | 2013-12-19 | 2015-03-31 | Francesco Luppino | Fire hydrant break off valve |
DE112014006049T5 (de) * | 2013-12-25 | 2016-09-08 | Aisan Kogyo Kabushiki Kaisha | Doppelexzentrisches Ventil |
JP5759647B1 (ja) * | 2013-12-25 | 2015-08-05 | 愛三工業株式会社 | 二重偏心弁 |
EP3788282A4 (en) * | 2018-05-02 | 2021-05-05 | Neles Finland Oy | VALVE AND CLOSING ELEMENT |
EP3567287B1 (de) * | 2018-05-07 | 2021-03-03 | Gregor Gaida | Fünffach asymmetrisch aufgebaute absperrklappe |
EP3743193B1 (de) * | 2018-06-07 | 2021-12-29 | Metall + Plastic GmbH | Verschlussvorrichtung, filtereinheit für ein barrieresystem sowie barrieresystem, insbesondere isolator |
EP3581833B1 (de) * | 2018-06-11 | 2021-05-19 | Gregor Gaida | Sechsfach asymmetrisch aufgebaute absperrklappe |
USD872836S1 (en) * | 2018-10-03 | 2020-01-14 | A.R. Arena Products, Inc. | Butterfly valve |
US11703129B2 (en) * | 2019-02-28 | 2023-07-18 | Kitz Corporation | Valve disk of double eccentric butterfly valve, and double eccentric butterfly valve |
KR102268251B1 (ko) * | 2020-12-10 | 2021-06-23 | 한국유니콤밸브주식회사 | 오중 오프셋 구조의 버터플라이 밸브 |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AT324061B (de) * | 1972-04-27 | 1975-08-11 | Ecpp & Reuter Gmbh | Absperrklappe |
SE383402B (sv) * | 1973-10-15 | 1976-03-08 | Saab Scania Ab | Vridspjellventil |
US4254937A (en) * | 1978-11-17 | 1981-03-10 | Aktiebolaget Somas Ventiler | Butterfly valve |
DE2917757A1 (de) * | 1979-05-02 | 1980-11-06 | Somas Ventiler | Drosselklappenventil |
FR2457423A1 (fr) * | 1979-05-23 | 1980-12-19 | Amri | Vanne-papillon a dispositif d'obturation perfectionne |
US4286769A (en) * | 1979-09-19 | 1981-09-01 | Aktiebolaget Somas Ventiler | Valve seat |
US4284264A (en) * | 1980-01-17 | 1981-08-18 | Aktiebolaget Somas Ventiler | Butterfly valves |
SE445382B (sv) * | 1984-09-27 | 1986-06-16 | Somas Ventiler | Tetningsanordning vid spjellventiler |
-
1987
- 1987-01-02 SE SE8700003A patent/SE456112C/sv not_active IP Right Cessation
- 1987-12-23 GB GB8730070A patent/GB2199641B/en not_active Expired - Lifetime
- 1987-12-24 CA CA000555395A patent/CA1292462C/en not_active Expired - Lifetime
- 1987-12-28 JP JP62330354A patent/JP2694956B2/ja not_active Expired - Lifetime
- 1987-12-28 US US07/138,578 patent/US4770393A/en not_active Expired - Lifetime
- 1987-12-30 DE DE8717109U patent/DE8717109U1/de not_active Expired
- 1987-12-30 NO NO875492A patent/NO177614C/no not_active IP Right Cessation
- 1987-12-30 NL NL8703162A patent/NL193733C/nl not_active IP Right Cessation
- 1987-12-30 DE DE3744548A patent/DE3744548B4/de not_active Expired - Lifetime
- 1987-12-31 FI FI875796A patent/FI89407C/fi not_active IP Right Cessation
- 1987-12-31 AU AU83173/87A patent/AU610543B2/en not_active Expired
- 1987-12-31 FR FR878718486A patent/FR2609319B1/fr not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB8730070D0 (en) | 1988-02-03 |
NO875492D0 (no) | 1987-12-30 |
FI89407B (fi) | 1993-06-15 |
FR2609319B1 (fr) | 1992-05-07 |
NL8703162A (nl) | 1988-08-01 |
DE8717109U1 (nl) | 1988-05-05 |
GB2199641A (en) | 1988-07-13 |
DE3744548A1 (de) | 1988-07-14 |
FI875796A0 (fi) | 1987-12-31 |
AU610543B2 (en) | 1991-05-23 |
NL193733B (nl) | 2000-04-03 |
NO875492L (no) | 1988-07-04 |
FI875796A (fi) | 1988-07-03 |
SE8700003D0 (sv) | 1987-01-02 |
SE8700003L (sv) | 1988-07-03 |
AU8317387A (en) | 1988-07-07 |
GB2199641B (en) | 1990-12-12 |
SE456112B (sv) | 1988-09-05 |
NO177614C (no) | 1995-10-18 |
US4770393A (en) | 1988-09-13 |
FR2609319A1 (fr) | 1988-07-08 |
FI89407C (fi) | 1993-09-27 |
DE3744548B4 (de) | 2004-03-11 |
CA1292462C (en) | 1991-11-26 |
JPS63235773A (ja) | 1988-09-30 |
NO177614B (no) | 1995-07-10 |
JP2694956B2 (ja) | 1997-12-24 |
SE456112C (sv) | 1996-04-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL193733C (nl) | Vlinderklep. | |
EP0070259B1 (en) | Heart valve prosthesis | |
US4480815A (en) | Sealing device for valves | |
CA1150219A (en) | Butterfly valve with an improved obturation device | |
US4193580A (en) | Plug valve | |
CH640923A5 (de) | Klappenventil. | |
US5192309A (en) | Prosthetic heart valve | |
US5152785A (en) | Prosthetic heart valve | |
JPH01188771A (ja) | 弁 | |
US4887793A (en) | Disk comprising at least one opening and tap comprising said disk | |
US11143312B2 (en) | Eccentric rotary valve | |
EA000718B1 (ru) | Двустворчатый обратный клапан | |
EA002845B1 (ru) | Шаровой клапан | |
US5246453A (en) | Prosthetic heart valve | |
KR102383952B1 (ko) | 디스크가 경사진 버터플라이밸브 | |
CA2125393A1 (en) | Artificial joint | |
US5405382A (en) | Cardiac valve prosthesis | |
EP0089341B1 (en) | A sealing device for valves | |
RU2093109C1 (ru) | Протез клапана сердца | |
JP2006125569A (ja) | バタフライ弁 | |
US5984958A (en) | Heart valve prosthesis with wear reducing edges | |
RU2162671C2 (ru) | Протез клапана сердца | |
JPH0262482A (ja) | 流量制御用回転弁 | |
Gubar et al. | Capabilities of cylindrical gearing with arched teeth | |
Porti | Cone 3-Manifolds |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BT | A document has been added to the application laid open to public inspection | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20071230 |