NL192645C - Inrichting voor het weergeven van op een schijfvormige plaat opgenomen digitale signalen. - Google Patents

Inrichting voor het weergeven van op een schijfvormige plaat opgenomen digitale signalen. Download PDF

Info

Publication number
NL192645C
NL192645C NL8203287A NL8203287A NL192645C NL 192645 C NL192645 C NL 192645C NL 8203287 A NL8203287 A NL 8203287A NL 8203287 A NL8203287 A NL 8203287A NL 192645 C NL192645 C NL 192645C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
information
command signal
reading
digitized signals
signals
Prior art date
Application number
NL8203287A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192645B (nl
NL8203287A (nl
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8203287A publication Critical patent/NL8203287A/nl
Publication of NL192645B publication Critical patent/NL192645B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192645C publication Critical patent/NL192645C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B17/00Guiding record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor
    • G11B17/005Programmed access to indexed parts of tracks of operating discs, by guiding the disc
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/005Reproducing at a different information rate from the information rate of recording
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/004Recording, reproducing or erasing methods; Read, write or erase circuits therefor
    • G11B7/005Reproducing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/20Disc-shaped record carriers
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/20Disc-shaped record carriers
    • G11B2220/25Disc-shaped record carriers characterised in that the disc is based on a specific recording technology
    • G11B2220/2537Optical discs
    • G11B2220/2545CDs

Landscapes

  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
  • Optical Recording Or Reproduction (AREA)
  • Moving Of The Head For Recording And Reproducing By Optical Means (AREA)

Description

1 192645
Inrichting voor het weergeven van op een schijfvormige plaat opgenomen digitale signalen
De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het weergeven van gedigitaliseerde signalen, die audio-informatie omvatten en zijn opgenomen in opeenvolgende, cirkelvormige of spiraalvormige registratie-5 sporen op een roterend aandrijfbare schijfvormige plaat, waarbij de inrichting omvat: een uitleesinrichting met een normale aftasttoestand voor het uitlezen van de gedigitaliseerde signalen door opeenvolgende aftasting van de registratiesporen van een plaat; op een eerste commandosignaal reagerende middelen die de uitleesinrichting gedurende een vooraf bepaald interval dat overeenkomt met meer dan één registratiesporen en dat begint bij een gewenst punt op 10 dat een registratiespoor, gedigitaliseerde signalen laat uitlezen en de uitgelezen gedigitaliseerde signalen in een geheugen laat opslaan; en uitleespositiebesturingsmiddelen die door het eerste commandosignaal worden geactiveerd voor het na opslag van de gedurende het interval uitgelezen gedigitaliseerde signalen in het geheugen, tot stand brengen van een toestand ’’gereed” van de uitleesinrichting, die vervolgens aftasting uitvoert van een zich 15 binnen een met het vooraf bepaalde interval overeenkomend gebied uitstrekkend, gesloten lus op de roterend aangedreven plaat.
Een dergelijke inrichting is beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8203261 van oudere rang en is aan de hand van de figuren 5A, 5B en 5C in de onderhavige beschrijving nader toegelicht.
20 De onderhavige uitvinding onderscheidt zich van dit oudere voorstel, doordat de uitleespositiebesturings-middelen op een tweede commandosignaal reageren door opheffing, na voltooiing van de betreffende aftasting van de gesloten lus, gedurende welke het tweede commandosignaal is verschenen, van de toestand ’’gereed” en door herstel van de normale aftasttoestand van de uitleesinrichting, en dat de inrichting is voorzien van middelen die op het verschijnen van het tweede commandosignaal reageren door 25 uitlezing en afgifte van de in een RAM-geheugen opgeslagen gedigitaliseerde signalen, waarbij onafhankelijk van de rotatiepositie van de plaat op het tijdstip van verschijnen van het tweede commandosignaal bij uitlezing van de bij een gewenst punt behorende signalen wordt begonnen, en voor sequentiële opslag in en daaropvolgende sequentiële uitlezing uit het RAM-geheugen en afgifte van de daarin opgeslagen en door de uitleesinrichting uitgelezen gedigitaliseerde signalen bij herstel van de normale aftasttoestand, te 30 beginnen bij de onmiddeliijk op het voorafgaande interval volgende gedigitaliseerde signalen.
De nieuwe inrichting voorziet in het althans ten minste nagenoeg rechtstreeks bij het verschijnen van het afspeel commandosignaal beginnen van de uitlezing van werkelijke audio-informatie.
De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende 35 tekening. Daarin tonen: figuur 1, schematisch en in perspectief, een digitale audioplatenspeler van bekend type, waarbij de audioplaat gedeeltelijk is weggebroken, figuur 2, schematisch een verticale doorsnede door een bij de audioplatenspeler volgens figuur 1 toegepaste, optische uitleesinrichting voor weergave van op de digitale audioplaat opgenomen signalen, 40 figuur 3 een blokschema van een bij de demodulatie van de bij de bekende audioplatenspeler volgens figuur 1 uitgelezen signalen toegepaste demodulatieschakeling, figuur 4 een schematische weergave van de opeenvolgende, althans ten minste nagenoeg cirkelvormige registratiesporen, volgens welke de gedigitaliseerde signalen bij een digitale audioplaat op de plaat worden opgenomen, zulks ter verduidelijking van de werking van de bekende audioplatenspeler en van de daarbij 45 optredende problemen, figuren 5A, 5B en 5C schematische weergaven ter verduidelijking van de plaatafspeling bij een digitale audioplatenspeler van een type, waarbij de onderhavige uitvinding met voordeel kan worden toegepast, figuur 6 een blokschema van een schakeling volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, welke met voordeel bij een digitale audioplatenspeler volgens de figuren 1-3 kan worden gebruikt, en 50 figuur 7 een schematische weergave van een soortgelijke plaat als in figuur 4 ter verduidelijking van de werking van een digitale audioplatenspeler met een in figuur 6 weergegeven schakeling volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een digitale audioplatenspeler van bekend type, waarbij de uitvinding met voordeel kan 55 worden toegepast. Daarbij wordt een digitale audioplaat 1 in rotatie aangedreven door een aandrijfmotor 2 met een as; de rotatie geschiedt in de richting van de pijl a, bijvoorbeeld in aan dié van de wijzers van een uurwerk tegengestelde rotatierichting, beschouwd vanaf de onderzijde van de plaat 1. Digitale signalen, 192645 2 welke bijvoorbeeld muziek- of andere audio-informatie en plaatpositie-informatie vertegenwoordigen, zijn op gebruikelijke wijze op de plaat 1 opgenomen volgens opeenvolgende, althans ten minste nagenoeg cirkelvormige registratiesporen welke, zoals figuur 4 laat zien, de opeenvolgende windingen van een spiraal vormen. Ook is het mogelijk, dat de opeenvolgende registratiesporen met daarin opgenomen signalen als 5 concentrische cirkels van onderling verschillende diameters zijn uitgevoerd.
Aan de onderzijde van de plaat 1 bevindt zich een uitleesinrichting 3, welke in zijn normale aftasttoestand als een geheel in de radiale richting van de roterende plaat 1, gewoonlijk in de richting van de binnenrand naar de buitenrand van het opneemgebied van de plaat 1, zodanig verplaatst wordt, dat uitiezing van de op de plaat opgenomen digitale signalen door aftasting van opeenvolgende registratiesporen wordt verkregen. 10 Een dergelijke verplaatsing van de uitleesinrichting 3 in zijn geheel vindt plaats door middel van een wormwielmechanisme 4, dat door een motor 5 wordt aangedreven. Voor synchronisatie van de verplaatsing van de uitleesinrichting 3 door middel van het wormwielmechanisme 4 met de rotatiebewegingen van de audioplaat 1 dient een rotatiedetectie-inrichting 6, welke bijvoorbeeld de gedaante van een frequentie-generator heeft en met de aandrijfmotor 2 of de as daarvan is gekoppeld voor levering van een uitgangs-15 signaal, waarvan de frequentie overeenkomt met de rotatiesnelheid van de audioplaat 1. Dit door de frequentiegenerator 6 afgegeven signaal wordt toegevoerd aan een regelschakeling 7 van de motor 5, zodanig, dat het wormwielmechanisme voor iedere omwenteling van de audioplaat 1 over een vooraf bepaalde hoek roteert; op die wijze kan de uitleesinrichting 3 tot aftasting van de opeenvolgende spiraal-windingen, welke de registratiesporen met daarin opgenomen signalen vormen, worden gebracht. Op 20 bekende wijze wordt voorts een signaal, dat de positie in radiale richting van de uitleesinrichting 3 ten opzichte van de audioplaat 1 vertegenwoordigt, aan een regelschakeling 8 toegevoegd voor zodanige regeling van de rotatiesnelheid van de aandrijfmotor 2 met de positie in radiale richting van de uitleesinrichting 3 ten opzichte van de plaat 1, dat bij de gewenste aftasting steeds een constante lineaire rotatiesnelheid wordt verkregen.
25 Figuur 2 laat zien, dat de uitleesinrichting 3 van bekend optisch type kan zijn; de getekende uitleesinrichting bevat een huis 10, dat door het wormwielmechanisme 4 volgens figuur 1 kan worden verplaatst en een laserlichtbron 11 bevat, welke laatstgenoemde bijvoorbeeld uit een halfgeleiderlaserlichtbron bestaat.
De door de bron 11 geproduceerde laserlichtbundel wordt via een bundelsplitser 12 op een objectieflens 13 geworpen, welke de doorgelaten laserbundel focusseert tot een trefvlek op dét oppervlak van de digitale 30 audioplaat 1, waarop de gedigitaliseerde signalen bijvoorbeeld in de vorm van putten of kuilen volgens de genoemde registratiesporen zijn opgenomen. De aan het genoemde oppervlak van de digitale audioplaat 1 weerkaatste en derhalve door de in de afgetaste registratiesporen opgenomen, gedigitaliseerde signalen gemoduleerde laserlichtbundel gaat dan door de objectieflens 13 en wordt door de bundelsplitser 12 op een fotodetectie-eenheid 14 gericht. Deze laatstgenoemde levert in reactie op de genoemde modulatie van de 35 weerkaatste laserbundel door de opgenomen signalen van een afgetast registratiespoor een daarmede overeenkomend, elektrisch uitgangssignaal, dat aan een uitgangsaansluiting 15 ter beschikking komt. Zoals algemeen bekend is, kan het door de fotodetectie-eenheid 14 ontvangen, gereflecteerde laserlicht informatie voor focussering van de laserbundel op het oppervlak van de plaat 1 en voorts informatie omtrent bij de aftasting van registratiesporen door de laserbundel optredende spoorvolgfouten verschaffen; de genoemde 40 spoorvolgfouten geven een indicatie of de aftastende laserbundel, respectievelijk de trefvlek daarvan, in voldoende mate in de dwarsrichting van een afgetast registratiespoor is gecentreerd. In het kader van de onderhavige beschrijving wordt volstaan met op te merken, dat de fotodetectie-eenheid op dergelijke focusserings- en spoorvolgfoutinformatie reageert door levering van respectievelijk bijbehorende focusserings- en spoorvolgservobesturingssignalen, waarmede de objectieflens 13 in axiale richting, dat wil 45 zeggen in de tekening in verticale richting, voor correcte focussering van de laserbundel op de plaat 1, doch voorts in de radiale richting van de plaat 1, dat wil zeggen in dwarsrichting ten opzichte van de registratiesporen, voor compensatie van eventuele spoorvolgfouten kan worden verplaatst.
De mogelijkheid van dergelijke verplaatsingen wordt verschaft door de bevestiging van de objectieflens 13 aan het boveneinde van een cylinder 16, welke zodanig binnen het huis 10 wordt ondersteund, dat de 50 cylinderas zich in verticale richting uitstrekt; de cylinder 16 wordt aan zijn respectieve boven- en ondereinde ondersteund door aan het huis 10 aangebrachte veren 17a en 17b, welke een verplaatsing in verticale richting, respectievelijk volgens de cylinderas, van de cylinder 16 ten opzichte van het huis 10 toelaten. Aan het onderste eindgedeelte van de cylinder 16 steekt in radiaal buitenwaartse richting een flens 18 uit, welke aan zijn buitenrand is voorzien van een zich in bovenwaartse richting uitstrekkend, cylindervormig spoel-55 lichaam 19, dat zich coaxiaal met de cylinder 16 uitstrekt. Op het spoellichaam 19 is een focusseringsservo-wikkeling 20 gewikkeld, welke zich uitstrekt binnen het door een aan de binnenzijde van het huis 10 aangebrachte, permanente magneet 21 opgewekte magneetveld. Aan de beide polen van de permanente 3 192645 magneet steken magneetjukken 22a en 22b van magnetisch materiaal uit, waarvan de tegenover gelegen eindoppervlakken een ringvormige spleet bepalen, waarbinnen de focusseringsservowikkeling 20 kan bewegen. Het zal duidelijk zijn, dat bij toevoer van een focusseringsservobesturingssignaal aan de wikkeling 20 de daaruit resulterende stroom door de wikkeling te zamen met de zich in de genoemde spleet tussen 5 de magneetjukken 22a en 22b aanwezige, magnetische flux een verplaatsing van de cylinder 16 en daarmede van de objectieflens 13 in de axiale richting veroorzaakt.
De objectieflens 13 wordt aan de cylinder 16 ondersteund door middel van een paar evenwijdige, plaat-of bladvormige veren 23a en 23b, welke aan hun ondereinden zijn verbonden met het onderste eind-gedeelte van de cylinder 16 en daaraan in bovenwaartse richting uitsteken, waarbij de objectieflens 13 10 tussen de vrije boveneinden van de veren 23a en 23b wordt ondersteund. Aan de bovenste eindgedeelten van de beide veren zijn respectieve spoorvolgservowikkelingen 24a en 24b aangebracht, welke zodanig zijn gewikkeld, dat zij volgens althans ten minste nagenoeg verticale vlakken tegen de respectieve veren 23a en 23b rusten. Aan de buitenzijde van de cylinder 16 en respectievelijk tegenover de wikkelingen 24a en 24b zijn binnen het huis 10 twee permanente magneten 25a en 25b aangebracht. Wanneer het reeds genoemde 15 spoorvolgservobesturingssignaal aan de wikkelingen 24a en 24b wordt toegevoerd, zullen de daaruit resulterende stromen door de wikkelingen met de van de magneten 25a en 25b afkomstige, magnetische krachtlijnen samenwerken voor verplaatsing van de veren 23a en 23b, en daarmede van de objectieflens 13, naar links of naar rechts in figuur 2; daarbij wordt de grootte van de verplaatsing bepaald door de amplitude van het toegevoerde spoorvolgservobesturingssignaal.
20 Het zal duidelijk zijn, dat bij een uitleesinrichting 3 van het type volgens figuur 2 de toevoer van het focusseringsservobesturingssignaal aan de wikkeling 20 zeker stelt, dat de van de bron 11 afkomstige laserbundel onder alle omstandigheden door de objectieflens 13 op het oppervlak van de schijf 1 wordt gefocusseerd in een trefvlek, welke de opgenomen digitale signalen bedekt; op soortgelijke wijze stelt de toevoer van het spoorvolgservobesturingssignaa! dan de wikkelingen 24a en 24b zeker, dat de optische as 25 van de objectieflens 13 steeds komt samen te vallen met de mediaan van een op de audioplaat 1 afgetast registratiespoor, volgens hetwelk de gedigitaliseerde signalen in de vorm van een opeenvolging van putten of uitsteeksels zijn opgenomen.
Het blokschema volgens figuur 3 laat zien, dat bij de hier beschreven, digitale audioplatenspeler het door de fotodetectie-eenheid 14 aan de uitgangsaansluiting 15 geleverde, uitgelezen uitgangssignaal wordt 30 toegevoerd aan een als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 31 voor eliminatie van eventuele faseschommeiingen. Het aldus aan fasestabilisatie onderworpen uitgangssignaal van de schakeling 31 wordt toegevoerd aan een demodulator 32, welke een digitaal informatiesignaal afgeeft, dat vervolgens wordt toegevoerd aan een geheugen 33 van het RAM-type voor opslag en foutcorrectie door middel van een aan het geheugen toegevoegde foutcorrectieschakeling 34. Het daaruit resulterende, aan foutcorrectie 35 onderworpen uitgangssignaal van het geheugen 33 wordt toegevoegd aan een scheidingsschakeling 35 voor splitsing in een linkerkanaalsignaal en een rechterkanaalsignaal, welke aan respectieve digitaal/ analoog-omzetters 36L en 36R worden toegevoerd. Het door deze omzettere geleverde analoge linkerkanaalsignaal en rechterkanaalsignaal worden via respectieve laagdoorlaatfilters 37L en 37R toegevoerd aan respectieve uitgangsaansluitingen 38L en 38R, via welke de kanaalsignalen via geschikte versterkers 40 kunnen worden toegevoerd aan respectieve luidsprekers of luidsprekeretelsels, welke de op de audioplaat 1 opgenomen muziek- of andere audiosignalen als geluidssignalen hoorbaar maken.
Wanneer bij een dergelijke digitale audioplatenspeler van bekend type een in een groep opeenvolgende registratiesporen op een plaat 1 opgenomen muziekstuk dient te worden afgespeeld, dat wil zeggen vanaf het beginpunt van het desbetreffende muziekstuk of vanaf een andere, bij A in figuur 4 aangeduide, 45 gewenst punt, dat hierna zal worden aangeduid als het ’’afspeeltijdnulpunt” (point of "playing time zero"), wordt de digitale audioplatenspeler in een bedrijfstoestand "gereed voor afspelen” gebracht, waarin de uitleesinrichting 3 een herhaalde aftasting volgens een met gebroken lijnen bij 39 in figuur 4 aangeduide, gesloten lus uitvoert. Een dergelijke gebroken lus 39 omvat één enkele winding van de door de opeenvolgende registratiesporen gevormde spiraal en eindigt in een punt B, kort vóór het gewenste punt A, waarin 50 de werkelijke afspeling of uitlezing van opgenomen signalen dient te beginnen. Het zal duidelijk zijn, dat de door het wormwielmechanisme 4 onder aandrijving door de motor 5 in die bedrijfstoestand "gereed voor afspelen" uitgevoerde rotatiebeweging voor verplaatsing van de uitleesinrichting 3 in zijn geheel kan worden voortgezet om de door het gearseerde gebied 40 in figuur 4 weergegeven laserbundeltrefvlek de toenemende radius van de afgetaste spiraalwinding te laten volgen, totdat het punt B daarbij wordt bereikt. Op 55 het ogenblik, waarop dit punt B door de laserbundeltrefvlek 40 wordt bereikt, kan een geschikt signaal aan de wikkelingen 24a en 24b worden toegevoerd om de lichtbundeltrefvlek, welke zich dan bij 39' in figuur 4 bevindt, van het punt B op de ene spiraalwinding naar een soortgelijk punt op de onmiddellijk daarbinnen 192645 4 gelegen, andere spiraalwinding te laten springen. Wanneer de digitale audioplatenspeler in reactie op een afspeelcommandosignaal uit de zojuist beschreven bedrijfstoestand "gereed voor afspelen” wordt vrijgegeven, treedt tussen het verschijnen van een dergelijk afspeelcommandosignaal en het werkelijke begin van uitlezing van muziek- of andere audio-informatie bij het punt A een vertraging van onbepaalde of variabele 5 duur op. Indien het afspeelcommandosignaal bijvoorbeeld verschijnt op een tijdstip, waarop de laserbundel-trefvlek 40 zich bij het doorlopen van de gesloten lus 39 diametraal tegenover het gewenste punt A bevindt, zal de plaat 1 bij benadering een halve omwenteling moeten uitvoeren voordat het punt A bereikt en de werkelijke informatie-uitlezing begonnen wordt. Zoals reeds is opgemerkt, bedraagt bij een bepaald soort digitale audioplaat van bekend type de voor aftasting van één spiraalwinding door de uitleesinrichting 3 10 benodigde tijdsduur 0,126" voor het registratiespoor, dat zich zo dicht mogelijk bij de binnenrand van het opneemgebied van de plaat bevindt, doch 0,292" voor het registratiespoor, dat zich zo dicht mogelijk bij de buitenrand bevindt. De duur van de tussen het verschijnen van het afspeelcommandosignaal en het werkelijke begin van informatie-uitlezing optredende vertraging kan derhalve tot maximaal bijna 0,292" variëren. Meer in het algemeen kan gesteld worden, dat de desbetreffende vertragingsduur afhankelijk is 15 van de positie in radiale richting van de uitleesinrichting ten opzichte van de plaat en voorts van de rotatie-of hoekafstand tussen de laserbundeltrefvlek 40 op het tijdstip, waarop het afspeelcommandosignaal verschijnt, en het punt A, waarin de werkelijke uitlezing dient te beginnen. Bij toepassing van een digitale audioplatenspeler van bekend type voor omroepdoeleinden zal de genoemde vertraging van het werkelijke begin van uitlezing ten opzichte van het verschijnen van het afspeelcommandosignaal tot gevolg kunnen 20 hebben, dat in een omroepuitzending "dode tijd” optreedt.
Bij de aan de hand van figuur 4 beschreven operatie vertegenwoordigt de omtreksafstand tussen de punten A en B de minimale vertragingsduur, welke kan optreden. De onderhavige uitvinding leent zich in het bijzonder voor toepassing bij een digitale audioplatenspeler van het type volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 8203261. Bij een dergelijke digitale audioplatenspeler, waarvan de werking nog aan de hand van 25 de figuur 5A-5C zal worden toegelicht, kan het gewenste punt A, waarin de uitlezing van een muziekstuk uit de plaat dient te beginnen, nauwkeurig worden bepaald, terwijl ook de reeds genoemde bedrijfstoestand "gereed voor afspelen” voor het desbetreffende punt nauwkeurig kan worden ingesteld. In de figuur 5A-5C zijn opeenvolgende registratiesporen van een digitale audioplaat 1 door verticale, gebroken lijnen weergegeven, waarbij het registratiespoor aan de linkerzijde van de tekening verondersteld wordt zich aan de 30 binnenrand van de plaat te bevinden, terwijl het registratiespoor aan de rechterzijde van de tekening nabij de buitenrand van de plaat ligt. De ruimten tussen aangrenzende verticale gebroken lijnen vertegenwoordigen de steek of afstand tussen aangrenzende registratiesporen, steeds overeenkomende met één omwenteling van de plaat; het gearceerde gebied aan de rechterzijde van figuur 5 vertegenwoordigt dét gebied van de audioplaat, waarop werkelijke audio-informatie, zoals muziek, is opgenomen.
35 Tijdens een bedrijfstoestand "langzame afspeling" van de audioplatenspeler, waarop figuur 5 betrekking heeft, laat men de uitleesinrichting 3 bijvoorbeeld twee opeenvolgende registratiesporen na elkaar aftasten, waartoe de uitleesinrichting 3 in zijn geheel door middel van het wormwielmechanisme 4 wordt verplaatst, waarna de trefvlek van de laserbundel op de plaats in teruggaande of achterwaartse richting over een afstand ter grootte van één registratiespoorsteek wordt verplaatst door toevoer van een geschikt signaal aan 40 de wikkelingen 24a en 24b volgens figuur 2. Tijdens een dergelijke bedrijfstoestand volgens figuur 5A wordt de aftasting van steeds twee registratiesporen en de daarop volgende terugverplaatsing van de laserbundeltrefvlek over een afstand van één spoorsteek cyclisch herhaald, zodat de lichtbundeltrefvlek de opeenvolgende registratiesporen met de helft van de normale snelheid aftast.
Tijdens een bedrijfstoestand ’’terugkerende langzame afspeling” van de desbetreffende audioplatenspeler 45 wordt de uitleesinrichting, zoals in figuur 5B is aangegeven, door middel van het wormwielmechanisme 4 in buitenwaartse dwarsrichting (dat wil zeggen dwars ten opzichte van de registratiespoorlangsrichting) verplaatst over een afstand, welke kleiner is dan de afstand of steek tussen aangrenzende registratiesporen, zodat aftasting over (T - a) wordt verkregen, waarbij T één registratiesppoor is, waarna de laserbundeltrefvlek in teruggaande of achterwaartse richting wordt verplaatst over een afstand van één steek; deze 50 operatie wordt cyclisch herhaald, zodat de laserbundeltrefvlek 40 tijdens iedere omwenteling van de audioplaat 1 een terugkerende beweging over een afstand over het registratiespoor uitvoert, dat wil zeggen in aan dié van de wijzers van een uurwerk tegengestelde rotatierichting in figuur 4.
Figuur 5C laat zien, dat de audioplatenspeler volgens de zojuist genoemde, eerdere aanvrage in een bedrijfstoestand "gereed voor afspelen” kan worden gebracht, tijdens welke de uitleesinrichting 3 tijdens één 55 omwenteling van de audioplaat 1 als één geheel in buitenwaartse dwarsrichting wordt verplaatst over een afstand, welke gelijk is aan de steek tussen aangrenzende registratiesporen, terwijl aan het einde van een dergelijke plaatomwenteling een zodanig signaal aan de wikkelingen 24a en 24b wordt toegevoerd, dat de 5 192645 laserbundeltrefvlek over dezelfde afstand in teruggaande richting wordt verplaatst.
Door geschikt gebruik van de hiervoor beschreven bedrijfstoestanden "langzame afspeling” en ’’terugkerende langzame afspeling” kan het nauwkeurige begin van opname van muziek- of andere audioinformatie worden bepaald. Daarbij wordt eerst de bedrijfstoestand ’’langzame afspeling" volgens figuur 5A gebruikt 5 om de opeenvolgende registratiesporen bij lage snelheid af te tasten; dit wordt voortgezet, tot een muziek-of andere audiosignaal wordt aangetroffen, dat wil zeggen door verdere versterking en toevoer aan een luidsprekerstelsel hoorbaar wordt of door automatische detectie van een voorafbepaald geluidloos patroon, dat het begin van een muziekstuk of andere audioinformatie identificeert. Zodra dit het geval is, wordt overgegaan naar de bedrijfstoestand ’’terugkerende langzame afspeling”, waarbij de effectieve trefvlek-10 positie van de laserbundel langzaam langs de laatst afgetaste winding van de spiraal terugbeweegt totdat geen uitlezing van muziek- of andere informatie meer wordt verkregen, waarna wordt overgegaan naar de bedrijfstoestand "gereed voor afspelen” volgens figuur 5C, waarin de laserbundeltrefvlek een herhaalde aftasting van de met gebroken lijnen bij 39" in figuur 7 aangeduide, gesloten lus uitvoert; deze gesloten lus komt overeen met (bestrijkt) dié winding van de spiraal, welke nauwkeurig eindigt in het punt A', waarin de 15 werkelijke uitlezing van muziek- of audioinformatie dient te beginnen.
Wanneer op de hiervoor beschreven wijze de bedrijfstoestand "gereed voor afspelen” wordt bereikt, welke in figuur 5C en met gebroken lijnen bij 39" in figuur 7 is weergegeven, kan desondanks een vertraging van onbepaalde duur optreden tussen het verschijnen van een afspeelcommandosignaal en het werkelijke begin van uitlezing in het punt A' in figuur 7. Bij het verschijnen van het genoemde afspeel-20 commandosignaal kan de laserbundeltrefvlek zich namelijk op een willekeurige plaats in de met gebroken lijnen bij 39" aangegeven, gesloten lus bevinden, d.w.z. nog op enige afstand tot het gewenste punt A'.
Teneinde hierin te voorzien en het mogelijk te maken, dat de uitlezing van werkelijke muziek- of andere audio-informatie althans ten minste nagenoeg rechtstreeks bij het verschijnen van het afspeelcommandosignaal begint, worden de aan de uitgangsaansluiting 15 van de uitleesinrichting 3 verschijnende, gedigitaii-25 seerde signalen toegevoerd aan de ingangsaansluiting 41 van een signaalbewerkingsschakeling volgens figuur 6. Volgens de uitvinding worden de gedigitaliseerde signalen via de ingangsaansluiting 41 toegevoerd aan een geheugen 42 van het RAM-type, een inleesadresgenerator 43 en een afspeeltijdsduurinformatiede-tector 44. Door deze laatstgenoemde worden dié gedigitaliseerde signalen in het uitgangssignaal van de uitleesinrichting 3, welke tijdsinformatie bevatten, gedetecteerd en aan een vergrendelschakeling 45 30 toegevoerd. Deze dient om de uitgangsinformatie van de detector 44 in opslag te nemen, hetgeen geschiedt in reactie op een vergrendelsignaal,, dat door een uitleesinrichtingbesturingsschakeling 46 via een OF-poortschakeling 47 wordt geleverd. De uitleesinrichtingbesturingsschakeling 46, welke een centrale bewerkingseenheid (CPU) kan bevatten, levert het vergrendelsignaal L, op ieder tijdstip, waarop de schakeling 46 in een eerste toestand een impulsvormig signaal aan de wikkelingen 24a en 24b toevoert om 35 de laserbundeltrefvlek in radiaal binnenwaartse richting over een afstand van één registratiespoorsteek uit het punt A' te verplaatsen. De vergrendelschakeling 45 reageert op de ontvangst van het vergrendelsignaal L1 door opslag van de laatste gedetecteerde tijdsinformatie, welke het geluidloze registratiespoordeel identificeert, dat onmiddellijk aan het gewenste punt A' voorafgaat.
De in de vergrendelschakeling 45 opgeslagen tijdsinformatie en de door de afspeeltijdsduurinformatiede-40 tector 44 gedetecteerde tijdsinformatie worden toegevoerd aan de respectieve ingangsaansluitingen van een vergelijkingsschakeling 48, welke aan zijn uitgangsaansluiting een coïncidentiesignaal S1 afgeeft wanneer de beide ontvangen tijdsinformaties samenvallen. Meer in het bijzonder wordt de vergelijkingsschakeling 48 afwisselend geactiveerd door een eerste of ’’gereed maken voor afspelen” - commandosignaal C1P dat via een ingangsaansluiting 49 en een OF-poortschakeling 50 aan de vergelijkingsschakeling wordt toegevoerd, 45 of door een tweede of afspeelcommandosignaal C2, dat via een ingangsaansluiting 51 aan de OF-poortschakeling 50 wordt toegevoerd. Het genoemde eerste of ’’gereedmaken voor afspelen” -commandosignaal C1 wordt voorts toegevoerd aan een uitleesinrichtingbesturingsschakeiing 46 voor overschakeling van de uitleesinrichting 3 uit zijn hiervoor als eerste aangeduide, "gereedmaken voor afspelen” - bedrijfstoestand, waarin de laserbundeltrefvlek een herhaalde aftasting van de met gebroken 50 lijnen bij 39" in figuur 7 aangeduide, gesloten lus uitvoert, naar een tweede of ’’gereed voor afspelen” -bedrijfstoestand, waarin de laserbundeltrefvlek een herhaalde aftasting van de bij 39" in figuur 7 met een gebroken lijn aangeduide, gesloten lus uitvoert.
Het door de vergelijkingsschakeling 48 afgegeven coïncidentiesignaal S, wordt toegevoerd aan een besturingsaansluiting van de inleesadresgenerator 43, zodat deze bij het verschijnen van een dergelijk 55 coïncidentiesignaal S, opeenvolgende adressen aan het geheugen 42 van het RAM-type levert voor inlezing of opslag van via de ingangsaansluiting 41 van de uitleesinrichting 3 ontvangen, digitale signalen op respectieve adressen van het geheugen. De adresgenerator 43 levert voorts bij toevoer van het laatste 192645 6 adres aan het geheugen 42 van het RAM-type een signaal S2 aan de uitleesinrichtingbesturingsschakeling 46, zodat deze laatstgenoemde de uitleesinrichting 3 overschakelt uit zijn eerste of ’’gereedmaken voor afspelen” - bedrijfstoestand naar zijn tweede of ’’gereed voor afspelen” - bedrijfstoestand. Dit door de inleesadresgenerator 43 geformeerde signaal S2 wordt voorts als grendelsignaal via een 5 OF-poortschakeling 47 aan de vergrendelschakeling 45 toegevoerd, zodat deze dan de laatste door de detector 44 gedetecteerde tijdsinformatie, welke behoort bij het punt B’, waarop de op het laatste adres van het geheugen 42 van het RAM-type opgeslagen digitale signalen zijn opgenomen, in opslag neemt.
Het via de ingangsaansluiting 51 ontvangen afspeelcommandosignaal C2 wordt voorts toegevoerd aan een besturingsaansluiting van een uitleesadresgenerator 52, waardoor deze wordt geactiveerd voor levering 10 van opeenvolgende uitleesadressen aan het geheugen 42, waardoor de aan de desbetreffende adressen opgeslagen, gedigitaliseerde signalen sequentieel worden uitgelezen naar een uitgangsaansluiting 53, vanwaar de gedigitaliseerde signalen of informatie aan de eerder beschreven schakeling van bekend type volgens figuur 3 kunnen worden toegevoerd. Bovendien wordt het afspeelcommandosignaal C2 toegevoerd aan de uitleesinrichtingbesturingsschakeling 46, zodat de uitleesinrichting 3 uit zijn tweede of ’’gereed voor 15 afspelen" - bedrijfstoestand wordt vrijgegeven bij het einde van de aftasting van de bij 39 in figuur 7 aangeduide gesloten lus, tijdens welke (laatst genoemde aftasting) het afspeelcommando C2 is verschenen. De uitleesinrichtingbesturingsschakeling 46 brengt de uitleesinrichting 3 dan weer in de bedrijfstoestand ’’normale aftasting”, waarin de uitleesinrichting door het wormwielmechanisme 4 op continue wijze in buitenwaartse dwarsrichting ten opzichte van de registratiesporen wordt verplaatst, zodat de laserbundel 20 opeenvolgende windingen van de spiraal aftast; de wikkelingen 24a en 24b krijgen daarbij het spoorvolg-servobesturingssignaal toegevoerd, waardoor een nauwkeurige aftasting wordt zekergesteld.
Een digitale audioplatenspeler met een schakeling volgens de aan de hand van figuur 6 beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding werkt op de volgende wijze:
In het begin bepaalt de gebruiker door toepassing van de respectievelijk aan de hand van de figuren 5A 25 en 5B beschreven bedrijfstoestanden ’’langzame afspeling” en '’terugkerende langzame afspeling” nauwkeurig de positie van het gewenste punt A', waarin de uitlezing van opgenomen digitale signalen dient te beginnen; de uitleesinrichtingbesturingsschakeling 46 veroorzaakt dan de overgang van de uitleesinrichting 3 naar de in figuur 5C weergegeven, eerste of ’’gereedmaken voor afspelen” - bedrijfstoestand, waarin de iaserbundeltrefvlek een herhaalde aftasting van de gesloten lus 39” in figuur 7 uitvoert. Daarbij 30 zal, steeds wanneer de trefvlek een onmiddellijk aan het gewenste punt A' voorafgaand punt bestrijkt, d.w.z. gelijktijdig met de teruggaande beweging van de iaserbundeltrefvlek naar het aangrenzende meer naar binnen gelegen registratiespoor voor voortzetting van de aftasting van de gesloten lus 39", de besturings-schakeling 46 het vergrendelsignaal L, afgeven, dat via de OF-poortschakeling 47 de vergrendelschakeling 45 activeert, zodat deze de, de onmiddellijk aan het gewenste punt A' voorafgaande positie vertegenwoordi-35 gende tijdsinformatie in opslag neemt.
Wanneer het eerste of ’’gereedmaken voor afspelen” - commandosignaal C1 aan de aanduiding 49 verschijnt, bijvoorbeeld als gevolg van bediening van een desbetreffende schakeltoets, welke niet in de tekening is weergegeven, gaat dit commandosignaal C1 via de OF-poortschakeling 50 naar de vergelijkings-schakeling 48, zodat deze in de vergrendelschakeling 45 opgeslagen tijdsduurinformatie vergelijkt met de 40 continue door de tijdsduurinformatiedetector 44 geleverde tijdsduurinformatie. Na het verschijnen van het eerste commandosignaal C1 zal de vergelijkingsschakeling 48 het coïncidentiesignaal S1 afgeven wanneer de Iaserbundeltrefvlek vervolgens de onmiddellijk aan het gewenste punt A' voorafgaande positie bereikt, d.w.z. wanneer de door de detector 44 geleverde tijdsduur informatie komt samen te vallen met de in de vergrendelschakeling 45 opgeslagen tijdsduurinformatie.
45 Het verschijnen van een eerste commandosignaal C·, doet voorts de uitleesinrichtingbesturingsschakeling 46 de uitleesinrichting 3 uit zijn eerste of ’’gereedmaken voor afspelen” - bedrijfstoestand, waarin de Iaserbundeltrefvlek herhaaldelijk de gesloten lus 39" in figuur 7 aftast, vrij te geven, zodat de lichtbundeltref-vlek tot voorbij het gewenste punt A' op het desbetreffende registratiespoor kan bewegen. Wanneer het coïncidentiesignaal S1 door de vergelijkingsschakeling 48 wordt afgegeven en de inleesadresgenerator 43 50 activeert, zullen derhalve de via de aansluiting 41 verschijnende en door de uitleesinrichting 3 te beginnen bij het punt A' uitgelezen, digitale signalen sequentieel op de respectieve adressen van het geheugen 42 van het RAM-type worden ingelezen. De volledige opeenvolging van adressen wordt door de inleesadresgenerator 43 geleverd tijdens een voorafbepaald interval, gedurende hetwelk de audioplaat 1 enigszins meer dan één gehele omwenteling doorloopt en bijvoorbeeld de spiraal van het gewenste punt A' volgt tot 55 het punt B'.
Wanneer het laatste adres van het geheugen 42 door de generator 43 wordt af gegeven, op welk tijdstip de tussen de punten A' en B' uit de audioplaat 1 uitgelezen, gedigitaliseerde signalen in het geheugen 42 7 192645 zijn opgeslagen zal het daaruit resulterende signaal S2 van de inleesadresgenerator de uitleesinrichtingbe-sturingsschakeling 43 de tweede of "gereed voor afspe!en”-bedrijfstoestand van de uitleesinrichting 3 teweeg brengen. In deze tweede bedrijfstoestand zal de laserbundeltrefvlek een herhaalde aftasting van de gesloten lus 39'” op de audioplaat 1 uitvoeren, welke zich bevindt binnen een met het voorafbepaalde 5 interval van de uitgelezen en in het geheugen 42 opgeslagen signalen overeenkomende gebied, d.w.z. binnen het gebied tussen de punten A' en B'. Het door de inleesadresgenerator 42 geleverde signaal S2 wijkt voorts via de OF-poortschakeling 47 als vergrendelsignaal zodanig op de vergrendelschakeling 45 in, dat deze de dan door de detector 44 aangeboden tijdsduurinformatie in opslag neemt, d.w.z. de tijdsduurinformatie, welke het punt B' identificeerd, waarop het aan het laatste adres van het geheugen 42 10 van het RAM-type opgeslagen signaal is opgenomen.
Wanneer de uitleesinrichting 3 op deze wijze in zijn tweede of "gereed voor afspelen”-bedrijfstoestand verkeert, waarin de laserbundeltrefvlek een herhaalde aftasting van de gesloten lus 39"' uitvoert, zal het verschijnen van het tweede of afspeelcommandosignaal C2 aan de aansluiting 51, bijvoorbeeld als gevolg van bediening van een niet in de tekening weergegeven schakeltoets, onmiddellijke activering tot gevolg 15 hebben van de uitleesadresgenerator 52, welke aan het geheugen 42 van de RAM-type de opeenvolging van adressen begint te leveren voor sequentiële uitlezing van de in het geheugen opgeslagen signalen, beginnende bij het eerste adres, d.w.z. met de in het gewenste punt A' op de audioplaat 1 opgenomen, digitale signalen. Deze uitgelezen signalen of informatie om ter beschikking aan de uitgangsaansluiting 51; het zaf duidelijk zijn, dat deze informatie begint met de in het gewenste punt A' opgenomen signalen, en 20 zulks onafhankelijk van de plaats, welke de laserbundeltrefvlek op de gesloten lus 39"' inneemt op het ogenblik, waarop het afspeelcommando C2 verschijnt. De weergave of uitlezing van de opgenomen signalen uit de digitale audioplaat 1 begint derhalve onmiddellijk bij het verschijnen van het afspeelcommandosignaal.
Dit afspeelcommandosignaal C2 doet de uitleesinrichtingbesturingsschakeling 46 de uitleesinrichting 3 uit zijn tweede of "gereed voor afspelen”-bedrijfstoestand vrijgeven, zodanig, dat na voltooiing van dié aftasting 25 van de gesloten lus 39'", gedurende welke het afspeelcommando C2 is verschenen, de normale aftast-toestand wordt hervat, waarbij de laserbundeltrefvlek langs de spiraal tot voorbij het punt B beweegt.
De toevoer van het afspeelcommandosignaal C2 via de OF-poortschakeling 50 aan de vergelijkings-schakeling 48 doet deze de dan in de vergrendelschakeling 45 opgeslagen tijdsduurinformatie, d.w.z. de op het punt B' betrekking hebbende tijdsduurinformatie, vergelijken met de door de detector 44 geleverde 30 tijdsduurinformatie. Wanneer de laserbundeltrefvlek na het verschijnen van het afspeelcommandosignaal C2 het punt B' bereikt, zal het daaruit resulterende coïncidentiesignaal S1 van de vergelijkingsschakeling 48 opnieuw de inleesadresgenerator 43 starten, met als gevolg, dat de dan uit de audioplaat 1 uitgelezen, digitale signalen, te beginnen in het punt B", d.w.z. onmiddellijk na het voorafgaande interval van A' tot B', sequentieel op de inmiddels uitgelezen (vrijgemaakte) adressen van het geheugen 42 van het RAM-type 35 worden ingelezen, te beginnen op het eerste adres van het geheugen. Nadat vervolgens de uitleesadresgenerator 52 door een afspeelcommandosignaal C2 is geactiveerd en vervolgens de inleesadresgenerator 43 door het coïncidentiesignaal S1 is geactiveerd, zullen de beide generatoren 43 en 52 steeds hun werking herhalen, waarbij de generatoren steeds na afgifte van het laatste adres weer beginnen het eerste adres te produceren.
40 Uit het voorgaande blijkt, dat het verschijnen van het afspeelcommandosignaal C2 tot gevolg heeft, dat uit het geheugen 42 van het RAM-type in volgorde dié informatie wordt uitgelezen, welke overeenkomt met de van het gewenste punt A' tot het punt B' op de audioplaat 1 opgenomen, digitale signalen. Tijdens deze uitlezing van eerder in het geheugen 42 opgeslagen informatie, en meer in het bijzonder wanneer de trefvlek van punt B' bereikt, wordt op de vrijgekomen adressen van het geheugen 42 sequentieel dié 45 informatie ingelezen, welke overeenkomst met de na het punt B' op de audioplaat 1 opgenomen signalen. Deze nieuwe in het geheugen 42 ingelezen informatie wordt vervolgens sequentieel uitgelezen; de inlezing en uitlezing van informatie heeft derhalve een zodanig herhalingspatroon, dat de met de vanaf het gewenste punt A' opgenomen signalen overeenkomende informatie zonder enige onderbreking aan de uitgangsaansluiting 53 verschijnt, zodra het afspeelcommandosignaal C2 verschijnt.
50 Bij het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeid van de uitvinding dient het geheugen 42 van het RAM-type een capaciteit te hebben, welke voldoende groot is voor opname van de hoeveelheid informatie, welke tijdens het voorafbepaalde interval tussen de punten A’ en B' uit de audioplaat 1 is uitgelezen, d.w.z. gedurende de tijd, welke bij aftasting door de trefvlek van een nabij de buitenrand van de audioplaat 1 gelegen registratiespoor nodig is om de plaat enigszins meer dan één omwenteling te laten 55 uitvoeren. In het geval van een dergelijke audioplaat van het zogenaamde type "compact disc” dient de capaciteit van het geheugen 42 van het RAM-type voldoende groot te zijn voor opslag van tijdens een enigszins langere duur dan 0,292" uitgelezen informatie. Bij een audioplaat van dat type wordt een

Claims (3)

192645 8 opneemformaat toegepast met tijdsduurinformatie (.. min.) in de vorm van 4 (bits) x 5 (figuren), welke bij iedere 1/75" voorkomt, en met audioinformatie in de vorm van 8 (bits) x 32 χ 98 (frames). In verband daarmede kan voor het aantal voor de informatie gedurende 0,292" benodigde bits, en derhalve voor de benodigde capaciteit van het geheugen 42 van het RAM-type, worden berekend: 5 Het zal duidelijk zijn, data wanneer het werkelijke begin van een voor uitlezing gewenst muziekstuk op een digitale audioplaat 1 wordt gedetecteerd door identificatie van een geluidloos patroon in het onmiddellijk aan het begin van het gewenste muziekstuk voorafgaande registratiespoor, een dergelijk geluidloos patroon automatisch kan worden gedetecteerd voor vorming van het commandosignaal C,. dat aan de aansluiting 49 verschijnt, zodanig, dat de werking van de digitale audioplatenspeler door het teweeg brengen van de 10 tweede of ’’gereed voor afspelen”-bedrijfstoestand wordt geautomatiseerd. Voorts kan nog worden opgemerkt,d at wanneer de op een audioplaat 1 opgenomen signalen geen tijdsduurinformatie bevatten, een nauwkeurig werkende, roterende codeerinrichting kan worden toegepast, welke voor rotatie met de audioplaat 1 gekoppeld werkt en een met de genoemde tijdsduurinformatie overeenkomende uitgangsinformatie voor de vergrendelschakeling 45 en de vergelijkingsschakeling 48 15 levert, op vergelijkbare wijze als bij detectie van de punten A' en B'.
1. Inrichting voor het weergeven van gedigitaliseerde signalen, die audio-informatie omvatten en zijn opgenomen in opeenvolgende, cirkelvormige of spiraalvormige registratiesporen op een roterend aandrijf-bare schijfvormige plaat, waarbij de inrichting omvat: een uitleesinrichting met een normale aftasttoestand voor het uitlezen van de gedigitaliseerde signalen door opeenvolgende aftasting van de registratiesporen van een plaat; 25 op een eerste commandosignaal reagerende middelen die de uitleesinrichting gedurende een vooraf bepaald interval dat overeenkomt met meer dan één registratiesporen en dat begint bij een gewenst punt op dat een registratiespoor, gedigitaliseerde signalen laat uitlezen en de uitgelezen gedigitaliseerde signalen in een geheugen laat opslaan; en uitleespositiebesturingsmiddelen die door het eerste commandosignaal worden geactiveerd voor het na 30 opslag van de gedurende het interval uitgelezen gedigitaliseerde signalen in het geheugen, tot stand brengen van een toestand ’’gereed” van de uitleesinrichting, die vervolgens aftasting uitvoert van een zich binnen een met het vooraf bepaalde interval overeenkomend gebied uitstrekkend, gesloten lus op de roterend aangedreven plaat, met het kenmerk dat de uitleespositiebesturingsmiddelen (43-52) op een tweede commandosignaal (C2) reageren door opheffing, na voltooiing van de betreffende aftasting van de 35 gesloten lus, 39, 39', 39", 39"'), gedurende welke het tweede commandosignaal is verschenen, van de toestand ’’gereed’’ en door herstel van de normale aftasttoestand van de uitleesinrichting (3), en dat de uitleespositiebesturingsmiddelen middelen (45-50) omvatten die op het verschijnen van het tweede commandosignaal (C2) reageren door uitlezing en afgifte van de in een RAM-geheugen (42) opgeslagen gedigitaliseerde signalen, waarbij onafhankelijk van de rotatiepositie van de plaat (1) op het tijdstip van 40 verschijnen van het tweede commandosignaal (Ca) bij uitlezing van de bij een gewenst punt behorende signalen wordt begonnen, waarna sequentiële opslag in en daaropvolgende sequentiële uitlezing uit het RAM-geheugen (42) en afgifte van de daarin opgeslagen en door de uitleesinrichting uitgelezen gedigitaliseerde signalen bij herstel van de normale aftasttoestand plaatsvindt, te beginnen bij de onmiddellijk op het voorafgaande interval volgende gedigitaliseerde signalen.
2. Inrichting met het kenmerk dat de middelen (45-50) voor sequentiële opslag en daaropvolgende uitlezing en afgifte van gedigitaliseerde signalen, te beginnen bij de onmiddellijk na het voorafbepaalde interval volgende signalen, tijdsbepalende middelen (45, 48) bevatten, welke op de plaatpositie-informatie van de gedigitaliseerde signalen reageren.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de tijdsbepalende middelen bestaan uit 50 vergrendelmiddeien (45) voor het in opslag nemen, na voltooiing van het voorafbepaalde interval, van door de uitleesinrichting uitgelezen plaatpositie-informatie, en voorts uit op het verschijnen van het commando 9 192645 signaal reagerende comparatormiddelen (48) voor aanwijzing van coïncidentie tussen de in de geheugen-middelen opgeslagen plaatpositie-informatie en de door de uitleesinrichting afgegeven plaatpositie-informatie. Hierbij 4 bladen tekening
NL8203287A 1981-08-25 1982-08-23 Inrichting voor het weergeven van op een schijfvormige plaat opgenomen digitale signalen. NL192645C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP56133082A JPS5835707A (ja) 1981-08-25 1981-08-25 Dadプレ−ヤ
JP13308281 1981-08-25

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8203287A NL8203287A (nl) 1983-03-16
NL192645B NL192645B (nl) 1997-07-01
NL192645C true NL192645C (nl) 1997-11-04

Family

ID=15096421

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203287A NL192645C (nl) 1981-08-25 1982-08-23 Inrichting voor het weergeven van op een schijfvormige plaat opgenomen digitale signalen.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4530073A (nl)
JP (1) JPS5835707A (nl)
CA (1) CA1191602A (nl)
DE (1) DE3231592A1 (nl)
FR (1) FR2512250B1 (nl)
GB (1) GB2106698B (nl)
NL (1) NL192645C (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH061601B2 (ja) * 1983-04-30 1994-01-05 日本コロムビア株式会社 再生装置
WO1985000509A1 (en) * 1983-07-19 1985-02-14 Westra Electronic Gmbh Signal generation system
US4675749A (en) * 1984-03-16 1987-06-23 Pioneer Electronic Corporation Disc player system with digital information demodulation operation
JPS60166892U (ja) * 1984-04-16 1985-11-06 日本コロムビア株式会社 デイスク再生装置
JPS60253061A (ja) * 1984-05-29 1985-12-13 Matsushita Electric Ind Co Ltd デジタル再生装置
US5241525A (en) * 1991-10-01 1993-08-31 Xerox Corporation Digital optical disc encoder system
JP3591028B2 (ja) * 1995-01-25 2004-11-17 ソニー株式会社 再生装置、再生方法
JPH1064244A (ja) * 1996-08-23 1998-03-06 Sony Corp 記録媒体、再生装置
JP4595150B2 (ja) 1999-12-20 2010-12-08 ソニー株式会社 符号化装置および方法、復号装置および方法、並びにプログラム格納媒体
WO2004036571A1 (en) * 2002-10-14 2004-04-29 Koninklijke Philips Electronics N.V. Method and apparatus for recording and/or reproducing information

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2337472A1 (fr) * 1975-12-29 1977-07-29 Telediffusion Fse Systeme de commande du positionnement de la tete d'un lecteur de disque et notamment de videodisque
US4224480A (en) * 1976-02-18 1980-09-23 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Holographic playback system using a charge storage sensor and binary decoding
US4161753A (en) * 1977-07-08 1979-07-17 International Business Machines Corporation Video recording disk with interlacing of data for frames on the same track
US4358796A (en) * 1978-03-27 1982-11-09 Discovision Associates Spindle servo system for videodisc player
JPS5715207A (en) * 1980-07-03 1982-01-26 Victor Co Of Japan Ltd Frequency-characteristic correction device of rotary information recording medium reproducing device
JPS5720937A (en) * 1980-07-11 1982-02-03 Olympus Optical Co Ltd Automatic starter

Also Published As

Publication number Publication date
NL192645B (nl) 1997-07-01
JPS5835707A (ja) 1983-03-02
US4530073A (en) 1985-07-16
GB2106698B (en) 1985-06-19
DE3231592C2 (nl) 1991-03-14
JPH0226311B2 (nl) 1990-06-08
NL8203287A (nl) 1983-03-16
FR2512250B1 (fr) 1985-06-28
CA1191602A (en) 1985-08-06
FR2512250A1 (fr) 1983-03-04
DE3231592A1 (de) 1983-03-10
GB2106698A (en) 1983-04-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3854015A (en) Servo system for reading from a disc-shaped record carrier containing signals coded in optical form
KR870000482B1 (ko) 광학 디스크 정보재생장치용 주사서어보 시스템
JPH033289B2 (nl)
US4420828A (en) Optical recording and/or reproducing device
NL192645C (nl) Inrichting voor het weergeven van op een schijfvormige plaat opgenomen digitale signalen.
US4608676A (en) Apparatus for optically reproducing an information signal from a record disk
CA1052005A (en) Stop frame for optical playback system
EP0064395B1 (en) Apparatus for reproducing an audio disc
US4005260A (en) Device for reading a disk-shaped record carrier with time base correction
NL8002645A (nl) Weergeefstelsel voor hoge snelheid in een inrichting voor het weergeven van informatiesignalen geregistreerd op een roterend registratiemedium.
NL192940C (nl) Inrichting voor het weergeven van op een schijfvormige audioplaat opgenomen informatie.
JPH01173324A (ja) 情報処理装置
US4845572A (en) Multiplied-speed reproducing system in information reproducing apparatus
USRE29963E (en) Servo system for reading from a disc-shaped record carrier containing signals coded in optical form
EP0403224A2 (en) Method of reading recorded information from information storage medium with tracks
NL8303029A (nl) Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige optische registratiedrager.
JPH0234089B2 (ja) Mokuhyotoratsukuichikensakusochi
JPS6047274A (ja) 情報信号の高速サ−チ方法
JPH0359508B2 (nl)
JPH0685220B2 (ja) 情報トラツクの検索装置
JP2569387B2 (ja) 円盤状記録媒体のアクセス方法
JPS62140250A (ja) 光デイスク装置
JP2653446B2 (ja) 情報処理装置
JPS6241503Y2 (nl)
JPH0666107B2 (ja) 再生装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20020823