NL192569C - Inrichting voor het ter verwijdering openen van de verpakking uit folieachtig materiaal, zoals pakpapier van een cilindrisch voorwerp. - Google Patents

Description

1 192569

Inrichting voor het ter verwijdering openen van de verpakking uit folieachtig materiaal, zoals pakpapier van een cilindrisch voorwerp

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het ter verwijdering openen van de verpakking uit 5 folieachtig materiaal, zoals pakpapier van een cilindrisch voorwerp, welke inrichting een steun voor het voorwerp omvat alsmede een evenwijdig aan de as van een ondersteund voorwerp ten opzichte van de steun over een vooraf bepaalde baanlengte beweegbare drager met althans een wrijvingswielenpaar of dergelijke wrijvingsmiddelen, waarbij de draaiingsassen van de wielen een hoek insluiten, een en ander zodanig dat bij die beweging van de drager de wielomtrekken op het foliemateriaal door wrijving een naar 10 elkaar toe gerichte kracht uitoefenen teneinde het foliemateriaal strakker om het voorwerp te trekken en een opstaande plooi te vormen, en waarbij de drager tevens is voorzien van een snijorgaan, hetwelk zich ten opzichte van de bewegingsrichting achter het wielenpaar bevindt.

Een dergelijke inrichting is beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 9201954.

15 Het probleem dat zich in praktijk kan voordoen, is dat de verpakking rond het cilindrische voorwerp ten gevolge van opslag en transport verkreukeld is, hetgeen het opwelven van de verpakking ten gevolge van de wrijvende invloed van het paar wielen tegenwerkt. Dit speelt voornamelijk een rol bij de aanvang van de bewerking, dat wil zeggen de aanvang van de openingssnede bij de verpakking, zodat het snijorgaan niet optimaal kan werken.

20 De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar te ondervangen en verschaft daartoe een inrichting, die zich onderscheidt doordat bij het begin van de baanlengte een insteekorgaan is aangebracht, hetwelk dwars op de bewegingsrichting voor de drager vanuit een verwijderde stand tot naar een insteekstand tussen het snijorgaan en het althans ene wrijvingswielenpaar is te brengen en omgekeerd.

Dankzij het insteekorgaan, dat dwars op de bewegingsrichting vóór de drager werkzaam is, en zich nabij 25 het begin van de openingssnede bevindt, kan aanvankelijk de verpakking worden ingestoken, opgelicht en vervolgens kan dit opgelichte deel van de verpakking worden ingesneden, waarna de verdere opwelvende vervorming van de verpakking door het wielenpaar wordt verzorgd.

Indien als tevens in de Nederlandse octrooiaanvrage 9201954 beschreven wordt het snijorgaan een roteerbaar aandrijfbare snijschijf is, kan volgens de uitvinding op de drager onder de snijschijf een 30 voetvormig folieheforgaan zijn geplaatst en het insteekorgaan een uitsparing aan de onderzijde hebben voor het opnemen van het heforgaan als het insteekorgaan in de insteekstand staat. Hierdoor kan het heforgaan onder de opwelving verkregen door het insteekorgaan geraken, zodat het snijwiel met zekerheid de verpakking zal doorsnijden.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 4.821.971 is een inrichting voor het verwijderen van pakpapier als 35 omhulling een papierrol bekend, voorzien van een ondersteuning voor het roteerbaar om zijn as dragen van de papierrol. Er is daarbij een radiaal beweegbaar insteekorgaan opgesteld en er is een langsbeweegbare drager met snijorgaan dat in ingestoken toestand van het insteekorgaan onder een gewelfde papierlaag met een deel kan geraken en deze laag overlangs kan doorsnijden. Het insteekorgaan is zo geplaatst dat rotatie van de papierrol een pakpapierlangsrand over dit insteekorgaan doet bewegen. Een wrijvingswielenpaar dat 40 meebeweegbaar is met het snijorgaan ontbreekt. Deze inrichting is niet geschikt bij een langsrandloze verpakking.

De uitvinding zal nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving aan de hand van de tekening.

45 De tekening toont een perspectivisch aanzicht van een deel van een inrichting waar deze het begin van een verpakking ondersteunt.

De inrichting heeft een vast gestel 1, dat aan de bovenzijde is uitgevoerd met een looprail 2, waarlangs een drager 3 in de richting van de pijl P1 beweegbaar is. Het gestel 1 is voorts voorzien van een steun 4, dat 50 dient voor het opnemen van een voorwerp V dat hier een cilindrische gestalte heeft en als verpakking een papieren omhulsel heeft, dat met de inrichting dient te worden verwijderd. Het voorwerp V kan van willekeurige aard zijn, bijvoorbeeld een hoeveelheid tegen elkaar geplaatste bodem- en dekseldelen van conservenblikjes.

De drager 3 is uitgevoerd met een omlaaggerichte steun 5, dat aan de onderzijde een naar voren 55 wijzend been 6 heeft. In dit been 6 is een snijschijf 7 met zijn as draaibaar gelagerd, op welke draaiingsas verder een snaarwiel 8 is bevestigd.

Opgemerkt wordt dat de omlaagwijzende steun 5 bij 9 een scharnier vertoont, waarvan de scharnieras 192569 2 samenvalt met de hartlijn van een draaiingsas 11 parallel aan de draaiingsas van de snijschijf 7. Aan de voorzijde van de steun is een snaarschijf 12 vast op de draaiingsas 11 bevestigd, waaromheen een snaar 13 is geslagen, welke tevens is geslagen om de snaarschijf 8. De andere zijde van de draaiingsas 11 is uitgevoerd met een tandwiel 14, waaromheen een tandriem 15 is geslagen. De drager vertoont aan 5 weerszijden van de steun 5 aan het boveneinde daarvan een tweetal tandwielen 16 voor het geleiden van de tandriem 15 die tegen de onderzijde van de rail 2 is bevestigd en zich bij de beweging van de wagen 3 tegen die onderzijde van de rail aanvleit. Een der tandwielen 16 is door een motor 17 aan de achterzijde van de drager 3 aan te drijven. De wagen zelf is door middel van loopwielen 18 opgehangen in de looprail 2.

10 Een sub-gestel 19 is om scharnieras 20 scharnierbaar met dat onderste deel van de steun 5 verbonden. Het sub-gestel 19 draagt een wielenpaar 21, waarvan de rotatieassen een hoek met elkaar insluiten, een en ander zodanig dat in de richting van de pijl P1 de wielschijven naar buiten wijzen.

Het sub-gestel 19 is voorbij de scharnieras 20 voorzien van een vinger 22, welke kan samenwerken met een oploopnok 23, die aan het gestel 1 is verbonden. In de getoonde stand ligt de vinger 22 onder de 15 oploopnok 23 en is het wielenpaar 21 geheven.

Het gestel is tevens voorzien van een omlaaggerichte zwenkarm 25 die door middel van een pneumatische cilinder 26 om een horizontale zwenkas 27 ten opzichte van het gestel zwenkbaar is. De onderzijde van de zwenkarm 25 heeft een insteekorgaan 28, welke hier de vorm van een blad heeft, waarvan het vrije einde een punt 29 heeft, waarbij de onderzijde een uitsparing 30 vertoont.

20 De zwenkarm is tevens voorzien van een nok 31, welke samenwerkt met een oploopaanslag 32, die op de vaste steun 5 van de drager 3 is aangebracht.

Ten slotte wordt opgemerkt, dat onder het deel 6 van de drager 5 een heforgaan 35 is aangebracht in de vorm van een strookvormig lichaam, waarvan het vrije einde bijvoorbeeld tot een vork is gevormd, tussen de tanden waarvan de snijrand van de snijschijf 7 werkzaam kan zijn.

25 De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt.

Bij het inleggen van een voorwerp V met daaromheen aangebrachte verpakking P op de steun 4 verkeert het wielenpaar 21 in de geheven stand.

Door het bekrachtigen van de cilinder 26 wordt de zwenkarm 25 naar de stand volgens de gestippelde lijn in de tekening gebracht, waarin de punt 29 van het insteekorgaan 28 door de verpakking P is gestoken 30 en de uitsparing 30 zich voor het heforgaan 35 bevindt. Bij het starten van de motor 17 zal ten gevolge van de rotatie van het betreffende tandwiel 16 de drager 3 in de richting van de pijl P1 worden bewogen, waardoor het heforgaan 35 naar rechts wordt bewogen en de punt zich eveneens door de verpakking P heen zal dringen, tot aan de uitsparing 30 van het insteekorgaan 28. Vervolgens zal het wielenpaar 21 zakken, omdat de arm 22 vrijkomt van de nok 23. Bij de voortgaande beweging zal het wielenpaar de 35 verpakking P doen plooien tot een bolvormig deel achter het wielenpaar en kan het heforgaan 35 zich vrij onder de verpakking P doorbewegen. De snijschijf 7 zal een snede aanbrengen in dat bolvormige gedeelte, hetgeen wordt vergemakkelijkt doordat bij de beweging van de drager 3 de tandriem 15 zich zal afwikkelen rond het tandwiel 14, welke de snaaraandrijving 8, 12 en 13 in beweging zet en zodoende de snijschijf 7.

Zodra de aanslag 32 op de vaste steun 5 de nok 31 raakt, wordt de zwenkarm 25 teruggeduwd in de 40 richting van de stand getekend met volgetekende lijnen, waarna de cilinder 26 door een niet getoonde sensor verder kan worden bekrachtigd en de zwenkarm 25 terugtrekt. Dit terugtrekken zal plaatsvinden voordat de steun 5 bij het insteekpunt in de verpakking P ten gevolge van het insteekorgaan 28 genaderd zal zijn.

Bij de verdere beweging wordt de verpakking P volgens een rechte lijn doorgesneden.

45 Ter bevordering van het opwelvend effect van de verpakking P kan het bladvormig insteekorgaan 28 zijn vervangen door bijvoorbeeld een holle naald voor het toevoeren van perslucht onder de verpakking P. Daartoe wordt de holle naald aangesloten op een niet getoonde drukbron.

De inrichting kan ook dubbelzijdig zijn uitgevoerd, dat wil zeggen dat een loopwielenpaar 21 met snijschijf 7 en heforgaan 35 spiegelsymmetrisch onder de drager 3 zijn aangebracht, zodat de inrichting ook in de ten 50 opzichte van P1 tegengestelde zin langs de geleider 2 kan worden bewogen voor het opensnijden van de verpakking van een nieuw ingebracht voorwerp, echter van de andere zijde af. Vanzelfsprekend zal aan de andere zijde tevens een zwenkarm 25 met insteekorgaan 28 zijn aangebracht.

De inrichting kan tevens zijn uitgevoerd met andere wrijvingsmiddelen dan de getoonde wrijvingswielen, welke wrijvingsmiddelen op dezelfde wijze functioneren, namelijk het door wrijving naar elkaar toe trekken 55 van het pakpapier teneinde een opwelven van de verpakking te bewerkstelligen.

Claims (3)

3 192569

1. Inrichting voor het ter verwijdering openen van de verpakking uit folieachtig materiaal, zoals pakpapier van een cilindrisch voorwerp, welke inrichting een steun voor het voorwerp omvat alsmede een evenwijdig 5 aan de as van een ondersteund voorwerp ten opzichte van de steun over een vooraf bepaalde baanlengte beweegbare drager met althans een wrijvingswielenpaar of dergelijke wrijvingsmiddelen, waarbij de draaiingsassen van de wielen een hoek insluiten, een en ander zodanig dat bij die beweging van de drager de wielomtrekken op het foliemateriaal door wrijving een naar elkaar toe gerichte kracht uitoefenen teneinde het foliemateriaal strakker om het voorwerp te trekken en een opstaande plooi te vormen, en waarbij de 10 drager tevens is voorzien van een snijorgaan, hetwelk zich ten opzichte van de bewegingsrichting achter het wielenpaar bevindt, met het kenmerk, dat bij het begin van de baanlengte een insteekorgaan (28) is aangebracht, hetwelk dwars op de bewegingsrichting (P1) voor de drager (3, 5, 6) en zijdelings vanuit een verwijderde stand tot naar een insteekstand tussen het snijorgaan (7) en het althans ene wrijvingswielenpaar (21) is te brengen en omgekeerd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het snijorgaan een roteerbaar aandrijfbare snijschijf is, met het kenmerk, dat op de drager (3, 5, 6) onder de snijschijf (7) een voetvormig folieheforgaan (35) is geplaatst, en het insteekorgaan (28) een uitsparing (30) aan de onderzijde heeft voor het opnemen van het heforgaan (35) als het insteekorgaan (28) in de insteekstand staat.

3. Inrichting volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat het insteekorgaan (28) is opgehangen aan 20 een ten opzichte van het gestel van de inrichting zwenkbare hefboom (25) voorzien van een nok (31), welke samenwerkt met een aanslag (32) aan de drager (3). Hierbij 1 blad tekening