NL192487C - Inrichting voor opname en/of weergave van gedigitaliseerde video-informatie. - Google Patents

Inrichting voor opname en/of weergave van gedigitaliseerde video-informatie. Download PDF

Info

Publication number
NL192487C
NL192487C NL8101952A NL8101952A NL192487C NL 192487 C NL192487 C NL 192487C NL 8101952 A NL8101952 A NL 8101952A NL 8101952 A NL8101952 A NL 8101952A NL 192487 C NL192487 C NL 192487C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
information
recording
video
digital
Prior art date
Application number
NL8101952A
Other languages
English (en)
Other versions
NL8101952A (nl
NL192487B (nl
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8101952A publication Critical patent/NL8101952A/nl
Publication of NL192487B publication Critical patent/NL192487B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192487C publication Critical patent/NL192487C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N9/00Details of colour television systems
    • H04N9/79Processing of colour television signals in connection with recording
    • H04N9/80Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback
    • H04N9/802Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback involving processing of the sound signal
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/12Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers
    • G11B20/1201Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers on tapes
    • G11B20/1207Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers on tapes with transverse tracks only
    • G11B20/1208Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers on tapes with transverse tracks only for continuous data, e.g. digitised analog information signals, pulse code modulated [PCM] data
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1806Pulse code modulation systems for audio signals
    • G11B20/1809Pulse code modulation systems for audio signals by interleaving
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N9/00Details of colour television systems
    • H04N9/79Processing of colour television signals in connection with recording
    • H04N9/80Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback
    • H04N9/808Transformation of the television signal for recording, e.g. modulation, frequency changing; Inverse transformation for playback involving pulse code modulation of the composite colour video-signal
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/12Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers
    • G11B20/1201Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers on tapes
    • G11B20/1211Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers on tapes with different data track configurations
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers
    • G11B2220/91Helical scan format, wherein tracks are slightly tilted with respect to tape direction, e.g. VHS, DAT, DVC, AIT or exabyte

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
  • Television Signal Processing For Recording (AREA)
  • Recording Or Reproducing By Magnetic Means (AREA)

Description

1 192487
Inrichting voor opname en/of weergave van gedigitaliseerde video-informatie
De onderhavige uitvinding betreft een registratie· en/of reproductie-inrichting voor gedigitaliseerde videodata, omvattende: 5 een roteerbare bandleitrommel, langs de omtrek waarvan een magneetband wordt getransporteerd onder een vooraf bepaalde wikkelhoek; een aantal roteerbare magneetkoppen behorend bij de bandleitrommel voor het aftasten van resp. parallelle, schuine sporen op de magneetband; middelen voor het verschaffen van een gedigitaliseerd videosignaal, gevormd uit bemonsteringen van 10 horizontale aftastintervallen; signaalverwerkingsmiddelen voor het in een aantal datablokken rangschikken van het gedigitaliseerde videosignaal van elk horizontaal aftastinterval, en signaaldistributiemiddelen voor het opvolgend distribueren van de blokken van de gedigitaliseerde videodata aan de roteerbare magneetkoppen, opdat elk datablok van elk horizontaal aftastsignaal wordt 15 gedistribueerd aan een resp. roteerbare magneetkop.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-3.912.132, waarbij elk digitale woord dat overeenkomt met een bemonstering van het videosignaal van elk horizontale aftastinterval in bits verdeeld naar de respectievelijke magneetkoppen wordt gestuurd, zodat elk met een bemonstering overeenkomende digitale woord over de koppen en derhalve over de sporen op de magneetband wordt 20 verspreid.
De inrichting volgens de bekende techniek heeft als nadeel, dat een gewenste hoge registratiedichtheid wordt verhinderd door deze verspreiding van de bits van elk digitale woord over de sporen van de magneetband, aangezien de oorspronkelijke digitale woorden moeten worden gereconstrueerd uit de verspreid opgenomen en derhalve verspreid afgelezen bits hiervan.
25 De uitvinding beoogt althans het bovengenoemde bezwaar weg te nemen, en verschaft hiertoe een inrichting, die zich onderscheidt, doordat het aantal datablokken van elk horizontaal aftastinterval een integraal veelvoud is van het aantal roteerbare magneetkoppen.
Aangezien de relatie tussen het aantal datablokken van elk horizontale aftastinterval en het aantal roteerbare magneetkoppen hiermee is vastgelegd, leest elke magneetkop met zekerheid een geheel aantal 30 datablokken in een spoor op de magneetband waarbij elk datablok een geheel aantal digitale woorden omvat. Derhalve wordt door één van de magneetkoppen, die op één spoor van de magneetband leest of schrijft, met zekerheid een geheel aantal digitale woorden geschreven resp. gelezen, zodat geen fout op kan treden, wanneer een digitaal woord niet geheel op het spoor van de magneetband wordt gelezen resp. geschreven, aangezien tevens eik datablok een geheel aantal digitale woorden omvat.
35 Door de zorgvuldige keuze van het toe te passen aantal informatieblokken en van het voor opname of reproductie van deze informatieblokken toe te passen aantal roteerbare magneetkoppen wordt tevens een goede opname- en weergavekwaliteit bewerkstelligd.
Verder is de inrichting relatief eenvoudig, waarbij bovendien de signaalverwerkingsmidelen en de signaaldistributiemiddelen voor ten minste paren magneetkoppen kunnen worden gecombineerd, hetgeen 40 een verdere vereenvoudiging met zich meebrengt.
Voor het bereiken van een goede opneem- en weergeefkwaliteit blijken een zorgvuldige keuze van het toe te passen aantal informatieblokken en van het voor opname van deze informatieblokken toe te passen aantal roteerbare magneetkoppen van groot belang te zijn. Daarbij spelen ook op het verkrijgen van een zo eenvoudig mogelijk systeem gerichte overwegingen een belangrijke rol. Gesteld kan worden, dat deze 45 overwegingen bij de bekende inrichtingen en stelsels van het hier beschouwde type nog onvoldoende resultaat hebben opgeleverd.
De onderhavige uitvinding beoogt, hierin verbetering te brengen en een verbeterd type inrichting voor opname en/of weergave van gedigitaliseerde video-informatie te verschaffen, waarbij de hiervoor genoemde overwegingen beter tot hun recht komen.
50 Uitgaande van een inrichting voor opname en/of weergave van gedigitaliseerde video-informatie, onder toepassing van een aantal roteerbare magneetkoppen, welke zijn toegevoegd aan een bandleitrommel met een buitenomtreksoppeivlak, waarlangs over een voorafbepaalde wikkelhoek een magneetband schroeflijnvormig kan worden getransporteerd, en voorts van signaalbewerkingsmiddelen voor verdeling van een op één beeldregelaftastintervaf betrekkinghebbende, gedigitaliseerde video-informatie in een aantal informatie-55 blokken, schrijft de uitvinding voor, dat een dergelijke inrichting bovendien moet zijn voorzien van middelen voor toewijzing van ieder even genummerd informatieblok van één dergelijk beeldregelaftastinterval aan ieder van de roteerbare magneetkoppen voor opname daardoor.
192487 2
De uitvinding zal worden verduidelijkt in de volgende beschrijving aan de hand van de tekening. Hierin toont respectievelijk tonen: figuur 1 een blokschema van een verbeterd stelsel; figuur 2 een prindpeblokschema van een uitvoeringsvorm van een digitale bewerkingsschakeling aan de 5 opneemzijde van het stelsel; figuur 3 een prindpeblokschema van een uitvoeringsvorm van de digitale bewerkingsschakeling aan de weergeefzijde van het stelsel; figuren 4 en 5 schematische weergaven ter verduidelijking van het bij opname van een kleurenvideo-signaal in digitale vorm toegepaste signaalformaat; 10 figuur 6 een prindpeblokschema van een andere uitvoeringsvorm van een digitale bewerkingsschakeling aan de opneemzijde van het stelsel; figuur 7 een prindpeblokschema van een andere uitvoeringsvorm van een digitale bewerkingsschakeling aan de weergeefzijde van het stelsel; figuur 8 schematische weergaven van een uitvoeringsvorm van een roteerbare magneetkopeenheid van 15 een videobandapparaat; figuur 9 een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van een registratiesporenpatroon; figuur 10 een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van foutzichtbaarmaking of -afbeelding en figuur 11 een schematische weergave van een andere uitvoeringsvorm van een registratiesporenpatroon.
20
Het blokschema volgens figuur 1 heeft betrekking op een geheel stelsel voor opname en/of weergave van gedigitaliseerde video- en audio-informatie, met inbegrip van de mogelijkheid van "editing”. Het stelsel volgens figuur 1 is gegroepeerd rondom een digitaal videobewerkingseenheid 1, bestaande uit een eerste bewerkingseenheid DVP-1 met een analoog/digitaalomzetter, een digitaal/analoog-omzetter en een 25 signaalgenerator voor opwekking en afgifte van verschillende soorten klok- en tijdritmebepalende signalen, een tweede bewerkingseenheid DVP-2 voor bewolking van gedigitaliseerde videosignalen voorafgaande aan opname daarvan, een derde bewerkingseenheid DVP-3 voor bewerking van weergegeven of uitgelezen videosignalen in digitale vorm, en uit een informatie-onderzoekeenheid ANA voor foutaanwijzing of -afbeelding.
30 Voorts omvat het stelsel een televisiecamera 2 en twee videobandapparaten 3 en 4, welke van normale videobandapparaten verschillen wat betreft hun magneetkopmechanisme en de daaraan toegevoegde deelschakelingen.
Een monitor 5 dient voor zichtbaarmaking van uitgelezen video-informatie, terwijl een monitor 6 dient voor zichtbaarmaking van een door de informatieonderzoekeenheid ANA vastgestelde fout. Voorts omvat 35 het stelsel een digitale audiobewerkingseenheid 7 in de gedaante van een enigszins gemodificeerde impulscodemodulatieaanpaseenheid voor omzetting van een audiosignaal in een impulscodegemoduleerd signaal, dat voor opname door middel van een videobandapparaat geschikt is.
Tussen de audiobewerkingseenheid 7 en de digitale videobandapparaten 3 en 4 bevindt zich een audioschakeleenheid 8. Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm wordt een aantal van 16 audiokanalen 40 CH^CH.,6 toegepast met paren microfoons en luidsprekers SP.,-SP16. Bij signaalopname wordt de door de digitale audiobewerkingseenheid 7 afgegeven, gedigitaliseerd audio-informatie selectief aan het videobandapparaat 3 of het videobandapparaat 4 toegevoerd, terwijl tijdens signaalweeigave het door één van beide videobandapparaten uitgelezen signaal via de audioschakeleenheid 8 aan de digitale audiobewerkingseenheid 7 wordt toegevoerd.
45 Tenslotte behoort tot het stelsel een afstandsbesturingsinrichting 9 voor levering van besturingssignalen voor besturing van de digitale videobewerkingseenheid 1, de videobandapparaten 3 en 4 en de digitale audiobewerkingseenheid 7 op afstand.
Vervolgens zal de opname en/of weergave van een kleurenvideosignaal met een bijbehorend audiosignaal meer in details worden beschreven.
50 Wanneer de televisiecamera 2 een niet in de tekening weergegeven voorwerp opneemt, wordt het door de camera afgegeven kleurenvideosignaal toegevoerd aan de eerste videobewerkingseenheid DVP-1 van de digitale bewerkingseenheid 1 en vervolgens bemonsterd en in digitale vorm gebracht. Daarbij wordt iedere beeldregel van het kleurenvideosignaal met uitzondering van de horizontale synchronisatie-impuls HD en het kleursalvosignaal BS als effectief beeldinformatiegebied bemonsterd. Bovendien worden de verticale 55 synchronisatie-impuls en de vereffeningsimpulsen van het kleurenvideosignaal van ieder beeldraster evenmin als effectieve beeldinformatiegebieden beschouwd en derhalve niet opgenomen. Aangezien een testsignaal, zoals een signaal VIR, VIT of dergelijke, in de verticale terugslagperiode van het videosignaal 3 192487 wordt ingevoegd, wordt het totale aantal effectieve videobeeldregeis echter met inbegrip van de desbetreffende beeldregels bepaald. In het geval van een kleurenvideosignaal van het NTSC-type wordt bijvoorbeeld het effectieve aantal beeldregeis per televisiebeeldrasterperiode gekozen als 256 beeldregels, te beginnen bij de 10de beeldregel van ieder beeldraster.
5 Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt voor de bemonsterfrequentie fvs, waarmede het kleurenvideosignaal wordt bemonsterd, een waarde gekozen welke viermaal die van de kleurhulpdraaggolffrequentie f^ bedraagt. Daartoe worden het uit het ontvangen kleurenvideosignaal afgescheiden, horizontale synchronisatiesignaal HD en kleursalvosignaai BS toegevoerd aan een signaal-generator voor vorming en afgifte van met het kleursalvosignaai BS gesynchroniseerde klokim pulsen met 10 een frequentie 4 fsc. Op baas van deze klokimpulsen wordt een bemonsterimpuls afgegeven.
Het hiervoor reeds genoemde, effectieve beeldinformatiegebied of -deel van het kleurenvideosignaal wordt met behulp van deze bemonsterimpuls bemonsterd en vervolgens een analoog/digitaal-omzetting tot bijvoorbeeld een 8-bits digitaalsignaal in parallelvorm onderworpen.
Aangezien de bemonsterfrequentie fvs gelijk 4 fvs is en de kleurhulpdraaggolfftequentie fsc voor een f5 kleurenvideosignaal van het NTSC-type kan worden uitgedrukt door = ^|^fH<, waarin fH de beeldregelaftastfrequentie is, zal het aantal monsters per beeldregelaftastperiode 910 bedragen. Aangezien, zoals reeds is uiteengezet, bemonstering van het signaal gedurende de beeldregel-onderdrukkingsperiode zinloos is, zal het aantal effectieve videomonsters per beeldregel minder dan 910 bedragen, bijvoorbeeld 768.
20 Het aldus in digitale vorm gebracht videosignaal wordt toegevoerd aan de tweede videobeweritings-eenheid DVP-2, waaraan tevens de klokimpuls wordt toegevoerd.
De tweede videobewerkingseenheid DVP-2 heeft in hoofdzaak de gedaante volgens figuur 2. Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm worden het door de eerste bewerkingseenheid DVP-1 afgegeven digitale videosignaal en klokimpuls toegevoerd aan een videokoppeleenheid 11, waarin het digitale videosignaal op 25 nog nader te beschrijven, tijdscharende wijze wordt verder bewerkt. Respectievelijk op de beeldregel, het beeldraster, het videobeeld en het registratiespoor betrekking hebbende identificatiesignalen en verschillende tijdritmesignalen, welke door de bewerkingseenheid DVP-1 worden opgewekt en afgegeven, worden aan voorafbepaalde deelschakelingen van de bewerkingseenheid DVP-2 toegevoerd.
Zoals reeds is opgemerkt, wordt de gedigitaliseerde video-informatie voorafgaande aan opname over een 20 aantal kanalen verdeeld. Volgens het onderhavige systeem zijn de beide videobandapparaten 3 en 4 voor opname (en/of weergave) van de video-informatie uitgerust met n roteerbare magneetkoppen; wanneer de gedigitaliseerde video-informatie over n kanalen wordt verdeeld, wordt de signaalinformatie omtrent één beeldregel gescheiden in 2n informatieblokken, waarbij aan ieder kanaal twee van dergelijke informatie-blokken worden toebedeeld. Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm bedraagt n=4. Zoals figuur 4A laat zien, 35 wordt daartoe de op één beeldregel betrekkinghebbende video-informatie gescheiden in de informatie omtrent een eerste 1/2 beeldregel en de informatie omtrent een tweede 1/2 beeldregel, waarna deze beide informaties worden gedeeld door 4, waaruit 8 informatiegroepen D.,-D8 met ieder 96 monsters resulteren. Vervolgens worden de op een eerste 1/2 beeldregel betrekkinghebbende informatiegroepen over 4 kanalen A, B, C en D verdeeld en vervolgens resp. bijbehorende registratiesporen opgenomen, terwijl de op 40 de laatste 1/2 beeldregel betrekking hebbende 4 informatiegroepen D5-D8 eveneens over de kanalen A, B, C en D worden verdeeld en volgens resp. bijbehorende registratiesporen worden opgenomen. Daarbij worden de informatiegroepen D1 en Ds volgens een aan het kanaal A toegevoegd registratiespoor TA opgenomen, terwijl op soortgelijke wijze de informatiegroepen D3> D7; D2, D6 en D4, D8 volgens resp. aan de kanalen B, C en D toegevoegde registratiesporen TB, Tc en TD worden opgenomen.
45 Indien de over vier kanalen verdeelde informatie in ieder kanaal aan een afzonderlijke signaalbewerking zou worden onderworpen, zouden daartoe vier afzonderlijke signaalbewerkingsstelsels nodig zijn, hetgeen betrekkelijk veel materiaal zou vereisen en hoge kosten zou veroorzaken. In verband daarmede worden de kanalen A, B en de kanalen C en D resp. gecombineerd tot twee stelsels AB en CD met eigen signaalbewerking. Daartoe wordt in de videokoppeleenheid 11 de informatiesnelheid tot de helft verlaagd, terwijl 50 aan de zijde van het kanaal AB de informatiegroepen D1 en D3 zodanig worden gemultiplexeerd en op tijdscharende wijze worden gecombineerd (zie figuur 4B), dat de monsters van de informatiegroep D1 en die van de informatiegroep D3 afwisselend ter beschikking komen, terwijl de informatiegroepen D5 en D7 zodanig worden gemultiplexeerd en op tijdscharende wijze worden gecombineerd, dat de monsters van de beide groepen Ds en D7 afwisselend ter beschikking komen. Aan de zijde van het kanaal CD worden de 55 informatiegroepen D2 en D4 gemultiplexeerd en op tijdscharende wijze gecombineerd, waarna de informatiegroepen D6 en D8 worden gemultiplexeerd en tijdscharende wijze worden gecombineerd.
192487 4
Het aldus gevormde uitgangssignaal van het kanaal AB wordt door de videokoppeleenheid 11 toegevoerd aan een tijdbasiscompressieschakeling 12AB, terwijl het aldus gevormde uitgangssignaal van het kanaal CD wordt toegevoerd aan een tijdbasiscompressieschakeling 12CD. De door deze schakelingen uitgevoerde tijdbasiscompressie geschiedt met een voorafbepaalde compressieverhouding en is erop 5 gericht, ’’ruimte" te verkrijgen voor eventuele invoeging van gedigitaliseerde audio-informatie, foutcorrectie-codes en voor op de uiteindelijke signaalopname gerichte formaatomzetting.
De aan tijdcompressie onderworpen, digitale informatie, welke voor de kanalen AB en CD door de resp. tijdcompressieschakeiing 12AB en 12CD worden afgegeven, worden toegevoerd aan respectievelijk fout co rrectiecodee reenheden 13AB en 13CD, waarvan de uitgangssignalen aan de resp. opneem-10 bewerkingseenheden 14AB en 14CD worden toegevoerd. In de foutcorrectiecodeereenheden 13AB, 13CD en de opneembewerkingseenheden 14AB, 14CD wordt de bij ieder monster gemultiplexeerde videosignaal-informatie bij ieder monster op tijdscharende wijze bewerkt. Dat wil zeggen, dat de monsters van dezelfde van de verschillende informatiegroepen D,-D8 binnen de desbetreffende monstereenheid worden bewerkt, terwijl de informatiesnelheid tot de helft wordt verlaagd, dat wil zeggen tot een 1/4 van de oorspronkelijke 15 informatiesnelheid. Zoals de figuren 4D, 4E, 4F en 4Q laten zien, vindt de signaalbewerking voor de verschillende kanalen A, B, C en D afzonderlijk plaats.
Zoals in het voorgaande is beschreven, wordt de videosignaalinformatie door de foutcorrectiecodeereenheden 13AB, 13CD en de daaropvolgende opneembewerkingseenheden 14AB, 14CD op tijdscharende wijze bewerkt en omgezet in signalen, waarvan het formaat resp. in de figuren 4H en 5 is weergegeven.
20 Daaruit blijkt, dat bij de hier beschreven uitvoeringsvorm steeds één informatieblok B wordt toegevoegd aan de 8 informatiegroepen D.,-D8 (met ieder 96 monsters) ter grootte van een achtste beeldregel van de video-informatie. Zoals figuur 4H laat zien, bevat een dergelijk informatieblok D een bloksynchronisatie-signaal SYNC van drie monsters (24 bits), een identificatiesignaal ID en een adressignaal AD van te zamen vier monsters (32 bits) en een blok pariteitsinformatie BPC van vier monsters (32 bits). Het synchronisatie-25 signaal SYNC dient voor extractie van de signalen ID, AD, de signaalinformatie en de blokpariteitsinformatie bij de signaalweergave.
Het identificatiesignaal ID dient voor identificatie van het resp. bijbehorende kanaal A, B, C of D en van het resp. bijbehorende videobeeld en videobeeldraster, benevens het adres van het desbetreffende informatieblok B. De blok pariteitsinformatie BPC dient voor foutdetectie en -correctie van de tot één blok 30 behorende informatie bij signaalweergave.
Voor ieder beeldraster van ieder kanaal wordt de informatie zodanig bewerkt, dat de informatiestructuur of het informatieformaat volgens figuur 5 wordt verkregen. Deze figuur toont de informatiestructuur voor één kanaal van de video-informatie voor één beeldraster, waarbij twee informatieblokken B de informatie omtrent 1/4 van één beeldregel van het videosignaal bevatten. Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm komen de 35 beide verschillende informatieblokken B getekende getallen overeen met het hiervoor genoemde adressignaal AD.
In het geval van een kleurenvideosignaal van het NTSC-type zal, wanneer voor het aantal effectieve beeldregels 256 wordt gekozen, het aantal blokken van één beeldraster per kanaal 512 bedragen. Dit leidt tot een matrixverdeling met 16 blokkolommen en 32 blokrijen, zoals in figuur 5 is weergegeven, waaraan 40 pariteitsinformatie in de horizontale of rij-richting in resp. de 17de en 18de kolom, benevens pariteitsinformatie in de verticale of kolomrichting in de 33ste rij wordt toegevoegd, zodat een matrixverbinding van 18 x 33 blokken wordt verkregen.
Indien daarbij wordt aangenomen, dat de informatieblokken B in volgorde als worden aangeduid, kunnen voor de eerste rij de volgende modulo-2 optellingen worden uitgevoerd, waarbij de informatieblokken 45 steeds in horizontale richting om de andere met elkaar worden gecombineerd tot de beide volgende, horizontale partiteitsinformaties B17 en B1S van de eerste rij: B1 Φ B3 © B5 © .... Φ B1S = B17 B3 Φ B4 Φ Bg Φ .... Φ B16 5 B43
Op soortgelijke wijze kunnen de horizontale pariteitsinformatie voor de tweede t/m de 33ste rij worden 50 gevormd.
Voor de eerste kolom van de matrixverdeling worden de volgende modulo-2-optellingen in verticale richting uitgevoerd ter verkrijging van de verticale pariteitsinformatie B^ voor de eerste kolom: B-ι Φ Β1Θ φ B37 Φ .... Φ B559 » Bgg7
Op soortgelijke wijze wordt de verticale pariteitsinformatie voor de tweede t/m de 16de kolom gevormd.
55 De aldus verkregen horizontale en verticale pariteitsinformaties en blokpariteitsinformaties worden gebruikt ter vergroting van de informatiefoutcorrigeerbaarheid tijdens signaalweergave.
De voor vorming van de horizontale en verticale pariteitsinformaties en voor toevoeging daarvan aan de 5 192487 reeds verkregen video-informatie noodzakelijk signaalbewerking geschiedt door de foutcorrectiecodeer-eenheden 13AB en 13CD, terwijl de voor vorming van het synchronisatiesignaal SYNC, het identificatie-signaal ID en het adressignaal AD en voor toevoeging van deze signalen aan de overige videoinformatie noodzakelijke signaalbewerking plaatsvindt in de opneembewerkingseenheden 14AB en 14CD.
5 In de laatstgenoemde bewerkingseenheden vindt een zodanige blokcodering plaats, dat het aantal bits per monster van 8 wordt omzet in 10. Deze blokcodering geschiedt zodanig, dat uit het aantal (210) beschikbare 10-bitscodes die 28 codes worden geselecteerd, waarvan de digitale somvariatie gelijk 0 of nagenoeg 0 is; de oorspronkelijke 8-bitscode wordt op basis van 1-1 aan de geselecteerde 10-bitscodes toegevoegd. De selectie van de 28 10-bitscodes geschiedt zodanig, dat de digitale somvariatie van het 10 opgenomen signaal zo dicht mogelijk bij 0 komt te liggen, hetgeen inhoudt, dat in dat signaal de binaire waarden ”0” en ”1” gelijkelijk verdeeld voorkomen. Een dergelijke blokcodering vindt bij opname van digitale informatie plaats teneinde te komen tot een zo gering mogelijke gelijkspanningssignaalcomponent, daar deze bij signaalweergave door middel van een magnetische signaalweergeefinrichting niet behoorlijk kan worden weergegeven.
15 Het aan blokcodering onderworpen, digitale signaal met het karakter van een 10-bits informatiewoord wordt vervolgens door de bewerkingseenheden 14AB en 14CD uit een signaal in parallelvorm omgezet tot een signaal in serievorm, en zulks in volgorde van het informatieblok B1 naar het informatieblok B^. Aan het begin en het einde van het digitale signaal van één beeldrasterperiode van elk kanaal wordt een voorstoepsignaal, rasp. een nastoepsignaal toegevoegd.
20 De in serievorm gebrachte, digitale signalen voor de verschillende kanalen worden door de bewerkingseenheden 14AB, 14CD in gescheiden vorm via rasp. opneemversterkers 15A-15D toegevoerd aan rasp. de uitgangsaansluitingen 16A-16D.
De door de micro volgens M,-M,6 afgegeven, analoge audiosignalen worden toegevoerd aan de digitale audiobewerkingseenheid 7. Deze analoge audiosignalen worden door de opneembewerkingsschakeling (zie 25 figuur 6) van de audiobewerkingseenheid 7 voorbewerkt. Bij beschouwing van 2-kanalige audiosignalen worden de desbetreffende signalen via resp. ingangsaansluitingen 70„ 702 en laagdooriaatfilters 71 „ 712 toegevoerd aan resp. bemonster- en houdschakelingen 72,, 722. Voor bemonstering van het audiosignaal wordt bij de hier beschreven uitvoeringsvorm een bemonsterfrequentie fAS van 50,4/1,001 KHz. In het geval van een kleurenvideosignaal van het NTSC-type wordt, teneinde het optreden van zwevingsverschijnselen 30 tussen het audiohulpdraaggolfsignaal en het kleurhulpdraaggolfsignaal te veimijden, voor de videobeeld-frequentie een waarde gekozen, welke met een bedrag van 1/1000 Hz hoger dan 30 Hz ligt, terwijl bij de tijd-basiscompressie van het audiosignaal een zodanige compressieverhouding dient te worden gekozen, dat de bemonsterfrequentie na compressie een geheel veelvoud van de horizontale of beeldregelaftast-frequentie fH bedraagt. Dit verklaart de hiervoor genoemde waardekeuze voor de bemonsterfrequentie fAS 35 voor het audiosignaal, waarbij de genoemde compressieverhouding derhalve een belangrijke rol speelt.
Vervolgens zal de relatie tussen de bij bemonstering van het videosignaal toegepaste bemonsterfrequentie fvs en de bij bemonstering van het audiosignaal toegepaste bemonsterfrequentie fAS worden verduidelijkt: fAs 40 =8 U _2_ f u 7 5 ' 255 ' sc = f (1) 997n 80 u « 'fAS = 2^5-lvs (3) 45
Dat dus bemonsterinformatie wordt toegevoerd aan twee analoog/digitaal-omzetter 73, en 732 voor omzetting van de informatie in digitale signalen van 16 bits per monster.
De door de omzettere 73, en 732 afgegeven digitale signalen worden toegevoerd aan een multiplexeer-eenheid 74 voor zodanige tijdscharingsbewerking, dat de informatie van het eerste kanaal en de informatie 50 van het tweede kanaal afwisselend bij ieder monster aan de uitgang van de eenheid 74 verschijnt. Deze uitgangsinformatie wordt toegevoerd aan een tijdcompressieschakeling 75, welke een geheugen van RAM-type bevat. De uitgangsinformatie wordt door de tijdcompressieschakeling aan informatie bloksgewijze verweven onderworpen en voorts aan tijdcompressie of tijdbasiscompressie ter verkrijging van "ruimte” voor invoeging van foutdetectie- en foutcorrectiecodes; na de bewerking door de schakeling 75 wordt de 55 informatie daartoe toegevoerd aan een foutcorrectiecodeereenheid 76, welke foutdetectie- en foutcorrectiecodes in de verkregen "ruimte” invoegt, resp. aan de ontvangen informatie toevoegt.
Het door de foutcorrectiecodeereenheid 76 afgegeven, digitale audiosignaal wordt toegevoerd aan een 192487 6 videoversterker 77, waaraan tevens een van een synchronisatiesignaalopwekschakeling 78 afkomstig videosynchronisatiesignaal en informatiesyrichronisatiesignaaJ worden toegevoerd voor toevoeging aan de audio-informatie, waarna de aldus bewerkte informatie aan een uitgangsaansluiting 79 ter beschikking komt.
De zojuist gegeven beschrijving heeft betrekking op het geval van 2-kanalige audio-informatie, doch het 5 zal duidelijk zijn, dat in geval van toepassing van 16 kanalen de daarbij verkregen 16-kanalige audio-informatie in digitale vorm op tijdscharende wijze door de multiplexeenheid 74 wordt bewerkt.
Bij de toevoer van 4-kanalige video-informatie aan de videobandapparaten 3 en 4 geschiedt de toevoer van de audio-informatie aan de beide videobandapparaten via de audiobewerkingseenheid 7.
De video-apparaten 3 en 4 hebben ieder, zoals de figuren 8A en 8B laten zien, vier roteerbare magneet-10 koppen GA, GB, GC en GD benevens één roteerbare magneetkop AH. Deze vijf magneetkoppen zijn betrekkelijk dicht bij elkaar en in volgorde volgens een aan de rotatie-as evenwijdige lijn aangebracht en worden synchroon met het kleurenvideosignaal in rotatie aangedreven met de beeldrasterfrequentie van 60 Hz. Een magneetband T strekt zich schroeflijnvormig om het rotatie-oppervlak van de magneetkoppen GA, GB, GC en GD ongeveer volgens omega uit en wordt aan langstransport met constante snelheid onderwor-15 pen.
Indien bijvoorbeeld het videobandapparaat 3 zich in de bedrijfstoestand ’’signaalopname” bevindt, worden de resp. tot de kanalen A, B, C en D behorende, digitale videosignalen van ieder beeldraster rasp. door de magneetkoppen GA, GB, GC en GD op de magneetband T opgenomen volgens resp. vier schuinveriopende registratiesporen TA, TB, Tc, en TD (zie figuur 9). Bovendien wordt het in digitale vorm 20 aangebrachte audiosignaal door de magneetkop AH volgens een eveneens schuinveriopend registratiespoor TAU op de magneetband T opgenomen.
Bij de beschreven uitvoeringsvorm zijn voor de aftastbreedte van de magneetkoppen GA-GD en AH en voor de afstand tussen aangrenzende registratiesporen zodanige waarden gekozen, dat de breedte van één stel registratiesporen TA, TB, Tc, TD en TAU overeenkomt met die van één videoregistratiespoor volgens het 25 ”C”-formaat van de SMPTE.
Uitgaande van een informatiesnelheid RA van het audiosignaal zal vervolgens worden onderzocht, hoeveel 8-bits monsters van het audiosignaal bij de omzetting in het digitale monsterformaat van het videosignaal per beeldraster kunnen worden toegepast. Daarbij wordt eerst de informatiesnelheid RA van het audiosignaal berekend.
30 Zoals reeds is opgemeikt, omvat één monster van het audiosignaal 16 bits, terwijl 16 audiokanalen worden toegepast. Indien voor de redundantie van de foutcorrectiecode, het synchronisatiesignaal enzovoorts een waarden van 100% wordt veronderstelt, kan de totale informatiesnelheid RA derhalve worden weergegeven door: RA = (16 x 2) x 16 x fAS 35 4096 t - 2275 ·fvs = 25,779 M bit/s (4)
Dat wil zeggen, dat het monstemummer NA van het per beeldraster ingevoegde, digitale audiosignaal alsvoigt is: 40 N -R 1x1901 *>ia-max0x go = 40^x4xf ixlooi 2275 sc*8 60 = 53760 (5)
Aangezien het aantal videomonsters per beeldregel 910 bedraagt, zoals reeds is uiteengezet, zal het 45 aantal bij de omzetting van de audio-informatiesnelheid in de informatiesnelheid van het gedigitaliseerde videosignaal per televisiebeeldraster in te voegen audiomonsters worden weergegeven door = 59,0769 (beeldregels) (6)
Dit wil zeggen, dat ongeveer 60 beeldregels nodig zijn.
50 Aangezien het aantal effectieve videobeeldregels 256 is, wordt gesteld dat de audio-informatie ongeveer 20% van het totaal van video- en audio-informatie in beslag neemt.
Dit heeft tot gevolg, dat de toepassing van één audioregistratiespoor op vier videoregistratiesporen per beeldrasterperiode voldoende is.
In de praktijk blijkt het problemen op te leveren om de vijf magneetkoppen nauwkeurig volgens één lijn 55 aan te brengen, terwijl het effect van van aangrenzende magneetkoppen afkomstige lekfiux niet geheel verwaarloosd kan worden, zodat de vijf magneetkoppen GA, GB, GC, GD en AH opeenvolgend enigszins in hun rotatierichting ten opzichte van elkaar verschoven zijn aangebracht. Dit heeft tot gevolg, dat de 7 192487 beginposities van de velschillende registratiesporen TA-TD en TAU bij signaalopname niet geheel op één lijn liggen. Indien echter aan de vier-kanalige (A-D) digitale videosignalen en het digitale audiosignaal bij hun opname, dat wil zeggen bij hun toevoer aan de resp. magneetkoppen GA-GD en AH, resp. vertragingen worden gegeven, kan desondanks op de magneetband T een registratiesporenverdelingspatroon worden 5 verkregen, dat overeenkomt met het voor vijf in één (aan de rotatie-as evenwijdige) lijn aangebrachte magneetkoppen in figuur 9 getekende registratiesporen verdelingspatroon.
Zoals in het voorgaande is beschreven, kunnen het in digitale vorm gebrachte kleurenvideosignaal en het bijbehorende, eveneens in digitale vorm gebrachte audiosignaal, beide als digitale signalen worden opgenomen.
10 Vervolgens zal de weergave of uitlezing van een op de in het voorgaande beschreven wijze opgenomen digitaalsignaal worden beschreven.
Wanneer het videobandapparaat 3 naar de bedrijfstoestand "signaalweergave” wordt overgeschakeld, vindt uitlezing van de digitale video-informatie uit de registratiesporen T-TD door de resp. magneetkoppen GA-GD praktisch gelijktijdig plaats met uitlezing van digitale audio-informatie uit het registratiespoor TAU 15 door de magneetkop AH. Indien de magneetkoppen GA-GD en AH opeenvolgend in hun rotatierichting verschoven ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, zoals in het voorgaande is beschreven, zullen de uit de verschillende registratiesporen uitgelezen signalen sequentieel vertraagd ter beschikking komen. De desbetreffende vertragingen kunnen echter gemakkelijk worden ongedaan gemaakt of gecorrigeerd, bijvoorbeeld door middel van een buffergeheugen.
20 Het aldus uitgelezen videosignaal in digitale vorm wordt dit aan de bewerkingseenheid DVP-3 van de digitale videobewerkingseenheid 1 toegevoerd, terwijl het uitgelezen audiosignaal in digitale vorm via de audiokoppeleenheid 8 aan de digitale audiobewerkingseenheid 7 toegevoerd.
Eerst zal de bewerking van het uitgelezen videosignaal worden beschreven. De videobewerkingseenheid DVP-3 heeft de gedaante volgens figuur 3. Daarbij worden de 4-kanalig uitgelezen signalen via de 25 ingangsaansluitingen 20A-20D en vervolgens resp. via weergeefversterkers 21A-21D toegevoerd aan resp. weergeefbewerkingseenheden 22A-22D voor omzetting uit de serievorm in de parallelvorm en voorts voor blokdecodering, dat wil zeggen omzetting van 10-bits gecodeerde signalen tot (oorspronkelijke) 8-bits gecodeerde signalen. Voorts wordt door middel van een door het uitgelezen, digitale signaal aangestoten, fasevergrendelde lus een kloksignaal afgegeven.
30 De in parallelvorm gebrachte 8-bits digitale signalen worden toegevoerd aan resp. tijdbasiscorrectie-schakelingen 23A-23D voor eliminatie van tijdbasisfluctuaties. Zoals algemeen bekend is, kunnen dergelijke tijdbasiscorrectieschakelingen 23 een digitaal geheugen bevatten, waarbij het reeds genoemde blok-synchronisatiesignaal SYNC wordt gebruikt voor detectie van het begin van een volgend informatiesignaal, terwijl de inlezing van de verkregen informatie in het desbetreffende geheugen plaatsvindt op basis van de 35 van de bewerkingseenheden 22 verkregen kloksignalen. De uitlezing uit het digitale geheugen vindt steeds plaats op basis van op referentiesynchronisatiesignalen gebaseerde kloksignalen, zodanig, dat eventuele tijdbasisfluctuaties worden geëlimineerd.
Door de tijdbasiscorrectieschakelingen 23A en 23B afgegeven signalen worden toegevoerd aan een multiplexeenheid 24AB, terwijl de door de tijdbasiscorrectieschakeling 23C en 23D afgegeven signalen 40 worden toegevoerd aan een multiplexeenheid 24CD. De door de multiplexeenheid 24AB ontvangen, digitale signalen van het kanaal A en het kanaal B worden op tijdscharende wijze zodanig bewerkt, dat zij afwisselend monster voor monster ter beschikking komen, terwijl de aan de multiplexeenheid 24CD toegevoerde, digitale signalen voor het kanaal C en het kanaal D op zodanig tijdscharende wijze worden bewerkt, dat zij afwisselend monder voor monster ter beschikking komen.
45 De van de multiplexeenheden 24AB en 24CD afkomstige, digitale informatiesignalen worden via een wisseleenheid 25 toegevoerd aan resp. foutcorrectiedecodeereenheden 26AB en 26CD. In deze wissel-eenheid 25 worden de verschillende kanalen geïdentificeerd op basis van de registratiespooridentifica-tiesignalen van de aan de verschillende informatieblokken toegevoerde identificatiesignalen; op basis van deze identificatie worden de verschillende informatieblokken aan de in aanmerking komende kanalen 50 toegevoerd. In de wisseleenheid 25 vindt de signaalbewerking uiteraard op tijdscharende wijze plaats.
De wisselschakeling 25 werkt in het bijzonder tijdens speciale, dat wil zeggen van de normale afwijkende signaalweergave zeer doeltreffend. Bij normale signaalweergave, waarbij de positie van een registratiespoor op de magneetband en de door een magneetkop tijdens de aftasting daarvan gevolgde aftastbaan met elkaar samenvallen, zullen de vier roteerbare magneetkoppen slechts de uit resp. bijbehorende registratie-55 sporen afkomstige signalen uitlezen. Tijdens speciale signaalweergave, zoals signaalweergave bij snelbewegend beeld, waarbij de bandtransportsnelheid enige tientallen malen hoger dan tijdens de noimale signaalweergave ligt, voeren de roteerbare magneetkoppen daarentegen aftasting van steeds een aantal 192487 8 registratiesporen uit, zoals in figuur 9 met een betrekkelijk dik getekende pijl is aangeduid. De magneet-koppen GA-GD zullen dan ieder een signaal afgeven, dat een mengsel van tot de kanalen A-D behorende informatiesignalen bevat.
De wissel eenheid 25 onderzoekt nu de kanaalidentiteit van de uitgelezen informatie op basis van het 5 registratiespooridentificatiesignaal, zodanig, dat de uit de registratiesporen TA en TB uitgelezen informatie-signalen voor het kanaal AB aan de decodeereenheid 26AB worden toegevoerd, terwijl de uit de registratiesporen tc en TD uitgelezen signalen voor het kanaal CD beide aan de decodeereenheid 26CD worden toegevoerd.
De decodeereenheden 26AB en 26CD bevatten ieder een beeldrastergeheugen van voldoende capaciteit 10 voor opslag van de op één kanaal van één beeld raster betrekkinghebbende informatie. De op de kanalen A en B betrekkinghebbende informatie en de op de kanalen C en D betrekkinghebbende informatie worden derhalve op de volgende tijdscharende wijze door de decodeereenheden 26AB en 26CD bewerkt. De informatie wordt bij ieder informatieblok B in reactie op het adressignaal AD in het beeldrastergeheugen ingelezen, terwijl tegelijkertijd een eventueel in de informatie aanwezige fout wordt gecorrigeerd op basis 15 van de blokpariteitsinformatie en de horizontale en verticale pariteitsinformatie. Omtrent deze foutcorrectie kan worden gesteld, dat de fout binnen een informatieblok eerst op basis van de blokpariteitsinformatie wordt gecorrigeerd, vervolgens vindt foutcorrectie op basis van de horizontale pariteitsinformatie plaats, terwijl tenslotte foutcorrectie op basis van de verticale pariteitsinformatie kan volgen.
De aan foutcorrectie onderworpen informatie wordt toegevoerd aan resp. tijdbasisexpansieschakelingen 20 27AB en 27CD voor tijdbasisexpansie van de voor de kanalen bestemde informatie, zodanig, dat het oorspronkelijke (voorafgaande aan de signaalopname aanwezige) signaalformaat wordt herkregen.
De van de tijdbasisexpansieschakelingen 27 afkomstige videosignaalinformatie wordt toegevoerd aan de videokoppeleenheid 28 voor omzetting in oorspronkelijke, enkelkanalige digitale informatie, welke dan aan de eerste bewerkingseenheid DVP-1 wordt toegevoerd voor digitaal-analoog-omzetting en voor combinatie 25 met de synchronisatie-impuls en het kleursalvosignaal tot het oorspronkelijke Ideurenvideosignaal, dat bijvoorbeeld aan de monitortelevisie-ontvanger 5 kan worden toegevoerd. Daarbij worden ook verschillende tijdritme-impulsen, welke zijn gebaseerd op referentieklokimpulsen van de signaalgenerator van de bewerkingseenheid DVP-1, resp. via de videokoppeleenheid 28 aan de verschillende schakelingen van de signaalbewerkingseenheden toegevoerd.
30 Bij het hier beschreven weergeefstelsel vindt de transmissie van de door de videomagneetkoppen GA-GD uitgelezen informatie naar de inleeszijde van de tijdbasiscorrectieschakelingen 23A-23D plaats op basis van de uit de uitgelezen informatie afgescheiden klokimpulsen, doch de infoimatietransmissie van de uitleeszijde van de tijdbasiscorrectieschakelingen 23 naar de resp. uitgangsaansluitingen geschiedt op basis van de door de signaalgenerator van de bewerkingseenheid DVP-1 afgegeven klokimpulsen.
35 De door de magneetkop AH uit het registratiespoor TAU uitgelezen audio-informatie wordt via de schakeleenheid 8 aan de audiobewerkingseenheid 7 toegevoerd, waarvan de weergeefbewerkingseenheid bijvoorbeeld de gedaante volgens figuur 7 heeft. Het via een ingangsaansluiting 80 ontvangen, uitgelezen audiosignaai wordt toegevoerd aan een informatie-extractieschakeling 81, waarin op basis van een lokaal kloksignaal de in het ontvangen audiosignaai aanwezige televisiesynchronisatie- en informatiesynchronisa-40 tiesignalen benevens de gewenste audiO-informatie worden geëxtraheerd.
De aldus geëxtraheerde informatie wordt toegevoerd aan een tijdbasisexpansieschakeling 82 voor ontweving, waaruit de audiosignalen met de oorspronkelijke tijdbasis en in de oorspronkelijke code resulteren. Deze audiosignalen worden vervolgens toegevoerd aan een foutcorrectiedecodeereenheid 83 voor correctie van eventuele fouten op basis van de foutdetectiecode en de foutcorrectiecode.
45 Wanneer foutcorrectie door de foutcorrectiedecodeereenheid 83 niet mogelijk blijkt te zijn, wordt het digitale informatiesignaal toegevoerd aan een foutverbergschakeling 84 voor vervanging van de overblijvende fout door de gemiddelde waarde, welke resulteert uit interpolatie tussen de voorafgaande en navolgende informatiewoorden.
Het aldus aan foutcorrectie en eventuele foutverberging door foutvervanging onderworpen signaal wordt 50 toegevoerd aan een demultiplexeenheid 85 voor verdeling van het signaal over de beide oorspronkelijke kanalen. Het aan het eerste kanaal toegewezen signaal wordt toegevoerd aan een digitaal/analoog-omzetter 861 voor omzetting tot een analoog signaal, dat via een laagdooriaatfilter 87, aan een uitgangsaansluiting 88, ter beschikking komt, terwijl het aan het tweede kanaal toegelezen signaal wordt toegevoerd aan een digitaal/analoog-omzetter 862 voor omzetting tot een analoog signaal, dat via een laagdooriaatfilter 872 aan 55 een uitgangsaansluiting 882 ter beschikking komt.
De zojuist gegeven beschrijving heeft betrekking op een geval met twee kanalen, doch het zal duidelijk zijn, dat dezelfde signaalbewerking kan worden toegepast op 16-kanalige informatie, waarbij het digitale 9 192487 signaal dan derhalve door de demultiplexeenheid 85 over 16 kanalen moet wonden verdeeld.
De op deze wijze via de verschillende uitgangskanalen van de audiobewetkingseenheid 7 ter beschikking komende, analoge audiosignalen worden aan resp. luidsprekers of luidsprekerstelsel SP^SPte toegevoerd.
Zoals in het voorgaande is beschreven, kunnen zowel video* als audiosignalen in digitale vorm worden 5 weergegeven en hun resp. analoge vorm worden teruggebracht.
Bij signaalweergave wordt het aantal informatieblokken, dat een fout bevat, op de monitortelevisie-ontvanger 6 zichtbaar gemaakt door de informatie-onderzoekinrichting ANA van de videobewetkingseenheid 1.
Figuur 10 toont het afbeeldingsformaat van de monitorontvanger 6 in geval van afbeelding van een 10 aantal door fouten getroffen informatieblokken. In figuur 10 heeft het verwijzingsgetal 100 betrekking op het beeldscherm van de monitorontvanger 6. Daarbij kunnen bijvoorbeeld in ieder door een rechthoek omlijnd vak 101 enige, bijvoorbeeld 10, decimale getallen worden zichtbaar gemaakt, welke bijvooibeeld het nummer van een door een fout getroffen informatieblok vertegenwoordigen. De links van ieder vak 101 weergegeven letters dienen ter verduidelijking van wat wordt weergegeven, resp. de weergeefstatus. In de 15 door een rechthoek omlijnde vakken 101 kunnen de volgende aanduidingen verschijnen.
(I) De symboolgroepen BPC11, BPC12, BPC21 en BPC22 vertegenwoordigen de nummers van de door een fout getroffen deelblokken, welke in het eerste tot en met het vierde kanaal kunnen verschijnen, (II) De symboolgroepen BPC13, BPC14, BPC23 en BPC24 vertegenwoordigen de nummers van de door een fout getroffen deelblokken van het bijbehorende kanaal, welke niet op basis van de blokpariteitsin- 20 formatie kunnen worden gecorrigeerd, (lil) De symboolgroepen HPC11, HPC12, HPC21 en HPC22 vertegenwoordigen de nummers van de door een fout getroffen deelblokken na foutcorrectie op basis van de horizontale pariteitsinformatie, (IV) De symboolgroepen VPC11, VPC12, VPC21 en VPC22 vertegenwoordigen de nummers van de door een fout getroffen deelblokken na foutcorrectie op basis van de verticale pariteitsinformatie.
25 In figuur 10 dienen de letters ’’FIELD ... (F)” voor aanwijzing, dat het zichtbaar gemaakte aantal dooreen fout getroffen deelblokken over F videobeeldrasters is verkregen. Indien de tekst bijvoorbeeld ’’FIELD ....(60)” luidt, wil dit zeggen, dat het aantal afgebeelde informatieblokken betrekking heeft op informatie uit 60 videobeeldrasters.
In geval van ’’editing” met behulp van de beide videobandapparaten 3 en 4, wordt het door middel van 30 het videobandapparaat 3 uit de magneetband uitgelezen, digitale signaal via de weergeefbewerkingseenheid DVP-3 van de digitale videobewerkingseenheid 1 rechtstreeks aan de opneembewerkingseenheid DVP-2 toegevoerd, waarvan het uitgangssignaal bijvoorbeeld rechtstreeks aan het videobandapparaat 4 wordt toegevoerd voor opname daardoor.
Bij de digitale audiobewetkingseenheid 7 wordt het uitgangssignaal van de foutverbergschakeling 84 van 35 het weeigeefstelsel toegevoerd aan de tijdbasiscompressieschakeling 75 van het opneemstelsel, van welk laatstgenoemde het aan de uitgangsaansluiting 79 verschijnende uitgangssignaal wordt toegevoerd aan het videobandapparaat 4.
Tijdens signaalopname en signaalweergave kan bij de videobandapparaten 3 en 4 met spoorvolg-servobesturing van gebruikelijk type worden volstaan.
40 Zoals in het voorgaande is beschreven, wordt de videosignaalinformatie van één beeldregel verdeeld over een aantal informatieblokken, dat tweemaal zo groot is als het aantal voor opname van het videosignaal toegepaste, roteerbare magneetkoppen. Daarbij worden steeds twee informatieblokken aan iedere magneetkop toegevoerd en door deze op de magneetband opgenomen. Dit verschaft de volgende mogelijkheid. Indien bij de verdeling van de informatie van één beeldregel voor het deeltal dezelfde waarde 45 wordt gekozen als het aantal voor opname van het videosignaal toegepaste magneetkoppen bedraagt, zal het informatieblok te groot voor goede foutcorrectie worden, zodat slechts een ruwe foutcorrectie wordt verkregen. Indien daarenboven voor het genoemde deeltal een waarde wordt gekozen, welke meer dan driemaal die van het aantal toegepaste magneetkoppen bedraagt, wordt een te hoge redundantie verkregen.
In tegenstelling hiertoe verschaft nu de onderhavige inrichting de mogelijkheid om tot digitale signaai-50 opname en -weergave te komen, waarbij zowel een bevredigende foutcorrectie als een geschikte, dat wil zeggen niet te hoge, redundantie wordt verkregen.
Volgens de in voorgaande beschreven uitvoeringsvorm wordt de informatie omtrent één beeldregel grofweg verdeeld over twee informatieblokken, waarna ieder desbetreffend informatieblok wordt verdeeld over een aantal kanalen, waaraan de informatiewaarden sequentieel worden toegevoerd. Bij een dergelijke 55 toevoer van de informatie van één beeldraster aan de kanalen en daaropvolgende informatiebewerking, kan met toepassing van een vertragend buffergeheugen van betrekkelijke geringe capaciteit worden volstaan om een geschikte informatieverdeling over de kanalen te verkrijgen.

Claims (3)

192487 10 Aangezien bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm 4-kanaiige informatie door middel van de digitale beweridngseenheden DVP-2 en DVP-3 op tijdscharende wijze vierkanaiig wordt bewerkt, wordt een sterk vereenvoudigde schakeling van geringe afmetingen en kosten verkregen. Bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm wordt bovendien voor opname van de audio-5 informatie een afzonderlijk registratiespoor toegepast, zoals bij ’’editing”, het voordeel van onafhankelijke opname en invoeging van het videosignaal en het audiosignaai wordt verkregen. Hoewel de op te nemen signalen bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm met relatieve vertragingen aan de vijf roteerbare magneetkoppen worden toegevoerd, waardoor een soortgelijk registratie-sporenverdelingspatroon als bij toepassing van volgens één lijn aangebrachte magneetkoppen wordt 10 verkregen, is het mogelijk, dat aan de verschillende signalen zodanige relatieve vertragingen worden gegeven, dat een registratiesporenverdelingspatroon wordt verkregen, waarmede een betere benutting van de beschikbare breedte van de magneetband T wordt verkregen (zie figuur 11).
15 Conclusie
1. Registratie en/of reproductie-inrichting voor gedigitaliseerde videodata, omvattende: een roteerbare bandleitrommel, langs de omtrek waarvan een magneetband wordt getransporteerd onder een vooraf bepaalde wikkelhoek; 20 een aantal roteerbare magneetkoppen behorend bij de bandleitrommel voor het aftasten van resp. parallelle, schuine sporen op de magneetband; middelen voor het verschaffen van een gedigitaliseerd videosignaal, gevormd uit bemonsteringen van horizontale aftastintervallen; signaalverwerkingsmiddelen voor het in een aantal datablokken rangschikken van het gedigitaliseerde 25 videosignaal van elk horizontaal aftastinterval, en signaaldistributiemiddelen voor het opvolgend distribueren van de blokken van de gedigitaliseerde videodata aan de roteerbare magneetkoppen, opdat elk datablok van elk horizontaal aftastsignaa! wordt gedistribueerd aan een resp. roteerbare magneetkop, met het kenmerk, dat het aantal datablokken van elk horizontaal aftastinterval een integraal veelvoud is van het aantal roteerbare magneetkoppen. Hierbij 8 bladen tekening
NL8101952A 1980-04-18 1981-04-21 Inrichting voor opname en/of weergave van gedigitaliseerde video-informatie. NL192487C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP5193680A JPS56160178A (en) 1980-04-18 1980-04-18 Recorder of digital video signal
JP5193680 1980-04-18

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8101952A NL8101952A (nl) 1981-11-16
NL192487B NL192487B (nl) 1997-04-01
NL192487C true NL192487C (nl) 1997-08-04

Family

ID=12900745

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101952A NL192487C (nl) 1980-04-18 1981-04-21 Inrichting voor opname en/of weergave van gedigitaliseerde video-informatie.

Country Status (7)

Country Link
JP (1) JPS56160178A (nl)
AT (1) AT395666B (nl)
AU (1) AU542232B2 (nl)
DE (1) DE3115902A1 (nl)
FR (1) FR2481038B1 (nl)
GB (1) GB2075792A (nl)
NL (1) NL192487C (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1159949A (en) * 1980-04-18 1984-01-03 Yoshitaka Hashimoto Digital video data recording apparatus
NL187211C (nl) * 1981-02-27 Uniroyal Inc Werkwijze voor de bereiding van een expandeerbaar mengsel, werkwijze voor de bereiding van geexpandeerde polymere materialen, alsmede werkwijze voor de bereiding van een hydrazodicarbonzuurester als bij verhitting gasafsplitsend middel.
GB2111288B (en) * 1981-11-20 1985-04-11 Sony Corp Magnetic tape recording and reproducing arrangements
JPS5894288A (ja) * 1981-11-30 1983-06-04 Sony Corp 映像信号記録装置
EP0084950A3 (en) * 1982-01-19 1984-09-26 University College London Data storage system using video tape
CA1201198A (en) * 1982-02-01 1986-02-25 Sony Corporation Method and apparatus for compensating for tape jitter during recording and reproducing of a video signal andpcm audio signal
JPS58166509A (ja) * 1982-03-25 1983-10-01 Sony Corp 記録再生装置
US4613908A (en) * 1982-04-16 1986-09-23 Victor Company Of Japan, Ltd. Digital video signal reproducing apparatus
US4520401A (en) * 1982-04-16 1985-05-28 Victor Company Of Japan, Ltd. Digital video signal recording system and reproducing apparatus
JPS58185009A (ja) * 1982-04-23 1983-10-28 Sony Corp 磁気記録再生装置
GB2122778B (en) * 1982-06-29 1985-09-11 Sony Corp Digital audio signal processing
JPS6177386A (ja) * 1984-09-22 1986-04-19 Canon Inc 半導体装置
CA1303729C (en) * 1985-09-03 1992-06-16 Tetsuro Kato Method and apparatus for recording and/or reproducing a pcm signal
DE3533700A1 (de) * 1985-09-21 1987-03-26 Bosch Gmbh Robert Schaltungsanordnung fuer ein fernseh-aufzeichnungs- und/oder wiedergabegeraet
JPS62239405A (ja) * 1986-04-11 1987-10-20 Sony Corp デジタル信号の記録方法
JPH0772922B2 (ja) * 1986-05-14 1995-08-02 株式会社日立製作所 ビデオテ−プレコ−ダ
JPH0785578B2 (ja) * 1987-04-08 1995-09-13 株式会社日立製作所 デイジタルビデオ信号記録再生方法
GB2221811B (en) * 1988-06-28 1993-04-28 Canon Kk Multichannel digital-signal reproducing apparatus
JP2745704B2 (ja) * 1989-07-26 1998-04-28 ソニー株式会社 情報伝送装置
DE3933593A1 (de) * 1989-10-07 1991-04-11 Grundig Emv Videorecorder zur aufzeichnung eines videosignals, welches im zeitmultiplex bildinformationen und digitale zusatzinformationen enthaelt
NL9002839A (nl) * 1990-12-21 1992-07-16 Philips Nv Inrichting voor het optekenen van "clock run-in" kodewoorden aan het begin van een spoor op een magnetische registratiedrager.
JPH05174496A (ja) * 1991-12-25 1993-07-13 Sony Corp ディジタル記録装置のid信号処理装置
GB2268613B (en) * 1992-07-06 1996-03-20 Sony Broadcast & Communication Digital signal processing apparatus
JPH06292130A (ja) * 1993-03-30 1994-10-18 Sony Corp ディジタル信号記録再生方法及び装置
JPH10505449A (ja) * 1995-06-22 1998-05-26 フィリップス エレクトロニクス ネムローゼ フェンノートシャップ ヘリカル走査型の記録/再生装置
GB2312077B (en) 1996-04-12 2000-04-12 Sony Uk Ltd Tape recording of video signals

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1445337A (en) * 1972-08-24 1976-08-11 Independent Broadcastin Author Television systems
JPS5514541A (en) * 1978-07-19 1980-02-01 Nippon Hoso Kyokai <Nhk> Magnetic recording and reproducing system
CA1160739A (en) * 1979-10-12 1984-01-17 Yoshitaka Hashimoto Method for recording a color video signal
JPS56144682A (en) * 1980-04-11 1981-11-11 Sony Corp Recording and reproducing device for digital video signal and audio signal

Also Published As

Publication number Publication date
DE3115902A1 (de) 1982-03-04
AU6951281A (en) 1981-10-22
DE3115902C2 (nl) 1990-02-08
NL8101952A (nl) 1981-11-16
NL192487B (nl) 1997-04-01
AT395666B (de) 1993-02-25
GB2075792A (en) 1981-11-18
JPS56160178A (en) 1981-12-09
AU542232B2 (en) 1985-02-14
ATA178781A (de) 1992-06-15
FR2481038A1 (fr) 1981-10-23
FR2481038B1 (fr) 1987-01-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192487C (nl) Inrichting voor opname en/of weergave van gedigitaliseerde video-informatie.
NL8101760A (nl) Digitale video- en audio-informatie-opneem- en/of -weergeefinrichting.
US4463387A (en) Digital video data recording apparatus
JP2528789B2 (ja) 映像情報管理装置
US7088907B1 (en) Video recording apparatus and method, and centralized monitoring recording system
EP0486185B1 (en) Image signal recording apparatus and method
NL192486C (nl) Kleurenvideobandinrichting.
EP2175659A3 (en) Optical disk for high resolution and three-dimensional video recording, optical disk reproduction apparatus, and optical disk recording apparatus
JP2578743B2 (ja) デジタルビデオテ−プレコ−ダ装置
US4488182A (en) System for recording and reproducing time-division multiplexed digital audio and video signals
NL193809C (nl) Stelsel voor opname en weergave van een informatiesignaal.
JPH0648862B2 (ja) サンプリングされた複合ビデオ信号情報の記録方法
KR100269748B1 (ko) 디지탈 vtr의 영상데이타처리방법 및 그 장치
EP0476630A2 (en) Data rearrangement processing apparatus for digital video signal recording apparatus
NL8501629A (nl) Digitaal videobandapparaat.
US4558362A (en) Digital video signal transmitting apparatus
KR870001841B1 (ko) 정보 기록원반 및 그 재생장치
US5155600A (en) Video disk playback apparatus
JPS62145978A (ja) ビデオ信号記録再生方式
JPH08111846A (ja) 汎用アナログvtr用画像信号多重化処理装置
JP2715468B2 (ja) ディジタル信号の再生装置
JPS62122476A (ja) デイジタルビデオ信号記録方式
JPS5983481A (ja) 静止画再生装置
JP2696207B2 (ja) ビデオ記録方式
GB2275151A (en) Image data processing for digital video tape recorder

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20010421